BOSCH PETROLE HAHN TAXI 18000 parijs bereidde Joséphine Baker een glorieus afscheid SPimUDK Kort en bondig „Deirdre en de zonen van Usna" Adieu a Josephine Voor het laatst: J'ai deux Amours Diefstal of vergissing Haarlemse kelner in beroep voor het Hof Onweerstaanbaar geluid Liefste onderwerpen Belgisch pleidooi voor handel Oost-West Nieuw-Guinea weer op de agenda der UNO- Assemblée? Burgerlijke Stand van Haarlem Staking bij ENKA voor 3 pet. welvaartsuitkering OM GOED GEKAPT TE ZIJN Tsjechische excuses aan president Tito? Joegoslavië staat buiten politieke processen Ceylon zwaait naar links Sovjet-vertegenwoordiger naar koninkrijk Nepal Prof. Puech te Utrecht Volledige tekst van de „Woorden van Jezus" ontdekt Grensincident in Korea WOENSDAG 11 APRIL 1956 HAARLEMS DAGBLAD OPRECHTE HAARLEMSCHE COURANT (Van onze correspondent in Parijs) „Tout Paris", heel Parijs, zoals dat heet, heeft dinsdagavond in de music-hall Olym- 'pia afscheid genomen van de vrouw, die al was zij Amerikaanse, even „Parijs" was als de Eiffel toren en de Are de Triomphe: Joséphine Baker. In een programma, dat bezet was met louter sterren, speelden alle negermusici van parijs onder leiding van Sidney Bechet „J'ai deux amours", las Jean Cocteau namens de stad Parijs een afscheidsboodschap voor in een zaal vol generaals en ballerina's, schilders en bankiers, grijze bon-vivants en gewone Parijzenaars, die er hun laatste francs aan hadden gespendeerd. En in een ereloge op het toneel nam Joséphine, nadat zij voor het laatst „La petite Tonkinoise" en J'ai deux amours" en „Dans mon vil lage" had gezongen, met tranen in de ogen de hulde in ontvangst van de grote stad, die van het danseresje uit St. Louis in de Verenigde Staten, de gevierde revuester heeft gemaakt. Met Joséphine Baker heb ik in haar kleed kamer een tijdje zitten praten. Een rustig gesprek was het niet, want de matinée ging voort. Negers en Zuid-Amerikanen, rol- schaatsenrijders, electriciëns en gooche laars renden door de gangen of schoten de bar van Mimi binnen om een glaasje Per nod te halen en Joséphines echtgenoot, de musicus Jo Bouillon, stak om de minuut een verward hoofd om de deur om te ver tellen dat er weer oude en nieuwe bewon deraars stonden te popelen om binnen te dringen. Maar het leven van Joséphine is ADVERTENTIE fleScWnW«"" 'n Moscatel Geïmporteerd door QUD-Haarlem „Komt u bekennen?" vroeg dinsdagmid dag de president van het Amsterdams ge rechtshof, mr. E. H. F. Schaeck Mathon, aan een- Haarlemse kelner, die in beroep was gekomen tegen een politierechtervon- nis wegens diefstal uit een zelfbedienings winkel. „Nee, hoogedelachtbare," antwoordde deze, „ik wil best erkennen, dat ik een fout heb gemaakt, maar diefstal is echt niet bij me opgekomen." Hij was op 10 oktober van het vorig jaar tot een boete van 40 sub sidiair 12 dagen veroordeeld, omdat hij na het doen van inkopen in een Haarlemse zelfbedieningszaak bij het afrekenen aan de kassa waren zou hebben achtergehou den, die hij in een meegebrachte tas ge stoken had inplaats van in het daartoe be stemde mandje. Twee getuigen, de winke lier en een verkoopster, hadden dit voor de politierechter als getuigen verklaard en de winkelier had daaraan nog toegevoegd, dat hij de kelner al eerder had gewaarschuwd. In zijn pleidooi had de raadsman van de kelner, mr. J. Roggeveen, de aandacht ge vestigd op een schikkingsvoorstel van de winkelier tegenover de kelner, waarbij deze werd uitgenodigd het dubbele van de waarde der niet betaalde levensmiddelen te vergoeden omdat anders de politie erin gemoeid zou worden. De kelner had dit geweigerd, waarop er politiewerk van ge maakt zou zijn. Volgens de verklaringen van de kelner zelf zou deze het schik kingsvoorstel afwijzend dadelijk op het ontbieden