rFIAT
DOOI
GEBR. BEEKMAN Automobielbedrijven
Overleg inzake kartelwetgeving
nog zonder resultaat
Perscommentaar over de
zaak Schokking
Verlies van Algerije een
schrikbeeld voor Frankrijk
Anti-Amerikaanse betoging van
Franse kolonisten in Tunis
Parijs verwacht nog
meer ongeregeldheden
/i faJ.H.Schous
Washington uit „bezorgdheid" over
gewelddaden tegen eigendommen
Kabinet Sastroamidjojo
maakt goede kans
,Laat de Ballast ook
de Hemtunnel maken
TWEEDE KAMER
Belastingrechtspraak
bij gerechtshoven?
Mollet vraagt vier maal vertrouwen
Mr. Van Empel uit
Djakarta vertrokken
Vanaf maandag 12 tot en met donderdag 15 maart
zal onze zaak GESLOTEN zijn
Ervaringen in Velsen
kunnen van nut zijn
Oistrach in ons land
Motorrijder in Zuid-
Willemsvaart gereden
Geen vlagvertoon in de
Middellandse Zee
Een nieuwe Fiat
een nieuwe 4-persoons
Vorming Zuidelijk Toneel
stuit op moeilijkheden
Deken Nierman benoemd
tot bisschop van Groningen
Belgische industrie tegen
bovennationale Euratom
ZATERDAG 10 MAART 1956
(Van onze correspondent in Parijs)
Ten besluite van de debatten over Alge
rije in de Franse Nationale Vergadering
heeft premier Guy Mollet de afgelopen
nacht opnieuw vier maal de vertrouwens
kwestie gesteld naar aanleiding van de vol.
machten die hij had aangevraagd. De stem
ming zal maandag plaats hebben. Aan de
gunstige afloop twijfelt vrijwel niemand.
Tienduizend Algerijnen hebben gisteren
getracht met een demonstratie druk op de
Kamer uit te oefenen. De betogers, die
vlaggen van de fellahga met zich voerden,
werden door een sterke politiemacht echter
uit elkaar gedreven alvorens zij het Palais
Bourbon konden bereiken. Er zijn zeven
honderd personen gearresteerd en bij bot
singen werden twee Franse vrachtwagen
chauffeurs door messteken ernstig gewond.
Premier Mollet verklaarde in de loop van
de debatten op antwoord van een vraag
van een der afgevaardigden, dat de mani
festatie, die met stakingen van Algerijnse
arbeiders in het hele land gepaard ging.
het gevolg was van een oproep van een
geheim bevrijdingscomitè.
De rede van de minister-president leek
een poging zich bij voorbaat te rechtvaar
digen indien later onverhoopt onder zijn
verantwoordelijkheid op grote schaal ge
weld in Algerije zal moeten worden ge
bruikt. Een bijzonder krachtige indruk
heeft Mollet op de Kamer niet gemaakt.
Na de resident-minister Robert Lacoste
legde hij nogmaals uit, dat het Algerijnse
drama volgens de inzichten van de rege
ring vooral door politieke en economische
faktoren werd beheerst. Algerije is geen
gewone provincie, zo verklaarde Mollet,
maar is evenmin een onafhankelijke staat.
De prijs van het behoud van Algerije
wordt bepaald door onze bereidheid ieder
conservatisme voor goed af te zweren.
Daarna werden door de premier de ver
schillende volmachten, die hij had aan
gevraagd. nader toegelicht om tenslotte de
vertrouwenskwestie aan vier artikelen
te verbinden.
Vóór de premier voerde o.m. de voor
laatste resident-generaal in Algerije, de
Gaullist Jacques Soustelle, het woord om
op zijn beurt en in pathetische termen de
onoverzienbare gevaren te onderstrepen,
die het verlies van Algerije voor Frankrijk
zou meebrengen. Soustelle wees op de eco
nomische banden tussen beide landen en
hij voorspelde, dat Frankrijk op ruim een
miljoen werklozen zou moeten rekenen
indien het de Algerijnse markt prijs zou
moeten geven. Soustelle aarzelde niet
het schrikbeeld van een burgeroorlog op
te roepen en voor hem was het nuidige
ogenblik in ernst te vergelijken met de
mei-dagen van 1940 toen Frankrijk door
de Duitsers werd vertrapt. Dat Soustelle
de aard en de omvang van de gevaren,
waardoor Frankrijk wordt oeoreigd, ver
moedelijk niet had overdreven, konden de
Parij zenaars gisteren met eigen ogen
waarnemen in hun eigen straten. Met ver
beten gezichten zagen zij de Algerijnse
manifestanten door de stad trekken ter
wijl vele winkeliers de rolluiken voor hun
ramen hadden neergelaten. De ongerust
heid van het Franse publiek wordt nog
geaccentueerd door de kranten, die be
richten dat in Amerikaanse munitie-depots
bij Reims de laatste weken duizenden kilo's
munitie zijn ontvreemd, die naar Algerije
zouden zijn verdwenen.. De Franse autori
teiten zouden zich al sedert enige tijd
hebben beklaagd over de onvoldoende be
waking van het kamp, waar iedereen on
gestoord in en uit kon wandelen. Het
avondblad Fans-Presse vertelde gisteren
hoe zijn verslaggevers bij een oezoek op
hun gemak allerlei soorten projectielen in
hun handen hadden kunnen nemen en zon
der gevaar hadden kunnen ontvreemden.
