Uit Afrika's jungles en hoogvlakten trekt een donkere stroom naar „Goli" Johannesburg gouden stad Fabriek van kassen en warenhuizen in 's Gravezande uitgebrand „Ontvoerders" van aangereden jongen berecht Conferentie over gevaren van atoomenergie in Londen Gretig ontwaken achter glinsterend goud Geleerden volgend jaar naar Den Haag Schade wordt geschat op f 400.000 Schatkamers van Fort Knox verderfelijke luiheid Vlegeljaren? Reuze leven Toverwoord Rotterdam heeft zijn begroting voor 1956 al klaar Spanje als waarnemer tot UNO-orgaan toegelaten Tweetal kreeg gevangenisstraffen van 10 dagen en 2 maanden Massabegrafenis in Israel Ambonese predikant mag niet in woonoorden komen Oorzaak brand onbekend VRIJDAG 5 AUGUSTUS 1955 JOHANNESBURG. De ingehouden hese fluisteringen door zwarte handen uit de trommelvellen gewreven, begonnen hardop te spreken. In een zwiepend, rhythme eerst. Toen kwam de wilde donder van de grote tomtoms en het rode stof, door zwarte voeten uit de grond gejaagd, warrelde hoger op. Het donkere neuriën van bronzen stemmen barstte open en liet hoge ongetemde kreten vrij. De strakke lijn van de wiegende zwarte dansers brak. En ineens was de kleine arena vol van zwaaiende schilden, ruggen glimmend in het zonlicht,witte tanden, harde benen, voeten fel stampend op de grond, veren sidderend in de hoofdtooi. Vol lachende ogen en een hevige beweging. Vol van Afrika, Dit was de dans van de Zoeloes. Dit was ook Zondagmorgen in Johannesburg. Want de verschrikkelijke Zoeloe-lmpis zijn niet meer de zwarte De dans van de Khosa Makwenkwe. Zij dragen belletjes op hun borst en terwijl zij langzaam voorwaarts stappen, begint de lucht zich te vullen met een zilveren gerinkel regimenten van Afrika's blauwe bergen, zij boren nu in donkere gangen naar goud-erts En daarom dansen zij niet meer voor de glanzende meisjes van hun stam bij het licht van oranje vu ren, maar op hun vrije Zondagochtend tegen een décor van de platte gele dumps en de hoge ijzeren staketsels van Johannes- burgs goudmijnen voor een publiek van keurige blanke heren met kiektoe- stellen en even keurige blanke dames, die toch wel wat verschrikt en op- fewonden raken door al ie gespierde mannelijke hevigheid. Maar als zij na afloop van de Zondagochtendse mijn- dans weer met hun echt- genoten-in-colbert in de auto stappen om terug te keren naar Johannesburgs luxueuze villa-wijken, is iedereen het over één ding eens: „Wat zijn die kerels nog primitief. En zag je hoeveel ze te eten kregen? Zij hebben het toch maar prima in de mijnen'. Zeventig jaar geschiedenis van Johannesburg staan in goud geschreven. De stad verrees toen het edel metaal aan de Witwatersrand van Transvaal werd ontdekt. Uit de kroegen en bordelen van weleer groeiden de respecta bele wolkenkrabbers van thans. Uit de rauwe strijd tussen de eerste wilde goudzoekers bleven slechts de sterken over, Britse en Amerikaanse concerns thans verenigd in de Mijnkamer van Transvaal en Oranje Vrijstaat. De pi stolen zijn vulpennen geworden. En Zuid-Afrika neemt nu niet alleen 45 percent van de wereldgoudproductie voor zijn rekening, maar wint sedert kort een bijproduct met een tovernaam: uranium. Goud is een vreemd metaal. In de mijnen van de Unie werken één blanke en acht zwarte mijnwerkers een dag om vier drie kwart ton erts los te boren. Na een uitvoerige bewerking leveren die 31 gram fijn goud. Dat goud wordt doorgaans gekocht door de Verenigde Staten, die het ter dekking van de dollar opbergen in cle schatkamers van Fort Knox. Het goud is dan weer thuis: onder de grond. Inmiddels is er veel gebeurd. Want de mijnen van de Unie zijn wel rijk aan erts, maar het erts is niet zo rijk aan goud. Er is veel zwarte arbeid nodig. En omdat de goudprijs maar niet stijgen wil, moet dat goedkope arbeid zijn. Hoe komt men aan goedkope zwarte arbeid? Wel, de heer Cecil Rhodes bijvoorbeeld wist daar wel een ant woord op. In zijn tijd leefde de zwarte man in een geld- loze