afe
Amsterdamsche Bank
Opmerkelijke toeneming van
bejaarden in Haarlem
Ruim achthonderd huizen in aanbouw
en twaalfhonderd in voorbereiding
HOENDERDOS
KOLEN
Daling in aantallen inwoners
van enige oudere buitenwijken
Een andere kijk op Parijs
NEUROTONIC.
Haarlemse bevolkingscijfers 1954
Verschijnsel dat tot veelomvattende
voorzieningen aanleiding geeft
Gymnasiasten spelen
stuk van Vildrac
BLDEMLU5T
Vermoedelijk gevolg van
minder samenwoningen
Gemalen
slakjes
POTTER'S LINIA
G. J. L. Francot overleden
Burgerlijke Stand
van Haarlem
Taai geslacht
B. en W. van Haarlem rapporteren over de woningbouzv
Inzinking voorkomen
Meer bouwvolume nodig
Na 1956
DOE UW VOORDEEL
VRAAG ONZE PRIJZEN
Sigarettenautomaat-zaak
voor Hoge Raad
ZATERDAG 24 DECEMBER 1955
HAARLEMS DAGBLAD OPRECHTE HAARLEMSCHE COURAM
Uit de jaarstatistiek over de bevolking
van de gemeente Haarlem in 1954, die thans
door de Afdeling Regionaal onderzoek van
het Nederlandse Economisch Instituut is
uitgegeven, blijkt, dat het aantal vrouwen
per honderd mannen iets is gedaald, doch
dat het in de leeftijdsklasse boven de 45
jaar iets is toegenomen. Er doet zich echter
een daling voor in het aantal vrouwen per
honderd mannen in de groep van twintig
tot vijfenveertig jaar. Bij de niet-volwas-
senen is in de verhouding tussen de ge
slachten vrijwel geen verandering ge
komen.
In de cijfers van de bevolking naar kerk
genootschap voltrekt zich slechts een zeer
geringe verandering. De daling van het aan
tal Nederlands Hervormden heeft zich ook
in 1954 voortgezet: de percentages van dit
bevolkingsdeel luiden over de jaren 1948
tot 1955 achtereenvolgens: 26,7 26,3
26,1 25,8 25,7 25,7 25,5. Het
zelfde geldt voor enkele kleinere pro
testantse kerkgenootschappen, zoals de
Doopsgezinden, Evangelisch-Luthersen, Oud
Katholieken, Remonstranten en Waals Her
vormden. Het aantal Gereformeerden en
Christelijk Gereformeerden bleef sinds
1948 na een kleine schommeling gelijk. Een
geringe procentuele stijging deed zich voor
bij de Rooms-Katholieken en bij personen,
die niet tot enig kerkgenootschap behoren,
in beide gevallen werd de stijging veroor
zaakt door een groter aantal geboorten.
Van 1 Januari 1948 tot 1 Januari 1955 steeg
het percentage Rooms-Katholieken van
37,4 tot 38,6 en het percentage niet-kerke-
lijke Haarlemmers van 22,3 tot 23,6.
In cijfers zijn de verhoudingen aan het
begin van dit jaar als volgt: Nederlands
Hervormden 42.356; R.K.: 63.186; Geref.:
8.937; Chr. Geref.: 1.217; Doopsgezinden:
3.821; Evang. Luth.: 3.031: Isr. Gem.: 283;
Oud-Kath. 207; Remonstr.: 863; Waals
Heiw. 89; overige kerken: 3.032; geen kerk
genootschap: 39.150.
Van de bevolking verdeeld naar de stads
wijken is hierbij een tabel opgenomen,
waaruit blijkt, dat de wijken met de groot
ste toeneming van het inwonertal tussen
31 Mei 1954 en 31 Mei 1955 zijn: Vondel-
kwartier waar het aantal inwoners toenam
met 977, Huis te Zaanenkwartier met een
toeneming van 400, de Slachthuisbuurt met
een toeneming van 358 en«de Van Zeggelen-
buurt met een toeneming van 251. De
grootste teruggang in het aantal bewoners
vertoonden de wijken Kleverpark, waar het
aantal verminderde met 292, de Rivieren
en Vogelenbuurt, waar het met 200 terug
ging en de Indische Buurt, waar het met
197 daalde.
