BOSCH
PETROLE HAHN
TAXI 18000
parijs bereidde Joséphine Baker
een glorieus afscheid
SPimUDK
Kort en bondig
„Deirdre en de zonen van Usna"
Adieu a Josephine
Voor het laatst: J'ai deux Amours
Diefstal of vergissing
Haarlemse kelner in
beroep voor het Hof
Onweerstaanbaar geluid
Liefste onderwerpen
Belgisch pleidooi voor
handel Oost-West
Nieuw-Guinea weer op de
agenda der UNO-
Assemblée?
Burgerlijke Stand
van Haarlem
Staking bij ENKA voor
3 pet. welvaartsuitkering
OM GOED GEKAPT TE ZIJN
Tsjechische excuses aan
president Tito?
Joegoslavië staat buiten
politieke processen
Ceylon zwaait naar links
Sovjet-vertegenwoordiger
naar koninkrijk Nepal
Prof. Puech te Utrecht
Volledige tekst van de
„Woorden van Jezus"
ontdekt
Grensincident in Korea
WOENSDAG 11 APRIL 1956
HAARLEMS DAGBLAD OPRECHTE HAARLEMSCHE COURANT
(Van onze correspondent in Parijs)
„Tout Paris", heel Parijs, zoals dat heet, heeft dinsdagavond in de music-hall Olym-
'pia afscheid genomen van de vrouw, die al was zij Amerikaanse, even „Parijs" was
als de Eiffel toren en de Are de Triomphe: Joséphine Baker.
In een programma, dat bezet was met louter sterren, speelden alle negermusici van
parijs onder leiding van Sidney Bechet „J'ai deux amours", las Jean Cocteau namens
de stad Parijs een afscheidsboodschap voor in een zaal vol generaals en ballerina's,
schilders en bankiers, grijze bon-vivants en gewone Parijzenaars, die er hun laatste
francs aan hadden gespendeerd. En in een ereloge op het toneel nam Joséphine, nadat
zij voor het laatst „La petite Tonkinoise" en J'ai deux amours" en „Dans mon vil
lage" had gezongen, met tranen in de ogen de hulde in ontvangst van de grote stad,
die van het danseresje uit St. Louis in de Verenigde Staten, de gevierde revuester
heeft gemaakt.
Met Joséphine Baker heb ik in haar kleed
kamer een tijdje zitten praten. Een rustig
gesprek was het niet, want de matinée ging
voort. Negers en Zuid-Amerikanen, rol-
schaatsenrijders, electriciëns en gooche
laars renden door de gangen of schoten de
bar van Mimi binnen om een glaasje Per
nod te halen en Joséphines echtgenoot, de
musicus Jo Bouillon, stak om de minuut
een verward hoofd om de deur om te ver
tellen dat er weer oude en nieuwe bewon
deraars stonden te popelen om binnen te
dringen. Maar het leven van Joséphine is
ADVERTENTIE
fleScWnW«""
'n Moscatel
Geïmporteerd door QUD-Haarlem
„Komt u bekennen?" vroeg dinsdagmid
dag de president van het Amsterdams ge
rechtshof, mr. E. H. F. Schaeck Mathon,
aan een- Haarlemse kelner, die in beroep
was gekomen tegen een politierechtervon-
nis wegens diefstal uit een zelfbedienings
winkel.
„Nee, hoogedelachtbare," antwoordde
deze, „ik wil best erkennen, dat ik een fout
heb gemaakt, maar diefstal is echt niet bij
me opgekomen." Hij was op 10 oktober van
het vorig jaar tot een boete van 40 sub
sidiair 12 dagen veroordeeld, omdat hij na
het doen van inkopen in een Haarlemse
zelfbedieningszaak bij het afrekenen aan
de kassa waren zou hebben achtergehou
den, die hij in een meegebrachte tas ge
stoken had inplaats van in het daartoe be
stemde mandje. Twee getuigen, de winke
lier en een verkoopster, hadden dit voor de
politierechter als getuigen verklaard en de
winkelier had daaraan nog toegevoegd, dat
hij de kelner al eerder had gewaarschuwd.