van de politie hebben aangedron gen omdat hij zich onschuldig wist. De toedracht zou namelijk naar hij thans voor het hof uiteenzette, aldus zijn geweest: hij was op verzoek van zijn vrouw op een zaterdagmorgen boodschappen in deze zaak gaan doen, maar had het briefje waarop deze vermeld stonden thuis laten liggen. Een beetje afwezig doordat hij zich die hele dag niet goed voelde en omdat hij zich moest trachten te herinneren wat er op dat briefje had gestaan, was hij de winkel bin nengegaan, met voorbijzien van de 'voor de inkopen bestemde mandjes, waarvan het gebruik overigens niet verplicht was. Hij had al een hele rondgang gemaakt en daar bij enige waren in zijn tas gestopt toen hij in de buurt van de kassa de mandjes ont dekte. Hij nam er een en deed daar de rest van de boodschappen in. In een soort ver strooidheid zeide hij te hebben toegezien, dat de waren in zijn mandje op de kassa werden aangeslagen. Hij bevond zich daar volgens zijn zeggen namelijk nog niet om te betalen. Zijn aandacht was pas op de inhoud van zijn tas gevestigd toen een dei- verkoopsters deze spullen daarin wilde doen en daarbij op de andere, nog niet be taalde, was gestuit. Toen was de winkelier er dadelijk bijgehaald. De procureur-generaal, mr. J. F. Hoef- felman, achtte de mededeling van de kel ner, dat hij de gehele dag al niet lekker was „een nieuw smoesje," maar de presi dent vestigde er zijn aandacht op dat de kelner dit ook al eerder verklaard had. De president bleef overigens het hele geval nogal merkwaardig vinden, vooral voor een kelner, die toch een geoefend geheugen moest hebben. Op zijn vraag aan de op nieuw als getuige gehoorde winkelier, op grond waarvan deze de kelner verdacht, antwoordde hij, dat diens gedrag al eerder argwaan had gewekt. „We herkennen die lui altijd aan hun manier van doen," zo zeide de winkelier. Voor het horen van een volgende getuige, een vroegere verkoopster in dit bedrijf, werd vervolgens deze zaak aangehouden tot 15 mei om tien uur nooit bepaald rustig geweest, van de dag af (in 1925) dat zij met de Amerikaanse troep „The blackbirds" in Parijs debuteerde. Dat was meteen de triomf. „La Baker" bleef, danste in de Moulin Rouge, de Folies Ber gères, Bobino, Casino de Paris en Olympia. Dat was de tijd van Joséphine-in-het-ba- nanenrokje, die met explosieve levenslust de provinciaalste provinciaal in vuur en vlam zette en waar ieder Nederlands bruidspaar op huwelijksreis in Parijs naar ging kijken, getuige het niet erg verheven, maar wel demonstratieve lied: „Ik ben in Parijs geweest, het was er een reuze feest. 'k Heb er de Moulin Rouge gezien. 'k Heb er gedanst met Josefien!" Wat zingen betreft, Parijs ontdekte al gauw, dat Joséphine niet alleen fraaie dansbenen maar ook een stem had, een licht-gevoileerd onweerstaanbaar geluid, dat de liedjes de wereld instuurde, die iedereen floot, de visitekaartjes voor de ge legenheden dat Joséphine zelf kwam, ook naar Nederland, waar zij hoewel iets warmer aangekleed dan in Parijs het publiek net tot een aangename graad wist te choqueren. „Nu", zei Joséphine mij, „is dat allemaal afgelopen. Ik ben vijftig jaar en heb geen zin straks van het toneel gekeken te wor den". Hoewel Paris-presse snedig opmerk te, dat zij een leeftijd heeft, waarop de meeste andere vrouwen nog ingénue-rol- len spelen, is Joséphine inderdaad ouder geworden. Haar figuur mag nog zo buig zaam zijn als vroeger, het gezicht schuilt achter een wat tragisch masker van een dikke laag make-up. En bovendien wacht haar in haar huis in Dordogne, bij Bor deaux een levenstaak. Daar wonen name lijk de zeven weeskinderen van alle kleu ren en rassen, die zij en Jo Bouillon heb ben geadopteerd om te bewijzen, dat ras- gevoelens onzin zijn. Joséphine heeft daar