De meeste deuren, zo schrijft het blad, wa.
Over de ongeregeldheden in Parijs, ver
oorzaakt door Algerijnse betogers, worden
de volgende bijzonderheden gemeld:
De betogers rukten in massa, onder het
zingen van nationalistische leuzen, voort
langs de rechteroever van de Seine, totdat
gehelmde en hooggelaarsde veiligheidspo
litie zich tegenover hen opstelde bij het
Parijse stadhuis in de schaduw van de
Notre Dame
In het begin hadden zich 3000 betogers
bij de moskee verzameld, maar hun aantal
nam drievoudig toe, toen zij de Seine wa
ren overgestoken, met de bedoeling een
omtrekkende beweging te maken rond
duizenden manschappen van de politie, die
de linker-oever bewaakten.
De veiligheidspolitie, die drie rijen dik
langs de weg stond bij het stadhuis, met
hun karabijnen als knuppels in de hand. liet
de eerste honderd betogers met de groen-
wit-rode Algerijnse vlag door, sneed hen
toen af van de rest van de betoging en ar
resteerde hen.
Achter de manschappen met de karabij
nen bevond zich nog meer veiligheidspoli
tie met traangasbommen en tommy-guns.
Donkerblauwe arrestantenwagens stonden
met de deuren open gereed. Ruim twee
duizend personen zijn in hechtenis geno
men. Er werden 200 messen en enige
scherpe ijzeren staven in beslag genomen.
Ook een Algerijnse vrouw in het wit,
die vooraan in de optocht liep met een vlag
van de opstandelingen, is aangehouden.
Inmiddels heeft de politie-prefect van
Parijs de assistentie ingeroepen van dui
zenden politiemannen, onder wie speciaal
getrainde mannen voor het onderdrukken
van ongeregeldheden, met het oog op de
te verwachten demonstraties van Algerijn
se arbeiders voor het gebouw van de Na
tionale Vergadering.
Een woordvoerder van het hoofdbureau
van politie deelde mede, dat moeilijkheden
in de Nationale Vergadering worden ver
wacht wanneer de vergadering de door de
regering gevraagde volmachten voor het
onderdrukken van de revolte in Algerije
in behandeling zal nemen.
Even onopvallend als mr. A. C. van Em
pel op vijf februari te Djakarta arriveerde
is hij hedenmorgen per KLM vertrokken.
Hij werd uitgeleid door de heren Hagenaar
tn Kwantes respectievelijk plaatsvervanger
van de heer Van Bijlandt en hoofd van de
Politieke Afdeling van het Hoge Commis
sariaat en door mr. Bonn, juridisch advi
seur. De heer Van Empel reist niet recht
streeks naar Amsterdam.
ren enkel van een hangslot voorzien, maar
in vele gevallen ontbrak zelfs die symbo
lische voorzorg.
De Amerikaanse commandant heeft ont
kend, dat er munitie was gestolen. Maar
niettemin werd gisteren besloten rond het
hele kamp over een afstand van 60 kilo
meter een omrastering aan te brengen,
terwijl honderden extra-bewakers in dienst
werden genomen. Het is nog moeilijk uit
te maken of de lezing van de Amerikanen
of die van de Franse autoriteiten het
dichtst bij de waarheid is. Zeker is slechts
dat deze alarmerende tijdingen zich uit
stekend schijnen te lenen om de ongerust
heid van het Franse publiek tot een ware
paniekstemming op te voeren.
ADVERTENTIE
wegens voorbereiding op de heropening
Oude Groenmarkt 16-14
Haarlem-Tel. 11266 (k 25005
In ons door een verbouwing geheel
gemoderniseerd en uitgebreid
interieur hopen wij u vanaf vrijdag
16 maart weer geheel van dienst
te kunnen zijn.
Schilder overleden. De schilder J. V.
Kerkmeyer, ereburger van Hoorn, jarenlang
conservator van het Westfriese Museum
voorzitter van de vereniging „Het Carillon"
en lid van „Sint Lucas" en „Arti et Amici-
tiae" te Amsterdam, is op tachtigjarige leef
tijd overleden.
TUNIS (Reuter) Franse demonstran
ten hebben vrijdag in Tunis een Ameri
kaanse vlag verbrand, de gebouwen van
het Amerikaanse consulaat-generaal en de
Amerikaanse voorlichtingsdienst geplun
derd en de auto van de Franse Hoge Com
missaris in Tunesië, Roger Seydoux, met
stenen bekogeld. De betogers plunderden
ook de kantoren van twee kranten. Twee
Tunesiërs, die in een der gebouwen waren,
schoten op de betogers, van wie een jon
geman werd gedood. De twee Tunesiërs
werden daarop door de menigte afgeran
seld en zwaar gewond.
