Nijverheidsschool voor minder
begaafden nuttig en nodig
Wethouder H. J. W. B. Disselkoen
zondag te Heemstede overleden
Tafeltje-dek-je voor bejaarden
Tien jaar liedjes van Toon
Harmonie St. Bavo
Conclusie Haarlemse Studiecommissie
Elders reeds verrassende resultaten
van experimentele BVO-scholen
Geen expositie ter
herdenking van
Adriaen Brouwer
7
Schipper KW 5 bevoegdheid
ontnomen voor 4 maanden
Burgerlijke Stand
van Haarlem
Duizenden rijders op
ijsbaan aan Kleverlaan
Ds. G. Toornvliet doet
26 februari zijn intrede
Nog drie avonden in Minerva Theater
Welke vakken bieden
de beste kansen?
Wenken voor Haarlem
Debielen werken „te hard"
Zwemfeest Watervrienden
IJs werd gevaarlijk
MAANDAG 6 FEBRUARI 1956
Schipper C. V. van de motorlogger „Fier-
man Ednard" KW 5 is schuldig Devonaen
aan het overlaten van de wacht aan dek
aan minder dan twee personen. Hij heeft
voorts nagelaten op 9 november 1954 di
rect bij aankomst in IJmuiden te melden,
(lat ongeveer drie uur tevoren de scheeps
jongen Nico laas van der Plas overboord
was geraakt. Zou hij dit wel hebben ge
daan, dan zou zeker de reddingboot zijn
uitgevaren om een poging tot redding te
doen. De Raad voor de Scheepvaart heeft
schipper V. gestraft door hem de bevoegd
heid om als schipper op zeevissersvaar
tuigen te varen te ontnemen voor de tijd
van vier maanden.
HAARLEM, 4 Februari 1956
GEHUWD: 4 febr., J. H. A. van Buel en
M. C. Tb. Bakker; A. E. A. H. Leushuis en
J. G. Rienstra; R. van Zeggeren en I. M.
Klauwers.
BEVALLEN van een zoon: 3 febr., G. van
Beusekomde Herder; M. Kuijpervan der
Meer; 4 febr. M. BerendseClaassen.
BEVALLEN van een dochter: 2 febr., A.
M. van DijkKerkhoff; 3 febr., G. Koper
Wittenberg; M. C. Eerens—Janssen; 4 febr.,
P. P. van WarmerdamCupido.
OVERLEDEN: 2 febr., J. Chr. H. A.
Braakman, 75 j., Hoofmanstraat; N. Ph. M.
Eelman—Revers, 74 j., Diepenbrockstraa-t;
3 febr., J. den Rider, 6 m., Raamsteeg; J.
Jungede Vos, 63 j., Rijksstraatweg; J. M.
Smidt—Baak, 73 j., Crayenesterlaan.
Zondagavond is in zijn woning te Heemstede onverwacht, in de ouderdom van 61
jaar, overleden de heer H. J. W. B. Disselkoen, wethouder van onderwijs der ge
meente Heemstede. Hij was onwel geworden en kort daarop is de heer Disselkoen
overleden. Hij had op 1 september 1931 zijn intrede gedaan in de gemeenteraad als
vertegenwoordiger van de S.D.A.P. Op 3 september 1946 werd hij benoemd tot
wethouder. De overledene was bestuurslid van de Streekschool voor opleiding van
kleuterleidsters, voorzitter van de Stichting financiële hulp aan studerenden, ver
tegenwoordiger van het gemeentebestuur in de commissie voor Geestelijke volks
gezondheid voor Haarlem en omgeving, voorzitter van de Commissie van beheer
van de schoolartsendienst voor Heemstede, Bloemendaal en Zandvoort, voorzitter
van de plaatselijke commissie van toezicht voor schooltandartsendienst, voorzitter
van de Vereniging Oud-Heemstede-Bennebroek en voorzitter van de afdeling van
de Partij van de Arbeid'.
In de heer Disselkoen verliest Heemstede
een man die het welzijn der gemeente met
hart en ziel was toegewijd. In maatschap
pelijk opzicht heeft hij het nimmer gemak
kelijk gehad en ook politiek kon hij pas na
de bevrijding zijn grote gaven op dit gebied
ontplooien. Vóór de oorlog vormde hij vele
jaren, tezamen met de betreurde, in de
oorlog wegens illegale activiteit gefusil
leerde W. A. de Tello, de socialistische
fractie in de Heemsteedse gemeenteraad.
In 1946 werd van hem grote tact vereist
als voorzitter van de pas-opgerichte plaat
selijke afdeling van de Partij van de Ar
beid, toen in een gemeente waar de socia
listen van traditionele huize in de minder
heid waren, een fusie bereikt moest wor
den met vrijzinnig- en christen-democra
ten, Christelijk-Historischen en partijlozen.
