Jaarlijks vraag- en antwoordspel wel
in omvang, niet in betekenis gestegen
Stichting nieuw Lorentzlyceum
achten B. en W. enige oplossing
Verbetering verlichting Haarlemse
Dreef wordt in studie genomen
Kort en bondig
Haarlemse Memorie van Antwoord verschenen
B. en W. willen verzorgingspeil der burgerij handhaven
ook al zal daartoe een beroep op de reserves nodig zijn
Onderwijs in Haarlem
Geen plan voor
verkeerstunnels
In toekomst buslijn
via Prinsenbrug
Haarlem heeft nog
30 sportvelden nodig
DONDERDAG 19 JANUARI 1956
HAARLEMS DAGBLAD
OPRECHTE HAARLEMSCHE COURANT
10
Zorg om verzorgingspeil
Investeringsplan
Restauratie oude huizen
blijft belangrijk
Plan politiebureau
nog in studie
Begraafruimte tot 1995
Nurks en Bomans samen
in de Hout
Ondergronds verkeer van
belang voor toekomst
Bureau kunstzaken nog
steeds in overweging
Kruisstraat 35 - Haarlem - Tel. IbbU/
Uitbreidingsplannen
voor Haarlem
Nog geen voordracht
directeur O.W.
Geen tweepersoonszadels
op bromfietsen
Automobilist was zich
niet van zijweg bewust
W. A. Krefft
koninklijk onderscheiden
Vandaag is de Memorie van Antwoord van B. en W. op de in het afdelings-
onderzoek in de Haarlemse gemeenteraad gestelde vragen naar aanleiding van
de gemeentebegroting voor dit jaar verschenen.
Met de toeneming van de begrotingstekorten houdt de omvang van dit boekie
gelijke tred. Het telt dit jaar 217 bedrukte bladzijden, waaruit ook blijkt dat de
nieuwsgierigheid der raadsleden van jaar tot jaar groter wordt, hetgeen daarom
nog niet wil zeggen dat ook het gewicht van de gestelde vragen daarmee altijd
evenredig is. Nieuws bevat de Memorie van Antwoord dan ook sporadisch: de
meeste behandelde zaken kunnen ook de raadsleden uit de kolommen der
plaatselijke dagbladen reeds lang bekend zijn.
Politiek belang hebben in het algemeen
alleen de opmerkingen onder het hoofd
„algemene beschouwingen", een soort
voorpostengevecht voor de aanstaande be
grotingsbehandeling.
Daar kan men onder meer weergegeven
vinden, dat enkele leden van oordeel zijn
dat ten nadele van de Haarlemse bevol
king onvoldoende gebruik gemaakt is van
de meerderheid welke de fracties van de
Partij van de Arbeid, de Volkspartij voor
Vrijheid en Democratie en de Communis
tische Partij Nederland in de raad vormen.
De herkomst van deze vraag is al even
min moeilijk te raden als het antwoord van
B. en W., dat natuurlijk luidt, dat het niet
op hun weg ligt zich te begeven in een be
schouwing omtrent de samenwerking tus
sen bepaalde raadsfracties.
En al evenmin ontbreekt de vraag of,
gezien de omvang van de bemoeiingen van
ieder van de leden van het college uitbrei
ding met een vijfde wethouder niet ver
sterking van de bestuurskracht zou be
tekenen.
Waarop B. en W. zich niet zo op de
vlakte houden als in vroegere jaren wel
het geval was, gezien hun antwoord: „Hoe
wel wij niet kunnen ontkennen, dat de
leden van ons college zeer zwaar belast
zijn, menen wij toch dat het meest doel
matig is de vraag aangaande een eventuele
uitbreiding van ons college met een zesde
lid de vragenstellers hadden bij hun
formulering de burgemeester over het
hoofd gezien pas onder de ogen te zien
bij de samenstelling van een nieuw college.
De omvang van de Memorie van Ant
woord werd ook beïnvloed door de ver
schijning van het Investeringsplan, waar
over heel wat vragen werden gesteld. Aan
de beantwoording daarvan ontlenen wij:
„Inderdaad zijn de vraagstukken in de
investeringssector, welke nu en in de toe
komst om oplossing vragen, vele en veel
omvattend. Vooral tengevolge van de om
standigheid, dat zowel vóór, tijdens als in
de eerste jaren na de oorlog slechts op zeer
beperkte schaol werken konden worden
uitgevoerd, is een vrij belangrijke achter
stand op het gebied der investeringen te
constateren. Wanneer men daarbij in aan
merking neemt, dat ook de behoeften van
de tegenwoordige tijd aanzienlijke eisen
stellen ten opzichte van de investerings
capaciteit, dan behoeft het geen betoog,
dat moeilijk op realisering van alle voor
1956 voorgenomen plannen kan worden
gerekend. Het is echter, althans op di'
ogenblik uitermate bezwaarlijk, zo niet
onmogelijk, aan te geven wélke werken
inderdaad in 1956 voor verwezenlijking
vatbaar kunnen worden geacht en welke
naar later zullen worden verschoven".
