Zie Boven Drie eeuwen maan van Huygens A.N.W.B. vraagt wijziging van verkeersreglement Be schimmen van het duister Vraag en aanbod beheersen marktprijs Met Bruckners Negende werd Holland Festival besloten -Clowntje Riek Vier arresten van de Hoge Raad zijn strijdig met de principes der verkeersveiligheid" 4 Effecfen- en Geldmarkf- PWN-opstelwedstrijd naar wens geslaagd Zweeds kwintet speelt voor Pinkstergemeente Reddingboot bracht kust vaarder binnen de pieren iuicf genezi HOLLAND FESTIVAL Heringa Wuthrich LIKDOORNS WONDEROLIE Boerderij in Eist verbrand duizenden guldens schade Kerkelijk Nieuws Voor de kinderen Bromfiets sprong uit elkaar in Zaandam Vergoeding van oorlogs schade in Frankrijk FEUILLETON door Boilleau Narcejac ZATERDAG 16 JULI 1955 V. Het is duidelijk dat er voor het waarde begrip geen objectieve maatstaf is. De waarde van een goed wordt bepaald door de verhouding tussen vraag en aanbod en hetzelfde geldt van de fondsen op de effec tenbeurzen waar vraag en aanbod elkaar ontmoeten. En het meest simpele, maar zeker niet onjuiste antwoord op de vraag waarom de koersen stijgen is dat de vraag het aanbod overtreft. Deze vraag en dit aanbod worden door een grote reeks fac toren beheerst, zakelijke zowel als psycho logische en de waardebepaling is altijd betrekkelijk, omdat ze van verschillende omstandigheden afhankelijk is. Als er op een bepaalde plaats geen auto's zijn, zal men bereid zijn voor een aftands vehikel, dat op zichzelf beschouwd, weinig „waar de" heeft, een hoge prijs te betalen en om gekeerd zal de prijs van de meest luxueuse wagens dalen als het aanbod de vraag overtreft. Zo is er ook op de effectenbeurs een tijd geweest, nog niet zo lang geleden, dat ook voor de aandelen van de best ge leide en doorgaans goed renderende onder nemingen een lage prijs werd betaald, om dat er geen geld was om die aandelen te kopen of omdat het vertrouwen in de toe komst ontbrak of om welke andere reden ook. Men ziet het vandaag trouwens nog aan de Indonesische fondsen, waaronder er zijn waarvan veel goeds is te zeggen en die prachtige dividenden uitkeren, zodat een zeer hoog rendement wordt verkregen, maar die geen kopers vinden om de een voudige reden dat men in de Indonesische regering en de economische herstelmoge lijkheden van dit aan hulpbronnen rijke land geen vertrouwen heeft. Afgezien van alle andere factoren is dit feit op zichzelf reeds een reden waarom voor fondsen van andere nationaliteit ho gere prijzen worden betaald. Er is een tijd geweest waarin Indonesische fondsen bij de belegger zeer geliefd waren. Aandelen als die van de H.V.A., Deli Maatschappij, Am sterdam Rubber, e.a. kwamen in elke goede effectenportefeuille voor en vormden daar van een niet onbelangrijk bestanddeel. Thans zijn er vele beleggers, die Indonesi sche fondsen reeds lang hebben afgestoten en er ook niets meer van willen weten, zo dat voor de beschikbare gelden andere be legging wordt gezocht. Tot op zekere hoogte is dit ook met Ame rikaanse fondsen het geval, waarbij men zich echter deerlijk heeft vergist. De voort- duur van de Amerikaanse prosperiteit is voor velen een openbaring, omdat men, ge leerd door de ervaring op elke conjunct- tuursopgang een conjunctuursteruggang verwacht. Oyens Zonen wijzen in dit verband bijv. op de president van het be faamde mail-order concern en warenhuis, Montgomery Ward in de V. S., die thans op 82-jarige leeftijd is afgetreden en die twin tig jaar lang op de crisis heeft gewacht en daarom in tegenstelling met een gelijksoor tig bedrijf, de Sears Roebuck, de millioenen dollars heeft opgepot in de ijdele zelfover schatting dat hij zodoende de economische duivel te slim af kon zijn. Het resultaat is dat zijn maatschappij thans met een saldo liquide middelen zit van meer dan 600 mil- lioen dollar, welke uiteraard voor de aan deelhouders slechts een zeer matig rende ment opleveren, terwijl andere concerns grote winsten maken. Ook vele Nederlandse beleggers