Dat deze samensmelting geruisloos is ver
lopen, is zeer zeker voor een groot deel te
danken aan de spreekwoordelijke tact
waarmee de heer Disselkoen de vergade
ringen wist te leiden.
Deze zelfde tact, men kan wel zeggen een
zekere aangeboden diplomatie, kwam hem
ook te stade toen hij in september 1946 tot
het wethouderschap werd geroepen. Hij
heeft zich daardoor de achting en de waar
dering weten te verwei-ven van alle poli
tieke groeperingen in de raad en dat hij
zijn wethoudersfunctie tot zijn dood toe
heeft kunnen vervullen, was zeker voor een
niet gering deel te verklaren uit het alge
mene respect voor zijn werkkracht en zijn
persoon.
In de bijna tien jaren dat de heer Dissel
koen wethouder van Heemstede is geweest,
heeft hij belangrijke dingen tot stand ge
bracht. Op het gebied van het onderwijs
springt in de eerste plaats de royale door
voering, niet naar de letter, maar naar de
geest, van de financiële gelijkstelling tussen
openbaar en bijzonder onderwijs in het oog,
alsook de ontwikkeling van het kleuter
onderwijs. Onder zijn leiding kwam een
nieuwe Crayenester-kleuterschool tot stand,
is de bouw van een nieuwe kleuterschool
aan de Franz Schubertlaan op handen en
bevinden zich de voorbereidingen voor een
kleuterschool aan de Voorweg in een ver
gevorderd stadium.
Tal van openbare en bijzondere lagere
scholen werden verbeterd en wanneer
Heemstede eerlang ook een middelbare
school binnen zijn grenzen zal hebben
er is immers sprake van dat het derde Chr.
lyceum in Heemstede zal worden gevestigd
dan is dit zeker aan zijn medewerking
te danken. Verzoeken van schoolbesturen
om medewerking volgens de Lager
Onderwijswet tot het aanschaffen van
moderne leermiddelen (zoals tape-recor
ders en schrijfmachines) vonden bij
hem steeds een gunstig onthaal. Voor de
sportbeoefening deed de heer Disselkoen
veel; voor de toekomst staan op het pro
gramma de bouw van een gymnastiekzaal
aan de Lanckhorstlaan en de aanleg van
een groot zwembad aan de Sportparklaan.
Ook op cultureel gebied was hij bijzon
der actief. De Heemsteedse gemeentelijke
bibliotheek, waarin een algemene en een
specifiek rooms-katholieke afdeling getui
gen van een samenwerking die hij steeds
tussen de verschillende levensbeschouwe
lijke groeperingen nastreefde, is daarvan
een duidelijk bewijs.
Toen hij ook wethouder van de bedrijven
was, legde de heer Disselkoen de grondslag
voor de gedifferentieerde gezinstarieven
voor water, stroom en gas. Als wethouder
voor de volksgezondheid zorgde hij ervoor,
dat een zeer belangrijke uitbreiding van
het gezondheidshuis tot stand kwam.
Dit zijn slechts enkele grepen uit de zeer
vele werkzaamheden die de heer Dissel
koen als wethouder voor de gemeente
Heemstede heeft verricht. Vele andere blij
ven achter de schermen van het bestuurs
apparaat verborgen, zoals zijn werkzaam
heid in de studiecommissie tot vorming
van het Noordhollands Philharmonisch Or
kest en zijn activiteit in de commissie tot
stichting van een inter-gemeentelijke zorg
voor de geestelijke volksgezondheid. Ook
had hij zitting in het bestuur van de Ken-
nemer Streekschool voor kleuterleidsters.
Heemstedenaar, hoewel niet van geboorte,
was de thans overledene in hart en nieren.
Hij wist zich met zijn soepele geest voor
treffelijk aan te passen aan de gemoedelijke
sfeer die deze gemeente van oudsher heeft
gekenmerkt en nog kenmerkt. Dat hij ook
voor de geschiedenis van Heemstede grote
belangstelling had, daarvan getuigt onder
meer zijn voorzitterschap van de vereniging
Oud-Heemstede-Bennebroek. Van de op-
Wethouder II. J. W. B. Disselkoen.
richting af bekleedde hij deze functie.
Juist zijn beminnelijke persoonlijkheid,
zijn gevoel voor humor en zijn intensieve
belangstelling voor het wel en wee van zijn
medemensen stempelden hem tot de be
minde figuur die hij was. In de Indische
'buurt bijvoorbeeld kon hij altijd op een
vaste aanhang van het kiezerkorps rekenen.
