afe Amsterdamsche Bank Opmerkelijke toeneming van bejaarden in Haarlem Ruim achthonderd huizen in aanbouw en twaalfhonderd in voorbereiding HOENDERDOS KOLEN Daling in aantallen inwoners van enige oudere buitenwijken Een andere kijk op Parijs NEUROTONIC. Haarlemse bevolkingscijfers 1954 Verschijnsel dat tot veelomvattende voorzieningen aanleiding geeft Gymnasiasten spelen stuk van Vildrac BLDEMLU5T Vermoedelijk gevolg van minder samenwoningen Gemalen slakjes POTTER'S LINIA G. J. L. Francot overleden Burgerlijke Stand van Haarlem Taai geslacht B. en W. van Haarlem rapporteren over de woningbouzv Inzinking voorkomen Meer bouwvolume nodig Na 1956 DOE UW VOORDEEL VRAAG ONZE PRIJZEN Sigarettenautomaat-zaak voor Hoge Raad ZATERDAG 24 DECEMBER 1955 HAARLEMS DAGBLAD OPRECHTE HAARLEMSCHE COURAM Uit de jaarstatistiek over de bevolking van de gemeente Haarlem in 1954, die thans door de Afdeling Regionaal onderzoek van het Nederlandse Economisch Instituut is uitgegeven, blijkt, dat het aantal vrouwen per honderd mannen iets is gedaald, doch dat het in de leeftijdsklasse boven de 45 jaar iets is toegenomen. Er doet zich echter een daling voor in het aantal vrouwen per honderd mannen in de groep van twintig tot vijfenveertig jaar. Bij de niet-volwas- senen is in de verhouding tussen de ge slachten vrijwel geen verandering ge komen. In de cijfers van de bevolking naar kerk genootschap voltrekt zich slechts een zeer geringe verandering. De daling van het aan tal Nederlands Hervormden heeft zich ook in 1954 voortgezet: de percentages van dit bevolkingsdeel luiden over de jaren 1948 tot 1955 achtereenvolgens: 26,7 26,3 26,1 25,8 25,7 25,7 25,5. Het zelfde geldt voor enkele kleinere pro testantse kerkgenootschappen, zoals de Doopsgezinden, Evangelisch-Luthersen, Oud Katholieken, Remonstranten en Waals Her vormden. Het aantal Gereformeerden en Christelijk Gereformeerden bleef sinds 1948 na een kleine schommeling gelijk. Een geringe procentuele stijging deed zich voor bij de Rooms-Katholieken en bij personen, die niet tot enig kerkgenootschap behoren, in beide gevallen werd de stijging veroor zaakt door een groter aantal geboorten. Van 1 Januari 1948 tot 1 Januari 1955 steeg het percentage Rooms-Katholieken van 37,4 tot 38,6 en het percentage niet-kerke- lijke Haarlemmers van 22,3 tot 23,6. In cijfers zijn de verhoudingen aan het begin van dit jaar als volgt: Nederlands Hervormden 42.356; R.K.: 63.186; Geref.: 8.937; Chr. Geref.: 1.217; Doopsgezinden: 3.821; Evang. Luth.: 3.031: Isr. Gem.: 283; Oud-Kath. 207; Remonstr.: 863; Waals Heiw. 89; overige kerken: 3.032; geen kerk genootschap: 39.150. Van de bevolking verdeeld naar de stads wijken is hierbij een tabel opgenomen, waaruit blijkt, dat de wijken met de groot ste toeneming van het inwonertal tussen 31 Mei 1954 en 31 Mei 1955 zijn: Vondel- kwartier waar het aantal inwoners toenam met 977, Huis te Zaanenkwartier met een toeneming van 400, de Slachthuisbuurt met een toeneming van 358 en«de Van Zeggelen- buurt met een toeneming van 251. De grootste teruggang in het aantal bewoners vertoonden de wijken Kleverpark, waar het aantal verminderde met 292, de Rivieren en Vogelenbuurt, waar het met 200 terug ging en de Indische Buurt, waar het met 197 daalde. De sterkste groei ziet men uiteraard in die wijken, waar veel nieuwe woningen zijn gebouwd. De opvallende vermindering van het inwonertal in bepaalde wijken is vermoedelijk het opheffen van samenwo ningen of het vervangen van inwonende ge zinnen met kinderen door