Minister Witte installeerde
de Raad voor de Woningbouw
Financiële positie van
Noordholland is gunstig
Instelling van een raadgevende
interparlementaire Beneluxraad
Aanmeldingsformulier
Woningnood oplossen vraagt voor
Veïsen 1100 nieuwe huizen per jaar
Moeizame worsteling met
een stugge werkelijkheid"
SPRINGBOK
4
Stille Armen te Heemstede
Vier weken geëist tegen
Haarlems chauffeur
Burgerliike Stand
,«V.en
Ir. Posthumus weer
terug in de Kamer?
Crematie ir. L. W. Bast
Onveiligheid op wegen
in Noordholland
Oud-IJmuideti twistpunt tijdens begrotingszitting
Biljartuitslagen
Haarlems Dagblad
Profiteer hiervan
WOENSDAG 21 DECEMBER 195 5
HAARLEMS DAGBLAD OPRECHTE HAARLEMSCHE COURANT
In opdracht van Shell Tankers N.V. heeft de Haagse kunstschilder L. Th. J. van
Eekelen dit portret vervaardigd van prinses Beatrix. Een reproductie komt te hangen
aan boord van de „Vasum", de tanker, die de Prinses enige tijd geleden
te water heeft gelaten.
99
De minister van Wederopbouw en Volks
huisvesting, ir. H. B. J. Witte, heeft in Den
Haag de Raad voor de Woningbouw ge-
installeerd, die door ir. Th. P. Tromp zal
worden gepresideerd. Deze raad is samen
gesteld uit 30 vertegenwoordigers van het
bouwwezen en van de overheid.
Minister Witte zei, dat men zich zal moe
ten verdiepen in vragen over vergroting
van arbeidspotentieel, verhoging van pro
ductiviteit, verbetering van de materiaal
positie door uitbreiding van de productie
en door het gebruik maken van nieuwe
producten, vervolmaking van de organisatie
en afstemming van de financiering op de
practijkbehoeften.
De rijksoverheid kan in hoofdzaak slechts
indirect werkzaam zijn. Zij verwacht van
het nieuwe college concrete adviezen en
suggesties over in te voeren, af te schaffen
of te verbeteren maatregelen.
Minister Witte besteedde in zijn rede veel
aandacht aan de overspannen bouwmarkt,
aan het feit, dat door bevolkingsaanwas
jaarlijks 37.000 woningen nodig zijn als
mede 8.000 voor vervanging en dat daarom
de achterstand te langzaam wordt inge
lopen. Deze moeilijkheden baten de wo
ningzoekende weinig. Hij heeft voorlopig
geen uitzicht op woonruimte, terwijl hij
weet te leven in een technisch hoog ont
wikkeld land onder een conjunctuur, die de
indruk wekt, dat „alles kan." Weinig troost
of uitzicht wordt hem geboden door het feit
dat diezelfde hoogconjunctuur er voor een
deel oorzaak van is, dat de woningbouw
momenteel nog niet hoger kan worden op
gevoerd, doordat zij de bouw in andere
sectoren ten zeerste stimuleert.
De minister zei, dat geen definitieve ver
betering kan worden gevonden door het
nemen van negatieve maatregelen als „af
remming" of „strak goedkeuringsbeleid,"
waartoe hij na het overwinnen van veel
innerlijke tegenstand gedwongen was over
te gaan. „Wat ons rest," zo zei hij, na alle
gesuggereerde abstracte oplossingen, is „de
moeizame worsteling met een stugge wer
kelijkheid."
De voorzitter van de Raad voor de Wo
ningbouw, ir. Th. P. Tromp, zei in antwoord
op de rede van de minister, dat de woning
nood van honderdduizenden in den lande
inderdaad een woningramp is.
Niet alleen zal de raad adviezen aan de
minister kunnen geven, het werk zal ook
kunnen uitgroeien tot het geven van advie
zen aan elkaar, dus tussen de diverse groe
peringen, die er in zijn vertegenwoordigd.
De raad zal zeer veel te doen hebben.
