De jeugd bouwde een huis
op de tentoonstelling E 55
ZE VEN DA GEN HAARLEM
Heven aan de redactie
Wonen aan Zee Werken aan Zee
Het hele jaar sparen
voor seizoen aan zee
EINDELIJK
f. 250.000.-
Stichting Vakopleiding Bouwvakken
vraagt van de jongeren meer
belangstelling voor het bouwvak
Het hele seizoen aan zee
sparen voor een jaar
studeren
Van der MFF HUBRECHT
„De Hoop" helpt
De Bilt
8
Feestelijke bijeenkomst
voor ouden van dagen
Examens
Burgerlijke Stand
van Heemstede
Heeft U reeds Rheuma-
verrassingscouverf jes
25 jaar naast
het stuur
Clasien gaat ook
VRIJDAG 29 JULI 1955
HAARLEMS DAGBLAD OPRECHTE HAARLEMSCHE GOURAN1
In één van de grote tentoonstellings
hallen van de E 55 in Rotterdam heb
ben jongelui een huis gebouwd. Het is
een riante woning, die in een villa
park niet misplaatst zou zijn. Maar dit
huis zal nooit bewoond worden; het is
bestemd voor.afbraak, want het moet
verdwijnen als de E 55 voorbij is. De
opdrachtgeefster, die tevens de bouw
uitvoerde, zal haar werk ook met de
grond gelijk maken.
Die opdrachtgeefster is de Stichting Vak
opleiding Bouwbedrijf in Den Haag, die
zich ten doel stelt te bevorderen dat leer
lingen in de bouwvakken door hun pa
troons tot bekwame vaklieden worden op
geleid. Zij wil bovendien bij de jongeren
meer belangstelling wekken voor de bouw
vakken.
Het bouwbedrijf staat de eerste tiental
len jaren voor de zware taak de achter
stand aan woningen in te halen. Vermoe
delijk zal het nog wel een generatie duren
voordat enigszins normale toestanden in
het bedrijf teruggekeerd zijn. Zou men
grotere bouwprogramma's willen uitvoe
ren dan thans het geval is, dan is het in
de eerste plaats noodzakelijk, dat het aan
tal bouwvakarbeiders wordt uitgebreid.
En dit is op het ogenblik het grote
zorgenkind van het bouwbedrijf. Als er
een einde wil komen aan de lijdensweg
op woninggebied, dan zal het boven
al nodig zijn dat de aanwas van jonge
en vooral vakbekwame arbeiders het
verlies aan oudere arbeidskrachten
compenseert. Maar juist hier wringt
de schoen.
Op een persconferentie heeft de voorzit
ter van de Stichting Vakopleiding Bouw
bedrijf, jhr. mr. W. C. S. Laman Trip, ver
klaard, dat er onder de jongeren een
zekere tegenzin bestaat om bouwvakar
beider te worden. Naar de oorzaak hiervan
wordt op het ogenblik een onderzoek in
gesteld door een commissie van werk
gevers en werknemers uit het bouwbe
drijf. Jhr. Laman Trip meent, dat in deze
gemechaniseerde eeuw de belangstelling
van de jeugd vooral uitgaat naar de
machine. Zij ziet daarbij echter een zeer
belangrijk punt over het hoofd: in de
bouwvakken wordt scheppende arbeid
verricht. Wel neemt de moderne techniek
met haar machines het ruwere en zwaar
dere werk voor haar rekening, maar er
zal altijd plaats genoeg zijn voor werke
lijke ambachtslieden. Een vakbekwame
bouwvakarbeider zal in zijn scheppend
werk meer voldoening en een grotere ar
beidsvreugde vinden dan iemand die dag
aan dag zich aan de machine met massa-
fabricage bezig moet houden.
Vrees voor werkloosheid in het bouw
vak behoeft er volgens jhr. Laman Trip
niet te bestaan, althans voor de volgende
generatie niet. En mocht er onverhoopt een
economische depressie optreden dan zal
juist het bouwbedrijf worden gehanteerd
om de gevolgen daarvan voor de werk
loosheid in het algemeen te nivelleren.