jonggehuwden zonder kinderen. Daarnaast speelt de ge stadige veroudering van de wijken een rol doordat de inwonende kinderen het ouder lijk huis verlaten. Dit geldt voor alle wijken, die 20 a 30 jaar geleden werden gebouwd en destijds ADVERTENTIE Willem van Duinrijck 1674 stortte des ochtends steeds wat gemalen slakjes in zijn halsboord. Voorbehoedmiddel tegen, verkoud heid en keelpijn zonder weerga placht hij op te merken... Wij in de 20e eeuw zorgen liever dat we een doosje Potter's Linia bij ons hebben. Een Pottertje op de tong verzacht al dadelijk de pijnlijke keel en geeft U een frisse adem. POTTER'S LINIA in handige platte doos- jes bij alle Apoth. en Drogisten 55 cent. catarrh bX0ncl"' Catarrh Pastille? J1 Po"er's D« rode pastilles °.osfl 110 werking. met de snelle Imp. Fa. H. ten HERKEL HILVERSUM In het diaconessenhuis te Groningen is na een korte ziekte overleden de heer G. J. L. Francot, hoofdstationschef te Gro ningen. Hij werd 63 jaar. De heer Francot kwam in 1950 naar Groningen. Hij werd geboren op 21 October 1892 te Eijsden (L.). Achtereenvolgens was hij in verscheidene functies werkzaam te Rotterdam, Delft, Purmerend, Haarlem en Rotterdam-Feyen- oord. HAARLEM, 23 December 1955 ONDERTROUWD: 23 Dec., D. de Jonge en M. J. Keesmaat. BEVALLEN van een zoon: 21 Dec., H. E. van VeenHarmes; 22 Dec., G. Chr. van Mierlo—Brink; A. F. Polak—van Dijk; J. C. SchreursTerpoorten; 23 Dec., H. Leunk Bassner. GEHUWD: 23 Dec., W. A. Kimmel en A. van der Schaaf. BEVALLEN van een dochter: 22 Dec., M. G. Jager—Denekamp; M. W. Huijerman— van den Berg. OVERLEDEN: 21 Dec., R. J. Bultje, 9 m., Gasthuisvest; J. S. van Velthuijsen, 74 j., Nassaulaan; H. J. A. Springveld, 66 j., Ge neraal Cronjéstraat; 22 Dec., E. Hilterman Griek, 55 j., A. L. Dyserinckstraat. overwegend bewoond werden door jonge gezinnen. Hetzelfde verschijnsel doet zich voor in het Huis te Zaanenkwartier, maai de afneming wordt daar overgecompen seerd door de nieuwbouw. Wanneer men de tabellen over de ge boorte naar rangorde in het gezin en naar jaar van het huwelijk bekijkt, dan valt het afgenomen aandeel daarin op van de leef tijdsgroep van de 20 tot 45 jaar in het al gemeen van de jonge gezinnen. Het aantal geboorten vergelijkend in de gezinnen, waar de huwelijken 0 tot 4 jaar, 5 tot 14 jaar en 15 jaar en langer bestonden, in 1953 verge leken met die van 1954, dan blijkt dat het aantal geboorten in de jongere gezinnen een achteruitgang vertoont en in de oudere gezinnen jujst een vooruitgang. De daling van het aantal geboorten vindt dus plaats in de jonge gezinnen, waarvan niet alleen een groot gedeelte slecht is ge huisvest, maar waarbij ook het vertrek naar elders het meest voorkomt, zowel naar de emigratie-gebieden als naar andere gebieden in Nederland. ADVERTENTIE Wanneer U in Parijs op de Place de l'Etoile staat, bij de beroemde Are de Triomphe, bevindt U zich in het middelpunt van een ster. Een stedebouwkundige conceptie van grandioze allure die U niet zo opvalt, wanneer U zich er midden in 0 bevindt, maar die U vanuit de lucht in één blik overziet. Ook in het zakenleven staat U vaak te dicht bij details om het geheel van mogelijkheden te kunnen peilen. Dit doet de Bank voor U. Door haar vele internationale verbindingen en informatiebronnen is de Bank op elk gewenst moment in staat een duidelijk en betrouwbaar overzicht te geven van de wereldsituatie op financieel en zakelijk gebied. 