Zie Boven
Drie eeuwen maan van Huygens
A.N.W.B. vraagt wijziging
van verkeersreglement
Be schimmen
van het duister
Vraag en aanbod
beheersen marktprijs
Met Bruckners Negende werd
Holland Festival besloten
-Clowntje Riek
Vier arresten van de Hoge Raad
zijn strijdig met de principes
der verkeersveiligheid"
4
Effecfen- en
Geldmarkf-
PWN-opstelwedstrijd
naar wens geslaagd
Zweeds kwintet speelt voor
Pinkstergemeente
Reddingboot bracht kust
vaarder binnen de pieren
iuicf genezi
HOLLAND
FESTIVAL
Heringa Wuthrich
LIKDOORNS WONDEROLIE
Boerderij in Eist verbrand
duizenden guldens schade
Kerkelijk Nieuws
Voor de kinderen
Bromfiets sprong uit elkaar
in Zaandam
Vergoeding van oorlogs
schade in Frankrijk
FEUILLETON
door Boilleau Narcejac
ZATERDAG 16 JULI 1955
V.
Het is duidelijk dat er voor het waarde
begrip geen objectieve maatstaf is. De
waarde van een goed wordt bepaald door
de verhouding tussen vraag en aanbod en
hetzelfde geldt van de fondsen op de effec
tenbeurzen waar vraag en aanbod elkaar
ontmoeten. En het meest simpele, maar
zeker niet onjuiste antwoord op de vraag
waarom de koersen stijgen is dat de vraag
het aanbod overtreft. Deze vraag en dit
aanbod worden door een grote reeks fac
toren beheerst, zakelijke zowel als psycho
logische en de waardebepaling is altijd
betrekkelijk, omdat ze van verschillende
omstandigheden afhankelijk is. Als er op
een bepaalde plaats geen auto's zijn, zal
men bereid zijn voor een aftands vehikel,
dat op zichzelf beschouwd, weinig „waar
de" heeft, een hoge prijs te betalen en om
gekeerd zal de prijs van de meest luxueuse
wagens dalen als het aanbod de vraag
overtreft. Zo is er ook op de effectenbeurs
een tijd geweest, nog niet zo lang geleden,
dat ook voor de aandelen van de best ge
leide en doorgaans goed renderende onder
nemingen een lage prijs werd betaald, om
dat er geen geld was om die aandelen te
kopen of omdat het vertrouwen in de toe
komst ontbrak of om welke andere reden
ook. Men ziet het vandaag trouwens nog
aan de Indonesische fondsen, waaronder er
zijn waarvan veel goeds is te zeggen en die
prachtige dividenden uitkeren, zodat een
zeer hoog rendement wordt verkregen,
maar die geen kopers vinden om de een
voudige reden dat men in de Indonesische
regering en de economische herstelmoge
lijkheden van dit aan hulpbronnen rijke
land geen vertrouwen heeft.
Afgezien van alle andere factoren is dit
feit op zichzelf reeds een reden waarom
voor fondsen van andere nationaliteit ho
gere prijzen worden betaald. Er is een tijd
geweest waarin Indonesische fondsen bij de
belegger zeer geliefd waren. Aandelen als
die van de H.V.A., Deli Maatschappij, Am
sterdam Rubber, e.a. kwamen in elke goede
effectenportefeuille voor en vormden daar
van een niet onbelangrijk bestanddeel.
Thans zijn er vele beleggers, die Indonesi
sche fondsen reeds lang hebben afgestoten
en er ook niets meer van willen weten, zo
dat voor de beschikbare gelden andere be
legging wordt gezocht.
Tot op zekere hoogte is dit ook met Ame
rikaanse fondsen het geval, waarbij men
zich echter deerlijk heeft vergist. De voort-
duur van de Amerikaanse prosperiteit is
voor velen een openbaring, omdat men, ge
leerd door de ervaring op elke conjunct-
tuursopgang een conjunctuursteruggang
verwacht. Oyens Zonen wijzen in dit
verband bijv. op de president van het be
faamde mail-order concern en warenhuis,
Montgomery Ward in de V. S., die thans op
82-jarige leeftijd is afgetreden en die twin
tig jaar lang op de crisis heeft gewacht en
daarom in tegenstelling met een gelijksoor
tig bedrijf, de Sears Roebuck, de millioenen
dollars heeft opgepot in de ijdele zelfover
schatting dat hij zodoende de economische
duivel te slim af kon zijn. Het resultaat is
dat zijn maatschappij thans met een saldo
liquide middelen zit van meer dan 600 mil-
lioen dollar, welke uiteraard voor de aan
deelhouders slechts een zeer matig rende
ment opleveren, terwijl andere concerns
grote winsten maken.
