rFIAT DOOI GEBR. BEEKMAN Automobielbedrijven Overleg inzake kartelwetgeving nog zonder resultaat Perscommentaar over de zaak Schokking Verlies van Algerije een schrikbeeld voor Frankrijk Anti-Amerikaanse betoging van Franse kolonisten in Tunis Parijs verwacht nog meer ongeregeldheden /i faJ.H.Schous Washington uit „bezorgdheid" over gewelddaden tegen eigendommen Kabinet Sastroamidjojo maakt goede kans ,Laat de Ballast ook de Hemtunnel maken TWEEDE KAMER Belastingrechtspraak bij gerechtshoven? Mollet vraagt vier maal vertrouwen Mr. Van Empel uit Djakarta vertrokken Vanaf maandag 12 tot en met donderdag 15 maart zal onze zaak GESLOTEN zijn Ervaringen in Velsen kunnen van nut zijn Oistrach in ons land Motorrijder in Zuid- Willemsvaart gereden Geen vlagvertoon in de Middellandse Zee Een nieuwe Fiat een nieuwe 4-persoons Vorming Zuidelijk Toneel stuit op moeilijkheden Deken Nierman benoemd tot bisschop van Groningen Belgische industrie tegen bovennationale Euratom ZATERDAG 10 MAART 1956 (Van onze correspondent in Parijs) Ten besluite van de debatten over Alge rije in de Franse Nationale Vergadering heeft premier Guy Mollet de afgelopen nacht opnieuw vier maal de vertrouwens kwestie gesteld naar aanleiding van de vol. machten die hij had aangevraagd. De stem ming zal maandag plaats hebben. Aan de gunstige afloop twijfelt vrijwel niemand. Tienduizend Algerijnen hebben gisteren getracht met een demonstratie druk op de Kamer uit te oefenen. De betogers, die vlaggen van de fellahga met zich voerden, werden door een sterke politiemacht echter uit elkaar gedreven alvorens zij het Palais Bourbon konden bereiken. Er zijn zeven honderd personen gearresteerd en bij bot singen werden twee Franse vrachtwagen chauffeurs door messteken ernstig gewond. Premier Mollet verklaarde in de loop van de debatten op antwoord van een vraag van een der afgevaardigden, dat de mani festatie, die met stakingen van Algerijnse arbeiders in het hele land gepaard ging. het gevolg was van een oproep van een geheim bevrijdingscomitè. De rede van de minister-president leek een poging zich bij voorbaat te rechtvaar digen indien later onverhoopt onder zijn verantwoordelijkheid op grote schaal ge weld in Algerije zal moeten worden ge bruikt. Een bijzonder krachtige indruk heeft Mollet op de Kamer niet gemaakt. Na de resident-minister Robert Lacoste legde hij nogmaals uit, dat het Algerijnse drama volgens de inzichten van de rege ring vooral door politieke en economische faktoren werd beheerst. Algerije is geen gewone provincie, zo verklaarde Mollet, maar is evenmin een onafhankelijke staat. De prijs van het behoud van Algerije wordt bepaald door onze bereidheid ieder conservatisme voor goed af te zweren. Daarna werden door de premier de ver schillende volmachten, die hij had aan gevraagd. nader toegelicht om tenslotte de vertrouwenskwestie aan vier artikelen te verbinden. Vóór de premier voerde o.m. de voor laatste resident-generaal in Algerije, de Gaullist Jacques Soustelle, het woord om op zijn beurt en in pathetische termen de onoverzienbare gevaren te onderstrepen, die het verlies van Algerije voor Frankrijk zou meebrengen. Soustelle wees op de eco nomische banden tussen beide landen en hij voorspelde, dat Frankrijk op ruim een miljoen werklozen zou moeten rekenen indien het de Algerijnse markt prijs zou moeten geven. Soustelle aarzelde niet het schrikbeeld van een burgeroorlog op te roepen en voor hem was het nuidige ogenblik in ernst te vergelijken met de mei-dagen van 1940 toen Frankrijk door de Duitsers werd vertrapt. Dat Soustelle de aard en de omvang van de gevaren, waardoor Frankrijk wordt oeoreigd, ver moedelijk niet had overdreven, konden de Parij zenaars gisteren met eigen ogen waarnemen in hun eigen straten. Met ver beten gezichten zagen zij de Algerijnse manifestanten door de stad trekken ter wijl vele winkeliers de rolluiken voor hun ramen hadden neergelaten. De ongerust heid van het Franse publiek wordt nog geaccentueerd door de kranten, die be richten dat in Amerikaanse munitie-depots bij Reims de laatste weken duizenden kilo's munitie zijn ontvreemd, die naar Algerije zouden zijn verdwenen.. De Franse autori teiten zouden zich al sedert enige tijd hebben beklaagd over de onvoldoende be waking van het kamp, waar iedereen on gestoord in en uit kon wandelen. Het