Het Amerikaanse departement van Bin
nenlandse Zaken heeft verklaard, dat
Washington tegenover de Franse regering
officieel uitdrukking gegeven heeft aan
zijn „bezorgdheid" ovgr de anti-Ameri
kaanse demonstratie.
De ongeregeldheden ontstonden na de
begrafenis van twee Fransen, die nabij de
Algerijnse grens waren vermoord. Meer
dan tienduizend Franse kolonisten woon
den de begrafenis bij. Toen Seydoux
trachtte een toespraak te houden om uiting
te geven aan het medeleven der regering
met de slachtoffers, werd hij uitgejouwd
en begroet met kreten als „dood aan Mol
let" en „dood aan Mendès". Ongeveer dui
zend betogers gingen van de begraafplaats
naar het Amerikaanse consulaat-generaal,
waar zij alle meubelen en documenten uit
de ramen gooiden. De Amerikaanse vlag
werd afgerukt en verbrand. De menigte
van Franse kolonisten, ambtenaren en ar
beiders had eerder de driekleur van de
DJAKARTA (United Press) In Djakar
ta heerst de verwachting dat een nieuwe
regering zal kunnen worden gevormd on
der de oud-premier ar. Ali Sastroamidjojo,
nadat de eerste reeks van besprekingen
met politieke leiders is voltooid. De natio
nalistische kabinetsformateur zei, na be
sprekingen met leiders van de progressieve
Mohammedaanse Masjumi-partij, dat deze
gevoerd waren in een sfeer van wederzijds
begrip. De woordvoerder van de Macjumi.
dr. Roem, zei, dat hij optimistisch is over
de vorming van een nieuwe regering.
Een veelbetekenende uitlating van de
voorzitter van de orthodoxe Mohamme
daanse partij, de Nahdatul Ulama, die een
sleutel-positie bezet bij de vorming van een
coalitie-regering, deed het optimisme even
eens stijgen. Deze zei, dat zijn partij een
stabiele regering wenst, waarin de drie
grootste niet-communistische partijen de
macht in handen zouden hebben.
De nationalistische bladen juichen alle
de aanwijzing van Sastroamidjojo als kabi
netsformateur toe. toe. De Islamitische bla
den nemen een afwachtende houding aan.
Een van deze bladen schrijft, dat het niet
past te herinneren aan de corruptie tijdens
het vroegere kabinet van Sastroamidjojo.
Het onafhankelijke „Indonesia Raya"
schrijft, dat Sastroamidjojo minder aan
vaardbaar is voor de partijen die vroeger
tegen zijn regering waren. Het Socia
listische „Pedoman" twijfelt er aan of
Sastroamidjojo de juiste man is als forma
teur.
Politieke waarnemers verwachten dat
ontbinding van de Nederlands-Indonesische
Unie een van de belangrijkste punten van
Sastroadmidjojo's politiek program zal zijn.
Het voorlopig parlement heeft de ontbin
ding van de Unie reeds goedgekeurd,
maar tot dusverre heeft president Sukarno
de wet nog niet ondertekend.
Zeven communistische leiders
gearresteerd
Zeven leiders van de buiten de wet ge
stelde communistische partij in Columbia
zijn gearresteerd op verdenking van het
drukken en verspreiden van subversieve
propaganda.
auto van Seydoux gerukt en geschreeuwd
„Seydoux, geef ons wapens".
De betogers plunderden de drukkerij
van het blad „Le petit Matin", dat eigen
dom is van André Barouch, een lid van
het comité van de Tunesische gematigde
nationalistische partij, de nieuwe grond
wetpartij.
De vereniging van bedrijven in Amster
dam-Noord heeft een adres gericht aan de
minister van Verkeer en Waterstaat, waar
in er op wordt gewezen, dat „de organisa
tie, die bij de bouw van de tunnels te Vel
sen is opgebouwd en ingewerkt tot een
bijzonder kundig en goed georganiseerd
arbeidsteam moet zijn samengegroeid. Het
zou van nauwelijks te overschatten ge
wicht zijn indien deze zelfde organisatie
voor de bouw van de spoorwegtunnel bij
ie Hembrug en van de schrothaventunnel
zou kunnen worden gebezigd".
„Gezien de grote belangen aan een spoe
dige uitvoering verbonden zou het o.i. zeer
te betreuren zijn als het bestaande, zo
kundige apparaat, na voltooiing van de
tunnels te Velsen zou uiteenvallen".
„Daarom hoopt de adressante dat het de
minister mogelijk zal zijn de in dit ver
band nog te nemen beslissingen zodanig
te bevorderen, dat de uitvoering van de
Hemtunnel en de schrothaventunnel da
delijk na de voltooiing van de tunnels te
Velsen zal kunnen aanvangen".
De Russische violist David Oistrach is
met zijn echtgenote voor een toernee in ons
land aangekomen. Hij zal ruim veertien
dagen in Nederland verblijven en in totaal
acht concerten, waarvan enkele met het
Concertgebouw-Orkest onder leiding van
Eduard van Beinum geven. Hij zal werken
ten gehore brengen van Prokovjev, Katsja-
toerian en Mozart.
