De kleur in het interieur Kunst op Uw zomerjapon Dertig millioen meter textiel voor de Nederlandse vrouw UIVS J Onze tuin- en kamer planten Roompudding met halve perziken Effecten- en A Grondstoffenprobleem Geldmarkt J voortdurende prijsstijging A. MOLENDIJK Nationaal bureau ter bevordering der hygiëne Bruidssuikers op een blauwe rots ZATERDAG 7 APRIL 1956 <V oor deCv rouw (Uit „Cartoons the French Way"' door René Goscinny, Lion Library, New York). dig met gele of rode tinten is bewerkt zal een kleurgevoelig mens bij daglicht ook maar één oog toe kunnen doen. Geen overdaad Overdaad schaadt trouwens op het gebied van de woninginrichting even goed als op dat van de gastronomie. Wie meent een groot aantal kleuren door el kaar te kunnen gebruiken, zal op een kwade dag in staat zijn beide ogen uit te rukken. Een knalrode kamer kan iemand bloeddorstig of zenuwachtig maken, een zwarte benauwd, zo niet zenuwziek. Alles, ook het aanbrengen V/AT KUNNEN KLEUREN ons niet aandoen hoeveel eigenschappen meten we ze niet toe? Ze kunnen vrolijk zijn en somher, rustig, koud, schreeuwend en passief. Ze kunnen neerslachtig maken, tot daden activeren, trieste herinneringen opwekken, tot op het bot doen verstenen en moeilijk te onderdrukken gaap- neigingen veroorzaken. Ja, ze kunnen nog veel meer! Kleuren kunnen gedachten en voorstellingen opdringen, die wel zeer duidelijk illustreren, hoe kleurgevoelig de mens in feite is. Til bijvoorbeeld eens een zwarte en een witte piano op, beide van hetzelfde merk en dezelfde grootte. Natuurlijk is er geen verschil in gewicht, maar toch lijkt het alsof de zwarte piano moeilijker van haar plaats te krijgen is dan de witte Met deze paar zinnen zitten we mid den in de kleurenpsychologie een wetenschap, die in vroegere tijden en waarschijnlijk onbewust, beter in de praktijk werd toegepast dan tegen woordig. In de Egyptische, Griekse en Romeinse beschavingswerelden was de kleur een allesbeheersend element. In de middeleeuwen en ten tijde van de Renaissance was het gebruik van kleu ren tot een kunst uitgegroeid, die zowel aan het interieur als aan de kleding vorm en inhoud gaf. Bekijk de fresco's en de architectuur uit die tijd, de kle derdrachten en de schilderijen! Wat is hier in de latere eeuwen van overgebleven? Niets dan eindeloze een tonigheid. De kille negentiende eeuw was ziek van ellende en mistroostigheid. De gewoontemens werd geboren bij het vermoeiende licht van de gas- en de petroleumlamp, temidden van vervelo ze, vervallen krotten en zwart gebla kerde fabrieksmuren. We zijn van woonkazernes gaan spreken, van grijze massa, van kleurloze levens en van grauwe kleding. Het licht, volgens Augustinus de schoonste aller kleuren, werd uitgebannen, zowel uit de wonin gen als uit de harten der mensen. Gelukkig is hier de laatste decennia een kentering in gekomen. Verhoogde welvaart en minder zwaarmoedige le vensbeschouwingen hebben ons weer de blijdschap gebracht, waarmee we op aarde zijn begroet en die zoveel kleur aan ons leven kan geven. De muren van onze woonhuizen hebben we onderbro ken met grote vensters om het licht door te laten. En dank zij de pioniers arbeid van enkele kleurspecialisten en binnenhuisarchitecten zijn we ook met tinten in onze woning gaan werken, al is het dat op dit uitgebreide terrein nog vele verbeteringen kunnen worden aan gebracht. ,Neem de hutsvrouw. Drie-kwart van haar leven brengt ze in die paar ka mers door, waarin het gezinsleven en alle huiselijke gezelligheid zich afspe len. Haar bestaan wordt begrensd door een paar muren en ramen, wat deuren, een trap misschien en een gootsteen- bak. Zijn we niet verplicht haar dik wijls weinig benijdenswaardige taak te verlichten door het aanbrengen van de nodige vrolijkheid? Moeten we haar niet helpen blijmoedig te blijven rond kijken, ondanks al die gewone sleurdin- gen van de dag? Met een opgewekt gemoed en een goed humeur bereiken we veel, maar het zou dwaas