Ook vele Nederlandse beleggers hebben
na de oorlog lange tijd de kat uit de boom
willen kijken en zich van de aankoop van
goede fondsen onthouden, of zelfs deze
naar het buitenland verkocht. Zoals bekend
is dit met name bij de internationale fond
sen het geval geweest. Aangenomen wordt
dat van het kapitaal der Koninklijke Petro
leum nog slechts goed 40 pet. in Neder
landse handen is en dat Amerika reeds 20
pet. en Frankrijk eenzelfde percentage van
het aandelenkapitaal heeft opgenomen.
Men krijgt de indruk dat zich de laatste
tijd in ons land een andere mentaliteit van
de kapitaal beleggers meester maakt. Dit
heeft natuurlijk verschillende oorzaken. De
vrees voor een economische depressie is
aanmerkelijk afgenomen. Er zijn in deze
tijd zelfs economen, die van mening zijn
dat grote economische crises kunnen wor
den voorkomen en dat we in onze wereld
nog slechts aan het begin staan van een
ongekende welvaartsperiode. De grotere
internationale samenwerking, de ontwikke
ling van nieuwe energiebronnen als de
electronica en de atoomkern, de vervolma
king van de statistische wetenschap, de re
sultaten van techniek, mechanisering en
rationalisering, de toenemende betekenis
van het technisch-wetenschappelijk speur
werk, al deze en andere factoren zullen er,
zo zegt men, er toe medewerken dat voor
een groeiende bevolking in steeds ruimere
mate werk en brood zal kunnen worden
gevonden. Niet te vergeten zijn ook de po
gingen, welke worden aangewend om de
z.g. onontwikkelde gebieden allengs in het
productieproces en het internationaal han
delsverkeer op te nemen. Mr. D. U. Stik
ker heeft er dezer dagen in een zitting van
de Economische en Sociale Raad van de
V. N. op gewezen dat als de productieve
hulpbronnen welke thans voor militaire
doeleinden worden besteed, zouden worden
aangewend voor de hulp aan onontwikkel
de gebieden, de levensstandaard daar met
bijna de helft zou kunnen worden ver
hoogd. De dreiging welke er nog altijd be
staat van uit de niet-democratisch gere
geerde landen staat daaraan vooreerst nog
in de weg, maar het kan niet worden ont
kend dat er in deze tijd niet zonder succes
wordt gestreefd naar een internationale
economie tussen souvereine staten en dat
de resultaten daarvan meer en meer zicht
baar worden.
Als men de cijfers van onze buitenlandse
handel nader bekijkt, blijkt ook Nederland
zich in die richting te ontwikkelen. Het
valt op dat bijv. de handel met Indonesië
de laatste jaren voortdurend is vermin
derd, maar dat daarvoor andere, vroeger
nauwelijks meetellende landen als Pakistan
Turkije, Polen, Israel en niet te vergeten
Zuid- en Oost- en West-Afrika in de plaats
komen en algemeen gesproken de wereld
handel zich nog voortdurend uitbreidt.
Een van de gevolgen daarvan is ook dat
in tegenstelling met veler verwachtingen
de aanmerkelijke vergroting van de we-
reldvloot tot dusver geen belangrijke daling
van de scheepsvrachten heeft veroorzaakt,
maar dat integendeel eerder van een tekort
aan scheepsruimte moet worden gespro
ken, zodat de vrachten stijgen. De recente
belangstelling voor Scheepvaartwaarden
houdt daarmee verband.
Zo is het geen wonder dat nu er over
vloedig kapitaal beschikbaar is, althans in
ons land, de vraag naar belegging in aller
lei vorm toeneemt. Zowel de obligatie- als
de aandelenmarkt profiteert daarvan. Wij
zien de onlangs hier gebrachte 4 pet.
Naphtachimie reeds 4 pet. boven pari, de
4 pet. Zuid-Afrika op 103 en het is wel ze
ker dat om de thans aangeboden 4 pet. 18-
jarige Wagons Lits a 98% pet. gevochten
zal worden.
Want de vraag naar goede fondsen blijft
groot.
De door het P.W.N. georganiseerde „wa-
tarweek" annex opstelwedstrijd voor de
schooljeugd is een groot succes geworden.
