Minister Witte installeerde de Raad voor de Woningbouw Financiële positie van Noordholland is gunstig Instelling van een raadgevende interparlementaire Beneluxraad Aanmeldingsformulier Woningnood oplossen vraagt voor Veïsen 1100 nieuwe huizen per jaar Moeizame worsteling met een stugge werkelijkheid" SPRINGBOK 4 Stille Armen te Heemstede Vier weken geëist tegen Haarlems chauffeur Burgerliike Stand ,«V.en Ir. Posthumus weer terug in de Kamer? Crematie ir. L. W. Bast Onveiligheid op wegen in Noordholland Oud-IJmuideti twistpunt tijdens begrotingszitting Biljartuitslagen Haarlems Dagblad Profiteer hiervan WOENSDAG 21 DECEMBER 195 5 HAARLEMS DAGBLAD OPRECHTE HAARLEMSCHE COURANT In opdracht van Shell Tankers N.V. heeft de Haagse kunstschilder L. Th. J. van Eekelen dit portret vervaardigd van prinses Beatrix. Een reproductie komt te hangen aan boord van de „Vasum", de tanker, die de Prinses enige tijd geleden te water heeft gelaten. 99 De minister van Wederopbouw en Volks huisvesting, ir. H. B. J. Witte, heeft in Den Haag de Raad voor de Woningbouw ge- installeerd, die door ir. Th. P. Tromp zal worden gepresideerd. Deze raad is samen gesteld uit 30 vertegenwoordigers van het bouwwezen en van de overheid. Minister Witte zei, dat men zich zal moe ten verdiepen in vragen over vergroting van arbeidspotentieel, verhoging van pro ductiviteit, verbetering van de materiaal positie door uitbreiding van de productie en door het gebruik maken van nieuwe producten, vervolmaking van de organisatie en afstemming van de financiering op de practijkbehoeften. De rijksoverheid kan in hoofdzaak slechts indirect werkzaam zijn. Zij verwacht van het nieuwe college concrete adviezen en suggesties over in te voeren, af te schaffen of te verbeteren maatregelen. Minister Witte besteedde in zijn rede veel aandacht aan de overspannen bouwmarkt, aan het feit, dat door bevolkingsaanwas jaarlijks 37.000 woningen nodig zijn als mede 8.000 voor vervanging en dat daarom de achterstand te langzaam wordt inge lopen. Deze moeilijkheden baten de wo ningzoekende weinig. Hij heeft voorlopig geen uitzicht op woonruimte, terwijl hij weet te leven in een technisch hoog ont wikkeld land onder een conjunctuur, die de indruk wekt, dat „alles kan." Weinig troost of uitzicht wordt hem geboden door het feit dat diezelfde hoogconjunctuur er voor een deel oorzaak van is, dat de woningbouw momenteel nog niet hoger kan worden op gevoerd, doordat zij de bouw in andere sectoren ten zeerste stimuleert. De minister zei, dat geen definitieve ver betering kan worden gevonden door het nemen van negatieve maatregelen als „af remming" of „strak goedkeuringsbeleid," waartoe hij na het overwinnen van veel innerlijke tegenstand gedwongen was over te gaan. „Wat ons rest," zo zei hij, na alle gesuggereerde abstracte oplossingen, is „de moeizame worsteling met een stugge wer kelijkheid." De voorzitter van de Raad voor de Wo ningbouw, ir. Th. P. Tromp, zei in antwoord op de rede van de minister, dat de woning nood van honderdduizenden in den lande inderdaad een woningramp is. Niet alleen zal de raad adviezen aan de minister kunnen geven, het werk zal ook kunnen uitgroeien tot het geven van advie zen aan elkaar, dus tussen de diverse groe peringen, die er in zijn vertegenwoordigd. De raad zal zeer veel te doen hebben. Het zal op een juiste keuze aankomen bij het voorrang geven aan onderwerpen, waarvan men verwachten kan, dat zij in de kortst mogelijke tijd een verbetering ten goede zullen kunnen veroorzaken. Een belangrijk punt zal het beraadslagen over een verantwoord tariefloon zijn. Ir. Tromp wierp de suggestie op of door het opstellen van een programma op langere termijn dan een jaar men met de beschik bare arbeidskrachten tot een grotere wo ningproductie zou kunnen komen. Behoefte en potentieel zijn niet gelijk over het land verspreid. Hij wees tenslotte op het belang van het opvangen van jong geschoolden in de bedrijven, het verbeteren van sociale verzorgingen en voorzieningen op het werk en het mede daardoor attractiever maken van het handwerk, alsook het vormen van vaste kernen van arbeiders. Het comité voor Stille Armen te Heem stede mocht na de verantwoording van vorige week de volgende bijdragen ont vangen: W. E. V.