Het zal op een juiste keuze aankomen bij
het voorrang geven aan onderwerpen,
waarvan men verwachten kan, dat zij in
de kortst mogelijke tijd een verbetering ten
goede zullen kunnen veroorzaken.
Een belangrijk punt zal het beraadslagen
over een verantwoord tariefloon zijn. Ir.
Tromp wierp de suggestie op of door het
opstellen van een programma op langere
termijn dan een jaar men met de beschik
bare arbeidskrachten tot een grotere wo
ningproductie zou kunnen komen. Behoefte
en potentieel zijn niet gelijk over het land
verspreid. Hij wees tenslotte op het belang
van het opvangen van jong geschoolden in
de bedrijven, het verbeteren van sociale
verzorgingen en voorzieningen op het werk
en het mede daardoor attractiever maken
van het handwerk, alsook het vormen van
vaste kernen van arbeiders.
Het comité voor Stille Armen te Heem
stede mocht na de verantwoording van
vorige week de volgende bijdragen ont
vangen: W. E. V.—N. ƒ2,50; L. C. v. O.
ƒ10,—; B. L.—H. ƒ2,50; E. A. v. R. ƒ25,—;
Wed. H. L. J. B.—S. ƒ2.50; H. L. J. B. ƒ2,50;
P. E.—v. M. ƒ6,—; L. v. L—S v. L. ƒ10.—;
N. N. 25,—; H. A. v. O. 50.—; A. L. S.—v.
B. ƒ2.50; H. C. W. 2,50; N. N. ƒ10,—; G.
H 10.—; Drs. B. B. v. d. H. 10,H. H.
j v. V. ƒ5,—; H. C. K. S. ƒ50,—; W. L.
f 10,V. L. ƒ25,—; E. F. J. P. N. ƒ10,—;
N. N. ƒ10,—; Y. Z. 25,—; Ir. S. ƒ10,—; F.
E. K. ƒ2,50; E. C. v. S—M. ƒ10,—: H. J. V.
ƒ2.50; C. M. v. d. W.—B. ƒ1,—; Y Z. ƒ50,—;
J. S. ƒ20,—; A. V. ƒ5,—; N. N. ƒ5,—; P. N.
L M. T. ƒ10,—; G. A. V.—v. D. 25.—; J.
w_ s. 20,—; J. M. A. K.—B. ƒ2,50: J. v. d.
M. f2.50; N. N. ƒ99.—; J. H. O. 2,a0: F.
K S. ƒ2,50: W. B. ƒ5,—; A. D. v. E. 10,—;
C F. flO,—M. C. O. ƒ5,—; N. W. A. O.
f25,—; J. J. L. P. ƒ3,—: D. S. ƒ10.—; M. A.
W f5,—; W. C. W. 100,—; BI. H. ƒ10.—;
C. M. B.—S. ƒ10,—; C. v. H. ƒ2.50: G. D. L.
P. ƒ2,50; P. C. R. ƒ10.—; E. v. L. ƒ10,—;
G. A. L. ƒ5.—; d. R. ƒ10,—; H. Z. ƒ2,50; N.
N. f 100,B. K. ƒ5,—; P. J. ƒ10.—; W. T.
B -v E. 2.—; H. F. 5,—; C. D. F. 20,—;
Dr P v. K. f 25,—; G. J. P. ƒ10,—; Carr.
fab W. V. f 25,—; via Handelsblad ƒ25,—.
Totaal ƒ1038,—, zodat nu is ontvangen
f 2926 32
De 'penningmeester, de heer A. van Win-
gerde, zal gaarne uw giften in ontvangst
nemen, zowel te zijnen huize Antoms
Duycklaan 12 als ten raadhuize. Zijn giro
nummer is: 153308.
Roekeloos rijden veroorzaakte
dood van mede-weggebruiker
De officier van justitie bij de Alkmaarse
rechtbank heeft vier weken gevangenis
straf en een chauffeerverbod voor een jaar
geëist tegen de Haarlemse chauffeur J. H.
van der W. die op 12 September nabij Den
Helder zonder richting aan te geven met
zijn vrachtauto linksaf sloeg en daardoor
een aanrijding veroorzaakte met een in de
zelfde richting rijdende motor. Een 19-
jarige marinier Bos, die op de duo van de
motor zat, was daarbij dodelijk veronge
lukt.
