Nijverheidsschool voor minder begaafden nuttig en nodig Wethouder H. J. W. B. Disselkoen zondag te Heemstede overleden Tafeltje-dek-je voor bejaarden Tien jaar liedjes van Toon Harmonie St. Bavo Conclusie Haarlemse Studiecommissie Elders reeds verrassende resultaten van experimentele BVO-scholen Geen expositie ter herdenking van Adriaen Brouwer 7 Schipper KW 5 bevoegdheid ontnomen voor 4 maanden Burgerlijke Stand van Haarlem Duizenden rijders op ijsbaan aan Kleverlaan Ds. G. Toornvliet doet 26 februari zijn intrede Nog drie avonden in Minerva Theater Welke vakken bieden de beste kansen? Wenken voor Haarlem Debielen werken „te hard" Zwemfeest Watervrienden IJs werd gevaarlijk MAANDAG 6 FEBRUARI 1956 Schipper C. V. van de motorlogger „Fier- man Ednard" KW 5 is schuldig Devonaen aan het overlaten van de wacht aan dek aan minder dan twee personen. Hij heeft voorts nagelaten op 9 november 1954 di rect bij aankomst in IJmuiden te melden, (lat ongeveer drie uur tevoren de scheeps jongen Nico laas van der Plas overboord was geraakt. Zou hij dit wel hebben ge daan, dan zou zeker de reddingboot zijn uitgevaren om een poging tot redding te doen. De Raad voor de Scheepvaart heeft schipper V. gestraft door hem de bevoegd heid om als schipper op zeevissersvaar tuigen te varen te ontnemen voor de tijd van vier maanden. HAARLEM, 4 Februari 1956 GEHUWD: 4 febr., J. H. A. van Buel en M. C. Tb. Bakker; A. E. A. H. Leushuis en J. G. Rienstra; R. van Zeggeren en I. M. Klauwers. BEVALLEN van een zoon: 3 febr., G. van Beusekomde Herder; M. Kuijpervan der Meer; 4 febr. M. BerendseClaassen. BEVALLEN van een dochter: 2 febr., A. M. van DijkKerkhoff; 3 febr., G. Koper Wittenberg; M. C. Eerens—Janssen; 4 febr., P. P. van WarmerdamCupido. OVERLEDEN: 2 febr., J. Chr. H. A. Braakman, 75 j., Hoofmanstraat; N. Ph. M. Eelman—Revers, 74 j., Diepenbrockstraa-t; 3 febr., J. den Rider, 6 m., Raamsteeg; J. Jungede Vos, 63 j., Rijksstraatweg; J. M. Smidt—Baak, 73 j., Crayenesterlaan. Zondagavond is in zijn woning te Heemstede onverwacht, in de ouderdom van 61 jaar, overleden de heer H. J. W. B. Disselkoen, wethouder van onderwijs der ge meente Heemstede. Hij was onwel geworden en kort daarop is de heer Disselkoen overleden. Hij had op 1 september 1931 zijn intrede gedaan in de gemeenteraad als vertegenwoordiger van de S.D.A.P. Op 3 september 1946 werd hij benoemd tot wethouder. De overledene was bestuurslid van de Streekschool voor opleiding van kleuterleidsters, voorzitter van de Stichting financiële hulp aan studerenden, ver tegenwoordiger van het gemeentebestuur in de commissie voor Geestelijke volks gezondheid voor Haarlem en omgeving, voorzitter van de Commissie van beheer van de schoolartsendienst voor Heemstede, Bloemendaal en Zandvoort, voorzitter van de plaatselijke commissie van toezicht voor schooltandartsendienst, voorzitter van de Vereniging Oud-Heemstede-Bennebroek en voorzitter van de afdeling van de Partij van de Arbeid'. In de heer Disselkoen verliest Heemstede een man die het welzijn der gemeente met hart en ziel was toegewijd. In maatschap pelijk opzicht heeft hij het nimmer gemak kelijk gehad en ook politiek kon hij pas na de bevrijding zijn grote gaven op dit gebied ontplooien. Vóór de oorlog vormde hij vele jaren, tezamen met de betreurde, in de oorlog wegens illegale activiteit gefusil leerde W. A. de Tello, de socialistische fractie in de Heemsteedse gemeenteraad. In 1946 werd van hem grote tact vereist als voorzitter van de pas-opgerichte plaat selijke afdeling van de Partij van de Ar beid, toen in een gemeente waar de socia listen van traditionele huize in de minder heid waren, een fusie bereikt moest wor den met vrijzinnig- en christen-democra ten, Christelijk-Historischen en partijlozen. Dat deze samensmelting geruisloos is ver lopen, is zeer zeker voor een groot deel te danken aan de spreekwoordelijke tact waarmee de heer Disselkoen de vergade ringen