Uit Afrika's jungles en hoogvlakten
trekt een donkere stroom naar „Goli"
Johannesburg gouden stad
Fabriek van kassen en warenhuizen
in 's Gravezande uitgebrand
„Ontvoerders" van
aangereden jongen berecht
Conferentie over gevaren van
atoomenergie in Londen
Gretig ontwaken achter glinsterend goud
Geleerden volgend jaar naar Den Haag
Schade wordt geschat op f 400.000
Schatkamers van
Fort Knox
verderfelijke luiheid
Vlegeljaren?
Reuze leven
Toverwoord
Rotterdam heeft zijn
begroting voor 1956
al klaar
Spanje als waarnemer tot
UNO-orgaan toegelaten
Tweetal kreeg gevangenisstraffen van 10 dagen en 2 maanden
Massabegrafenis in Israel
Ambonese predikant mag
niet in woonoorden komen
Oorzaak brand onbekend
VRIJDAG 5 AUGUSTUS 1955
JOHANNESBURG. De ingehouden hese fluisteringen door zwarte handen uit de trommelvellen gewreven, begonnen
hardop te spreken. In een zwiepend, rhythme eerst. Toen kwam de wilde donder van de grote tomtoms en het rode stof,
door zwarte voeten uit de grond gejaagd, warrelde hoger op. Het donkere neuriën van bronzen stemmen barstte open en
liet hoge ongetemde kreten vrij. De strakke lijn van de wiegende zwarte dansers brak. En ineens was de kleine arena vol
van zwaaiende schilden, ruggen glimmend in het zonlicht,witte tanden, harde benen, voeten fel stampend op de grond,
veren sidderend in de hoofdtooi. Vol lachende ogen en een hevige beweging. Vol van Afrika, Dit was de dans van de
Zoeloes. Dit was ook Zondagmorgen in Johannesburg. Want de verschrikkelijke Zoeloe-lmpis zijn niet meer de zwarte
De dans van de Khosa Makwenkwe. Zij dragen belletjes op hun borst en terwijl
zij langzaam voorwaarts stappen, begint de lucht zich te vullen
met een zilveren gerinkel
regimenten van Afrika's blauwe bergen, zij boren nu in donkere gangen naar goud-erts
En daarom dansen zij niet
meer voor de glanzende
meisjes van hun stam bij
het licht van oranje vu
ren, maar op hun vrije
Zondagochtend tegen een
décor van de platte gele
dumps en de hoge ijzeren
staketsels van Johannes-
burgs goudmijnen voor
een publiek van keurige
blanke heren met kiektoe-
stellen en even keurige
blanke dames, die toch
wel wat verschrikt en op-
fewonden raken door al
ie gespierde mannelijke
hevigheid.
Maar als zij na afloop van
de Zondagochtendse mijn-
dans weer met hun echt-
genoten-in-colbert in de
auto stappen om terug te
keren naar Johannesburgs
luxueuze villa-wijken, is
iedereen het over één
ding eens: „Wat zijn die
kerels nog primitief. En
zag je hoeveel ze te eten
kregen? Zij hebben het
toch maar prima in de
mijnen'.
Zeventig jaar geschiedenis
van Johannesburg staan in
goud geschreven. De stad verrees toen het edel metaal
aan de Witwatersrand van Transvaal werd ontdekt. Uit
de kroegen en bordelen van weleer groeiden de respecta
bele wolkenkrabbers van thans. Uit de rauwe strijd tussen
de eerste wilde goudzoekers bleven slechts de sterken
over, Britse en Amerikaanse concerns thans verenigd in
de Mijnkamer van Transvaal en Oranje Vrijstaat. De pi
stolen zijn vulpennen geworden. En Zuid-Afrika neemt
nu niet alleen 45 percent van de wereldgoudproductie
voor zijn rekening, maar wint sedert kort een bijproduct
met een tovernaam: uranium.
