SPIONNETJE JEUGD EN MUZIEK Het ósfLiannetje KUNSTSTUKJES Geschiedenis van Mesopotamië Actieve organisatie werkt voor toekomstig muziekpubliek KORT VERHAAL DOOR KATHINKA LANNOY Weldra ook in Haarlem Problemen en successen Eigen ensembles TEGENWOORDIG is het nog maar niets gedaan met die wo ningkwestie. Als je pas getrouwd bent, moet je in verreweg de meeste gevallen öf bij je ouders blijven wonen óf je moet ergens anders inwonen en dat laatste is meestal helemaal niets ge daan. Wij hadden het er op een avond bij Hans en Bob over. Die zijn vorige maand getrouwd en wij zouden over drie weken gaan trouwen. Op hun zolderverblijf zaten wij een beetje ril lerig rond een pietepeuterig oliekacheltje. Ergens achter mij, boven mijn hoofd, klepperde een dakraam en liet na elke piep een kil windstraaltje door mijn boordje naar beneden glijden. Morgen zou ik beslist een stijve nek hebben als ik niet mijn wollen sjial van de geïmproviseerde kapstok haalde en die tot over mijn oren om mijn nek wikkelde. Maar ja, zoiets doe je nu eenmaal niet gauw. Tja, 't is eigenlijk niets gedaan, zei Bob. Nou, kwam Hans, bezig aan de werkelijk gezellige theetafel, die natuurlijk van hen zelf was, nou, we hebben nu tenminste een dak boven ons hoofd. En wat voor een dak! dacht ik, maar dat zei ik wijselijk niet. Hè, zuchtte Trees, waren wij maar vast zo ver. Hebben jullie helemaal nog niets? vroeg Hans, gracieus ge barend met een zilveren suikertang. We schudden het hoofd. Ineens vond ik zelfs deze zolder niet zo verschrikkelijk meer, doch meteen daarop zag ik hem weer met al zijn gebreken, want Bob zei: Zeg, om de hoek staat een woning vrij. Ik ging meteen rechtop zitten. Een woning vrij? Je bedoelt, dat er een woning léég staat, dat is iets anders. Die is natuurlijk al lang aan iemand beloofd. Dat is ze niet, zei Bob en strekte behagelijk zijn lange benen, Het is een vrij huis, je zou het zo kunnen betrekken, maar. Ach kom, wat zouden er voor maren kunnen zijn? vroeg ik, hier om de hoek op de kade zijn allemaal keurige huizen, niet nieuw natuurlijk, maar ook niet zo vreselijk oud. 't Is een fijne woning, beaamde Bob, ik ben erin geweest, dus ik weet het. Een bovenhuis met twee étages. Op de beneden verdieping twee kamers en een keuken, op de bovenverdieping twee kamers en een badkamerMaar 't is voor ons te duur en te groot ook. Al hadden we het geld,dan zouden wij het toch. niet mogen hebben. Maar met z'n vieren wèl, viel Trees plotseling in, jullie twee kamers en een keuken en wij boven twee kamers met de badkamer, waarvan wel een keuken te maken zal zijn. En zo komt het natuurlijk niet te duur ook. Een machtig idee, prees Hans en vergat ons thee te geven. Daar moeten we morgen om hollen, zodra de zon op is. Bob zoog bedachtzaam aan zijn pijp. Tja, 't is maar dat niemand er wil blijven wonenDe huisheer was zo eerlijk om het me ronduit te zeggen. De vochtige wind over de daken spoel de juist weer langs mijn haarwortels. Toe nou, zei ik, wat mankeert er dan aan? Zijn de vloeren niet solide? Vallen de plafonds op je kop? Als je het in soortgelijke tochtholen als dit kunt uit houden. Bob voelde zich niet eens beledigd. Zeker, gaf hij toe, maar. nee, het huis is deugdelijk genoeg, daar ligt het niet aan. Toch zijn er in twee jaar vijf verhuizingen geweest. O, redelijk ge noeg als je het zo hoort. De eerste mensen waren nog jong en hadden drie kleine kinderen. Die hebben er vier