—N. ƒ2,50; L. C. v. O. ƒ10,—; B. L.—H. ƒ2,50; E. A. v. R. ƒ25,—; Wed. H. L. J. B.—S. ƒ2.50; H. L. J. B. ƒ2,50; P. E.—v. M. ƒ6,—; L. v. L—S v. L. ƒ10.—; N. N. 25,—; H. A. v. O. 50.—; A. L. S.—v. B. ƒ2.50; H. C. W. 2,50; N. N. ƒ10,—; G. H 10.—; Drs. B. B. v. d. H. 10,H. H. j v. V. ƒ5,—; H. C. K. S. ƒ50,—; W. L. f 10,V. L. ƒ25,—; E. F. J. P. N. ƒ10,—; N. N. ƒ10,—; Y. Z. 25,—; Ir. S. ƒ10,—; F. E. K. ƒ2,50; E. C. v. S—M. ƒ10,—: H. J. V. ƒ2.50; C. M. v. d. W.—B. ƒ1,—; Y Z. ƒ50,—; J. S. ƒ20,—; A. V. ƒ5,—; N. N. ƒ5,—; P. N. L M. T. ƒ10,—; G. A. V.—v. D. 25.—; J. w_ s. 20,—; J. M. A. K.—B. ƒ2,50: J. v. d. M. f2.50; N. N. ƒ99.—; J. H. O. 2,a0: F. K S. ƒ2,50: W. B. ƒ5,—; A. D. v. E. 10,—; C F. flO,—M. C. O. ƒ5,—; N. W. A. O. f25,—; J. J. L. P. ƒ3,—: D. S. ƒ10.—; M. A. W f5,—; W. C. W. 100,—; BI. H. ƒ10.—; C. M. B.—S. ƒ10,—; C. v. H. ƒ2.50: G. D. L. P. ƒ2,50; P. C. R. ƒ10.—; E. v. L. ƒ10,—; G. A. L. ƒ5.—; d. R. ƒ10,—; H. Z. ƒ2,50; N. N. f 100,B. K. ƒ5,—; P. J. ƒ10.—; W. T. B -v E. 2.—; H. F. 5,—; C. D. F. 20,—; Dr P v. K. f 25,—; G. J. P. ƒ10,—; Carr. fab W. V. f 25,—; via Handelsblad ƒ25,—. Totaal ƒ1038,—, zodat nu is ontvangen f 2926 32 De 'penningmeester, de heer A. van Win- gerde, zal gaarne uw giften in ontvangst nemen, zowel te zijnen huize Antoms Duycklaan 12 als ten raadhuize. Zijn giro nummer is: 153308. Roekeloos rijden veroorzaakte dood van mede-weggebruiker De officier van justitie bij de Alkmaarse rechtbank heeft vier weken gevangenis straf en een chauffeerverbod voor een jaar geëist tegen de Haarlemse chauffeur J. H. van der W. die op 12 September nabij Den Helder zonder richting aan te geven met zijn vrachtauto linksaf sloeg en daardoor een aanrijding veroorzaakte met een in de zelfde richting rijdende motor. Een 19- jarige marinier Bos, die op de duo van de motor zat, was daarbij dodelijk veronge lukt. HAARLEM, 20 Decemebr 1955 ONDERTROUWD: 20 Dec., P. J. Fris en J. Boeré H. Bijster en E. R. Sival; H. Schreur en M. van Eijsden; R. E. Gillissen en A. R. Mol. GEHUWD: 20 Dec., F. W. R. Leigh en J. Verbrugh; P. Jonker en E. A. Voskuilen: P. A. Biersteker en W. Doek; Chr. B. van Del den en C. M. A. Reintjens; G. Hoogteiling en C. F. Weijers; J. M. Handgraaf en A. M. A. Copoens. T BEVALLEN van een zoon: 19 Dec.. L. ReislerDriesmans; R. BijlsmaDamstra; C A. M. Schaap—Christiaans; E. Esmann— van Hoom; A. C. Wijngaard—Nieuwjaar; M. Smit—Krom; 20 Dec., M. E. Koper— Oudejans. BEVALLEN van een dochter: 17 Dec.. A. M. Eeken—Smal; 19 Dec., E. Hilders—Ver- wer; E. C. J. A. van der Meer—Mooijekind; C. van der Mijevan den Boogaard; 20 Dec., E. M. Stol voortJoosten. OVERLEDEN: 17 Dec., H. M. E. Prent— van de Reep, 67 j„ 2e Zuidpolderstraat; 18 Dec., D. Ickelsheimen, 66 j., Koninginne weg; M. Oomsde Vries, 66 j., Rijksstraat weg. Blijkens het algemeen verslag van de afdelingen der Provinciale Staten van Noordholland, betreffende de provinciale begroting 1956 wordt het beleid van Ge deputeerde Staten inzake de jeugdzorg teleurstellend genoemd. Gezien de grote woningnood in de pro vincie zal het provinciaal bestuur zich moeten verzekeren van een groter woning contingent dan tot nu toe, aldus enkele leden. Tevens zal het zich hebben te be raden over versnelling van de woning bouw. Daartoe zou een verzoek