SPIONNETJE
JEUGD EN
MUZIEK
Het ósfLiannetje
KUNSTSTUKJES
Geschiedenis van
Mesopotamië
Actieve organisatie werkt voor
toekomstig muziekpubliek
KORT VERHAAL DOOR
KATHINKA LANNOY
Weldra ook in Haarlem
Problemen en successen
Eigen ensembles
TEGENWOORDIG is het nog maar niets gedaan met die wo
ningkwestie. Als je pas getrouwd bent, moet je in verreweg de
meeste gevallen öf bij je ouders blijven wonen óf je moet ergens
anders inwonen en dat laatste is meestal helemaal niets ge
daan. Wij hadden het er op een avond bij Hans en Bob over.
Die zijn vorige maand getrouwd en wij zouden over drie weken
gaan trouwen. Op hun zolderverblijf zaten wij een beetje ril
lerig rond een pietepeuterig oliekacheltje. Ergens achter mij,
boven mijn hoofd, klepperde een dakraam en liet na elke piep
een kil windstraaltje door mijn boordje naar beneden glijden.
Morgen zou ik beslist een stijve nek hebben als ik niet mijn
wollen sjial van de geïmproviseerde kapstok haalde en die tot
over mijn oren om mijn nek wikkelde. Maar ja, zoiets doe je
nu eenmaal niet gauw.
Tja, 't is eigenlijk niets gedaan, zei Bob.
Nou, kwam Hans, bezig aan de werkelijk gezellige theetafel,
die natuurlijk van hen zelf was, nou, we hebben nu tenminste
een dak boven ons hoofd.
En wat voor een dak! dacht ik, maar dat zei ik wijselijk niet.
Hè, zuchtte Trees, waren wij maar vast zo ver.
Hebben jullie helemaal nog niets? vroeg Hans, gracieus ge
barend met een zilveren suikertang.
We schudden het hoofd. Ineens vond ik zelfs deze zolder niet
zo verschrikkelijk meer, doch meteen daarop zag ik hem weer
met al zijn gebreken, want Bob zei: Zeg, om de hoek staat
een woning vrij.
Ik ging meteen rechtop zitten. Een woning vrij? Je bedoelt,
dat er een woning léég staat, dat is iets anders. Die is natuurlijk
al lang aan iemand beloofd.
Dat is ze niet, zei Bob en strekte behagelijk zijn lange benen,
Het is een vrij huis, je zou het zo kunnen betrekken, maar.
Ach kom, wat zouden er voor maren kunnen zijn? vroeg ik,
hier om de hoek op de kade zijn allemaal keurige huizen,
niet nieuw natuurlijk, maar ook niet zo vreselijk oud.
't Is een fijne woning, beaamde Bob, ik ben erin geweest,
dus ik weet het. Een bovenhuis met twee étages. Op de beneden
verdieping twee kamers en een keuken, op de bovenverdieping
twee kamers en een badkamerMaar 't is voor ons te duur
en te groot ook. Al hadden we het geld,dan zouden wij het toch.
niet mogen hebben.
Maar met z'n vieren wèl, viel Trees plotseling in, jullie
twee kamers en een keuken en wij boven twee kamers met de
badkamer, waarvan wel een keuken te maken zal zijn. En zo
komt het natuurlijk niet te duur ook.
Een machtig idee, prees Hans en vergat ons thee te geven.
Daar moeten we morgen om hollen, zodra de zon op is.
Bob zoog bedachtzaam aan zijn pijp.
Tja, 't is maar dat niemand er wil
blijven wonenDe huisheer was zo
eerlijk om het me ronduit te zeggen.
De vochtige wind over de daken spoel
de juist weer langs mijn haarwortels.
Toe nou, zei ik, wat mankeert er
dan aan? Zijn de vloeren niet solide? Vallen de plafonds op je
kop? Als je het in soortgelijke tochtholen als dit kunt uit
houden.
Bob voelde zich niet eens beledigd. Zeker, gaf hij toe, maar.
nee, het huis is deugdelijk genoeg, daar ligt het niet aan. Toch
zijn er in twee jaar vijf verhuizingen geweest. O, redelijk ge
noeg als je het zo hoort. De eerste mensen waren nog jong en
hadden drie kleine kinderen. Die hebben er vier maanden ge
woond en zijn toen geëmigreerd.