De sterkste groei ziet men uiteraard in
die wijken, waar veel nieuwe woningen
zijn gebouwd. De opvallende vermindering
van het inwonertal in bepaalde wijken is
vermoedelijk het opheffen van samenwo
ningen of het vervangen van inwonende ge
zinnen met kinderen door jonggehuwden
zonder kinderen. Daarnaast speelt de ge
stadige veroudering van de wijken een rol
doordat de inwonende kinderen het ouder
lijk huis verlaten.
Dit geldt voor alle wijken, die 20 a 30
jaar geleden werden gebouwd en destijds
ADVERTENTIE
Willem van Duinrijck 1674
stortte des ochtends steeds wat
gemalen slakjes in zijn halsboord.
Voorbehoedmiddel tegen, verkoud
heid en keelpijn zonder weerga
placht hij op te merken...
Wij in de 20e eeuw zorgen liever
dat we een doosje Potter's Linia
bij ons hebben. Een Pottertje op
de tong verzacht al dadelijk de
pijnlijke keel en geeft U een frisse
adem.
POTTER'S LINIA in handige
platte doos-
jes bij alle
Apoth. en
Drogisten
55 cent.
catarrh bX0ncl"'
Catarrh Pastille? J1 Po"er's
D« rode pastilles °.osfl 110
werking. met de snelle
Imp. Fa. H. ten HERKEL HILVERSUM
In het diaconessenhuis te Groningen is
na een korte ziekte overleden de heer G.
J. L. Francot, hoofdstationschef te Gro
ningen. Hij werd 63 jaar. De heer Francot
kwam in 1950 naar Groningen. Hij werd
geboren op 21 October 1892 te Eijsden (L.).
Achtereenvolgens was hij in verscheidene
functies werkzaam te Rotterdam, Delft,
Purmerend, Haarlem en Rotterdam-Feyen-
oord.
HAARLEM, 23 December 1955
ONDERTROUWD: 23 Dec., D. de Jonge
en M. J. Keesmaat.
BEVALLEN van een zoon: 21 Dec., H. E.
van VeenHarmes; 22 Dec., G. Chr. van
Mierlo—Brink; A. F. Polak—van Dijk; J.
C. SchreursTerpoorten; 23 Dec., H. Leunk
Bassner.
GEHUWD: 23 Dec., W. A. Kimmel en A.
van der Schaaf.
BEVALLEN van een dochter: 22 Dec., M.
G. Jager—Denekamp; M. W. Huijerman—
van den Berg.
OVERLEDEN: 21 Dec., R. J. Bultje, 9 m.,
Gasthuisvest; J. S. van Velthuijsen, 74 j.,
Nassaulaan; H. J. A. Springveld, 66 j., Ge
neraal Cronjéstraat; 22 Dec., E. Hilterman
Griek, 55 j., A. L. Dyserinckstraat.
overwegend bewoond werden door jonge
gezinnen. Hetzelfde verschijnsel doet zich
voor in het Huis te Zaanenkwartier, maai
de afneming wordt daar overgecompen
seerd door de nieuwbouw.
Wanneer men de tabellen over de ge
boorte naar rangorde in het gezin en naar
jaar van het huwelijk bekijkt, dan valt het
afgenomen aandeel daarin op van de leef
tijdsgroep van de 20 tot 45 jaar in het al
gemeen van de jonge gezinnen. Het aantal
geboorten vergelijkend in de gezinnen, waar
de huwelijken 0 tot 4 jaar, 5 tot 14 jaar en
15 jaar en langer bestonden, in 1953 verge
leken met die van 1954, dan blijkt dat het
aantal geboorten in de jongere gezinnen
een achteruitgang vertoont en in de oudere
gezinnen jujst een vooruitgang.
De daling van het aantal geboorten vindt
dus plaats in de jonge gezinnen, waarvan
niet alleen een groot gedeelte slecht is ge
huisvest, maar waarbij ook het vertrek
naar elders het meest voorkomt, zowel
naar de emigratie-gebieden als naar andere
gebieden in Nederland.
ADVERTENTIE
Wanneer U in Parijs op de Place de l'Etoile staat,
bij de beroemde Are de Triomphe,
bevindt U zich in het middelpunt van een ster.
Een stedebouwkundige conceptie van grandioze allure
die U niet zo opvalt, wanneer U zich er midden in 0
bevindt, maar die U vanuit de lucht in één blik overziet.
Ook in het zakenleven staat U vaak te dicht bij details om het geheel van
mogelijkheden te kunnen peilen. Dit doet de Bank voor U.