Bij de samenstelling van het investe
ringsrapport is reeds rekening gehouden
met de mogelijkheden van de plaatselijke
bouwmarkt.
Vertraging van de uitvoering van in het
investeringingsrapport voorziene plannen
als gevolg van de arbeids- en materiaal-
markt heeft zich tot dusverre niet voor
gedaan. Ook het tempo van de woning
bouw is door een en ander tot dusver niet
belangrijk beïnvloed.
Het investeringsprogramma zal, wil hef
zijn waarde behouden als richtsnoer voor
het in de toekomst te voeren investerings
beleid, regelmatig aan de actuele behoef
ten behoren te worden getoetst. Het ligt
dan ook in het voornemen het plan aan een
herziening te onderwerpen.
B. en W. delen de ernstige bezorgdheid
van die raadsleden die vragen hebben
gesteld met bterekking tot het probleem
of het tegenwoordige verzorgingspeil ook
op de duur zal kunnen worden gehand
haafd, gezien de beperktheid van de mid
delen, welke de regering ter beschikking
van de gemeenten stelt. Tengevolge van
haar streven tot bevriezing van het in-
komstenpeil en het ontbreken van enig
perspectief ten aanzien van de verruiming
der inkomsten kunnen de vooruitzichten
weinig bemoedigend worden genoemd.
Aangezien B. en W. het totaal van het
verzorgingspeil bij de huidige conjunctuur
ook in vergelijking met andere gemeenten
geenszins te hoog achten, bestaat er naar
hun mening geen aanleiding dit verzor
gingspeil naar een lager niveau terug te
brengen; de tegenwoordige omstandighe
den vereisen ook van de overheid een be
paalde activiteit o.m. op sociaal en cultu
reel terrein, waaraan zij zich nu eenmaal
niet kan en mag onttrekken.
Mocht het bij de minister van Binnen
landse Zaken ingediende verzoek om een
hogere algemene uitkering uit het gemeen
tefonds onverhoopt niet worden ingewil
ligd, dan zal voor de overbrugging van het
tekort, gedurende de twee jaren vóór de
totstandkoming der ni'euwe financiële ver
houdingsregeling, een beroep moeten wor
den gedaan op de saldireserve. B. en W.
zijn er zich van bewust, dat een maat
regel als deze weinig aantrekkelijk is, in
dien men uitgaat van het gezonde stand
punt, dat in een tijdperk van hoogconjunc
tuur reserves behoren te worden gevormd,
waaruit kan worden geput wanneer de
conjunctuur zich in een neergaande lijn
ombuigt, opdat aldus des te eerder het eco
nomisch evenwicht kan worden hersteld.
Indien de gemeente echter geen vol
doende middelen te harer beschikking
krijgt voor het dekken van de nodige uit
gaven, dan achten B. en W. het onder die
omstandigheden, gedurende de betrekkelijk
korte periode van twee jaren, geoorlooofd
hiervoor een gedeelte van de saldireserve
aan te spreken.
Uiteraard zou het college het betreuren,
indien de gevolgen van de motie-Lucas
c.s.. tot beperking van de overheidsinves
teringen. tot een nog grotere vertraging in
de bouw van scholen, ziekenhuizen, wijk-
gebouwen e.d. zouden leiden. Er zal geen
middel onbeDroefd worden gelaten om
zulks te voorkomen.
B. en W. van Haarlem hebben in de
memorie van antwoord aan de gemeente
raad een overzicht gegeven welke plannen
er gemaakt zijn voor het lager onderwijs
te Haarlem. Er is een lijst van vier en
twntig scholen. Zij voegen er aan toe, dat
voor de voorziening in het gebrek aan
schoolruimte op korte termijn niet aan de
bouw van noodlokalen kan worden ont
komen. Of en zo ja welke plannen voor
definitieve bouw van scholen de raad in
de naaste toekomst zullen bereiken, is
voor een belangrijk deel afhankelijk van
het rijksgoedkeuringsbeleid.
Kleuterscholen
Er zijn plannen in voorbereiding voor
de bouw van gemeentelijke kleuterscholeh
nabij de Van Zeggelenschool, nabij de Jan
Gijzenschool en in Delftwijk. Voor de
stichting van een openbare kleuterschool
in Haarlem-Zuid bestaan nog geen con
crete plannen. Wel houdt het college zich
bezig met de verwerving van een daar
voor bestemd terrein. Of de gemeenteraad
in 1956 voorstellen voor de bouw van kleu
terscholen zullen bereiken is in eerste aan
leg afhankelijk van het feit of de minister
van Onderwijs, Kunsten en Wetenschap
pen hiervoor urgentieverklaringen zal af
geven.