In ongeveer 500 scholen in het verzor
gingsgebied van de provinciale waterlei
ding is door middel van speciale lessen
(waarvoor het P.W.N. een schoolplaat en
een lestekst beschikbaar stelde) de aan
dacht der leex-lingen gevestigd op de nood
zakelijkheid, zuinig met ons drinkwater
om te gaan. Aan deze „waterleidingles"
was een opstelwedstrijd verbonden, waar
aan zeer vele kinderen hebben deelgeno
men. De opstellen werden gesplitst in twee
categorieën, een voor L.O.- en een voor
VGLO- en ULO-scholen. De voorselectie
geschiedde aan de scholen zelf door de
leerkrachten. Van elke school zijn vervol
gens de drie beste opstellen naar de eind-
jury gestuurd, die thans voor zover het
de VGLO- en ULO-inzendingen betreft
met haar taak gereed gekomen is. De eer
ste vijf prijzen zijn toegekend aan scho
lieren uit Warmenhuizen, Alkmaar, Oude
Niedorp en Wieringerwerf. Hennie Does-
wijk en Gerie Kroon uit Bennebroek, Th.
van der Does uit Beverwijk en twee Cas-
tricumse meisjes, Toos Stegeman en An
nie Zentveld wonnen met zeven andere
scholieren uit Noordholland een troost
prijs.
De opstellen van de leerlingen der zesde
klasse van de L.O. scholen (in totaal on
geveer 450) zijn nog niet alle door de
eindjury beoordeeld, omdat de voorselec
tie bij zulk een groot aantal inzendingen
veel meer tijd kostte. De jury hoopt ech
ter kort na de grote vacantie ook hier de
prijswinnaars en -winnaressen bekend te
kunnen maken.
Een kwintet van de Pinkstergemeente
van Vastervik in Zweden, dat zijn vacan
tie in Nederland doorbrengt, zal Donder
dagavond 21 Juli optreden in een bijzon
dere opwekkingsbijeenkomst van de
Haarlemse Pinkstergemeente in het ge
bouw „Immanuel" aan de Nieuwe Kruis
straat 14 te Haarlem.
Radar was mist de baas
Beide loodsboten voor de Nieuwe Rot
terdamse Waterweg, de „Algo" en de „Be-
telgeuze", hebben Vrijdagavond omstreeks
negen uur in de dikke mist op hun radar
een hun onbekend echo waargenomen op
een halve mijl ten Zuiden van de leidam
Hoek van Holland.
Omstreeks half tien is de reddingboot
„President Jan Leis" van Hoek van Hol
land uitgevaren om poolshoogte te nemen.
Om ongeveer tien uur heeft de „Presi
dent Jan Leis" de plek bereikt, die door
de loodsboten was aangegeven.
De reddingboot verscheen ook als echo
op de radarschermen en van boord van
de loodsboten af is de „President Jan Leis"
toen naar de onbekende echo geleid. Er
was door de dikke mist maar vijfenzeven
tig meter zicht.
Tenslotte trof de reddingboot de kust
vaarder „Turgail" uit Delfzijl aan, die
daar ten anker was gegaan, geheel onkun
dig van het feit dat de Nieuwe Rotterdam
se Waterweg een eind Noordelijker
stroomt. De „Algo" en de „Betelgeuze"
hebben vervolgens de reddingboot, af
gaande op hun radar, wederom aanwijzin
gen gegeven voor de terugreis; achter de
reddingboot aan voer de kustvaarder, die
op deze wijze binnen de pieren werd ge
bracht.
ADVERTENTIE
Voeten en oksels fris door Purol-poeder
ADVERTENTIE
Haarlem
CENTRALE VERWARMING
JOHNSON OLIEBRANDERS
Vrijdagavond klonk in de Kurzaal te
Scheveningen het ingetogen slotaccoord
van de onvoltooide Negende Symphonie
van Bruckner als besluit van het Holland
Festival 1955. Dit laatste concert werd
door het Residentie-Orkest onder leiding
van Willem van Otterloo verzorgd. Alvo
rens men met het officiële programma be
gon, werd ter herdenking van de plotse
ling overleden jhr. H. G. A. Quarles van
Ufford, die voorzitter was van de Vereni
ging van Vrienden van het Residentieor
kest, het „Air" uit de Suite in D van Bach
uitgevoerd.
Na een pétillante vertolking door het
orkest van Mozarts
ouverture tot „De
Toverfluit" kreeg
men het Concert
vpp t\yee violen en
orkest van Henk
Badings te horen,
natuurlijk met als solisten Theo Olof en
Herman Krebbers, de eerste concertmees
ters van het orkest, aan wie de compo
sitie trouwens opgedragen is. Badings
schreef het werk verleden jaar in op
dracht van de Johan Wagenaarstichting,
zulks ter gelegenheid van het gouden ju
bileum van het orkest. De componist heeft
uiteraard aan Krebbers en Olof gedacht,
toen hij het duo-concert schreef en dan
niet alleen gespeculeerd op beider virtuoze
techniek en persoonlijke muzikale eigen
schappen, doch ook op de zeldzame twee
eenheid die deze kunstenaars vormen.