Door haar vele internationale verbindingen en informatiebronnen
is de Bank op elk gewenst moment in staat een duidelijk
en betrouwbaar overzicht te geven van
de wereldsituatie op financieel en zakelijk gebied.
218 kantoren
in 179 plaatsen
Bevolking naar stadswijken in Haarlem op 31 Mei 1947, 1 Januari 1954 en
31 Mei 1955
Aantal
Aaantal
Aantal
Toe- of
inwoners
inwoners
inwoners
afneming
31-5-,47
l-l-'54
31-5-'55
1954-o5
13.432
13.495
63
3.391
3.323
68
3.510
3.452
57
5.452
5.485
33
8.243
8.174
69
4.711
4.639
72
6.061
5.978
83
Rozenpriëel
5.321
5.336
15
Oude Amsterdamse buurt
6.328
6.372
44
Van Zeggelenbuurt
12.376
5.902
6.133
231
9.112
9.470
358
2,369
2.297
72
2.752
2.672
80
10.998
10.926
72
Indische buurt
12.391
13.812
13.615
197
8.518
8.226
292
Huis te Zaanenkwartier
18.571
18.971
400
10.196
9.996
200
Vondelkwartier
4.453
8.373
9.350
977
Tempeliers- en Bos en Vaartkwartier
6.765
6.713
6.773
60
Rustenburgerlaankwartier
1.712
1.699
13
Haarlemmerhoutkwartier
3.546
3.498
48
3.426
3.387
39
Zijlwegbuurt West
1.683
1.677
6
Duinroosbuurt
345
374
29
925
931
6
274
238
36
47
100
53
geteld op waladrcs
165.723
166.588
DE VOORGENOMEN BENOEMING van een „geriater" bij de Haarlemse GGD
waarover wij bericht hebben in ons blad van 21 December vestigt nog eens
opnieuw de aandacht op het voortdurend ouder worden van de Haarlemse, en in
het algemeen van de gehele Nederlandse, bevolking. Dit verschijnsel wordt weer
spiegeld in de statistische cijfers over de leeftijdsopbouw van de bevolking, waaruit
blijkt dat het percentage boven-65 jarigen voortdurend toeneemt.
Deze toeneming is evenwel veel groter dan uit de groei van dit percentage blijkt.
De afneming van de zuigelingen- en kindersterfte, het sterk terugdringen van
ziekten als de tbc, die vroeger de dood van zovele jonge mensen veroorzaakte en
de beteugeling van tal van andere ziekten van de middelbare leeftijd hebben
tezamen een enorme relatieve toeneming van het aantal beneden-65 jarigen tot
gevolg gehad. Beter dan uit percentages van de gehéle bevolking blijkt het „ouder
worden" dan ook uit een analyse van de leeftijdsopbouw der bejaardengroep. Tot
deze groep rekenen wij vooralsnog alle boven-65 jarigen, al laat het zich nu al
aanzien dat deze grens in de eerstkomende decennia wel naar boven verschoven
zal worden.
Bij de volkstelling van 1910 bleken er
van elke duizend Haarlemmers 60 te zijn
bóven 65 jaar; in 1920 was dit aantal
reeds gestegen tot 66 per duizend. Tien
jaar later, bij de volkstelling van 1930
bleek het gestegen te zijn tot 68. In het
toen verstreken decennium bleek de toe
neming dus slechts gering te zijn geweest.
Wellicht heeft de grenswijziging van 1927
daarop invloed gehad. De eerstvolgende
cijfers die ter beschikking staan betreffen
de toestand op 1 Januari 1948. De oorlogs
jaren met hun ontbering en voedsel
schaarste hadden zoals bekend is, de dood
van heel wat oudere mensen veroorzaakt.
Desniettegenstaande bleken er op dat tijd
stip op elke duizend Haarlemmers 86(!) te
zijn bóven 65 jaar.
Thans, nog geen acht jaar later, wonen
er in Haarlem op elke duizend inwoners
niet minder dan 101 bóven 65 jaar! In
slechts acht jaar tijds steeg derhalve het
percentage boven-65 jarigen van 8,6
tot 10,1.
Gaan wij nu na welke verschuivingen
in de leeftijdsopbouw zich binnen de groep
bejaarden hebben voorgedaan.
In 1910 waren er in Haarlem van elke
duizend boven-65 jarigen 404 tussen 65 en
70 jaar, 289 tussen 70 en 75 jaar, 173 tus
sen 75 en 80 jaar en 134 ouder dan tachtig
jaar.