zijn te veronderstellen, dat dit voldoende is. Ook als de man op zijn werk is en de kinderen naar school zijn, dient de vrouw de nodige blijdschap uit haar omgeving te kunnen putten. Hoe kunnen we dit beter bereiken dan door haar milieu zo aantrekkelijk mogelijk te maken? Met een aardige kamerindeling en een efficiënte keuken zijn we al een behoorlijk eind op de goede weg. We zouden echter nog ver der kunnen komen, als we ook het licht en kleurenspel in onze woning bij onze overwegingen betrokken. Een vlak verf hier, een vleugje kleur daar, kunnen in harmonische samenhang als een fleurig bosje bloemen op tafel werken, of als Saksisch porselein op een meubel in de Queen Anne-stijl. Hoewel het beslist niet ieders werk is de juiste kleurschakeringen te kiezen hoeveel mensen hebben van nature een esthetisch verantwoord kleurge voel? kan de kennis van enige grondbeginselen tot goede resultaten leiden. Indien men dan ook plannen heeft het muurwerk van of het meubi lair in de kamer wat fleuriger en fris ser te maken, zal men in de eerste plaats dienen te weten, welke kleuren 't best met elkaar, in overeenstemming zijn. Laten we wit en zwart buiten be schouwing terecht overigens, want geen dezer tinten valt, in de weten schappelijke betekenis van het woord, onder de categorie kleuren dan ko men we tot de conclusie, dat de meest harmoniërende, of zo men wil: contras terende, kleuren rood-groen, blauw- oranje en geel-paar's zijn. Rood, blauw en geel zijn primaire kleuren; groen, oranje en paars vallen onder het hoofd secondaire kleuren, dat zijn kleuren die ontstaan bij de vermenging van de pri maire kleuren. Deze zes kleuren nu worden bij de verfraaiing van het woninginterieur vrijwel nooit als een pure, verzadigde substantie gebruikt. Men versnijdt ze met wit, grijs of zwart, om ze wat af te zwakken, om de contrasten dus min der scherp te maken. Niets is namelijk vermoeiender voor het oog dan een kleurenschittering, welke geen rustpunt biedt. Niets werkt op de lange duur ook eentoniger! Kan men van primaire en secondaire kleuren spreken, als men bovenstaand kleurengamma op zijn wezenlijke ken- trekken ontleedt, er kan ook nog een andere onderscheiding worden gemaakt. Rood en geel en de ontelbare varian ten ervan behoren namelijk tot de groep „warme" kleuren; groen, blauw en hun even ontelbare nazaten tot de groep „koude" kleuren. Het is van 't grootste belang ook deze onderverdeling goed in 't hoofd te pren ten. Een kamer, die op/'t noorden ligt, die op zichzelf dus al „koud" aandoet omdat zij het grootste deel van de dag van zonlicht verstoken blijft, zal men met groene en blauwe tinten nog „kou der" maken. En in een kamer, die op het zuiden ligt, die dus in overvloedige mate zon- en daglicht ontvangt, zal men niet te veel met rood en geel moe ten werken. Keukens doen het verder beter in „koude" dan in „warme" kleu ren, en in onze slaapkamer nverda- van de zo noodzakelijke kleur in de woonvertrekken, dient met mate te ge schieden Een effen rok kan veel mooier zijn dan de veelvervige, die Jozef van Vader Jacob ten geschenke kreeg. Zachte, op elkaar afgestemde pasteltin ten kunnen dikwijls een groter raffine ment suggereren dan een felle kleuren zee, hoe harmonisch de onderdelen ook gekozen zijn. Tenslotte nog iets over de eigenschap pen van zwart, wit en grijs. Zoals wij reeds stelden lenen deze tinten zich uit stekend voor vermenging, voor het af zwakken der contrastwerking dus. Maar vóór alles zijn zwart, wit en grijs per fecte achtergrondkleuren. Men kan er ook accenten mee leggen, of andere tin ten mee „isoleren". Met zwart en wit kan men niet voor zichtig genoeg zijn. Want zwart werkt verlagend, vernauwend en zelfs benau wend. In kleine ruimten moet deze tint dan ook zeer spaarzaam gebruikt wor den. Hoge ruimten kan men met een zwarte plafondlijst lager doen schijnen en brede of lange kamers kunnen met zwarte vlakken op lengte- of breedte muren versmald of