aan de regering, om gezien de internationale ont spanning, jonge arbeiders van militaire dienst vrij te stellen, nuttig zijn. Ook zou stimulerend werken, indien het provin ciaal bestuur zich zou uitspreken ten gun ste van een verbetering voor de arbeiders in de omscholing voor de bouwvakken. De financiële positie van de provincie werd algemeen gunstig genoemd. Gelet op de stand van de reserve vroegen enkele leden of Gedeputeerde Staten het niet ge wettigd achten om tot verlaging van de belastingdruk te komen. Geestgronden Bij de bespreking van het onderwerp „beheersing grondwaterstand geestgron den" betreurden enkele leden het, dat Ge deputeerde Staten geen kostencijfers heb ben vermeld, zomin met betrekking tot de infiltratiewerken als tot de exploitatie. De vraag is gesteld, welke gevolgen Gedepu teerde Staten verwachten zodra men in 1957 water zal gaan inpompen, ten aan zien van het Provinciaal Waterleidingbe drijf, dat ernstig bezwaren had gemaakt op grond van vrees voor aantasting van de belangen van de waterwinning. Enkele leden meenden, dat de ontworpen ontgin ningen niet voldoende zijn om de te ver wachten verliezen door het ontwerp- streekplan IJmond goed te maken. Bestaat de mogelijkheid tot uitbreiding van de ontginning, eventueel na voorafgaande af graving? Zeer vele leden vragen, of niet meer provinciale gronden in cultuur kun nen worden gebracht en voor de verdre ven tuinders beschikbaar kunnen worden gesteld dan 75 ha. Een lid heeft gevraagd, welke verhou ding er zal bestaan tussen het bestuur van het nieuwe boven-gemeentelijke li chaam, dat in het gebied van de IJmond zal worden opgericht en Gedeputeerde Staten. Volgens het lid is meer helderheid dienaangaande wenselijk. Vele leden hebben Gedeputeerde Staten gevraagd, of zij niet van oordeel zijn, dat het uit planologisch gezichtspunt nood zakelijk is, dat er naar gestreefd wordt, binnen de vier grote bevolkings-agglome- raties Amsterdam, Haarlem (Zuid-Kenne- merland), IJmond-Noord en Zaanstreek in elk geval zoveel ruimte open te houden, dat een urbanisering van dit gebied als één geheel voorkomen wordt. Zijn Gede puteerde Staten niet van mening, dat daar toe tijdig de nodige maatregelen genomen dienen te worden? Ook is geïnformeerd of Gedeputeerde Staten bereid zijn om met Gedeputeerde Staten van Utrecht overleg te plegen ter zake van een streekplan voor het zoge naamde Vechtgebied. ADVERTENTIE Ondergetekende: Naam: Straat: Plaats: Wenst zich met ingang van te abonneren op Haarlems Dagblad OPRECHTE HAARLEMSCHE COURANT h f 6.50 per kwartaal// 0.50 per week Handtekening: Doorhalen wat niet verlangd wordt. ZU die zich met ingang van 1 Januari 1956 per kwartaal abonneren, ontvangen de nummers tot en met 31 December 1955 gratis. Dit geldt alleen voor nieuwe kwartaalabonné's dus niet voor omzetting van week- in kwartaalabonnementen ett° 'n Moscatel Geïmporteerd door OUD-Haarlem (Van onze parlementaire redacteur) Nu ir. S. A. Posthumus, aangezien hij met een auto had gereden onder invloed van te veel sterke drank, zonder dat er echter een ongeluk was gebeurd, tot een week onvoorwaardelijke gevangenisstraf is veroordeeld, zijn er allerlei vragen gerezen. De eerste was, of hij, volgens Grondwet en wet, Kamerlid kan blijven. Hieromtrent nu bestaat niet de geringste twijfel. Deze ver oordeling brengt het verlies van het Kamerlidmaatschap niet met zich mee. Naar mij bekend is, neemt de fractie van de Partij van de Arbeid, waarvan die af gevaardigde deel uitmaakt, eenstemmig het standpunt in, dat hij zodra hij de week gevangenisstraf achter de rug heeft, zijn werkzaamheden in de Kamer weer ten volle zal kunnen vervullen. Men is zich, met de gestrafte zelf, ter dege bewust van de ernst van het geval. Maar men