Dat is niets bijzonders, viel Han haar man in de rede.
Ook als ze pas verhuisd zijn? vroeg Bob cynisch. Zouden
ze verhuisd zijn, als ze van tevoren het plan hadden gehad om
te emigreren? Dubbele kosten, zou ik zo zeggen.
Zo'n plan kan ook wel plotseling opkomen, zei Trees.
Verder, zei ik.
Nu dan, vervolgde Bob, natuurlijk kwamen er meteen an
dere bewoners: een oud stel met twee volwassen dochters. Die
hebben zeven maanden daar gewoond. Maar de laatste twee
maanden waren ze aldoor al doende om weg te komen. De trap
was te hoog, de vader had last van zijn hart. Die hebben een
woonark gekocht en liggen nu ergens buiten de stad.
Ook al niet gek, merkte Trees op.
Bob schudde zijn hoofd. Net of je van tevoren niet weet, dat
je last met zo'n trap krijgt als er iets aan je hart mankeert.
Dat is eigenlijk wel zo, viel Hans haar man bij.
- Maar wie zegt, dat hij, die oude man, van tevoren last van
zijn hart had? vroeg ik. Dat kan wel met de drukte van de
verhuizing pas gekomen zijn.
Trees knikte. Nu komt dus nummer drie.
Even denkenBob trok hard aan zijn pijp. Dat was.
o ja, een kunstschilder met zijn vrouw, zijn zuster en vier kin
deren. Die zaten er precies twee maanden op. Hij had geen goed
licht voor zijn werk. Waar ze gebleven waren, wist niemand.
Hans keek bedenkelijk. Dat is wel wonderlijk.
Treesje haalde haar schouders op. Nou ja, artiesten hè.
Bob bekeek zijn pijp. Toen kwamen er verlofgangers, twee
echtparen, net als wij. Die zijn vertrokken toen hun verlof om
was. Tot slot woonden er weer artiesten: een zangersechtpaar
met drie kinderen en een kinderjuffrouw. Ze konden daar niet
goed studeren, de akoestiek was slecht. De vrouw werd er hees
van en de man verloor zijn goede humeur. Nou, dat is het.
Bij de laatste wat abrupt gesproken woorden boog Bob zich naar
voren en klopte zijn pijp uit.
En nou wij, zei ik.
Ja, nou wij, herhaalde Trees en glimlachte hoopvol.
Waarom niet? viel Hans wat strijdlustig bij.
Bob morrelde aan de petroleumbrander, zijn ogen nauw ge
knepen voor de hitte. Ik ben benieuwd helang wij daar zul
len banken, zei hij droog.
Ik gaf een stevige klap op zijn schouder. Ach plof, kerel.
WE KREGEN het huis. We gingen er de dag na ons trouwen
wonen. Hans en Bob hadden de onderste étage, wij de bovenste,
waar wij van de badkamer een gezellige keuken maakten. Hans
en Bob brachten hun boeltje over, onze nieuwe meubeltjes ston
den piekfijn in de ruime oude kamers. Wat hadden wij geboft!
In de keuken zong Trees het hoogste lied boven haar pannen
en ik betrapte mij erop, dat ik bijna aldoor liep te fluiten van
pure tevredenheid. Onze laatste spaarcentjes besteedden wij aan
de stofferingen en als ik na kantoortijd de kade opliep zag ik
in het oudewetse spionnetje buiten ons raam Trees' gezicht om
lijst door het warme rood van onze dure gordijnen.
ij zullen ongeveer twee weken getrouwd zijn geweest, toen ik
merkte dat Treesje iets op het hart had. Pas toen ik ernaar
vroeg, kwam ze er aarzelend mee voor de dag.