ingekort worden. Zwart mag vooral niet overmatig ge bruikt worden op een venstermuur, die dag- en/of zonlicht doorlaat. Het licht wordt er schriller door en doet de ogen schrijnen. Wit werkt hoe kan het bijna an ders tegenovergesteld aan zwart. Het maakt ruim, dik en zelfs plomp en doet alles uitgebreider lijken dan het in werkelijkheid is. Wit is dan ook zeer geschikt voor kleine kamers. Lage zol deringen kunnen er hoger door lijken en muurvlakken van geringe afmetin gen groter. Wit heeft nog de goede eigenschap, dat het andere kleuren sti muleert, met andere woorden: frisser maakt. In geen enkel interieur kan wit daarom gemist worden, hetgeen uit het plafondpleisterwerk overigens al blijkt. Dan hebben we nog grijs. Niet één grijs, maar tientallen en misschien wel honderden grijzen. De tint is neutraal en werkt slechts zeer zwak op ons ge voel. Als achtergrondmateriaal voor kleuren is grijs bijna ideaal, maar op een muur die een lichte indruk moet maken, dient men het niet te spoedig te gebruiken. Grijs is namelijk een tint, die uitgestreken op een behoorlijk oppervlak, donkerder is dan zij op het eerste gezicht lijkt. De cyclamen nog in volle bloei. Het zou gemakkelijk zijn om te advi seren de cyclamen nu allemaal te laten afsterven; daar kom ik er echter niet mee. Er zijn planten die nu nog in volle bloei staan; sommige beginnen zelfs pas nog volop te bloeien en zulke planten zal men dus steeds moeten laten door groeien. De bloeiende planten hebben nu ook wekelijks een weinig kamer plan tenmest nodig; de bloemist heeft wel voor voedzame grond gezorgd, doch omdat de planten maar steeds voortgaan met het vormen van nieuwe bloemknop pen hebben ze extra voedsel nodig. Uitgebloeide cyclamen die geen nieuwe bloem,knoppen meer willen vor men, kan men maar beter wat rust gunnen. Geef ze geen water meer en ook geen bemesting; laat ze maar af sterven. Over een maand kan de grote knol dan uit de pot gehaald worden en zal men voor verse bloemistenaarde moeten zorgen. Onder in de pot komt dan ook een scherfje opdat het afvoer- gaatje niet verstopt kan raken; het overtollige water moet namelijk gemak kelijk kunnen wegvloeien. Na half mei kan de plant dan met pot en al op een licht schaduwplekje in de tuin worden ingegraven; daar blijft ze dan staan tot begin oktober; misschien nog beter om haar eind september binnen te plaatsen; de nachten worden anders voor haar te kil. Als zulke cyclamen goed verzorgd worden kan men er jarenlang plezier van hebben. G. KROMDIJK GELIJK MET DE KOMST van de vriendelijke lentezon krijgen wij, net zoals zovele vrouwen in de eeuwen voor ons, begeerte naar een vernieuwing van onze garderobe. We verlangen naar fleurige zomerjurken, die we kopen in de illusie ze heerlijk zonder jas te kunnen dragen. Dat laatste blijft in ons land altijd problematisch; over het eerste, dat wil zeggen de mogelijkheid onze keuze te bepalen, hoeven we ons niet bezorgd te maken. Het is niet nodig onze kooplust af te reageren op het buitenlandse produkt: wat onze textieldrukkers de laatste jaien presteren, mag beslist gezien en in Nederland gedragen worden. ENKELE CIJFERS? Wist u, dat de textieldrukkers uit Twente en oost- Brabant ieder jaar ruim tweeduizend nieuwe dessins uitbrengen in tien a twaalf kleurstellingen, zodat hier twin tigduizend verschillende mogelijkheden in zitten? Van die gezamenlijke produk- tie alleen al aan imprimés negentig miljoen meter per jaar wordt zestig miljoen meter geëxporteerd en in de overige dertig miljoen hult zich de Ne derlandse vrouw. Enkele jaren geleden is men begonnen Nederlandse kunstenaars in te schake len als dessinateurs van textiel. Het wa ren grotendeels abstracte schilders. Deze zomer zullen, behalve van Corneille en Appel, ook van Hendrik van Bottenburg, Frieda Hunziker (als enige vrouw), Piet Zwiers en Simon Erb bedrukte japon- stoffen ons uit de vitrines van de win kels toelachen. Het zijn dessins, die een