maatschappij en wanneer hij niet aan het oorlog voeren was, lag hij voornamelijk op zijn rug in de zon te bepeinzen hoe plezierig het was veel vrouwen en veel koeien te hebben. Om hem van zijn „verderfelijke luiheid" te genezen en hem de „beschavende zegeningen van de arbeid" bij te brengen, introduceerde Rhodes, en zijn Britse vrienden deden het elders in Afrika, belastingen voor de inboorling, met fijne ironie noemden zij één ervan „kies-belasting", hoewel het stemmen nooit zo zeer tot de voorrechten van de Afrikanen heeft behoord. Om aan zijn belastinggeld te komen, stond de zwarte man dus maar één weg open: werken voor de blanke tegen laag loon. Hetgeen precies de bedoeling van de heer Rhodes was, toen hij gewaagde van de beschavende invloed van de arbeid. In de hete schachten van Johannesburgs goudmijnen Waren dit praktijken uit de vlegeljaren van het imperialisme? In de mijnen van Zuid-Afrika en niet alleen daar be staan zij vandaag nog vrijwel onveranderd voort. Want ook vandaag drijft mede dit stelsel de Sjangaans, de Beetsjoeana's, de Basoeto's, de Zoeloes, de Pondo's en de mannen van de andere stammen uit de Unie, Portugees Oost-Afrika, Angola, de Rhodesiaanse federatie en de Britse protec toraten in de handen van de recruterings- agenten van de „Chamber of Mines." Het is de dwang om rinkelende contanten te bezitten om belasting te betalen, om eten en kleren te kopen, die de landbouw in de armetierige reservaten niet meer oplevert, die hem voor zes of negen maanden uit Afrika's open veld naar Johannesburg voert, naar de goudstad, naar „Goli", zoals zij haar noemen. Contanten: een normaal loon voor een zwarte mijnwerker bedraagt 1,85 per werkdag, ruwweg 446,25 per maand. Hö krijgt daarenboven voor 34 gulden per maand een gratis logies, voeding, ontspan ning en medische verzorging. Om dit loon te verdienen werkt hij gedurende acht uur per dag ononderbroken in de hel hete schachten en kost het hem twee uur om van en naar zijn werk te komen. Zware arbeid en soms geschoolde bovendien. Hij boort, legt pijpleidingen en spoorbaantjes aan en bedient ingewikkelde kostbare machine rieën. In naam doen weliswaar de blanken het geschoolde werk, maar in feite brengen zij slechts springladingen aan of zijn zij opzichter. „Een reuze leven," zei een blanke mijnwerker mij. „Wij krijgen ten minste duizend gulden per maand voor stil zitten en hard schreeuwen. De zwarte „boys" doen het werk." Maar ja, de blanke mijnwerkers hebben een vakbond, de zwarte,niet. Al hebben zij dan één keer de brutaliteit gehad om te staken voor een dagloon van vijf gulden. De regering-Smuts dreef hun protestmars echter met stokslagen en geweerkogels terug en er vloeide nogal wat bloed. Toen zij de volgende dag weigerden uit de mijnen naar boven te komen, joegen de politie- knuppels hen uit schacht na schacht om hoog. Dit alles wordt nog onfrisser wan neer men bedenkt dat hun wekelijkse lonen sedert 1890 naar beneden zijn ge gaan. Terwijl de productiekosten van de mijnen met dertig percent verminderde en de productiviteit van de zwarte man zich verdrievoudigde, terwijl de waarde van het pond sterling naar beneden kelderde, stegen de lonen van de zwarte mijnwerker slechts met vijftien gulden per maand. Nu zijn er naast cijfers en lonen nog andere factoren in het menselijk leven. Hoe brengt die zwarte trek-arbeider de zes, negen of twaalf maanden zijn contact ver van zijn gezin door? Hij voert met zijn makkers in een „com pound" een barakkenkamp een leven dat niet ongelijk is aan dat van een militair in een kazerne. Hij slaapt op een chambrée, krijgt zijn natje en zijn droogje, gaat dage lijks onder de douche, speelt een partijtje voetbal en krijgt twee keer in de week een film te zien. Hij heeft het stoffelijk gespro ken best, zeker veel beter dan thuis. „Het ontbreekt hem aan niets," zei een geest driftige compound-manager mij. „En vrouwen?" vroeg ik. Het gezicht van de brave man betrok. „Nou ja," zei