In 1920 waren deze aantalen respectieve
lijk 414, 286, 172 en 128, d.w.z. dat de groep
tussen 65 en 70 jaar was toegenomen ten
koste van de leeftijdsgroepen bóven 70
jaar. Ofschoon er dus wel een toename
was van de totaal-groep der bejaarden,
was er binnen deze groep geen sprake van
een ouder worden; integendeel.
Een in hoofdzaak hieraan analoog beeld
geven de cijfers van 1930. Van elke duizend
boven-65 jarige Haarlemmers waren er
toen 429 tussen 65 en 70, doch slechts 278
tussen 70 en 75 jaar, 175 tussen 75 en 80
jaar en 118 bóven tachtig jaar.
Het jaar 1948 bracht een geheel ge
wijzigde toestand aan het licht. Toen im
mers waren er op elke duizend boven-65
jarige Haarlemmers slechts 410 tussen 65
en 70 jaar, maar 294 tussen 70 en 75 jaar,
174 tussen 75 en 80 jaar en 122 boven
tachtig jaar.
De tendenz tot ouder worden die zich
toen manifesteerde heeft zich inmiddels
overduidelijk voortgezet, want van elke
duizend boven-65 jarige Haarlemmers van
1955 zijn er nog maar 379 tussen 65 en 70
jaar en 293 tussen 70 en 75 jaar maar
daarentegen 191(!) tussen 75 en 80 jaar en
zelfs 137 bóven tachtig jaar.
Analyseren wij de groep der boven-80
jarigen nog verder dan blijkt het aantal
inwoners tussen 80 en 85 jaar van 1948 tot
1955 per duizend bejaarden te zijn toe
genomen van 88 tot 92, dat der 85- tot 90-
jarigen van 28 tot 34, dat der 90- tot 95-
jarigen van 5 tot 9 (bijna een verdubbe
ling!) en dat der boven-95 jarigen van 1
tot 1,7 per duizend bejaarden. (De hier
bedoelde grijsaards van bóven de 95 mo
gen het ons vergeven dat wij hen in deci
malen uitdrukken; de volgende maal ko
men zij ongetwijfeld tot een vol cijfer van
2, zoal niet van 3 pro mille!)
Van ouds gold het „zwakke geslacht" als
het meest taaie: vrouwen werden dooreen
genomen ouder dan de mannen. Uit de
jongste cijfers blijkt dat deze regel nog
volop geldt: onder de 65- tot 70-jarige in
woners van Haarlem is momenteel de ver
houding: 100 mannen tegenover 123 vrou
wen. Bij de 70- tot 75-jarigen is de positie
van de vrouwen nog sterker: tegenover 100
mannen zelfs 132 vrouwen. Bij de groep
der 75- tot 80-jarigen is de verhouding 100
mannen tegenover 129 vrouwen; bij de
80- tot 85-jarigen 100 mannen tegenover
144 vrouwen en de de 85- tot 90-jarigen
honderd mannen tegenover 135 vrouwen.
Bij de bóven-90 jarigen kunnen wij niet
meer met honderdtallen rekenen. Haar
lem telt nu 59 mannen en 86 vrouwen
tussen 90 en 95 jaar, hetgeen overeenkomt
met een verhouding van 100 mannen
tegenover 145 vrouwen. En tenslotte zijn
er dan nog 10 mannen en 18 vrouwen
bóven 95 jaar; bij deze topgroep is de ver
houding dus zelfs 100 tegenover 180!
Uit bovenstaande cijfers blijkt wel hoe
zéér het „ouder worden" zich in de laatste
acht jaar heeft doorgezet. Niemand kan
nog precies voorspellen hoe lang en in
welke mate deze opvallende ontwikkeling
zich zal voortzetten. Maar het is wel zeker
dat uit deze ontwikkeling een menigte
problemen van maatschappelijke en be
stuurlijke aard zullen ontspruiten. Eén van
deze problemen, de medische bejaarden
zorg heeft Haarlem door de aanstelling
van een geriater met voortvarendheid aan
gevat: er zullen nog heel wat gelijkwaar
dige maatregelen op ander gebied moeten
volgen.