Badings wist wat er qua samenspel met
deze muizkale Siamese tweeling te berei
ken was, en zijn opus is dan ook een werk
geworden, dat men zich nauwelijks anders
klinkend kan voorstellen dan uitgevoerd
door de beide virtuozen aan wie het is
opgedragen. Want waar ter wereld vindt
men twee zo volkomen op elkaar ingestel
de meesters in het vioolspel bij elkaar als
aan de eerste lessenaar van het Residen
tie-Orkest?
Met dat al is het Concert van Badings
ook nog een zeer belangwekkende com
positie, afgezien van de practische eis die
het uitgangspunt is van een dergelijk
werkstuk. De solisten, die het Concert uit
het hoofd speelden (wat in normale ge
vallen niets bijzonders is, doch ons in het
onderhavige geval een hachelijke onder
neming lijkt) behaalden er een enorm
succes mee. Het publiek werd niet moe te
applaudisseren tot ook Henk Badings naar
voren trad om de executanten voor hun
prestatie te danken.
Daarna werden wij geconfronteerd met
de machtige torso, die de Negende van
Bruckner gebleven is en waaraan de Oos
tenrijkse meester gewerkt heeft tot op de
morgen van zijn laatste levensdag. Be
wust dat hij de kracht niet meer zou kun
nen opbrengen om aan de eerste drie de
len van zijn werk ook nog een finale toe
te voegen, was hij op het idee gekomen
om het werk, dat hij aan de Allerhoogste
wilde opdragen te besluiten met zijn „Te
Deum laudamus". Bij de laatste pogingen
om deze opzet met een overgang muzikaal
aannemelijk te maken, viel hem de pen uit
de hand.
Als „Onvoltooide" schenkt het werk ech
ter volkomen bevrediging. Na een grillig
Scherzo, dat zich in de sfeer beweegt van
een negentiende-eeuwse Hiëronymus Bosch,
volgt een Adagio waarin de grote instru
mentale lyricus, die Bruckner was, zijn zie]
uitzingt en in vrede en stille berusting af
scheid neemt.
Het slot van het Holland-Festival in de
Kurzaal had dus niets éclatant feestelijks,
maar het was er in de met een nobele mu
ziektaal gewekte spanning niet minder
treffend om. De uitvoering van Bruckners
zwanezang was in alle opzichten prachtig.
Willem van Otterloo had zich het werk
naar vorm en inhoud volkomen eigen ge
maakt en hield het uitvoerend apparaat
meesterlijk in de hand. JOS. DE KLERK
ADVERTENTIE
Weg met onhandige hkdoornringen en gevaar
lijke scheermesjes. Een nieuw vloeibaar middel.
NOXACORN, neemt de pijn weg in 60 seconden.
Eeltplekken en eksterogen verschrompelen met
wortel en al. Bevat gezuiverde wonderolie,
jodium en het pijn stillende benzocaïne. Een
flesje NOXACORN Antiseptisch Likdoorn
middel van f. 1.35 bespaart U veel ellende (60)
Te Eist (Betuwe) is Vrijdagmiddag brand
ontstaan in de kapitale boerderij van de
heer H. v. d. Pol nabij de overweg „De
Vork" aan de rijksweg Arnhem—Eist—
Nijmegen. De brand ontstond door tot nog
toe onopgehelderde oorzaak in de land-
bouwschuur, waarin naar schatting 25 ton
vers gewonnen hooi was opgetast. In een
oogwenk laaiden de vlammen naar alle
kanten hoog op en zij bedreigden de aan
de schuur gebouwde villa.
Dank zij spoedig en doortastend optre
den van de Elster brandweer kon het
woonhuis behouden blijven, maar de rest
van de boederij ging met de inhoud, waar
onder enige landbouwmachines, in de
vlammen op.
De schade wordt geschat op vele duizen
den guldens. De eigenaar was niet ver
zekerd.
Ned. Herv. Kerk
Beroepen te Lopikerkapel: J. Groenen
boom, cand. te Rotterdam.
Toegelaten tot de Evangeliebediening de
heren L. K. Bos, cand. te Spijk; D. A. Ca-
zemier, J, B. Duk, G. J. Tijsseling, allen te
Groningen; H. E. Vermeulen, cand. te Enk
huizen en H. J. Zoethout, cand. te Droge-
ham.
Geref. Kerken ond. art. 31 K.O.
Tweetal te Rotterdam-Charlois: N.
Bruin te Beverwijk en G. Zomer te Vrou
wenpolder.
Geref. Gemeenten
Beroepen te Tricht H. Ligtenberg te
Rotterdam-W.
Geref. Kerken
Beroepen te Emmeloord (2e pred.pl.)
R. Strijker te Lichtevoorde.
Met de grote schoonmaak kregen ook de kamertjes van de jongens een goeie beurt.