Goud is een vreemd metaal. In de mijnen van de Unie
werken één blanke en acht zwarte mijnwerkers een dag
om vier drie kwart ton erts los te boren. Na een uitvoerige
bewerking leveren die 31 gram fijn goud. Dat goud wordt
doorgaans gekocht door de Verenigde Staten, die het
ter dekking van de dollar opbergen in cle schatkamers
van Fort Knox. Het goud is dan weer thuis: onder de
grond.
Inmiddels is er veel gebeurd. Want de mijnen van de
Unie zijn wel rijk aan erts, maar het erts is niet zo rijk
aan goud. Er is veel zwarte arbeid nodig. En omdat de
goudprijs maar niet stijgen wil, moet dat goedkope arbeid
zijn. Hoe komt men aan goedkope zwarte arbeid? Wel,
de heer Cecil Rhodes bijvoorbeeld wist daar wel een ant
woord op. In zijn tijd leefde de zwarte man in een geld-
loze maatschappij en wanneer hij niet aan het oorlog
voeren was, lag hij voornamelijk op zijn rug in de zon te
bepeinzen hoe plezierig het was veel vrouwen en veel
koeien te hebben. Om hem van zijn „verderfelijke luiheid"
te genezen en hem de „beschavende zegeningen van de
arbeid" bij te brengen, introduceerde Rhodes, en zijn
Britse vrienden deden het elders in Afrika, belastingen
voor de inboorling, met fijne ironie noemden zij één ervan
„kies-belasting", hoewel het stemmen nooit zo zeer tot de
voorrechten van de Afrikanen heeft behoord.
Om aan zijn belastinggeld te komen,
stond de zwarte man dus maar één weg
open: werken voor de blanke tegen laag
loon. Hetgeen precies de bedoeling van de
heer Rhodes was, toen hij gewaagde van de
beschavende invloed van de arbeid.
In de hete schachten van Johannesburgs goudmijnen
Waren dit praktijken uit de vlegeljaren
van het imperialisme? In de mijnen van
Zuid-Afrika en niet alleen daar be
staan zij vandaag nog vrijwel onveranderd
voort. Want ook vandaag drijft mede dit
stelsel de Sjangaans, de Beetsjoeana's, de
Basoeto's, de Zoeloes, de Pondo's en de
mannen van de andere stammen uit de
Unie, Portugees Oost-Afrika, Angola, de
Rhodesiaanse federatie en de Britse protec
toraten in de handen van de recruterings-
agenten van de „Chamber of Mines." Het
is de dwang om rinkelende contanten te
bezitten om belasting te betalen, om eten
en kleren te kopen, die de landbouw in de
armetierige reservaten niet meer oplevert,
die hem voor zes of negen maanden uit
Afrika's open veld naar Johannesburg
voert, naar de goudstad, naar „Goli", zoals
zij haar noemen.
Contanten: een normaal loon voor een
zwarte mijnwerker bedraagt 1,85 per
werkdag, ruwweg 446,25 per maand. Hö
krijgt daarenboven voor 34 gulden per
maand een gratis logies, voeding, ontspan
ning en medische verzorging. Om dit loon
te verdienen werkt hij gedurende acht uur
per dag ononderbroken in de hel hete
schachten en kost het hem twee uur om van
en naar zijn werk te komen. Zware arbeid
en soms geschoolde bovendien. Hij boort,
legt pijpleidingen en spoorbaantjes aan en
bedient ingewikkelde kostbare machine
rieën. In naam doen weliswaar de blanken
het geschoolde werk, maar in feite brengen
zij slechts springladingen aan of zijn zij
opzichter. „Een reuze leven," zei een
blanke mijnwerker mij. „Wij krijgen ten
minste duizend gulden per maand voor stil
zitten en hard schreeuwen. De zwarte
„boys" doen het werk."
Maar ja, de blanke mijnwerkers hebben
een vakbond, de zwarte,niet. Al hebben zij
dan één keer de brutaliteit gehad om te
staken voor een dagloon van vijf gulden.