BLO-scholen
Het plan voor de huisvesting van de
scholen voor buitengewoon lager onderwijs
verkeert nog in het stadium van voorbe
reiding. Het vrijwel geheel ontbreken van
gebouwen voor de stichting van deze on
derwijsinstellingen en geschikte terreinen
binnen de gemeente, vormt voor de oplos
sing van dit probleem een ernstige belem
mering.
Het terrein nabij het kleuterhuis „Mar
griet" in het Zuiderhoutpark is wegens het
voornemen om voor de openluchtschool, de
school voor kinderen met leer- en opvoe
dingsmoeilijkheden en de eventuele klas
sen voor spastische kinderen, op pedago
gische en economische gronden één com-
In de Memorie van Antwoord van B. en
W. van Haarlem is ook aandacht gewijd
aan de door de raadsleden gestelde vragen
omtrent de straatverlichting, waarbij onder
meer geklaagd werd over het haveloze
uiterlijk van een groot aantal gaslantaarns.
Als gevolg van de vervanging van de
openbare gasverlichting door elektrische
verlichting zullen vele gaslantaarns in de
eerstvolgende jaren verdwijnen. Vele van
deze oude lantaarnpalen zijn door hun af
metingen (diameter) niet geschikt om te
worden gewijzigd in elektrische straatlan
taarns en zijn voor de ombouw onbruik
baar. Het zou niet verantwoord zijn kosten
te maken door deze lantaarnpalen opnieuw
te schilderen. Onderzocht wordt nu welke
gaslantaarns de eerste jaren nog niet voor
ombouw in aanmerking komen. Aan het
schilderen van deze lantaai^is zal aandacht
worden gegeven.
Hoewel het aanbrengen van gasont
ladingsbuizen tegen de gevels der huizen
ten behoeve van de straatverlichting in de
nieuwe straten ten zuiden van de Amster
damsevaart een bevredigend resultaat heeft
opgeleverd, zal deze wijze van montage der
straatverlichtingsornamenten niet algemeen
kunnen worden toegepast. Toepassing is
slechts mogelijk in straten met een regel
matige bebouwing evenwijdig aan de as
van de weg. Bovendien moet de gevel
indeling, wat betreft de plaatsing van ra
men en deuren, het aanbrengen van de
verlichtingsornamenten op onderling ge
lijke, niet te grote afstanden en op de juiste
hoogte toelaten.
De breedte van de straat mag niet te
groot zijn, daar anders de rijweg onvol
doende helder verlicht wordt.
Tenslotte is gebleken, dat de besparing
op de aanlegkosten, verkregen door het
vervallen van lichtmasten of lantaarnpalen
voor een belangrijk gedeelte verloren gaat
door de belangrijk hogere montagekosten.
De wenselijkheid om de wegverlichting
van de Dreef te versterken, wordt door B.
en W. erkend.
De wijze, waarop deze verbetering is te
bereiken, dient nader te worden onder
zocht. Het snelverkeer zal door het aan
brengen van natriumlampen het beste wor
den gediend. By een weg als de Dreef dient
echter ook met de kleur van het licht
rekening te worden gehouden. De voor
delen van een verlichting door middel van
natriumlampen zullen derhalve tegen
eventuele nadelen van de kleur van het
natriumlicht afgewogen moeten worden.
Om op de aanlegkosten te besparen zijn
destijds langs één zijde van de Fonteinlaan
lichtmasten geplaatst.
In verband met deze éénzijdige plaatsing
der lichtmasten werd de onderlinge afstand
der masten kleiner gekozen dan bij plaat
sing van masten aan beide zijden van de
weg. Onderzocht zal worden of door het
plaatsen van enige lichtmasten aan de an
dere zijde van de weg verbetering kan
worden verkregen.
In het algemeen wordt bij vernieuwing
van het wegdek tevens de wegverlichting
zo nodig verbeterd. Zo is ook voor de Rus
tenburgerlaan een elektrische verlichting
ontworpen. Uitvoering van dit project werd
vertraagd door de lange levertijd der be
nodigde lichtmasten. De materialen zijn
thans afgeleverd, zodat binnenkort met de
uitvoering wordt begonnen.
Met het aanbrengen van elektrische
straatverlichting in de Leidse buurt is reeds
een begin gemaakt. In de Leidsestraat,
Oranjestraat, Oranjeboomstraat en langs
de Westergracht werden reeds kabels ten
behoeve van de straatverlichting gelegd.