hij, „behalve in enkele nieuwe mijnen in de Vrijstaat, kunnen wij het ons niet veroorloven de gezinnen van de „jongens" hierheen te halen. Dus Dit „dus" betekende dat de „jongens" de keuze hebben tussen prostitutie of homo- sexualiteit. Kiezen zij prostitutie, dan be tekent zulks al gauw geslachtsziekte. Een arts zei mij: „Er zijn hele dorpen in Afrika die aan deze plaag lijden." Vandaar dat er mannen zijn, zoals de Sjangaans uit Portugees Oost-Afrika, die dit risico niet aandurven en tijdelijk homo- sexualietit preferen. Welke verwoestende gevolgen het stelsel voor het gezinsleven heeft, laat zich vatten. Het zijn niet alleen geslachtsziekten die tol eisen. Krijgt een mijnwerker een ernstig ongeluk (en in de schacht, die ik bezocht, vielen er vorig jaar 44 doden en meer dan 200 zwaargewonden op 2500 mijnwerkers), loopt hij tuberculose op of sillicose, dan wordt hij met een compensatie van tussen de 150 en 300 pond naar huis gestuurd. Medische nazorg is evenwel in de Afri kaanse kraal een vrijwel onbekend woord. Zodat ik weer aan Cecil Rhodes moet denken: „de zwarte man kan in een blank gebied blijven, zolang hij voorziet in de behoefte van de blanke. Houdt hij op daar in te voorzien, dan moet hij vertrekken." En toch blijven zij naar Goli komen, de Zoeloes, de Pondo's, de Khosa." Zij vullen de bussen, de treinen en tegenwoordig zelfs de vliegtuigen van de 'wervings-agenten. Komen zij alleen om na afloop van hun contract met twee- of driehonderd gulden terug te keren? In vele gebieden, vooral buiten de Unie, is de toestand zo slecht, dat die noodzaak er is. Maar er is meer. Tot in de donkerste uithoeken van Afrika is Goli een toverwoord geworden, symboliseren de wolkenkrabbers en de lichten van Johan nesburg de wereld van de blanke man, van een verbijsterende onweerstaanbare nieuwe eeuw. En zo trekt uit de verste kralen van da gele hoogvlakten en de stomende jung les van Afrika een eindeloze donkere stroom naar de gouden stad, bereid om in zweet en soms in bloed en tranen de prijs te betalen voor een glimp van de eigen toekomst. Waar vroeger een man een leeuw gedood moest hebben eer hij een meisje kon winnen, moet hij nu zijn periode in de goudmijnen gediend hebben. Zo komt de zwarte man naar Goli, verschrikt, verward, verdoofd, maar met een hardnekkige gretigheid om te leren en te zien. Hij schrijft er het verhaal van het stille glinsterende goud in de kelders van Fort Knox, maar ook van een ontwakend Afrika. Reeds thans hebben B. en W. van Rot terdam de gemeenteraad de begroting voor 1956 aangeboden. De begroting voor de ge wone dienst sluit met een bedrag aan ont vangsten en uitgaven van totaal /223.181.57G tegen 204.118.790 op de begroting voor 1955, ongeacht de verrekenposten, welke voor de jaren 1956 en 1955 respectievelijk 85.452.998 en 79.854.277 aanwijzen. De tot een bedrag van 184.525.544,27 ten laste van de gemeente gebleven budgetaire tekorten tot en met het jaar 1947 zullen op 1 Januari 1956 door gewone en buitenge wone afschrijvingen in de jaren 1946 tot en met 1955 zijn teruggebracht tot 95.457.102, ongeacht het hierop nog af te schrijven voordelige saldo van de gewone dienst 1954. GENèVE (ANP) De Economische en Sociale Raad van de UNO (ECOSOC) heeft besloten Spanje toe te staan deel te nemen aan de vergaderingen van de Economische Commissie voor Latijns Amerika (ECLA). Bijgevolg zal Spanje ondanks het feit dat het geen lid van de UNO is, nog in de loop van deze maand, wanneer de ECLA haar volgende vergadering houdt, voor het eerst zonder stemrecht aan de beraadsla gingen van een onderdeel der wereldorga nisatie kunnen deelnemen. Naar verluidt, heeft Indonesië Ceylon meegedeeld dat het de mening van commu nistische en Westerse landen peilt over een informele conferentie van alle UNO-leden, teneinde de toelating van Ceylon en andere Afro-Aziatische landen tot de UNO te over wegen. Drie Russische atoomgeleerden zijn per vliegtuig op Londen-Airport