218 kantoren in 179 plaatsen Bevolking naar stadswijken in Haarlem op 31 Mei 1947, 1 Januari 1954 en 31 Mei 1955 Aantal Aaantal Aantal Toe- of inwoners inwoners inwoners afneming 31-5-,47 l-l-'54 31-5-'55 1954-o5 13.432 13.495 63 3.391 3.323 68 3.510 3.452 57 5.452 5.485 33 8.243 8.174 69 4.711 4.639 72 6.061 5.978 83 Rozenpriëel 5.321 5.336 15 Oude Amsterdamse buurt 6.328 6.372 44 Van Zeggelenbuurt 12.376 5.902 6.133 231 9.112 9.470 358 2,369 2.297 72 2.752 2.672 80 10.998 10.926 72 Indische buurt 12.391 13.812 13.615 197 8.518 8.226 292 Huis te Zaanenkwartier 18.571 18.971 400 10.196 9.996 200 Vondelkwartier 4.453 8.373 9.350 977 Tempeliers- en Bos en Vaartkwartier 6.765 6.713 6.773 60 Rustenburgerlaankwartier 1.712 1.699 13 Haarlemmerhoutkwartier 3.546 3.498 48 3.426 3.387 39 Zijlwegbuurt West 1.683 1.677 6 Duinroosbuurt 345 374 29 925 931 6 274 238 36 47 100 53 geteld op waladrcs 165.723 166.588 DE VOORGENOMEN BENOEMING van een „geriater" bij de Haarlemse GGD waarover wij bericht hebben in ons blad van 21 December vestigt nog eens opnieuw de aandacht op het voortdurend ouder worden van de Haarlemse, en in het algemeen van de gehele Nederlandse, bevolking. Dit verschijnsel wordt weer spiegeld in de statistische cijfers over de leeftijdsopbouw van de bevolking, waaruit blijkt dat het percentage boven-65 jarigen voortdurend toeneemt. Deze toeneming is evenwel veel groter dan uit de groei van dit percentage blijkt. De afneming van de zuigelingen- en kindersterfte, het sterk terugdringen van ziekten als de tbc, die vroeger de dood van zovele jonge mensen veroorzaakte en de beteugeling van tal van andere ziekten van de middelbare leeftijd hebben tezamen een enorme relatieve toeneming van het aantal beneden-65 jarigen tot gevolg gehad. Beter dan uit percentages van de gehéle bevolking blijkt het „ouder worden" dan ook uit een analyse van de leeftijdsopbouw der bejaardengroep. Tot deze groep rekenen wij vooralsnog alle boven-65 jarigen, al laat het zich nu al aanzien dat deze grens in de eerstkomende decennia wel naar boven verschoven zal worden. Bij de volkstelling van 1910 bleken er van elke duizend Haarlemmers 60 te zijn bóven 65 jaar; in 1920 was dit aantal reeds gestegen tot 66 per duizend. Tien jaar later, bij de volkstelling van 1930 bleek het gestegen te zijn tot 68. In het toen verstreken decennium bleek de toe neming dus slechts gering te zijn geweest. Wellicht heeft de grenswijziging van 1927 daarop invloed gehad. De eerstvolgende cijfers die ter beschikking staan betreffen de toestand op 1 Januari 1948. De oorlogs jaren met hun ontbering en voedsel schaarste hadden zoals bekend is, de dood van heel wat oudere mensen veroorzaakt. Desniettegenstaande bleken er op dat tijd stip op elke duizend Haarlemmers 86(!) te zijn bóven 65 jaar. Thans, nog geen acht jaar later, wonen er in Haarlem op elke duizend inwoners niet minder dan 101 bóven 65 jaar! In slechts acht jaar tijds steeg derhalve het percentage boven-65 jarigen van 8,6 tot 10,1. Gaan wij nu na welke verschuivingen in de leeftijdsopbouw zich binnen de groep bejaarden hebben voorgedaan. In 1910 waren er in Haarlem van elke duizend boven-65 jarigen 404 tussen 65 en 70 jaar, 289 tussen 70 en 75 jaar, 173 tus sen 75 en 80 jaar en 134 ouder dan tachtig jaar. In 1920 waren deze aantalen respectieve lijk 414, 286, 172 en 128, d.w.z. dat de groep tussen 65 en 70 jaar was toegenomen ten koste van de leeftijdsgroepen bóven 70 jaar. Ofschoon er dus wel een toename was van de totaal-groep der bejaarden, was er binnen deze groep geen sprake van een ouder worden; integendeel. Een in hoofdzaak