—- Zie je ik vind het eigenlijk erg vervelend, maarTja,
I-1 its, nu ben ik er zeker van. Er scharrelt iemand in de boel. Al
ccider heb ik gemerkt, dat er dingen verplaatst waren. De sui-
Kerpot stond gisteravond ineens op het aanrecht en ik wist zeker
lllllllllllllllllllllllllllllilllllllllllllllllilllllllllillllllllllllllllllfllllllilllllllllllllllllllllllllllllllilllllllllllllllllll
dat ik hem in de kast had gezet. De deuren zijn open als ik
pertinent weet, dat ik ze dicht heb gedaan en ook weieens dicht,
als ik ze juist open had gelaten. Vanmiddag was de poeder van
mijn toilettafel verdwenen. Na wel een uur zoeken gaf ik het
op, maar zo straks stond het potje in de lege aardappelpan.
Ach kom.
Nee, ging ze gehinderd verder, zie je, 't is maar, dat ik
nu van Hans en Bob iets zou moeten geloven, wat ik niet ge
loven kan: dat ze in onze boel scharrelen.
En flauwe grappen uithalen om je poederdoos in de aard
appelpan te stoppen, vulde ik aan, laat naar je kijken, kind.
Treesje keek verdrietig. 't Is absurd, dat weet ik best, maar
zeg nu eerlijk: heb jij nog nergens naar gezocht?
Om haar te plezieren dacht ik na. Nou ja, dat eigenlijk wel.
Wat was dat? vroeg mijn vrouwtje gespannen.
Wel, zei ik half lachend, ik had de krant zitten lezen, toen
riep jij dat het zout op was, weet je nog! En of ik even een
pakje wilde halen.
Ja, dat heb je toen meteen gedaan.
Juist. Toen ik thuiskwam was de krant weg. Ik dacht, dat jij
erin had zitten ezen terwijl je op het zout wachtte.
Beslist niet, zei Trees heftig, ik ben in die tijd met de
gro ente bezig geweest. Ik was in de keuken.
Goed, goed, kalmeerde ik haar. Enfin, ik heb die hele
krant vergeten, maar gisteren trok ik een schoon overhemd aan
en vond de krant opgerold in één van de mouwen.
Zie je nu! riep Trees triomfantelijk.
Ik dacht, dat je een grapje had uitgehaald.
Heus niet, Frits, ontkende zij heftig.
Dat geloof je toch?
Op dat ogenblik werd de situatie on
aangenaam.
Ik geloof je zeker, zei ik, maar als
jij of ik niet slaapwandelen dan
moetenIk aarzelde even.
Precies, viel Trees bij, Hans en Bob.
Ik sprong op. Ik ga naar beneden.
Ach nee jong, tenslotte zijn het kleinigheden, weerstreefde
Trees. Laten we geen ruzie maken met onze beste vrienden.
Ik sloeg een arm om haar heen. Ik ben helemaal niet van
plan om ruzie te maken. Maar deze zaak moet opgelost worden.
Tenslotte is mijn huis mijn huis en mijn vrienden mogen komen
zoveel ze willen, maar niet de kachel met me aanmaken.
Trees gooide haar schort of en liep achter mij aan naar be
neden. Hans en Bob zaten net aan tafel toen wij na een klopje
binnenstapten.
Hallo, lui, eet smakelijk. Moge we even iets vertellen?
Ga zitten, zei Bob en ik zag dat hij naar zijn vrouw keek
keek met een blik, die een mengeling van verwondering was en
ja, van iets dat wat op wrevel leek. Niets voor Bob.
We gingen zitten, ik bij de tafel, tussen hen in, Treesje in een
stoel bij de kachel.
Nou en? vroeg Hans.
Zonder commentaren of conclusies vertelde ik, waar het over
ging. Onderwijl zag ik weer hoe Bob en Hans naar elkaar keken.
Toen ik zweeg, was het even stil.
Dat is dat, zei Bob dan langzaam. En nu denken jullie na
tuurlijk dat wij zulke grappenmakers zijn.
Ja en nee, zei ik, niet zo zeker meer als toen ik boven was.
De conclusie ligt nogal voor de hand, niet?