avondblad Fans-Presse vertelde gisteren hoe zijn verslaggevers bij een oezoek op hun gemak allerlei soorten projectielen in hun handen hadden kunnen nemen en zon der gevaar hadden kunnen ontvreemden. De meeste deuren, zo schrijft het blad, wa. Over de ongeregeldheden in Parijs, ver oorzaakt door Algerijnse betogers, worden de volgende bijzonderheden gemeld: De betogers rukten in massa, onder het zingen van nationalistische leuzen, voort langs de rechteroever van de Seine, totdat gehelmde en hooggelaarsde veiligheidspo litie zich tegenover hen opstelde bij het Parijse stadhuis in de schaduw van de Notre Dame In het begin hadden zich 3000 betogers bij de moskee verzameld, maar hun aantal nam drievoudig toe, toen zij de Seine wa ren overgestoken, met de bedoeling een omtrekkende beweging te maken rond duizenden manschappen van de politie, die de linker-oever bewaakten. De veiligheidspolitie, die drie rijen dik langs de weg stond bij het stadhuis, met hun karabijnen als knuppels in de hand. liet de eerste honderd betogers met de groen- wit-rode Algerijnse vlag door, sneed hen toen af van de rest van de betoging en ar resteerde hen. Achter de manschappen met de karabij nen bevond zich nog meer veiligheidspoli tie met traangasbommen en tommy-guns. Donkerblauwe arrestantenwagens stonden met de deuren open gereed. Ruim twee duizend personen zijn in hechtenis geno men. Er werden 200 messen en enige scherpe ijzeren staven in beslag genomen. Ook een Algerijnse vrouw in het wit, die vooraan in de optocht liep met een vlag van de opstandelingen, is aangehouden. Inmiddels heeft de politie-prefect van Parijs de assistentie ingeroepen van dui zenden politiemannen, onder wie speciaal getrainde mannen voor het onderdrukken van ongeregeldheden, met het oog op de te verwachten demonstraties van Algerijn se arbeiders voor het gebouw van de Na tionale Vergadering. Een woordvoerder van het hoofdbureau van politie deelde mede, dat moeilijkheden in de Nationale Vergadering worden ver wacht wanneer de vergadering de door de regering gevraagde volmachten voor het onderdrukken van de revolte in Algerije in behandeling zal nemen. Even onopvallend als mr. A. C. van Em pel op vijf februari te Djakarta arriveerde is hij hedenmorgen per KLM vertrokken. Hij werd uitgeleid door de heren Hagenaar tn Kwantes respectievelijk plaatsvervanger van de heer Van Bijlandt en hoofd van de Politieke Afdeling van het Hoge Commis sariaat en door mr. Bonn, juridisch advi seur. De heer Van Empel reist niet recht streeks naar Amsterdam. ren enkel van een hangslot voorzien, maar in vele gevallen ontbrak zelfs die symbo lische voorzorg. De Amerikaanse commandant heeft ont kend, dat er munitie was gestolen. Maar niettemin werd gisteren besloten rond het hele kamp over een afstand van 60 kilo meter een omrastering aan te brengen, terwijl honderden extra-bewakers in dienst werden genomen. Het is nog moeilijk uit te maken of de lezing van de Amerikanen of die van de Franse autoriteiten het dichtst bij de waarheid is. Zeker is slechts dat deze alarmerende tijdingen zich uit stekend schijnen te lenen om de ongerust heid van het Franse publiek tot een ware paniekstemming op te voeren. ADVERTENTIE wegens voorbereiding op de heropening Oude Groenmarkt 16-14 Haarlem-Tel. 11266 (k 25005 In ons door een verbouwing geheel gemoderniseerd en uitgebreid interieur hopen wij u vanaf vrijdag 16 maart weer geheel van dienst te kunnen zijn. Schilder overleden. De schilder J. V. Kerkmeyer, ereburger van Hoorn, jarenlang conservator van het Westfriese Museum voorzitter van de vereniging „Het Carillon" en lid van „Sint Lucas" en „Arti et Amici- tiae" te Amsterdam, is op tachtigjarige leef tijd overleden. TUNIS (Reuter) Franse demonstran ten hebben vrijdag in Tunis een Ameri kaanse vlag verbrand, de gebouwen van het Amerikaanse consulaat-generaal en de Amerikaanse voorlichtingsdienst geplun derd en de auto van de Franse Hoge Com missaris in Tunesië, Roger Seydoux, met stenen bekogeld. De betogers plunderden ook de kantoren van twee kranten. Twee Tunesiërs, die in een der gebouwen waren, schoten op de betogers, van wie een jon geman werd gedood. De twee Tunesiërs werden daarop door de menigte afgeran seld en zwaar gewond. Het Amerikaanse departement van Bin nenlandse Zaken heeft verklaard, dat Washington tegenover