hebben na de oorlog lange tijd de kat uit de boom willen kijken en zich van de aankoop van goede fondsen onthouden, of zelfs deze naar het buitenland verkocht. Zoals bekend is dit met name bij de internationale fond sen het geval geweest. Aangenomen wordt dat van het kapitaal der Koninklijke Petro leum nog slechts goed 40 pet. in Neder landse handen is en dat Amerika reeds 20 pet. en Frankrijk eenzelfde percentage van het aandelenkapitaal heeft opgenomen. Men krijgt de indruk dat zich de laatste tijd in ons land een andere mentaliteit van de kapitaal beleggers meester maakt. Dit heeft natuurlijk verschillende oorzaken. De vrees voor een economische depressie is aanmerkelijk afgenomen. Er zijn in deze tijd zelfs economen, die van mening zijn dat grote economische crises kunnen wor den voorkomen en dat we in onze wereld nog slechts aan het begin staan van een ongekende welvaartsperiode. De grotere internationale samenwerking, de ontwikke ling van nieuwe energiebronnen als de electronica en de atoomkern, de vervolma king van de statistische wetenschap, de re sultaten van techniek, mechanisering en rationalisering, de toenemende betekenis van het technisch-wetenschappelijk speur werk, al deze en andere factoren zullen er, zo zegt men, er toe medewerken dat voor een groeiende bevolking in steeds ruimere mate werk en brood zal kunnen worden gevonden. Niet te vergeten zijn ook de po gingen, welke worden aangewend om de z.g. onontwikkelde gebieden allengs in het productieproces en het internationaal han delsverkeer op te nemen. Mr. D. U. Stik ker heeft er dezer dagen in een zitting van de Economische en Sociale Raad van de V. N. op gewezen dat als de productieve hulpbronnen welke thans voor militaire doeleinden worden besteed, zouden worden aangewend voor de hulp aan onontwikkel de gebieden, de levensstandaard daar met bijna de helft zou kunnen worden ver hoogd. De dreiging welke er nog altijd be staat van uit de niet-democratisch gere geerde landen staat daaraan vooreerst nog in de weg, maar het kan niet worden ont kend dat er in deze tijd niet zonder succes wordt gestreefd naar een internationale economie tussen souvereine staten en dat de resultaten daarvan meer en meer zicht baar worden. Als men de cijfers van onze buitenlandse handel nader bekijkt, blijkt ook Nederland zich in die richting te ontwikkelen. Het valt op dat bijv. de handel met Indonesië de laatste jaren voortdurend is vermin derd, maar dat daarvoor andere, vroeger nauwelijks meetellende landen als Pakistan Turkije, Polen, Israel en niet te vergeten Zuid- en Oost- en West-Afrika in de plaats komen en algemeen gesproken de wereld handel zich nog voortdurend uitbreidt. Een van de gevolgen daarvan is ook dat in tegenstelling met veler verwachtingen de aanmerkelijke vergroting van de we- reldvloot tot dusver geen belangrijke daling van de scheepsvrachten heeft veroorzaakt, maar dat integendeel eerder van een tekort aan scheepsruimte moet worden gespro ken, zodat de vrachten stijgen. De recente belangstelling voor Scheepvaartwaarden houdt daarmee verband. Zo is het geen wonder dat nu er over vloedig kapitaal beschikbaar is, althans in ons land, de vraag naar belegging in aller lei vorm toeneemt. Zowel de obligatie- als de aandelenmarkt profiteert daarvan. Wij zien de onlangs hier gebrachte 4 pet. Naphtachimie reeds 4 pet. boven pari, de 4 pet. Zuid-Afrika op 103 en het is wel ze ker dat om de thans aangeboden 4 pet. 18- jarige Wagons Lits a 98% pet. gevochten zal worden. Want de vraag naar goede fondsen blijft groot. De door het P.W.N. georganiseerde „wa- tarweek" annex opstelwedstrijd voor de schooljeugd is een groot succes geworden. In ongeveer 500 scholen in het verzor gingsgebied van de provinciale waterlei ding is door middel van speciale lessen (waarvoor het P.W.N. een schoolplaat en een lestekst beschikbaar stelde) de aan dacht der leex-lingen gevestigd op de nood zakelijkheid, zuinig met ons drinkwater om te gaan. Aan deze „waterleidingles" was een opstelwedstrijd verbonden, waar aan zeer vele kinderen hebben deelgeno men. De opstellen werden gesplitst in twee categorieën, een voor L.O.