Zijn laatste belangstelling ging uit naar de
zorg voor de bejaarden. Nog onlangs werd
hij gekozen tot voorzitter van de afdeling
Heemstede van de Algemene Bond van
ouden van dagen.
In de gemeente heerste gisteren en van
daag grote verslagenheid bij het vernemen
van het bericht van het overlijden van de
heer Disselkoen. Het is wel zeker dat de
herinnering aan zijn innemende persoon
lijkheid en zijn grote werkkracht velen nog
lang bij zal blijven.
De crematie is bepaald op Donderdag na
aankomst van trein 14.29 uur te Wester-
veld.
Ingevolge de actie tot gezondmaking van
bet korpswezen in Haarlem hebben de
twee r.k. harmonieverenigingen, „St. Cae-
cilia" (die gevestigd was in Haarlem-Noord)
en „Euterpe" (uit Overveen) een fusie
aangegaan. De oude namen zijn in de ar
chieven begraven en het nieuw gevormde
korsp werd r.k. Harmonie „St. Bavo"
genoemd. De vereniging heeft zich geves
tigd in Haarlem-Oost, namelijk in het
parochiehuis op het Teylerplein en stelde
zich onder muzikale leiding van Jac. Wild
schut.
Zondagavond werd door „St. Bavo" voor
een vrij talrijk publiek een eerste uitvoe
ring gegeven. Daarbij kon men ervaren,
dat er muziektechnisch goede mogelijk
heden in de bezetting schuilen. Hoewel men
over enkele krachten beschikt, die ten
minste in een afdeling uitmuntendheid
thuis horen, lijkt het mij geraden van meet
aan te gaan opbouwen om aldus zonder
forceren te streven naar een zuiver klank
gehalte en een correcte speelwijze. Het
werkterrein dat men gekozen heeft, in de
Amsterdamse buurt, lijkt gunstig voor het
werven van jonge krachten. De broeders
van de parochieschool werken naarstig
mee om adspirant-blazers wegwijs in de
notenleer te maken. Zodat het er naar
uitziet dat het korps eerlang met een groot
aantal nieuwelingen uitgebreid zal kunnen
worden. En dan is het uiteraard geboden
de technische eisen niet te hoog te stellen
en er de tijd voor te nemen om naar een
hoger niveau op te klimmen. Laat men er
voorlopig genoegen in scheppen eenvoudige
maar goede muziek in perfectie uit te
voeren.
Men speelde deze avond onder meer de
„Partita Piccola" van Boedijn en dat lijkt
mij thans wel de grens te zijn: dit stuk
dient nog evenwichtiger van klank en le
vendiger van tempo (vooral dan in het
laatste deel) te worden gespeeld. „Burg
fanfare" bleek reeds een te zware opgave.
Toen men bij de „Grigi"-ouverture van
Lincke ingespeeld raakte, werden daarin
qua klank en samenspel verdienstelijk re
sultaten bereikt. In het genrestukje „In de
kloostertuin" van Ketelbey uitgevoerd
met enkele koorzangers waren zelfs
fraaie momenten te beluisteren. De klari
nettisten C. G. van der Stoop en Fr. van
Woensel demonstreerden met een duo hun
vaardigheid en zin voor samenspel, want
de uitvoering getuigde van zorgvuldige in
studering, vooral wat de aanpassing be
treft.
Jac. Wildschut vergastte het publiek op
een concertino voor trompet, waarbij B.
Balledux het orkest dirigeerde. Van bij
zonder belang was ook dat een zestal
nieuwe kwekelingen allen koperblazers
zich met succes in een paar nummertjes
van Kousemaker, voor sextet gezet door
de dirigent, kon laten horen. Naar wij ver
namen zijn er zo nog ongeveer veertig in
opleiding. Het ziet er dus naar uit, dat
Haarlem Oost een sterk bezet harmonie
korps gaat krijgen.
JOS. DE KLERK
Zaterdagmiddag en zondagmiddag zijn
weer duizenden liefhebbers op de baan aan
de Kleverlaan te Haarlem aan het schaat
sen geweest.
Zondag had het personeel van de baan
een belangrijk gedeelte sneeuwvrij ge
maakt zodat de baan weer prima te be
rijden was.
Jammer genoeg was het weer niet van
die aard, dat de kunstrijdemonstraties van
de leden van de HOKIJ uit Den Haag door
gang konden vinden. De Commissie heeft
besloten om deze demonstraties te laten
geven, zodra het maar mogelijk zal blijken.
Ook de aanvankelijk vastgestelde wed
strijden voor de militairen in Haarlem, die
maandag gehouden zouden worden, zijn
tot nader order uitgesteld.