Dan zullen werken worden uitgevoerd, die
nu reeds worden voorbereid of „in voor
raad" gehouden.
De Stichting Vakopleiding Bouwbedrijf,
die het leerlingenstelsel verzorgt voor tim
meren, metselen, betontimmeren, beton-
ijzervlechten en tegelzetten wil thans de
aanwas van jeugdige arbeidskrachten
voor het bouwbedrijf stimuleren door
objectieve voorlichting en heeft daar
toe een vernuftig apparaat laten vervaar
digen, dat thans op de E 55 te zien is, maar
dat later bijvoorbeeld ter beschikking van
gewestelijke arbeidsbureaux zal worden
gesteld. Het apparaat geeft onder meer
een overzicht van de werkzaamheden bij
een bepaald beroep in het bouwvak, de
eisen die aan de candidaten gesteld worden,
de vooruitzichten en de verdere opleidings
mogelijkheden.
Maar meer nog dan dit vernuftig appa
raat zal het op de E 55 gebouwde huis een
goede indruk geven van het werk van
de stichting. Jongeren uit het leerlingen
stelsel hebben het gebouwd in ploegen:
elke week een nieuwe uit een ander deel
van het land. Deze jongens waren aller
minst paradepaardjes. Toch deden zij in
prestatie weinig onder voor volleerde
bouwvakarbeiders. Hun enthousiasme
maakte goed wat hen nog aan routine ont
breekt.
Het leerlingenstelsel van de stichting
ADVERTENTIE
Chry,J«".
oti, *0*t
*5
r Q 00
ii». 9
Ter gelegenheid van het tien-jarig be
staan van de Algemene Bond van Ouden
van Dagen houdt de afdeling Haarlem op
Woensdagmiddag 3 Augustus een openbare
propaganda-vergadering in het Gemeente
lijk Concertgebouw, Lange Begijnestraat.
Als spreker zal optreden de voorzitter van
het hoofdbestuur, de heer W. van Beek.
Na de pauze zorgt een amusements-ge-
zelschap onder leiding van de heer Harry
Beuman voor het feestelijk gedeelte van
de middag.
levert thans per jaar drieduizend theore
tisch en practisch degelijk opgeleide jonge
lui af. Maarhet zouden er vijfenveer
tighonderd moeten zijn! Daar bij komt nog
dat de overgrote meerderheid opgeleid
wordt voor timmerman, zodat het aantal
metselaars en betonwerkers veel te ge
ring is.
De stichting hoopt nu in samenwerking
met het bedrijfsleven onder de jongeren
meer belangstelling te wekken voor het
bouwbedrijf, dat deze belangstelling drin
gend nodig heeft.
Heemstede. De volgende leerlingen zijn
geslaagd voor het diploma lingerie- of
eostuumnaaien, dat dezer dagen op de R.K.
Naaischool aan de Molenwerfslaan te Heem
stede werd afgenomen.
Lingerie: Gretha van der Brink, Adrie
Gleysteen, Petronella Koopman, Miep Tim
mermans, Ida Weijei's en Nanda Zorger.
Costuumnaaien: Rie van Bakel, Henny
Bank, Bep Beliën, Tiny van Duin, Rita van
Keulen, Riet Hulsebos, Thea van der Meer,
Alie van de Peyl, Greta Peters, Truus Roest,
Willy Warmerdam en Willy van der Zon.
De volgende candidaten slaagden voor het
examen Mulo A: M. C. Bohlmeijer, R. L.
Stolker, R. Dekker, M. B. Dessaur, M. G.
Sikking, A. D. Visser, F. L. Visser, F. de
Jonge, J. E. Kloos, A. P. B. de Koste en C.
M. van Ommen uit Haarlem; C. van 't Land,
R. Maris, J. Mulder, uit Bloemendaal; H. J.
Tellier, M. S. Fortuin, uit IJmuiden; D. van
Dijk uit Vogelenzang; M. v. d. Bok, F. C.