- en een voor VGLO- en ULO-scholen. De voorselectie geschiedde aan de scholen zelf door de leerkrachten. Van elke school zijn vervol gens de drie beste opstellen naar de eind- jury gestuurd, die thans voor zover het de VGLO- en ULO-inzendingen betreft met haar taak gereed gekomen is. De eer ste vijf prijzen zijn toegekend aan scho lieren uit Warmenhuizen, Alkmaar, Oude Niedorp en Wieringerwerf. Hennie Does- wijk en Gerie Kroon uit Bennebroek, Th. van der Does uit Beverwijk en twee Cas- tricumse meisjes, Toos Stegeman en An nie Zentveld wonnen met zeven andere scholieren uit Noordholland een troost prijs. De opstellen van de leerlingen der zesde klasse van de L.O. scholen (in totaal on geveer 450) zijn nog niet alle door de eindjury beoordeeld, omdat de voorselec tie bij zulk een groot aantal inzendingen veel meer tijd kostte. De jury hoopt ech ter kort na de grote vacantie ook hier de prijswinnaars en -winnaressen bekend te kunnen maken. Een kwintet van de Pinkstergemeente van Vastervik in Zweden, dat zijn vacan tie in Nederland doorbrengt, zal Donder dagavond 21 Juli optreden in een bijzon dere opwekkingsbijeenkomst van de Haarlemse Pinkstergemeente in het ge bouw „Immanuel" aan de Nieuwe Kruis straat 14 te Haarlem. Radar was mist de baas Beide loodsboten voor de Nieuwe Rot terdamse Waterweg, de „Algo" en de „Be- telgeuze", hebben Vrijdagavond omstreeks negen uur in de dikke mist op hun radar een hun onbekend echo waargenomen op een halve mijl ten Zuiden van de leidam Hoek van Holland. Omstreeks half tien is de reddingboot „President Jan Leis" van Hoek van Hol land uitgevaren om poolshoogte te nemen. Om ongeveer tien uur heeft de „Presi dent Jan Leis" de plek bereikt, die door de loodsboten was aangegeven. De reddingboot verscheen ook als echo op de radarschermen en van boord van de loodsboten af is de „President Jan Leis" toen naar de onbekende echo geleid. Er was door de dikke mist maar vijfenzeven tig meter zicht. Tenslotte trof de reddingboot de kust vaarder „Turgail" uit Delfzijl aan, die daar ten anker was gegaan, geheel onkun dig van het feit dat de Nieuwe Rotterdam se Waterweg een eind Noordelijker stroomt. De „Algo" en de „Betelgeuze" hebben vervolgens de reddingboot, af gaande op hun radar, wederom aanwijzin gen gegeven voor de terugreis; achter de reddingboot aan voer de kustvaarder, die op deze wijze binnen de pieren werd ge bracht. ADVERTENTIE Voeten en oksels fris door Purol-poeder ADVERTENTIE Haarlem CENTRALE VERWARMING JOHNSON OLIEBRANDERS Vrijdagavond klonk in de Kurzaal te Scheveningen het ingetogen slotaccoord van de onvoltooide Negende Symphonie van Bruckner als besluit van het Holland Festival 1955. Dit laatste concert werd door het Residentie-Orkest onder leiding van Willem van Otterloo verzorgd. Alvo rens men met het officiële programma be gon, werd ter herdenking van de plotse ling overleden jhr. H. G. A. Quarles van Ufford, die voorzitter was van de Vereni ging van Vrienden van het Residentieor kest, het „Air" uit de Suite in D van Bach uitgevoerd. Na een pétillante vertolking door het orkest van Mozarts ouverture tot „De Toverfluit" kreeg men het Concert vpp t\yee violen en orkest van Henk Badings te horen, natuurlijk met als solisten Theo Olof en Herman Krebbers, de eerste concertmees ters van het orkest, aan wie de compo sitie trouwens opgedragen is. Badings schreef het werk verleden jaar in op dracht van de Johan Wagenaarstichting, zulks ter gelegenheid van het gouden ju bileum van het orkest. De componist heeft uiteraard aan Krebbers en Olof gedacht, toen hij het duo-concert schreef en dan niet alleen gespeculeerd op beider virtuoze techniek en persoonlijke muzikale eigen schappen, doch ook op de zeldzame twee eenheid die deze kunstenaars vormen. Badings wist wat er qua samenspel