Oistrach, winnaar op het Concours Ko
ningin Elisabeth in Brussel, geeft ongeveer
zeventig concerten per jaar, waarvan de
helft in de Sovjet-Unie. Hij bespeelt een
Stradivarius uit Russisch staatsbezit.
Uit de Zuid-Willemsvaart ter hoogte van
de Molenheide onder de gemeente Schijn
sel heeft men het stoffelijk overschot opge
haald van de 28-jarige A. van Bussel,
woonachtig te Berlicum. Aanvankelijk
meende men, dat de motorrijder in Hees-
wijk zou blijven overnachten. Hij had zich
evenwel per motor naar huis begeven.
Langs de Zuid-Willemsvaart zijn tijdens
het opvriezen zeer slechte weggedeelten.
Op sommige plaatsen zijn versperringen
met rode lampen aangebracht. De motor
rijder is vermoedelijk misleid en tussen
twee lampen door tegen de versperring ge
reden en in de Zuid-Willemsvaart gekomen.
WASHINGTON (Reuter). Een woord
voerder van het Amerikaanse departement
van Defensie heeft meegedeeld, dat het ba
taljon Amerikaanse mariniers, dat naar de
Middellandse Zee is gedirigeerd, niet op het
vasteland gelegerd zal worden doch aan
boord van schepen van de zesde vloot zal
blijven. Kreta, noch een ander eiland, zal
als basis gebruikt worden. Slechts voor
passagieren of voor oefeningen in Atlan
tisch verband zouden deze mariniers zich
aan land begeven.
De woordvoerder van het Amerikaanse
departement van Buitenlandse Zaken, heeft
op een persconferentie verklaard, dat er
tussen de Verenigde Staten en Groot-
Brittannië niets is overeengekomen over
vlagvertoon in de Middellandse Zee ter be
daring van de gemoederen in het Midden -
Oosten. Hij zei ook niets te weten van
enig voornemen om de crisis in het Mid
den-Oosten voor de UNO te brengen.
Vooruitgang-
Generaal Burns, het hoofd van de be
standscommissie van de UNO in Palestina,
heeft verklaard, dat zijn besprekingen te
Cairo over de kwestie van het verminderen
van de Israelisch-Arabische spanning op
vooruitgang wijzen. Er zouden evenwel
meer besprekingen nodig zijn met Israel en
ruggespraak met de secretaris-generaal van
van de UNO. Burns is na een verblijf van
drie dagen te Cairo in zijn hoofdkwartier te
Jeruzalem teruggekeerd.
GOETHE-PRIJS VOOR FRANSE
SCHRIJVER GABRIEL MARCEL
De Hamburgse Goethe-prijs voor 1955 is
toegekend aan de Franse schrijver en filo
soof Gabriel Marcel.
Deze prijs, die tienduizend Mark be
draagt, wordt elk jaar door de Hamburgse
universiteit toegewezen aan personen, die
zich inspannen om het onderling begrip
tussen de volken te vergroten. Tot de
vroegere prijswinnaars behoren de Zwit
serse historicus Karl Jacob Burckhardt, de
Noorse bisschop Eivind Berggrav, de gods-
dienstfilosoof Martin Buber en de dichter
T. S. Eliot.
Gabriel Marcel is in 1889 in Parijs ge
boren. Hij geldt als de grondlegger van het
„christelijk existentialisme" in Frankrijk.
ADVERTENTIE
Prijs 4450.-
HAARLEM - TEL. 14160
BLOEMENDAAL - TEL. 22165
De economische specialisten van de
Tweede Kamer hebben vrijdag de hele
middag met minister Zijlstra vergaderd om
een oplossing te vinden voor het verlangen
naar meer rechtszekerheid voor de onder
nemers wanneer de regering ondernemers
overeenkomsten, waarbij de concurrentie
wordt uitgeschakeld, verbiedt. Het is nog
niet gelukt tot een resultaat te komen.
Maandag wordt het overleg voortgezet.
Dinsdag wil men de behandeling van het
wetsontwerp voortzetten,
Inmiddels hebben de juridische specia
listen zich vrijdagmiddag bezig gehouden
met de behandeling van het wetsontwerp
om de rechtspraak in belastingzaken voor
taan op te dragen aan deskundige rechters
bij de gerechtshoven. Hoger beroep is dan
nog mogelijk op de Hoge Raad. De heer
Van Rijckevorssel (K.V.P.) wenste
echter dat de belastingrechtspraak zou
worden ondergebracht bij de gewone recht
banken, zodat hoger beroep mogelijk is op
het gerechtshof en tenslotte op de Hoge
Raad. Hij kreeg voor zijn desbetreffend
amendement steun van de heer Van den
Heuvel (A.R.).
De heer H 0 f s t r a (P.v.d.A.) deelde mee
dat ook een minderheid van de P.v.d.A.
sympathie heeft voor het amendement.