Rodenburg, J. Guerrij uit Santpoort; D. S.
van het Zand, R. W. Molenaar uit Zand
voort; J. T. Post J. Vet uit Velsen; J. S.
Meij uit Velsen-Driehuis; J. van Staveren
uit Aalsmeer; W. T. Zwagers uit Zwanen
burg.
GETROUWD: W. G. Weijers en C. M. van
der Vlugt; J. A. Jongh. Visscher en H. de
Vries; J. W. Doomebos en M. Jager; D. J.
Boonstra en U. A. Dieperimk; E. H. Kuhl-
mann en M. C. Diependaal; T. Nelis en H. A.
M. van Vliet.
ONDERTROUWD: J. H. Hoeker en C. S.
M. Heemskerk; H. G. Heemskerk en I. I. C.
van Kampen; J. W. Westerkamp en G. E. M.
J. Koedijk; H. J. Bos en E. J. Anneveldt.
GEBOREN: Franciscus Gerardus Clemens,
z. van H. Kuipers en A. J. v. d. Peijl; Aart
Pi eter, z. van C. Simons en M. E. Hennij;
Carla Jacoba Petronella, d. van J. B. G.
Stroijckens en A. M. M. Kurvers; Martinus
Hermanns Josephus, z. van H. J. Cornet en
J. J. Blankestedn; Vincentius Jacobus, z. van
W. P. Snijders Blok en A. D J. Eggerding.
ADVERTENTIE
(Verkort weergegeven)
Hoge weg. Ik weet zeker te spreken
namens vele ouders, wanneer ilc van onze
plaatselijke en provinciale overheid drin
gend vraag de Westelijke randweg tot een
verhoogde weg te maken. Naar wij uit de
kranten vernemen, zal deze nieuwe weg
vanaf de Delftlaan bij de Heussensstraat
eerst de Kleverlaan kruisen, waarbij wij
dan bij een gelijkvloerse overgang daar een
rotonde krijgen, waar al het enorme ver
keer uit de Velsertunnel onze fiets- en
voetpaden zal kruisen. Na het passeren van
de spoorbaan HaarlemBloemendaal zou
deze weg uitmonden op de Willem de Zwij
gerlaan, moet dan de Julianaweg Kruisen,
daarna moet hij onder of over de spoorbaan
HaarlemOverveen, om daarna de Zijlweg
te kruisen. Ieder, die weet welk een enorm
fietsverkeer in de zomer naar en van het
strand van deze wegen gebruik maakt, be
grijpt dat het een onmogelijke oplossing is,
deze kruisingen gelijkvloers te houden. Wij
aIs de zon schijnt krijgt Haarlem armslag in Zandvoort. Drie weken heeft de zon nu dagelijks geschenen. Elke Haarlem
mer kent het verschijnsel van een lui aan het strand liggende Haarlemmer. Het is met de beste wil ter wereld geen inter
ressant verschijnsel te noemen, het is gewoon; we liggen er zelf bij. Enkele Zandvoortende Haarlemmers zijn niet op
vacantie in het dorp. Zij doen in Zandvoort alsof ze in Haarlem zijn: ze werken er, ze wonen er. Dat maakt hen
bijzonder. Want eigenlijk moesten ze toch ook op het strand liggen zonnebaden. Zo zijn we in gesprek gekomen met
mevrouw Olijdam, die elke ochtend naar Zandvoort fietst om bij haar fietsenstalling te zijn en met de lieer Lazones,
die elke avond weer naar Zandvoort fietst na een dag werken, om daar in zijn woontent in het kamp Helios rust te vinden.
De een woont in Haarlem en werkt in Zandvoort, de ander werkt in Haarlem en woont in Zandvoort. Twee gewone
Haarlemmers, die in Zandvoort bijzonder zijn omdat andere Haarlemmers daar de hele dag zwemmen en zonnebaden,
of omdat de Haarlemmers anders thuisblijven
JP v - -
Tussen allemaal Amsterdammers woont in tent nummer 622
van het Helios-tentenkamp het gezin Lazones. Een kleine tent
is het, bestaande uit twee kamers, een zitkamer annex keuken
tje, en een slaapkamer met ruimte voor zes personen; de bed
den zijn boven elkaar. Butagas zorgt voor vuur en licht in de
tent. Het gezin woont buiten het Zandvoortse seizoen (1 Mei
tot 15 September) in de Pleiadenstraat in Haarlem.