revolutie betekenen door hun fraaiheid van vorm en kleur. Het afgezaagde Egyptische motieven bijeengebracht op een strandensemble 1956. bloemetje, nog wel door sommige vrou wen gevraagd, heeft de alleenheer schappij definitief verloren. In Amerika werden al geruime tijd geleden schilders ingeschakeld. Bekende werken van Chagall, Léger, Picasso, Miro en Dufy zijn geproduceerd op ka toentjes van de Amerikaanse firma Fuller Fabrics. Paarden van Raoul Dufy kan men aldus zien draven op een fees telijk jurkje of een strandrok, vechten de stieren van Picasso maken een avond jurk onveilig, exotische dier- en fanta siefiguren gaan schuil in de plooien van gordijnstoffen. Nu kan men dit natuurlijk ook over drijven! We hoeven allerminst met Rem brandt- of Van Gogh-reproductiej op onze rok te lopen. Het initiatief echter abstracte schilders nieuwe en speciaal voor textiel bestemde dessins te laten ontwerpen, verdient alle lof. Vooral de dessins van Hendrik van Bottenburg hebben veel aftrek en het resultaat van zijn ijver is een uitnodiging van de Franse regering in Parijs te komen werken. In de ateliers van de textieldrukkers worden de ontwerpen „in rapport" ge bracht, zodat ze zonder overgang aan sluiten op de stof. Ze worden in kleu ren gesplitst en vervolgens gegraveerd In koperen walsen of zijdegaas-schablo- nen. ER BESTAAN twee soorten van druk: machine- en filmdruk. Bij het laatste procédé blijft de verf min of meer op het doek liggen, bij machinedruk is het patroon meer door en door gedrukt. Het verschil is gemakkelijk te constateren. Filmdruk biedt wat meer mogelijkheden en sommige dessins komen hierdoor beter tot hun recht. Zo lang er mensen leven, hebben zij zich al druk gemaakt over kleding. In het stenen tijdperk verfraaide men reeds de vrouwenrokjes, gemaakt van geklop te boomschors of gevlochten planten- vezels, door ze te bestempelen met steentjes, schelpjes of takjes, die in jlantenverf waren gedompeld. In heel oude Oosterse beschavingen was men zeer ver gevorderd met het bedrukken van stoffen met natuurlijke verfstoffen. Thans nog en in de nieuwe mode zeer in het bijzonder zijn die oude Kashmir- dessins beroemd en veel gedragen. De Nederlandse koopvaarders brach ten in de begintijd van de Oost-Indische Compagnie de techniek van het textiel- drukken over. Nederland was het eerste 'and in Europa waar men textiel begon e drukken, eerst in het westen, later in Twente en Brabant, waar het thans tot sen belangrijke industrie is uitgegroeid. Wat er op het ogenblik mode is? Des sins, geïnspireerd op het oosten, abstrac te voorstellingen, bestaande uit kleur en beweging of wolkachtige in vage tinten. Ook bloemetjes in strepen verwerkt, of in mille fleurs-dessins en romantische Biedermeyer-ornamenten ziet men thans veel. Maar geen kakelbonte grote bloe men meer. ALS WE NU alleen maar te maken zouden hebben mqf: bedrukte katoentjes, was alles nog vrij eenvoudig. Maar be halve katoen in vele soorten en verede lingen en finishes, die er een zijdeglans aan geven en het bovendien kreukher- stellend en vuil afstotend maken, is er tegenwoordig geperfectioneerde rayon (kunstzijde) met een katoenfinish, een stof, die bedriegelijk veel op katoen lijkt en goedkoop is. We mogen met recht van een doolhof spreken: katoen, die er uitziet als zijde, rayon met het uiterlijk van katoen en dan nog de nieuwe syn thetische stoffen, zoals enkalon (de Ne derlandse nylon), nymcryloo (de Neder landse orlon) en terlenka (de Neder landse terylene of dacron). En dan zijn er de mengingen, zoals 50% katoen met 30% enkalon. Ideaal zou zijn, als bij Dessin in de geest van de zgn. Afrika- fruits, verwerkt tot een modieus jurkje met verhoogde taille. elk lapje stof of kledingstuk' de aard van het materiaal plus het wasvoorschrift zou zijn vermeld, zodat bepaalde eigen schappen niet door een verkeerde was- behandeling verlóren gaan. Men is al op weg in de goede richting: verschillende fabrikanten