Met prof. Oud (V.V.D.) noemde de nieu
we minister van Justitie, prof. V a n O v e n
als voornaamste bezwaar tegen de gedachte
van de heer Van Rijckevorssel de moeilijk
heid om voor de 19 rechtbanken 57 gespe
cialiseerde en juridisch geschoolde belas
tingdeskundigen te vinden, vooral omdat
zij geen kans op promotie hebben, zoals de
gewone rechter. Dan ontstaat het gevaar
dat alleen middelmatige krachten voor de
nieuwe functie kunnen worden aangetrok
ken. Dinsdag wordt het debat voortgezet.
De vorming van een Brabants beroeps
toneelgezelschap is op moeilijkheden ge
stuit. Willem Tollenaar onlangs benoemd
tot artistiek leider van het „Zuidelijk
Toneel" is nog niet geslaagd acteurs en
actrices hiervoor aan te trekken. Bespre
kingen met de toneelgroep „Puck" en met
„Het Nieuwe Comedig" hebben evenmin
resultaten opgeleverd.
Naar wi.j vernemen Is deken Petrus An-
tonius Nierman, deken van Groningen, door
de Paus tot bisschop van Groningen be
noemd. Deken Nierman werd op 29 januari
1901 te Hilversum geboren en tot priester
gewijd 15 augustus 1924"; in oktober 1924
werd hij tot kapelaan te Borne benoemd. HU
was dit tot november 1926 en werd daarna
kapelaan te Utrecht. In 1943 werd hij be
noemd tot pastoor te Oosterhout; hU was
dit tot maart 1954, toen hij tot deken van
Groningen werd benoemd.
Zilveren guldens. Sinds het verschijnen
van de zilveren guldens op 16 januari van
dit jaar waren er op 5 maart 22.088.701 stuks
in omloop gebracht.
Een "groot aantal Nederlandse bladen
heeft commentaar geleverd op de nota
over de zaak-Schokking, die de minister
van Binnenlandse Zaken aan de Tweede
Kamer heeft gezonden en die daarin als
nog besproken zal worden.
Het Haagsch Dagblad (onafh. soc.) dat
door zijn publicaties deze zaak aan het
rollen heeft gebracht noemt de nota van
minister Beel en het daarin vervatte en
uitvoerig gemotiveerde advies van de
„commissie van drie" een „verbluffend
stuk".
„Een soort ereraad, van welks bestaan we nu
pas vernemen, zegt dat de heer Schokking goede
reden had te veronderstellen dat voor hem (in
Hazerswoude) een valstrik was opgesteld. Gelove
wie het geloven wil. Uit de formulering van de
ereraad bikt zeer duidelijk, dat de drie heren
zelf de mogelijkheid en de redelijkheid van een
andere mening zeer wel zien. Voor het ogenblik
willen wij volstaan met te zeggen dat leder, die
iets van illegaliteit en verzet afweet, niet anders
dan de schouders kan phalen over dit argu
ment. Wat wist men in 1942 van Joodse provoca
teurs? Men wist wel van iets anders, te weten
de doodsnood van de Joodse Nederlanders; en
het moet wel onaangenaam treffen, dat daarvan
het stuk met geen woord rept. De heren Kamer
leden moeten nu maar aannemen, dat de heer
Schokking heus dacht, dat een heel gezin uit het
Noorden was overgekomen om hem er te laten
inlopen. Is het eigenlijk niet te mal om er over
te spreken? Wat ons betreft, wij twijfelen er niet
aan, dat bij een normale behandeling in de zui
vering en de bijzondere rechtspleging, waaraan
het niet is toegekomen (een feit, waarover de
ereraad met wonderlijke luchtigheid heenstapt)
van dit verweer niets was overgebleven. Het is
trouwens een bedenkelijk punt in dit rapport
van de ereraad, dat het zo grif afgaat op wat de
heer Schokking thans vertelt en geen aandacht
schenkt aan wat anderen, die thans niet zijn ge
hoord, vroeger hebben verklaard. Bij zoiets komt
men onvermijdelijk tot een afwenteling van
schuld op mensen, die zich moeilijk kunnen ver
dedigen. De vraag mag wel worden gesteld hoe
mensen van formaat als de heren Donner, Ebels
en Neher er toe zijn gekomen hun namen te
geven aan een rapport, als minister Beel in zijn
nota opneemt en bij welks conclusies hij zich
aansluit. Natuurlijk kennen zij de zwakte van
het stuk. Het blijkt uit de aarzelingen en de in
nerlijke tegenspraken, het blijkt uit de mede
deling, dat zij thans voor maatregelen geen
reden meer achten."
De Nieuwe Rotterdamse Courant (lib.) is
daarentegen van mening, dat het rapport
van de commissie van drie mr. Schokking
èn als mens èn als ambtsdrager zuivert
van de blaam, welke het Haagsch Dag
blad op hem had geworpen.
„Ten aanzien van de twijfel die de bewuste
publikatte van het „Haagsch Dagblad" met be
trekking tot de goede trouw van deze ambtsdra
ger heeft kunnen wekken, is deze thans ten volle
gerehabiliteerd. Op zijn hoogst zou men kunnen
zeggen dat hij destijds een beoordelingsfout heeft
gemaakt, doch wie zich op dit standpunt zou
willen stellen, zij indachtig aan de waarschuwing
van het driemanschap dat men zich hier hoede
voor „wijsheid achteraf".