wist te leiden. Deze zelfde tact, men kan wel zeggen een zekere aangeboden diplomatie, kwam hem ook te stade toen hij in september 1946 tot het wethouderschap werd geroepen. Hij heeft zich daardoor de achting en de waar dering weten te verwei-ven van alle poli tieke groeperingen in de raad en dat hij zijn wethoudersfunctie tot zijn dood toe heeft kunnen vervullen, was zeker voor een niet gering deel te verklaren uit het alge mene respect voor zijn werkkracht en zijn persoon. In de bijna tien jaren dat de heer Dissel koen wethouder van Heemstede is geweest, heeft hij belangrijke dingen tot stand ge bracht. Op het gebied van het onderwijs springt in de eerste plaats de royale door voering, niet naar de letter, maar naar de geest, van de financiële gelijkstelling tussen openbaar en bijzonder onderwijs in het oog, alsook de ontwikkeling van het kleuter onderwijs. Onder zijn leiding kwam een nieuwe Crayenester-kleuterschool tot stand, is de bouw van een nieuwe kleuterschool aan de Franz Schubertlaan op handen en bevinden zich de voorbereidingen voor een kleuterschool aan de Voorweg in een ver gevorderd stadium. Tal van openbare en bijzondere lagere scholen werden verbeterd en wanneer Heemstede eerlang ook een middelbare school binnen zijn grenzen zal hebben er is immers sprake van dat het derde Chr. lyceum in Heemstede zal worden gevestigd dan is dit zeker aan zijn medewerking te danken. Verzoeken van schoolbesturen om medewerking volgens de Lager Onderwijswet tot het aanschaffen van moderne leermiddelen (zoals tape-recor ders en schrijfmachines) vonden bij hem steeds een gunstig onthaal. Voor de sportbeoefening deed de heer Disselkoen veel; voor de toekomst staan op het pro gramma de bouw van een gymnastiekzaal aan de Lanckhorstlaan en de aanleg van een groot zwembad aan de Sportparklaan. Ook op cultureel gebied was hij bijzon der actief. De Heemsteedse gemeentelijke bibliotheek, waarin een algemene en een specifiek rooms-katholieke afdeling getui gen van een samenwerking die hij steeds tussen de verschillende levensbeschouwe lijke groeperingen nastreefde, is daarvan een duidelijk bewijs. Toen hij ook wethouder van de bedrijven was, legde de heer Disselkoen de grondslag voor de gedifferentieerde gezinstarieven voor water, stroom en gas. Als wethouder voor de volksgezondheid zorgde hij ervoor, dat een zeer belangrijke uitbreiding van het gezondheidshuis tot stand kwam. Dit zijn slechts enkele grepen uit de zeer vele werkzaamheden die de heer Dissel koen als wethouder voor de gemeente Heemstede heeft verricht. Vele andere blij ven achter de schermen van het bestuurs apparaat verborgen, zoals zijn werkzaam heid in de studiecommissie tot vorming van het Noordhollands Philharmonisch Or kest en zijn activiteit in de commissie tot stichting van een inter-gemeentelijke zorg voor de geestelijke volksgezondheid. Ook had hij zitting in het bestuur van de Ken- nemer Streekschool voor kleuterleidsters. Heemstedenaar, hoewel niet van geboorte, was de thans overledene in hart en nieren. Hij wist zich met zijn soepele geest voor treffelijk aan te passen aan de gemoedelijke sfeer die deze gemeente van oudsher heeft gekenmerkt en nog kenmerkt. Dat hij ook voor de geschiedenis van Heemstede grote belangstelling had, daarvan getuigt onder meer zijn voorzitterschap van de vereniging Oud-Heemstede-Bennebroek. Van de op- Wethouder II. J. W. B. Disselkoen. richting af bekleedde hij deze functie. Juist zijn beminnelijke persoonlijkheid, zijn gevoel voor humor en zijn intensieve belangstelling voor het wel en wee van zijn medemensen stempelden hem tot de be minde figuur die hij was. In de Indische 'buurt bijvoorbeeld kon hij altijd op een vaste aanhang van het kiezerkorps rekenen. Zijn laatste belangstelling ging uit naar de zorg voor de bejaarden. Nog onlangs werd hij gekozen tot voorzitter van de afdeling Heemstede van de Algemene Bond van ouden van dagen. In de