hieraan analoog beeld geven de cijfers van 1930. Van elke duizend boven-65 jarige Haarlemmers waren er toen 429 tussen 65 en 70, doch slechts 278 tussen 70 en 75 jaar, 175 tussen 75 en 80 jaar en 118 bóven tachtig jaar. Het jaar 1948 bracht een geheel ge wijzigde toestand aan het licht. Toen im mers waren er op elke duizend boven-65 jarige Haarlemmers slechts 410 tussen 65 en 70 jaar, maar 294 tussen 70 en 75 jaar, 174 tussen 75 en 80 jaar en 122 boven tachtig jaar. De tendenz tot ouder worden die zich toen manifesteerde heeft zich inmiddels overduidelijk voortgezet, want van elke duizend boven-65 jarige Haarlemmers van 1955 zijn er nog maar 379 tussen 65 en 70 jaar en 293 tussen 70 en 75 jaar maar daarentegen 191(!) tussen 75 en 80 jaar en zelfs 137 bóven tachtig jaar. Analyseren wij de groep der boven-80 jarigen nog verder dan blijkt het aantal inwoners tussen 80 en 85 jaar van 1948 tot 1955 per duizend bejaarden te zijn toe genomen van 88 tot 92, dat der 85- tot 90- jarigen van 28 tot 34, dat der 90- tot 95- jarigen van 5 tot 9 (bijna een verdubbe ling!) en dat der boven-95 jarigen van 1 tot 1,7 per duizend bejaarden. (De hier bedoelde grijsaards van bóven de 95 mo gen het ons vergeven dat wij hen in deci malen uitdrukken; de volgende maal ko men zij ongetwijfeld tot een vol cijfer van 2, zoal niet van 3 pro mille!) Van ouds gold het „zwakke geslacht" als het meest taaie: vrouwen werden dooreen genomen ouder dan de mannen. Uit de jongste cijfers blijkt dat deze regel nog volop geldt: onder de 65- tot 70-jarige in woners van Haarlem is momenteel de ver houding: 100 mannen tegenover 123 vrou wen. Bij de 70- tot 75-jarigen is de positie van de vrouwen nog sterker: tegenover 100 mannen zelfs 132 vrouwen. Bij de groep der 75- tot 80-jarigen is de verhouding 100 mannen tegenover 129 vrouwen; bij de 80- tot 85-jarigen 100 mannen tegenover 144 vrouwen en de de 85- tot 90-jarigen honderd mannen tegenover 135 vrouwen. Bij de bóven-90 jarigen kunnen wij niet meer met honderdtallen rekenen. Haar lem telt nu 59 mannen en 86 vrouwen tussen 90 en 95 jaar, hetgeen overeenkomt met een verhouding van 100 mannen tegenover 145 vrouwen. En tenslotte zijn er dan nog 10 mannen en 18 vrouwen bóven 95 jaar; bij deze topgroep is de ver houding dus zelfs 100 tegenover 180! Uit bovenstaande cijfers blijkt wel hoe zéér het „ouder worden" zich in de laatste acht jaar heeft doorgezet. Niemand kan nog precies voorspellen hoe lang en in welke mate deze opvallende ontwikkeling zich zal voortzetten. Maar het is wel zeker dat uit deze ontwikkeling een menigte problemen van maatschappelijke en be stuurlijke aard zullen ontspruiten. Eén van deze problemen, de medische bejaarden zorg heeft Haarlem door de aanstelling van een geriater met voortvarendheid aan gevat: er zullen nog heel wat gelijkwaar dige maatregelen op ander gebied moeten volgen. In aansluiting op de door B. en W. van Haarlem aangekondigde radicalisering van het woningbouwbeleid samengevat in de leuze „Woningbouw gaat vóór alles" heeft het college de gemeenteraad thans uitvoerig voorgelicht over de gang van zaken in de woningbouw, het eerste over zicht van een reeks periodieke publicaties over dit onderwerp. Het eerste overzicht geeft de situatie weer op 1 December jongstleden. Wij ont lenen daaraan de belangrijkste passages. In het tijdvak 1 Juli1 December 1955 werden 221 woningen voltooid. Deze kun nen als volgt worden onderverdeeld: Woningwetwoningen: 78 woningen, be horende tot het complex van 102 woningen, dat