Het is in zo'n tentenkamp als in een gewone straat, alleen wo
nen de mensen aan zee veel dichter op elkaar. De huizen zijn
kleiner, de straat is smaller; men ziet elkaar bijna voortdurend.
Het kost voor iedereen even veel en wie dat betalen wil kan er
terecht. Meer selectie is er niet. De melkboer en de groenten-
man komen er voorbij, er is een winkel waar „alles" te krijgen
is; er is een druk sportleven. Het allergrootste verschil met de
stad is, dat men in het tentenstraatje niet zegt: Ik ga eens even
de stad in, maar: ik ga de zee in of het strand langs. En daarom
wonen de mensen daar graag. Daarvoor geven ze bijna alle
comfort op, gaan ze zelfs niet met vacantie. Het is een voortdu
rende vacantie, waarvoor de rest van het jaar gespaard wordt,
waarvoor men zich steeds dingen moet ontzeggen. „Maar
graag", zegt de heer Lazones, die metaalbewerker is en drie
jaar voorzitter is geweest van Helios.
Wij treffen hem en zijn
vrouw op een snikhete broeie
rige dag in hun kamer-met-het
-grote-raam, dat uitzicht geeft
op zee. „Ik heb net een week
vacantie", zegt hij en we zijn
juist terug van een tocht op de
bromfiets naar Avifauna, ik
ben namelijk dol op dieren". In
een hok knaagt een marmot
aan wat eten. Lazones heeft
van zijn zestiende jaar aan zee
gekampeerd. Wat dat betreft is
hij een pionier van de gedach
te, die nu verwezenlijkt ligt in
het tentenkamp en de vereni
ging Helios. „Vroeger brak je
na een paar dagen op om later
weer een paar dagen terug te
komen; nu zit je hier het hele
seizoen". Het kamertje is klein
en warm.We vragen of het niet
benauwend klein is en stil bij
slecht weer, „u kunt dan im
mers nergens naar toe". Hij
begrijpt onze vraag niet. „Ik
doe hier bij slecht weer het
zelfde als thuis, ik" lees een
boek; mijn vrouw breit wat,
kookt, houdt de boel schoon;
net hetzelfde als thuis".
„Bovendien kun je altijd naar
de zee kijken. Die is nooit het
zelfde en als je niet van de zee
houdt moet je hier niet zijn".
Toch is het een groot voordeel
boven de Amsterdammers, dat
deze Haarlemmers in een half
uur thuis zijn, als er dringend
wat nodig is van thuis. „Je
kunt natuurlijk maar weinig
meenemen en er is altijd wel
wat nodig".
De heer Lazones is nu 52
jaar en al 36 jaar dus 's zomers
aan zee. „We hebben één keer
op de hei gezeten, ik smachtte
naar de zee". Wonen aan zee
betekent voor hem de recreatie
van het hele jaar. Daarvoor
ontzegt hij zich talrijke andere
genoegens, „maar geloof me",
zegt hij, „door de zee krijg je
minder behoeften, je wordt een
ander mens". De zee verricht
wonderen.
Het is boeiend, zo'n tenten
kamp. Sociologen zouden er,
dunkt ons, boeken over kunnen
schrijven, hoe mensen door de
zee veranderen en hoe ze, dicht
opeen, elkaar accepteren, wo
nend in kleine tenten, voort
durend dicht bij elkaar in om
standigheden zó primitief, dat
elk stadsbestuur hen te hulp
zou snellen, mits ze woonden
in een gewone straat, in een
gewone stad. Haarlem bijvoor
beeld.