De regering-Smuts dreef hun protestmars
echter met stokslagen en geweerkogels
terug en er vloeide nogal wat bloed. Toen
zij de volgende dag weigerden uit de mijnen
naar boven te komen, joegen de politie-
knuppels hen uit schacht na schacht om
hoog. Dit alles wordt nog onfrisser wan
neer men bedenkt dat hun wekelijkse
lonen sedert 1890 naar beneden zijn ge
gaan. Terwijl de productiekosten van de
mijnen met dertig percent verminderde en
de productiviteit van de zwarte man zich
verdrievoudigde, terwijl de waarde van het
pond sterling naar beneden kelderde,
stegen de lonen van de zwarte mijnwerker
slechts met vijftien gulden per maand.
Nu zijn er naast cijfers en lonen nog
andere factoren in het menselijk leven. Hoe
brengt die zwarte trek-arbeider de zes,
negen of twaalf maanden zijn contact ver
van zijn gezin door?
Hij voert met zijn makkers in een „com
pound" een barakkenkamp een leven
dat niet ongelijk is aan dat van een militair
in een kazerne. Hij slaapt op een chambrée,
krijgt zijn natje en zijn droogje, gaat dage
lijks onder de douche, speelt een partijtje
voetbal en krijgt twee keer in de week een
film te zien. Hij heeft het stoffelijk gespro
ken best, zeker veel beter dan thuis. „Het
ontbreekt hem aan niets," zei een geest
driftige compound-manager mij.
„En vrouwen?" vroeg ik. Het gezicht
van de brave man betrok.
„Nou ja," zei hij, „behalve in enkele
nieuwe mijnen in de Vrijstaat, kunnen wij
het ons niet veroorloven de gezinnen van
de „jongens" hierheen te halen. Dus
Dit „dus" betekende dat de „jongens" de
keuze hebben tussen prostitutie of homo-
sexualiteit. Kiezen zij prostitutie, dan be
tekent zulks al gauw geslachtsziekte. Een
arts zei mij: „Er zijn hele dorpen in Afrika
die aan deze plaag lijden."
Vandaar dat er mannen zijn, zoals de
Sjangaans uit Portugees Oost-Afrika, die
dit risico niet aandurven en tijdelijk homo-
sexualietit preferen. Welke verwoestende
gevolgen het stelsel voor het gezinsleven
heeft, laat zich vatten.
Het zijn niet alleen geslachtsziekten die
tol eisen. Krijgt een mijnwerker een ernstig
ongeluk (en in de schacht, die ik bezocht,
vielen er vorig jaar 44 doden en meer dan
200 zwaargewonden op 2500 mijnwerkers),
loopt hij tuberculose op of sillicose, dan
wordt hij met een compensatie van tussen
de 150 en 300 pond naar huis gestuurd.
Medische nazorg is evenwel in de Afri
kaanse kraal een vrijwel onbekend woord.
Zodat ik weer aan Cecil Rhodes moet
denken: „de zwarte man kan in een blank
gebied blijven, zolang hij voorziet in de
behoefte van de blanke. Houdt hij op daar
in te voorzien, dan moet hij vertrekken."
En toch blijven zij naar Goli komen, de
Zoeloes, de Pondo's, de Khosa." Zij vullen
de bussen, de treinen en tegenwoordig zelfs
de vliegtuigen van de 'wervings-agenten.
Komen zij alleen om na afloop van hun
contract met twee- of driehonderd gulden
terug te keren? In vele gebieden, vooral
buiten de Unie, is de toestand zo slecht, dat
die noodzaak er is. Maar er is meer. Tot in
de donkerste uithoeken van Afrika is Goli
een toverwoord geworden, symboliseren de
wolkenkrabbers en de lichten van Johan
nesburg de wereld van de blanke man, van
een verbijsterende onweerstaanbare nieuwe
eeuw. En zo trekt uit de verste kralen van
da gele hoogvlakten en de stomende jung
les van Afrika een eindeloze donkere
stroom naar de gouden stad, bereid om in
zweet en soms in bloed en tranen de prijs
te betalen voor een glimp van de eigen
toekomst. Waar vroeger een man een leeuw
gedood moest hebben eer hij een meisje kon
winnen, moet hij nu zijn periode in de
goudmijnen gediend hebben.