aangekomen, om deel te nemen aan de internationale conferentie over atoomenergie. Deze uit nodiging hebben zij op het laatste moment aangenomen van de wereldfederatie van voorstanders voor een wereldbestuur. De foto laat v.l.n.r. in het Savoy hotel in Londen zien: Prof. A. Y. Kuzin, N. A. Markov, de bekende Engelse geleerde Lord Russel, Prof. A. V. Topchiiek en Prof. C. A. Galunsky. De Dordtse politierechter heeft zich Don derdag geruime tijd bezig gehouden met een zaak die hem, vier dagen nadat het feit was gepleegd, door het Openbaar Mi nisterie was voorgelegd. Op de Kilkade te Dordrecht werd Zon dagavond om kwart over zeven de 8-jarige M. C. van L. door een auto aangereden, tengevolge waarvan zijn linkerbeen gebro ken was. De bestuurder van de auto, de 24-jarige J. van E., een koopman zonder vaste woon- of verblijfplaats, en diens mede-inzittende, de 23-jarige J. B., even eens koopman zonder vaste woonplaats, stopten en legden de jongen met zijn fiets in de auto en reden in de richting Noord- (Van onze correspondent in Londen) De internationale conferentie van atoom geleerden, die op het ogenblik in Londen byeen is, zal het volgend jaar opnieuw bijeenkomen, maar dan in Den Haag. De o^anisator van de conferentie, de heer Gilbert McAllister, vertelde ons dat de keuze op Den Haag is gevallen als hulde aan Koningin Juliana, wier onlangs voor de Nederlandse jongeren uitgesproken rede over gemeenschappelijke verantwoordelijk heid in kringen van wetenschap en poli tiek een diepe indruk heeft gemaakt. De conferentie in de Britse hoofdstad werd op zeer korte termijn belegd, zodat het aantal deelnemers geringer is dan er volgend jaar in Den Haag kunnen worden verwacht. Er zijn niettemin 240 gedele geerden en waarnemers uit 24 landen. De grote verrassing was de verschijning van vier prominente wetenschappelijke onder zoekers uit de Sovjet-Unie. Er zijn ook geleerden uit Tsjechoslowakije, Hongarije en Polen. De conferentie heeft zich tot taak ge steld de omschrijving van een algemene doelstelling, die in het komende jaar nader door een aantal commissies zal worden uitgewerkt. Prof. Rotblatt, uit Londen, zal daarbij als uitvoerend secretaris optreden. Het volgend jaar zal in Den Haag rapport over dit studie-onderzoek worden uitge bracht. De conferentie is bijeen geroepen op initiatief van het internationaal ver bond van parlementsleden voor een we reldregering. Dit verbond zal het volgend jaar in Den Haag, in aansluiting op de bijeenkomst van atoomgeleerden, zijn eigen internationale conferentie houden. Samenwerking Het verheugende van de Londense con ferentie is dat deze gelegenheid biedt tot een heilzame gedachtenwisseling tussen wetenschapsmensen en politici, die zich, ongeacht hun nationaliteit, bewust zijn van hun zware verantwoordelijkheid. Hier zijn geen ijdele dromers bijeen maar realisten, die zich bezig houden met harde feiten. Het lijdt geen twijfel of er wordt in het grijze gebouw, dat de zetel is van de Lon dense graafschapsraad, en dat door de overheid ter beschikking is gesteld, samen werking tot stand gebracht tussen de ge leerden onderling, die er door de aan wezigheid van volksvertegenwoordigers en anderen, tevens een klankbodem vinden om de publieke opinie te doordringen van de ernst van hun conclusies. Want al lopen de meningen uiteen of een H-bom al of niet alle leven op aarde zal vernietigen alleen de mossen en de schimmels maken volgens de 83-jarige Britse onderzoeker Bertrand Russell een kans op voortbe staan men is het er over eens dat in elk geval de beschaving zal verdwijnen. Waarschuwingen Lord Averidge, een andere bejaarde liberaal-humanitaire voorvechter, liet de waarschuwing horen dat vrede niet ge noeg is omdat wij vrede willen, gebaseerd op vrijheid en zelfregering, die ook een federale wereldregering niet fundamenteel zal mogen aantasten. Hij deed een vurig beroep op de nationale regeringen, die in het verleden oorlogen hebben gemaakt, om de