Maar natuurlijk konden de jongens hun kastjes best zelf inruim.en.
Dat deden ze graag. Toen hun kamertje schoon was, ging Bunkie met al hun boeken
op de grond zitten; en toen zette hij die keurig netjes weer naast elkaar op de
planken.
„De kamer is schoon en opgeruimd, dus in de kastjes moet het ook in orde zijn!",
vond tante Liezebertha.
Dat waren de jongens natuurlijk met haar eens, en daarom ruimden ze alles op,
zoals het behoorde.
Oom Tripje was erg blij, toen eindelijk de grote schoonmaak achter de rug was. Hij
had zich niets op zijn gemak gevoeld, toen alles overhoop lag.
„Nou ik. ben dolblij, dat ik weer overal kan lopen of zitten, zonder opgejaagd te
worden!", zei hij.
Maar tante Liezebertha keek hem lachend aan.
„Zeg maar eens eerlijk, of het huis er nou niet netjes uitziet!", zei ze trots. 71-72
Laat ons eens een jubi
leum gaan vieren. Het is
namelijk dit jaar 300 jaar
geleden dat onze landge
noot Christiaan Huygens
Titan ontdekte. Hij pres
teerde dat met een ver
rekijker die hij samen
met zijn broer Constan-
tijn had vervaardigd.
Wat men door deze teles
coop van een ster zag
was „een vieze vlek met
enige blauwgroene stra
len daarvan uitgaande"
(de beschrijving is van
de in 1936 overleden
Utrechtse hoogleraar
prof. A. A. Nijland).
Des te meer reden om
respect te hebben voor
de ontdekking van Huy
gens, die hij deed toen
hij een jonge man van 26
jaar was. Hij gebruikte
bij zijn werk een kijker
zonder buis. De objec
tieflens hing hij op in een
hoge paal en op de grond
bekeek hij met het ocu
lair het in het brandpunt
ontstaande beeld.
Zo kon hij lenzen met
lange brandpuntafstand
gebruiken onder omzei
ling van het probleem,
de daarbij behorende
lange bids te vervaardi
gen - zo gevorderd was
de techniek van die da
gen nog niet.
Van Titan, het hemelli
chaam dat Huygens ont
dekte, horen wij in de
regel niet veel. Toch
heeft dit „sterretje" dat
met het blote oog niet
zichtbaar is, een paar
unieke eigenschappen.
Titan is één van de ne
gen manen die om de
planeet Saturnus draaien
(Saturnus houdt zich het
hele jaar al op - hij loopt
erg langzaam - in het
sterrenbeeld Weegschaal,
's avonds laat la'ag in het
Zuidwesten).
Dat Titan de eerst-ont-
dekte is van Saturnus'
satellieten wijst er al op
dat het een vrij groot
hemellichaam moet zijn,
anders had hij zich in
Huygens' primitieve te
lescoop niet vertoond.
Inderdaad bedraagt de
middellijn van deze bol
5700 kilometer. Hij is dus
niet alleen groter dan
onze eigen maan (die een
diameter van nog geen
3500 km heeft) maar
overtreft zelfs de planeet
Mercurius in formaat,
wat wel gênant is voor
een planeet: een satelliet
Is een hemelbol van min
dere rang.
Titan heeft nog meer
unieks: het is van alle
31 manen die er in ons
planetenstelsel rondlopen
de enige die er een
dampkring op na houdt.
Ademen zal er voor
menselijke wezens van
onze constitutie echter
niet mogelijk zijn: Titans
atmosfeer bevat voorna
melijk methaangas, neon
en argon.
(Dat laatste is ook weer
een ontdekking van een
Nederlander: prof. dr.
Gerard Kuiper, die in
Amerika werkt).
Methaangas (scheikundig
CH4) is giftig; op aarde
vinden wij het in moe
rassen en kolenmijnen.
Saturnus' dampkring be
vat het ook, evenals die
van Jupiter.
G. v. W.
99
De ANWB heeft in vier de laatste tyd
door de Hoge Raad gewezen arresten aan
leiding gevonden, de minister van Verkeer
en Waterstaat te verzoeken een aantal wij
zigingen in het Wegenverkeersreglement
aan te brengen, daar deze beslissingen
naar de mening van de bond afwyken
van of in strijd geacht moeten worden met
de normale en door de wetgever beoogde
verkeersgewoonten.
De bond heeft de aandacht van de mi
nister erop gevestigd, dat de recente ar
resten van de Hoge Raad, waarin is vast
gesteld, dat ook aan achteruitrijdend ver
keer dat van rechts komt, voorrang moet
worden verleend, stellig afwijken van de
bedoeling van de wetgever en tot conse
quenties moeten leiden, die strydig moeten
worden geacht met de principes van de
verkeersveiligheid.