De meest Zuidelijke fietsen
stalling van Zandvoort wordt
beheerd door een vrouw. Me
vrouw Olijdam trekt nu al drie
jaar tijdens het Zandvoortse
seizoen elke ochtend om half-
acht naar haar stalling bij Pa
viljoen-Zuid; Nel Olydam-
Hageman, 40 jaar. Om 8 uur is
de stalling dan open en blijft
open tot half acht; een werk
dag van ll1/» uur, zeven dagen
per week en dat van half Juli
tot eind Augustus, en daarvóór
alleen als het mooi weer is,
vanaf Mei.
Als mevrouw Olijdam des
avonds thuis komt, dan kookt
zij gauw eten voor haar man,
die nachtdienst heeft als ser
vice-man aan een benzine-sta-
tion in Haarlem; hij werkt van
23 tot 7 uur. Zij heeft een open
oog voor het werk, dat zij op
deze wijze moet verzetten en
staat bij informatie dan ook
klaar met de opmerking „Ik
ben doodmoe" of „Ik ben al
drie kilo afgevallen", maar dat
zegt ze met een lachend ge
zicht, terwijl haar zoon knip
oogt naar de vragensteller. Als
ze klaagt, klaagt ze oergezel
lig....
Haar zoon Pieter assisteert
en verdient op die manier
schoolgeld en geld voor zijn
boeken; hij zit nu in de tweede
klas van het Triniteitslyceum.
Hij is die drie kilo aangeko
men, zegt zijn moeder. Moeder
Olijdam komt gedurende het
seizoen geen moment in de zee,
ze mag de fietsen niet alleen
laten. In haar gebloemde huis-
schort waakt ze over haar fiet
sen en wee de fietsendief
Mevrouw Olijdam zou hem om
zijn oren slaan.
„Het seizoen is nu al beter
dan het hele vorig jaar", zegt
ze, terwijl ze haar bruinge
brand voorhoofd afveegt. En
dan staat ze met haar handen
in de zij naar haar zoon te
grinniken, die ze gisteren
kwaad naar huis stuurde. „Gis
teren was-ie vervelend".
Als het erg druk is, staat
haar man, die overdag moet
slapen, vroeg op en helpt „de
middag door".
Er zullen niet veel Haarlem
mers zijn, die zoveel aan zee
zijn als mevrouw Olijdam, die
nooit in zee gaat, die snakt
naar mooi weer, die dan hard
moet werken, die dan steen en
been klaagt, die daar zelf hard
om lacht en die met fietsen
kan omgaan als een jonge
sterke vent. Net als haar zoon
dus. Over ruim een maand
krijgt zij weer rust, en dan kan
haar zoon gaan studeren. Dan
wordt het weer een normaal
gezin Olijdam in de Wijde Gel-
delozepad.
Op Maandag 1 Augustus zal
het precies vijfentwintig jaar
geleden zijn dat de heer A. G.
L. Krijnen op officiële wijze
begon met geven van autorij
les in Haarlem. Hij was, zo ver
telde hij, destijds de eerste in
de Spaarnestad. Hij is er toen
nogal plotseling mee begon
nen, zoals hij zelf vertelt: Za
terdag een advertentie in de
krant, Zondags een leswagen
kopen en Maandagochtend om
3 uur was reeds de eerste klant
present. In deze afgelopen
kwart eeuw met uitzonde
ring van de oorlogsjaren,waar
in wegens de „vorderingen"
niet meer in personenwagens
te rijden viel heeft hij vele
Haarlemse dames en heren de
geheimen van het koppelen,
schakelen, spiegeltje kijken,
gas- en voorrang geven, dim
men, draaien en „steken" bij
gebracht.
Gehele families heeft hij
leren autorijden en vaak stuur
den vaders, die bij hem „ge
lest" hadden, hun zoons, wan
neer deze de chauffeer-rijpe
leeftijd bereikten, weer naar
hem toe.