verstrekken de winkeliers reeds folders met wasvoorschriften, die bij de stoffen worden uitgereikt. Ook aan de terzake kundige voorlichting van het winkelpersoneel wordt gewerkt: de Stoomweverij Nijverheid te Enschede heeft o.a enkele handige boekjes voor winkelpersoneel uitgegeven. Het zijn een Gids in de lusthof van de textiel, die katoen, rayon, nylon en hun behan deling bespreekt en een afzonderlijk boekje over synthetische vezels: de jongste in de lusthof, waarin men o.a. kan lezen hoe men nylon moet verwer ken. In deze boekjes wordt speciaal aan dacht besteed aan de wasvoorschriften. Veredelde katoen behandelt men onge veer als enkalon nooit koken, wrin gen of chloor gebruiken. Wassen in zeer ruim lauw of handwarm water met een goed wasmiddel zonder te boenen. Goed naspoelen, niet stijven en geen hete strijkbout gebruiken. TINEKE RAAT 1 blik gehalveerde perziken op siroop (zodat men per persoon 1 perzik heeft); voor 4 personen is blik voldoende; Y> liter melk, Y* liter (2'4 dl.) room, 1 vanillestokje of pakje, vanillesuiker, 17 g. gelatine, 50 g. suiker, iets zout. De melk met het vanillestokje en iets zout aan de kook brengen en laten trek ken; het stokje verwijderen en de melk laten afkoelen. De geweekte gelatine hierin oplossen evenals de suiker. Ge bruikt men vanillesuiker dan behoeft slechts een klein gedeelte der melk ver warmd te worden, om de gelatine en sui ker op te lossen; de rest kan later koud erbij gevoegd worden. De puddingmassa koud laten worden, daarna uitgieten op een platte schaal. Is de massa stijf ge worden. dan de perziken erop rangschik ken (als dooiers op spiegeleieren). Het sap der perziken iets binden met maizena en als saus erbij geven. Voordeliger is, de puddingmassa te maken van liter melk, 50 g. suiker en 75 g. maizena. In een rapport van de O.E.E.S. (Organi satie voor Europese Economische Samen werking) wordt in het bizonder de nadruk gelegd op de belangrijke -stijging van de invoer uit de V.S. en Canada als gevolg van de liberalisatie van de handel, waartoe de meeste landen van West-Europa de laatste jaren zijn overgegaan. Op basis van de particuliere invoer in 1953 hebben de deel nemende landen 54 pet. van hun totale in voer uit dit gebied geliberaliseerd en ten gevolge daarvan is de Europese invoer uit Noord-Aimerika van 1954 op 1955 met 40 pet. toegenomen. Ddt heeft er toe geleid dat het tekort op de handelsbalans van Europa ten aanzien van Amerika sinds de tweede helft van 1953 een opmerkelijke stijging te zien geeft en dat niettemin de goud- en deviezenvoorraden van de deelnemende landen nog zijn toegenomen, houdt hoofd zakelijk verband met de buitengewone uit gaven van de V.S. in Europa. Ook de E.B.U. landen hebben hun dollartekort aanmer kelijk zien toenemen, doordat de invoer in sterkere mate steeg dan de uitvoer. Voor 1954/1955 bedraagt dat dollartekort 3,9 miljard tegen 2,8 miljard in 1953/ 54. Tenslotte valt dit verschijnsel ook voor Nederland te constateren. Ze is zelfs zeer opvallend, daar de invoer uit de V.S. van 1.283 miljoen in 1954 tot 1.651 miljoen in 1955 steeg, maar de uitvoer van ƒ621 miljoen tot 596 miljoen achteruit liep, zo dat het dekkingspercentage van 48 bot 36 pet. daalde. In de loop van 1956 is hierin een lichte verbetering gekomen, maar het feit blijft bestaan dat de grote invoeren uit de V.S. de Europese landen voor de opgaaf plaatst om de uitvoer naar de dollarlanden tot verdere ontwikkeling te brengen en Amerikaans investeringskapitaal aan te trekken. De grote vraag naar grondstoffen, welke na de Korea-hausse aanvankelijk weer was geluwd, maar die de laatste tijd weer scherper naar voren treedt, is niet te ver wonderen omdat zij uiteraard ten nauwste verband houdt met de groeiende wereld bevolking, de ontwikkeling van de z.g. achtergebleven gebieden en de machtige uitbouw van de industrialisatie, welke sinds de tweede wereldoorlog zowel in de V.S. als in Europa heeft plaats.gevonden