HAARLEM, 20 Decemebr 1955
ONDERTROUWD: 20 Dec., P. J. Fris en
J. Boeré H. Bijster en E. R. Sival; H.
Schreur en M. van Eijsden; R. E. Gillissen
en A. R. Mol.
GEHUWD: 20 Dec., F. W. R. Leigh en J.
Verbrugh; P. Jonker en E. A. Voskuilen: P.
A. Biersteker en W. Doek; Chr. B. van Del
den en C. M. A. Reintjens; G. Hoogteiling
en C. F. Weijers; J. M. Handgraaf en A. M.
A. Copoens. T
BEVALLEN van een zoon: 19 Dec.. L.
ReislerDriesmans; R. BijlsmaDamstra;
C A. M. Schaap—Christiaans; E. Esmann—
van Hoom; A. C. Wijngaard—Nieuwjaar;
M. Smit—Krom; 20 Dec., M. E. Koper—
Oudejans.
BEVALLEN van een dochter: 17 Dec.. A.
M. Eeken—Smal; 19 Dec., E. Hilders—Ver-
wer; E. C. J. A. van der Meer—Mooijekind;
C. van der Mijevan den Boogaard; 20
Dec., E. M. Stol voortJoosten.
OVERLEDEN: 17 Dec., H. M. E. Prent—
van de Reep, 67 j„ 2e Zuidpolderstraat; 18
Dec., D. Ickelsheimen, 66 j., Koninginne
weg; M. Oomsde Vries, 66 j., Rijksstraat
weg.
Blijkens het algemeen verslag van de
afdelingen der Provinciale Staten van
Noordholland, betreffende de provinciale
begroting 1956 wordt het beleid van Ge
deputeerde Staten inzake de jeugdzorg
teleurstellend genoemd.
Gezien de grote woningnood in de pro
vincie zal het provinciaal bestuur zich
moeten verzekeren van een groter woning
contingent dan tot nu toe, aldus enkele
leden. Tevens zal het zich hebben te be
raden over versnelling van de woning
bouw. Daartoe zou een verzoek aan de
regering, om gezien de internationale ont
spanning, jonge arbeiders van militaire
dienst vrij te stellen, nuttig zijn. Ook zou
stimulerend werken, indien het provin
ciaal bestuur zich zou uitspreken ten gun
ste van een verbetering voor de arbeiders
in de omscholing voor de bouwvakken.
De financiële positie van de provincie
werd algemeen gunstig genoemd. Gelet
op de stand van de reserve vroegen enkele
leden of Gedeputeerde Staten het niet ge
wettigd achten om tot verlaging van de
belastingdruk te komen.
Geestgronden
Bij de bespreking van het onderwerp
„beheersing grondwaterstand geestgron
den" betreurden enkele leden het, dat Ge
deputeerde Staten geen kostencijfers heb
ben vermeld, zomin met betrekking tot de
infiltratiewerken als tot de exploitatie. De
vraag is gesteld, welke gevolgen Gedepu
teerde Staten verwachten zodra men in
1957 water zal gaan inpompen, ten aan
zien van het Provinciaal Waterleidingbe
drijf, dat ernstig bezwaren had gemaakt
op grond van vrees voor aantasting van
de belangen van de waterwinning. Enkele
leden meenden, dat de ontworpen ontgin
ningen niet voldoende zijn om de te ver
wachten verliezen door het ontwerp-
streekplan IJmond goed te maken. Bestaat
de mogelijkheid tot uitbreiding van de
ontginning, eventueel na voorafgaande af
graving? Zeer vele leden vragen, of niet
meer provinciale gronden in cultuur kun
nen worden gebracht en voor de verdre
ven tuinders beschikbaar kunnen worden
gesteld dan 75 ha.