maanden ge woond en zijn toen geëmigreerd. Dat is niets bijzonders, viel Han haar man in de rede. Ook als ze pas verhuisd zijn? vroeg Bob cynisch. Zouden ze verhuisd zijn, als ze van tevoren het plan hadden gehad om te emigreren? Dubbele kosten, zou ik zo zeggen. Zo'n plan kan ook wel plotseling opkomen, zei Trees. Verder, zei ik. Nu dan, vervolgde Bob, natuurlijk kwamen er meteen an dere bewoners: een oud stel met twee volwassen dochters. Die hebben zeven maanden daar gewoond. Maar de laatste twee maanden waren ze aldoor al doende om weg te komen. De trap was te hoog, de vader had last van zijn hart. Die hebben een woonark gekocht en liggen nu ergens buiten de stad. Ook al niet gek, merkte Trees op. Bob schudde zijn hoofd. Net of je van tevoren niet weet, dat je last met zo'n trap krijgt als er iets aan je hart mankeert. Dat is eigenlijk wel zo, viel Hans haar man bij. - Maar wie zegt, dat hij, die oude man, van tevoren last van zijn hart had? vroeg ik. Dat kan wel met de drukte van de verhuizing pas gekomen zijn. Trees knikte. Nu komt dus nummer drie. Even denkenBob trok hard aan zijn pijp. Dat was. o ja, een kunstschilder met zijn vrouw, zijn zuster en vier kin deren. Die zaten er precies twee maanden op. Hij had geen goed licht voor zijn werk. Waar ze gebleven waren, wist niemand. Hans keek bedenkelijk. Dat is wel wonderlijk. Treesje haalde haar schouders op. Nou ja, artiesten hè. Bob bekeek zijn pijp. Toen kwamen er verlofgangers, twee echtparen, net als wij. Die zijn vertrokken toen hun verlof om was. Tot slot woonden er weer artiesten: een zangersechtpaar met drie kinderen en een kinderjuffrouw. Ze konden daar niet goed studeren, de akoestiek was slecht. De vrouw werd er hees van en de man verloor zijn goede humeur. Nou, dat is het. Bij de laatste wat abrupt gesproken woorden boog Bob zich naar voren en klopte zijn pijp uit. En nou wij, zei ik. Ja, nou wij, herhaalde Trees en glimlachte hoopvol. Waarom niet? viel Hans wat strijdlustig bij. Bob morrelde aan de petroleumbrander, zijn ogen nauw ge knepen voor de hitte. Ik ben benieuwd helang wij daar zul len banken, zei hij droog. Ik gaf een stevige klap op zijn schouder. Ach plof, kerel. WE KREGEN het huis. We gingen er de dag na ons trouwen wonen. Hans en Bob hadden de onderste étage, wij de bovenste, waar wij van de badkamer een gezellige keuken maakten. Hans en Bob brachten hun boeltje over, onze nieuwe meubeltjes ston den piekfijn in de ruime oude kamers. Wat hadden wij geboft! In de keuken zong Trees het hoogste lied boven haar pannen en ik betrapte mij erop, dat ik bijna aldoor liep te fluiten van pure tevredenheid. Onze laatste spaarcentjes besteedden wij aan de stofferingen en als ik na kantoortijd de kade opliep zag ik in het oudewetse spionnetje buiten ons raam Trees' gezicht om lijst door het warme rood van onze dure gordijnen. ij zullen ongeveer twee weken getrouwd zijn geweest, toen ik merkte dat Treesje iets op het hart had. Pas toen ik ernaar vroeg, kwam ze er aarzelend mee voor de dag. —- Zie je ik vind het eigenlijk erg vervelend, maarTja, I-1 its, nu ben ik er zeker van. Er scharrelt iemand in de boel. Al ccider heb ik gemerkt, dat er dingen verplaatst waren. De sui- Kerpot stond gisteravond ineens op het aanrecht en ik wist zeker lllllllllllllllllllllllllllllilllllllllllllllllilllllllllillllllllllllllllllfllllllilllllllllllllllllllllllllllllllilllllllllllllllllll dat ik