In zijn pleidooi had de raadsman van de
kelner, mr. J. Roggeveen, de aandacht ge
vestigd op een schikkingsvoorstel van de
winkelier tegenover de kelner, waarbij
deze werd uitgenodigd het dubbele van de
waarde der niet betaalde levensmiddelen
te vergoeden omdat anders de politie erin
gemoeid zou worden. De kelner had dit
geweigerd, waarop er politiewerk van ge
maakt zou zijn. Volgens de verklaringen
van de kelner zelf zou deze het schik
kingsvoorstel afwijzend dadelijk op het
ontbieden van de politie hebben aangedron
gen omdat hij zich onschuldig wist. De
toedracht zou namelijk naar hij thans voor
het hof uiteenzette, aldus zijn geweest: hij
was op verzoek van zijn vrouw op een
zaterdagmorgen boodschappen in deze zaak
gaan doen, maar had het briefje waarop
deze vermeld stonden thuis laten liggen.
Een beetje afwezig doordat hij zich die
hele dag niet goed voelde en omdat hij zich
moest trachten te herinneren wat er op dat
briefje had gestaan, was hij de winkel bin
nengegaan, met voorbijzien van de 'voor de
inkopen bestemde mandjes, waarvan het
gebruik overigens niet verplicht was. Hij
had al een hele rondgang gemaakt en daar
bij enige waren in zijn tas gestopt toen hij
in de buurt van de kassa de mandjes ont
dekte. Hij nam er een en deed daar de rest
van de boodschappen in. In een soort ver
strooidheid zeide hij te hebben toegezien,
dat de waren in zijn mandje op de kassa
werden aangeslagen. Hij bevond zich daar
volgens zijn zeggen namelijk nog niet om
te betalen. Zijn aandacht was pas op de
inhoud van zijn tas gevestigd toen een dei-
verkoopsters deze spullen daarin wilde
doen en daarbij op de andere, nog niet be
taalde, was gestuit. Toen was de winkelier
er dadelijk bijgehaald.
De procureur-generaal, mr. J. F. Hoef-
felman, achtte de mededeling van de kel
ner, dat hij de gehele dag al niet lekker
was „een nieuw smoesje," maar de presi
dent vestigde er zijn aandacht op dat de
kelner dit ook al eerder verklaard had.
De president bleef overigens het hele geval
nogal merkwaardig vinden, vooral voor een
kelner, die toch een geoefend geheugen
moest hebben. Op zijn vraag aan de op
nieuw als getuige gehoorde winkelier, op
grond waarvan deze de kelner verdacht,
antwoordde hij, dat diens gedrag al eerder
argwaan had gewekt. „We herkennen die
lui altijd aan hun manier van doen," zo
zeide de winkelier.
Voor het horen van een volgende getuige,
een vroegere verkoopster in dit bedrijf,
werd vervolgens deze zaak aangehouden tot
15 mei om tien uur
nooit bepaald rustig geweest, van de dag af
(in 1925) dat zij met de Amerikaanse troep
„The blackbirds" in Parijs debuteerde. Dat
was meteen de triomf. „La Baker" bleef,
danste in de Moulin Rouge, de Folies Ber
gères, Bobino, Casino de Paris en Olympia.
Dat was de tijd van Joséphine-in-het-ba-
nanenrokje, die met explosieve levenslust
de provinciaalste provinciaal in vuur en
vlam zette en waar ieder Nederlands
bruidspaar op huwelijksreis in Parijs naar
ging kijken, getuige het niet erg verheven,
maar wel demonstratieve lied:
„Ik ben in Parijs geweest,
het was er een reuze feest.
'k Heb er de Moulin Rouge gezien.
'k Heb er gedanst met Josefien!"
Wat zingen betreft, Parijs ontdekte al
gauw, dat Joséphine niet alleen fraaie
dansbenen maar ook een stem had, een
licht-gevoileerd onweerstaanbaar geluid,
dat de liedjes de wereld instuurde, die
iedereen floot, de visitekaartjes voor de ge
legenheden dat Joséphine zelf kwam, ook
naar Nederland, waar zij hoewel iets
warmer aangekleed dan in Parijs het
publiek net tot een aangename graad wist
te choqueren.
„Nu", zei Joséphine mij, „is dat allemaal
afgelopen. Ik ben vijftig jaar en heb geen
zin straks van het toneel gekeken te wor
den". Hoewel Paris-presse snedig opmerk
te, dat zij een leeftijd heeft, waarop de
meeste andere vrouwen nog ingénue-rol-
len spelen, is Joséphine inderdaad ouder
geworden. Haar figuur mag nog zo buig
zaam zijn als vroeger, het gezicht schuilt
achter een wat tragisch masker van een
dikke laag make-up. En bovendien wacht
haar in haar huis in Dordogne, bij Bor
deaux een levenstaak. Daar wonen name
lijk de zeven weeskinderen van alle kleu
ren en rassen, die zij en Jo Bouillon heb
ben geadopteerd om te bewijzen, dat ras-
gevoelens onzin zijn. Joséphine heeft daar
wel reden voor, want het Amerikaanse ne
gerinnetje, dat Parijs aan haar voeten
bracht, werd een paar jaar geleden uit een
New-Yorks restaurant gezet, omdat de
Amerikanen haar wel op het toneel wilden
bejubelen, maar niet met haar aan tafel
willen zitten. En daarom zingt Joséphine
nu in „Dans mon village",, dat zij zeven
kinderen heeft „een met de kjeur van de
zon en een met die van de sneeuw en een
met die van de nacht". En zij zingt dat al
die kinderen haar even dierbaar zijn en dat
zij hoopt dat ook zij op een goede dag
zullen kunnen zingen: „J'ai deux amours,
mon pays et Paris".