en die nog altijd haar eindpunt niet heeft bereikt. Sinds de laatste vijf jaar is de in dustriële produktie in de wereld met ca. 40 pet. toegenomen. De V.S. brengen niet alleen een groot deel van de wereld-grond stoffen voort, ze zijn er ook nog altijd een van de grootste verbruikers van. Met 7 pet. van de wereldbevolking en 6 pet. van de landoppervlakte van de wereld produceren de V.S. ca. een derde van alle goederen en diensten, aan de andere kant verbruiken ze (als men suiker en wol buiten beschou wing laat) meer dan de helft van de totale wereldproduktie en zelfs 60 pet. van diver se ertsen en van aardolie. Als gezegd heeft de industrialisatie in ons werelddeel de vraag naar grondstoffen in belangrijke mate doen toenemen, waarbij ook de zorg voor de militaire paraatheid en niet te vergeten de vorming van de strategische voorraden uiteraard een rol van betekenis spelen. Daar komt dan nog bij dat de ont wikkeling van de specifieke grondstoffen landen zich de laatste jaren richt op het opbouwen van een eigen industrie, zodat zij een deel van hun produktie zelf gaan gebruiken'; De industrialisatie en wat daarmee ver band houdt heeft .als bekend in de meeste landen een grotere welvaart gebracht, wel ke onder invloed van de ruimere inkomens verdeling de vraag naar goederen en pro- dukten aanzienlijk heeft doen stijgen. De bestedingsmogelijkheden van een groot deel der bevolking zijn thans heel wat gro ter dan een tiental jaren geleden en dan voor de oorlog en de verhoging van lonen en salarissen, waartoe zowel in de V.S., als in de meeste landen van Europa steeds weer wordt overgegaan, werkt de toene ming van de consumptie uiteraard in de hand. Voor ons land valt dit bijvoorbeeld te constateren uit het indexcijfer voor óe consumptieve uitgaven in december van het vorig jaar, dat zich op 129 stelde (1951 100), dat is 9 punten hoger dan in die maand van 1954 en 15 punten hoger dan het jaargemiddelde voor 1955, dat op zijn beurt weer 6 punten hoger lag dan dat van 1954. De recente loonsverhogingen, welke in verschillende bedrijven reeds effectief zijn geworden, zullen nier nalaten de be- stedingsdrang in vele gezinnen te vergro ten en het kan wel niet anders of dit ver schijnsel zal op de ontwikkeling van de in voer zijn repercussies moeten hebben. Wat dit voor de nationale economie zal betekenen, zij hier in het midden gelaten. Het valt te verwachten dat de hierboven genoemde factoren hun invloed op de vraag naar goederen en produkten niet zullen missen en het kan daarom ook niet ver wonderen dat de grondstoffenmarkten de laatste tijd bij de voortduur een stijgende tendens vertonen. We zien die prijsstijging bij ijzer en staal, bij papier, bij kolen, bij ADVERTENTIE PAR IJ SE COIFFURES DAMESKAPPER Santpoorterplein 1 - Haarlem - Tel. 19706 Buslijnen 3 en 4. aardolie, bij tin, bij koper, etc. Deze prijs stijging vindt plaats in weerwil van het feit dat de produkties nog steeds worden vergroot. De wereldstaalproduktie was in 1955 groter dan ooit en neemt ook dit jaar weer toe, zodat bijv. in de V.S. voor het eerste kwartaal van 1956 een nieuw record cijfer kon worden geboekt. Het wereldver - bruik van koper is in 1954/55 met 8 a 10 pet. toegenomen, de notering in de V.S. is echter met ca. 35 pet. gestegen, waaruit wel blijkt dat de produktie de consumptie niet kan bijhouden. De noodzaak steeds meer grondstoffen te moeten invoeren voor een toenemende en meer consumerende bevolking stelt alle industrielanden voor het onontkoombare feit, de ontginning in de minder ontwik kelde grondstofgebieöen met kracht ter hand te nemen en voor de financiering hiervan zijn dan ook reeds in landen als Amerika, Engeland en Frankrijk miljarden beschikbaar gesteld en ook Nederland doet hieraan op kleine schaal mee. Maar eerst op lange termijn kunnen hiervan resulta ten worden verwacht en intussen doemt hierdoor het gevaar op voor een inflatie in die grondstoffenlanden, omdat