Plotseling begon Bob te lachen. Hij boog zijn hoofd achterover
Zie verder pagina 5
IDe bovenstaande illustraties - een keu
ken in het oude Babyion en (tweemaal)
de intendant Ebih-il van Mari, beelden
uit de achttiende eeuw voor het begin
van onze jaartelling - zijn overgenomen
uit de derde, verbeterde en bijgewerkte
druk van het hier besproken boekwerk:
i „Van Babylons stromen - hoofdmomen-
5 ten uit de cultuurgeschiedenis van
fi Mesopotamia in het Oud-Testamentische
tijdvak" door dr. M. A. Beek, versche
nen bij de N.V. Uitgeversmaatschappij
„Kosmos" te Amsterdam/Antwerpen.
Verzetspoëzie. De minister van On
derwijs, Kunsten en Wetenschappen heeft
aan Gerrit Kamphuis te 's-Gravenhage en
Dirk de Jong te Leiden opdracht verleend
een standaardverzameling aan te leggen
van de tijdens de laatste oorlog verschenen
Nederlandse verzetspoëzie in de ruimste
zin des woords, voorzien van een toelich
ting en met aanwijzing van auteurs en
bronnen. Eerstgenoemde zal het litterair-
critische, de ander het litterair-historische
deel voor zijn rekening nemen. 4
EEN ONDERWERP als de archeologie
vraagt van een schrijver niet alleen des
kundigheid, maar ook een bepaalde litte
raire stijl, wil zijn werk in brede kring
belangstelling wekken. Dr. Beek, hoogleraar
aan de stedelijke universiteit van Amster
dam, is er in geslaagd in „Aan Babylons
stromen" zijn onderwerp zo ongemeen
boeiend te behandelen, dat er reeds twee
drukken van zijn boek zijn uitverkocht en
er vraag blijkt te bestaan naar deze derde.
Het is een genoegen zich over te geven aan
zijn rustige verteltrant en zich mee te laten
voeren in een verleden, waarvan de wer
kelijkheid op fantasie lijkt te berusten.
Niettemin is dat verleden niet minder wer
kelijkheid dan het heden van het Twee
stromenland, waaraan onze reisredacteur
onlangs een drietal artikelen heeft gewijd.
Dr. Beek beschrijft de geschiedenis van
Mesopotamië als achtergrond van het Oude
Testament, waaraan zij tegelijkertijd wordt
getoetst. De schrijver doet dit zeer na
drukkelijk, omdat nog niet zo lang geleden
in wetenschappelijke kringen het omge
keerde pleegde te gebeuren. Merkwaardig
is overigens dat in zijn litteratuurlijst niet
het boek „Gods Woord en der eeuwen ge
tuigenis" van de bekende rechtzinnige theo
loog dr. Noordzij voorkomt, waarin het
zelfde onderwerp in den brede wordt be
handeld. De zes hoofdstukken van het boek
van dr. Beek zijn: De opkomst van een
nieuwe beschaving. Bloei en ondergang van
de stad Mari. Bij de bronnen van het ge
schreven recht. Uit de bibliotheek van de
Assyrische koning. Het grote Babyion dat
Nebukadnesar gebouwd heeft en Babel en
Bijbel, waarin de waarheidsvraag gesteld
en beantwoord wordt. Evenals de Oosten
rijkse journalist Werner Keller, wiens boek
onze correspondent te Wenen prof. dr. N.
Greitemann onlangs in „Erbij" besprak
stelt dr. Beek de Bijbel in het gelijk.
Onvergetelijk is de wandeling met de
schrijver door het kleurige Baby Ion, waar
bij de afbeeldingen van wetenschappelijk
verantwoorde reconstructies een indruk
wekkende illustratie geven. Door de Poort
van Isjtar leidt dr. Beek zijn lezers langs
de processieweg door het oude Babyion en
verwijlt als een goede gids op de juiste
punten voor uiteenzettingen over aanver
wante onderwerpen en toelichtingen op het
Oude Testament.