Want de stad en het land, die haar zo'n
glorieus afscheid bereidden, zijn Joséphi
nes liefste onderwerpen. Haar gezicht
bloeide weer op, toen zij er mij gisteren
over sprak: „Parijs heeft een ruime geest.
Hier kunnen mensen, die toevallig niet
blank zijn. ook Ieren wat zelfbewustheid
is. Alle gekleurde mensen zijn hier geluk
kig. Wat ze Frankrijk ook naar het hoofd
kunnen gooien, het heeft meer dan wie
ook gevoel voor menselijke waardigheid.
Parijs heeft mij g e m a a k tIk zal het tot
mijn laatste ademtocht dankbaar zijn".
De tweeduizend toeschouwers hebben
dinsdagavond in Olympia wel waar voor
hun vijfduizend francs gekregen. Want na
het optreden van de afscheidnemende ar
tiste kwamen er andere, niet minder ge
vierde dienaren van de lichte muze op het
podium, die met hun bijdrage de scheiden
de collega huldigden: Eddie Constantine en
zijn dochter Tania onder meer vermomd
als Al Jonson Gilbert Bécaud en vele,
vele anderen, met als hoogtepunt het op
treden van de troepen van de drie be
roemdste revue's van Parijs: Folies Ber
gères, Casino de Paris en het Lido.
Het huldigingsprogramma werd van
kwart voor elf af uitgezonden door Radio-
Europa nr. I, het was om half twee des
nachts nog lang niet ten einde.
GENèVE (ANP en U.P.) De Belgische
minister voor de Buitenlandse Handel,
Victor Lareck. heeft in de bijeenkomst van
dc Economische Commissie, voor Europa
van de UNO (E.C.E.) aangedrongen op een
zo groot mogelijke ontwikkeling van de
handel tussen oost en west, in het- weder
zijdse belang van beide delen van Europa.
Hij verklaarde, dat slechts weinigen in het
westen de mogelijkheid ontkenden van een
verbetering der betrekkingen tussen oost
en west.
Volgens de minister moest de nieuwe
Russische politiek worden toegejuicht. De
ontwikkeling van de handel zou vergemak
kelijkt kunnen worden door uitwisseling
en voorlichting over handelsmogelijkheden
door een vruchtbaarder contact tussen
zakenlieden en door het bereiken van een
groter bewegelijkheid op het gebied van
handel en betalingen.
De tweede dag van de jaarlijkse verga
dering van de E.C.E. is dinsdag zonder
algemeen debat, met de bespreking van een
aantal rapporten van verschillende com
missies verlopen. Hierbij toonden de lan
den van achter het ijzeren gordijn opmer
kelijke bereidheid, hun technische kennis
uit te wisselen met de overige landen. Bij
herhaling boden de Sovjet-Unie en andere
communistische landen aan, wederzijdse
uitwisseling van gegevens over economi
sche en technische vraagstukken in te
voeren.
Verder vroegen de communistische lan
den om beraadslaging over tientallen
nieuwe onderwerpen door de commissies,
en boden aan deskundigen te laten komen.
BINNENLAND
Automatisering. Het Nederlands Insti
tuut voor Efficiency zal binnenkort een veel
zijdig samengestelde studiegroep oprichten,
die een onderzoek zal instellen naar de maat
schappelijke consequenties van de toenemen
de industriële automatisering. Er is een tech
nische voorbereidingscommissie geïnstalleerd,
waarvan ir. E. Hijmons uit Laren voor
zitter is.
In België omgekomen. Bij een ontplof
fing in een drogerij in Antwerpen is een
aldaar werkzame Nederlandse arbeider, de
55-jarige W. G., die ook te Antwerpen woon
achtig was. om het leven gekomen. Hij werd
ernstig gewond bij de brand, die na de ont
ploffing ontstond. In een ziekenhuis is hij
aan zijn brandwonden bezweken.