Op den duur zal ook in deze stadswijk de
gasstraatverlichting geheel door elektri
sche verlichting worden vervangen.
Op de Rijksstraatweg komen zeer veel
zijstraten uit. Bij de verbetering van de
verlichting in deze zijstraten zal tevens
aandacht worden gegeven aan de verlich
ting van de uitmondingsplaats van deze
straten op de Rijksstraatweg.
plex te stichten, wegens de te geringe op
pervlakte ongeschikt. Over de toekomsti
ge bestemming van het tegenwoordige ge
bouw aan de Rijksstraatweg 245, kunnen
B. en W. thans nog geen mededelingen
doen. Het gebouw zal ook na realisering
van het uitbreidingsplan aldaar voor het
onderwijs beschikbaar blijven.
Lorentz-lyceum
Enkele leden van de gemeenteraad heb
ben van de aankondiging van plannen voor
een nieuw gebouw voor het Coornhert-ly-
ceum met grote terughoudendheid kennis
genomen, omdat zij ernstig betwijfelen of
na de totstandkoming van het Coornhert-
lyceum de 'gemeentefinanciën het in de
naaste tóekomst zullen toelaten op
nieuw een dergelijk groot bedrag hier
voor beschikbaar te stellen. Andere leden
zijn niet overtuigd van de urgentie van de
bouw van een nieuw Lorentzlyceum.
In antwoord hierop hebben B. en W.
meegedeeld, dat de ruimte in het gebouw
van het Lorentzlyceum reeds bij het te
genwoordige aantal leerlingen van deze
school feitelijk ontoereikend is. Ruimten,
die niet voor het onderwijs geschikt zijn,
moeten daarvoor thans reeds worden ge
bruikt. Door de bouw van nieuv/e woon
wijken, alsmede de op betrekkelijk korte
termijn te verwachten toeneming van het
aantal leerlingen voor het voortgezet on
derwijs in het algemeen, zal het getal leer
lingen van deze school zeker sterk toene
men. Aangezien uitbreiding van het ge
bouw voor het Lorentzlyceum aan het
Santpoorterplein tot een voldoende om
vang onmogelijk is achten B. en W. de
stichting van een nieuw gebouw voor het
Lorentzlyceum de enige oplossing. Het
grote belang van het onderwijs voor de
vorming van toekomstige arbeidskrachten
moet volgens B. en W. mede bepalend
zijn voor het financieel beleid en derhalve
zullen wegen gezocht moeten v/orden om
gelden beschikbaar te kunnen stellen.
B. en W. van Haarlem delen in de me
morie van antwoord mede, dat zij willen
overwegen of het mogelijk is, dat er een
onderzoek wordt ingesteld naar de omvang
en de structuur van het theater- en con
certbezoek, gelijk dat in Amsterdam is ge
schied. Bovendien verklaren B. en W. dat
vooral de restauratie van diverse oude
panden, zoals de Janskerk, het gebouw
Grote Houtstraat hoek Doelstraat, Donke
re Spaarne 56 en het GHdehuis zeker met
zorg bestudeerd zal worden. Over de be
stemming van het Gildehuis heeft men
overigens nog geen defintieve beslissing
genomen. Voorts verklaren B. en W. dat
het nog niet vaststaat wanneer men met
de herbouw van de molen „De Adi'iaen"
zal beginnen.
In antwoord op een vraag van een
raadslid van Haarlem over het opstellen
van een bouwprogramma voor het politie
bureau nabij de Raaks delen B. en W. mee,
dat de daartoe samengestelde commissie
nog niet gereed gekomen is met het opstel
len van haar rapport. Tijdens het behande
len van deze aangelegenheid is het de com
missie gebleken, dat het stedebouwkundig
aspect nog nadere bestudering vereist. De
stedebouwkundig adviseur is daarmee
thans doende.
B. en W. van Haarlem hebben aan de
gemeenteraad meegedeeld, dat de opper
vlakte op de Noorderbegraafplaats in de
toekomst zodanig is, dat zeer bijzondere
omstandigheden voorbehouden, daar tot
omstreeks het jaar 1995 voldoende begraaf
ruimte is.
Op het ogenblik wordt de begraafplaats
uitgebreid met een R.K. gedeelte. Om
streeks 1960 zal de laatste uitbreiding van
het algemene gedeelte plaats vinden, zo
dat deze begraafplaats dan een totale op
pervlakte heeft van ongeveer 19 ha.