Tenslotte geven we de slotalinea uit dit
begerenswaardige werk weer, waaruit kan
blijken hoe nauwgezet dr. Beek te werk
gaat. „Waarlijk levend bleven alleen het
Boek en het Woord, dat met Joden en
Christenen meezwierf tot heden toe. Het
troost en vermaant, zoals geen tekst op één
kleitablet kan troosten of vermanen. Het
roept over tijden en beschavingen heen en
spreekt ons aan niet omdat het mooi is,
maar omdat het waar is en het is waar, om
dat het gegrond is in de geheimenis van de
omgang van God met de mens, die Hij tot
de omgang verkoos en die in gehoorzaam
heid het antwoord gaf. Ook dat speelde zich
tijdens de geschiedenis van Babyion en
Ninevé af en het werd geen verleden." B.
Onderstaand artikel
geeft een indruk van
het werk van de
stichting Jeugd en
Muziek, waarin die
genen van de jongste
generatie verenigd
zün, die muzikaal
wat meer willen be
leven dan al of niet
opgedrongen piano
lessen en modieuze
tophits. De gegevens
zijn ontleend aan een
gesprek met de heer
Max Vredenburg, di
recteur der stichting,
zelf een bekend com
ponist, auteur ook
van veel filmmuziek.
DAT EEN goed idee dikwijls als het wa
re in de lucht hangt en dan tegelijkertijd
op verschillende plaatsen gestalte aan
neemt, zodat het geestelijk vaderschap la
ter moeilijk nagegaan kan worden, is een
bekend feit. Dit is ook het geval bij de ge
dachte om belangstelling voor muziek on
der de jeugd en jonge mensen te wekken
en te leiden binnen een organisatorisch
verband, dat niet alleen concerten mei
speciale programma's (liefst door jonge
musici van naam) brengt, maar dat door
het uitgeven van een eigen maandblad,
door lezingen, films en last but not least
door eigen koren en orkesten een nieuwe
groep van muziekliefhebbers vormt: men
sen die de muziek werkelijk in hun leven
hebben toegelaten en daarmee zich het
recht verworven hebben „de meesters te
tutoyeren".
HET ONTSTAAN van deze beweging
valt in de oorlogsjaren, toen de impresario
Marcel Cuvelier voor de jeugd concerten
begon te organiseren, hetgeen in België
toen een novum was. Tezelfdertijd maakte
René Nicoly in Parijs propaganda voor
muziek onder de arbeiders en na de oorlog
is uit het contact tussen deze pioniers de
„Jeunesses Musicales" ontstaan. Thans is
deze uitgegroeid tot een groepering van
ruim vijfhonderdduizend leden, internatio
naal vertakt in zeventien landen, die bij
het internationaal bureau te Brussel zijn
aangesloten. Van het bestuur van dit bu
reau maakt ook de directeur van de Ne
derlandse sectie, de stichting „Jeugd en
muziek" dus, de componist Max Vreden
burg deel uit. Organisatorisch is de
stichting verdeeld in afdelingen van ten
minste veertig leden onder een plaatselijk
bestuur van jongeren, door één of twee
oudere adviseurs, in nauwe samenwerking
met het nationaal bureau in Amsterdam,
bijgestaan. Ook in Haarlem wordt thans
de vorming van een afdeling voorbereid.
Nevenstaand artikel handelt over de
pogingen, die in het werk worden ge
steld om de jeugd voor de muziek te
interesseren. De foto's laten kunstenaars
zien, die reeds op jeugdige leeftijd -
Mozart was niet het enige wonderkind!
- de wereld door hun muzikale presta
ties in verbazing brachten. Zo ziet men
rechts de thans veertigjarige Yehudi
Menuhin, die op negenjarige leeftijd al
met het symfonie-orkest van San Fran
cisco optrad, in gesprek met de Russi
sche meester-violist David Oistrakh,
terwijl de componist Aram Katsjatoerian
belangstellend toehoort. Daaronder: de
dertienjarige Daniel Barenboim, door
Furtwangler al in 1954 „een fenomeen"
genoemd, die verleden jaar ook in ons
land concerteerde. De afbeeldingen zijn
uit het viermaandelijkse Engelse tijd
schrift „Tempo" overgenomen.
wonderen hadden wellicht enkele duizen
den voor Bach en Bartók gewonnen kun
nen zijn.