in opdracht van de woningbouwvereni ging „De Voorzorg" aan de J. J. Hamelink- straat werd gebouwd. Het complex is hier mede geheel opgeleverd. Vier woningen, behorende tot het complex van 76 wonin gen voor bejaarden, dat in opdracht van de woningbouwvereniging „Gemeenteperso- neel" aan de Blinkertlaan wordt gebouwd. Premiewoningen: 52 woningen, behoren de tot het complex van 133 woningen, dat door Hogerveka aan en nabij de Mr. Jan Gerritszlaan wordt gebouw; 12 woningen, die in opdracht van de gemeente aan de Jan Gijzenkade werden gebouwd; 66 wo ningen, die in opdracht van diverse parti culieren op verspreid liggende punten in de stad werden gebouwd. In de sector van de herbouwfinanciering werden negen woningen voltooid. Woningen in aanbouw Op 1 December waren de volgende aan tallen woningen in aanbouw: 50 door „St. Jozef" bij de basiliek St. Bavo; 72 door „Gemeentepersoneel, Blinkertlaan; 19 door „St. Bavo", Delftweide bij Orionweg; 138 door „Gemeentepersoneel" Hannie Schaft- straat; 181 door „St. Bavo Oost" Hannie Schaftstraat; 224 door „Volkshuisvesting" Delftwijk; 18 door gemeente Cremerstraat; 81 door Hogerveka Mr. Jan Gerritszlaan; 60 door diverse particulieren op diverse plaatsen. In totaal waren dus 843 woningen in aanbouw. Woningen in voorbereiding De bouw van 88 woningen en een flat gebouwtje voor 23 alleenstaanden in Delft- wijk in opdracht van de woningbouwver eniging „Onze Woning" is gegund. Binnen kort zal dan ook met de daadwerkelijke bouw worden begonnen. De aanbesteding van 225 woningen in Delftwijk in opdracht van de woningbouw vereniging „Eigen Haard" heeft plaats ge vonden op 18 October. Het overleg met provinciale directie en de laagste inschrij ver heeft tot resultaat gehad dat machti ging tot gunning zal kunnen worden ver kregen, zodat met de bouw van deze wo ningen ook spoedig een begin kan worden gemaakt. De aanbesteding van 120 woningen in Delftwijk in opdracht van de woningbouw vereniging St. Jozef heeft eveneens plaats gehad. De hierop betrekking hebbende stukken worden thans bestudeerd door de centrale directie. Voor verschillende bouwplannen voor premiewoningen is in beginsel bouwvolume toegezegd, zodat deze plannen in 1956 in uitvoering kunnen worden genomen (circa 420 woningen), mits voldoende extra bouw volume ter beschikking komt en het depar tement van wederopbouw de premie toe kent: De plannen voor de bouw van 320 systeemwoningen in Delftwijk door Gem- bouw, zijn bestudeerd door bouw- en wo ningtoezicht en aan de architect ter afwer king teruggezonden. De maatschappij zal eind Februari met de bouw kunnen beginnen. De administra tieve behandeling zal dan voltooid moeten zijn. Het is noodzakelijk gebleken, dat in 1956 bovendien met de bouw van nog 150 wo ningwetwoningen wordt begonnen, indien wij willen voorkomen, dat de woningwet- bouw een inzinking gaat vertonen. Het ligt voor de hand deze woningen in Delftwijk te bouwen, omdat voor dit gebied het uit breidingsplan is vastgesteld en de grond bouwrijp is gemaakt. Er wordt gezocht naar een architect, die in staat is de bouw plannen snel gereed te hebben. Een moei lijkheid die echter nog overwonnen moet worden, is de omstandigheid, dat de uit eindelijke vorm van het Delftplein nog niet is vastgesteld, zodat nog niet kan worden bepaald welke veranderingen in het uit breidingsplan voor het noordelijk deel van Delftwijk eventueel moeten worden aange bracht. Rijkswaterstaat zal op ons verzoek alles doen om een snelle beslissing moge lijk te maken. Alle maatregelen