de Franse regering officieel uitdrukking gegeven heeft aan zijn „bezorgdheid" ovgr de anti-Ameri kaanse demonstratie. De ongeregeldheden ontstonden na de begrafenis van twee Fransen, die nabij de Algerijnse grens waren vermoord. Meer dan tienduizend Franse kolonisten woon den de begrafenis bij. Toen Seydoux trachtte een toespraak te houden om uiting te geven aan het medeleven der regering met de slachtoffers, werd hij uitgejouwd en begroet met kreten als „dood aan Mol let" en „dood aan Mendès". Ongeveer dui zend betogers gingen van de begraafplaats naar het Amerikaanse consulaat-generaal, waar zij alle meubelen en documenten uit de ramen gooiden. De Amerikaanse vlag werd afgerukt en verbrand. De menigte van Franse kolonisten, ambtenaren en ar beiders had eerder de driekleur van de DJAKARTA (United Press) In Djakar ta heerst de verwachting dat een nieuwe regering zal kunnen worden gevormd on der de oud-premier ar. Ali Sastroamidjojo, nadat de eerste reeks van besprekingen met politieke leiders is voltooid. De natio nalistische kabinetsformateur zei, na be sprekingen met leiders van de progressieve Mohammedaanse Masjumi-partij, dat deze gevoerd waren in een sfeer van wederzijds begrip. De woordvoerder van de Macjumi. dr. Roem, zei, dat hij optimistisch is over de vorming van een nieuwe regering. Een veelbetekenende uitlating van de voorzitter van de orthodoxe Mohamme daanse partij, de Nahdatul Ulama, die een sleutel-positie bezet bij de vorming van een coalitie-regering, deed het optimisme even eens stijgen. Deze zei, dat zijn partij een stabiele regering wenst, waarin de drie grootste niet-communistische partijen de macht in handen zouden hebben. De nationalistische bladen juichen alle de aanwijzing van Sastroamidjojo als kabi netsformateur toe. toe. De Islamitische bla den nemen een afwachtende houding aan. Een van deze bladen schrijft, dat het niet past te herinneren aan de corruptie tijdens het vroegere kabinet van Sastroamidjojo. Het onafhankelijke „Indonesia Raya" schrijft, dat Sastroamidjojo minder aan vaardbaar is voor de partijen die vroeger tegen zijn regering waren. Het Socia listische „Pedoman" twijfelt er aan of Sastroamidjojo de juiste man is als forma teur. Politieke waarnemers verwachten dat ontbinding van de Nederlands-Indonesische Unie een van de belangrijkste punten van Sastroadmidjojo's politiek program zal zijn. Het voorlopig parlement heeft de ontbin ding van de Unie reeds goedgekeurd, maar tot dusverre heeft president Sukarno de wet nog niet ondertekend. Zeven communistische leiders gearresteerd Zeven leiders van de buiten de wet ge stelde communistische partij in Columbia zijn gearresteerd op verdenking van het drukken en verspreiden van subversieve propaganda. auto van Seydoux gerukt en geschreeuwd „Seydoux, geef ons wapens". De betogers plunderden de drukkerij van het blad „Le petit Matin", dat eigen dom is van André Barouch, een lid van het comité van de Tunesische gematigde nationalistische partij, de nieuwe grond wetpartij. De vereniging van bedrijven in Amster dam-Noord heeft een adres gericht aan de minister van Verkeer en Waterstaat, waar in er op wordt gewezen, dat „de organisa tie, die bij de bouw van de tunnels te Vel sen is opgebouwd en ingewerkt tot een bijzonder kundig en goed georganiseerd arbeidsteam moet zijn samengegroeid. Het zou van nauwelijks te overschatten ge wicht zijn indien deze zelfde organisatie voor de bouw van de spoorwegtunnel bij ie Hembrug en van de schrothaventunnel zou kunnen worden gebezigd". „Gezien de grote belangen aan een spoe dige uitvoering verbonden zou het o.i. zeer te betreuren zijn als het bestaande, zo kundige apparaat, na voltooiing van de tunnels te Velsen zou uiteenvallen". „Daarom hoopt de adressante dat het de minister mogelijk zal zijn de in dit ver band nog te nemen beslissingen zodanig te bevorderen, dat de uitvoering van de Hemtunnel en de schrothaventunnel da delijk na de voltooiing van de tunnels te Velsen zal kunnen aanvangen". De Russische violist David Oistrach is met zijn echtgenote voor een toernee in ons land aangekomen. Hij zal ruim veertien dagen in Nederland verblijven en in totaal acht concerten, waarvan enkele met het Concertgebouw-Orkest onder leiding van Eduard van Beinum geven. Hij zal werken ten gehore brengen van Prokovjev, Katsja- toerian