Een lid heeft gevraagd, welke verhou
ding er zal bestaan tussen het bestuur
van het nieuwe boven-gemeentelijke li
chaam, dat in het gebied van de IJmond
zal worden opgericht en Gedeputeerde
Staten. Volgens het lid is meer helderheid
dienaangaande wenselijk.
Vele leden hebben Gedeputeerde Staten
gevraagd, of zij niet van oordeel zijn, dat
het uit planologisch gezichtspunt nood
zakelijk is, dat er naar gestreefd wordt,
binnen de vier grote bevolkings-agglome-
raties Amsterdam, Haarlem (Zuid-Kenne-
merland), IJmond-Noord en Zaanstreek in
elk geval zoveel ruimte open te houden,
dat een urbanisering van dit gebied als
één geheel voorkomen wordt. Zijn Gede
puteerde Staten niet van mening, dat daar
toe tijdig de nodige maatregelen genomen
dienen te worden?
Ook is geïnformeerd of Gedeputeerde
Staten bereid zijn om met Gedeputeerde
Staten van Utrecht overleg te plegen ter
zake van een streekplan voor het zoge
naamde Vechtgebied.
ADVERTENTIE
Ondergetekende:
Naam:
Straat:
Plaats:
Wenst zich met ingang van
te abonneren op Haarlems Dagblad
OPRECHTE HAARLEMSCHE COURANT
h f 6.50 per kwartaal// 0.50 per week
Handtekening:
Doorhalen wat niet verlangd wordt.
ZU die zich met ingang van 1 Januari 1956 per kwartaal abonneren, ontvangen
de nummers tot en met 31 December 1955 gratis. Dit geldt alleen voor nieuwe
kwartaalabonné's dus niet voor omzetting van week- in kwartaalabonnementen
ett°
'n Moscatel
Geïmporteerd door OUD-Haarlem
(Van onze parlementaire redacteur)
Nu ir. S. A. Posthumus, aangezien hij
met een auto had gereden onder invloed
van te veel sterke drank, zonder dat er
echter een ongeluk was gebeurd, tot een
week onvoorwaardelijke gevangenisstraf is
veroordeeld, zijn er allerlei vragen gerezen.
De eerste was, of hij, volgens Grondwet en
wet, Kamerlid kan blijven. Hieromtrent nu
bestaat niet de geringste twijfel. Deze ver
oordeling brengt het verlies van het
Kamerlidmaatschap niet met zich mee.
Naar mij bekend is, neemt de fractie van
de Partij van de Arbeid, waarvan die af
gevaardigde deel uitmaakt, eenstemmig het
standpunt in, dat hij zodra hij de week
gevangenisstraf achter de rug heeft, zijn
werkzaamheden in de Kamer weer ten volle
zal kunnen vervullen. Men is zich, met de
gestrafte zelf, ter dege bewust van de ernst
van het geval. Maar men gaat er tevens
van uit, dat hij al zwaar genoeg heeft
moeten boeten door de rechterlijke uit
spraak, alsook doordat hij op aandrang van
zijn geestverwanten in de Rotterdamse
raad, zijn lidmaatschap van dat college
heeft moeten neerleggen. Uit een oogpunt
van menselijkheid acht men het onjuist
hem nu bovendien nog als het ware uit de
Kamer te zetten, zienswijze, die verschil
lende afgevaardigden van andere politieke
richting willen eerbiedigen. Dit zeker, nu
men er op grond van de thans door de per
soon in kwestie aangenomen houding van
mag uitgaan, dat hij metterdaad zal tonen
de zware les ten volle te hebben begrepen.
In het licht van al deze factoren acht zijn
fractie het niet in strijd met het aanzien,
dat de Kamer dient te genieten, wanneer de
gestrafte deel van dat college blijft uit
maken.
In hoeverre binnen de Partij die opvat
ting ook voldoende aanhang zal blijken te
bezitten om bedoelde afgevaardigde weel
een verkiesbare plaats op de candidaten-
lijst te doen innemen, is een vraag op zich
zelf, waarover vermoedelijk nog wel enige
strijd zal worden gevoerd.