voorwaarden te stellen waarop zij be reid zijn afstand te doen van oorlog als in strument van nationale politiek en hun strijdkrachten over te dragen aan een in ternationale politiemacht. De Britse re gering zou hierin moeten voorgaan. Ons land is op de conferentie vertegen woordigd door dr. A. H. Tolhoek uit Lei den, wetenschappelijk medewerker van het instituut Lorentz. Dr. Tolhoek is lid van de in Londen opgerichte commissie, welke tot taak heeft het verwoestend ver mogen te onderzoeken van atoomwapens alsmede de mogelijke gevolgen van een massaal gebruik" in een oorlog en in proef nemingen, en tevens de nadelige gevolgen na te gaan van een vreedzame toepassing van atoomenergie. Dit laatste is nog een vrijwel nieuw terrein van onderzoek, dat dringend de aandacht vereist. Prof. Hans Thirring uit Wenen, die niet naar Londen kon komen, heeft over dit onderwerp aan de conferentie een waar schuwende boodschap doen toekomen, waarin hij berekent dat in 1975 de hoe veelheid radio-actieve afvalproducten van Britse atoomenergie-stations, die in oor logstijd eventueel kunnen worden losge laten, een gebied van twintig millioen vier kante kilometer dodelijk kan besmetten. De besmettingsmogelijkheden van Ameri kaanse en Russische atoomenergie-cen trales zullen misschien nog groter zijn. Zelfs kleine landen zullen volgens Thirring vroeger of later genoeg radio-actief mate riaal bezitten om het land der naburen onbewoonbaar te maken zonder dat een kanon is afgevuurd of een bom ontploft. TEL AVIV (Reuter) Premier Mosje Sjaret van Israel heeft Donderdag de ter aardebestelling bijgewoond van de 58 in zittenden van het acht dagen geleden door Bulgaarse jagers neergeschoten Israëlische vliegtuig. De slachtoffers van het incident, onder wie Joden, Protestanten en een Rooms-Katholiek zijn in een gemeen schappelijk graf begraven. Identificatie van de stoffelijke resten is niet mogelijk ge bleken. De belangstelling was overweldi gend. Winkels en bedrijven bleven geslo ten. Premier Sjaret verklaarde dat de inzit tenden van het vliegtuig het slachtoffer zijn geweest van een „moedwillige en bar baarse aanval, die het voorwerp van alge mene afschuw zal blijven". Volgens de pre mier is de volle waarheid niet aan het licht gekomen. Het Vaticaanse blad „Osservatore Ro mano" heeft in een hoofdartikel geschre ven dat de Israëlische beslissing de slacht offers in een massagraf te leggen, gods lasterlijk, onmenselijk en onbeschaafd is. Brabant. De Dordtse politie, aan wie dit werd gemeld, zette een achtervolging in en kwam na enige tijd de auto met de mannen en jongen tegen, doordat deze vlak over de Moerdijkse verkeersbrug was gedraaid. Ter zitting van de politierechter werd de mannen verweten, dat zij dronken achter het stuur hadden gezeten en aan Van E. bovendien, dat hij na een ongeval was doorgereden zonder zijn identiteit behoor lijk bekend te maken, terwijl B. verweten werd, dat hij bij dit laatste behulpzaam was geweest. Beide verdachten gaven toe teveel te hebben gedronken. Zij verzekerden geens zins kwade bedoelingen te hebben gehad, doch de jongen naar een dokter te hebben willen brengen. Daar zij geen van beiden een rijbewijs hadden, had het hun beter geleken niet naar Dordt te rijden. Toen zij echter de brug over het Hollands Diep wa ren gepasseerd, waren zij omgekeerd, daar zij nog steeds geen dokterswoning hadden ontdekt. De officier van Justitie, mr. R. L. Heu- kels, zei in zijn requisitoir, dat de verdach ten de sporen van de aanrijding hadden willen uitwissen door de jongen en zijn fiets mee te nemen, met de bedoeling die later ergens anders te deponeren. De eis tegen Van E. luidde vier maanden gevangenisstraf met vijf jaar ontzetting uit de bevoegdheid een motorvoertuig te be sturen; die tegen B. een maand met twee jaar ontzetting. Mr. W. Beernink achtte de „snode op zet" van zijn cliënten niet bewezen en ver zocht de rechter lagere straffen. De uitspraken luidden: Van E. twee maanden