De prinses die haar mond niet kon houden
Nederland, een paradijs voor
de Amerikaanse huisvrouw
Godsdienstvrijheid
in Pakistan
Elke Zaterdag acht pagina's bij alle edities van
Haarlems DagbladOprechte Haarlemsche Courant
Papegaaikleurige
tulpen velden
Leven achter ramen
Betoverend en duur
Propaganda in
slagzinstijl
ER WAS EENS een prinses, die nooit
haar mond kon houden. Geen seconde
van de dag stond hij stil en 's nachts
als ze sliep, praatte ze in haar dromen
nog door.
„Wees toch eens stil!" zei de koning,
haar vader.
„Wees toch eens stil!" zei de ko
ningin, haar moeder.
„Wees toch eens stil!" zei de prins,
haar broer.
Maar ze was niet stil. Nooit. Als de
koning met zijn wijze raadgevers ver
gaderde, praatte de prinses er - zonder
ophouden tussendoor, zodat de koning
de wijze raad niet kon verstaan en al
les in het land mis ging.
Als de koningin met de kok praatte,
ratelde de prinses er tussendoor, zodai
de kok alles verkeerd verstond en met
heel ander eten op tafel kwam dan de
koningin had gezegd.
Als de prins met prinsessen uit an
dere landen, die op bezoek kwamen in
het paleis, praatte, ratelde de prinses
er tussendoor, zodat de prinsessen
nooit begrepen dat de prins met haar
trouwen wilde. Ze gingen terug naar
hun eigen land.
Op een dag, toen de koning precies
andersom deed dan zijn wijze mannen
hadden gezegd, toen de kok zuurkool
met spek inplaats van gebraden haan
tjes op tafel bracht en de liefste prin
ses van de wereld boos uit het paleis
was vertrokken omdat ze dacht, dat de
prins haar voor de mal hield, sloeg
de koning met zijn vuist op tafel. „Nu
is het afgelopen!" riep hij boven het
geratel van de prinses uit. „Nu zul je
je mond houden. Ik schrijf een wed
strijd uit: wie de prinses tot zwijgen
kan brengen, mag met haar trouwen.
Maak het bekend in het hele land!"
De volgende morgen al stonden er
lange rijen voor de poorten van het
paleis. Allemaal jonge mannen die
dachten dat ze de prinses tot zwijgen
konden brengen. Eén had een mond
slot, één een kist vol pleisters, één
vertelde verhaaltjes, waar iedereen stil
van werd, één zong liedjes, waar je
wel naar luisteren moest, één maakte
moeilijke kunsten op een touw boven
de grond, zó moeilijk dat je mond er
van open viel en je niet meer praten
kon. Maar toen de jonge mannen wer
den binnengelaten.... Niets hoor....
de prinses ratelde door: pleisters en
mondslot, verhaaltjes en liedjes, moei
lijke kunsten, ze trok zich er niets van
aan: ze praatte door!
Toen de hele rij was afgewerkt en
er alleen nog een man met een viool
op het plein voor het paleis stond,
schudde de koning zijn hoofd. „Dat
was dus ook al niets", riep hij boven
het geratel van de prinses uit.
„Wacht even!" riep de man met de
viool. „Ik ben er ook nog!"
„Jij?" zei de koning. „Wie ben je?
Ik heb je nog nooit gezien".
„Ik wil de prinses zingen leren", zei
de violist. „Zingen is beter dan pra
ten".
De volgende week zullen wij de leuk
ste verhaaltjes opnemen, die jullie bij
de vier tekeningen over het avontuur
met de luchtballon geschreven hebben.
Er waren zoveel inzendingen, dat we ze
nog niet allemaal konden lezen.
„Ja", zei de koning, „daar zit iets in,
begin maar meteen".
Al ratelende kwam de prinses dich
terbij en opeens ontdekte ze dat die
vreemde violist nog heel jong was en
een erg lief gezicht had. „Goed", zei
ze „je mag me zingen leren, maar ook
als ik tóch nog ratel, moet je met me
trouwen".
„Goed", zei de violist, „maar ik
trouw pas met je als je net zo hoog
kunt zingen als mijn viool".
De les begon meteen. Het hele hof
liep met zijn vingers in zijn oren, want
het zingen van de prinses was bijna
nog erger dan het praten. Maar op
eenswat was dat? Opeens werd
het doodstil op het plein waar de vio
list en de prinses aan het zingen wa
gen. Het hele hof liep naar "de ramen
en keek naar buiten. Daar stond de
violist, die zijn viool inpakte en naast
hem stond de prinses met haar mond
wijd.... wijd open, zonder dat er een
geluid uitkwam. „Wat is er gebeurd?
Wat heb je gedaan?" riep de koning
tegen de violist, die met zijn viool on
der zijn arm wegliep. „Ik heb haar stil—
gemaakt", riep hij. „Ze is blijven ste
ken in de allerhoogste toon die mijn
viool kon zingen, maar zij niet. Dat
was precies wat ik wou....!"
Weg was de violist. Met gebogen
hoofd en haar mond wijdopen liep de
prinses naar haar kamer. Het was ang
stig stil in het paleis en je kon een
speld horen vallen. Van schrik ging
iedereen fluisteren en al kon de koning
zijn raadgevers, de koningin haar kok
en de prins zijn vriendinnen verstaan,
niemand was echt blij. De prinses liep
diepbedroefd door de gangen van het
paleis, tranen stroomden over haar
wangen en op elke muur schreef ze:
„Ik wil trouwen met de violist".