hem in de kast had gezet. De deuren zijn open als ik pertinent weet, dat ik ze dicht heb gedaan en ook weieens dicht, als ik ze juist open had gelaten. Vanmiddag was de poeder van mijn toilettafel verdwenen. Na wel een uur zoeken gaf ik het op, maar zo straks stond het potje in de lege aardappelpan. Ach kom. Nee, ging ze gehinderd verder, zie je, 't is maar, dat ik nu van Hans en Bob iets zou moeten geloven, wat ik niet ge loven kan: dat ze in onze boel scharrelen. En flauwe grappen uithalen om je poederdoos in de aard appelpan te stoppen, vulde ik aan, laat naar je kijken, kind. Treesje keek verdrietig. 't Is absurd, dat weet ik best, maar zeg nu eerlijk: heb jij nog nergens naar gezocht? Om haar te plezieren dacht ik na. Nou ja, dat eigenlijk wel. Wat was dat? vroeg mijn vrouwtje gespannen. Wel, zei ik half lachend, ik had de krant zitten lezen, toen riep jij dat het zout op was, weet je nog! En of ik even een pakje wilde halen. Ja, dat heb je toen meteen gedaan. Juist. Toen ik thuiskwam was de krant weg. Ik dacht, dat jij erin had zitten ezen terwijl je op het zout wachtte. Beslist niet, zei Trees heftig, ik ben in die tijd met de gro ente bezig geweest. Ik was in de keuken. Goed, goed, kalmeerde ik haar. Enfin, ik heb die hele krant vergeten, maar gisteren trok ik een schoon overhemd aan en vond de krant opgerold in één van de mouwen. Zie je nu! riep Trees triomfantelijk. Ik dacht, dat je een grapje had uitgehaald. Heus niet, Frits, ontkende zij heftig. Dat geloof je toch? Op dat ogenblik werd de situatie on aangenaam. Ik geloof je zeker, zei ik, maar als jij of ik niet slaapwandelen dan moetenIk aarzelde even. Precies, viel Trees bij, Hans en Bob. Ik sprong op. Ik ga naar beneden. Ach nee jong, tenslotte zijn het kleinigheden, weerstreefde Trees. Laten we geen ruzie maken met onze beste vrienden. Ik sloeg een arm om haar heen. Ik ben helemaal niet van plan om ruzie te maken. Maar deze zaak moet opgelost worden. Tenslotte is mijn huis mijn huis en mijn vrienden mogen komen zoveel ze willen, maar niet de kachel met me aanmaken. Trees gooide haar schort of en liep achter mij aan naar be neden. Hans en Bob zaten net aan tafel toen wij na een klopje binnenstapten. Hallo, lui, eet smakelijk. Moge we even iets vertellen? Ga zitten, zei Bob en ik zag dat hij naar zijn vrouw keek keek met een blik, die een mengeling van verwondering was en ja, van iets dat wat op wrevel leek. Niets voor Bob. We gingen zitten, ik bij de tafel, tussen hen in, Treesje in een stoel bij de kachel. Nou en? vroeg Hans. Zonder commentaren of conclusies vertelde ik, waar het over ging. Onderwijl zag ik weer hoe Bob en Hans naar elkaar keken. Toen ik zweeg, was het even stil. Dat is dat, zei Bob dan langzaam. En nu denken jullie na tuurlijk dat wij zulke grappenmakers zijn. Ja en nee, zei ik, niet zo zeker meer als toen ik boven was. De conclusie ligt nogal voor de hand, niet? Plotseling begon Bob te lachen. Hij boog zijn hoofd achterover Zie verder pagina 5 IDe bovenstaande illustraties - een keu ken in het oude Babyion en (tweemaal) de intendant Ebih-il van Mari, beelden uit de achttiende eeuw voor het begin van onze jaartelling - zijn overgenomen uit de derde, verbeterde en bijgewerkte druk van het hier besproken boekwerk: i „Van Babylons stromen - hoofdmomen- 5 ten uit de cultuurgeschiedenis van fi Mesopotamia in het Oud-Testamentische tijdvak" door dr. M. A. Beek, versche