X>DCCOOOOCOOOOC>OCOOCOOOOCOOOC<XXX)COCCOCCOOCOOCCOCOOCOCC<
s
Naar wij uit de memorie van ant-j;
woord van B. en W. van Haarlem ver
nemen heeft een van de gemeenteraads-
leden de vraag gesteld of het B. en W.
bekend is, dat het in de bedoeling ligt
het Hildebrandmonument aan te vullen
met de buste van de schrijver Bomans
en met een in marmer gehouwen lijst
van de namen der in de strijd gebleven
comitéleden. Dit gemeenteraadslid vroeg
zich voorts af of B. en W. niet van$
van mening zijn, dat deze completering
het monument tevens maakt tot een'-,
stuk monumentengeschiedenis en dat
met het oog daarop voor de plaatsing
niet Slechts beeldhouwers, architecten,
planologen, deskzindigen van Hout en
Plantsoenen, doch ook insiders in de
cultuurgeschiedenis van de eerste helft
der twintigste eeuw en litteratoren die
nen te worden ingeschakeld opdat geen
overijlde en onverantwoorde beslissing
zal worden genomen.
B. en W. delen in hun antwoord mede,
dat er niets van een dergelijk plan be
kend is. Voor initiatieven is men echter
Steeds gevoelig al rijst bij het college
de vraag of de aanwezigheid in eikaars
onmiddellijke nabijheid i>an twee zo
verschillende naturen al» Nurks en
Bomans de vrede in de Haarlemmerhout
niet zo hevig zal verstoren, dat daaruit
een gevaar voor beschadiging van
Bronner's schepping zal ontstaan. Wel
licht kan echter - aldus het college - in
de toekomst een proefopstelling plaats
hebben.
Overigens verklaren B. en W. wel, dat
er binnenkort aan de raad een pre
advies over het Hildebrandmonument
zal worden aangeboden.
XCCOCODODOOCOOOOCX3000003COOOCOOOCOOOOOOCOOOOOOCCOCCXXXX
Achten B. en W. het in het algemeen
gewenst om nu reeds te overwegen of het
mogelijk is een deel van het verkeer
in de toekomst ondergronds te doen plaats
vinden? Deze vraag heeft een lid van de
gemeenteraad van Haarlem aan B. en W.
gesteld. Hun antwoordt luidt, dat er geen
plannen bestaan voor de aanleg van ver
keerstunnels. Het is uiteraard gewenst om
de mogelijkheid van ondergronds verkeer
te betrekken in het zoeken naar oplos
singen voor de verdere toekomst.
Er bestaan plannen voor het verkrijgen
van parkeerterreinen in de binnenstad. De
realisering hiervan hangt af van het tijd
stip waarop op grote schaal woningen ont
ruimd en bedrijven verplaatst kunnen
worden.
Bü Spaarndam.
Gevraagd naar de maatregelen om in de
toekomst het grote verkeer om Spaarndam
heen te leiden, antwoorden B. en W., dat
na de opening van de verkeerstunnel te
Velsen de pont bij Buitenhuizen slechts
weinig autoverkeer meer te verwerken zal
krijgen. Dit betekent aanzienlijke ontlas
ting van Spaarndam voor doorgaand ver
keer. Voorts bestaat een plan om in de
toekomst een provinciale weg buiten
Spaarndam om, aan te leggen naar Bui
tenhuizen.
Verkeer aan Oostzyde.
B. en W. delen mee, dat de vaststelling
van het tracé van de oostelijke randweg
een rijksaangelegenheid is.In afwijking van
het verlengde van de Orionweg. Het ligt
bedoeling van het rijk de weg aan te leg
gen ten oosten van de Mooie Hel en de
Liede.
Het ligt in het voornemen van B. en W.
de gemeenteraad in de loop van dit jaar
plannen voor te leggen voor verbetering
van de Vondelweg en de Spaarndamseweg,
die deel uitmaken van de oostelijke stads-
randweg. Het college acht deze weg (van
Delftplein tot Amsterdamse Poort) het
meest urgent. Aan de voorbereiding van
plannen tot het verbreden van de Schalk
wijkerstraat-Dubbele buurt zullen B. en
W. reeds thans aandacht besteden, opdat
ook deze verbetering, zo spoedig zulks mo
gelijk is, tot stand zal kunnen komen.
Rijksstraatweg.
Doordat verscheidene eigenaren van de
voortuinen aan de Rijksstraatweg nogal
bezwaren hebben tegen het afstaan van
deze tuinen, verlopen de onderhandelingen
tot aankoop tamelijk stroef. Over meer
dan de helft van de oppervlakte is reeds
overeenstemming bereikt.
Tunnel onder spoorbaan.
In antwoord op vragen over de verbin
ding Orionweg-Bloemendaal delen B. en
W. mee, dat in het uitbreidingsplan de mo
gelijkheid is open gehouden van het ma
ken van een tunnel onder de spoorbaan in
hetverlengde van de Orionweg. Het ligt
vooralsnog niet in de bedoeling dit plan
in de naaste toekomst te realiseren. Daar
de spoorbaan op Bloemendaals gebied ligt
en de westelijke op- en afrit van de tunnel
op grondgebied van Bloemendaal zal ko
men te liggen, zal medewerking van Bloe
mendaal nodig zijn voor de totstandko
ming van de tunnel. B. en W. menen te
mogen vertrouwen, dat deze medewerking
te zijner tijd zal worden verkregen.