gaat er tevens van uit, dat hij al zwaar genoeg heeft moeten boeten door de rechterlijke uit spraak, alsook doordat hij op aandrang van zijn geestverwanten in de Rotterdamse raad, zijn lidmaatschap van dat college heeft moeten neerleggen. Uit een oogpunt van menselijkheid acht men het onjuist hem nu bovendien nog als het ware uit de Kamer te zetten, zienswijze, die verschil lende afgevaardigden van andere politieke richting willen eerbiedigen. Dit zeker, nu men er op grond van de thans door de per soon in kwestie aangenomen houding van mag uitgaan, dat hij metterdaad zal tonen de zware les ten volle te hebben begrepen. In het licht van al deze factoren acht zijn fractie het niet in strijd met het aanzien, dat de Kamer dient te genieten, wanneer de gestrafte deel van dat college blijft uit maken. In hoeverre binnen de Partij die opvat ting ook voldoende aanhang zal blijken te bezitten om bedoelde afgevaardigde weel een verkiesbare plaats op de candidaten- lijst te doen innemen, is een vraag op zich zelf, waarover vermoedelijk nog wel enige strijd zal worden gevoerd. Op Westerveld is Dinsdagmiddag gecre meerd het stoffelijk overschot van ir. L. W. Bast, in leven oud-chef van de technische dienst van de Koninklijke Rotterdamse Lloyd. De heer Bast, die op 68-jarige leef tijd in Heemstede is overleden, was tot zijn dood technisch adviseur van deze rederij; hij was officier in de orde van Oranje Nassau. Toen de lange stoet, die de met vele kransen en bloemstukken overdekte baai- volgde, de aula bereikte, speelde de orga nist „De Heer is mijn herder." De heer Th. Ruys, sprekend namens de directie van de Koninklijke Rotterdamse Lloyd, roemde het vernuft van de overledene, die onder meer de „Willem Ruys" ontwierp. „Bij het ontwerpen van schepen, ook van vracht schepen, voor onze rederij, wist hij altijd met succes af te wijken van de gangbare vormen." De heer Ruys herdacht ook zijn recht schapenheid, zijn werkkracht, zijn opge wektheid en zijn belangstelling voor alles, wat zich in het bedrijf afspeelde. „Hij voer door het leven op veilige wijze en met vol doende diepgang." Vervolgens sprak de heer P. van Over keek namens het gehele technische perso neel tot zijn voormalige chef en vriend. „Dankzij zijn grote gaven van hart en hoofd was het onder hem altijd goed dienen. Door zijn sterk sociaal gevoel had men bij hem altijd een idee van veiligheid. Tijdens de oorlogsjaren was hij een schild tussen de bezetter en het personeel. Zijn scherpzinnigheid gaf ook de anderen om hem heen een groot zelfvertrouwen. Zijn enthousiasme en spreker dacht hierbij in het bijzonder aan het levenswerk van de overledene, de „Willem Ruys" „straalde op ons allen over. Wij zullen het werk in zijn geest voortzetten en hem steeds in ere houden." Nadat een dochter van de overledene in gebed was voorgegaan, daalde de baar onder de klanken van een Andante van Mozai-t. Hierna sprak een zoon van de overledene woorden van dank naar aanleiding van deze plechtigheid, die door de organist werd besloten met „Een vaste burcht is onze God." ADVERTENTIE BIJ DE TWEEDE KAMER is ingediend een wetsontwerp tot goedkeuring van de op 5 November 1955 te Brussel gesloten overeenkomst inzake de instelling van een raadgevende interparlementaire Beneluxraad. Reeds geruime tijd wordt het als een gemis beschouwd, dat in het geheel van organen, dat onder de werking van de Benelux is ontstaan, een orgaan van inter parlementair overleg ontbreekt. Het is wenselijk, thans de parlementen te voorzien van een gemeenschappelijk forum in Beneluxverband, aldus wordt in de toelichting verklaard. Hierdoor zullen de regeringen langs snelle weg kennis kunnen nemen van de verschillende stromingen, welke in ieder der parlementen van de drie landen