en Mozart. Oistrach, winnaar op het Concours Ko ningin Elisabeth in Brussel, geeft ongeveer zeventig concerten per jaar, waarvan de helft in de Sovjet-Unie. Hij bespeelt een Stradivarius uit Russisch staatsbezit. Uit de Zuid-Willemsvaart ter hoogte van de Molenheide onder de gemeente Schijn sel heeft men het stoffelijk overschot opge haald van de 28-jarige A. van Bussel, woonachtig te Berlicum. Aanvankelijk meende men, dat de motorrijder in Hees- wijk zou blijven overnachten. Hij had zich evenwel per motor naar huis begeven. Langs de Zuid-Willemsvaart zijn tijdens het opvriezen zeer slechte weggedeelten. Op sommige plaatsen zijn versperringen met rode lampen aangebracht. De motor rijder is vermoedelijk misleid en tussen twee lampen door tegen de versperring ge reden en in de Zuid-Willemsvaart gekomen. WASHINGTON (Reuter). Een woord voerder van het Amerikaanse departement van Defensie heeft meegedeeld, dat het ba taljon Amerikaanse mariniers, dat naar de Middellandse Zee is gedirigeerd, niet op het vasteland gelegerd zal worden doch aan boord van schepen van de zesde vloot zal blijven. Kreta, noch een ander eiland, zal als basis gebruikt worden. Slechts voor passagieren of voor oefeningen in Atlan tisch verband zouden deze mariniers zich aan land begeven. De woordvoerder van het Amerikaanse departement van Buitenlandse Zaken, heeft op een persconferentie verklaard, dat er tussen de Verenigde Staten en Groot- Brittannië niets is overeengekomen over vlagvertoon in de Middellandse Zee ter be daring van de gemoederen in het Midden - Oosten. Hij zei ook niets te weten van enig voornemen om de crisis in het Mid den-Oosten voor de UNO te brengen. Vooruitgang- Generaal Burns, het hoofd van de be standscommissie van de UNO in Palestina, heeft verklaard, dat zijn besprekingen te Cairo over de kwestie van het verminderen van de Israelisch-Arabische spanning op vooruitgang wijzen. Er zouden evenwel meer besprekingen nodig zijn met Israel en ruggespraak met de secretaris-generaal van van de UNO. Burns is na een verblijf van drie dagen te Cairo in zijn hoofdkwartier te Jeruzalem teruggekeerd. GOETHE-PRIJS VOOR FRANSE SCHRIJVER GABRIEL MARCEL De Hamburgse Goethe-prijs voor 1955 is toegekend aan de Franse schrijver en filo soof Gabriel Marcel. Deze prijs, die tienduizend Mark be draagt, wordt elk jaar door de Hamburgse universiteit toegewezen aan personen, die zich inspannen om het onderling begrip tussen de volken te vergroten. Tot de vroegere prijswinnaars behoren de Zwit serse historicus Karl Jacob Burckhardt, de Noorse bisschop Eivind Berggrav, de gods- dienstfilosoof Martin Buber en de dichter T. S. Eliot. Gabriel Marcel is in 1889 in Parijs ge boren. Hij geldt als de grondlegger van het „christelijk existentialisme" in Frankrijk. ADVERTENTIE Prijs 4450.- HAARLEM - TEL. 14160 BLOEMENDAAL - TEL. 22165 De economische specialisten van de Tweede Kamer hebben vrijdag de hele middag met minister Zijlstra vergaderd om een oplossing te vinden voor het verlangen naar meer rechtszekerheid voor de onder nemers wanneer de regering ondernemers overeenkomsten, waarbij de concurrentie wordt uitgeschakeld, verbiedt. Het is nog niet gelukt tot een resultaat te komen. Maandag wordt het overleg voortgezet. Dinsdag wil men de behandeling van het wetsontwerp voortzetten, Inmiddels hebben de juridische specia listen zich vrijdagmiddag bezig gehouden met de behandeling van het wetsontwerp om de rechtspraak in belastingzaken voor taan op te dragen aan deskundige rechters bij de gerechtshoven. Hoger beroep is dan nog mogelijk op de Hoge Raad. De heer Van Rijckevorssel (K.V.P.) wenste echter dat de belastingrechtspraak zou worden ondergebracht bij de gewone recht banken, zodat hoger beroep mogelijk is op het gerechtshof en tenslotte op de Hoge Raad. Hij kreeg voor zijn desbetreffend amendement steun van de heer Van den Heuvel (A.R.). De heer H 0 f s t r a (P.v.d.A.) deelde mee dat ook een minderheid van de P.v.d.A. sympathie heeft voor het amendement. Met prof. Oud (V.V.D.) noemde de nieu we minister van Justitie, prof. V a n O v e n als voornaamste bezwaar tegen de gedachte van de heer Van Rijckevorssel de moeilijk heid om voor de 19 rechtbanken 57 gespe cialiseerde en juridisch geschoolde belas tingdeskundigen te vinden, vooral omdat zij geen kans op promotie hebben, zoals