Eerste steen gelegd. In Amersfoort heeft
mgr. dir. A. Rinkel, Oud-Katholiek bisschop
van Utrecht, de eerste steen gelegd van het
Oud-Katholiek seminarie, dat aan de Ko-
nioigin Wilihelminalaan in aanbouw is. Onder
de talrijke oud-katholieke geestelijken uit
Nederland waren de deken, van Utrecht, prof.
B. A. van Kleef, die de akte van de plechtige
steenlegging voorlas, de bisschop van Haar
lem, mgr. J. van Oord en de deken van
Haarlem, pastoor C. F. Nieuwenhuyzen.
HAARLEM EN OMGEVING
Pro Ecclesia. De R.K. Openbare Lees
zaal en Bibliotheek in Amsterdam heeft het
feit herdacht, dat zij vijfentwintig jaar gele
den werd opgericht. Ter gelegenheid hiervan
is de directrice, mej. E. M. Damen, die van
de oprichting af de R.K. Openbare Leeszaal
en Bibliotheek heeft geleid, onderscheiden
met het pauselijk erekruis „Pro Ecclesia et
Pontifice".
Geen spreekuur. De burgemeester van
Heemstede zal vrijdag geen spreekuur
houden.
Anti-vivisectie. Dinsdagavond 17 april
zal in het gebouw „Theosofia", Nassauplein
8 in Haarlem, een korte lezing gehouden
worden over het vivisectievraagstuk door de
heer W. Groen, chef pers- en publiciteitsza-
ken van de anti-vivisectie-stichting in Den
Haag. Er worden' bovendien nog drie korte
filmpjes vertoond.
Beëdigd. Als advocaat en procureur bij
de rechtbank te Haarlem werd dinsdag 10
april beëdigd: mr. A. W. Luikinga te Haar
lem, kantoorhouder) de te Haarlem, Jans
straat 75.
Jodika. De afdeling Haarlem-Centrum
van de Nederlandse Christen vrouwenbond
hoopt op maandagavond 16 april haar maan
delijkse vergadering te houden in het wijk-
gebouw Ged. Oude Gracht 104. Mevrouw J.
van Vlietde Lange uit Amsterdam zal
spreken over het onderwerp: „Jodika, de
moeder van Augustinus".
Kantklossen. Ook dit jaar zal de Kant-
klosschool uit Amsterdam een demonstratie
geven in Haarlem en wel vrijdagavond in
gebouw Cultura aan de Jansstraat.
DJAKARTA (ANP) De mogelijkheid
bestaat, dat Indonesië zal proberen het ge
schil met Nederland over westelijk Nieuw-
Guinea dit jaar weer voor de UNO-Assem-
blée te brengen, aldus menen politieke
waarnemers in Djakarta. De kwestie is ook
in 1955 en in 1954 op de agenda geweest.
Desgevraagd verwees een woordvoerder
van 'de' regering naar de 'regeringsverkla
ring, waarin wordt gezegd, dat de „anti-
koloniale machten moeten worden gemobili
seerd voor de strijd van Indonesië ten
aanzien van West-ïrian. Dit principe zal
verder met de Aziatische en Afrikaanse
landen, die de conferentie in Bandung heb
ben bijgewoond worden uitgewerkt en
zeker ook in de UNO, aldus de woord
voerder.
ADVERTENTIE
Reeds meer dan 50 jaar
do Bougie voor iedere motor
Imp.. N.V. Willem van Rijn
HAARltMMERWf G US'- AMSIfRDAMW - lil. (rtjtl IPNIN)
HAARLEM. .10 april 1956
ONDERTROUWD: 10 april, C. de Zeeuw en
Th. Nouwens; J. B. Wijnants en J. M. Chr.
A. Spee; R. de Vos en P. van Hengel; C. O.
van dier Peet en A. M, van Hoften.
GEHUWD: 10 april, J. W. Chr. Feller en
Chr. A. Timmer.
BEVALLEN van een zoon: 9 april, T. H.
Vermeulenvan Gend; 10 april, J. C. Krui-
zingaAalders: A. C. G. Groot—Feenstra.
BEVALLEN van een dochter: 7 april, M.
Jansende Graaff; 8 april, Th. Timmer—
Gieske; W. Chr. Allewijn—de Jonge, 9 april,
I. M. van ParadijsKok; J. HaanDollé; M.
van de WaterDammiaans; M. A. van Hoe-
selKroone; H. BerndsenRoose: 10 april,
J. P. Roorda—Volkmaars; C. M. Hartman—
Tolenaars.