IJs en'weder dienende zullen dinsdag de
interscholaire schoolwedstrijden worden
gehouden. Deze wedstrijden ondervinden,
zoals bekend, grote belangstelling bij de
Haarlemse scholen voor ULO, Middelbaar
en Hoger Onderwijs.
De ijsbaan zal vermoedelijk hedenavond
geopend zijn, zodat de schaatsliefhebbers
weer kunnen profiteren van de gezellig
verlichte baan.
De nieuwe gereformeerde predikant van
Bloemendaal, ds. G. Toornvliet van Leiden,
zal zondagmiddag 26 februari na des mor
gens te zijn bevestigd door ds. Joh. C.
Brussaard te Oegstgeest, die de eerste pre
dikant van de Bloemendaalse Gerefor
meerde Kerk is geweest, zijn intrede doen.
Ds. Toornvliet is van december j.l. af al
woonachtig in zijn nieuwe gemeente, maar
omdat het werk onder de studenten te Lei
den om een afronding vroeg, is de beves
tiging op eind februari vastgesteld. De
nieuwe predikant wordt de derde, die
Bloemendaals kerk in haar veertigjarig be
staan zal dienen. Voor hem diende ds. J. C.
Brussaard te Oegstgeest de kerk van 1918
1949, terwijl de tegenwoordige hoogleraar
prof. dr. G. Brillenburg Wurth als hulp
prediker van 1921 tot 1924 werkzaam was
te Santpoort, dat toen nog onder Bloemen
daal ressorteerde. Van 1948 tot 1955 diende
de Kampense hoogleraar prof. dr. J. L.
Koole de Bloemendaalse kerk.
K.O.O.S. WEDSTRIJDEN
Bij de wedstrijden ter gelegenheid van
het 46ste wapenfeest van de Koninklijke
Onder Officier Sehermbond welke deze
week gehouden werden in Den Haag, leg
den Holtslag en Wieldraaijer, beiden van
de Politiesportvereniging Haarlem, in de
afdeling degen II en sabel I beslag op de
vierde plaats. Aan de degen wedstrijd werd
door negentig en de sabelwedstrijd door
vijfentwintig leden deelgenomen.
Tenminste twintig percent van de totale bevolking van ons land behoort
tot de categorie der mindefbegaafden. Zeer velen van hen beschikken over
speciale vaardigheden, die hun in staat zouden stellen, nuttige leden van de
maatschappij te worden en in hun eigen levensonderhoud te voorzien. Helaas
echter voorziet ons huidige onderwijssysteem niet in voldoende mogelijkheden
om die speciale vaardigheden tot ontplooiing te brengen. Ervaringen, elders
opgedaan, bewijzen nochtans dat er voor dit probleem een oplossing kan en
moet komen. Men denkt in dit verband onder meer aan afzonderlijke scholen
voor nijverheidsonderwijs, die gesubsidieerd door rijk en gemeente, een be
langrijk aantal minder begaafden en licht-debielen voor een praktische
werkkring zouden opleiden, maar tevens aandacht zouden besteden aan de per
soonlijkheidsvorming van de leerlingen. Dit is een sociaal en maatschappelijk
belang van grote betekenis, zodat cle offers, die de oprichting van dergelijke
scholen vereist, volkomen verantwoord zijn.
Aldus de conclusie van de commissie die
zich, onder leiding van drs. G. P. J. van
Alkemade belast heeft met het onderzoek
naar de mogelijkheden van het nijverheids
onderwijs aan minder begaafden in Haar
lem. Deze commissie heeft in overleg met
de wethouder van Onderwijs onder meer
werkbezoeken gebracht aan scholen voor
buitengewoon lager- en nijverheidsonder
wijs in Breda en Utrecht te Nijmegen en
aan twee kampen voor sociale jeugdzorg
(Papenvoort en Aekinga), waar men zich
praktisch en theoretisch met dit probleem
bezig houdt. Men bezocht ook verschillende
instituten in België, waar aan het onder
wijs voor minder - beg a af d en een belang
rijke plaats wordt ingeruimd. Tenslotte
werden de verzamelde gegevefis in indruk
ken besproken met diverse gemeentelijke
instanties, Haarlmese onderwijsdeskundi
gen en bestuursleden van de plaatselijke
afdeling van de Nederlandse Maatschappij
voor Nijverheid en Handel.
Een der conclusies van deze besprekin
gen is, dat er bij het oprichten van een af
zonderlijke school voor minder begaafden
rekening moet worden gehouden met de
opnemings mogelijkheden van de werkge
legenheid in Haarlem en omgeving.