Het tweede arrest, dat de ANWB onder
de aandacht van de minister heeft ge
bracht, behandelt de principiële vraag of
het bepaalde in artikel 30 in het Wegen
verkeersreglement, dat zegt, dat bestuur
ders van voertuigen slechts op zodanige
wijze mogen wegrijden, dat het verkeer
hiervan geen hinder ondervindt, ook om
vat het wegrijden, nadat men als verkeers
deelnemer tengevolge van een bepaalde
verkeerssituatie zijn wagen even tot stil
stand heeft moeten brengen, dus wanneer
er geen sprake is van wegrijden na par
keren. De Hoge Raad was van oordeel, dat
deze vraag bevestigend dient te worden
beantwoord.
De ANWB is evenwel van mening, dat
deze bepaling niet van toepassing dient te
zijn op degene, die als verkeersdeelnemer
naar aanleiding van de zich voordoende
verkeersomstandigheden even heeft ge
stopt. De bond heeft de minister verzocht
artikel 30 zodanig te veranderen, dat dit
voor wat betreft het wegrijden alleen toe-
Bestuurder licht gewond
Vrijdagmiddag is in de Bleekerstraat in
Zaandam een bromfiets ontploft, die door
de heer J. Hovestad uit Amsterdam-Noord
werd bereden. De bestuurder wiens jas ver
moedelijk door het heetlopen van de mo
tor in brand was geraakt, had zijn voer
tuig neergegooid en zich in het gras
langs de weg gerold om de vlammen
te doven; enige seconden later vatte de
bromfiets ook vlam, waarna de benzine
tank uit elkaar sprong.. Ongeveer tien rui
ten in de onmiddellijke nabijheid sprongen
en enige brokken ijzer sloegen 40 me
ter weg. De bestuurder werd niet ernstig
gewond.
passelijk is op degene, die van een ge
parkeerde toestand uit wegrijdt.
Parkeren tegenover T-kruising
Tengevolge van een arrest van de Hoge
Raad is het verboden te parkeren aan de
lange zijde van een T-kruising, binnen een
straal van 10 meter van het punt, waar
de rijbaankanten op hun verlengden el
kaar op een straathoek snijden.
De ANWB is mèt de lagere rechterlijke
instanties, die in deze kwestie in tegen
overgestelde zin hadden beslist, van me
ning, dat de toepassing hiervan practisch
onuitvoerbaar is. Er kan onmogelijk van
de weggebruiker worden verlangd, dat hij
een cirkel in feite zelfs twee, voor elke
straathoek één gaat uitzetten met een
straal van 10 meter.
Tenslotte wordt door deze uitleg het in
vele steden reeds bestaande tekort aan
parkeerruimte nog vergroot. De bond heeft
verzocht het parkeren op een T-kruising'
tegenover de zijstraat niet te verbieden.
Voorsorteren op circulatiepleinen?
Tenslotte heeft de ANWB de aandacht
van de minister gevraagd voor de nood
zaak om ten behoeve van de verkeers
afwikkeling op circulatiepleinen een aparte
bepaling in het wegenverkeersreglement
op te nemen, die de gedragingen van de
weggebruiker op een dergelijk plein regelt
en hem voorschrijft links te houden ten
einde vóór te sorteren. In zijn arrest van
16 Maart 1954 heeft de Hoge Raad beslist
dat het cirkelvormig verkeersplein één
weg is, waarop slechts wegen van rechts
uitkomen en geen wegen van links, zodat
bestuurders van motorrijtuigen, die het
plein volgen niet van richting veranderen
en derhalve niet links mogen houden om,
overeenkomstig art. 28 van het Wegen
verkeersreglement, vóór te sorteren.
De ANWB is van mening, dat juist de
gehele opzet van het circulatieplein erop
gericht is het verkeer zich te doen afwik
kelen op de manier, zoals thans door de
Hoge Raad is veroordeeld.
Er is een Frans-Nederlandse overeen
komst inzake de vergoeding van oor
logsschade in werking getreden. Volgens de
overeenkomst moet de schade, die voor
vergoeding in aanmerking komt, worden
aangegeven binnen een termijn van tien
maanden na de inwerkingtreding.
Met de registratie van de aangiften van
Nederlanders, van wie goederen in Frank
rijk zijn vernietigd of beschadigd door
oorlogsgebeurtenissen, is belast de „Di
recteur du Service departemental du
Ministère de la Réconstruction et du
Logement", in wiens gebied het beschadig
de goed zich bevond.
Hier te lande zal het Commissariaat voor
Oorlogsschade in Den Haag de aangiften
van personen van Franse nationaliteit, die
in Nederland oorlogsschade of waters-
noodschade hebben geleden, in behande
ling nemen.