nen bij de N.V. Uitgeversmaatschappij „Kosmos" te Amsterdam/Antwerpen. Verzetspoëzie. De minister van On derwijs, Kunsten en Wetenschappen heeft aan Gerrit Kamphuis te 's-Gravenhage en Dirk de Jong te Leiden opdracht verleend een standaardverzameling aan te leggen van de tijdens de laatste oorlog verschenen Nederlandse verzetspoëzie in de ruimste zin des woords, voorzien van een toelich ting en met aanwijzing van auteurs en bronnen. Eerstgenoemde zal het litterair- critische, de ander het litterair-historische deel voor zijn rekening nemen. 4 EEN ONDERWERP als de archeologie vraagt van een schrijver niet alleen des kundigheid, maar ook een bepaalde litte raire stijl, wil zijn werk in brede kring belangstelling wekken. Dr. Beek, hoogleraar aan de stedelijke universiteit van Amster dam, is er in geslaagd in „Aan Babylons stromen" zijn onderwerp zo ongemeen boeiend te behandelen, dat er reeds twee drukken van zijn boek zijn uitverkocht en er vraag blijkt te bestaan naar deze derde. Het is een genoegen zich over te geven aan zijn rustige verteltrant en zich mee te laten voeren in een verleden, waarvan de wer kelijkheid op fantasie lijkt te berusten. Niettemin is dat verleden niet minder wer kelijkheid dan het heden van het Twee stromenland, waaraan onze reisredacteur onlangs een drietal artikelen heeft gewijd. Dr. Beek beschrijft de geschiedenis van Mesopotamië als achtergrond van het Oude Testament, waaraan zij tegelijkertijd wordt getoetst. De schrijver doet dit zeer na drukkelijk, omdat nog niet zo lang geleden in wetenschappelijke kringen het omge keerde pleegde te gebeuren. Merkwaardig is overigens dat in zijn litteratuurlijst niet het boek „Gods Woord en der eeuwen ge tuigenis" van de bekende rechtzinnige theo loog dr. Noordzij voorkomt, waarin het zelfde onderwerp in den brede wordt be handeld. De zes hoofdstukken van het boek van dr. Beek zijn: De opkomst van een nieuwe beschaving. Bloei en ondergang van de stad Mari. Bij de bronnen van het ge schreven recht. Uit de bibliotheek van de Assyrische koning. Het grote Babyion dat Nebukadnesar gebouwd heeft en Babel en Bijbel, waarin de waarheidsvraag gesteld en beantwoord wordt. Evenals de Oosten rijkse journalist Werner Keller, wiens boek onze correspondent te Wenen prof. dr. N. Greitemann onlangs in „Erbij" besprak stelt dr. Beek de Bijbel in het gelijk. Onvergetelijk is de wandeling met de schrijver door het kleurige Baby Ion, waar bij de afbeeldingen van wetenschappelijk verantwoorde reconstructies een indruk wekkende illustratie geven. Door de Poort van Isjtar leidt dr. Beek zijn lezers langs de processieweg door het oude Babyion en verwijlt als een goede gids op de juiste punten voor uiteenzettingen over aanver wante onderwerpen en toelichtingen op het Oude Testament. Tenslotte geven we de slotalinea uit dit begerenswaardige werk weer, waaruit kan blijken hoe nauwgezet dr. Beek te werk gaat. „Waarlijk levend bleven alleen het Boek en het Woord, dat met Joden en Christenen meezwierf tot heden toe. Het troost en vermaant, zoals geen tekst op één kleitablet kan troosten of vermanen. Het roept over tijden en beschavingen heen en spreekt ons aan niet omdat het mooi is, maar omdat het waar is en het is waar, om dat het gegrond is in de geheimenis van de omgang van God met de mens, die Hij tot de omgang verkoos en die in gehoorzaam heid het antwoord gaf. Ook dat speelde zich tijdens de geschiedenis