de gewone rechter. Dan ontstaat het gevaar dat alleen middelmatige krachten voor de nieuwe functie kunnen worden aangetrok ken. Dinsdag wordt het debat voortgezet. De vorming van een Brabants beroeps toneelgezelschap is op moeilijkheden ge stuit. Willem Tollenaar onlangs benoemd tot artistiek leider van het „Zuidelijk Toneel" is nog niet geslaagd acteurs en actrices hiervoor aan te trekken. Bespre kingen met de toneelgroep „Puck" en met „Het Nieuwe Comedig" hebben evenmin resultaten opgeleverd. Naar wi.j vernemen Is deken Petrus An- tonius Nierman, deken van Groningen, door de Paus tot bisschop van Groningen be noemd. Deken Nierman werd op 29 januari 1901 te Hilversum geboren en tot priester gewijd 15 augustus 1924"; in oktober 1924 werd hij tot kapelaan te Borne benoemd. HU was dit tot november 1926 en werd daarna kapelaan te Utrecht. In 1943 werd hij be noemd tot pastoor te Oosterhout; hU was dit tot maart 1954, toen hij tot deken van Groningen werd benoemd. Zilveren guldens. Sinds het verschijnen van de zilveren guldens op 16 januari van dit jaar waren er op 5 maart 22.088.701 stuks in omloop gebracht. Een "groot aantal Nederlandse bladen heeft commentaar geleverd op de nota over de zaak-Schokking, die de minister van Binnenlandse Zaken aan de Tweede Kamer heeft gezonden en die daarin als nog besproken zal worden. Het Haagsch Dagblad (onafh. soc.) dat door zijn publicaties deze zaak aan het rollen heeft gebracht noemt de nota van minister Beel en het daarin vervatte en uitvoerig gemotiveerde advies van de „commissie van drie" een „verbluffend stuk". „Een soort ereraad, van welks bestaan we nu pas vernemen, zegt dat de heer Schokking goede reden had te veronderstellen dat voor hem (in Hazerswoude) een valstrik was opgesteld. Gelove wie het geloven wil. Uit de formulering van de ereraad bikt zeer duidelijk, dat de drie heren zelf de mogelijkheid en de redelijkheid van een andere mening zeer wel zien. Voor het ogenblik willen wij volstaan met te zeggen dat leder, die iets van illegaliteit en verzet afweet, niet anders dan de schouders kan phalen over dit argu ment. Wat wist men in 1942 van Joodse provoca teurs? Men wist wel van iets anders, te weten de doodsnood van de Joodse Nederlanders; en het moet wel onaangenaam treffen, dat daarvan het stuk met geen woord rept. De heren Kamer leden moeten nu maar aannemen, dat de heer Schokking heus dacht, dat een heel gezin uit het Noorden was overgekomen om hem er te laten inlopen. Is het eigenlijk niet te mal om er over te spreken? Wat ons betreft, wij twijfelen er niet aan, dat bij een normale behandeling in de zui vering en de bijzondere rechtspleging, waaraan het niet is toegekomen (een feit, waarover de ereraad met wonderlijke luchtigheid heenstapt) van dit verweer niets was overgebleven. Het is trouwens een bedenkelijk punt in dit rapport van de ereraad, dat het zo grif afgaat op wat de heer Schokking thans vertelt en geen aandacht schenkt aan wat anderen, die thans niet zijn ge hoord, vroeger hebben verklaard. Bij zoiets komt men onvermijdelijk tot een afwenteling van schuld op mensen, die zich moeilijk kunnen ver dedigen. De vraag mag wel worden gesteld hoe mensen van formaat als de heren Donner, Ebels en Neher er toe zijn gekomen hun namen te geven aan een rapport, als minister Beel in zijn nota opneemt en bij welks conclusies hij zich aansluit. Natuurlijk kennen zij de zwakte van het stuk. Het blijkt uit de aarzelingen en de in nerlijke tegenspraken, het blijkt uit de mede deling, dat zij thans voor maatregelen geen reden meer achten." De Nieuwe Rotterdamse Courant (lib.) is daarentegen van mening, dat het rapport van de commissie van drie mr. Schokking èn als mens èn als ambtsdrager zuivert van de blaam, welke het Haagsch Dag blad op hem had geworpen. „Ten aanzien van de twijfel die de bewuste publikatte van het „Haagsch Dagblad" met be trekking tot de goede trouw van deze ambtsdra ger heeft kunnen wekken, is deze thans ten volle gerehabiliteerd. Op zijn hoogst zou men kunnen zeggen dat hij destijds een beoordelingsfout heeft gemaakt, doch wie zich op dit standpunt zou willen stellen, zij indachtig aan de waarschuwing van het driemanschap dat men zich hier hoede voor „wijsheid achteraf". Het gezag van de drie adviseurs, zowel ieder afzonderlijk als collectief, is dusdanig dat hun