In aansluiting op de door B. en W. van
Haarlem aangekondigde radicalisering van
het woningbouwbeleid samengevat in de
leuze „Woningbouw gaat vóór alles"
heeft het college de gemeenteraad thans
uitvoerig voorgelicht over de gang van
zaken in de woningbouw, het eerste over
zicht van een reeks periodieke publicaties
over dit onderwerp.
Het eerste overzicht geeft de situatie
weer op 1 December jongstleden. Wij ont
lenen daaraan de belangrijkste passages.
In het tijdvak 1 Juli1 December 1955
werden 221 woningen voltooid. Deze kun
nen als volgt worden onderverdeeld:
Woningwetwoningen: 78 woningen, be
horende tot het complex van 102 woningen,
dat in opdracht van de woningbouwvereni
ging „De Voorzorg" aan de J. J. Hamelink-
straat werd gebouwd. Het complex is hier
mede geheel opgeleverd. Vier woningen,
behorende tot het complex van 76 wonin
gen voor bejaarden, dat in opdracht van de
woningbouwvereniging „Gemeenteperso-
neel" aan de Blinkertlaan wordt gebouwd.
Premiewoningen: 52 woningen, behoren
de tot het complex van 133 woningen, dat
door Hogerveka aan en nabij de Mr. Jan
Gerritszlaan wordt gebouw; 12 woningen,
die in opdracht van de gemeente aan de
Jan Gijzenkade werden gebouwd; 66 wo
ningen, die in opdracht van diverse parti
culieren op verspreid liggende punten in de
stad werden gebouwd.
In de sector van de herbouwfinanciering
werden negen woningen voltooid.
Woningen in aanbouw
Op 1 December waren de volgende aan
tallen woningen in aanbouw: 50 door „St.
Jozef" bij de basiliek St. Bavo; 72 door
„Gemeentepersoneel, Blinkertlaan; 19 door
„St. Bavo", Delftweide bij Orionweg; 138
door „Gemeentepersoneel" Hannie Schaft-
straat; 181 door „St. Bavo Oost" Hannie
Schaftstraat; 224 door „Volkshuisvesting"
Delftwijk; 18 door gemeente Cremerstraat;
81 door Hogerveka Mr. Jan Gerritszlaan;
60 door diverse particulieren op diverse
plaatsen. In totaal waren dus 843 woningen
in aanbouw.
Woningen in voorbereiding
De bouw van 88 woningen en een flat
gebouwtje voor 23 alleenstaanden in Delft-
wijk in opdracht van de woningbouwver
eniging „Onze Woning" is gegund. Binnen
kort zal dan ook met de daadwerkelijke
bouw worden begonnen.
De aanbesteding van 225 woningen in
Delftwijk in opdracht van de woningbouw
vereniging „Eigen Haard" heeft plaats ge
vonden op 18 October. Het overleg met
provinciale directie en de laagste inschrij
ver heeft tot resultaat gehad dat machti
ging tot gunning zal kunnen worden ver
kregen, zodat met de bouw van deze wo
ningen ook spoedig een begin kan worden
gemaakt.
De aanbesteding van 120 woningen in
Delftwijk in opdracht van de woningbouw
vereniging St. Jozef heeft eveneens plaats
gehad. De hierop betrekking hebbende
stukken worden thans bestudeerd door de
centrale directie.
Voor verschillende bouwplannen voor
premiewoningen is in beginsel bouwvolume
toegezegd, zodat deze plannen in 1956 in
uitvoering kunnen worden genomen (circa
420 woningen), mits voldoende extra bouw
volume ter beschikking komt en het depar
tement van wederopbouw de premie toe
kent:
De plannen voor de bouw van 320
systeemwoningen in Delftwijk door Gem-
bouw, zijn bestudeerd door bouw- en wo
ningtoezicht en aan de architect ter afwer
king teruggezonden.
De maatschappij zal eind Februari met
de bouw kunnen beginnen. De administra
tieve behandeling zal dan voltooid moeten
zijn.
Het is noodzakelijk gebleken, dat in 1956
bovendien met de bouw van nog 150 wo
ningwetwoningen wordt begonnen, indien
wij willen voorkomen, dat de woningwet-
bouw een inzinking gaat vertonen. Het ligt
voor de hand deze woningen in Delftwijk
te bouwen, omdat voor dit gebied het uit
breidingsplan is vastgesteld en de grond
bouwrijp is gemaakt. Er wordt gezocht
naar een architect, die in staat is de bouw
plannen snel gereed te hebben. Een moei
lijkheid die echter nog overwonnen moet
worden, is de omstandigheid, dat de uit
eindelijke vorm van het Delftplein nog niet
is vastgesteld, zodat nog niet kan worden
bepaald welke veranderingen in het uit
breidingsplan voor het noordelijk deel van
Delftwijk eventueel moeten worden aange
bracht. Rijkswaterstaat zal op ons verzoek
alles doen om een snelle beslissing moge
lijk te maken.