gemeente heerste gisteren en van daag grote verslagenheid bij het vernemen van het bericht van het overlijden van de heer Disselkoen. Het is wel zeker dat de herinnering aan zijn innemende persoon lijkheid en zijn grote werkkracht velen nog lang bij zal blijven. De crematie is bepaald op Donderdag na aankomst van trein 14.29 uur te Wester- veld. Ingevolge de actie tot gezondmaking van bet korpswezen in Haarlem hebben de twee r.k. harmonieverenigingen, „St. Cae- cilia" (die gevestigd was in Haarlem-Noord) en „Euterpe" (uit Overveen) een fusie aangegaan. De oude namen zijn in de ar chieven begraven en het nieuw gevormde korsp werd r.k. Harmonie „St. Bavo" genoemd. De vereniging heeft zich geves tigd in Haarlem-Oost, namelijk in het parochiehuis op het Teylerplein en stelde zich onder muzikale leiding van Jac. Wild schut. Zondagavond werd door „St. Bavo" voor een vrij talrijk publiek een eerste uitvoe ring gegeven. Daarbij kon men ervaren, dat er muziektechnisch goede mogelijk heden in de bezetting schuilen. Hoewel men over enkele krachten beschikt, die ten minste in een afdeling uitmuntendheid thuis horen, lijkt het mij geraden van meet aan te gaan opbouwen om aldus zonder forceren te streven naar een zuiver klank gehalte en een correcte speelwijze. Het werkterrein dat men gekozen heeft, in de Amsterdamse buurt, lijkt gunstig voor het werven van jonge krachten. De broeders van de parochieschool werken naarstig mee om adspirant-blazers wegwijs in de notenleer te maken. Zodat het er naar uitziet dat het korps eerlang met een groot aantal nieuwelingen uitgebreid zal kunnen worden. En dan is het uiteraard geboden de technische eisen niet te hoog te stellen en er de tijd voor te nemen om naar een hoger niveau op te klimmen. Laat men er voorlopig genoegen in scheppen eenvoudige maar goede muziek in perfectie uit te voeren. Men speelde deze avond onder meer de „Partita Piccola" van Boedijn en dat lijkt mij thans wel de grens te zijn: dit stuk dient nog evenwichtiger van klank en le vendiger van tempo (vooral dan in het laatste deel) te worden gespeeld. „Burg fanfare" bleek reeds een te zware opgave. Toen men bij de „Grigi"-ouverture van Lincke ingespeeld raakte, werden daarin qua klank en samenspel verdienstelijk re sultaten bereikt. In het genrestukje „In de kloostertuin" van Ketelbey uitgevoerd met enkele koorzangers waren zelfs fraaie momenten te beluisteren. De klari nettisten C. G. van der Stoop en Fr. van Woensel demonstreerden met een duo hun vaardigheid en zin voor samenspel, want de uitvoering getuigde van zorgvuldige in studering, vooral wat de aanpassing be treft. Jac. Wildschut vergastte het publiek op een concertino voor trompet, waarbij B. Balledux het orkest dirigeerde. Van bij zonder belang was ook dat een zestal nieuwe kwekelingen allen koperblazers zich met succes in een paar nummertjes van Kousemaker, voor sextet gezet door de dirigent, kon laten horen. Naar wij ver namen zijn er zo nog ongeveer veertig in opleiding. Het ziet er dus naar uit, dat Haarlem Oost een sterk bezet harmonie korps gaat krijgen. JOS. DE KLERK Zaterdagmiddag en zondagmiddag zijn weer duizenden liefhebbers op de baan aan de Kleverlaan te Haarlem aan het schaat sen geweest. Zondag had het personeel van de baan een belangrijk gedeelte sneeuwvrij ge maakt zodat de baan weer prima te be rijden was. Jammer genoeg was het weer niet van die aard, dat de kunstrijdemonstraties van de leden van de HOKIJ uit Den Haag door gang konden vinden. De Commissie heeft besloten om deze demonstraties te laten geven, zodra het maar mogelijk zal blijken. Ook de aanvankelijk vastgestelde wed strijden voor de militairen in Haarlem, die maandag gehouden zouden worden, zijn tot nader order uitgesteld. IJs en'weder dienende zullen dinsdag de interscholaire schoolwedstrijden worden gehouden. Deze wedstrijden ondervinden, zoals bekend, grote belangstelling bij de Haarlemse scholen voor