Zo komt de zwarte man naar Goli,
verschrikt, verward, verdoofd, maar
met een hardnekkige gretigheid om te
leren en te zien. Hij schrijft er het
verhaal van het stille glinsterende
goud in de kelders van Fort Knox,
maar ook van een ontwakend Afrika.
Reeds thans hebben B. en W. van Rot
terdam de gemeenteraad de begroting voor
1956 aangeboden. De begroting voor de ge
wone dienst sluit met een bedrag aan ont
vangsten en uitgaven van totaal /223.181.57G
tegen 204.118.790 op de begroting voor
1955, ongeacht de verrekenposten, welke
voor de jaren 1956 en 1955 respectievelijk
85.452.998 en 79.854.277 aanwijzen.
De tot een bedrag van 184.525.544,27 ten
laste van de gemeente gebleven budgetaire
tekorten tot en met het jaar 1947 zullen op
1 Januari 1956 door gewone en buitenge
wone afschrijvingen in de jaren 1946 tot en
met 1955 zijn teruggebracht tot 95.457.102,
ongeacht het hierop nog af te schrijven
voordelige saldo van de gewone dienst
1954.
GENèVE (ANP) De Economische en
Sociale Raad van de UNO (ECOSOC) heeft
besloten Spanje toe te staan deel te nemen
aan de vergaderingen van de Economische
Commissie voor Latijns Amerika (ECLA).
Bijgevolg zal Spanje ondanks het feit dat
het geen lid van de UNO is, nog in de loop
van deze maand, wanneer de ECLA haar
volgende vergadering houdt, voor het eerst
zonder stemrecht aan de beraadsla
gingen van een onderdeel der wereldorga
nisatie kunnen deelnemen.
Naar verluidt, heeft Indonesië Ceylon
meegedeeld dat het de mening van commu
nistische en Westerse landen peilt over een
informele conferentie van alle UNO-leden,
teneinde de toelating van Ceylon en andere
Afro-Aziatische landen tot de UNO te over
wegen.
Drie Russische atoomgeleerden zijn per vliegtuig op Londen-Airport aangekomen,
om deel te nemen aan de internationale conferentie over atoomenergie. Deze uit
nodiging hebben zij op het laatste moment aangenomen van de wereldfederatie van
voorstanders voor een wereldbestuur. De foto laat v.l.n.r. in het Savoy hotel in
Londen zien: Prof. A. Y. Kuzin, N. A. Markov, de bekende Engelse geleerde
Lord Russel, Prof. A. V. Topchiiek en Prof. C. A. Galunsky.
De Dordtse politierechter heeft zich Don
derdag geruime tijd bezig gehouden met
een zaak die hem, vier dagen nadat het
feit was gepleegd, door het Openbaar Mi
nisterie was voorgelegd.
Op de Kilkade te Dordrecht werd Zon
dagavond om kwart over zeven de 8-jarige
M. C. van L. door een auto aangereden,
tengevolge waarvan zijn linkerbeen gebro
ken was. De bestuurder van de auto, de
24-jarige J. van E., een koopman zonder
vaste woon- of verblijfplaats, en diens
mede-inzittende, de 23-jarige J. B., even
eens koopman zonder vaste woonplaats,
stopten en legden de jongen met zijn fiets
in de auto en reden in de richting Noord-
(Van onze correspondent in Londen)
De internationale conferentie van atoom
geleerden, die op het ogenblik in Londen
byeen is, zal het volgend jaar opnieuw
bijeenkomen, maar dan in Den Haag. De
o^anisator van de conferentie, de heer
Gilbert McAllister, vertelde ons dat de
keuze op Den Haag is gevallen als hulde
aan Koningin Juliana, wier onlangs voor
de Nederlandse jongeren uitgesproken rede
over gemeenschappelijke verantwoordelijk
heid in kringen van wetenschap en poli
tiek een diepe indruk heeft gemaakt.