van Babyion en Ninevé af en het werd geen verleden." B. Onderstaand artikel geeft een indruk van het werk van de stichting Jeugd en Muziek, waarin die genen van de jongste generatie verenigd zün, die muzikaal wat meer willen be leven dan al of niet opgedrongen piano lessen en modieuze tophits. De gegevens zijn ontleend aan een gesprek met de heer Max Vredenburg, di recteur der stichting, zelf een bekend com ponist, auteur ook van veel filmmuziek. DAT EEN goed idee dikwijls als het wa re in de lucht hangt en dan tegelijkertijd op verschillende plaatsen gestalte aan neemt, zodat het geestelijk vaderschap la ter moeilijk nagegaan kan worden, is een bekend feit. Dit is ook het geval bij de ge dachte om belangstelling voor muziek on der de jeugd en jonge mensen te wekken en te leiden binnen een organisatorisch verband, dat niet alleen concerten mei speciale programma's (liefst door jonge musici van naam) brengt, maar dat door het uitgeven van een eigen maandblad, door lezingen, films en last but not least door eigen koren en orkesten een nieuwe groep van muziekliefhebbers vormt: men sen die de muziek werkelijk in hun leven hebben toegelaten en daarmee zich het recht verworven hebben „de meesters te tutoyeren". HET ONTSTAAN van deze beweging valt in de oorlogsjaren, toen de impresario Marcel Cuvelier voor de jeugd concerten begon te organiseren, hetgeen in België toen een novum was. Tezelfdertijd maakte René Nicoly in Parijs propaganda voor muziek onder de arbeiders en na de oorlog is uit het contact tussen deze pioniers de „Jeunesses Musicales" ontstaan. Thans is deze uitgegroeid tot een groepering van ruim vijfhonderdduizend leden, internatio naal vertakt in zeventien landen, die bij het internationaal bureau te Brussel zijn aangesloten. Van het bestuur van dit bu reau maakt ook de directeur van de Ne derlandse sectie, de stichting „Jeugd en muziek" dus, de componist Max Vreden burg deel uit. Organisatorisch is de stichting verdeeld in afdelingen van ten minste veertig leden onder een plaatselijk bestuur van jongeren, door één of twee oudere adviseurs, in nauwe samenwerking met het nationaal bureau in Amsterdam, bijgestaan. Ook in Haarlem wordt thans de vorming van een afdeling voorbereid. Nevenstaand artikel handelt over de pogingen, die in het werk worden ge steld om de jeugd voor de muziek te interesseren. De foto's laten kunstenaars zien, die reeds op jeugdige leeftijd - Mozart was niet het enige wonderkind! - de wereld door hun muzikale presta ties in verbazing brachten. Zo ziet men rechts de thans veertigjarige Yehudi Menuhin, die op negenjarige leeftijd al met het symfonie-orkest van San Fran cisco optrad, in gesprek met de Russi sche meester-violist David Oistrakh, terwijl de componist Aram Katsjatoerian belangstellend toehoort. Daaronder: de dertienjarige Daniel Barenboim, door Furtwangler al in 1954 „een fenomeen" genoemd, die verleden jaar ook in ons land concerteerde. De afbeeldingen zijn uit het viermaandelijkse Engelse tijd schrift „Tempo" overgenomen. wonderen hadden wellicht enkele duizen den voor Bach en Bartók gewonnen kun nen zijn. Om deze potentiële bekeerlingen op te sporen maakt de directeur geregeld propa- gandareizen door ons land. Zo werd „Jeugd en Muziek" op Texel geïntroduceerd met een drietal avonden voor de boerenjeugd, gewijd aan de orkestinstrumenten. Als uit gangspunt diende de suite „Tableaux d'une Exposition" van