wel reden voor, want het Amerikaanse ne gerinnetje, dat Parijs aan haar voeten bracht, werd een paar jaar geleden uit een New-Yorks restaurant gezet, omdat de Amerikanen haar wel op het toneel wilden bejubelen, maar niet met haar aan tafel willen zitten. En daarom zingt Joséphine nu in „Dans mon village",, dat zij zeven kinderen heeft „een met de kjeur van de zon en een met die van de sneeuw en een met die van de nacht". En zij zingt dat al die kinderen haar even dierbaar zijn en dat zij hoopt dat ook zij op een goede dag zullen kunnen zingen: „J'ai deux amours, mon pays et Paris". Want de stad en het land, die haar zo'n glorieus afscheid bereidden, zijn Joséphi nes liefste onderwerpen. Haar gezicht bloeide weer op, toen zij er mij gisteren over sprak: „Parijs heeft een ruime geest. Hier kunnen mensen, die toevallig niet blank zijn. ook Ieren wat zelfbewustheid is. Alle gekleurde mensen zijn hier geluk kig. Wat ze Frankrijk ook naar het hoofd kunnen gooien, het heeft meer dan wie ook gevoel voor menselijke waardigheid. Parijs heeft mij g e m a a k tIk zal het tot mijn laatste ademtocht dankbaar zijn". De tweeduizend toeschouwers hebben dinsdagavond in Olympia wel waar voor hun vijfduizend francs gekregen. Want na het optreden van de afscheidnemende ar tiste kwamen er andere, niet minder ge vierde dienaren van de lichte muze op het podium, die met hun bijdrage de scheiden de collega huldigden: Eddie Constantine en zijn dochter Tania onder meer vermomd als Al Jonson Gilbert Bécaud en vele, vele anderen, met als hoogtepunt het op treden van de troepen van de drie be roemdste revue's van Parijs: Folies Ber gères, Casino de Paris en het Lido. Het huldigingsprogramma werd van kwart voor elf af uitgezonden door Radio- Europa nr. I, het was om half twee des nachts nog lang niet ten einde. GENèVE (ANP en U.P.) De Belgische minister voor de Buitenlandse Handel, Victor Lareck. heeft in de bijeenkomst van dc Economische Commissie, voor Europa van de UNO (E.C.E.) aangedrongen op een zo groot mogelijke ontwikkeling van de handel tussen oost en west, in het- weder zijdse belang van beide delen van Europa. Hij verklaarde, dat slechts weinigen in het westen de mogelijkheid ontkenden van een verbetering der betrekkingen tussen oost en west. Volgens de minister moest de nieuwe Russische politiek worden toegejuicht. De ontwikkeling van de handel zou vergemak kelijkt kunnen worden door uitwisseling en voorlichting over handelsmogelijkheden door een vruchtbaarder contact tussen zakenlieden en door het bereiken van een groter bewegelijkheid op het gebied van handel en betalingen. De tweede dag van de jaarlijkse verga dering van de E.C.E. is dinsdag zonder algemeen debat, met de bespreking van een aantal rapporten van verschillende com missies verlopen. Hierbij toonden de lan den van achter het ijzeren gordijn opmer kelijke bereidheid, hun technische kennis uit te wisselen met de overige landen. Bij herhaling boden de Sovjet-Unie en andere communistische landen aan, wederzijdse uitwisseling van gegevens over economi sche en technische vraagstukken in te voeren. Verder vroegen de communistische lan den om beraadslaging over tientallen nieuwe onderwerpen door de commissies, en boden aan deskundigen te laten komen. BINNENLAND Automatisering. Het Nederlands Insti tuut voor Efficiency zal binnenkort een veel zijdig samengestelde studiegroep oprichten, die een onderzoek zal instellen naar de maat schappelijke consequenties van de toenemen de industriële automatisering. Er is een tech nische voorbereidingscommissie geïnstalleerd, waarvan ir. E. Hijmons uit Laren voor zitter is. In België omgekomen. Bij een ontplof fing in een drogerij in Antwerpen is een aldaar werkzame Nederlandse arbeider, de 55-jarige