De conferentie in de Britse hoofdstad
werd op zeer korte termijn belegd, zodat
het aantal deelnemers geringer is dan er
volgend jaar in Den Haag kunnen worden
verwacht. Er zijn niettemin 240 gedele
geerden en waarnemers uit 24 landen. De
grote verrassing was de verschijning van
vier prominente wetenschappelijke onder
zoekers uit de Sovjet-Unie. Er zijn ook
geleerden uit Tsjechoslowakije, Hongarije
en Polen.
De conferentie heeft zich tot taak ge
steld de omschrijving van een algemene
doelstelling, die in het komende jaar nader
door een aantal commissies zal worden
uitgewerkt. Prof. Rotblatt, uit Londen, zal
daarbij als uitvoerend secretaris optreden.
Het volgend jaar zal in Den Haag rapport
over dit studie-onderzoek worden uitge
bracht. De conferentie is bijeen geroepen
op initiatief van het internationaal ver
bond van parlementsleden voor een we
reldregering. Dit verbond zal het volgend
jaar in Den Haag, in aansluiting op de
bijeenkomst van atoomgeleerden, zijn eigen
internationale conferentie houden.
Samenwerking
Het verheugende van de Londense con
ferentie is dat deze gelegenheid biedt tot
een heilzame gedachtenwisseling tussen
wetenschapsmensen en politici, die zich,
ongeacht hun nationaliteit, bewust zijn van
hun zware verantwoordelijkheid. Hier zijn
geen ijdele dromers bijeen maar realisten,
die zich bezig houden met harde feiten.
Het lijdt geen twijfel of er wordt in het
grijze gebouw, dat de zetel is van de Lon
dense graafschapsraad, en dat door de
overheid ter beschikking is gesteld, samen
werking tot stand gebracht tussen de ge
leerden onderling, die er door de aan
wezigheid van volksvertegenwoordigers en
anderen, tevens een klankbodem vinden
om de publieke opinie te doordringen van
de ernst van hun conclusies. Want al lopen
de meningen uiteen of een H-bom al of
niet alle leven op aarde zal vernietigen
alleen de mossen en de schimmels maken
volgens de 83-jarige Britse onderzoeker
Bertrand Russell een kans op voortbe
staan men is het er over eens dat in
elk geval de beschaving zal verdwijnen.
Waarschuwingen
Lord Averidge, een andere bejaarde
liberaal-humanitaire voorvechter, liet de
waarschuwing horen dat vrede niet ge
noeg is omdat wij vrede willen, gebaseerd
op vrijheid en zelfregering, die ook een
federale wereldregering niet fundamenteel
zal mogen aantasten. Hij deed een vurig
beroep op de nationale regeringen, die in
het verleden oorlogen hebben gemaakt, om
de voorwaarden te stellen waarop zij be
reid zijn afstand te doen van oorlog als in
strument van nationale politiek en hun
strijdkrachten over te dragen aan een in
ternationale politiemacht. De Britse re
gering zou hierin moeten voorgaan.
Ons land is op de conferentie vertegen
woordigd door dr. A. H. Tolhoek uit Lei
den, wetenschappelijk medewerker van
het instituut Lorentz. Dr. Tolhoek is lid
van de in Londen opgerichte commissie,
welke tot taak heeft het verwoestend ver
mogen te onderzoeken van atoomwapens
alsmede de mogelijke gevolgen van een
massaal gebruik" in een oorlog en in proef
nemingen, en tevens de nadelige gevolgen
na te gaan van een vreedzame toepassing
van atoomenergie. Dit laatste is nog een
vrijwel nieuw terrein van onderzoek, dat
dringend de aandacht vereist.