Op Westerveld is Dinsdagmiddag gecre
meerd het stoffelijk overschot van ir. L. W.
Bast, in leven oud-chef van de technische
dienst van de Koninklijke Rotterdamse
Lloyd. De heer Bast, die op 68-jarige leef
tijd in Heemstede is overleden, was tot zijn
dood technisch adviseur van deze rederij;
hij was officier in de orde van Oranje
Nassau.
Toen de lange stoet, die de met vele
kransen en bloemstukken overdekte baai-
volgde, de aula bereikte, speelde de orga
nist „De Heer is mijn herder." De heer Th.
Ruys, sprekend namens de directie van de
Koninklijke Rotterdamse Lloyd, roemde
het vernuft van de overledene, die onder
meer de „Willem Ruys" ontwierp. „Bij het
ontwerpen van schepen, ook van vracht
schepen, voor onze rederij, wist hij altijd
met succes af te wijken van de gangbare
vormen."
De heer Ruys herdacht ook zijn recht
schapenheid, zijn werkkracht, zijn opge
wektheid en zijn belangstelling voor alles,
wat zich in het bedrijf afspeelde. „Hij voer
door het leven op veilige wijze en met vol
doende diepgang."
Vervolgens sprak de heer P. van Over
keek namens het gehele technische perso
neel tot zijn voormalige chef en vriend.
„Dankzij zijn grote gaven van hart en
hoofd was het onder hem altijd goed
dienen. Door zijn sterk sociaal gevoel had
men bij hem altijd een idee van veiligheid.
Tijdens de oorlogsjaren was hij een schild
tussen de bezetter en het personeel. Zijn
scherpzinnigheid gaf ook de anderen om
hem heen een groot zelfvertrouwen. Zijn
enthousiasme en spreker dacht hierbij
in het bijzonder aan het levenswerk van de
overledene, de „Willem Ruys" „straalde
op ons allen over. Wij zullen het werk in
zijn geest voortzetten en hem steeds in ere
houden."
Nadat een dochter van de overledene in
gebed was voorgegaan, daalde de baar
onder de klanken van een Andante van
Mozai-t.
Hierna sprak een zoon van de overledene
woorden van dank naar aanleiding van
deze plechtigheid, die door de organist
werd besloten met „Een vaste burcht is
onze God."
ADVERTENTIE
BIJ DE TWEEDE KAMER is ingediend een wetsontwerp tot goedkeuring van de
op 5 November 1955 te Brussel gesloten overeenkomst inzake de instelling van een
raadgevende interparlementaire Beneluxraad.
Reeds geruime tijd wordt het als een gemis beschouwd, dat in het geheel van
organen, dat onder de werking van de Benelux is ontstaan, een orgaan van inter
parlementair overleg ontbreekt. Het is wenselijk, thans de parlementen te voorzien
van een gemeenschappelijk forum in Beneluxverband, aldus wordt in de toelichting
verklaard.
Hierdoor zullen de regeringen langs
snelle weg kennis kunnen nemen van de
verschillende stromingen, welke in ieder
der parlementen van de drie landen be
staan met betrekking tot het in Benelux-
aangelegenheden te voeren beleid.
Het aantal léden van de raad zal op 49
gesteld worden. Hierbij wordt aange
tekend, dat een verhouding van vertegen
woordigers der drie landen in de inter
parlementaire Beneluxraad, welke niet
overeenkomt met de onderlinge verhou
ding der bevolkingsgetallen, aanvaardbaar
is voor een lichaam als het onderhavige,
dat een adviserend karakter draagt en een
bijzondere wijze van besluitvorming kent.
Mochten de bevoegdheden van de raad in
de toekomst worden gewijzigd, dan zal de
samenstelling van het orgaan opnieuw
moeten worden overwogen.
De leden worden uit en door de onder
scheidene parlementen gekozen. Het komt
de regering voor, dat voor alle betrokken
afgevaardigden het lidmaatschap van de
raad zal dienen te eindigen als gevolg van
parlementsverkiezingen in een der drie
landen, ook voor die leden, welke in hun
parlement worden herkozen.