be staan met betrekking tot het in Benelux- aangelegenheden te voeren beleid. Het aantal léden van de raad zal op 49 gesteld worden. Hierbij wordt aange tekend, dat een verhouding van vertegen woordigers der drie landen in de inter parlementaire Beneluxraad, welke niet overeenkomt met de onderlinge verhou ding der bevolkingsgetallen, aanvaardbaar is voor een lichaam als het onderhavige, dat een adviserend karakter draagt en een bijzondere wijze van besluitvorming kent. Mochten de bevoegdheden van de raad in de toekomst worden gewijzigd, dan zal de samenstelling van het orgaan opnieuw moeten worden overwogen. De leden worden uit en door de onder scheidene parlementen gekozen. Het komt de regering voor, dat voor alle betrokken afgevaardigden het lidmaatschap van de raad zal dienen te eindigen als gevolg van parlementsverkiezingen in een der drie landen, ook voor die leden, welke in hun parlement worden herkozen. De drie regeringen zijn van mening, dat de raad voor een doeltreffende uitoefening van zijn taak ten minste eenmaal per jaar in zitting dient bijeen te komen. Mochten Een lid van de Provinciale Staten van Noordholland heeft in de afdelingen het huidige verkeer ter sprake gebracht en het provinciale wegennet totaal onvoldoende geacht. Dit noemde het lid een algemeen verschijnsel. Gaarne zal van Gedeputeerde Staten worden vernomen welke maatrege len genomen worden om aan het bezwaar tegemoet te komen. Voors is herinnerd aan de onveiligheid op de wegen. Men meende te weten, dat in de provincie Zuid-Holland een provin ciale commissie voor de verkeersveiligheid met succes werkzaam is. Is het mogelijk de instelling van een dergelijke commissie voor Noordholland te overwegen, is ge vraagd. Velsens raad heeft gisteravond een royaal en goed-gefundeerd betoog mogen aan horen van de nieuwe wethouder van Openbare Werken, de heer R. Verbeek (Ar beid), die de kans schoon zag enige der belangrijkste onderdelen zijner portefeuille aan een nadere beschouwing te onderwerpen: hij heeft onder meer kort en krachtig stelling genomen tegen de „romantici" uit de raad, die oud-IJmuiden wilden zien her rijzen, evenals zijn collega de heer H. d e B o e r (Arbeid) in genen dele het oor kon lenen aan de wederopstandingsplannen rond dit gemeentedeel. Verder stelde hij een nieuw (en uiterste) plan voor de winkelbouw aan het Plein 1955 in het vooruitzicht, dat bij niet-aanvaarding het „laatste woord" in deze netelige affaire dreigt te worden'. Er is voorts een bittere pil onverguld opgediend tijdens deze zitting: het W. F. Vis serhuis zal een enorme strop voor de gemeente blijken op te leveren, als het een maal klaar is: het wordt ruim 3y2 ton duurder dan geraamd was! Even bitter waren de cijfers over de woningnood in Velsen, al heeft wethouder Verbeek het pessimisme wel-iets weten weg te nemen door een reeks cijfers; de woorden van zijn ambtgenoot, de heer C. P. J. Maas (Sociale Zaken) bleven evenwel lang naklinken: hij schatte de wachttijd, waarop trouwlustigen in deze gemeente op een huis moeten wachten op vier jaar inplaats van de eerder genoemde en toch al treurige drie. Met brede blik heeft burgemeester m r. M. M. Kwint gistermiddag een deel van de vraagstukken, die de dag tevoren tijdens de algemene beschouwingen aan de orde waren gekomen, overzien. Als eerste van het college, dat Dinsdag aan het woord kwam, gaf de raadsvoorzitter op diverse punten opening van zaken en hij heeft onder meer de politie, Beeckensteyn en bovenal de bouw van het nieuwe raadhuis alsmede de IJmond ontwikkeling in zijn kaleidoscopisch betoog betrokken. „Op wei nige plaatsen is de bouw van een nieuw raadhuis in wezen zo eenvoudig als hier," merkte m r. Kwint op: „wij hebben de beschikking over de grond, over een