Alle maatregelen worden dus genomen
om de cotinuïteit van de woningbouw ook
in 1956 te verzekeren. De betekenis hiervan
kan nauwelijks worden overschat. Er moet
immers worden voorkomen, dat de beschik
bare bouwvakarbeiders door gebrek aan
werk afvloeien naar andere sectoren van
de bouwnijverheid of naar andere gemeen
ten, omdat dit voor een stad als Haarlem,
die behoort tot de gemeenten met de groot
ste woningnood, onverantwoord zou zijn.
Bouwvolume
Het in totaal voor het tijdvak 1954—1956
toegestane bouwvolume bedraagt 2073 wo
ningen. Hiervan werden tot op heden ver
bruikt 1802 woningen. Met „verbruikt"
wordt in dit verband bedoeld, dat voor dit
bouwvolume plannen zijn ingediend bij de
provinciale directie van de Wederopbouw.
Deze plannen kunnen worden onderver
deeld in de plannen, waarvoor reeds mach
tiging tot gunning resp. de premiebijdrage
werd verleend en plannen die nog in be
handeling zijn. Er kunnen nog plannen
worden ingediend voor 271 woningen.
Uit een en ander blijkt, dat het gebruik
van het bouwvolume sneller plaats vindt
dan met het verstreken van de tijd over
eenkomt. Van de bouwvolumeperiode 1954-
1956 is thans 64°/o van de tijd verstreken,
terwijl reeds voor 87 °/o van het bouw
volume plannen zijn ingediend.
Tevens blijkt echter welk gevaar de
continuïteit in de Haarlemse woningbouw
bedreigt. De plannen voor de Gembouw-
systeemwoningen in Delftwijk zullen, ten
zij de minister aan Haarlem dezelfde re
ductie toekent als aan de drie grootste ge
meenten, reeds 320 woningen vragen. Daar
naast bestaat de noodzaak tot de bouw van
nog 150 woningen in de woningwetsector
om te voorkomen dat de productie van
deze woningen wederom een inzinking ver
tonen zal en tenslotte moet worden voor
komen. dat de bouwers die regelmatig pre
miewoningen bouwen in Haarlem, gedwon
gen zullen worden hun activiteit aanmer
kelijk te beperken. Alles zal dan ook wor
den gedaan om meer bouwvolume te ver
krijgen.
Met de hiervoor genoemde plannen zal
Delftwijk volkomen volgebouwd worden.
Dit houdt in, dat de woningbouw in 1957,
in Parkwijk zal moeten worden voortgezet.
Het uitbreidingsplan Parkwijk wordt daar
om in een snel tempo gereed gemaakt, ter
wijl ook het bouwrijp maken met spoed
zai plaats vinden. Het hiervoor benodigde
crediet werd op 23 November door de raad
verleend.
Ook Parkwijk zal snel worden volge
bouwd, zodat in de loop van 1958 reeds
met de bouw van woningen in Schalkwijk
zal moeten worden begonnen.
De stedebouwkundige afdeling van open
bare werken zal het uitbreidingsplan voor
Schalkwijk in de loop van het eerste half
jaar van 1957 dus zover moeten hebben
voltooid, dat aan de architecten opdrach
ten kunnen worden uitgegeven.
Burgemeester en wethouders beseffen,
dat van alle betrokken ambtenaren veel
zal worden gevergd, doch zij zijn met deze
ambtenaren van mening, dat de belangen
die op het spel staan een uiterste krachts
inspanning rechtvaardigen, zo besluit dit
overzicht.
ADVERTENTIE
ADVERTENTIE
Nervositeit
en alle gevolgen daarvan
overwint U alleen werkelijk doeltreffend
met
Niet verdovend,
maar genezend.
Begin daarom een
kuur met NEUROTONIC
en U wordt Uw
zenuwen volledig
de baas.