conclusies voorgoed een dikke streep onder deze zaak zetten. Wie na deze kennelijk zorgvuldige vaststelling van de relevante feiten en na deze feiten in het kader van de toen heersende om standigheden nog zou willen pogen het advies niet minder zorgvuldige waardering van deze op onderdelen of op zijn conclusies aan te tas ten, zou niet alleen getuigen van een gebrek aan besef van wat de rechtsstaat ten aanzien van de bescherming van de Individuele burger mee brengt. Deze zaak Is met deze wijze van behan deling finaal afgedaan." Het Algemeen Handelsblad (lib.) schrijft, dat het na lezing van de nota het destijds door mr. Schokking gevoerde beleid niet kan bewonderen, maar wel begrijpen. Het blad kan de conclusie van de commissie van drie onderschrijven, dat er na veertien jaar geen reden bestaat maatregelen tegen mr. Schokking te nemen. „Wat echter het benoemingsbeleid voor het burgemeesterschap van Den Haag betreft, kun nen wij ons niet aan de indruk onttrekken, dat men hier geen overmaat van zorgvuldigheid heeft betracht. Mr. Schokking zelf bracht het geval Hazerswoude ter kennis van mr. Kesper, die destijds commissaris der Koningin in de pro vincie Zuid-Holland was. Geheel te goeder trouw oordeelde deze functionaris blijkbaar, dat het hele geval was afgedaan of geen nadere mede deling aan de regering behoefde. Achteraf is echter gebleken, dat deze niet-mededeling een schakel vormde in een keten van omstandig heden; omstandigheden welke alle tesamen tot de zaak-Schokking hebben geleid. En opmerking moet ons nog van het hart. Al staan wij ook nu nog afwijzend tegen de kwa lijke vermenging van bekendmaking der feiten met de eis tot aftreden om politieke redenen, zoals dit gedaan werd door het Haagsche Dag blad, toch blijkt dit blad in grote lijnen de feiten niet onjuist te hebben meegedeeld. Maar deze gehele publlkatie had nooit zoveel stof kunnen doen opwaaien, indien de feiten in ruimer kring, althans hij Regering en Kamer, bekend waren geweest." Volgens Het Parool (soc.) is uit niets met overtuigende kracht gebleken dat mr. Schokking destijds in Hazerswoude tot de overtuiging moest komen dat men hem een valstrik wilde spannen en dat hij alles heeft gedaan om vast te stellen of de leden van het Joodse gezin Pino inderdaad, zoals hij meende, handlangers van de Duitsers waren. „Als er ooit een geval is geweest, waarin het volgen van de regel „in dubiis abstine" (als ge twijfelt doe dan niets) voor de hand had gelegen dan toch zeker hier. Is het de „wijsheid achter af", waartegen het drietal adviseurs waarschuwt, om dat nu vast te stellen? Wij geloven van niet. Onze slotsom is, dat de toenmalige burgemeester van Hazerswoude liever de gevaren heeft afge wenteld op drie Joodse landgenoten dan zelf-de kwade kans te lopen moeilijkheden te krijgen. Dat is toch stellig niét de houding, die men mag verwachten van iemand, die geroepen is leiding te geven, verantwoordelijkheid te dragen, gezag uit te oefenen. Ook wij hopen, mét de drie advi seurs, dat nu „de juiste verhoudingen" zullen worden hersteld, maar naar onze overtuiging kan dat onmogelijk zijn door te doen, of èr niets aan de hand is geweest." De Telegraaf (onafh.) meent dat de nota geen andere conclusie toelaat dan dat de regering in hoge mate mede-verantwoorde lijk is voor de schade die de zaak-Schok king aan het gezaag in het algemeen en mr. Schokking in het bijzonder heeft toege bracht. „Verbazing wekt de mededeling, dat voor de benoeming van de heer Schokking in zijn huidige ambt de toenmalige commissaris der Koningin in Zuid-Holland, die de Hazerswoudse feiten kende, deze niet in zijn advies aan de regering heeft vermeld. Evenzeer geeft de nota aanleiding tot bevreemding over de passiviteit, die minister Beel aan de dag heeft gelegd nadat hij vier Jaar geleden van die feiten op de hoogte was gesteld Indien hij toen had gedaan wat hij thans (na de aanval op mr. Schokking) heeft gedaan een onderzoek doen Instellen zou veel schade zijn voorkomen. En een chantage- politiek als thans ten aanzien van Den Haags eerste burger is gevoerd, zou onmogelijk zijn geworden." Ook Het Vaderland (lib.) merkt op dat de regering indertijd bij de benoeming van mr. Schokking niet door de toenmalige com missaris der Koningin werd ingelicht over de gebeurtenissen in Hazerswoude. Maar bij de herbenoeming