Voorts wordt de verwachting uitgespro
ken, dat de kosten van stichting en instand
houding van een dergelijke school, op grond
van de bestaande regelingen, slechts voor
dertig percent door de gemeente betaald
zouden moeten worden. De overige 70 per
cent zou ten laste van het rijk komen.
Een praktische oplossing van dit pro
bleem bestudeerde de Haarlemse commis
sie in de Bredase St. Jansschool, een in
1953 opgerichte dépendance van de ge
meentelijke technische school aldaar, waar
minder begaafden onderwezen worden in
bankwerken, gieten en vormen, schilderen
en schoenmaken. Aan de school wordt
tevens les gegeven in lezen, taal en reke
nen in klassen van ten hoogste 15 leer
lingen. Het onderwijs is sterk individueel
gerioht, er wordt weinig bij gepraat en veel
met aanschouwelijke voorstellingen en
modellen gewerkt.
Wat het technisch onderwijs betreft, con
stateerde men het'volgende.
Bij het gieten en vormen wordt o.a. ge
durende eenmaal per week vrij gewerkt.
Het merkwaardige verschijnsel doet zich
voor dat dit vrijwel foutloos geschiedt. Kan
men de jongens zover brengen, dat zij de
instructies van een baas kunnen opvolgen,
dan maken zij een goede kans van slagen,
omdat de metaalnijverheid rond Breda
naast vakbekwame arbeiders, ook vele
minder begaafden gebruiken kan.
Constructie-bankwerken wordt pas sinds
september 1954 gegeven. De outillage kost
te 50.000. Ook dit vak zal, hoopt men,
vele bruikbare werkkrachten kunnen
voortbrengen.
Het schoenmaken leent zich uitstekend
voor minderbegaafde kinderen; ook het
„huiselijk milieu" van dit vak spreekt de
minder begaafden aan.
De directeur van deze school hoopt het
aantal vakken in de toekomst nog uit te
breiden met kleermaken, waarmee in Bel
gië goede ervaringen zijn opgedaan. Ook
dit vak is door het huiselijk milieu en de
mogelijkheid van eenvoudige specialisaties
zeer geschikt.
- Ook in enkele bouwvakken schuilen, mits
onder behoorlijk toezicht uitgeoefend,
goede mogelijkheden voor minder-begaaf-
rien. Timmeren acht men in Breda minder
geschikt als leervak, omdat het veelvuldig
wisselen van werkkring, dat dit beroep
vereist, de betrokkenen in het algemeen
minder ligt.
Voor andere scholen in dezelfde geest
beval de directeur van de Bredase instel
ling het kiezen van andere vakken aan dan
in zijn school onderwezen worden, opdat
het experiment zo volledig mogelijk kan
werken. Men zou bovendien rekening moe
ten houden met weerstanden van bepaalde
takken van het bedrijfsleven, die het uit
kiezen van hun vak als „b.l.o.-vak" deni
grerend achten.
Tevens zou er bij de bepaling van een
leerplan aandacht geschonken moeten wor
den aan het feit, dat de leerlingen later bij
voorkeur in een huiselijk milieu hun brood
moeten verdienen.
De leerlingen van de school zijn vrij jong.
De bezetting, is thans 72 leerlingen, waar
van 2/5 afkomstig' is uit buitengemeenten.
De school kent twee leerjaren, tijdens wel
ke de praktische vorming om finanoiëie
redenen zoveel mogelijk gezamenlijk
gegeven wordt. Het verloop der leerlingen
is zeer klein.
Voor hun toelating worden de jongens
aan een psychotechnisch onderzoek onder
worpen, die zeer verrassende uitkomsten
oplevert. Het aantal leerlingen bestaat voor
2/3 uit minder begaafden en voor 1/3 uit
debielen. In de praktijk is er tussen beide
groepen weinig verschil te merken; het
komt zelfs voor dat een debiele leerling op
een bepaald gebied beter werk levert dan
een minder-begaafde. Na twee, maximaal
vier jaar, wordt een diploma gemeentelijke
technische school „afdeling bno" uitge
reikt.
De leerlingen tonen een opmerkelijke
ambitie, veel groter dan die welke gemid
deld bij leerlingen van technische scholen
worden aangetroffen. Veelal worden dan
ook zeer gunstige resultaten bereikt: de
kinderen beseffen blijkbaar intuïtief, dat
zij de hier geboden kans volledig moeten
uitbuiten.
Hoopgevend zijn ook het systeem en de
resultaten van de St. Bernulphus(debie-
len-)school voor blo en bno, in Utrecht,
die eveneens door de commissie bezocht
werd. Ook hier wordt, in twee les- en tien
vaklokalen theoretisch onderricht, alsmede
onderwijs in schilderen, timmeren en leer-
bewerking gegeven. Met een tuinbouwcur-
sus wordt binnenkort een begin gemaakt.