(Les visages de Vombre)
Uit het Frans vertaald
26)
Zij waren tezelfdertijd zowel te vriende
lijk als te veel op hun hoede. Precies de
houding die men aanneemt tegenover een
wild dier, waarvan men weet dat het ge
temd is, maar dat elk ogenblik in staat
kan zijn tot een verscheurende beweging.
Hermantier was er evenwel bijna zeker
van dat zij niet vreesden hem gek te zien
worden. Een intuïtief gevoel! De intuïtie
is teer, maar sinds hij in het duister leefde
was hij wel verplicht zich daarop te ver
laten. Hijzelf had soms gedacht niet ver
van krankzinnigheid af te zijn. Vooral
toen hij de drie perziken aangeraakt had.
Toch slagen dergelijke illusies, ook al zijn
zij schrikaanjagend, er niet in op ernstige
wijze de zekerheid, dat men goed bij zijn
verstand is, te schokken. Men twijfelt aan
zichzelf, maar niet voor lang. Neen, er was
iets anders. Men zou gezworen hebben dat
zij verwachtten hem plotseling te zien val
len, geveld door een of andere geheim
zinnige kwaal, die zich op dit zelfde ogen
blik misschien in zijn» lichaam aan het
ontwikkelen was. Dat was het waarom zij
zo vriendelijk waren. Zij verwenden hem,
zij probeerden met alle mogelijke midde
len zijn laatste dagen zo aangenaam moge
lijk te maken. Al die kleine leugentjes,
waarop hij hen had betrapt, sprak men
alleen uit tegenover een stervende, als alle
hoop verloren is. Zelfs de verpleegsters,
zelfs de priesters jokken aan het ziekbed
van stervenden. Hermantier bleef staan.
Het bloed klopte in zijn hoofd. Hij had
verschrikkelijke pijn ondanks de aspirine.
En hoeveel moeite hij ook deed om zich
zijn kwaal voor te stellen, op zijn hoofd
pijn na voelde hij zich zoals altijd. Stevig
op zijn benen, een diepe ademhaling,
krachtige armen. Was er in zijn aderen
een klont op het punt zijn hart te blok
keren? Of had zich op het ogenblik van
de ontploffing een minuscuul stukje me
taal vastgezet ergens in zijn hersenen op
een ontoegankelijke plek? Was het de ver
lamming, die men verwachtte, de attaque,
die de sterkste velt en een kwijlend mon
ster van hem maakt? Ah, dat was het
misschien. Dat was het waarschijnlijk. En
die hallucinaties, die hem zo in de war
hadden gemaakt, ja, dat waren de voor
tekenen van.
Hermantier klemde zijn gezicht tussen
zijn handen. Het bloed stroomde, stroom
de, onder zijn handen, in snelle vaart, en
in gedachten zag hij het circuleren door de
duizenden kleine aderen van zijn hersenen,
die kostbare en geheime stof voedend, die
het leven had geschonken aan zoveel ver
wachtingen, aan zoveel dromen. Zijn
ademhaling werd sneller. Van het ene
ogenblik op het andere was hij misschien
in gevaar neer te vallenDaarom ging
Christiane dus bijna niet meer uit, zij die
vroeger haar dagen geheel buitenshuis
doorbracht. Daarom dwong zij zich zo ge
duldig te zijn. Daarom moedigde Hubert
hem niet alleen aan rust te nemen, maar
ook om de fabriek te laten schieten. Dat
was ook de reden dat Maxime gekomen
was onder het voorwendsel, dat hij plat
zak was.... Als hij maar wist wat Lau-
thier precies had gezegd. Had hij een ter
mijn genoemd? Zes maanden? Drie maan
den? Minder?
Hermantier was verschrikkelijk moe
toen hij de veranda bereikte. Oud en moe.
Hij liet zich in zijn ligstoel vallen.
Marceline!
Ja, mijnheer.
Breng mij de fles cognac en een glas.
Wil mijnheer op dit uur sterke drank
idrinken?
Maak voort, Marceline!
Hij steunde zijn hoofd' op zijn hand, pro
beerde zich te ontspannen. Zo had hij, door
steeds maar weer dezelfde ongeruste ge
voelens te overwegen, ten slotte een hypo
these opgesteld die alles verklaarde. Ón
danks zijn moedeloosheid voelde hij een
vage voldoening. Hij was er altijd trots op
geweest nauwkeurig te redeneren met de
vindingrijkheid waaraan het de meeste
anderen ontbrak. Marceline zette de fles
bij hem neer en vulde het glas.
Mijnheer heeft ongelijk. Cognac
maakt dorstig als het zo warm is.