worden dus genomen om de cotinuïteit van de woningbouw ook in 1956 te verzekeren. De betekenis hiervan kan nauwelijks worden overschat. Er moet immers worden voorkomen, dat de beschik bare bouwvakarbeiders door gebrek aan werk afvloeien naar andere sectoren van de bouwnijverheid of naar andere gemeen ten, omdat dit voor een stad als Haarlem, die behoort tot de gemeenten met de groot ste woningnood, onverantwoord zou zijn. Bouwvolume Het in totaal voor het tijdvak 1954—1956 toegestane bouwvolume bedraagt 2073 wo ningen. Hiervan werden tot op heden ver bruikt 1802 woningen. Met „verbruikt" wordt in dit verband bedoeld, dat voor dit bouwvolume plannen zijn ingediend bij de provinciale directie van de Wederopbouw. Deze plannen kunnen worden onderver deeld in de plannen, waarvoor reeds mach tiging tot gunning resp. de premiebijdrage werd verleend en plannen die nog in be handeling zijn. Er kunnen nog plannen worden ingediend voor 271 woningen. Uit een en ander blijkt, dat het gebruik van het bouwvolume sneller plaats vindt dan met het verstreken van de tijd over eenkomt. Van de bouwvolumeperiode 1954- 1956 is thans 64°/o van de tijd verstreken, terwijl reeds voor 87 °/o van het bouw volume plannen zijn ingediend. Tevens blijkt echter welk gevaar de continuïteit in de Haarlemse woningbouw bedreigt. De plannen voor de Gembouw- systeemwoningen in Delftwijk zullen, ten zij de minister aan Haarlem dezelfde re ductie toekent als aan de drie grootste ge meenten, reeds 320 woningen vragen. Daar naast bestaat de noodzaak tot de bouw van nog 150 woningen in de woningwetsector om te voorkomen dat de productie van deze woningen wederom een inzinking ver tonen zal en tenslotte moet worden voor komen. dat de bouwers die regelmatig pre miewoningen bouwen in Haarlem, gedwon gen zullen worden hun activiteit aanmer kelijk te beperken. Alles zal dan ook wor den gedaan om meer bouwvolume te ver krijgen. Met de hiervoor genoemde plannen zal Delftwijk volkomen volgebouwd worden. Dit houdt in, dat de woningbouw in 1957, in Parkwijk zal moeten worden voortgezet. Het uitbreidingsplan Parkwijk wordt daar om in een snel tempo gereed gemaakt, ter wijl ook het bouwrijp maken met spoed zai plaats vinden. Het hiervoor benodigde crediet werd op 23 November door de raad verleend. Ook Parkwijk zal snel worden volge bouwd, zodat in de loop van 1958 reeds met de bouw van woningen in Schalkwijk zal moeten worden begonnen. De stedebouwkundige afdeling van open bare werken zal het uitbreidingsplan voor Schalkwijk in de loop van het eerste half jaar van 1957 dus zover moeten hebben voltooid, dat aan de architecten opdrach ten kunnen worden uitgegeven. Burgemeester en wethouders beseffen, dat van alle betrokken ambtenaren veel zal worden gevergd, doch zij zijn met deze ambtenaren van mening, dat de belangen die op het spel staan een uiterste krachts inspanning rechtvaardigen, zo besluit dit overzicht. ADVERTENTIE ADVERTENTIE Nervositeit en alle gevolgen daarvan overwint U alleen werkelijk doeltreffend met Niet verdovend, maar genezend. Begin daarom een kuur met NEUROTONIC en U wordt Uw zenuwen volledig de baas. Voorradig bij alle KINDERHUISSINGEL 2 - TELEFOON 11979 Twee jonge typografen, met de ervaring van zes jaar kazerneleven, besluiten naar Canada te emigreren om daar, als landbou wers met kans op een eigen bedrijf in de toekomst, de vrijheid te vinden. Zij zijn echter verplicht twee weken in de haven van inscheping te wachten, omdat het vrachtschip „Volharding" een dringende