Om deze potentiële bekeerlingen op te
sporen maakt de directeur geregeld propa-
gandareizen door ons land. Zo werd „Jeugd
en Muziek" op Texel geïntroduceerd met
een drietal avonden voor de boerenjeugd,
gewijd aan de orkestinstrumenten. Als uit
gangspunt diende de suite „Tableaux d'une
Exposition" van Moussorgski, later door
Ravel georchestreerd. Uiterlijk en speel
wijze der verschillende instrumenten wer
den met lichtbeelden verduidelijkt, verder
werkte het Rdio Philhrmonisch Sextet
mee om de levende klank van de blaasin
strumenten te laten horen en aan deze
reeks was een prijsvraag van twintig vra
gen verbonden met betrekking tot het ge
hoorde. In Leeuwarden begon een nieuwe
afdeling met een optreden van het Suri
naamse Maranathakwartet, dat spirituals
zong. Terecht legt men het accent op een
VAN DEN BEGINNE af was het duide
lijk dat „Jeugd en Muziek" in Nederland
een andere taak dan de zusterverenigingen
in Europa en Amerika zou hebben. De or
ganisatie van concerten voor de jeugd
werd immers hier te lande reeds vóór de
oorlog ter hand genomen, hetzij in de vorm
van het bekende „Uur muziek" op de mid
delbare scholen, hetzij in de vorm van
speciale zaalconcerten van plaatselijke or
kesten en bekende ensembles en solisten.
Als men het enorme succes, dat de „Jeu
nesses Musicales" in België en Frankrijk
hebben (in Frankrijk kan een kunstenaar
voor een tournée van twee maanden
achtereen langs de afdelingen geëngageerd
worden), beschouwt, dan moet men be
denken dat iedere vorm van geleide muzi
kale belangstelling daar voordien onbe
kend was en dat dit werk thans geheel in
handen van de genoemde organisatie ligt.
Bij ons krijgt een gedeelte van de jeugd,
namelijk zij die lyceum, h.b.s. of gymnasium
bezoeken door het schoolmuziekonderwijs
en de jeugdconcerten de gelegenheid tot
muzikale ontwikkeling. Een ander gedeel
te, verreweg het grootste, zij die de mulo
doorlopen en dan hun weg zoeken op kan
toor en fabriek, of plattelandskinderen die
van de lagere school in het boerenbedrijf
terechtkomen, blijft verstoken van deze
mogelijkheid. Als de plant niet begoten
wordt, sterft ze. Van de honderdduizenden
die Eddy Christiani en Max van Praag be-
De componist-directeur Max Vredenburg
te Amsterdam.
Vervolg van pagina 4
en schaterde. Werkelijk, hij schaterde uitbundig van het lachen.
Niet doen, zei Hans scherp. 't Is allesbehalve leuk.
Bob hield meteen op. Hans heeft gelijk, zei hij weer kalm.
Zie je, lui, wij hebben net zulke ervaringen als jullie en daar
uit trokken wij dezelfde conclusies. We waren juist van plan
jullie vanavond met een bezoek te vereren om het uit te praten,
maar nu zitten jullie hier.
Val dood, zei ik onparlementair, paf van verbazing.
Liever niet, antwoordde hij droog, maar daar zitten we
nou, hè. We liegen geen van vieren. En toch dreef vanochtend
mijn scheerzeep in het toilet en vond Hans haar mantel in het
kolenhok.
Toen barstte Hans los. Haar smal gezicht had felle blosjes en
onder het gladde donkere haar schommelden haar oorbellen van
emotie. 't Is ellendig, geloof me nou. Ik voel iets, dat ellendig
is. Het is mij al een paar maal overkomen, dat ik boven hoorde
lopen en jullie niet thuis waren.
Ik zweeg. Bob keek met gefronste wenkbrauwen naar zijn an
ders zo nuchtere vrouw. Treesje hield haar handen in elkaar
geslagen, haar ogen waren wijd opengesperd.
Hans, zei ze en haar stem was nogal onzeker, gisteravond,
toen Frits overwerkte, dacht ik, dat ik jou naar boven hoorde
komen en.
We waren er niet, onderbrak Bob.
Er liep iemand over de gang, ging Trees door, ik ging kij
ken, knipte het licht op en.er was niemand.