met deze muizkale Siamese tweeling te berei ken was, en zijn opus is dan ook een werk geworden, dat men zich nauwelijks anders klinkend kan voorstellen dan uitgevoerd door de beide virtuozen aan wie het is opgedragen. Want waar ter wereld vindt men twee zo volkomen op elkaar ingestel de meesters in het vioolspel bij elkaar als aan de eerste lessenaar van het Residen tie-Orkest? Met dat al is het Concert van Badings ook nog een zeer belangwekkende com positie, afgezien van de practische eis die het uitgangspunt is van een dergelijk werkstuk. De solisten, die het Concert uit het hoofd speelden (wat in normale ge vallen niets bijzonders is, doch ons in het onderhavige geval een hachelijke onder neming lijkt) behaalden er een enorm succes mee. Het publiek werd niet moe te applaudisseren tot ook Henk Badings naar voren trad om de executanten voor hun prestatie te danken. Daarna werden wij geconfronteerd met de machtige torso, die de Negende van Bruckner gebleven is en waaraan de Oos tenrijkse meester gewerkt heeft tot op de morgen van zijn laatste levensdag. Be wust dat hij de kracht niet meer zou kun nen opbrengen om aan de eerste drie de len van zijn werk ook nog een finale toe te voegen, was hij op het idee gekomen om het werk, dat hij aan de Allerhoogste wilde opdragen te besluiten met zijn „Te Deum laudamus". Bij de laatste pogingen om deze opzet met een overgang muzikaal aannemelijk te maken, viel hem de pen uit de hand. Als „Onvoltooide" schenkt het werk ech ter volkomen bevrediging. Na een grillig Scherzo, dat zich in de sfeer beweegt van een negentiende-eeuwse Hiëronymus Bosch, volgt een Adagio waarin de grote instru mentale lyricus, die Bruckner was, zijn zie] uitzingt en in vrede en stille berusting af scheid neemt. Het slot van het Holland-Festival in de Kurzaal had dus niets éclatant feestelijks, maar het was er in de met een nobele mu ziektaal gewekte spanning niet minder treffend om. De uitvoering van Bruckners zwanezang was in alle opzichten prachtig. Willem van Otterloo had zich het werk naar vorm en inhoud volkomen eigen ge maakt en hield het uitvoerend apparaat meesterlijk in de hand. JOS. DE KLERK ADVERTENTIE Weg met onhandige hkdoornringen en gevaar lijke scheermesjes. Een nieuw vloeibaar middel. NOXACORN, neemt de pijn weg in 60 seconden. Eeltplekken en eksterogen verschrompelen met wortel en al. Bevat gezuiverde wonderolie, jodium en het pijn stillende benzocaïne. Een flesje NOXACORN Antiseptisch Likdoorn middel van f. 1.35 bespaart U veel ellende (60) Te Eist (Betuwe) is Vrijdagmiddag brand ontstaan in de kapitale boerderij van de heer H. v. d. Pol nabij de overweg „De Vork" aan de rijksweg Arnhem—Eist— Nijmegen. De brand ontstond door tot nog toe onopgehelderde oorzaak in de land- bouwschuur, waarin naar schatting 25 ton vers gewonnen hooi was opgetast. In een oogwenk laaiden de vlammen naar alle kanten hoog op en zij bedreigden de aan de schuur gebouwde villa. Dank zij spoedig en doortastend optre den van de Elster brandweer kon het woonhuis behouden blijven, maar de rest van de boederij ging met de inhoud, waar onder enige landbouwmachines, in de vlammen op. De schade wordt geschat op vele duizen den guldens. De eigenaar was niet ver zekerd. Ned. Herv. Kerk Beroepen te Lopikerkapel: J. Groenen boom, cand. te Rotterdam. Toegelaten tot de Evangeliebediening de heren L. K. Bos, cand. te Spijk; D. A. Ca- zemier, J, B. Duk, G. J. Tijsseling, allen te Groningen; H. E. Vermeulen, cand. te Enk huizen en H. J. Zoethout, cand. te Droge- ham. Geref. Kerken ond. art. 31 K.O. Tweetal te Rotterdam-Charlois: N. Bruin te Beverwijk en G. Zomer te Vrou wenpolder. Geref. Gemeenten Beroepen te Tricht H. Ligtenberg te Rotterdam-W. Geref. Kerken Beroepen te Emmeloord (2e pred.pl.) R. Strijker te Lichtevoorde. Met de grote schoonmaak kregen ook de kamertjes van de jongens een goeie beurt. Maar natuurlijk konden de jongens hun kastjes best zelf inruim.en. Dat deden ze graag. Toen