ULO, Middelbaar en Hoger Onderwijs. De ijsbaan zal vermoedelijk hedenavond geopend zijn, zodat de schaatsliefhebbers weer kunnen profiteren van de gezellig verlichte baan. De nieuwe gereformeerde predikant van Bloemendaal, ds. G. Toornvliet van Leiden, zal zondagmiddag 26 februari na des mor gens te zijn bevestigd door ds. Joh. C. Brussaard te Oegstgeest, die de eerste pre dikant van de Bloemendaalse Gerefor meerde Kerk is geweest, zijn intrede doen. Ds. Toornvliet is van december j.l. af al woonachtig in zijn nieuwe gemeente, maar omdat het werk onder de studenten te Lei den om een afronding vroeg, is de beves tiging op eind februari vastgesteld. De nieuwe predikant wordt de derde, die Bloemendaals kerk in haar veertigjarig be staan zal dienen. Voor hem diende ds. J. C. Brussaard te Oegstgeest de kerk van 1918 1949, terwijl de tegenwoordige hoogleraar prof. dr. G. Brillenburg Wurth als hulp prediker van 1921 tot 1924 werkzaam was te Santpoort, dat toen nog onder Bloemen daal ressorteerde. Van 1948 tot 1955 diende de Kampense hoogleraar prof. dr. J. L. Koole de Bloemendaalse kerk. K.O.O.S. WEDSTRIJDEN Bij de wedstrijden ter gelegenheid van het 46ste wapenfeest van de Koninklijke Onder Officier Sehermbond welke deze week gehouden werden in Den Haag, leg den Holtslag en Wieldraaijer, beiden van de Politiesportvereniging Haarlem, in de afdeling degen II en sabel I beslag op de vierde plaats. Aan de degen wedstrijd werd door negentig en de sabelwedstrijd door vijfentwintig leden deelgenomen. Tenminste twintig percent van de totale bevolking van ons land behoort tot de categorie der mindefbegaafden. Zeer velen van hen beschikken over speciale vaardigheden, die hun in staat zouden stellen, nuttige leden van de maatschappij te worden en in hun eigen levensonderhoud te voorzien. Helaas echter voorziet ons huidige onderwijssysteem niet in voldoende mogelijkheden om die speciale vaardigheden tot ontplooiing te brengen. Ervaringen, elders opgedaan, bewijzen nochtans dat er voor dit probleem een oplossing kan en moet komen. Men denkt in dit verband onder meer aan afzonderlijke scholen voor nijverheidsonderwijs, die gesubsidieerd door rijk en gemeente, een be langrijk aantal minder begaafden en licht-debielen voor een praktische werkkring zouden opleiden, maar tevens aandacht zouden besteden aan de per soonlijkheidsvorming van de leerlingen. Dit is een sociaal en maatschappelijk belang van grote betekenis, zodat cle offers, die de oprichting van dergelijke scholen vereist, volkomen verantwoord zijn. Aldus de conclusie van de commissie die zich, onder leiding van drs. G. P. J. van Alkemade belast heeft met het onderzoek naar de mogelijkheden van het nijverheids onderwijs aan minder begaafden in Haar lem. Deze commissie heeft in overleg met de wethouder van Onderwijs onder meer werkbezoeken gebracht aan scholen voor buitengewoon lager- en nijverheidsonder wijs in Breda en Utrecht te Nijmegen en aan twee kampen voor sociale jeugdzorg (Papenvoort en Aekinga), waar men zich praktisch en theoretisch met dit probleem bezig houdt. Men bezocht ook verschillende instituten in België, waar aan het onder wijs voor minder - beg a af d en een belang rijke plaats wordt ingeruimd. Tenslotte werden de verzamelde gegevefis in indruk ken besproken met diverse gemeentelijke instanties, Haarlmese onderwijsdeskundi gen en bestuursleden van de plaatselijke afdeling van de Nederlandse Maatschappij voor Nijverheid en Handel. Een der conclusies van deze besprekin gen is, dat er bij het oprichten van een af zonderlijke school voor minder begaafden rekening moet worden gehouden met de opnemings mogelijkheden van de werkge legenheid in Haarlem en omgeving. Voorts wordt de verwachting uitgespro ken, dat de kosten van stichting en instand houding van een dergelijke school, op grond van de bestaande regelingen, slechts voor dertig percent door de gemeente betaald zouden moeten worden. De