OVERLEDEN: 7 april, H. H. Bos, 76 j„
Maerten van Heemskerkstraat; P. J. Bes. 74
j., De Witstraat; 8 april, G. J. Koorn, 58 j.,
Solostraat; H. K. W. Hendricks, 2 m., Welte
vredenplein; M. C. J. SprenkelsHessels, 70
j., Schoterweg; G. Seger, 67 j„ Hazepaters-
laan; J. Kemper—Bank, 58 j., Colensostraat;
9 april, J. Vol'laard, 63 j., Marnixstraat; J. S.
R. Perrin, 59 j., Jansstraat: J. H. C. van der
OordGerhard, 80 j„ Leidsevaart; 10 april.
C. A. de Quaasteniet, 59 j„ Rijksstraatweg.
Directie: „met Kerstmis reeds twee
percent uitgekeerd"
Onder de arbeiders van de Emballage
fabrieken en Houthandel N.V. aan de Sta-
dionweg te Rotterdam is een vrijwel alge
mene staking uitgebroken; 325 man per
soneel is er bij betrokken, alsmede een
honderdtal werklieden van de N.V. Eve
rest aan de Nassauhaven, een dochteronder
neming. Het gaat hier om de welvaarts
uitkering van 3 percent. De directie stelt
zich op het standpunt dat zij voor de
kerstdagen reeds 2 percent heeft uitgekeerd
en men dus slechts recht heeft op 1 per
cent, doch de werknemers nemen daarmee
geen genoegen. In een vanmorgen gehouden
stakingsvergadering is besloten, de strijd
voort te zetten en te trachten andere be
drijven in de actie te betrekken.
Ballonvaarders. De ballonvaarders van
de Koninklijke Nederlandse Vereniging voor
Luchtvaart zijn uitgenodigd door de Ierse
zustervereniging om deel te nemen aan het
door die vereniging te organiseren luchtfeest
op 20 en 21 mei aanstaande.
ADVERTENTIE
Een friction PETROLE HAHN wordt aanbevolen
vóór Uw permanent of vóór Uw watergolf. Discreet
geparfumeerd. PETROLE HAHN garandeert gezond,
soepel en zijdeachtig haar, vergemakkelijkt het
kappen. Verlang het bij Uw kapper.
tegen haaruitval en hoofdroos,
IMP.: N.V. GROOTHANDEL IN PARFUMERIEËN TOILETARTIKELEN v/h FIRMA A. MAAS
O.Z. VOORBURGWAL 239 AMSTERDAM
Nooit zijn wij zo dicht bij een wederge
boorte van de tragedie geweest als met
„Deirdre of the Sorrows" van John Mil-
lington Synge uit 1909, het sterfjaar van
deze geniale Ierse schrijver, wie het niet
vergund was aan dit ambitieuze werk de
laatste hand te leggen. Men moet het stuk
lezen om er de geweldige schoonheid van
te beseffen. Uit de dinsdag in de Haarlem
se Schouwburg door de toneelgroep „Thea
ter" gegeven voorstelling onder de titel
„Deirdre en de zonen van Usna" is daar
weinig of niets van gebleken. Dit gedra
matiseerde verhaal uit de Keltische mytho
logie, in ons land ook bekend geworden
door de verdichting in proza van A. Roland
Holst, is geregisseerd door Erik Vos, die
als eerste een speciale opleiding tot met-
teur-en-scène aan de Toneelschool genoot
Lies Franken en Ton Kuyl als
Deirdre en Naisi.
en met zijn „proefwerken" hoge verwach
tingen wekte. Hij heeft voor dit officiële
debuut zelf het stuk en de spelers mogen
kiezen. Het is - behalve dan voor het pu
bliek - niet zo erg dat hij uit eigen wil
de dupe werd van een dubbel misverstand,
want men leert vaak meer uit zijn misluk
kingen dan uit zijn successen.
In het gedenkboek van het in 1938 in
het Abbey Theatre te Dublin gehouden
festival schreef Frank O'Conner onder
meer: „Zelfs in Ierland missen wij thans
de naakte kracht om de door Synge opge
roepen majesteit van de natuur te doen
heersen". Met Nederlandse tonelisten lijkt
dit nog minder mogelijk, al zou het mis
schien de moeite hebben geloond een kans
te wagen met Albert van Dalsum als re
gisseur en Elisabeth Anderen of Sigrid
Koetse in de titelrol, met bijvoorbeeld
Coen Flink als tegenspeler. Het zij mij
vergeven, dat ik de hele avond de neiging
niet heb kunnen onderdrukken het spel in
gedachten anders te bezetten en gedroomd
te regisseren, want waarlijk: wij onder
vonden een groot en diep tekort. Bij de
toegepaste versobering en mo 'erne speel-
trant kwam er immers van de oorspron
kelijke schepping zelfs geen schijn van
grootheid terecht. Deze zwanezang van
Synge is een machtige, romantische droom.