Werkgevers in het smederij bedrijf hebben
verzocht, aan deze school ook een opleiding
voor smeden te verbinden, maar zolang het
insituut niet gesubsidieerd wordt, is dit
onmogelijk.
Van de laatste groep geslaagde leer
lingen zijn er zes als timmerlieden in
de nieuwbouw, een op een timmer
fabriek en een in een fabriek voor par
ketvloeren tewerk gesteld. Er zijn
klachten: in de bouw maakten deze
jongens de woede van hun mede-arbei
ders gaande, doordat zij naar de smaak
van deze heren „veel te hard werken".
De leerlingen worden gerecruteerd uit
lagere- en Uloscholen in de gehele provin
cie Utrecht. De normale duur van de oplei
ding is drie jaar. Ongeveer 25 percent der
leerlingen is geschikt om het rijksdiploma
te behalen.
Het rapport van de commissie wijdt uit
voerig aandacht aan de beide kampen voor
sociale jeugdzorg Papenvoort (in Rolde) en
„Aekinga" te Appelscha. Papenvoort, in
1939 gebouwd als werkinstituut voor
elementaire dienstweigeraars geeft oplei
dingscursussen voor werk in fabrieken, op
boerderijen en diverse ambachten. Het j
kamp is bestemd voor licht-debiele jongens
van 1518 jaar, die hier geplaatst worden
op verzoek van divei-se officiële instanties
en er ongeveer een jaar blijven. Doel is
vooral: het aankweken of verbeteren van
werkhouding en werklust, de resultaten
zijn verheugend. De ijver is in het alge
meen groot, van spanningentussen werk
meester en de (interne) leerlingen is vrij
wel nimmer sprake.
Het kamp te Appelscha is op dezelfde
leest geschoeid. Doel is ook hier het geven
van een vooropleiding en bevordering van
handvaardigheid en karaktervorming. Het
bezoek aan deze kampen en scholen, zo zegt
de Haarlemse commissie in haar rapport,
heeft ons vele nieuwe mogelijkheden doen
zien die voor de ontwikkeling van het nij
verheidsonderwijs in Haarlem van beteke
nis kunnen zijn. Vooral is daarbij opge
vallen dat het gemis van aanpassing van
het huidige onderwijs (en zeker het bui
tengewoon nijverheidsonderwijs) aan de
maatschappij een groot euvel is. Een voort
durend contact tussen deze kampen en de
leiders der in Haarlem te stichten b.n.o.
school acht de commissie dan ook van de
grootste betekenis.
Vijf avonden van drie uur lang (woens
dag is de laatste) onthaalt Toon Hermans
zijn begunstigers uit alle lagen van het
publiek in het Minerva Theater te Heem
stede op een zogenaamde „one-man-show".
Men moet die buitenlandse term niet hele
maal letterlijk nemen, want er werken ook
anderen aan dit programma mee: de pia
nist Govert van Oest en twee vroegere
medewerkers van Pia Beek, te weten de
guitarist Robby Pauwels en de bassist Hans
van Rossem, benevens een lieftallige jon
gedame, een zo charmante inspiciënte, dat
zij zo nu en dan even op het toneel mag
komen om een paar attributen aan te rei
ken - een ander jasje, een paar handschoe
nen of een hoge hoed op een wandelstok
met als een vlag een witte omslagdoek.
Maar dat is allemaal begeleiding, melo
dieuze en gracieuze versiering. Toon Her
mans is de eerste man, de Adam in het
paradijs der kwajongensachtige onschuld,
die zich speciaal „voor u, Eva" (want zo
luidt de titel van deze cavalcade van suc
cessen uit een carrière als kleinkunstenaar,
die tien jaar geleden begon) met veel lied
jes en af en tqe een praatje daartussen
door gedraagt als een verliefde dwaas
zonder aanstellerij. Voor mijn part - maar
o, men moet zo voorzichtig zijn met kolder
in dit smalle land met rechte paden, waar
men het gewoon doen al gek genoeg pleegt
te vinden - had hij nog verder mogen
gaan, bijvoorbeeld op zijn handen lopen,
zoals de held uit het „Urenboek" van Frans
Masereel, want hij zou zijn evenwicht niet
verliezen.
Het bovenstaande is een inleiding tot een
poging om zijn „apartheid" te beschrijven.