Je had je vergist, dat kan voorkomen, interrumpeerde ik.
Treesje huiverde. Goed, maar terwijl ik daar stond in de
deuropening, met achter mij de schemerlamp en voor mij het
ganglicht, blies er.... blies er iemand in mijn nek....
Dat was te fraai. Ik proestte het uit. En ook Bob kon een glim
lach niet onderdrukken, maar zijn ogen bleven ernstig.
We willen het niet zo dadelijk toegeven, zei hij zacht, maar
er zijn nu eenmaal van die dingen, die gebeuren.
Bob is een grote, zware vent, met een brede rug en behoorlijke
kracht. Dat hij zo sprak, trof mij.
Als er geen ernstiger dingen gebeuren dan kleine plagerijen.
Moeten we het maar zien vol te houden? vroeg Hans.
Precies, antwoordde haar man.
Lekker, zei Hans aan tafel met de Danse Macabre.
Laten we nuchter blijven, zei ik.
Treesje boog zich wat naar voren. Ik ben bang, bekende zij
zacht, het is misschien kinderachtig, maar. echt waar, ik
ben bang. Ik ben echt vreselijk bang.
DE „plagerijen" gingen door, weken en maanden. Ze begonnen
op onze zenuwen te werken, maar we spraken er niet meer
over. Tenslotte vindt iedere man zijn boordeknoopje wel eens
onder de linnenkast. Al is het natuurlijk wel een beetje anders
je éne pantoffel in de dekschaal terug te vinden, terwijl de an
dere voor onderzeeër speelt in het aquarium.
Maar toen gebeurde nog iets anders. We waren met ons vieren
uitgeweest en kwamen in een goede stemming na een leuke
avond de kade op. Hans en Trees liepen voor, Bob en ik achter.
Plotseling pakte hij mij bij mijn elleboog. Frits, kijk.
Ik stond stil en ik kan niet anders zeggen, dan dat alle haren
tegelijk op mijn hoofd begonnen te prikken. In het spionnetje,
dat zo vaak bij mijn thuiskomst Treesjes lief gezichtje had weer
kaatst, grijnsde mij nu een ander gezicht aan, het gezicht van
een nog niet geheel ontvleesd skelet.
Natuurlijk, het moest gezichtsbedrog zijn, een lichtvalling, die
het glas deed blikkeren. Maar ik zag Hans en Trees ook stil
staan en hoorde de gesmoorde uitroep van mijn vrouwtje.
Nou is het genoeg, zei ik. Laten ze het nou maar houden.
Morgen zoeken wij net zo'n zolder als jullie hadden.
En wij gaan naar de onze terug, zei Hans, ik denk, dat
we die nog wel zullen kunnen krijgen.
De zesde verhuizing op dit adres, zei Bob terwijl hij de voor
deur opendeed. Wij hebben het in ieder geval drie maanden
uitgehouden, maar liever een lekkende kraan en kapotte ruiten
dan dat gezicht in het spionnetje.
Pianotrio. Onlangs is in de Maasstad
het Rotterdams Pianotrio samengesteld.
Het bestaat uit Marinus Flipse, piano, Her
man Krebbers, viool en Samuel Brill, cel»
lo. Als onderdeel van de Mozartherdenking
van de Rotterdamse Kunststichting zal dit
ensemble voor het eerst optreden in drie
zondagmiddagconcerten in de aula van Mu
seum Boymans op 1, 15 en 29 april. Met
medewerking van de altviolist Klaas Boon
zullen alle klaviertrio's en de beide kla
vierkwartetten van Mozart worden uitge
voerd.
Poëzieprijzen. Het Internationale Huis
voor de poëzie te Knokke heeft voor de
eerste keer prijzen toegekend ter beloning
van individuele en collectieve prestaties.
De prijzen zijn toegekend aan de dichter,
typograaf en uitgever Guy Levis Mano en
aan Jean Ballard ten gunste van de door
hem „doeltreffend en moedig" geleide „Re
vue des Cahiers du Sud".