Het is de taak van de regisseur, heeft Gas
ton Baty eens gezegd, op het toneel te her
stellen wat er van het ideale beeld tijdens
het schrijven verloren ging. Erik Vos had
de onmogelijkheid hiervan onder de gege
ven verhoudingen moeten inzien.
„Deirdre en de zonen van Usna" is de
legendarische geschiedenis van Felims
dochter, door opperkoning Conchubor be
stemd tot zijn vrouw en daartoe in vol
strekte afzondering grootgebracht, die zich
verenigt met de knappe en moedige Naisi,
wetend dat zij daarmee haar noodlottige
ondergang kiest. Het stuk heeft de ruige,
barbaarse pracht van „Koning Lear" en
herinnert tevens aan „Macbeth" door het
intense voorgevoel van naderend onheil,
dat zich evenals in Shakespeare's tragedie
het eerst kenbaar maakt - afgezien van de
in beide gevallen voorkomende profetie
door helderziende vrouwen - door een
kloppen op de deur. En aan „Romeo en
Julia" denkt men door de overeenkomstige
triomf van de liefde over de dood, in de
schaduw waarvan zij tot onvergelijkbare
bloei geraakt. Men zou het thema als volgt
kunnen interpreteren als: het is beter in
volstrekte schoonheid te sterven dan le
vend in langzame vereenzaming te ver
bitteren. Waarlijk: sinds Shakespeare is er
in het theater geen aangrijpender en hevi
ger liefdeslyriek te beluisteren geweest.
Men besefte daar iets van tijdens het op
treden van de boodschappers in het tweede
bedrijf - met de lange gestalte van de
luisterende titelheldin, onbewegelijk in
haar sublieme kracht ondanks de weten
schap van haar doem.
Maar het heeft geen zin een wellicht
onbereikbare vertoning te bespreken,
waarmee men zelfs geen vage gelijkenis
te zien heeft gekregen. Wie heeft het bul
deren van de oceaan gehoord, de ruwe
gloed van de heide of de mystieke duister
nis van de wouden gezien? Als moderne
mensen 't geloof in de romantische sferen
missen, laten zij daar dan buiten blijven,
ook al gevoelen zij wellicht de behoefte
aan elementaire sensaties en magische ver
beeldingskracht. Men kan dit alles niet
nabootsen met naturalistische middelen,
te minder in een werk waaruit blijkt dat
de schrijver zich daar ver boven verheven
heeft. In vroegere stukken - zoals „De held
van het westen" - van Synge is de beeld
spraak (uit de volksmond opgetekend en
geurend en sappig als noten en vruchten)
als schilderachtige illustratie gebruikt. Hier
is de taal deel van de handeling geworden,
helder en direct. In het keurige, verzorgde
Nederlands van Inez van Dulleman is alle
„van verre treffende" afstand verloren ge
raakt. Misschien heeft men een jaar nodig
om equivalenten voor de eigenaardigheden
van het gebezigde idioom te vinden - wel
nu, dan had men daar een jaar of langer
voor moeten nemen. Aan vereenvoudiging
en intimiteit heeft men geen zier, inte
gendeel. Het gevolg van de thans gevolgde
werkwijze was een verburgerlijking, die
alle romantiek bedreigt, in lijnrechte te
genspraak met de gedramatiseerde motie
ven.
Dit werd nog verergerd door de onbe
nullige en volstrekt stemmingsloze decors
en de belachelijke costuums, die een zekere
B. A. Bennema heeft ontworpen. Deirdre's
lyriek is stem geworden natuur, maar Lies
Franken was een welopgevoed meisjes dat
poëzie uit een album liep voor te dragen.
Zij verleende wel innigheid aan de rol,
maar geen pathos. Tot toepassingen van
psychologie bestaat geen enkele aanleiding.
Het gebrek aan allure van haar en Naisi
werd nog opvallender door de mise-en-
scène. die nu en dan op een ordentelijke
huiskamer berekend leek te zijn. Geen
moment heb ik geloofd in „een liefde zoals
er geen tweede bestond". Zelfs de stem
men waren niet vast genoeg. De zonen van
Usna, glorieus in heel Ulster vermaard,
verschenen als drie slungels ten tonele.