De drie regeringen zijn van mening, dat
de raad voor een doeltreffende uitoefening
van zijn taak ten minste eenmaal per jaar
in zitting dient bijeen te komen. Mochten
Een lid van de Provinciale Staten van
Noordholland heeft in de afdelingen het
huidige verkeer ter sprake gebracht en het
provinciale wegennet totaal onvoldoende
geacht. Dit noemde het lid een algemeen
verschijnsel. Gaarne zal van Gedeputeerde
Staten worden vernomen welke maatrege
len genomen worden om aan het bezwaar
tegemoet te komen.
Voors is herinnerd aan de onveiligheid
op de wegen. Men meende te weten, dat
in de provincie Zuid-Holland een provin
ciale commissie voor de verkeersveiligheid
met succes werkzaam is. Is het mogelijk
de instelling van een dergelijke commissie
voor Noordholland te overwegen, is ge
vraagd.
Velsens raad heeft gisteravond een royaal en goed-gefundeerd betoog mogen aan
horen van de nieuwe wethouder van Openbare Werken, de heer R. Verbeek (Ar
beid), die de kans schoon zag enige der belangrijkste onderdelen zijner portefeuille
aan een nadere beschouwing te onderwerpen: hij heeft onder meer kort en krachtig
stelling genomen tegen de „romantici" uit de raad, die oud-IJmuiden wilden zien her
rijzen, evenals zijn collega de heer H. d e B o e r (Arbeid) in genen dele het oor kon
lenen aan de wederopstandingsplannen rond dit gemeentedeel. Verder stelde hij een
nieuw (en uiterste) plan voor de winkelbouw aan het Plein 1955 in het vooruitzicht,
dat bij niet-aanvaarding het „laatste woord" in deze netelige affaire dreigt te worden'.
Er is voorts een bittere pil onverguld opgediend tijdens deze zitting: het W. F. Vis
serhuis zal een enorme strop voor de gemeente blijken op te leveren, als het een
maal klaar is: het wordt ruim 3y2 ton duurder dan geraamd was! Even bitter waren
de cijfers over de woningnood in Velsen, al heeft wethouder Verbeek het pessimisme
wel-iets weten weg te nemen door een reeks cijfers; de woorden van zijn ambtgenoot,
de heer C. P. J. Maas (Sociale Zaken) bleven evenwel lang naklinken: hij schatte
de wachttijd, waarop trouwlustigen in deze gemeente op een huis moeten wachten op
vier jaar inplaats van de eerder genoemde en toch al treurige drie.
Met brede blik heeft burgemeester m r.
M. M. Kwint gistermiddag een deel van
de vraagstukken, die de dag tevoren tijdens
de algemene beschouwingen aan de orde
waren gekomen, overzien. Als eerste van
het college, dat Dinsdag aan het woord
kwam, gaf de raadsvoorzitter op diverse
punten opening van zaken en hij heeft
onder meer de politie, Beeckensteyn en
bovenal de bouw van het nieuwe raadhuis
alsmede de IJmond ontwikkeling in zijn
kaleidoscopisch betoog betrokken. „Op wei
nige plaatsen is de bouw van een nieuw
raadhuis in wezen zo eenvoudig als hier,"
merkte m r. Kwint op: „wij hebben de
beschikking over de grond, over een
schetsplan én over contant geld; het enige
dat mankeert is bouwvolume. Nu moge het
waar zijn, dat de woningbouw dringt, maar
er is voor de bouw van een project als dit
nu eenmaal een heel ander soort aannemers
nodig dan voor woningbouw: het raadhuis
zal in skeletbouw moeten worden opge
trokken. Inmiddels behield hij de goede
hoop, dat „hogerhand" de benarde positie
van Velsen wat zijn raadhuis betreft, be
grijpt: de ambtenaren zitten thans op elkaar
gepakt. Nu is het ook weer niet zo dit in
antwoord op wat de heer Lips een dag
tevoren had geïnformeerd dat het bouw
volume onmiddellijk nodig is, want met het
uitwerken van hét schetsplan gaat mooi wat
tijd heen."