schetsplan én over contant geld; het enige dat mankeert is bouwvolume. Nu moge het waar zijn, dat de woningbouw dringt, maar er is voor de bouw van een project als dit nu eenmaal een heel ander soort aannemers nodig dan voor woningbouw: het raadhuis zal in skeletbouw moeten worden opge trokken. Inmiddels behield hij de goede hoop, dat „hogerhand" de benarde positie van Velsen wat zijn raadhuis betreft, be grijpt: de ambtenaren zitten thans op elkaar gepakt. Nu is het ook weer niet zo dit in antwoord op wat de heer Lips een dag tevoren had geïnformeerd dat het bouw volume onmiddellijk nodig is, want met het uitwerken van hét schetsplan gaat mooi wat tijd heen." De woningbehoefte tot ongeveer 1960 wordt in Velsen getaxeerd op: 748 huizen (voor de opheffing der samenwoning); 500 huizen (voor trouwlustigen op dit mo ment); 1200 (huwbaren tot 1960); 337 (ont- duplexing); 195 (tot vervanging nood woningen en noodboerderijen); 100 (flats voor werkende vrouwen). Dat is dus een totaal van 3130 huizen, met daarboven 726 huizen, die nodig zijn als de sanering wordt doorgezet. Tot 1960 zal de gemeentelijke aanwas en de industriële behoefte 928 huizen vragen en bovendien nog eens 300 huizen voor de re-evacuatie en 500 particulieren zullen naar schatting van buiten komen, die ook moeten wonen. Ergo: er zijn 5584 huizen nodig tot I960, ofwel 1100 a 1200 woningen per jaar. Dit deelde wethouder W. F. Verbeek mee tijdens de replieken op de tweede begro tingsavond in Velsen. buitendien de drie regeringen de wense lijkheid gevoelen, het interparlementaire lichaam te raadplegen, dan wordt dit door zijn voorzitter bijeengeroepen op hun ge zamenlijk verzoek. Daarenboven kan de raad bijeengeroepen worden in elk der speciale' gevallen,' waarin de meerderheid van zijn leden ditv nodig oordeelt. De raad zal de drie regeringen van ad vies dienen aangaande vraagstukken, welke bij de samenwerking tussen de drie landen naar voren komen. Hoewel deze samenwerking zich verder uitstrekt dan over het economisch terrein alleen en het arbeidsveld van de raad niet tot dit ter rein dient beperkt te blijven, ligt het niet in de bedoeling de raad bevoegd te ver klaren eigener beweging te treden in alle vraagstukken, welke voor de drie landen van gemeenschappelijk belang zijn. De regeringen hebben besloten het tijd stip van inwerkingtreding van de over eenkomst niet afhankelijk te stellen van het ogenblik, waarop de economische unie tussen de Beneluxlanden tot stand komt. Derhalve is thans bepaald, dat de overeen komst in werking zal treden zodra zij door de drie landen is bekrachtigd. ADVERTENTIE KERST-TENTOONSTELLING Tulpen - Hyacinthen - Narcissen OPENT 22 DEC., 2.30 uur Entree f 1.50; open 1022 uur le Kerstdag gesloten De biljartuitslaigen in de competitie van de FBHO luidden: Klasse A: Telescoop—Centrum I 44; KR II—Flora 8—0; DWO—KR I 4—4; Cen trum IIHaarl. West 26. Klasse B: Kampervest IICentrum 26; RozenpriëelKampervest I 08; Telescoop Poedeitje I 3—5; Poedeltje II—KR 4—4. Klasse D I: S. en G.Telescoop 62; BWKampervest 6—2; OostenHaarl. West 44; RozenpriëelDWO 80. Klasse D II: DWOPoedeltje 44; Haarl. WestCentrum 44; Kampervest—Oosten 6—2. Met een in OPRECHTE HAARLEMSCHE COURANT bereikt U Uw vrienden, ken nissen en clientèle op het rustige moment dat zij de krant lezen. De prijs van de Nieuwjaarsadvertenties welke in ons nummer van 31 December of 2 Januari worden geplaatst, bedraagt bij een minimum van 12 mm 3.36. elke mm meer 0.28. Indien men een advertentie-contract heeft lopen, kan een Nieuwjaarswens in mindering van het contract worden gebracht. Gaarne ontvangen wij tijdig Uw opgave aan ons kantoor: GROTE HOUTSTRAAT 93 SOENDAPLEIN

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1955 | | pagina 6