reparatie moet ondergaan. Beide vrienden, de met lef ondernemende Bastien en de dromerige, verlegen Segard, worden ver liefd op de serveerster in hun logement. Eerstgenoemde de plannenmaker, die de ander heeft meegesleept profiteert van een sentimentele aanleiding en gaat er met het meisje vandoor, hopend in Frankrijk ergens aan de kost te komen. De aan zijn lot overgelatene vertrekt alleen. Dat is in enkele regels de eenvoudige in trige van „Le paquebot Tenacity" van Charles Vildrac, waarvan leden van „Ami- citia Juncti" gisteravond een ook door wet houder D. J. A. Geluk bijgewoonde opvoe ring in de fraaie, maar achterin nogal slecht zicht biedende aula van het Stedelijk Gym nasium te Haarlem gaven. Het is een klein meesterwerkje van dichterlijk realisme, enigszins in de trant van Jean Jacques Bernard, die ook door Jean Sarment en Marcel Achard werd foegepast. De eerste voorstelling ervan werd in 1920 door Co- peau in het Théatre du Vieux Colombier gerealiseerd. Later is het stuk met succes in Nederland door Cor van der Lugt Mel- sert ten tonele gebracht. Aanbevelingen, die bijna als waarborgen van kwaliteit kunnen gelden, genoeg dus. Of dit stuk zich echter leent voor school- toneel is een vraag die na het zien van de door Frans Hesmerg met gevoel voor de sfeer geregisseerde vertoning ontkennend beantwoord moet worden. Niet omdat de gewone werklieden verklede gymnasiasten waren en als zodanig herkenbaar bleven, maar omdat zulke jeugdige spelers er niet in kunnen slagen de waarden achter de woorden tot uitdrukking te brengen. Van wege de onuitgesproken pathetiek heeft men dit genre wel „het theater der stilte" genoemd. Het werd nu: drukte zonder het sentiment daarbij. Men mocht niet anders verwachten en men dient bewondering te hebben voor de ernst en de eerlijkheid, waarmee de vertolkers van de hoofdrollen leerlingen uit de vierde en vijfde klasse zonder opmerkelijke talenten voor de plan ken zich hebben ingezet. Er werd door het nóg jongere deel van het publiek veel gelachen om de betuigingen van liefde, maar er stak iets heel aandoenlijks in de ge demonstreerde pogingen tot het vinden van de juiste verstandhouding, dat men als iets van waarde ondervond. Het is begrijpelijk, dat deze generatie niet altijd het klassieke répertoire, maar ook wel eens een modern stuk wil spe len. Bovendien dwongen de omstandighe den tot een werk met een bescheiden décor en kleine bezetting. Niettemin geloof ik, dat jongens en meisjes bevredigender re sultaten kunnen bereiken in situaties, die ver buiten hun dagelijkse gezichtskring lig gen, dan in die waar zij nog niet aan toe zijn. Met een zeer persoonlijke formulering van zijn waarderingen sloot rector dr. K. Huibregtse het eerste deel van deze avond, waaraan enkele musicerende leerlingen eveneens hun medewerking hadden ver leend. Daarna werd er gedanst. D. K. ADVERTENTIE null* H' I" "1 '1"H T 'f WW -■ LISSE KERST-TENTOONSTELLING Tulpen - Hyacinten - Narcissen van 22 t/m 30 December Entree f 1.50; open 1022 uur le Kerstdag gesloten Dinsdag 17 Januari zal de Hoge Raad het beroep in cassatie behandelen van de zaak tegen de Haarlemse sigarenwinkelier P. J. Schoen, die eerst door de kantonrech ter en daarna door de rechtbank veroor deeld is tot een geldboete, wegens het plaat sen van een automaat voor de verkoop van sigaretten, hetgeen volgens de Haar lemse politieverordening verboden is, Mr. J. Roggeveen zal de cassatie-mid delen toelichten.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1955 | | pagina 11