overige 70 per cent zou ten laste van het rijk komen. Een praktische oplossing van dit pro bleem bestudeerde de Haarlemse commis sie in de Bredase St. Jansschool, een in 1953 opgerichte dépendance van de ge meentelijke technische school aldaar, waar minder begaafden onderwezen worden in bankwerken, gieten en vormen, schilderen en schoenmaken. Aan de school wordt tevens les gegeven in lezen, taal en reke nen in klassen van ten hoogste 15 leer lingen. Het onderwijs is sterk individueel gerioht, er wordt weinig bij gepraat en veel met aanschouwelijke voorstellingen en modellen gewerkt. Wat het technisch onderwijs betreft, con stateerde men het'volgende. Bij het gieten en vormen wordt o.a. ge durende eenmaal per week vrij gewerkt. Het merkwaardige verschijnsel doet zich voor dat dit vrijwel foutloos geschiedt. Kan men de jongens zover brengen, dat zij de instructies van een baas kunnen opvolgen, dan maken zij een goede kans van slagen, omdat de metaalnijverheid rond Breda naast vakbekwame arbeiders, ook vele minder begaafden gebruiken kan. Constructie-bankwerken wordt pas sinds september 1954 gegeven. De outillage kost te 50.000. Ook dit vak zal, hoopt men, vele bruikbare werkkrachten kunnen voortbrengen. Het schoenmaken leent zich uitstekend voor minderbegaafde kinderen; ook het „huiselijk milieu" van dit vak spreekt de minder begaafden aan. De directeur van deze school hoopt het aantal vakken in de toekomst nog uit te breiden met kleermaken, waarmee in Bel gië goede ervaringen zijn opgedaan. Ook dit vak is door het huiselijk milieu en de mogelijkheid van eenvoudige specialisaties zeer geschikt. - Ook in enkele bouwvakken schuilen, mits onder behoorlijk toezicht uitgeoefend, goede mogelijkheden voor minder-begaaf- rien. Timmeren acht men in Breda minder geschikt als leervak, omdat het veelvuldig wisselen van werkkring, dat dit beroep vereist, de betrokkenen in het algemeen minder ligt. Voor andere scholen in dezelfde geest beval de directeur van de Bredase instel ling het kiezen van andere vakken aan dan in zijn school onderwezen worden, opdat het experiment zo volledig mogelijk kan werken. Men zou bovendien rekening moe ten houden met weerstanden van bepaalde takken van het bedrijfsleven, die het uit kiezen van hun vak als „b.l.o.-vak" deni grerend achten. Tevens zou er bij de bepaling van een leerplan aandacht geschonken moeten wor den aan het feit, dat de leerlingen later bij voorkeur in een huiselijk milieu hun brood moeten verdienen. De leerlingen van de school zijn vrij jong. De bezetting, is thans 72 leerlingen, waar van 2/5 afkomstig' is uit buitengemeenten. De school kent twee leerjaren, tijdens wel ke de praktische vorming om finanoiëie redenen zoveel mogelijk gezamenlijk gegeven wordt. Het verloop der leerlingen is zeer klein. Voor hun toelating worden de jongens aan een psychotechnisch onderzoek onder worpen, die zeer verrassende uitkomsten oplevert. Het aantal leerlingen bestaat voor 2/3 uit minder begaafden en voor 1/3 uit debielen. In de praktijk is er tussen beide groepen weinig verschil te merken; het komt zelfs voor dat een debiele leerling op een bepaald gebied beter werk levert dan een minder-begaafde. Na twee, maximaal vier jaar, wordt een diploma gemeentelijke technische school „afdeling bno" uitge reikt. De leerlingen tonen een opmerkelijke ambitie, veel groter dan die welke gemid deld bij leerlingen van technische scholen worden aangetroffen. Veelal worden dan ook zeer gunstige resultaten bereikt: de kinderen beseffen blijkbaar intuïtief, dat zij de hier geboden kans volledig moeten uitbuiten. Hoopgevend zijn ook het systeem en de resultaten van de St. Bernulphus(debie- len-)school voor blo en bno, in Utrecht, die eveneens door de commissie bezocht werd. Ook hier wordt, in twee les- en tien vaklokalen theoretisch onderricht, alsmede onderwijs in schilderen, timmeren en leer- bewerking gegeven. Met een tuinbouwcur- sus