Het is wel goed, Marceline!
Zij begaf zich naar de keuken, vanwaar
al dra het geluid van de afwas opklonk.
Hermantier dronk enkele brandende slok
ken. Neen, zijn hypothese verklaarde niet
alles. Zij verklaarde bijvoorbeeld niet
waarom hij helemaal alleen in de linker
vleugel sliep. Maar eigenij'k gezegd was
deze tegenwerping niet van veel waarde.
Als Christiane zich in de kamer naast de
zijne had geïnstalleerd, zou hij dan geen
wantrouwen gekoesterd hebben? Zou hij
niet dadelijk geraden hebben wat men voor
hem wilde verbergen? En hij greep zijn
glas steviger vast, zo schokte die gedachte
hem kwam men er zich bovendien des
nachts niet van overtuigen of hij sliep? Was
er die ene nacht niet iemand voor het raam
gekomen om een blik in zijn kamer te wer
pen? Onzin! Er was niemand geweest!
Maar er had iemand' kunnen zijnmet
de opdracht te controleren of hij niet dood
wais!
Hij dronk de laatste druppels cognac en
liet zijn arm langzaam vallen. Met alle
kracht die in hem was had hij de waarheid
willen weten. Hij wist die nu. Het was er
ger dan alles wat hij zich tevoren had
voorgesteld. Nu durfde hij zich zelfs niet
meer te bewegen. Dikke zweetdruppels
liepen over zijn wangen, zijn voorhoofd en
in iedere plooi van zijn hals. Zijn kleren
plakten aan zijn lichaam. Een vaag gevoel
van misselijkheid maakte zich van hem
meester. Zich van kant maken? Ja, na
tuurlijk, zelfmoord plegenMaar als hij
zich vergiste? Als hij bezig was een roman
te verzinnen? Als Maxime er was, zou hij
hem vragen vergif te kopen.... In geval
van verlamming zou Maxime medelijden
hebben. Hij zou het nodige doen.... Het
was zo ondenkbaar zichzelf bewegingloos
op zijn bed voor te stellen, in een einde-
Loze duisternis, en dat gedurende jaren.
Gebrekkig, diat ging nog. Maar een ver
schoppeling, een afzichtelijk wrak worden!
Hij zocht de fles op de tafel en nam een
slok uit de fles, omd'at hij bang was de
cognac naast zijn glas te schenken. Op het
ogenblik, waarop hij de fles weer neer
zette, hoorde hij de klokken
Klokken die zachtjes luidden in een
eentonig rhythme. Het luiden van een
doodsklok. Hij nam de fles weer en dtronk
in één teug de hoeveelheid van een half
glas om dat hinderlijke geluid te verjagen.
Want het konden geen klokken zijn. Het
was nauwelijks half tien. Om half tien was
er in de week geen dienst. Dus.
Ondanks zichzelf spitste hij echter zijn
oren en het verre, doffe slaan van een klok
bereikte hem nog altijd, nu eens zachter
en bijna onhoorbaar als de wind' toenam en
door de tuin joeg, dan weer wonderbaar
lijk dichtbij, duidelijk weerklinkend, als
het geluidi, tussen twee windvlagen door,
hem bereikte. De illusie was buitengewoon.
Als hij niets meer hoorde, bleef hij de sla
gen van de klok tellen in hetzelfde rhyth
me, en plotseling scheen de klok zich een
weg te banen naar hem, klonk precies op
de maat, als een instrument dat na een
teken met het dirigeerstokje met een per
fecte precisie zijn stem laat horen. En hij
kreeg toen de indruk te harmoniëren met
de een of andere dodenzang, een indruk
wekkende en geheimzinnige plechtigheid
mee te maken. Nog nooit had hij sterker
de betovering van een zinsbegoocheling
gevoeld. Hij zette de fles vlak bij zich neer
op de stenen vloer, stond heel zachtjes op
alsof de geringste beweging in staat ge
weest zou zijn de weemoedige melodie van
de klok te onderbreken of te verjagen. Op
zijn tenen liep hij naar de deur van de
veranda. De steeds warmer wordende zui
denwind bliies zonder ophouden van af de
horizon, die waarschijnlijk vol onweers
wolken was. Hij bewoog de takken heen en
weer, blies om de hoek van de veranda,
maar slaagde er niet in de steeds maar
luidende klok tot zwijgen te brengen, d'ie
klok die niet kon bestaan, want als hij
werkelijk luidde, zou men moeten ver
onderstellen dat.
Hermantier keerde zich om en riep met
een overslaande stem:
Marceline!
Hij schrok op toen zij vlak bij hem
mompelde:
Ja, mijnheer. Hier ben ik.
(Wordt vervolgd)