Een bijzondere triomf be
schouwt de heer Krijnen de
vorderingen van de echtgenote
van een kermisexploitant. De
ze dame voelde er aanvanke
lijk niet veel voor een automo
biel te leren besturen. De les
sen geschiedden ook op ver
zoek van haar man. Gaande
weg kreeg zij echter de smaak
te pakken en thans bestuurt
zij zonder meer een tien meter
lange kermis vrachtwagen met
een oplegger van zestien me
ter. De heer Krijnen is nu aan
zijn zevende wagen toe, onge
twijfeld de fraaiste van de
gehele serie. Het is een zeer
brede, zeer lange, zeer glan
zende en zeer geruisloze wagen
waarin de straks jubilerende,
instructeur zeker niet zonder
enige schroom zijn eerste leer
ling zal laten stappen.
Woensdag jongstleden, 27
Juli, kwam in het gezin Rien-
stra, Lorentzkade 61, een brief
uit New York, waarin werd
bericht, dat Clasien Rienstra,
16 jaar en leerlinge van het
Coornhertlyceum, een beurs
heeft gekregen om een jaar in
Amerika te gaan studeren.
Vorige week vertelden wij in
deze rubriek dat juffrouw
Groen de enige uit Haarlem
en omstreken is. die profiteert
van een der beurzen, die de
American Field Service voor
Nederland beschikbaar stelde.
Clasien Rienstra is nu échter
Naar aanleiding van de
Amerikaanse eindexamen-
blunders" die vorige week
dit hoekje vulden, kregen
wij enkele Nederlandse te
horen. Een vertwijfelde ge
committeerde vraagt ten
slotte aan een leerling, die
nog geen enkel jaartal wist:
„Maar ken je dan zelfs niet
één jaartal?" „Jawel profes
sor, 100 jaar voor Christus,
de Rijn komt bij Lobith het
land binnen".
„Vertaal „Up to date"
„Op naar de daad".
„Waarom, heten de leesbor-
den op een altaar canonbor
den?" „Omdat er schietge
beden op staan".
„Wat zou Charivarius hier
van zeggen als hij nog leef
de?" „Hij zou zich in zijn
graf omdraaien".
„Waarbij wordt wie wat ge
noemd?" „Bij de cavalerie
heet een officier ritmees
ter".
Ook bij het leger schijnt het
vraag- en antwoordspel
groteske vormen te kunnen
aannemen. „Wat heeft een
soldaat op zijn brood?". „Een
soldaat heeft recht op zijn
brood". „Waarmee begint
een soldaat zijn dag?" „Een
soldaat begint zijn dag met
de avond tevoren zijn schoe
nen te poetsen". „Wat is
tucht?" „Tucht moet er
zijn".
En laten we er tot slot nog
een paar „Boners" bij doen,
uitgegeven door de Pocket
Books Inc. te New York.
„Het dappere- groepje van
49 man trok naar het Wes
ten. Het werd ZO' geteisterd
door honger en dorst, dat
velen hun beenderen ge
bleekt achter lieten". „De
regering van Siam is een
volstrekte monarchie, daar
profiteert de koning van
Siam van". „Paddestoelen
groeien op vochtige plaat
sen, daarom zien zij er uit
als parapluies". „Het was
een koude dag, de voeten
van de arm der wet waren
bevroren". „Een vreemde
ling wordt ingezetene door
fertilisatie". „Wat weet je
van het laatste avondmaal?"
„Niets, ik had net de ma
zelen". „Boeddha leidde een
gewoon leven met zijn
vrouw en zijn gezin. Maar
toen hij dertig was ging hij
weg, op zoek naar het ge
luk". „Boeddha wordt voor
al vereerd in Boeddha-pest".
„In welke volgorde zijn de
vier evangelies?" „De een
na de ander". „De rugge-
graat is een lange hoop bot
ten; het hoofd zit op de
bovenkant en jezelf op de
onderkant". „Wat is opval
lend bij een koekoek?" „Een
koekoek legt zijn eigen eie
ren niet".
de tweede geworden. Zij ver
trekt al gauw. Op 5 Septem
ber gaat zij met 12 andere
Nederlandse jongens en meis
jes aan boord van de Johan
van Oldebarnevelt. In Ameri
ka gaat ze naar Zuid-Daikota,
om daar te studeren aan de
Milbank High School. Zij lo
geert bij de hoofdredacteur
van een plaatselijke krant.