Voorradig bij alle
KINDERHUISSINGEL 2 - TELEFOON 11979
Twee jonge typografen, met de ervaring
van zes jaar kazerneleven, besluiten naar
Canada te emigreren om daar, als landbou
wers met kans op een eigen bedrijf in de
toekomst, de vrijheid te vinden. Zij zijn
echter verplicht twee weken in de haven
van inscheping te wachten, omdat het
vrachtschip „Volharding" een dringende
reparatie moet ondergaan. Beide vrienden,
de met lef ondernemende Bastien en de
dromerige, verlegen Segard, worden ver
liefd op de serveerster in hun logement.
Eerstgenoemde de plannenmaker, die de
ander heeft meegesleept profiteert van
een sentimentele aanleiding en gaat er met
het meisje vandoor, hopend in Frankrijk
ergens aan de kost te komen. De aan zijn
lot overgelatene vertrekt alleen.
Dat is in enkele regels de eenvoudige in
trige van „Le paquebot Tenacity" van
Charles Vildrac, waarvan leden van „Ami-
citia Juncti" gisteravond een ook door wet
houder D. J. A. Geluk bijgewoonde opvoe
ring in de fraaie, maar achterin nogal slecht
zicht biedende aula van het Stedelijk Gym
nasium te Haarlem gaven. Het is een klein
meesterwerkje van dichterlijk realisme,
enigszins in de trant van Jean Jacques
Bernard, die ook door Jean Sarment en
Marcel Achard werd foegepast. De eerste
voorstelling ervan werd in 1920 door Co-
peau in het Théatre du Vieux Colombier
gerealiseerd. Later is het stuk met succes
in Nederland door Cor van der Lugt Mel-
sert ten tonele gebracht. Aanbevelingen,
die bijna als waarborgen van kwaliteit
kunnen gelden, genoeg dus.
Of dit stuk zich echter leent voor school-
toneel is een vraag die na het zien van de
door Frans Hesmerg met gevoel voor de
sfeer geregisseerde vertoning ontkennend
beantwoord moet worden. Niet omdat de
gewone werklieden verklede gymnasiasten
waren en als zodanig herkenbaar bleven,
maar omdat zulke jeugdige spelers er niet
in kunnen slagen de waarden achter de
woorden tot uitdrukking te brengen. Van
wege de onuitgesproken pathetiek heeft
men dit genre wel „het theater der stilte"
genoemd. Het werd nu: drukte zonder het
sentiment daarbij. Men mocht niet anders
verwachten en men dient bewondering te
hebben voor de ernst en de eerlijkheid,
waarmee de vertolkers van de hoofdrollen
leerlingen uit de vierde en vijfde klasse
zonder opmerkelijke talenten voor de plan
ken zich hebben ingezet. Er werd door
het nóg jongere deel van het publiek veel
gelachen om de betuigingen van liefde,
maar er stak iets heel aandoenlijks in de ge
demonstreerde pogingen tot het vinden van
de juiste verstandhouding, dat men als iets
van waarde ondervond.
Het is begrijpelijk, dat deze generatie
niet altijd het klassieke répertoire, maar
ook wel eens een modern stuk wil spe
len. Bovendien dwongen de omstandighe
den tot een werk met een bescheiden décor
en kleine bezetting. Niettemin geloof ik,
dat jongens en meisjes bevredigender re
sultaten kunnen bereiken in situaties, die
ver buiten hun dagelijkse gezichtskring lig
gen, dan in die waar zij nog niet aan toe
zijn. Met een zeer persoonlijke formulering
van zijn waarderingen sloot rector dr. K.
Huibregtse het eerste deel van deze avond,
waaraan enkele musicerende leerlingen
eveneens hun medewerking hadden ver
leend. Daarna werd er gedanst. D. K.
ADVERTENTIE
null* H' I" "1 '1"H T 'f
WW -■ LISSE
KERST-TENTOONSTELLING
Tulpen - Hyacinten - Narcissen
van 22 t/m 30 December
Entree f 1.50; open 1022 uur
le Kerstdag gesloten
Dinsdag 17 Januari zal de Hoge Raad het
beroep in cassatie behandelen van de zaak
tegen de Haarlemse sigarenwinkelier P.
J. Schoen, die eerst door de kantonrech
ter en daarna door de rechtbank veroor
deeld is tot een geldboete, wegens het plaat
sen van een automaat voor de verkoop
van sigaretten, hetgeen volgens de Haar
lemse politieverordening verboden is,
Mr. J. Roggeveen zal de cassatie-mid
delen toelichten.