met drie jaar ontzetting; B. tien dagen met een jaar ontzetting. De officier van Justitie deelde mede in hoger beroep te zullen gaan. Het lid der Tweede Kamer de heer Wei ter (KNP) heeft onlangs aan de minister van Maatschappelijk Werk gevraagd, waar om het aan een aantal Ambonezen, onder wie een arts en twee predikanten, die door een groot deel van de in woonoorden ver toevende Ambonezen als hun leiders wor den beschouwd, niet is toegestaan die woonoorden te betreden en met hun land genoten te spreken. De minister heeft hierop geantwoord dat het verbod één predikant betreft. In Juni 1951 heeft de regering aan enkele Ambonezen verboden de woon oorden der Ambonezen te betreden nadat gebleken was, dat hun optreden een ge vaar opleverde voor de orde en de rust in deze woonoorden. Aangezien later in de houding en het optreden van deze Ambo nezen een verandering ten goede is ge komen, heeft de commissaris van Ambo- nezenzorg na desbetreffende verzoeken steeds dispensatie van het verbod verleend. De woonoorden zijn rijksinrichtingen en geen openbaar terrein. Op grond hiervan is het mogelijk bepaalde personen te weren. Donderdagavond om kwart over negen werd in de Molenstraat te 's Gravenzande brand ontdekt in het aannemersbedrijf van Boers en Vrijland, waar men kassen en wa renhuizen bouwt en een grote opslag heeft van hout voor wonmgen- en veilingbouw, platglasconstructies en materialen, waarmee de Westlandse tuinbouw gediend is. Om kwart voor elf was de brandweer de situatie meester. Zij is er in geslaagd de kantoren en een deel van de machinerieën te behou den, al hebben deze grote waterschade op gelopen. De nablussing zal nog geruime tijd vergen. De schade bedraagt naar ruwe schatting vierhonderdduizend gulden. Het fabrieksgebouw was pas vijf jaar geleden gebouwd. De oorzaak van de brand is nog onbekend. Ver uit de omgeving kon men de brand zien. De plaatselijke politie had onder lei ding van opperwachtmeester Koole veel moeite om het talrijke publiek op een af stand te houden. De spuiteenheden 's-Gra- venzande en Heenweg konden de brand niet aan. Er stond niet voldoende druk op de waterleiding. Daarom werden ook de brandweren uit Naaldwijk en Honselersdijk gealarmeerd, die water haalden uit een ze venhonderd meter verder gelegen sloot. Tenslotte werd het vuur bestreden met dertien stralen. Een grote lading kurkdroog hout is ver loren gegaan. Twee vrachtwagens konden nog worden gered, een derde ging echter in de vlammen verloren. Omtrent de oorzaak is men volkomen in het onzekere. Omstreeks 6 uur had iedereen deze fabriek verlaten. Eerst om negen uur werd de brand ontdekt. Of deze is ontstaan ten gevolge van het wegwerpen van een peukje sigaret ofwel tengevolge van broeing van zaagsel (dat echter elke week wordt afgevoerd) weet men niet. Twee van de drie firmanten waren aanwezig op de zevende Westlandse handelstentoonstelling en moes ten per auto naar het terrein van de brand worden vervoerd. De heer Boers kreeg bij het aanschouwen van de brand een shock en moest medisch worden geholpen. De heer P. Voskamp werd eveneens onwel, maar kon na korte tijd naar het toneel van de brand terugkeren. Een gelukkige omstandigheid" is dat de wind gunstig was. Zij joeg de vlammen naar de achterzijde. Anders waren de vlam men waarschijnlijk overgeslagen naar de vele woonhuizen langs en opzij van de Mo lenstraat. Op het terrein van de Molenstraat waren aanwezig de burgemeesters H. B. N. Mumsen van 's-Gravenzande en S. Hoogen- boom van Naaldwijk. De firma Boers en Vrijland is momen teel een van de belangrijkste in het West- land. Niet alleen worden door haar vele complexen gebouwd in het Westland maar ook in België, Frankrijk en Engeland. Het hele personeel was spoedig aanwezig om nog vannacht de juiste schade te peilen. Met man en macht was men omstreeks het middernachtelijk uur nog bezig, met de na blussing. «i

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1955 | | pagina 7