W. G., die ook te Antwerpen woon achtig was. om het leven gekomen. Hij werd ernstig gewond bij de brand, die na de ont ploffing ontstond. In een ziekenhuis is hij aan zijn brandwonden bezweken. Eerste steen gelegd. In Amersfoort heeft mgr. dir. A. Rinkel, Oud-Katholiek bisschop van Utrecht, de eerste steen gelegd van het Oud-Katholiek seminarie, dat aan de Ko- nioigin Wilihelminalaan in aanbouw is. Onder de talrijke oud-katholieke geestelijken uit Nederland waren de deken, van Utrecht, prof. B. A. van Kleef, die de akte van de plechtige steenlegging voorlas, de bisschop van Haar lem, mgr. J. van Oord en de deken van Haarlem, pastoor C. F. Nieuwenhuyzen. HAARLEM EN OMGEVING Pro Ecclesia. De R.K. Openbare Lees zaal en Bibliotheek in Amsterdam heeft het feit herdacht, dat zij vijfentwintig jaar gele den werd opgericht. Ter gelegenheid hiervan is de directrice, mej. E. M. Damen, die van de oprichting af de R.K. Openbare Leeszaal en Bibliotheek heeft geleid, onderscheiden met het pauselijk erekruis „Pro Ecclesia et Pontifice". Geen spreekuur. De burgemeester van Heemstede zal vrijdag geen spreekuur houden. Anti-vivisectie. Dinsdagavond 17 april zal in het gebouw „Theosofia", Nassauplein 8 in Haarlem, een korte lezing gehouden worden over het vivisectievraagstuk door de heer W. Groen, chef pers- en publiciteitsza- ken van de anti-vivisectie-stichting in Den Haag. Er worden' bovendien nog drie korte filmpjes vertoond. Beëdigd. Als advocaat en procureur bij de rechtbank te Haarlem werd dinsdag 10 april beëdigd: mr. A. W. Luikinga te Haar lem, kantoorhouder) de te Haarlem, Jans straat 75. Jodika. De afdeling Haarlem-Centrum van de Nederlandse Christen vrouwenbond hoopt op maandagavond 16 april haar maan delijkse vergadering te houden in het wijk- gebouw Ged. Oude Gracht 104. Mevrouw J. van Vlietde Lange uit Amsterdam zal spreken over het onderwerp: „Jodika, de moeder van Augustinus". Kantklossen. Ook dit jaar zal de Kant- klosschool uit Amsterdam een demonstratie geven in Haarlem en wel vrijdagavond in gebouw Cultura aan de Jansstraat. DJAKARTA (ANP) De mogelijkheid bestaat, dat Indonesië zal proberen het ge schil met Nederland over westelijk Nieuw- Guinea dit jaar weer voor de UNO-Assem- blée te brengen, aldus menen politieke waarnemers in Djakarta. De kwestie is ook in 1955 en in 1954 op de agenda geweest. Desgevraagd verwees een woordvoerder van 'de' regering naar de 'regeringsverkla ring, waarin wordt gezegd, dat de „anti- koloniale machten moeten worden gemobili seerd voor de strijd van Indonesië ten aanzien van West-ïrian. Dit principe zal verder met de Aziatische en Afrikaanse landen, die de conferentie in Bandung heb ben bijgewoond worden uitgewerkt en zeker ook in de UNO, aldus de woord voerder. ADVERTENTIE Reeds meer dan 50 jaar do Bougie voor iedere motor Imp.. N.V. Willem van Rijn HAARltMMERWf G US'- AMSIfRDAMW - lil. (rtjtl IPNIN) HAARLEM. .10 april 1956 ONDERTROUWD: 10 april, C. de Zeeuw en Th. Nouwens; J. B. Wijnants en J. M. Chr. A. Spee; R. de Vos en P. van Hengel; C. O. van dier Peet en A. M, van Hoften. GEHUWD: 10 april, J. W. Chr. Feller en Chr. A. Timmer. BEVALLEN van een zoon: 9 april, T. H. Vermeulenvan Gend; 10 april, J. C. Krui- zingaAalders: A. C. G. Groot—Feenstra. BEVALLEN van een dochter: 7 april, M. Jansende Graaff; 8 april, Th. Timmer— Gieske; W. Chr. Allewijn—de Jonge, 9 april, I. M. van ParadijsKok; J. HaanDollé; M. van de WaterDammiaans; M. A. van Hoe- selKroone; H. BerndsenRoose: 10 april, J. P. Roorda—Volkmaars; C. M. Hartman— Tolenaars. OVERLEDEN: 7 april, H. H. Bos, 76 j„ Maerten van Heemskerkstraat; P. J. Bes. 74 j., De Witstraat; 8 april, G. J. Koorn, 58 j., Solostraat; H. K. W. Hendricks, 2 m., Welte vredenplein; M. C. J. SprenkelsHessels, 70 