Moussorgski, later door Ravel georchestreerd. Uiterlijk en speel wijze der verschillende instrumenten wer den met lichtbeelden verduidelijkt, verder werkte het Rdio Philhrmonisch Sextet mee om de levende klank van de blaasin strumenten te laten horen en aan deze reeks was een prijsvraag van twintig vra gen verbonden met betrekking tot het ge hoorde. In Leeuwarden begon een nieuwe afdeling met een optreden van het Suri naamse Maranathakwartet, dat spirituals zong. Terecht legt men het accent op een VAN DEN BEGINNE af was het duide lijk dat „Jeugd en Muziek" in Nederland een andere taak dan de zusterverenigingen in Europa en Amerika zou hebben. De or ganisatie van concerten voor de jeugd werd immers hier te lande reeds vóór de oorlog ter hand genomen, hetzij in de vorm van het bekende „Uur muziek" op de mid delbare scholen, hetzij in de vorm van speciale zaalconcerten van plaatselijke or kesten en bekende ensembles en solisten. Als men het enorme succes, dat de „Jeu nesses Musicales" in België en Frankrijk hebben (in Frankrijk kan een kunstenaar voor een tournée van twee maanden achtereen langs de afdelingen geëngageerd worden), beschouwt, dan moet men be denken dat iedere vorm van geleide muzi kale belangstelling daar voordien onbe kend was en dat dit werk thans geheel in handen van de genoemde organisatie ligt. Bij ons krijgt een gedeelte van de jeugd, namelijk zij die lyceum, h.b.s. of gymnasium bezoeken door het schoolmuziekonderwijs en de jeugdconcerten de gelegenheid tot muzikale ontwikkeling. Een ander gedeel te, verreweg het grootste, zij die de mulo doorlopen en dan hun weg zoeken op kan toor en fabriek, of plattelandskinderen die van de lagere school in het boerenbedrijf terechtkomen, blijft verstoken van deze mogelijkheid. Als de plant niet begoten wordt, sterft ze. Van de honderdduizenden die Eddy Christiani en Max van Praag be- De componist-directeur Max Vredenburg te Amsterdam. Vervolg van pagina 4 en schaterde. Werkelijk, hij schaterde uitbundig van het lachen. Niet doen, zei Hans scherp. 't Is allesbehalve leuk. Bob hield meteen op. Hans heeft gelijk, zei hij weer kalm. Zie je, lui, wij hebben net zulke ervaringen als jullie en daar uit trokken wij dezelfde conclusies. We waren juist van plan jullie vanavond met een bezoek te vereren om het uit te praten, maar nu zitten jullie hier. Val dood, zei ik onparlementair, paf van verbazing. Liever niet, antwoordde hij droog, maar daar zitten we nou, hè. We liegen geen van vieren. En toch dreef vanochtend mijn scheerzeep in het toilet en vond Hans haar mantel in het kolenhok. Toen barstte Hans los. Haar smal gezicht had felle blosjes en onder het gladde donkere haar schommelden haar oorbellen van emotie. 't Is ellendig, geloof me nou. Ik voel iets, dat ellendig is. Het is mij al een paar maal overkomen, dat ik boven hoorde lopen en jullie niet thuis waren. Ik zweeg. Bob keek met gefronste wenkbrauwen naar zijn an ders zo nuchtere vrouw. Treesje hield haar handen in elkaar geslagen, haar ogen waren wijd opengesperd. Hans, zei ze en haar stem was nogal onzeker, gisteravond, toen Frits overwerkte, dacht ik, dat ik jou naar boven hoorde komen en. We waren er niet, onderbrak Bob. Er liep iemand over de gang, ging Trees door, ik ging kij ken, knipte het licht op en.er was niemand. Je had je vergist, dat kan voorkomen, interrumpeerde ik. Treesje huiverde. Goed, maar terwijl ik daar stond in de