Het gezag van de drie adviseurs, zowel ieder
afzonderlijk als collectief, is dusdanig dat hun
conclusies voorgoed een dikke streep onder deze
zaak zetten. Wie na deze kennelijk zorgvuldige
vaststelling van de relevante feiten en na deze
feiten in het kader van de toen heersende om
standigheden nog zou willen pogen het advies
niet minder zorgvuldige waardering van deze
op onderdelen of op zijn conclusies aan te tas
ten, zou niet alleen getuigen van een gebrek aan
besef van wat de rechtsstaat ten aanzien van de
bescherming van de Individuele burger mee
brengt. Deze zaak Is met deze wijze van behan
deling finaal afgedaan."
Het Algemeen Handelsblad (lib.) schrijft,
dat het na lezing van de nota het destijds
door mr. Schokking gevoerde beleid niet
kan bewonderen, maar wel begrijpen. Het
blad kan de conclusie van de commissie
van drie onderschrijven, dat er na veertien
jaar geen reden bestaat maatregelen tegen
mr. Schokking te nemen.
„Wat echter het benoemingsbeleid voor het
burgemeesterschap van Den Haag betreft, kun
nen wij ons niet aan de indruk onttrekken, dat
men hier geen overmaat van zorgvuldigheid
heeft betracht. Mr. Schokking zelf bracht het
geval Hazerswoude ter kennis van mr. Kesper,
die destijds commissaris der Koningin in de pro
vincie Zuid-Holland was. Geheel te goeder trouw
oordeelde deze functionaris blijkbaar, dat het
hele geval was afgedaan of geen nadere mede
deling aan de regering behoefde. Achteraf is
echter gebleken, dat deze niet-mededeling een
schakel vormde in een keten van omstandig
heden; omstandigheden welke alle tesamen tot
de zaak-Schokking hebben geleid.
En opmerking moet ons nog van het hart. Al
staan wij ook nu nog afwijzend tegen de kwa
lijke vermenging van bekendmaking der feiten
met de eis tot aftreden om politieke redenen,
zoals dit gedaan werd door het Haagsche Dag
blad, toch blijkt dit blad in grote lijnen de feiten
niet onjuist te hebben meegedeeld. Maar deze
gehele publlkatie had nooit zoveel stof kunnen
doen opwaaien, indien de feiten in ruimer kring,
althans hij Regering en Kamer, bekend waren
geweest."
Volgens Het Parool (soc.) is uit niets met
overtuigende kracht gebleken dat mr.
Schokking destijds in Hazerswoude tot de
overtuiging moest komen dat men hem een
valstrik wilde spannen en dat hij alles
heeft gedaan om vast te stellen of de leden
van het Joodse gezin Pino inderdaad, zoals
hij meende, handlangers van de Duitsers
waren.
„Als er ooit een geval is geweest, waarin het
volgen van de regel „in dubiis abstine" (als ge
twijfelt doe dan niets) voor de hand had gelegen
dan toch zeker hier. Is het de „wijsheid achter
af", waartegen het drietal adviseurs waarschuwt,
om dat nu vast te stellen? Wij geloven van niet.
Onze slotsom is, dat de toenmalige burgemeester
van Hazerswoude liever de gevaren heeft afge
wenteld op drie Joodse landgenoten dan zelf-de
kwade kans te lopen moeilijkheden te krijgen.
Dat is toch stellig niét de houding, die men mag
verwachten van iemand, die geroepen is leiding
te geven, verantwoordelijkheid te dragen, gezag
uit te oefenen. Ook wij hopen, mét de drie advi
seurs, dat nu „de juiste verhoudingen" zullen
worden hersteld, maar naar onze overtuiging
kan dat onmogelijk zijn door te doen, of èr niets
aan de hand is geweest."
De Telegraaf (onafh.) meent dat de nota
geen andere conclusie toelaat dan dat de
regering in hoge mate mede-verantwoorde
lijk is voor de schade die de zaak-Schok
king aan het gezaag in het algemeen en mr.
Schokking in het bijzonder heeft toege
bracht.
„Verbazing wekt de mededeling, dat voor de
benoeming van de heer Schokking in zijn
huidige ambt de toenmalige commissaris der
Koningin in Zuid-Holland, die de Hazerswoudse
feiten kende, deze niet in zijn advies aan de
regering heeft vermeld. Evenzeer geeft de nota
aanleiding tot bevreemding over de passiviteit,
die minister Beel aan de dag heeft gelegd nadat
hij vier Jaar geleden van die feiten op de hoogte
was gesteld Indien hij toen had gedaan wat hij
thans (na de aanval op mr. Schokking) heeft
gedaan een onderzoek doen Instellen zou
veel schade zijn voorkomen. En een chantage-
politiek als thans ten aanzien van Den Haags
eerste burger is gevoerd, zou onmogelijk zijn
geworden."