j., Schoterweg; G. Seger, 67 j„ Hazepaters- laan; J. Kemper—Bank, 58 j., Colensostraat; 9 april, J. Vol'laard, 63 j., Marnixstraat; J. S. R. Perrin, 59 j., Jansstraat: J. H. C. van der OordGerhard, 80 j„ Leidsevaart; 10 april. C. A. de Quaasteniet, 59 j„ Rijksstraatweg. Directie: „met Kerstmis reeds twee percent uitgekeerd" Onder de arbeiders van de Emballage fabrieken en Houthandel N.V. aan de Sta- dionweg te Rotterdam is een vrijwel alge mene staking uitgebroken; 325 man per soneel is er bij betrokken, alsmede een honderdtal werklieden van de N.V. Eve rest aan de Nassauhaven, een dochteronder neming. Het gaat hier om de welvaarts uitkering van 3 percent. De directie stelt zich op het standpunt dat zij voor de kerstdagen reeds 2 percent heeft uitgekeerd en men dus slechts recht heeft op 1 per cent, doch de werknemers nemen daarmee geen genoegen. In een vanmorgen gehouden stakingsvergadering is besloten, de strijd voort te zetten en te trachten andere be drijven in de actie te betrekken. Ballonvaarders. De ballonvaarders van de Koninklijke Nederlandse Vereniging voor Luchtvaart zijn uitgenodigd door de Ierse zustervereniging om deel te nemen aan het door die vereniging te organiseren luchtfeest op 20 en 21 mei aanstaande. ADVERTENTIE Een friction PETROLE HAHN wordt aanbevolen vóór Uw permanent of vóór Uw watergolf. Discreet geparfumeerd. PETROLE HAHN garandeert gezond, soepel en zijdeachtig haar, vergemakkelijkt het kappen. Verlang het bij Uw kapper. tegen haaruitval en hoofdroos, IMP.: N.V. GROOTHANDEL IN PARFUMERIEËN TOILETARTIKELEN v/h FIRMA A. MAAS O.Z. VOORBURGWAL 239 AMSTERDAM Nooit zijn wij zo dicht bij een wederge boorte van de tragedie geweest als met „Deirdre of the Sorrows" van John Mil- lington Synge uit 1909, het sterfjaar van deze geniale Ierse schrijver, wie het niet vergund was aan dit ambitieuze werk de laatste hand te leggen. Men moet het stuk lezen om er de geweldige schoonheid van te beseffen. Uit de dinsdag in de Haarlem se Schouwburg door de toneelgroep „Thea ter" gegeven voorstelling onder de titel „Deirdre en de zonen van Usna" is daar weinig of niets van gebleken. Dit gedra matiseerde verhaal uit de Keltische mytho logie, in ons land ook bekend geworden door de verdichting in proza van A. Roland Holst, is geregisseerd door Erik Vos, die als eerste een speciale opleiding tot met- teur-en-scène aan de Toneelschool genoot Lies Franken en Ton Kuyl als Deirdre en Naisi. en met zijn „proefwerken" hoge verwach tingen wekte. Hij heeft voor dit officiële debuut zelf het stuk en de spelers mogen kiezen. Het is - behalve dan voor het pu bliek - niet zo erg dat hij uit eigen wil de dupe werd van een dubbel misverstand, want men leert vaak meer uit zijn misluk kingen dan uit zijn successen. In het gedenkboek van het in 1938 in het Abbey Theatre te Dublin gehouden festival schreef Frank O'Conner onder meer: „Zelfs in Ierland missen wij thans de naakte kracht om de door Synge opge roepen majesteit van de natuur te doen heersen". Met Nederlandse tonelisten lijkt dit nog minder mogelijk, al zou het mis schien de moeite hebben geloond een kans te wagen met Albert van Dalsum als re gisseur en Elisabeth Anderen of Sigrid Koetse in de titelrol, met bijvoorbeeld Coen Flink als tegenspeler. Het zij mij vergeven, dat ik de hele avond de neiging niet heb kunnen onderdrukken het spel in gedachten anders te bezetten en gedroomd te regisseren, want waarlijk: wij onder vonden een groot en diep tekort. Bij de toegepaste versobering en mo 'erne speel- trant kwam er immers van de oorspron kelijke schepping zelfs geen schijn van grootheid terecht. Deze zwanezang van Synge is een machtige, romantische droom. Het is de taak van de regisseur, heeft Gas ton Baty eens gezegd, op het