Clasien heeft nog geen eind
examen gedaan op het Coorn
hertlyceum. We wensen haar
het allerbeste toe.
Als we morgen wakker wor
den is alles anders. Dan is de
Haarlemse feestweek begon
nen, die tot en met 6 Augus
tus Haarlem zal doen tintelen
en bruisen. Er is elke dag wat.
Misschien wist u het nog niet
van die feestweek. Dan heeft
u nauwelijks voldoende tijd
om u er op voor te bereiden.
Een goede nachtrust kan nog
wat redden, maar echt goed
helemaal voorbereid zult u
niet zijn. Wij wel. Toen op 1
April het lichtmonument op
de Dreef werd verlicht
heeft u ook gezien dat die
kleine zenuwenlichtjes zijn
weggehaald sinds kort? zijn
wij al met de voorbereidingen
begonnen. Die bestonden uit
het overwegen van de moge
lijke oorzaken voor al het
Haarlemse gefeest. Wij hebben
achtereenvolgens verschillende
verklaringen gevonden. Eerst
dachten wij: om de leut; ver
volgens, om touristen te trek
ken; toen, om de middenstand
te spekken; toen, omdat de
bollen bloeien; eindelijk, om
dat er anders geen feest is.
Daar houden wij het op. Er
moet feest in Haarlem zijn om
dat er anders geen feest is.
Dit hebben wij zo lang en uit
diepend overwogen, dat wij
het morgen aankunnen, het
feest, de feestweek. Ons zal de
feestweek niet onverhoeds
overvallen. Wij kunnen er te
gen. U zult ons kunnen her
kennen: wij zullen met een
stralend gezicht achter de
drumband lopen. Waarheen,
dan ook. Wij zijn er helemaal
aan toe.
ouders, die iedere dag weer dankbaar zijn,
dat onze kinderen uit het moderne verkeer
veilig thuiskomen, verlangen van de over
heid dat deze kruisingen ongelijkvloerse
viaducten worden. Regeren in dit verkeers-
tijdperlc betekent nog altijd vooruitzien, op
dat de bevolking beschermd wordt tegen
de dodelijke epidemie der verkeersongeluk
ken. Laat Haarlem ook hier een voorbeel
dige oplossing vinden. Laat men ons ook
niet in slaap wiegen met een „voorlopig ge
lijkvloerse" kruising, want anders is al dit
geld voor niets uitgegeven. DICK BOER,
Van Dortstraat 82, Haarlem.
Verkeer. Aansluitend op de reeds inge
zonden stukken zou ik mét de „Bromfiet
ser die zeer voorzichtig rijdt", heer in 't
verkeer blijven, doch ware het niet beter,
dat hier de overheid regelend optreedt en
dusdanige verbeteringen aanbrengt, dat we
elkaar met dat: „Wees heer in 't verkeer"
niet meer in de soep kunnen rijden? Is
de overheid er per slot van rekening niet
om ons te beschermen?
Een Schotse vriend van me drukte zich over
het verkeer na slechts enige minuten op de
Rijksstraatweg gelopen te hebben als volgt
uit: „The traffic on this road seems to me
asthe survival of the fittest" (Hier geldt
het recht van de sterkste). Zelfs vreemde
lingen zien de wantoestand op de Rijks
straatweg dus wel, waarom blijven de
door de overheid te treffen maatregelen
dan steeds uit?
Nu het schoolvacantie is, dreigt het
doodsgevaar helemaal op de Rijksstraat
weg.
Het is een janboel en een absoluut niet
begrijpen van de situatie en verkeersfre-
quentie op de Rijksstraatweg.
W. F., Iiaarlem-N.
Smaak. Al een paar dagen schrijft
men in uw blad over dat enorme gevaarte
aan het Ploutplein, maar is dat wikken en
wegen van mooi en niet mooi, al niet een
heel oud thema?
De jongste kleuter van de vriend van
de zwager van mijn jongste broer kleurt
naar mijn mening mooier dan Picasso, maar
er zullen wel mensen zijn die er anders
over denken.