Prof. Hans Thirring uit Wenen, die niet
naar Londen kon komen, heeft over dit
onderwerp aan de conferentie een waar
schuwende boodschap doen toekomen,
waarin hij berekent dat in 1975 de hoe
veelheid radio-actieve afvalproducten van
Britse atoomenergie-stations, die in oor
logstijd eventueel kunnen worden losge
laten, een gebied van twintig millioen vier
kante kilometer dodelijk kan besmetten.
De besmettingsmogelijkheden van Ameri
kaanse en Russische atoomenergie-cen
trales zullen misschien nog groter zijn.
Zelfs kleine landen zullen volgens Thirring
vroeger of later genoeg radio-actief mate
riaal bezitten om het land der naburen
onbewoonbaar te maken zonder dat een
kanon is afgevuurd of een bom ontploft.
TEL AVIV (Reuter) Premier Mosje
Sjaret van Israel heeft Donderdag de ter
aardebestelling bijgewoond van de 58 in
zittenden van het acht dagen geleden door
Bulgaarse jagers neergeschoten Israëlische
vliegtuig. De slachtoffers van het incident,
onder wie Joden, Protestanten en een
Rooms-Katholiek zijn in een gemeen
schappelijk graf begraven. Identificatie van
de stoffelijke resten is niet mogelijk ge
bleken. De belangstelling was overweldi
gend. Winkels en bedrijven bleven geslo
ten.
Premier Sjaret verklaarde dat de inzit
tenden van het vliegtuig het slachtoffer
zijn geweest van een „moedwillige en bar
baarse aanval, die het voorwerp van alge
mene afschuw zal blijven". Volgens de pre
mier is de volle waarheid niet aan het licht
gekomen.
Het Vaticaanse blad „Osservatore Ro
mano" heeft in een hoofdartikel geschre
ven dat de Israëlische beslissing de slacht
offers in een massagraf te leggen, gods
lasterlijk, onmenselijk en onbeschaafd is.
Brabant. De Dordtse politie, aan wie dit
werd gemeld, zette een achtervolging in en
kwam na enige tijd de auto met de mannen
en jongen tegen, doordat deze vlak over de
Moerdijkse verkeersbrug was gedraaid.
Ter zitting van de politierechter werd de
mannen verweten, dat zij dronken achter
het stuur hadden gezeten en aan Van E.
bovendien, dat hij na een ongeval was
doorgereden zonder zijn identiteit behoor
lijk bekend te maken, terwijl B. verweten
werd, dat hij bij dit laatste behulpzaam
was geweest.
Beide verdachten gaven toe teveel te
hebben gedronken. Zij verzekerden geens
zins kwade bedoelingen te hebben gehad,
doch de jongen naar een dokter te hebben
willen brengen. Daar zij geen van beiden
een rijbewijs hadden, had het hun beter
geleken niet naar Dordt te rijden. Toen zij
echter de brug over het Hollands Diep wa
ren gepasseerd, waren zij omgekeerd, daar
zij nog steeds geen dokterswoning hadden
ontdekt.
De officier van Justitie, mr. R. L. Heu-
kels, zei in zijn requisitoir, dat de verdach
ten de sporen van de aanrijding hadden
willen uitwissen door de jongen en zijn
fiets mee te nemen, met de bedoeling die
later ergens anders te deponeren.
De eis tegen Van E. luidde vier maanden
gevangenisstraf met vijf jaar ontzetting uit
de bevoegdheid een motorvoertuig te be
sturen; die tegen B. een maand met twee
jaar ontzetting.
Mr. W. Beernink achtte de „snode op
zet" van zijn cliënten niet bewezen en ver
zocht de rechter lagere straffen.
De uitspraken luidden: Van E. twee
maanden met drie jaar ontzetting; B. tien
dagen met een jaar ontzetting. De officier
van Justitie deelde mede in hoger beroep
te zullen gaan.
Het lid der Tweede Kamer de heer Wei
ter (KNP) heeft onlangs aan de minister
van Maatschappelijk Werk gevraagd, waar
om het aan een aantal Ambonezen, onder
wie een arts en twee predikanten, die door
een groot deel van de in woonoorden ver
toevende Ambonezen als hun leiders wor
den beschouwd, niet is toegestaan die
woonoorden te betreden en met hun land
genoten te spreken.