deuropening, met achter mij de schemerlamp en voor mij het ganglicht, blies er.... blies er iemand in mijn nek.... Dat was te fraai. Ik proestte het uit. En ook Bob kon een glim lach niet onderdrukken, maar zijn ogen bleven ernstig. We willen het niet zo dadelijk toegeven, zei hij zacht, maar er zijn nu eenmaal van die dingen, die gebeuren. Bob is een grote, zware vent, met een brede rug en behoorlijke kracht. Dat hij zo sprak, trof mij. Als er geen ernstiger dingen gebeuren dan kleine plagerijen. Moeten we het maar zien vol te houden? vroeg Hans. Precies, antwoordde haar man. Lekker, zei Hans aan tafel met de Danse Macabre. Laten we nuchter blijven, zei ik. Treesje boog zich wat naar voren. Ik ben bang, bekende zij zacht, het is misschien kinderachtig, maar. echt waar, ik ben bang. Ik ben echt vreselijk bang. DE „plagerijen" gingen door, weken en maanden. Ze begonnen op onze zenuwen te werken, maar we spraken er niet meer over. Tenslotte vindt iedere man zijn boordeknoopje wel eens onder de linnenkast. Al is het natuurlijk wel een beetje anders je éne pantoffel in de dekschaal terug te vinden, terwijl de an dere voor onderzeeër speelt in het aquarium. Maar toen gebeurde nog iets anders. We waren met ons vieren uitgeweest en kwamen in een goede stemming na een leuke avond de kade op. Hans en Trees liepen voor, Bob en ik achter. Plotseling pakte hij mij bij mijn elleboog. Frits, kijk. Ik stond stil en ik kan niet anders zeggen, dan dat alle haren tegelijk op mijn hoofd begonnen te prikken. In het spionnetje, dat zo vaak bij mijn thuiskomst Treesjes lief gezichtje had weer kaatst, grijnsde mij nu een ander gezicht aan, het gezicht van een nog niet geheel ontvleesd skelet. Natuurlijk, het moest gezichtsbedrog zijn, een lichtvalling, die het glas deed blikkeren. Maar ik zag Hans en Trees ook stil staan en hoorde de gesmoorde uitroep van mijn vrouwtje. Nou is het genoeg, zei ik. Laten ze het nou maar houden. Morgen zoeken wij net zo'n zolder als jullie hadden. En wij gaan naar de onze terug, zei Hans, ik denk, dat we die nog wel zullen kunnen krijgen. De zesde verhuizing op dit adres, zei Bob terwijl hij de voor deur opendeed. Wij hebben het in ieder geval drie maanden uitgehouden, maar liever een lekkende kraan en kapotte ruiten dan dat gezicht in het spionnetje. Pianotrio. Onlangs is in de Maasstad het Rotterdams Pianotrio samengesteld. Het bestaat uit Marinus Flipse, piano, Her man Krebbers, viool en Samuel Brill, cel» lo. Als onderdeel van de Mozartherdenking van de Rotterdamse Kunststichting zal dit ensemble voor het eerst optreden in drie zondagmiddagconcerten in de aula van Mu seum Boymans op 1, 15 en 29 april. Met medewerking van de altviolist Klaas Boon zullen alle klaviertrio's en de beide kla vierkwartetten van Mozart worden uitge voerd. Poëzieprijzen. Het Internationale Huis voor de poëzie te Knokke heeft voor de eerste keer prijzen toegekend ter beloning van individuele en collectieve prestaties. De prijzen zijn toegekend aan de dichter, typograaf en uitgever Guy Levis Mano en aan Jean Ballard ten gunste van de door hem „doeltreffend en moedig" geleide „Re vue des Cahiers du Sud". Beiaardconcours. Op 23 en 24 juli wordt te Hilvarenbeek, ter gelegenheid van het gereedkomen van de restauratie van de toren, een internationale beiaard wedstrijd gehouden. De jury bestaat uit: Staf Nees te Mechelen, Ferd. Timmerman» te Rotterdam en mr. Romke de Waard te Amsterdam. Er is een bedrag van twaalf honderd gulden aan prijzen beschikbaar. Expositie in Madrid. Ter gelegenheid van het tienjarig bestaan van de na-oor- logse K.L.M.