Ton Kuyl leek een slanke worstelaar met
puberteitsproblemen. Merkwaardig was het
Jacques Snoek als Conchubar te horen
zeggen: „Vergeet niet dat ik de koning
ben!" - want hij liet het zelf de toeschou
wers in de zaal vergeten, door een gebrek
aan autoriteit en de toon van een boet-
predikant in plaats van die van „een man
wiens wil wet is". De slotscène bij het graf
achter het gordijn was eenvoudig ridicuul.
Alleen Willy Haak gaf als de voedster
Lavatcham enkele'vlagen van de gewenste
toon te beluisteren. Ook Wim Kouwenho-
ven als de waanzinnig wordende spion
was niet slecht.
Dit werk van een auteur, die door Yeats
eens ..Sofocles en Aeschylus in één per
soon" werd genoemd, had beter ongespeeld
kunnen blijven. Het is geen voorstelling
van een tragedie geworden. De voorstelling
zelf was een tragedie - maar misschien
één met een gelukkige afloop, als zij na
melijk de onmiskenbaar begaafde Erik Vos
zich van zijn beperkingen bewust heeft
gemaakt, welk inzicht voor het bereiken
van het meesterschap noodzakelijk is.
DAVID KONING.
ADVERTENTIE
LONDEN (United Press) Volgens de
Praagse correspondent van de Daily Tele
graph heeft Tsjechoslowakije in het ge
heim aan Joegoslavië volledige en forme
le verontschuldigingen aangeboden wegens
alle ongegronde beschuldigingen van de
Tsjechoslo waakse communisten aan het
adres van president Tito. De excuses zijn
mondeling overgebracht via normale diplo
matieke kanalen.
Volgens de correspondent zeggen de
Tsjechen, dat zij thans weten dat Joegosla
vië geen aandeel heeft gehad in de affaires
Slansky (de vroegere Tsjechische partij
secretaris) en Clementis (de vroegere mi
nister van Buitenlandse Zaken). Beiden
zijn in 1952 terechtgesteld wegens „Tito-
isme en spionage". Er is verzocht alle toe
spelingen in de akten van beschuldiging
op een leidende rol van Joegoslavië in de
twee samenzweringen te beschouwen als te
zijn ingetrokken. Toen gevraagd werd
waarom de valse beschuldigingen zo uit
voerig waren, hebben de Tsjechische lei
ders geantwoord dat hun fouten het ge
volg waren van een algemene „spionage-
hysterie", die Stalin vier jaar geleden ver
oorzaakte. Hij was er van overtuigd dat
een imperialistische atoomaanval op het
punt stond te beginnen, zo werd gezegd.
Volgens de correspondent werden de ex
cuses gemaakt voor de zitting die het
Tsjechische centrale partijeomité vorige
maand heeft gehouden. Een zorgvuldig be
werkt verslag van die zitting wordt thans
aan het Tsjechische volk voorgezet. Joe
goslavië wenst dat de Tsjechische houding
vroeger of later openbaar gemaakt zal wor
den, maar heeft niet aangedrongen op on
middellijke openbare verklaring. Joegosla
vië laat aan de Tsjechen over wanneer en
hoe de openlijke genoegdoening zal ko
men. Dit verklaart vermoedelijk dat in de
laatste redevoering van de eerste secretaris
van de Tsjechische communistische partij,
Novotny, niet gerept is over de zaken
Slansky en Clementis.
COLOMBO (United Press) Het ver
enigde volksfront heeft bij de verkiezingen
op Ceylon de absolute meerderheid be
haald. Het volksfront van Solomon Banda-
ranaike staat een neutrale politiek van
Ceylon voor, wenst geen aansluiting bij de
Zuid-oost-Aziatische Verdedigingsorgani
satie en is niet geestdriftig voor een voort
zetting van de huidige betrekkingen tot het
Britse Gemenebest.
Bandaranaike heeft reeds eerder aange
kondigd, dat hij voornemens is geleidelijk
de buitenlandse belangen bij de thee en
rubber van Ceylon te nationaliseren. Ook
de positie van de Britse vloot en luchtba-
ses op Ceylon is door deze ontwikkeling
zeer wankel geworden.
KATMANDOE (Reuter) In Katman-
doe wordt zondag een Sovjet-functionaris
met de rang van consul verwacht. In wel
ingelichte kringen vermoedt men dat dit
bezoek verband houdt met de verklaring
van de premier van Nepal, Tanka Prasad,
dat Nepal voor het vijf-jarenplan tot ont
wikkeling van het land hulp van alle be
vriende landen, ook van communistisch
China en de Sovjet-Unie, zal aannemen, als
er aan deze hulp geen bijzondere voor
waarden verbonden zijn.