toneel te her stellen wat er van het ideale beeld tijdens het schrijven verloren ging. Erik Vos had de onmogelijkheid hiervan onder de gege ven verhoudingen moeten inzien. „Deirdre en de zonen van Usna" is de legendarische geschiedenis van Felims dochter, door opperkoning Conchubor be stemd tot zijn vrouw en daartoe in vol strekte afzondering grootgebracht, die zich verenigt met de knappe en moedige Naisi, wetend dat zij daarmee haar noodlottige ondergang kiest. Het stuk heeft de ruige, barbaarse pracht van „Koning Lear" en herinnert tevens aan „Macbeth" door het intense voorgevoel van naderend onheil, dat zich evenals in Shakespeare's tragedie het eerst kenbaar maakt - afgezien van de in beide gevallen voorkomende profetie door helderziende vrouwen - door een kloppen op de deur. En aan „Romeo en Julia" denkt men door de overeenkomstige triomf van de liefde over de dood, in de schaduw waarvan zij tot onvergelijkbare bloei geraakt. Men zou het thema als volgt kunnen interpreteren als: het is beter in volstrekte schoonheid te sterven dan le vend in langzame vereenzaming te ver bitteren. Waarlijk: sinds Shakespeare is er in het theater geen aangrijpender en hevi ger liefdeslyriek te beluisteren geweest. Men besefte daar iets van tijdens het op treden van de boodschappers in het tweede bedrijf - met de lange gestalte van de luisterende titelheldin, onbewegelijk in haar sublieme kracht ondanks de weten schap van haar doem. Maar het heeft geen zin een wellicht onbereikbare vertoning te bespreken, waarmee men zelfs geen vage gelijkenis te zien heeft gekregen. Wie heeft het bul deren van de oceaan gehoord, de ruwe gloed van de heide of de mystieke duister nis van de wouden gezien? Als moderne mensen 't geloof in de romantische sferen missen, laten zij daar dan buiten blijven, ook al gevoelen zij wellicht de behoefte aan elementaire sensaties en magische ver beeldingskracht. Men kan dit alles niet nabootsen met naturalistische middelen, te minder in een werk waaruit blijkt dat de schrijver zich daar ver boven verheven heeft. In vroegere stukken - zoals „De held van het westen" - van Synge is de beeld spraak (uit de volksmond opgetekend en geurend en sappig als noten en vruchten) als schilderachtige illustratie gebruikt. Hier is de taal deel van de handeling geworden, helder en direct. In het keurige, verzorgde Nederlands van Inez van Dulleman is alle „van verre treffende" afstand verloren ge raakt. Misschien heeft men een jaar nodig om equivalenten voor de eigenaardigheden van het gebezigde idioom te vinden - wel nu, dan had men daar een jaar of langer voor moeten nemen. Aan vereenvoudiging en intimiteit heeft men geen zier, inte gendeel. Het gevolg van de thans gevolgde werkwijze was een verburgerlijking, die alle romantiek bedreigt, in lijnrechte te genspraak met de gedramatiseerde motie ven. Dit werd nog verergerd door de onbe nullige en volstrekt stemmingsloze decors en de belachelijke costuums, die een zekere B. A. Bennema heeft ontworpen. Deirdre's lyriek is stem geworden natuur, maar Lies Franken was een welopgevoed meisjes dat poëzie uit een album liep voor te dragen. Zij verleende wel innigheid aan de rol, maar geen pathos. Tot toepassingen van psychologie bestaat geen enkele aanleiding. Het gebrek aan allure van haar en Naisi werd nog opvallender door de mise-en- scène. die nu en dan op een ordentelijke huiskamer berekend leek te zijn. Geen moment heb ik geloofd in „een liefde zoals er geen tweede bestond". Zelfs de stem men waren niet vast genoeg. De zonen van Usna, glorieus in heel Ulster vermaard, verschenen als drie slungels ten tonele. Ton Kuyl leek een slanke worstelaar met puberteitsproblemen. Merkwaardig was het Jacques Snoek als Conchubar te horen zeggen: „Vergeet