Ook Het Vaderland (lib.) merkt op dat de
regering indertijd bij de benoeming van mr.
Schokking niet door de toenmalige com
missaris der Koningin werd ingelicht over
de gebeurtenissen in Hazerswoude. Maar
bij de herbenoeming van mr. Schokking in
december j.l. moet men daarvan toch wel
op de hoogte zijn geweest. Voorts vraagt
het blad zich af, waarom de minister-presi
dent, die vooraf van de publikatie over de
heer Schokking op de hoogte werd gesteld,
niet om uitstel daarvan heeft verzocht, op
dat hij met de betrokken ministers een
voorafgaand onderzoek kon doen instellen.
De Tyd (r.k.) acht het nuttig op te mer
ken dat het Haagsch Dagblad de mogelijk
heid dat de onderduikers in Hazerswoude
provocateurs geweest kunnen zijn, in het
geheel niet aan de orde heeft gesteld.
„Dit is opmerkelijk. Het Haags Dagblad schreef
op 1 februari, dat het de feiten in volle omvang
kende. Wanneer dit zo was, waarom heeft ge
noemd blad dan ook niet meteen dit aspect van
de zaak belicht? Het had er bij kunnen zeggen
om welke redenen het tegenargument van de
Duitse valstrik niet aanvaardbaar werd geacht.
Nu men hier echter geheel over gezwegen heeft
is de publikatie contra mr. Schokiting, die van
meet af aan de kwalijke noot had dat men haar,
volgens de verklaring van het Haags Dagblad
zelf, waarschijnlijk achterwege had gelaten,
wanneer mr. Schokkjng een krachtiger beleid
had gevoerd in Den Haag, eens te meer in een
bedenkelijk licht komen te staan."
Onder opschrift „Afgedaan" schrijft De
Volkskrant (r.k.) dat de conclusie van ad
viescommissie en de regering aanvaard
dient te worden zowel om de aard der
feiten en de motieven der conclusie, alsook
om een eindeloze gezagscrisis te voorkomen.
„Een absoluut oordeel over deze zaak is waar
schijnlijk nooit te geven. We twijfelen er zelfs
aan, of burgemeester Schokking voor zichzelf
geheel overtuigd is, dat hij op grond van de toen
bekende feiten, juist heeft gehandeld. Toen zijn
voordracht tot burgemeester van Den Haag werd
voorbereid, heeft mr. Schokking eigener be
weging de commissaris der Koningin nog eens
op de zaak-Pino gewezen. Na de publikatles in
het Haagsch Dagblad heeft hij de feiten niet
categorisch ontkend. Dit is allemaal heel begrij
pelijk, wanneer men de overigens gebrekkige
reconstructie van het gebeurde in de late
zomer van 1942 leest. Zeer duidelijk is, dat bur
gemeester Schokking, daartoe verleid door be
paalde ongewone gebeurtenissen en een door
zijn omgeving gevoede of in ieder geval niet
weersproken achterdocht, zich niet geroepen
achtte het gezin Pino te redden. Men kan hier
over thans oordelen met zeer veel „wijsheid-
achteraf", zoals de drie regeringsadviseurs zeg
gen. Al de veroordelende veronderstellingen zijn
echter beslist onvoldoende om schuld te be
wijzen. De beste veronderstelling is, dat de bur
gemeester van Hazerswoude te goeder trouw
een begrijpelijk standpunt heeft ingenomen, dat
achteraf onjuist bleek te zijn."
Trouw (prot. chr.) schrijft onder het op
schrift „Beleidsfout":
„De toenmalige commissaris der Koningin in
Zuid-Holland, de heer Kesper, heeft in 1949 een
ernstige beleidsfout gemaakt, door na te laten
de mededeling, die de heer Schokking hem deed
met betrekking tot het geval-Hazerswoude, door
te geven aan de minister van Binnenlandse
Zaken.
Had hij dit wel gedaan, dan zou het geval-
Hazerswoude door de regering, bij de beoor
deling van de vraag of de heer Schokking ge
schikt was burgemeester van Den Haag te zijn,
zijn betrokken.
Welke dan ook de uitkomst der overwegingen
zou zijn geweest, zij zou voor de heer Schokking
en voor Den Haag altijd beter zijn geweest dan
nu dit geval vele jaren na zijn benoeming aan
de orde is gesteld.
Dit komt ons voor te zijn een bijna onbegrij
pelijke beleidsfout van de heer Kesper."
Het Vrije Volk (soc.) noemt het naïef te
menen dat er thans een streep onder de
zaak-Schokking staat. Veeleer kan volgens
het blad thans een begin worden gemaakt
met de openbare behandeling, nu de nota-
Beel onderwerp zal uitmaken van een
openbare beraadslaging in de Tweede
Kamer.
Het blad acht het onvermijdelijk de din
gen bij de naam te noemen:
„Uit de uiteenzetting van de commissie van
drie blijkt, dat mr. Schokking feitelijk opdracht
heeft gegeven aan de politie de familie Pino te
arresteren en dat de heer Schokking de Sicher-
heitsdienst heeft opgebeld om te vragen, wat hij
met de gevangengenomen mensen moest doen.