hun kamertje schoon was, ging Bunkie met al hun boeken op de grond zitten; en toen zette hij die keurig netjes weer naast elkaar op de planken. „De kamer is schoon en opgeruimd, dus in de kastjes moet het ook in orde zijn!", vond tante Liezebertha. Dat waren de jongens natuurlijk met haar eens, en daarom ruimden ze alles op, zoals het behoorde. Oom Tripje was erg blij, toen eindelijk de grote schoonmaak achter de rug was. Hij had zich niets op zijn gemak gevoeld, toen alles overhoop lag. „Nou ik. ben dolblij, dat ik weer overal kan lopen of zitten, zonder opgejaagd te worden!", zei hij. Maar tante Liezebertha keek hem lachend aan. „Zeg maar eens eerlijk, of het huis er nou niet netjes uitziet!", zei ze trots. 71-72 Laat ons eens een jubi leum gaan vieren. Het is namelijk dit jaar 300 jaar geleden dat onze landge noot Christiaan Huygens Titan ontdekte. Hij pres teerde dat met een ver rekijker die hij samen met zijn broer Constan- tijn had vervaardigd. Wat men door deze teles coop van een ster zag was „een vieze vlek met enige blauwgroene stra len daarvan uitgaande" (de beschrijving is van de in 1936 overleden Utrechtse hoogleraar prof. A. A. Nijland). Des te meer reden om respect te hebben voor de ontdekking van Huy gens, die hij deed toen hij een jonge man van 26 jaar was. Hij gebruikte bij zijn werk een kijker zonder buis. De objec tieflens hing hij op in een hoge paal en op de grond bekeek hij met het ocu lair het in het brandpunt ontstaande beeld. Zo kon hij lenzen met lange brandpuntafstand gebruiken onder omzei ling van het probleem, de daarbij behorende lange bids te vervaardi gen - zo gevorderd was de techniek van die da gen nog niet. Van Titan, het hemelli chaam dat Huygens ont dekte, horen wij in de regel niet veel. Toch heeft dit „sterretje" dat met het blote oog niet zichtbaar is, een paar unieke eigenschappen. Titan is één van de ne gen manen die om de planeet Saturnus draaien (Saturnus houdt zich het hele jaar al op - hij loopt erg langzaam - in het sterrenbeeld Weegschaal, 's avonds laat la'ag in het Zuidwesten). Dat Titan de eerst-ont- dekte is van Saturnus' satellieten wijst er al op dat het een vrij groot hemellichaam moet zijn, anders had hij zich in Huygens' primitieve te lescoop niet vertoond. Inderdaad bedraagt de middellijn van deze bol 5700 kilometer. Hij is dus niet alleen groter dan onze eigen maan (die een diameter van nog geen 3500 km heeft) maar overtreft zelfs de planeet Mercurius in formaat, wat wel gênant is voor een planeet: een satelliet Is een hemelbol van min dere rang. Titan heeft nog meer unieks: het is van alle 31 manen die er in ons planetenstelsel rondlopen de enige die er een dampkring op na houdt. Ademen zal er voor menselijke wezens van onze constitutie echter niet mogelijk zijn: Titans atmosfeer bevat voorna melijk methaangas, neon en argon. (Dat laatste is ook weer een ontdekking van een Nederlander: prof. dr. Gerard Kuiper, die in Amerika werkt). Methaangas (scheikundig CH4) is giftig; op aarde vinden wij het in moe rassen en kolenmijnen. Saturnus' dampkring be vat het ook, evenals die van Jupiter. G. v. W. 99 De ANWB heeft in vier de laatste tyd door de Hoge Raad gewezen arresten aan leiding gevonden, de minister van Verkeer en Waterstaat te verzoeken een aantal wij zigingen in het Wegenverkeersreglement aan te brengen, daar deze beslissingen naar de mening van de bond afwyken van of in strijd geacht moeten worden met de normale en door de wetgever beoogde verkeersgewoonten. De bond heeft de aandacht van de mi nister erop gevestigd, dat de recente ar resten van de Hoge Raad, waarin is vast gesteld, dat ook aan achteruitrijdend ver keer dat van rechts komt, voorrang moet worden verleend, stellig afwijken van de bedoeling van de wetgever en tot conse quenties moeten leiden, die strydig moeten worden geacht met de principes van de verkeersveiligheid. Het tweede arrest, dat de ANWB onder de aandacht van de minister heeft ge bracht, behandelt