De woningbehoefte tot ongeveer 1960
wordt in Velsen getaxeerd op: 748 huizen
(voor de opheffing der samenwoning); 500
huizen (voor trouwlustigen op dit mo
ment); 1200 (huwbaren tot 1960); 337 (ont-
duplexing); 195 (tot vervanging nood
woningen en noodboerderijen); 100 (flats
voor werkende vrouwen). Dat is dus een
totaal van 3130 huizen, met daarboven 726
huizen, die nodig zijn als de sanering
wordt doorgezet.
Tot 1960 zal de gemeentelijke aanwas en
de industriële behoefte 928 huizen vragen
en bovendien nog eens 300 huizen voor de
re-evacuatie en 500 particulieren zullen
naar schatting van buiten komen, die ook
moeten wonen.
Ergo: er zijn 5584 huizen nodig tot I960,
ofwel 1100 a 1200 woningen per jaar. Dit
deelde wethouder W. F. Verbeek mee
tijdens de replieken op de tweede begro
tingsavond in Velsen.
buitendien de drie regeringen de wense
lijkheid gevoelen, het interparlementaire
lichaam te raadplegen, dan wordt dit door
zijn voorzitter bijeengeroepen op hun ge
zamenlijk verzoek. Daarenboven kan de
raad bijeengeroepen worden in elk der
speciale' gevallen,' waarin de meerderheid
van zijn leden ditv nodig oordeelt.
De raad zal de drie regeringen van ad
vies dienen aangaande vraagstukken,
welke bij de samenwerking tussen de drie
landen naar voren komen. Hoewel deze
samenwerking zich verder uitstrekt dan
over het economisch terrein alleen en het
arbeidsveld van de raad niet tot dit ter
rein dient beperkt te blijven, ligt het niet
in de bedoeling de raad bevoegd te ver
klaren eigener beweging te treden in alle
vraagstukken, welke voor de drie landen
van gemeenschappelijk belang zijn.
De regeringen hebben besloten het tijd
stip van inwerkingtreding van de over
eenkomst niet afhankelijk te stellen van
het ogenblik, waarop de economische unie
tussen de Beneluxlanden tot stand komt.
Derhalve is thans bepaald, dat de overeen
komst in werking zal treden zodra zij door
de drie landen is bekrachtigd.
ADVERTENTIE
KERST-TENTOONSTELLING
Tulpen - Hyacinthen - Narcissen
OPENT 22 DEC., 2.30 uur
Entree f 1.50; open 1022 uur
le Kerstdag gesloten
De biljartuitslaigen in de competitie van
de FBHO luidden:
Klasse A: Telescoop—Centrum I 44;
KR II—Flora 8—0; DWO—KR I 4—4; Cen
trum IIHaarl. West 26.
Klasse B: Kampervest IICentrum 26;
RozenpriëelKampervest I 08; Telescoop
Poedeitje I 3—5; Poedeltje II—KR 4—4.
Klasse D I: S. en G.Telescoop 62;
BWKampervest 6—2; OostenHaarl.
West 44; RozenpriëelDWO 80.
Klasse D II: DWOPoedeltje 44; Haarl.
WestCentrum 44; Kampervest—Oosten
6—2.
Met een
in
OPRECHTE HAARLEMSCHE COURANT
bereikt U Uw vrienden, ken
nissen en clientèle op het rustige
moment dat zij de krant lezen.
De prijs van de Nieuwjaarsadvertenties
welke in ons nummer van 31 December
of 2 Januari worden geplaatst, bedraagt
bij een minimum van 12 mm 3.36.
elke mm meer 0.28. Indien men een
advertentie-contract heeft lopen, kan
een Nieuwjaarswens in mindering van
het contract worden gebracht.
Gaarne ontvangen wij tijdig Uw opgave
aan ons kantoor:
GROTE HOUTSTRAAT 93
SOENDAPLEIN