van mr. Schokking in december j.l. moet men daarvan toch wel op de hoogte zijn geweest. Voorts vraagt het blad zich af, waarom de minister-presi dent, die vooraf van de publikatie over de heer Schokking op de hoogte werd gesteld, niet om uitstel daarvan heeft verzocht, op dat hij met de betrokken ministers een voorafgaand onderzoek kon doen instellen. De Tyd (r.k.) acht het nuttig op te mer ken dat het Haagsch Dagblad de mogelijk heid dat de onderduikers in Hazerswoude provocateurs geweest kunnen zijn, in het geheel niet aan de orde heeft gesteld. „Dit is opmerkelijk. Het Haags Dagblad schreef op 1 februari, dat het de feiten in volle omvang kende. Wanneer dit zo was, waarom heeft ge noemd blad dan ook niet meteen dit aspect van de zaak belicht? Het had er bij kunnen zeggen om welke redenen het tegenargument van de Duitse valstrik niet aanvaardbaar werd geacht. Nu men hier echter geheel over gezwegen heeft is de publikatie contra mr. Schokiting, die van meet af aan de kwalijke noot had dat men haar, volgens de verklaring van het Haags Dagblad zelf, waarschijnlijk achterwege had gelaten, wanneer mr. Schokkjng een krachtiger beleid had gevoerd in Den Haag, eens te meer in een bedenkelijk licht komen te staan." Onder opschrift „Afgedaan" schrijft De Volkskrant (r.k.) dat de conclusie van ad viescommissie en de regering aanvaard dient te worden zowel om de aard der feiten en de motieven der conclusie, alsook om een eindeloze gezagscrisis te voorkomen. „Een absoluut oordeel over deze zaak is waar schijnlijk nooit te geven. We twijfelen er zelfs aan, of burgemeester Schokking voor zichzelf geheel overtuigd is, dat hij op grond van de toen bekende feiten, juist heeft gehandeld. Toen zijn voordracht tot burgemeester van Den Haag werd voorbereid, heeft mr. Schokking eigener be weging de commissaris der Koningin nog eens op de zaak-Pino gewezen. Na de publikatles in het Haagsch Dagblad heeft hij de feiten niet categorisch ontkend. Dit is allemaal heel begrij pelijk, wanneer men de overigens gebrekkige reconstructie van het gebeurde in de late zomer van 1942 leest. Zeer duidelijk is, dat bur gemeester Schokking, daartoe verleid door be paalde ongewone gebeurtenissen en een door zijn omgeving gevoede of in ieder geval niet weersproken achterdocht, zich niet geroepen achtte het gezin Pino te redden. Men kan hier over thans oordelen met zeer veel „wijsheid- achteraf", zoals de drie regeringsadviseurs zeg gen. Al de veroordelende veronderstellingen zijn echter beslist onvoldoende om schuld te be wijzen. De beste veronderstelling is, dat de bur gemeester van Hazerswoude te goeder trouw een begrijpelijk standpunt heeft ingenomen, dat achteraf onjuist bleek te zijn." Trouw (prot. chr.) schrijft onder het op schrift „Beleidsfout": „De toenmalige commissaris der Koningin in Zuid-Holland, de heer Kesper, heeft in 1949 een ernstige beleidsfout gemaakt, door na te laten de mededeling, die de heer Schokking hem deed met betrekking tot het geval-Hazerswoude, door te geven aan de minister van Binnenlandse Zaken. Had hij dit wel gedaan, dan zou het geval- Hazerswoude door de regering, bij de beoor deling van de vraag of de heer Schokking ge schikt was burgemeester van Den Haag te zijn, zijn betrokken. Welke dan ook de uitkomst der overwegingen zou zijn geweest, zij zou voor de heer Schokking en voor Den Haag altijd beter zijn geweest dan nu dit geval vele jaren na zijn benoeming aan de orde is gesteld. Dit komt ons voor te zijn een bijna onbegrij pelijke beleidsfout van de heer Kesper." Het Vrije Volk (soc.) noemt het naïef te menen dat er thans een streep onder de zaak-Schokking staat. Veeleer kan volgens het blad thans een begin worden gemaakt met de openbare behandeling, nu de nota- Beel onderwerp zal uitmaken van een openbare beraadslaging in de Tweede Kamer. Het blad acht het onvermijdelijk de din gen bij de naam te noemen: „Uit de uiteenzetting van de commissie van drie blijkt, dat mr. Schokking feitelijk opdracht heeft gegeven aan de politie de familie Pino te arresteren en dat de heer Schokking de Sicher- heitsdienst heeft opgebeld om te vragen, wat hij met de gevangengenomen mensen moest doen. Bij onze onderzoekingen hebben wij bevonden, dat onder verantwoordelijkheid van mr. Schok king bovendien de gastheer van de familie Pino is gearresteerd. En aan