de principiële vraag of het bepaalde in artikel 30 in het Wegen verkeersreglement, dat zegt, dat bestuur ders van voertuigen slechts op zodanige wijze mogen wegrijden, dat het verkeer hiervan geen hinder ondervindt, ook om vat het wegrijden, nadat men als verkeers deelnemer tengevolge van een bepaalde verkeerssituatie zijn wagen even tot stil stand heeft moeten brengen, dus wanneer er geen sprake is van wegrijden na par keren. De Hoge Raad was van oordeel, dat deze vraag bevestigend dient te worden beantwoord. De ANWB is evenwel van mening, dat deze bepaling niet van toepassing dient te zijn op degene, die als verkeersdeelnemer naar aanleiding van de zich voordoende verkeersomstandigheden even heeft ge stopt. De bond heeft de minister verzocht artikel 30 zodanig te veranderen, dat dit voor wat betreft het wegrijden alleen toe- Bestuurder licht gewond Vrijdagmiddag is in de Bleekerstraat in Zaandam een bromfiets ontploft, die door de heer J. Hovestad uit Amsterdam-Noord werd bereden. De bestuurder wiens jas ver moedelijk door het heetlopen van de mo tor in brand was geraakt, had zijn voer tuig neergegooid en zich in het gras langs de weg gerold om de vlammen te doven; enige seconden later vatte de bromfiets ook vlam, waarna de benzine tank uit elkaar sprong.. Ongeveer tien rui ten in de onmiddellijke nabijheid sprongen en enige brokken ijzer sloegen 40 me ter weg. De bestuurder werd niet ernstig gewond. passelijk is op degene, die van een ge parkeerde toestand uit wegrijdt. Parkeren tegenover T-kruising Tengevolge van een arrest van de Hoge Raad is het verboden te parkeren aan de lange zijde van een T-kruising, binnen een straal van 10 meter van het punt, waar de rijbaankanten op hun verlengden el kaar op een straathoek snijden. De ANWB is mèt de lagere rechterlijke instanties, die in deze kwestie in tegen overgestelde zin hadden beslist, van me ning, dat de toepassing hiervan practisch onuitvoerbaar is. Er kan onmogelijk van de weggebruiker worden verlangd, dat hij een cirkel in feite zelfs twee, voor elke straathoek één gaat uitzetten met een straal van 10 meter. Tenslotte wordt door deze uitleg het in vele steden reeds bestaande tekort aan parkeerruimte nog vergroot. De bond heeft verzocht het parkeren op een T-kruising' tegenover de zijstraat niet te verbieden. Voorsorteren op circulatiepleinen? Tenslotte heeft de ANWB de aandacht van de minister gevraagd voor de nood zaak om ten behoeve van de verkeers afwikkeling op circulatiepleinen een aparte bepaling in het wegenverkeersreglement op te nemen, die de gedragingen van de weggebruiker op een dergelijk plein regelt en hem voorschrijft links te houden ten einde vóór te sorteren. In zijn arrest van 16 Maart 1954 heeft de Hoge Raad beslist dat het cirkelvormig verkeersplein één weg is, waarop slechts wegen van rechts uitkomen en geen wegen van links, zodat bestuurders van motorrijtuigen, die het plein volgen niet van richting veranderen en derhalve niet links mogen houden om, overeenkomstig art. 28 van het Wegen verkeersreglement, vóór te sorteren. De ANWB is van mening, dat juist de gehele opzet van het circulatieplein erop gericht is het verkeer zich te doen afwik kelen op de manier, zoals thans door de Hoge Raad is veroordeeld. Er is een Frans-Nederlandse overeen komst inzake de vergoeding van oor logsschade in werking getreden. Volgens de overeenkomst moet de schade, die voor vergoeding in aanmerking komt, worden aangegeven binnen een termijn van tien maanden na de inwerkingtreding. Met de registratie van de aangiften van Nederlanders, van wie goederen in Frank rijk zijn vernietigd of beschadigd door oorlogsgebeurtenissen, is belast de „Di recteur du Service departemental du Ministère de la Réconstruction et du Logement", in wiens gebied het beschadig de goed zich bevond. Hier te lande zal het Commissariaat voor Oorlogsschade in Den Haag de aangiften van personen van Franse nationaliteit, die in Nederland oorlogsschade