De minister heeft hierop geantwoord dat
het verbod één predikant betreft.
In Juni 1951 heeft de regering aan
enkele Ambonezen verboden de woon
oorden der Ambonezen te betreden nadat
gebleken was, dat hun optreden een ge
vaar opleverde voor de orde en de rust in
deze woonoorden. Aangezien later in de
houding en het optreden van deze Ambo
nezen een verandering ten goede is ge
komen, heeft de commissaris van Ambo-
nezenzorg na desbetreffende verzoeken
steeds dispensatie van het verbod verleend.
De woonoorden zijn rijksinrichtingen en
geen openbaar terrein. Op grond hiervan
is het mogelijk bepaalde personen te
weren.
Donderdagavond om kwart over negen
werd in de Molenstraat te 's Gravenzande
brand ontdekt in het aannemersbedrijf van
Boers en Vrijland, waar men kassen en wa
renhuizen bouwt en een grote opslag heeft
van hout voor wonmgen- en veilingbouw,
platglasconstructies en materialen, waarmee
de Westlandse tuinbouw gediend is. Om
kwart voor elf was de brandweer de situatie
meester. Zij is er in geslaagd de kantoren
en een deel van de machinerieën te behou
den, al hebben deze grote waterschade op
gelopen. De nablussing zal nog geruime
tijd vergen. De schade bedraagt naar ruwe
schatting vierhonderdduizend gulden. Het
fabrieksgebouw was pas vijf jaar geleden
gebouwd. De oorzaak van de brand is nog
onbekend.
Ver uit de omgeving kon men de brand
zien. De plaatselijke politie had onder lei
ding van opperwachtmeester Koole veel
moeite om het talrijke publiek op een af
stand te houden. De spuiteenheden 's-Gra-
venzande en Heenweg konden de brand niet
aan. Er stond niet voldoende druk op de
waterleiding. Daarom werden ook de
brandweren uit Naaldwijk en Honselersdijk
gealarmeerd, die water haalden uit een ze
venhonderd meter verder gelegen sloot.
Tenslotte werd het vuur bestreden met
dertien stralen.
Een grote lading kurkdroog hout is ver
loren gegaan. Twee vrachtwagens konden
nog worden gered, een derde ging echter in
de vlammen verloren.
Omtrent de oorzaak is men volkomen in
het onzekere. Omstreeks 6 uur had iedereen
deze fabriek verlaten. Eerst om negen uur
werd de brand ontdekt. Of deze is ontstaan
ten gevolge van het wegwerpen van een
peukje sigaret ofwel tengevolge van broeing
van zaagsel (dat echter elke week wordt
afgevoerd) weet men niet. Twee van de drie
firmanten waren aanwezig op de zevende
Westlandse handelstentoonstelling en moes
ten per auto naar het terrein van de brand
worden vervoerd. De heer Boers kreeg bij
het aanschouwen van de brand een shock
en moest medisch worden geholpen. De
heer P. Voskamp werd eveneens onwel,
maar kon na korte tijd naar het toneel van
de brand terugkeren.
Een gelukkige omstandigheid" is dat de
wind gunstig was. Zij joeg de vlammen
naar de achterzijde. Anders waren de vlam
men waarschijnlijk overgeslagen naar de
vele woonhuizen langs en opzij van de Mo
lenstraat.
Op het terrein van de Molenstraat waren
aanwezig de burgemeesters H. B. N.
Mumsen van 's-Gravenzande en S. Hoogen-
boom van Naaldwijk.
De firma Boers en Vrijland is momen
teel een van de belangrijkste in het West-
land. Niet alleen worden door haar vele
complexen gebouwd in het Westland maar
ook in België, Frankrijk en Engeland. Het
hele personeel was spoedig aanwezig om
nog vannacht de juiste schade te peilen.
Met man en macht was men omstreeks het
middernachtelijk uur nog bezig, met de na
blussing.
«i