Smeedijzeren borden
in de binnenstad
B. en W. van Haarlem delen in de me
morie van antwoord mede, dat zij nog
steeds overwegen of het aanbeveling ver
dient de behartiging van de kunstzaken op
te dragen aan een afzonderlijk bureau of
afdeling onder leiding van een functiona
ris, die zowel belangstelling als bekwaam
heid op het gebied van de kunstzaken
heeft.
Voorts verklaren B. en W. op een desbe
treffende vraag, dat men overweegt om een
deskundige aan te stellen, die zich zal be
lasten met de rondleiding van de school
kinderen in de musea. En voorts zullen
B. en W. wellicht aan de gemeenteraad een
voorstel doen tot verhoging van de post
aankoop van kunstwerken, die met het oog
op het feit, dat de „markt" voor goede
kunstwerken in een snel tempo kleiner
wordt.
Bovendien zullen B. en W. een voorstel
in overweging nemen om door het beschik
baar stellen van een subsidie mogelijk te
maken, dat de oude binnenstad wordt ver
fraaid. Men denkt daarbij bijvoorbeeld aan
het op verantwoorde wijze plaatsen van
uithangborden van kunstsmeedwerk.
ADVERTENTIE
Het plaatselijk busvervoer ontbreekt ook
dit jaar niet in het vragenstel- tussen ge
meenteraad en Burgemeester en Wethou
ders, dïe voor de beantwoording daarvan
trouwens een beroep doen op de directeur
van de NZH.
Op de verscheidene vragen omtrent bus
lijnen, routes, stopplaatsen en dienstrege
ling kwam het volgende bescheid:
De directie van de NZHVM is van me
ning, dat een rechtstreeks busverbinding
van oost naar west geen voldoende levens
vatbaarheid zou bezitten. Men kan thans
van het ene deel van de stad naar het an
dere deel komen, door over te stappen. Een
proefneming met een verbinding van noord
naar oost (via de Cat'harijnebrug naar de
Oostvest) bleek een mislukking te zijn, om
dat hiervan onvoldoende gebruik werd ge
maakt en deze lijn een groot verlies ople
verde. Wel overweegt de NZHVM, zodra
gebruik kan worden gemaakt..van de Prin
senbrug, een verbinding te maken van
Haarlem-Noord naar Haarlem-Oost.
De NZHVM heeft enige ontwerpen ge
maakt voor in de bussen aan te brengen
routekaarten, echter zonder gunstig resul
taat. De kaarten waren te groot om deze
op bevredigende wijze in de bussen te kun
nen aanbrengen; bij een kleiner formaat
ging de overzichtelijkheid geheel verloren.
Zij heeft daarom voorlopig van routekaar
ten afgezien.
Toegegeven moet worden dat de haltes
Proveniershuis en Grote Markt verder uit
elkaar liggen dan voor verschillende reizi-
gars wenselijk is. De geringe breedte van
en het zeer drukke verkeer in de Grote
Houtstraat laten echter het vaststellen van
een halte in d'ie straat niet toe.
De vroeger bestaande halte in deze straat
bij het Haarlems Dagblad is opgeheven,
omdat deze uit verkeersoogpunt niet te
handhaven was.
Voorheen zijn de routes van de lijnen 3
en 4, van het station naar het Kleverpark,
samengevoegd, teneinde voor de bewoners
van deze stadswijk een zo gunstig moge
lijke verbinding te verkrijgen, met een be
hoorlijke frequentie. Hoewel inderdaad de
bestrating van de genoemde wegen in min
der goede staat verkeert, is deze toch niet
van zodanige aard, dat ook naar het oor
deel van de NZHVM wijziging van de
busroute daardoor noodzakelijk zou zijn.
Volgens mededeling van de directie van
de NZHVM worden 's avonds tussen 7 en
8 uur, buiten de normale dienstregeling,
steeds extra bussen ingelegd op de diensten
welke van Haarlem-Noord naar het cen
trum gaan. Op de andere lijnen zou hieraan
in het algemeen geen behoefte bestaan.