of waters- noodschade hebben geleden, in behande ling nemen. (Les visages de Vombre) Uit het Frans vertaald 26) Zij waren tezelfdertijd zowel te vriende lijk als te veel op hun hoede. Precies de houding die men aanneemt tegenover een wild dier, waarvan men weet dat het ge temd is, maar dat elk ogenblik in staat kan zijn tot een verscheurende beweging. Hermantier was er evenwel bijna zeker van dat zij niet vreesden hem gek te zien worden. Een intuïtief gevoel! De intuïtie is teer, maar sinds hij in het duister leefde was hij wel verplicht zich daarop te ver laten. Hijzelf had soms gedacht niet ver van krankzinnigheid af te zijn. Vooral toen hij de drie perziken aangeraakt had. Toch slagen dergelijke illusies, ook al zijn zij schrikaanjagend, er niet in op ernstige wijze de zekerheid, dat men goed bij zijn verstand is, te schokken. Men twijfelt aan zichzelf, maar niet voor lang. Neen, er was iets anders. Men zou gezworen hebben dat zij verwachtten hem plotseling te zien val len, geveld door een of andere geheim zinnige kwaal, die zich op dit zelfde ogen blik misschien in zijn» lichaam aan het ontwikkelen was. Dat was het waarom zij zo vriendelijk waren. Zij verwenden hem, zij probeerden met alle mogelijke midde len zijn laatste dagen zo aangenaam moge lijk te maken. Al die kleine leugentjes, waarop hij hen had betrapt, sprak men alleen uit tegenover een stervende, als alle hoop verloren is. Zelfs de verpleegsters, zelfs de priesters jokken aan het ziekbed van stervenden. Hermantier bleef staan. Het bloed klopte in zijn hoofd. Hij had verschrikkelijke pijn ondanks de aspirine. En hoeveel moeite hij ook deed om zich zijn kwaal voor te stellen, op zijn hoofd pijn na voelde hij zich zoals altijd. Stevig op zijn benen, een diepe ademhaling, krachtige armen. Was er in zijn aderen een klont op het punt zijn hart te blok keren? Of had zich op het ogenblik van de ontploffing een minuscuul stukje me taal vastgezet ergens in zijn hersenen op een ontoegankelijke plek? Was het de ver lamming, die men verwachtte, de attaque, die de sterkste velt en een kwijlend mon ster van hem maakt? Ah, dat was het misschien. Dat was het waarschijnlijk. En die hallucinaties, die hem zo in de war hadden gemaakt, ja, dat waren de voor tekenen van. Hermantier klemde zijn gezicht tussen zijn handen. Het bloed stroomde, stroom de, onder zijn handen, in snelle vaart, en in gedachten zag hij het circuleren door de duizenden kleine aderen van zijn hersenen, die kostbare en geheime stof voedend, die het leven had geschonken aan zoveel ver wachtingen, aan zoveel dromen. Zijn ademhaling werd sneller. Van het ene ogenblik op het andere was hij misschien in gevaar neer te vallenDaarom ging Christiane dus bijna niet meer uit, zij die vroeger haar dagen geheel buitenshuis doorbracht. Daarom dwong zij zich zo ge duldig te zijn. Daarom moedigde Hubert hem niet alleen aan rust te nemen, maar ook om de fabriek te laten schieten. Dat was ook de reden dat Maxime gekomen was onder het voorwendsel, dat hij plat zak was.... Als hij maar wist wat Lau- thier precies had gezegd. Had hij een ter mijn genoemd? Zes maanden? Drie maan den? Minder? Hermantier was verschrikkelijk moe toen hij de veranda bereikte. Oud en moe. Hij liet zich in zijn ligstoel vallen. Marceline! Ja, mijnheer. Breng mij de fles cognac en een glas. Wil mijnheer op dit uur sterke drank idrinken? Maak voort, Marceline! Hij steunde zijn hoofd' op zijn hand, pro beerde zich te ontspannen. Zo had hij, door steeds maar weer dezelfde ongeruste ge voelens te overwegen, ten slotte een hypo these opgesteld die alles verklaarde. Ón danks zijn moedeloosheid voelde hij een vage voldoening. Hij was er altijd trots op geweest nauwkeurig te redeneren met de vindingrijkheid waaraan het de meeste anderen ontbrak. Marceline zette de fles bij hem neer en vulde het glas. Mijnheer heeft ongelijk. Cognac maakt dorstig als het zo warm is. Het is wel goed, Marceline! Zij begaf zich naar de