wordt binnenkort een begin gemaakt. Werkgevers in het smederij bedrijf hebben verzocht, aan deze school ook een opleiding voor smeden te verbinden, maar zolang het insituut niet gesubsidieerd wordt, is dit onmogelijk. Van de laatste groep geslaagde leer lingen zijn er zes als timmerlieden in de nieuwbouw, een op een timmer fabriek en een in een fabriek voor par ketvloeren tewerk gesteld. Er zijn klachten: in de bouw maakten deze jongens de woede van hun mede-arbei ders gaande, doordat zij naar de smaak van deze heren „veel te hard werken". De leerlingen worden gerecruteerd uit lagere- en Uloscholen in de gehele provin cie Utrecht. De normale duur van de oplei ding is drie jaar. Ongeveer 25 percent der leerlingen is geschikt om het rijksdiploma te behalen. Het rapport van de commissie wijdt uit voerig aandacht aan de beide kampen voor sociale jeugdzorg Papenvoort (in Rolde) en „Aekinga" te Appelscha. Papenvoort, in 1939 gebouwd als werkinstituut voor elementaire dienstweigeraars geeft oplei dingscursussen voor werk in fabrieken, op boerderijen en diverse ambachten. Het j kamp is bestemd voor licht-debiele jongens van 1518 jaar, die hier geplaatst worden op verzoek van divei-se officiële instanties en er ongeveer een jaar blijven. Doel is vooral: het aankweken of verbeteren van werkhouding en werklust, de resultaten zijn verheugend. De ijver is in het alge meen groot, van spanningentussen werk meester en de (interne) leerlingen is vrij wel nimmer sprake. Het kamp te Appelscha is op dezelfde leest geschoeid. Doel is ook hier het geven van een vooropleiding en bevordering van handvaardigheid en karaktervorming. Het bezoek aan deze kampen en scholen, zo zegt de Haarlemse commissie in haar rapport, heeft ons vele nieuwe mogelijkheden doen zien die voor de ontwikkeling van het nij verheidsonderwijs in Haarlem van beteke nis kunnen zijn. Vooral is daarbij opge vallen dat het gemis van aanpassing van het huidige onderwijs (en zeker het bui tengewoon nijverheidsonderwijs) aan de maatschappij een groot euvel is. Een voort durend contact tussen deze kampen en de leiders der in Haarlem te stichten b.n.o. school acht de commissie dan ook van de grootste betekenis. Vijf avonden van drie uur lang (woens dag is de laatste) onthaalt Toon Hermans zijn begunstigers uit alle lagen van het publiek in het Minerva Theater te Heem stede op een zogenaamde „one-man-show". Men moet die buitenlandse term niet hele maal letterlijk nemen, want er werken ook anderen aan dit programma mee: de pia nist Govert van Oest en twee vroegere medewerkers van Pia Beek, te weten de guitarist Robby Pauwels en de bassist Hans van Rossem, benevens een lieftallige jon gedame, een zo charmante inspiciënte, dat zij zo nu en dan even op het toneel mag komen om een paar attributen aan te rei ken - een ander jasje, een paar handschoe nen of een hoge hoed op een wandelstok met als een vlag een witte omslagdoek. Maar dat is allemaal begeleiding, melo dieuze en gracieuze versiering. Toon Her mans is de eerste man, de Adam in het paradijs der kwajongensachtige onschuld, die zich speciaal „voor u, Eva" (want zo luidt de titel van deze cavalcade van suc cessen uit een carrière als kleinkunstenaar, die tien jaar geleden begon) met veel lied jes en af en tqe een praatje daartussen door gedraagt als een verliefde dwaas zonder aanstellerij. Voor mijn part - maar o, men moet zo voorzichtig zijn met kolder in dit smalle land met rechte paden, waar men het gewoon doen al gek genoeg pleegt te vinden - had hij nog verder mogen gaan, bijvoorbeeld op zijn handen lopen, zoals de held uit het „Urenboek" van Frans Masereel, want hij zou zijn evenwicht niet verliezen. Het bovenstaande is een inleiding tot een poging om zijn „apartheid" te beschrijven. Want men komt er niet achter met een opsomming- van de diverse nummers, met een analyse of met een maatstaf van ver gelijking. Toon Hermans doet immers aan