Ik kijk mijn vriend meewarig aan als
hij met een nieuwste plaat van Johnny
Jordaan thuis komt, en hij lacht me uit
als ik twee uur muisstil bij de radio een
Beethovenconcert beluister. Zo is het nu
ook met de versiering op het Houtplein.
Voor de massa een waardeloos prul, voor
de kenner een lust voor het oog. Wat mij
betreft had men er ook mijn grootvader
te paard in brons mogen plaatsen, maar
ieder zijn smaak!
VOGELSANG.
Fris. Naar aanleiding van stemmen over
het lichtmonument: Plet is de eerste inzen
der een raadsel, waarom deze creatie juist
op het Plein is gezet. Dit lijkt mij heel lo
gisch, het is het centrale punt van Haar
lemZuid en daarom erg in het oog val
lend voor vreemdelingen, wat dan ook de
bedoeling is. Het vloekt met de omgeving,
wordt er geschreven. Vanzelfsprekend is
het niet iets middeleeuws, dat zal het daar
ook niet doen, maar dit plein heeft mij dan
ook nooit kunnen bekoren door zijn ouder
dom en. .zijn.,'rust. De. vreemdeling weet...
wel, dat het monument op het Plein daar
VQpj; heip, neergezet is en ziet daar een te
ken in van de frisse nieuwe geest, die ook
over Haarlem kan waaien.
EEN HAARLEMMER
Uit. De slagregen van opmerkingen
over het lichtmonument op het Houtplein,
losgebarsten naar aanleiding van uitla
tingen over dit monument in de kring der
vereniging „Haerlem", moet hiermede op
houden. Het monument staat er trouwens
al vier maanden, zonder dat in deze ru
briek iets daarover werd ten beste ge
geven. De aandacht richte zich nu weer
op belangrijker zaken! RED.
ADVERTENTIE
Indonesische Specialisten sinds 1899
9 Beursbericht no 141 isverschenen
Gevaarlijke Beurstips.
Het nieuwe hospitaal-kerkschip „De
PIoop", dat op 9 Juli zijn eerste reis naar
de visgronden begon, wordt morgen in
Scheveningen verwacht. Waarschijnlijk zal
het Dinsdag weer zie kiezen.
De scheepsarts, de heer C. W. Ouder
kerk, heeft op deze eerste reis aan 140
patiënten medische hulp verleend. Eén
ernstige zieke werd in Hartlepool in En
geland naar een ziekenhuis gebracht.
Deze patiënt is inmiddels weer afgehaald
en zal tezamen met twee andere patiënten
naar Nederland teruggebracht worden.
De geestelijke verzorging van deze reis
is in handen van ds. W. J. Kolkert uit
Vlaardingen.
Het aantal radioreparaties dat uitge
voerd werd bedroeg 20. Een scheepsdy-
namo van een der vissersschepen kon wor
den hersteld.
De weerberichtendienst, die op deze reis
voor de eerste keer werd uitgevoerd, ver
liep zeer vlot. Dagelijks worden 5 6 keer
de gegevens, die De Bilt nodig heeft, aan
het K.N.M.I. doorgegeven. Deze gegevens
zijn, behalve van „De Hoop" zelf, ook af
komstig van een aantal daarvoor aange
wezen vissersschepen.
De heer W. H. Ywema, hoofdassistent
van het K.N.M.I. in De Bilt, heeft een deel
van deze eerste reis meegemaakt teneinde
de weerberichtendienst zo goed mogelijk
te doen verlopen. Aan boord van de hier
voor aangewezen loggers stelde hij de
schippers op de hoogte van hetgeen zij
voor het verrichten van hun waarnemin
gen moeten weten. De berichten van de
vissersschepen worden op „De Hoop" ver
zameld en in code naar De Bilt overge
seind.
ADVERTENTIE
totaal aan prijzen
in de Rheuma-verrassingsactie.
Vraagt Uw winkelier Rheuma-verrassings-
couvertjes.
Ggk. Min. v. Just. 22-ll-'54-LO 520/052