Beiaardconcours. Op 23 en 24 juli
wordt te Hilvarenbeek, ter gelegenheid
van het gereedkomen van de restauratie
van de toren, een internationale beiaard
wedstrijd gehouden. De jury bestaat uit:
Staf Nees te Mechelen, Ferd. Timmerman»
te Rotterdam en mr. Romke de Waard te
Amsterdam. Er is een bedrag van twaalf
honderd gulden aan prijzen beschikbaar.
Expositie in Madrid. Ter gelegenheid
van het tienjarig bestaan van de na-oor-
logse K.L.M.-lijn Amsterdam-Madrid i»
vrijdag in de Galerias Presiados in de
Spaanse hoofdstad een representatieve
tentoonstelling van werken van de
Haagse kunstschilder Jan van Heel ge
opend. De expositie omvat zestig gouaches,
voornamelijk met voorstellingen van het
Spaanse landschap. Er bestaat hiervoor
in Spaanse artistieke kringen grote be
langstelling.
geleidelijke ontwikkeling van de muzikale
smaak, want ook de fijnste Bourgogne is
niet besteed aan wie nooit anders dan li
monade gedronken heeft. Wèl is de kwali
teit van het gebodene in ieder genre van
van groot belang. Bij de keuze der optre
dende musici is men uiterst kieskeurig.
FINANCIEEL staat „Jeugd en Muziek"
helaas op een zeer smalle basis. De contri
butie van twee gulden per jaar blijft in de
afdelingskassen die hiermee hun eigen
avonden moeten bekostigen. Het Nationaal
Bureau geniet enige rijkssubsidie en steun
van enkele gemeenten, onder andere Den
Haag. doch dit bedrag staat voorlopig niet
toe meer krachten aan te trekken voor de
zo noodzakelijke propaganda onder perso
neelsverenigingen en op bedrijfsscholen.
Men moet niet vergeten hoeveel fabrieken
bezocht dienen te worden en hoeveel ge
sprekken met perschefs en directeuren no
dig zijn, alvorens een nieuwe afdeling met
succes kan beginnen.
Maar er is ook reden tot voorzichtig op
timisme. De samenwerking met de stich
ting „Het schoolconcert" en andere instel
lingen op dit terrein is voortreffelijk.
Daardoor kunnen dikwijls concerten, die
in een bepaalde plaats 's middags voor de
schooljeugd gegeven worden, 's avonds
voor de leden van „Jeugd en Muziek"
plaats hebben Ook de samenwerking met
de Nederlandse Opera heeft al tot resulta
ten geleid. Voor sommige voorstellingen
evenals trouwens voor de concerten van
vele impresario's genieten de leden re
ductie, dikwijls ook zorgt de Opera voore
een speciaal evenement, zoals verleden
jaar: een generale repetitie van „De To
verfluit" met een lezing door Bertus van
Lier met medewerking van de solisten en
de dirigent.
DE BELANGRIJKSTE ACTIVITEIT
van „Jeugd en Muziek" is inmiddels
wellicht de totstandkoming van eigen
koren en orkesten. Er zijn thans vier
eigen orkesten: in Amsterdam, Zeist, Leeu
warden en in Twente. Er is een J.M.-cata-
logus met een Nederlands repertoire van
dertig titels, waarbij werken die speiaal in
opdracht van „Jeugd en Muziek" gecompo
neerd zijn, zoals een suite van Ton de
Leeuw en een cantate op Latijnse profane
teksten van Jan Mul.
Het optreden van deze crKesten In an
dere afdelingen op landelijke en interna
tionale congressen van de Jeugd-en-Mu-
ziek-beweging is een niet te onderschatten
stimulans niet alleen voor de spelers zelf,
maar ook voor velen onder hun gehoor die
daardoor misschien besluiten eens een an
der instrument dan piano te leren spelen.
Onder voorzitterschap van dr. F. Buder
gaat „Jeugd en Muziek" met thans vijf
duizend leden langzaam maar zeker
vooruit in een richting, die ons steeds ver
der zal voeren van het punt waarop Wil
lem Pijper nog kan spreken van de „anti-
muzikaliteit van de Hollander" naar een
samenleving, die rijker zal zijn aan een
levensvreugde, waartoe ook de muziek het
hare heeft bijgedragen. S. B.