keuken, vanwaar al dra het geluid van de afwas opklonk. Hermantier dronk enkele brandende slok ken. Neen, zijn hypothese verklaarde niet alles. Zij verklaarde bijvoorbeeld niet waarom hij helemaal alleen in de linker vleugel sliep. Maar eigenij'k gezegd was deze tegenwerping niet van veel waarde. Als Christiane zich in de kamer naast de zijne had geïnstalleerd, zou hij dan geen wantrouwen gekoesterd hebben? Zou hij niet dadelijk geraden hebben wat men voor hem wilde verbergen? En hij greep zijn glas steviger vast, zo schokte die gedachte hem kwam men er zich bovendien des nachts niet van overtuigen of hij sliep? Was er die ene nacht niet iemand voor het raam gekomen om een blik in zijn kamer te wer pen? Onzin! Er was niemand geweest! Maar er had iemand' kunnen zijnmet de opdracht te controleren of hij niet dood wais! Hij dronk de laatste druppels cognac en liet zijn arm langzaam vallen. Met alle kracht die in hem was had hij de waarheid willen weten. Hij wist die nu. Het was er ger dan alles wat hij zich tevoren had voorgesteld. Nu durfde hij zich zelfs niet meer te bewegen. Dikke zweetdruppels liepen over zijn wangen, zijn voorhoofd en in iedere plooi van zijn hals. Zijn kleren plakten aan zijn lichaam. Een vaag gevoel van misselijkheid maakte zich van hem meester. Zich van kant maken? Ja, na tuurlijk, zelfmoord plegenMaar als hij zich vergiste? Als hij bezig was een roman te verzinnen? Als Maxime er was, zou hij hem vragen vergif te kopen.... In geval van verlamming zou Maxime medelijden hebben. Hij zou het nodige doen.... Het was zo ondenkbaar zichzelf bewegingloos op zijn bed voor te stellen, in een einde- Loze duisternis, en dat gedurende jaren. Gebrekkig, diat ging nog. Maar een ver schoppeling, een afzichtelijk wrak worden! Hij zocht de fles op de tafel en nam een slok uit de fles, omd'at hij bang was de cognac naast zijn glas te schenken. Op het ogenblik, waarop hij de fles weer neer zette, hoorde hij de klokken Klokken die zachtjes luidden in een eentonig rhythme. Het luiden van een doodsklok. Hij nam de fles weer en dtronk in één teug de hoeveelheid van een half glas om dat hinderlijke geluid te verjagen. Want het konden geen klokken zijn. Het was nauwelijks half tien. Om half tien was er in de week geen dienst. Dus. Ondanks zichzelf spitste hij echter zijn oren en het verre, doffe slaan van een klok bereikte hem nog altijd, nu eens zachter en bijna onhoorbaar als de wind' toenam en door de tuin joeg, dan weer wonderbaar lijk dichtbij, duidelijk weerklinkend, als het geluidi, tussen twee windvlagen door, hem bereikte. De illusie was buitengewoon. Als hij niets meer hoorde, bleef hij de sla gen van de klok tellen in hetzelfde rhyth me, en plotseling scheen de klok zich een weg te banen naar hem, klonk precies op de maat, als een instrument dat na een teken met het dirigeerstokje met een per fecte precisie zijn stem laat horen. En hij kreeg toen de indruk te harmoniëren met de een of andere dodenzang, een indruk wekkende en geheimzinnige plechtigheid mee te maken. Nog nooit had hij sterker de betovering van een zinsbegoocheling gevoeld. Hij zette de fles vlak bij zich neer op de stenen vloer, stond heel zachtjes op alsof de geringste beweging in staat ge weest zou zijn de weemoedige melodie van de klok te onderbreken of te verjagen. Op zijn tenen liep hij naar de deur van de veranda. De steeds warmer wordende zui denwind bliies zonder ophouden van af de horizon, die waarschijnlijk vol onweers wolken was. Hij bewoog de takken heen en weer, blies om de hoek van de veranda, maar slaagde er niet in de steeds maar luidende klok tot zwijgen te brengen, d'ie klok die niet kon bestaan, want als hij werkelijk luidde, zou men moeten ver onderstellen dat. Hermantier keerde zich om en riep met een overslaande stem: Marceline! Hij schrok op toen zij vlak bij hem mompelde: Ja, mijnheer. Hier ben ik. (Wordt vervolgd)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1955 | | pagina 6