Dinsdag heeft de premier verklaard dat
hij overweegt de communistische partij
weer wettig te verklaren. De partij werd
in 1952 verboden wegens medeplichtigheid
aan een mislukte opstand.
Eerste mededelingen over de
vondsten hij Nag Hamadi
Dinsdagavond, vooravond van de viering
van het 64ste lustrum van de Rijksuniver
siteit te Utrecht, heeft prof. H. Ch. Puech
hoogleraar in de Godgeleerdheid aan het
Collége de France een rede uitgespro
ken tijdens een lustrumsamenkomst, be
legd naar aanleiding van de opening van de
tentoonstelling van papyrusrollen, die on
langs door de universiteit zijn gekocht.
Prof. Puech, een van de zes geleerden aan
wie op donderdag een eredoctoraat zal
worden verleend, maakte voor het eerst
bijzonderheden bekend over de jongste
vondsten te Nag Hamadi. de „Woorden van
Jezus". Hij schonk Utrecht deze primeur
als een dankbetuiging en een bewijs van
eer aan de universiteit.
Prof. Puech zei dat zijn ontdekking van
het geschrift „De Woorden van Jezus" (of
wel „Het Evangelie van Thomas") min of
meer sensationeel is en schetste, hoe de
stand van het probleem was voor zijn ont
dekking van de volledige collectie der „Lo-
gia Jesou". In het bijzonder wijdde hij
aandacht aan een aantal papyri met frag
menten der „Logia Jesou" in het Grieks,
dat in 1903 te Oxrrhynchos in Egypte
werd gevonden.. Eén daarvan, no. 654, acht
hij van bijzonder belang: zij dateert uit
het begin van de derde eeuw en bevat vijf
„Woorden" met een kleine inleiding. He
laas zijn deze papyri zeer geschonden. Tal
van reconstructies zijn door uitstekende
geleerden beproefd. „Thans krijgen we
echter", aldus prof. Puech, „een volledige
nieuwe belichting van het probleem". In
1945 werd te Nag Hamadi in Opper-Egyp-
te een gnostische bibliotheek gevonden,
welke ongeveer 48 onbekende geschriften
bevatte. De spreker heeft ontdekt dat een
daarvan, bestaande uit enige tientallen
bladzijden, een volledige tekst bevat van
de „Woorden van Jezus" in het Koptisch.
Dit geschrift draagt in zijn koptische ver
taling de titel .Evangelie van Thomas" en
begint aldus:
„Dit zijn de geheime woorden, die Jezus
de Levende gesproken heeft en welke Di-
dymus Judas Thomas opgeschreven heeft".
Dit is precies de inhoud van de Papyrus
Oxvrrhynchos 654; de volledige „Logia Je
sou" zijn volgens de spreker dus ontdekt.
Hij acht het nu mogelijk om de verminkte
passage van de reeds bekende fragmenten
met volkomen zekerheid te herstellen. Het
blijkt, dat de aanvullingen der geleerden
bijna alle onjuist waren, aldus prof. Puech.
Hij gaf daarna een korte analyse van de
inhoud, welke bestaat uit spreuken, zalig
sprekingen. gelijkenissen en antwoorden op
vragen waarin geen enkel plan is te be
speuren. De verzameling „Woorden van
Jezus" is volgens hem in ieder geval ouder
dan de derde eeuw en waarschijnlijk ge
schreven tussen 130 en 140 na Christus. Er
is niets speciaal gnostisch in. Waarschijn
lijk was de oudste vorm van dit geschrift
niet gnostisch, maar kerkelijk min of meer
orthodox, aldus prof. Puech.
SEOEL (Reuter). De Zuidkoreaanse re
gering heeft verklaard, dat dinsdag „meer
dan vijf" soldaten uit Noord-Korea de de
marcatielijn overschreden hebben en ten
noorden van Seoel een Zuidkoreaanse stel
ling hebben aangevallen. Er ontstond een
vuurgevecht. De Noord-Koreanen trokken
zich later terug.
De Zuid-Koreanen nemen aan dat de in
dringers Chinezen waren. Een woordvoerder
van de UNO-bestandscommissie zei slechts te
weten van op de stelling gerichte schoten.
„Er is nog geen oorlog aan de gang vuui
zover wij weten", zo voegde hij er aan toe.