Want men komt er niet achter met een
opsomming- van de diverse nummers, met
een analyse of met een maatstaf van ver
gelijking. Toon Hermans doet immers aan
een heleboel anderen denken en heeft toch
een volstrekt eigenaardige humor. Daar is
zijn betrekkelijk zuidelijke afkomst niet
vreemd aan. Terecht begint dit natuurta
lent deze bloemlezing (hoe toepasselijk zijn
deze beide termen!) met een Limburgs
liedje, een zangerige jeugdherinnering aan
een primitief draaimolentje met een engel
achtig beeld van een vrouw in de nok op
een kermis met in armetierigheid schitte
rende lichtjes der wonderbaarlijkheid. Dit
Limburgse accent van scheutige blijheid en
stevig sentiment blijft men horen. Men
denkt aan zijn streekgenoot de dichter
Pierre Kemp, bijvoorbeeld: „Nu moet ik
iets doen. nu kan ik iets niet latenAls
ik eens ging in de oude stad, in de versle
ten straten trommelen op de ruiten en
daarbij wat zong?"
Er is een speelse fantasie in Toon Her
mans zonder een spoor van kwaadaardig
heid. „Zijn humor zou ik snaaks willen
noemen", schrijft Anton van Duinkerken
in het fraaie souvenir-progz-amma, „gezond
en listig en snel als de levensvreugde van
een bakkersjongen. Hij bereikt altijd de
grenS van' baldadigheid, doch houdt maat".
Deze zorgeloze ongecompliceerdheid maakt
hem als conferencier de mindere van Wim
Kan, want hij mag dan bijna even virtuoos
met woorden jongleren, hij laat de begrip
pen vrijwel onaangetast, hij onderzoekt of
er nog levende werkelijkheid achter de
staande uitdrukkingen schuilt en of er nog
(wat in zit, maar hij loopt met een sierlijke
'boog óm de heilige huisjes heen, ten hoog
ste een laqge neus trekkend tegen de fat
soensrakkers. Hij breit' malle verzinsels
aan elkaar, maar het houdt geen steek, hij
gekscheert zonder ooit een gelaat te schen
den, hij amuseert iedereen en hij raakt
niemand - in hart noch geweten.
Het is niet zo belangrijk, want het geldt
slechts de verbindende teksten. Het lijkt
wel of Toon Hermans zich opzettelijk op
andermans terrein waagt om te laten zien
hoe sterk hij op eigen benen staat. Men
wordt soms even aan Louis Davids herin
nerd, doch het valt direct op dat diens
sociale meegevoel heeft' plaats gemaakt
voor romantische leutigheid. Dat is óók
een teken des tijds. Door uitbundige voor
dracht en joviale allure wordt Maurice
Chevalier voor de geest geroepen, door
komische overdrijving en verhaspeling van
vreemde talen Danny Kaye, zijn beide bui
tenlandse voorgangers uit de laatste tijd
oo het gebied van de eenmansvoorstelling.
Op zijn Pools-Amerikaanse collega lijkt
hij het meest, ook als parodist, zonder dat
er van navolging sprake is. Want Toon
Hermans zingt nu eenmaal precies zoals
hij gebekt is. Zijn optreden maakt ook geen
moment de indruk van aangenomen werk.
integendeel: hij deelt zijn eigen plezier om
zijn malle invallen gul aan anderen mede.
Liedjesman noemt hij zichzelf en als
zodanig is hij op zijn best, blijmoedig en
dartel zingend over de Jantjes en Keesjes,
de boompjes en beestjes, die hij op het
achterdoek heeft gekalkt. Cor van der
Lugt Melsert heeft gezegd, dat Toon
Hermans bij hem reminiscenties aan
Pierrot wekt. Dat is - geloof ik - slechts
in één opzicht waar: door zijn fenomenale
vermogen om midden tussen uitgelatenheid
en grimassen opeens een stilte te scheppen,
die hij dan bijna onmiddellijk daarop
schouderophalend weglacht. Hij is een
raskomediant, een uit de kluiten gewassen
clown, opgaand in zijn verrukkelijk onzin
nig spel,, een groot en grappig mensen
kind. De enkele flauwe aardigheden of
goedkope grappen vergeeft men hem gaar
ne, als men onbevangen genoeg is om van
dit genre te houden. Een men vergeet hele
maal te vragen, wat er geworden is van
zijn „ballot'^ en van zijn opleiding van
jonge krachten
Hier laat ik het bij. Het is een verslag
zonder inventaris van het gebodene. Als
u er alles van wilt weten, moet u zelf
maar gaan luisteren. En als u het niet leuk
mocht vinden, dan moet u Toon Hermans
noch mij er boos om aankijken.
DAVID KONING.