niet dat ik de koning ben!" - want hij liet het zelf de toeschou wers in de zaal vergeten, door een gebrek aan autoriteit en de toon van een boet- predikant in plaats van die van „een man wiens wil wet is". De slotscène bij het graf achter het gordijn was eenvoudig ridicuul. Alleen Willy Haak gaf als de voedster Lavatcham enkele'vlagen van de gewenste toon te beluisteren. Ook Wim Kouwenho- ven als de waanzinnig wordende spion was niet slecht. Dit werk van een auteur, die door Yeats eens ..Sofocles en Aeschylus in één per soon" werd genoemd, had beter ongespeeld kunnen blijven. Het is geen voorstelling van een tragedie geworden. De voorstelling zelf was een tragedie - maar misschien één met een gelukkige afloop, als zij na melijk de onmiskenbaar begaafde Erik Vos zich van zijn beperkingen bewust heeft gemaakt, welk inzicht voor het bereiken van het meesterschap noodzakelijk is. DAVID KONING. ADVERTENTIE LONDEN (United Press) Volgens de Praagse correspondent van de Daily Tele graph heeft Tsjechoslowakije in het ge heim aan Joegoslavië volledige en forme le verontschuldigingen aangeboden wegens alle ongegronde beschuldigingen van de Tsjechoslo waakse communisten aan het adres van president Tito. De excuses zijn mondeling overgebracht via normale diplo matieke kanalen. Volgens de correspondent zeggen de Tsjechen, dat zij thans weten dat Joegosla vië geen aandeel heeft gehad in de affaires Slansky (de vroegere Tsjechische partij secretaris) en Clementis (de vroegere mi nister van Buitenlandse Zaken). Beiden zijn in 1952 terechtgesteld wegens „Tito- isme en spionage". Er is verzocht alle toe spelingen in de akten van beschuldiging op een leidende rol van Joegoslavië in de twee samenzweringen te beschouwen als te zijn ingetrokken. Toen gevraagd werd waarom de valse beschuldigingen zo uit voerig waren, hebben de Tsjechische lei ders geantwoord dat hun fouten het ge volg waren van een algemene „spionage- hysterie", die Stalin vier jaar geleden ver oorzaakte. Hij was er van overtuigd dat een imperialistische atoomaanval op het punt stond te beginnen, zo werd gezegd. Volgens de correspondent werden de ex cuses gemaakt voor de zitting die het Tsjechische centrale partijeomité vorige maand heeft gehouden. Een zorgvuldig be werkt verslag van die zitting wordt thans aan het Tsjechische volk voorgezet. Joe goslavië wenst dat de Tsjechische houding vroeger of later openbaar gemaakt zal wor den, maar heeft niet aangedrongen op on middellijke openbare verklaring. Joegosla vië laat aan de Tsjechen over wanneer en hoe de openlijke genoegdoening zal ko men. Dit verklaart vermoedelijk dat in de laatste redevoering van de eerste secretaris van de Tsjechische communistische partij, Novotny, niet gerept is over de zaken Slansky en Clementis. COLOMBO (United Press) Het ver enigde volksfront heeft bij de verkiezingen op Ceylon de absolute meerderheid be haald. Het volksfront van Solomon Banda- ranaike staat een neutrale politiek van Ceylon voor, wenst geen aansluiting bij de Zuid-oost-Aziatische Verdedigingsorgani satie en is niet geestdriftig voor een voort zetting van de huidige betrekkingen tot het Britse Gemenebest. Bandaranaike heeft reeds eerder aange kondigd, dat hij voornemens is geleidelijk de buitenlandse belangen bij de thee en rubber van Ceylon te nationaliseren. Ook de positie van de Britse vloot en luchtba- ses op Ceylon is door deze ontwikkeling zeer wankel geworden. KATMANDOE (Reuter) In Katman- doe wordt zondag een Sovjet-functionaris met de rang van consul verwacht. In wel ingelichte kringen vermoedt men dat dit bezoek verband houdt met de verklaring van de premier van Nepal, Tanka Prasad, dat Nepal voor het vijf-jarenplan tot ont wikkeling van het land hulp van alle be vriende landen, ook