-lijn Amsterdam-Madrid i» vrijdag in de Galerias Presiados in de Spaanse hoofdstad een representatieve tentoonstelling van werken van de Haagse kunstschilder Jan van Heel ge opend. De expositie omvat zestig gouaches, voornamelijk met voorstellingen van het Spaanse landschap. Er bestaat hiervoor in Spaanse artistieke kringen grote be langstelling. geleidelijke ontwikkeling van de muzikale smaak, want ook de fijnste Bourgogne is niet besteed aan wie nooit anders dan li monade gedronken heeft. Wèl is de kwali teit van het gebodene in ieder genre van van groot belang. Bij de keuze der optre dende musici is men uiterst kieskeurig. FINANCIEEL staat „Jeugd en Muziek" helaas op een zeer smalle basis. De contri butie van twee gulden per jaar blijft in de afdelingskassen die hiermee hun eigen avonden moeten bekostigen. Het Nationaal Bureau geniet enige rijkssubsidie en steun van enkele gemeenten, onder andere Den Haag. doch dit bedrag staat voorlopig niet toe meer krachten aan te trekken voor de zo noodzakelijke propaganda onder perso neelsverenigingen en op bedrijfsscholen. Men moet niet vergeten hoeveel fabrieken bezocht dienen te worden en hoeveel ge sprekken met perschefs en directeuren no dig zijn, alvorens een nieuwe afdeling met succes kan beginnen. Maar er is ook reden tot voorzichtig op timisme. De samenwerking met de stich ting „Het schoolconcert" en andere instel lingen op dit terrein is voortreffelijk. Daardoor kunnen dikwijls concerten, die in een bepaalde plaats 's middags voor de schooljeugd gegeven worden, 's avonds voor de leden van „Jeugd en Muziek" plaats hebben Ook de samenwerking met de Nederlandse Opera heeft al tot resulta ten geleid. Voor sommige voorstellingen evenals trouwens voor de concerten van vele impresario's genieten de leden re ductie, dikwijls ook zorgt de Opera voore een speciaal evenement, zoals verleden jaar: een generale repetitie van „De To verfluit" met een lezing door Bertus van Lier met medewerking van de solisten en de dirigent. DE BELANGRIJKSTE ACTIVITEIT van „Jeugd en Muziek" is inmiddels wellicht de totstandkoming van eigen koren en orkesten. Er zijn thans vier eigen orkesten: in Amsterdam, Zeist, Leeu warden en in Twente. Er is een J.M.-cata- logus met een Nederlands repertoire van dertig titels, waarbij werken die speiaal in opdracht van „Jeugd en Muziek" gecompo neerd zijn, zoals een suite van Ton de Leeuw en een cantate op Latijnse profane teksten van Jan Mul. Het optreden van deze crKesten In an dere afdelingen op landelijke en interna tionale congressen van de Jeugd-en-Mu- ziek-beweging is een niet te onderschatten stimulans niet alleen voor de spelers zelf, maar ook voor velen onder hun gehoor die daardoor misschien besluiten eens een an der instrument dan piano te leren spelen. Onder voorzitterschap van dr. F. Buder gaat „Jeugd en Muziek" met thans vijf duizend leden langzaam maar zeker vooruit in een richting, die ons steeds ver der zal voeren van het punt waarop Wil lem Pijper nog kan spreken van de „anti- muzikaliteit van de Hollander" naar een samenleving, die rijker zal zijn aan een levensvreugde, waartoe ook de muziek het hare heeft bijgedragen. S. B.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1956 | | pagina 16