als gevolg van de kapitaalimport de stijging van de consumptie van de bevolking aan de stij ging van de produktie in het eigen land voorafgaat. Het is wel zeker dat de hervatte hausse op de New-Yorkse beurs voor een goed deel mag worden gezien als een uitvloeisel van de voortgaande stijging der grondstof- fenprijzen, waardoor met name de staal-, koper- en oliemaatschappijen in staat wor den gesteld de hogere bedrijfskosten als gevolg van de loonsverhogingen op te van gen. Het is nu eenmaal zo dat aan een rijksdaalder meer is te verdienen dan aan een gulden en de verwachting dat genoem de ondernemingen in het lopende jaar weer grotere winsten zullen kunnen behalen, vormt voor de aankoop van hun aandelen op de New-Yorkse beurs een voortduren de stimulans. De laatste berichten maken zelfs melding van een hernieuwde opleving in de automobielindustrie en de bouw nijverheid, waarin de laatste maanden enige teruggang viel te bespeuren en de Amerikaanse olie-industrie maakt een tijd door als nooit tevoren, waardoor ook de aandelen van de Koninklijke-Shell op de New-Yorkse beurs weer op de voorgrond zijn getreden. Jhr. Mr. J. H. Loudon, de directeur-generaal van de Koninklijke- Shell, heeft onlangs in een interview met Elseviers Weekblad medegedeeld dat thans reeds 60 pet. van het kapitaal van de Ko ninklijke over onze grenzen is verdwenen en dat de V.S. ca. 24 pet. van dat kapitaal onder zich hebben. Tegenover het percen tage, dat zich nog in Nederland en voor een groot deel in vaste handen bevindt, is het Amerikaanse bezit zeer belangrijk en het speelt bij de koersontwikkeling van de aan delen dan ook een leidende rol. Met Jhr. Loudon mag worden getreurd dan men in ons land zo gemakkelijk van dit grondstof- fenfonds bij uitnemendheid afscheid neemt. ADVERTENTIE Nationaal en internationaal bekroond Bespreek tijdig. Schoterweg 45 - Haarlem - Tel. 12549 Binnenkort zal worden opgericht een na tionaal bureau tot bevordering van de hy giënische gewoonten in ons land, waarvan de zetel in Den Haag zal worden gevestigd. Uit onderzoekingen is gebleken, dat met de spreekwoordelijke Nederlandse zinde lijkheid vaak de hand wordt gelicht. Vooral is ddt het geval in die streken, waar de in dustrialisatie met kracht ter hand wordt genomen. Ook het woningtekort en als ge volg daarvan het grote aantal gevallen van samenwoning onder primitieve omstandig heden, heeft er toe geleid dat de hygiëni sche verzorging wordt verwaarloosd. Omdat dit een gevaar inhoudt voor de volksgezondheid zal op korte termijn een commissie worden ingesteld, die zich met de hygiënische verzorgingsvraagstukken zal gaan bezig houden. De eerste taak van deze commissie zal zijn de instelling van een bu reau, dat de bevordering der hygiënische gewoonten ter hand zal nemen. Men wil aan dit bureau adviseurs verbinden uit medische-, onderwijs- en sportkringen. De werkzaamheden van het "bureau zul len in de eerste plaats omvatten het geven van een zo uitgebreid mogelijke voorlich ting aan die bevolkingsgroepen, welke daarvoor in aanmerking tornen. ADVERTENTIE mUrs prtntu ofwel: prinselijk huwelijk in Mo naco! Libelle van 14 April wijdt uitvoerig aandacht aan de Romance van het Jaar. Het nummer opent met een zeer charmante kleuren opname van de aanstaande prinses Gracia Patricia, nu nog Grace Kelly, en bevat verscheidene fraaie foto's van het veelbesproken paar. Rn voor de Gracia's in Nederland: be toverende braids- en andere toiletten, eveneens in sprsnkelende kleuren! De nieuwe schoenenmode brengt U bij elk stapje dichter naar de zomer. U haalt het voorjaar binnen met deze bonte, zonnige, modieuze Libelle! Of houdt U soms meer van lekker eten? Ook dan wordt U prompt bediendin hetzelfde nummer wacht U een excursie naar het Rotterdamse Luilekkerland, naar het paradijs van holle-boile-Gijzen Libelle - Nassaupiein 7 Haarlem WMV///////////

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1956 | | pagina 9