een heleboel anderen denken en heeft toch een volstrekt eigenaardige humor. Daar is zijn betrekkelijk zuidelijke afkomst niet vreemd aan. Terecht begint dit natuurta lent deze bloemlezing (hoe toepasselijk zijn deze beide termen!) met een Limburgs liedje, een zangerige jeugdherinnering aan een primitief draaimolentje met een engel achtig beeld van een vrouw in de nok op een kermis met in armetierigheid schitte rende lichtjes der wonderbaarlijkheid. Dit Limburgse accent van scheutige blijheid en stevig sentiment blijft men horen. Men denkt aan zijn streekgenoot de dichter Pierre Kemp, bijvoorbeeld: „Nu moet ik iets doen. nu kan ik iets niet latenAls ik eens ging in de oude stad, in de versle ten straten trommelen op de ruiten en daarbij wat zong?" Er is een speelse fantasie in Toon Her mans zonder een spoor van kwaadaardig heid. „Zijn humor zou ik snaaks willen noemen", schrijft Anton van Duinkerken in het fraaie souvenir-progz-amma, „gezond en listig en snel als de levensvreugde van een bakkersjongen. Hij bereikt altijd de grenS van' baldadigheid, doch houdt maat". Deze zorgeloze ongecompliceerdheid maakt hem als conferencier de mindere van Wim Kan, want hij mag dan bijna even virtuoos met woorden jongleren, hij laat de begrip pen vrijwel onaangetast, hij onderzoekt of er nog levende werkelijkheid achter de staande uitdrukkingen schuilt en of er nog (wat in zit, maar hij loopt met een sierlijke 'boog óm de heilige huisjes heen, ten hoog ste een laqge neus trekkend tegen de fat soensrakkers. Hij breit' malle verzinsels aan elkaar, maar het houdt geen steek, hij gekscheert zonder ooit een gelaat te schen den, hij amuseert iedereen en hij raakt niemand - in hart noch geweten. Het is niet zo belangrijk, want het geldt slechts de verbindende teksten. Het lijkt wel of Toon Hermans zich opzettelijk op andermans terrein waagt om te laten zien hoe sterk hij op eigen benen staat. Men wordt soms even aan Louis Davids herin nerd, doch het valt direct op dat diens sociale meegevoel heeft' plaats gemaakt voor romantische leutigheid. Dat is óók een teken des tijds. Door uitbundige voor dracht en joviale allure wordt Maurice Chevalier voor de geest geroepen, door komische overdrijving en verhaspeling van vreemde talen Danny Kaye, zijn beide bui tenlandse voorgangers uit de laatste tijd oo het gebied van de eenmansvoorstelling. Op zijn Pools-Amerikaanse collega lijkt hij het meest, ook als parodist, zonder dat er van navolging sprake is. Want Toon Hermans zingt nu eenmaal precies zoals hij gebekt is. Zijn optreden maakt ook geen moment de indruk van aangenomen werk. integendeel: hij deelt zijn eigen plezier om zijn malle invallen gul aan anderen mede. Liedjesman noemt hij zichzelf en als zodanig is hij op zijn best, blijmoedig en dartel zingend over de Jantjes en Keesjes, de boompjes en beestjes, die hij op het achterdoek heeft gekalkt. Cor van der Lugt Melsert heeft gezegd, dat Toon Hermans bij hem reminiscenties aan Pierrot wekt. Dat is - geloof ik - slechts in één opzicht waar: door zijn fenomenale vermogen om midden tussen uitgelatenheid en grimassen opeens een stilte te scheppen, die hij dan bijna onmiddellijk daarop schouderophalend weglacht. Hij is een raskomediant, een uit de kluiten gewassen clown, opgaand in zijn verrukkelijk onzin nig spel,, een groot en grappig mensen kind. De enkele flauwe aardigheden of goedkope grappen vergeeft men hem gaar ne, als men onbevangen genoeg is om van dit genre te houden. Een men vergeet hele maal te vragen, wat er geworden is van zijn „ballot'^ en van zijn opleiding van jonge krachten Hier laat ik het bij. Het is een verslag zonder inventaris van het gebodene. Als u er alles van wilt weten, moet u zelf maar gaan luisteren. En als u het niet leuk mocht vinden, dan moet u Toon Hermans noch mij er boos om aankijken. DAVID KONING. De geniale schilder A. Brouwer werd in 1605 of 1606 te Oudenaerde geboren, dus