B. en W. van Haarlem delen in de Me
morie van Antwoord op desbetreffende
vragen mede, dat het huidige tekort aan
sportterreinen in Haarlem ongeveer dertig
stuks bedraagt. Naar verwacht wordt zul
len de zeven sportterreinen in Noord-
Akendam in 1957 bespeelbaar zijn. Voorts
komen voor uitvoering het eerst in aan
merking twee terreinen bij de Van Zegge-
lenscholen, vier velden in Schalkwijk en
nog twee velden in Noord-Akendam. Voor
de gronden ten noorden van het Mendel-
college heeft de Haarlemse sportraad reeds
een plan ingediend voor de aanleg van ne
gen terreinen, twaalf tennisbanen en een
sintelbaan. Dit complex zal echter niet voor
1958 in gebruik kunnen worden genomen.
Zodra dit complex echter gereed zal zijn
kan de HFC „EDO" verplaatst worden,
waardoor het mogelijk wordt, dat het hui
dige EDO-complex bij het Noordersport
park getrokken wordt, zodat daar een ver
ruiming van vier terreinen wordt verkre
gen. Voorts kan men uit de Memorie van
Antwoord vernemen, dat de sportraad een
rapport heeft uitgebracht over de bouw
van een sporthal in Haarlem. B. en W. heb
ben opdracht gegeven om aan de hand van
dit rapport een ontwerp met begroting
te maken.
Overigens zijn er voor de zaalsporten ten
minste nog vijf grote zalen verspreid over
de stadswijken nodig.
Ten aanzien van de plannen voor de
aanleg van het sportcomplex met sintel-
baan aan de Orionweg wordt nog medege
deeld, dat deze plannen in de eerste helft
vfen dit jaar aan de raad zullen worden
voorgelegd.
Aandacht zvordt besteed
aan speelgelegenheid
B. en W. van Haarlem hebben de ge
meenteraad meegedeeld, dat het niet mo
gelijk is thans reeds een volledig overzicht
te geven van de uitbreidingsplannen in
onderdelen, die in 1956 aan de raad ter
vaststelling of ter herziening zullen worden
aangeboden. Met zekerheid is dit echter te
zeggen van de volgende plannen: plan
Parkwijk, herzieningsplian Burgemeester
Reinaldapark, plan omgeving Station-
Bloemendaal, plan Stephensonstraat, plan
Faradaystraat, plan zuid-west (ten westen
van de Houtvaart), plan Eindenhout en
plan Spaarndam. Voorts wordt getracht
een nieuw plan voor de Waarder- en Veer-
polder gereed te krijgen.
In het uitbreidingsplan Schalkwijk zal
uiteraard worden gezocht naar een in
stedebouwkundig opzicht verantwoorde
aansluiting aan het groene gebied langs
het Spaarne.
Pogingen om de omgeving van de'Schalk-
wijkerweg te bevrijden van opslagterreinen
e.d. kunnen pas worden gedaan zodra de
gronden - na onteigening in het bezit
der gemeente zijn.
Voorts merken B. en W. op, dat in nieu
we uitbreidingsplannen (o.a. Parkwijk)
rekening wordt gehouden met de behoefte
aan speelgelegenheid, dus ook speelweiden,
Voar de jeugd en dat in een in voorberei
ding zijnd uitbreidingsplan voor Spaarn
dam rekening zal worden gehouden met
>ie ontwikkelingsmogelijkheden van de
plaats.
Het plan voor het Stationsplein is gereed
en zal binnen afzienbare tijd in behande
ling kunnen komen.
Benoemd. De heer W. C. Bakker, wet
houder van financiën te Haarlem, is be
noemd tot lid van de financiële commissie
van het centraal comité van de Anti-revolu
tionaire partij. Deze benoeming is geschied
door het partijconvent, dat onder voorzitter
schap van de heer A. B. Roosjen in Utrecht
vei-gadert. Medeleden van de heer Bakker
in de financiële commissie zijn de heren J.
C. Haspels te Bussum en dr. J. de Nooy te
Utrecht.
Contactavond. Op vrijdag 3 februari
houdt de gemeenschap Haarlem van het
Humanistisch Verbond een contactavond in
het Nutsgebouw aan de Lange Veerstraat
te Haarlem. Daar zal de heer W. Mensink de
bespreking inleiden over het rapport „Hu
manisme en sociale gerechtigheid". De
gedachtenwisseling zal op vrijdag 17 februari
worden voortgezet.
Lezing over Verenigde Staten. Voor de
afdeling Bloemendaal van de Koninklijke
Nederlandse Middenstands Bond houdt op
woensdagavond 25 januari in hotel Zomer-
zorg aan de Brederodelaan in Bloemendaal
jhr. dr. J. C. Mollerus uit Overveen een
lezing over zijn reis naar de Verenigde
Staten. De lezing, die met films en licht
beelden zal worden verduidelijkt, is voor
een ieder toegankelijk.