de Duitsers overgeleverd. Voorts staat vast, dat de heer Pino en zijn vrouw en zijn van haar bed gelicht kind door deze arrestatie in handen van de vijand zijn gebracht. Het staat verder vast, dat deze drie mensen ten gevolge van deze arrestatie de dood hebben gevonden. Dit zijn dus de feiten voor zover die thans bekend zijn. Deze feiten leveren op het misdrijf dat art. 26 van het Besluit Buitengewoon Straf recht formuleert." Na dit artikel geciteerd te hebben, schrijft het blad verder: „Wanneer de feiten, die de commissie acht vast te staan, zouden worden bewezen, dan heeft de heer Schokking zich schuldig gemaakt aan een misdrijf, waarop de doodstraf staat. Met dien verstande, dat hij niet één, maar drie anderen heeft blootgesteld aan vrijheidsberoving, die de dood ten gevolge heeft gehad. Niet strafbaar is hij, als mocht blijken dat hij zich op het laatste lid van dit artikel kan beroepen. Niet alleen ten aanzien van de heer Pino. Maar ook ten aanzien van mevrouw Pino en ten aanzien van het kind. (Het laatste lid van art. 28 stelt niet strafbaar degene die het feit heeft gepleegd om aan wettelijke voorschriften te voldoen. Of om het algemeen belang te dienen.) Of hij dat met vrucht kan, dat is aan de rech ter ter beoordeling en aan niemand anders. Zo ligt de zaak naar de strafrechtelijke kant. Het verzoek om tot vervolging over te gaan is ingediend. Het Openbaar Ministerie staat niet meer voor de vraag: moeten wij mr. Schokking nog vervolgen? Het staat voor de vraag: kunnen wij mr. Schokking ondanks de klacht, niet vervolgen? Misdrijven waarop de doodstraf staat, verjaren pas na achttien jaar. Gebonden aan een zeer beperkte opdracht, hebben drie hoogstaande mannen, onder wie de president van de Hoge Raad, gemeend, gezien het feit dat mr. Schokking zegt in de waan te hebben verkeerd, dat hij met een valstrik te doen had, en gezien het feit dat hij zich overi gens als een goed Nederlander heeft gedragen, die niet voor het nemen van zekere risico's is teruggeschrokken, te moeten adviseren hem te handhaven als burgemeester van Den Haag. Dit betekent dat een man. die in moeilijke omstandigheden zich zo heeft vergist, dat er door zijn toedoen drie mensen het leven hebben verloren, bekwaam wordt geacht het hoogste gezag in Den Haag uit te oefenen. De regering zal zich er rekenschap van moeten geven dat, nu er een klacht is ingediend, pas een rechterlijke uitspraak het rechtsbesef kan bevredigen in een zaak, waarin doden zijn ge vallen. Zolang die uitspraak er niet is, zal de openbare mening niet gerust zijn. Acht de regering het nu nog steeds juist een man als burgemeester van Den Haag te hand haven. die, als verdachte, één van de meest de aandacht trekkende strafprocessen van onze tijd staat te wachten, als het recht zijn loop wordt gelaten?" BRUSSEL (United Press) Het Belgi sche verbond van industrieën heeft zich uitgesproken tegen oprichting van Euratom als een supernationaal controle-orgaan voor kernenergie in de landen van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal. Het verbond stelt een lossere in ternationale samenwerking voor in plaats van een gezagsorgaan gelijk aan het be staande gezagsorgaan voor kolen en staal. Deze afwijzing valt juist vier dagen voor de conferentie van de zes landen in Brus sel over het Euratom-project. „De noodzaak van internationale samen werking en controle erkennende acht de federatie het niet juist dat de kernindu strie een monopolie wordt onder het voor wendsel van samenwerking, noch dat deze industrie bestuurd wordt door een gezags orgaan onder het voorwendsel van contro le" aldus het rapport, Inplaats van een ge zagsorgaan stelde de federatie voor een „aad van ministers" waarin elk land ver tegenwoordigd zal worden. Deze raad zou dan de algemene politiek en de bedrijfs- politiek van het internationale lichaam be palen. Onder deze raad zou een „commis sie voor kernenergie", bestaande uit door de aangesloten regeringen benoemde des kundigen, de technische onderdelen van de internationale samenwerking uitwer ken. Een door deze commissie bestuurde „inspectiedienst" zou zich belasten met de militaire veiligheid en gezondheidsproble men die zich zullen kunnen voordoen bij de ontwikkeling van de installaties van de kernenergie.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1956 | | pagina 3