Bij onze onderzoekingen hebben wij bevonden,
dat onder verantwoordelijkheid van mr. Schok
king bovendien de gastheer van de familie Pino
is gearresteerd. En aan de Duitsers overgeleverd.
Voorts staat vast, dat de heer Pino en zijn
vrouw en zijn van haar bed gelicht kind door
deze arrestatie in handen van de vijand zijn
gebracht. Het staat verder vast, dat deze drie
mensen ten gevolge van deze arrestatie de dood
hebben gevonden.
Dit zijn dus de feiten voor zover die thans
bekend zijn. Deze feiten leveren op het misdrijf
dat art. 26 van het Besluit Buitengewoon Straf
recht formuleert."
Na dit artikel geciteerd te hebben,
schrijft het blad verder:
„Wanneer de feiten, die de commissie acht vast
te staan, zouden worden bewezen, dan heeft de
heer Schokking zich schuldig gemaakt aan een
misdrijf, waarop de doodstraf staat. Met dien
verstande, dat hij niet één, maar drie anderen
heeft blootgesteld aan vrijheidsberoving, die de
dood ten gevolge heeft gehad.
Niet strafbaar is hij, als mocht blijken dat hij
zich op het laatste lid van dit artikel kan
beroepen. Niet alleen ten aanzien van de heer
Pino. Maar ook ten aanzien van mevrouw Pino
en ten aanzien van het kind. (Het laatste lid van
art. 28 stelt niet strafbaar degene die het feit
heeft gepleegd om aan wettelijke voorschriften
te voldoen. Of om het algemeen belang te
dienen.)
Of hij dat met vrucht kan, dat is aan de rech
ter ter beoordeling en aan niemand anders.
Zo ligt de zaak naar de strafrechtelijke kant.
Het verzoek om tot vervolging over te gaan is
ingediend. Het Openbaar Ministerie staat niet
meer voor de vraag: moeten wij mr. Schokking
nog vervolgen? Het staat voor de vraag: kunnen
wij mr. Schokking ondanks de klacht, niet
vervolgen? Misdrijven waarop de doodstraf staat,
verjaren pas na achttien jaar.
Gebonden aan een zeer beperkte opdracht,
hebben drie hoogstaande mannen, onder wie de
president van de Hoge Raad, gemeend, gezien
het feit dat mr. Schokking zegt in de waan te
hebben verkeerd, dat hij met een valstrik te
doen had, en gezien het feit dat hij zich overi
gens als een goed Nederlander heeft gedragen,
die niet voor het nemen van zekere risico's is
teruggeschrokken, te moeten adviseren hem te
handhaven als burgemeester van Den Haag.
Dit betekent dat een man. die in moeilijke
omstandigheden zich zo heeft vergist, dat er
door zijn toedoen drie mensen het leven hebben
verloren, bekwaam wordt geacht het hoogste
gezag in Den Haag uit te oefenen.
De regering zal zich er rekenschap van moeten
geven dat, nu er een klacht is ingediend, pas
een rechterlijke uitspraak het rechtsbesef kan
bevredigen in een zaak, waarin doden zijn ge
vallen. Zolang die uitspraak er niet is, zal de
openbare mening niet gerust zijn.
Acht de regering het nu nog steeds juist een
man als burgemeester van Den Haag te hand
haven. die, als verdachte, één van de meest de
aandacht trekkende strafprocessen van onze tijd
staat te wachten, als het recht zijn loop wordt
gelaten?"
BRUSSEL (United Press) Het Belgi
sche verbond van industrieën heeft zich
uitgesproken tegen oprichting van Euratom
als een supernationaal controle-orgaan
voor kernenergie in de landen van de
Europese Gemeenschap voor Kolen en
Staal. Het verbond stelt een lossere in
ternationale samenwerking voor in plaats
van een gezagsorgaan gelijk aan het be
staande gezagsorgaan voor kolen en staal.
Deze afwijzing valt juist vier dagen voor
de conferentie van de zes landen in Brus
sel over het Euratom-project.
„De noodzaak van internationale samen
werking en controle erkennende acht de
federatie het niet juist dat de kernindu
strie een monopolie wordt onder het voor
wendsel van samenwerking, noch dat deze
industrie bestuurd wordt door een gezags
orgaan onder het voorwendsel van contro
le" aldus het rapport, Inplaats van een ge
zagsorgaan stelde de federatie voor een
„aad van ministers" waarin elk land ver
tegenwoordigd zal worden. Deze raad zou
dan de algemene politiek en de bedrijfs-
politiek van het internationale lichaam be
palen. Onder deze raad zou een „commis
sie voor kernenergie", bestaande uit door
de aangesloten regeringen benoemde des
kundigen, de technische onderdelen van
de internationale samenwerking uitwer
ken. Een door deze commissie bestuurde
„inspectiedienst" zou zich belasten met de
militaire veiligheid en gezondheidsproble
men die zich zullen kunnen voordoen bij
de ontwikkeling van de installaties van de
kernenergie.