De geniale schilder A. Brouwer werd in
1605 of 1606 te Oudenaerde geboren, dus
driehonderdvijftig jaar geleden. Daar Brou
wer van 1626 af tot waarschijnlijk 1631 te
Haarlem in de kring van Frans Hals ver
toefde en hij in 1638 te Antwerpen stierf,
rijpte het plan deze zomer een herden
kingstentoonstelling te houden in Antwer
pen en Haarlem, alsook in München.
De Alte Pinakothek in laatstgenoemde
stad bezit namelijk zeventien werken van
Brouwer, waarvan aanvankelijk twaalf als
bruiklenen werden toegezegd voor genoem
de exposities. Door organisatorische moei
lijkheden van Duitse zijde kunnen de toe
gezegde bruiklenen uit de Alte Pinakothek
niet beschikbaar worden gesteld, waardoor
de reeds ver gevorderde plannen geen
levensvatbaarheid meer hebben. Dienten
gevolge moest worden besloten de tëntoon-
stellingstournee niet te doen plaats hebben.
Zondagmiddag hielden De Watervrienden
in het Sportfondsenbad in Haarlem een ver
ent gings-zwemfeest, gecombineerd met af
zwemmen. Precies om twee uur opende de
voorzitter het zowel met deelnemers als met
toeschouwers druk bezette bad, waarbij hij
speciaal de aandacht vestigde op de nood
zakelijke aandacht, die dit jaar geschonken
moet worden aan de voorbereiding van het
25-iarig jubileum in 1957.
Aan het afzwemmen voor de diploma's A
en B namen 96 jongeren en ouderen deel.
Na afloop konden de geslaagden het diplo
ma geoefend zwemmer mee naar huis
nemen.
De waterpolowedstrijd tegen een ploeg van
de Amsterdamse Watervrienden verloren de
Haarlemmers met 31.
In de rust van deze wedsrtijd demonstreer
de mevr. Verdoes met haar groep van 16
dames het figuurzwemmen. In het program
ma waren verder opgenomen een afvalrace,
een familie-estafette en een gecostumeerde
waterpolowedstrijd van het bestuur tegen de
technische commissie.
De rest van het programma werd ingeno
men door een aantal wedstrijdnummers.
Het ijs werd zaterdagmiddag op vele
plaatsen in Haarlem gevaarlijk. Om vijf
uur heeft de politie op de Leidsevaart,
Raamvest en de Delft de rijders gewaar
schuwd, waarna het schaatsen gestaakt
werd.
Zaterdag halfeen fietste een dertienjarige
jongen op het ijs van de Lorentzkade te
Haarlem. Toen hij onder een brug door
wilde rijden kwam zijn hoofd er mee in
aanraking. Hij viel en met een vermoede
lijke hersenschudding en een hoofdwonde
is de jongen naar 't Diaconessenhuis over
gebracht.
Omstreeks vijf uur is een vijftienjarige
jongen, die op het ijs van de Leidsevaart
nabij de Raambrug schaatste, door het ijs
gezakt. Voorbijgangers hebben hem met
een reddingshaak op het droge getrokken.
Een dikke, welriekende vïasem krulde
vanmiddag uil één der deuren van het
Gemeentelijke Tehuis van Ouden van
Dagen over de binnenplaats en onttrok de
wethouder van Volksgezondheid, de heer
W. C. Bakker, de gemeentelijk-adviseur
voor Maatschappelijk Opbouwwerk, drs.
W. Hazevoet en de presidente van het
U.V.V., mevrouw J. van Nispen-van Wely
aan het gezicht. Zij stonden in de gang te
kijken naar de activiteit van een aantal
dames van het U.V.V. onder leiding van
de secretaresse, mevrouiv M. D. Eickholz-
de Wijs, die bezig waren de etenspanne-
tjes te vullen voor de actie „Tafeltje-dek-
je", de verzorging van warme maaltijden
bij bejaarden, die daarvoor in aanmerking
komen. Elke portie was verdeeld over vijf
onder elkaar in een etensdrager gevatte
pannetjes, die achtereenvolgens jus, aard
appelen, erwten met ham, griesmeel en
bessensap bevatten. Deze etensdragers
werden weer verpakt in twee hoezen, zo
dat het eten op temperatuur kon blijven.
Wethouder Bakker (in het midden met
lepel) werd temidden van deze bedrijven
verzocht de griesmeel te proeven en haast
te zich aan dit verzoek te voldoen. Zoals
reeds is bericht zal „Tafeltje-dek-je" zich
voorlopig nog beperken tot vijftig door
maatschappelijke werksters aan het UW
opgegeven bejaarden in een deel van
Haarlem. Blijkt de behoefte groot te zijn -
en dat is wel te voorzien - dan is dit nog
maar een begin.