Commissie voor voorbereiding
is nog aan het werk
In de afdelingsvergaderingen van de
Haarlemse gemeenteraad is bij de behan
deling van de gemeentebegroting de vraag
aan de orde gesteld of de voorziening in
de vacature van een directeur van Open
bare Werken spoedig te verwachten is. Het
antwoord van B. en W. luidt: „Wij zouden
verheugd zijn, wanneer wij een bevesti
gend antwoord zouden kunnen geven. De
commisie, die met de voorbereiding van
een voordracht is belast, heeft voorlopig
haar taak geëindigd om die, na ingewon
nen inlichtingen op verscheiden terrein, te
kunnen voortzetten en ten einde te bren
gen. Een en ander zal nog weken vragen;
gerekend mag worden op het betrachten
van grote spoed voorzover dit is overeen
te brengen met de belangrijkheid van de
te vervullen functie".
Dan is ineens rijbewijs nodig
Een 22-jarige kousenbreier reed in juli
1955 trots op een nieuwe bromfiets door
Haarlem, toen hij een proces verbaal kreeg
omdat hij geen rijbewijs had. Hij wierp
tegen zowel voor de agent, als later voor
de kantonrechter en vandaag voor de
rechtbank, da»t een rijbewijs voor brom
fietsen toeh niet nodig was, maar werd in
alle gevallen in kennis gesteld van een be
schikking van de minister van Verkeer en
Waterstaat, die er voor hem op neerkwam,
dat zijn bromfiets, omdat er een twee-per
soonszadel (een „buddy-seat") op zat als
een motorrijwiel werd beschouwd, zodat hij
een rijbewijs behoorde te hebben.
De kantonrechter had hem een boete van
12 gegeven om hem in gelegenheid te stel
len, in hoger beroep te gaan. De verdachte
verweerde zich door te verklaren, dat hij
van die beschikking niet op de hoogte was
geweest.
De officier van Justitie, mr. G. W. F. van
der Valk Bouman, zeide onder meer in zijn
requisitoir, het nogal wonderlijk te vinden,
dat er hier in de vraag of er voor een voer
tuig, dat 55 a 60 kilometer per uur haalt,
een rijbewijs nodig is, wordt beslist door
de vorm van het zadel. Hij hield hiermee
rekening in zijn eis: 3 boete.
De president, mr. H. J. Ferwerda, maak
te de verdachte opmerkzaam op de moge
lijkheid om na de uitspraak in cassatie te
gaan. Zou hij dit niet doen, dan raadde de
president hem aan, het zadel van zijn
bromfiets af te halen, omdat hij anders een
kans liep, dat deze in beslag genomen zou
worden.
Uitspraak op 2 februari.
Een 32-jarige fabrikant uit Amsterdam,
die van de Haarlemse kantonrechter een
boete van f 150 en de ontzegging van de
rijbevoegdheid voor zes maanden had ge
kregen, stond' hedenmorgen in beroep te
gen dit vonnis voor de rechtbank. Hij had
op een zondagmorgen in augustus van het
vorig jaar een lichte aanrijding gehad met
een kleine personenauto, die bezig was van
de Amsterdamse Vaart linksaf te slaan, de
Prins Bernhardlaan in. Hij was zich van
de aanwezigheid van deze zijweg niet be
wust en had zich dus alleen maar een beet
je verwonderd over het feit, dat de kleine
personenauto zo op het uiterste midden
van de weg had gereden. Daardoor was
hij ook buiten zijn weten schuldig gewor
den aan het inhalen op een wegkruising.
Bij de behandeling bleek echter, dat er
in de tijd van deze aanrijding op dit punt
nog op generlei wijze was aangegeven, dat
zich hier een zijweg bevond. Dit werd pas
later aangegeven en de officier hield daar
in zijn requisitoir rekening mee: hij hand
haafde de boete op f 150 en eiste een voor
waardelijke ontzegging van het rijbewijs
voor zes maanden. Met dit laatste kon
echter de verdediger, mr. C. A. Westerouen
van Meeteren niet accoord gaan omdat zijn
cliënt zeker geen wegpiraat is en een deel
van de schuld aan de aanrijding volgens
hem ook bij de aangeredene ligt.
Uitspraak op 2 februari.
Aan de heer W. A. Kreff' in Haarlem,
magazijnverkoper in dienst van J. P. Wyers'
industrie- en handelsonderneming N.V. in
Amsteradm, is de eremedaille in brons, ver
bonden aan de orde van Oranje Nassau,
toegekend. De heer Krefft was dinsdag
veertig jaar in dienst bij deze N.V. Op deze
dag is hij toegesproken door de directie,
van wie hij een geschenk in enveloppe ont
ving en door vele collega's, die hem over
laadden met goede wensen, vergezeld van
vele geschenken. De koninklijke onderschei
ding werd hem uitgereikt door een ver
tegenwoordiger van de burgemeester van
Amsterdam.