van communistisch China en de Sovjet-Unie, zal aannemen, als er aan deze hulp geen bijzondere voor waarden verbonden zijn. Dinsdag heeft de premier verklaard dat hij overweegt de communistische partij weer wettig te verklaren. De partij werd in 1952 verboden wegens medeplichtigheid aan een mislukte opstand. Eerste mededelingen over de vondsten hij Nag Hamadi Dinsdagavond, vooravond van de viering van het 64ste lustrum van de Rijksuniver siteit te Utrecht, heeft prof. H. Ch. Puech hoogleraar in de Godgeleerdheid aan het Collége de France een rede uitgespro ken tijdens een lustrumsamenkomst, be legd naar aanleiding van de opening van de tentoonstelling van papyrusrollen, die on langs door de universiteit zijn gekocht. Prof. Puech, een van de zes geleerden aan wie op donderdag een eredoctoraat zal worden verleend, maakte voor het eerst bijzonderheden bekend over de jongste vondsten te Nag Hamadi. de „Woorden van Jezus". Hij schonk Utrecht deze primeur als een dankbetuiging en een bewijs van eer aan de universiteit. Prof. Puech zei dat zijn ontdekking van het geschrift „De Woorden van Jezus" (of wel „Het Evangelie van Thomas") min of meer sensationeel is en schetste, hoe de stand van het probleem was voor zijn ont dekking van de volledige collectie der „Lo- gia Jesou". In het bijzonder wijdde hij aandacht aan een aantal papyri met frag menten der „Logia Jesou" in het Grieks, dat in 1903 te Oxrrhynchos in Egypte werd gevonden.. Eén daarvan, no. 654, acht hij van bijzonder belang: zij dateert uit het begin van de derde eeuw en bevat vijf „Woorden" met een kleine inleiding. He laas zijn deze papyri zeer geschonden. Tal van reconstructies zijn door uitstekende geleerden beproefd. „Thans krijgen we echter", aldus prof. Puech, „een volledige nieuwe belichting van het probleem". In 1945 werd te Nag Hamadi in Opper-Egyp- te een gnostische bibliotheek gevonden, welke ongeveer 48 onbekende geschriften bevatte. De spreker heeft ontdekt dat een daarvan, bestaande uit enige tientallen bladzijden, een volledige tekst bevat van de „Woorden van Jezus" in het Koptisch. Dit geschrift draagt in zijn koptische ver taling de titel .Evangelie van Thomas" en begint aldus: „Dit zijn de geheime woorden, die Jezus de Levende gesproken heeft en welke Di- dymus Judas Thomas opgeschreven heeft". Dit is precies de inhoud van de Papyrus Oxvrrhynchos 654; de volledige „Logia Je sou" zijn volgens de spreker dus ontdekt. Hij acht het nu mogelijk om de verminkte passage van de reeds bekende fragmenten met volkomen zekerheid te herstellen. Het blijkt, dat de aanvullingen der geleerden bijna alle onjuist waren, aldus prof. Puech. Hij gaf daarna een korte analyse van de inhoud, welke bestaat uit spreuken, zalig sprekingen. gelijkenissen en antwoorden op vragen waarin geen enkel plan is te be speuren. De verzameling „Woorden van Jezus" is volgens hem in ieder geval ouder dan de derde eeuw en waarschijnlijk ge schreven tussen 130 en 140 na Christus. Er is niets speciaal gnostisch in. Waarschijn lijk was de oudste vorm van dit geschrift niet gnostisch, maar kerkelijk min of meer orthodox, aldus prof. Puech. SEOEL (Reuter). De Zuidkoreaanse re gering heeft verklaard, dat dinsdag „meer dan vijf" soldaten uit Noord-Korea de de marcatielijn overschreden hebben en ten noorden van Seoel een Zuidkoreaanse stel ling hebben aangevallen. Er ontstond een vuurgevecht. De Noord-Koreanen trokken zich later terug. De Zuid-Koreanen nemen aan dat de in dringers Chinezen waren. Een woordvoerder van de UNO-bestandscommissie zei slechts te weten van op de stelling gerichte schoten. „Er is nog geen oorlog aan de gang vuui zover wij weten", zo voegde hij er aan toe.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1956 | | pagina 11