driehonderdvijftig jaar geleden. Daar Brou wer van 1626 af tot waarschijnlijk 1631 te Haarlem in de kring van Frans Hals ver toefde en hij in 1638 te Antwerpen stierf, rijpte het plan deze zomer een herden kingstentoonstelling te houden in Antwer pen en Haarlem, alsook in München. De Alte Pinakothek in laatstgenoemde stad bezit namelijk zeventien werken van Brouwer, waarvan aanvankelijk twaalf als bruiklenen werden toegezegd voor genoem de exposities. Door organisatorische moei lijkheden van Duitse zijde kunnen de toe gezegde bruiklenen uit de Alte Pinakothek niet beschikbaar worden gesteld, waardoor de reeds ver gevorderde plannen geen levensvatbaarheid meer hebben. Dienten gevolge moest worden besloten de tëntoon- stellingstournee niet te doen plaats hebben. Zondagmiddag hielden De Watervrienden in het Sportfondsenbad in Haarlem een ver ent gings-zwemfeest, gecombineerd met af zwemmen. Precies om twee uur opende de voorzitter het zowel met deelnemers als met toeschouwers druk bezette bad, waarbij hij speciaal de aandacht vestigde op de nood zakelijke aandacht, die dit jaar geschonken moet worden aan de voorbereiding van het 25-iarig jubileum in 1957. Aan het afzwemmen voor de diploma's A en B namen 96 jongeren en ouderen deel. Na afloop konden de geslaagden het diplo ma geoefend zwemmer mee naar huis nemen. De waterpolowedstrijd tegen een ploeg van de Amsterdamse Watervrienden verloren de Haarlemmers met 31. In de rust van deze wedsrtijd demonstreer de mevr. Verdoes met haar groep van 16 dames het figuurzwemmen. In het program ma waren verder opgenomen een afvalrace, een familie-estafette en een gecostumeerde waterpolowedstrijd van het bestuur tegen de technische commissie. De rest van het programma werd ingeno men door een aantal wedstrijdnummers. Het ijs werd zaterdagmiddag op vele plaatsen in Haarlem gevaarlijk. Om vijf uur heeft de politie op de Leidsevaart, Raamvest en de Delft de rijders gewaar schuwd, waarna het schaatsen gestaakt werd. Zaterdag halfeen fietste een dertienjarige jongen op het ijs van de Lorentzkade te Haarlem. Toen hij onder een brug door wilde rijden kwam zijn hoofd er mee in aanraking. Hij viel en met een vermoede lijke hersenschudding en een hoofdwonde is de jongen naar 't Diaconessenhuis over gebracht. Omstreeks vijf uur is een vijftienjarige jongen, die op het ijs van de Leidsevaart nabij de Raambrug schaatste, door het ijs gezakt. Voorbijgangers hebben hem met een reddingshaak op het droge getrokken. Een dikke, welriekende vïasem krulde vanmiddag uil één der deuren van het Gemeentelijke Tehuis van Ouden van Dagen over de binnenplaats en onttrok de wethouder van Volksgezondheid, de heer W. C. Bakker, de gemeentelijk-adviseur voor Maatschappelijk Opbouwwerk, drs. W. Hazevoet en de presidente van het U.V.V., mevrouw J. van Nispen-van Wely aan het gezicht. Zij stonden in de gang te kijken naar de activiteit van een aantal dames van het U.V.V. onder leiding van de secretaresse, mevrouiv M. D. Eickholz- de Wijs, die bezig waren de etenspanne- tjes te vullen voor de actie „Tafeltje-dek- je", de verzorging van warme maaltijden bij bejaarden, die daarvoor in aanmerking komen. Elke portie was verdeeld over vijf onder elkaar in een etensdrager gevatte pannetjes, die achtereenvolgens jus, aard appelen, erwten met ham, griesmeel en bessensap bevatten. Deze etensdragers werden weer verpakt in twee hoezen, zo dat het eten op temperatuur kon blijven. Wethouder Bakker (in het midden met lepel) werd temidden van deze bedrijven verzocht de griesmeel te proeven en haast te zich aan dit verzoek te voldoen. Zoals reeds is bericht zal „Tafeltje-dek-je" zich voorlopig nog beperken tot vijftig door maatschappelijke werksters aan het UW opgegeven bejaarden in een deel van Haarlem. Blijkt de behoefte groot te zijn - en dat is wel te voorzien - dan is dit nog maar een begin.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1956 | | pagina 9