Maar de violist was weg. De koning
liet hem zoeken. Dagen gingen voor
bij, er gebeurde niets. De prinses at en
dronk niet meer en iedereen was moe
van het fluisteren en op de tenen lo
pen. De koning schreef weer een wed
strijd uit: „Wie de prinses aan het pra
ten kon krijgen, mocht met haar trou
wen".
Weer stond een hele stoet voor het
paleis. Mannen met hamers, om haar
mond voorzichtig dicht te slaan, man
nen die heel hoge noten op een viool
speelden, omdat ze dachten dat die
noot dan ook wel uit de keel van de
prinses zou schieten. De prinses stond
Meneer April, meneer April,
doet dertig dagen wat hij wil.
Meneer April vaart op een schip.
Eén schip? Een hele vloot!
Zijn zee, dat is de blauwe lucht,
elk wolkje is een boot.
Meneer April zit op een schommel,
een schommel in het groen.
Hoor maar eens hoe de takken zwiepen,
dat moet die schommel doen.
Meneer April gaat wandelen.
Kijk, waar hij ons mee groet!
Een handvol harde hagelknikkers
valt uit zijn witte hoed.
Meneer April, meneer April,
toe leg uw schip eens even stil.
Weg met die wolken wit en zwart,
weg met die wind, hij blaast te hard.
Weg met die witte hagelhoed,
een strohoed staat u eens zo goed.
Meneer April, meneer April,
toe, doet u één keer wat ik wil.
er met open mond bij, maar er ge
beurde niets. Met open mond ging ze
terug in huis, nog bedroefder dan ze
al was. En toen opeens hoorde ze bui
ten op het plein viool spelen. Ze rende
naar het raam en wat zag ze? Midden
op het plein stond een prins, een mooie
jonge prins met een kroon op zijn
hoofd. In zijn handen had hij een
viool. Maar de muziek die hij speelde!
Die had ze eerder gehoord! Ze rende
naar buiten en nog voor ze bij de
prins was, herkende ze hem: het was
de vioolspeler!
Ze wilde zó hard „Ooo" roepen dat
de hoge toon uit haar keel schoot en
haar mond met een klap dichtviel.
„Goed", riep de prins, „dat was pre
cies wat ik wilde!"
„Ik ook", zei de prinses, maar heel
rustig en zonder te ratelen, „dat was
ook wat ik wilde".
Ze liepen samen naar de koning, die
meteen goed vond dat ze trouwden,
omdat de prins haar het ratelen had
afgeleerd en haar ook nog kon laten
zingen zo hoog als hij maar wilde. Ze
gingen naar het paleis van de prins en
ze leefden nog heel lang en gelukkig.
MIES BOUHUYS
Naar buiten toe, naar buiten toe,
daar buiten staat een paard,
met paardebloemen aan zijn oor
en speenkruid in zijn staart.
Je gaat erheen, je springt erop,
dat mag, daar is hij voor.
Hij rijdt je boven op zijn rug
de hele lente door.
„Hier", wijst het paard, in deze beuk,
daar is een huis van groen,
waarin straks kleine mereltjes
hun slaapje zullen doen.
Dan gaan we naar de lammetjes,
die dansen blij en dol.
Ze zijn trots op hun eerste jas
van zachte witte wol".
En als je bloemen plukken wil,
weet hij ze wel te staan.
Hij kent de naam van allemaal
en wijst de mooiste aan.
Geen straat, geen pad, geen weggetje,
waar hij niet komen zal.
Je krijgt ze allemaal te zien,
want hij komt overal.
„Waar", vraag jij, „is dan dat paard,
ik zie het nergens staan.
En toch wil ik het voorjaar in,
waar zoveel bloemen staan".
't Is nergens en 't is overal,
dat paard draaft door je hoofd,
laat het maar draven en je ziet
wat ik je heb beloofd.
MIES BOUHUYS.
Als je de mooiste kinderverzen van
Mies Bouhuys bewaren wil, vraag dan
voor je verjaardag haar nieuwe bundel
„Grote oren". Rie Kooyman tekende er
plaatjes bij. Het is bij de Uitgevers
maatschappij „Holland" in Amsterdam
verschenen.
**»*r*roxaxxxnxï
«txxxxmxxxxmwmirtmmymyirxxxxn'iJooroocyo.Tonrmyjnciocncmm
nrxYrryryxxxxxxPOOorxxxxxxxxxiüOQOOOOOOoni
KERKELIJK LEVEN
VRIJHEID van godsdienst is voor ons,
Nederlanders, een begrip, dat „natuurlijk"
aanwezig is. In andere landen denkt men
hier echter vaak anders over. Gelukkig zijn
er tekenen, die er op wijzen, dat dit voor
ons zo duidelijk begrip ook elders meer
gaat leven.
JA, wij vinden het eigenlijk zonder meer
gewoon, dat in een land vrijheid van
godsdienst bestaat. Nu is het in het alge
meen allesbehalve van gevaar ontbloot om
in zaken het geloof betreffende, van ge
wone dingen uit te gaan. Maar al te vaak
merkt men bij overigens trouw met hun
kerk meelevende mensen, dat men zó ge
wend geraakt is aan wat men misschien
al jaren heeft gehoord, dat al het verras
sende ontbreekt. En toch is dat verrassen
de absoluut onmisbaar. Geldt dit voor wat
we zouden willen aanduiden als het inner
lijk geloof, ook bij de begeleidende ver
schijnselen komt het voor.
Het is onder het laatste, dat we het be
grip vrijheid van godsdienst zouden willen
noemen. Men is er bij ons zo aan gewend,
dat men het heel gewoon vindt, dat men
belijden en beleven kan zoals men dat wi.l.
Het zou beter zijn zo nu en dan te besef
fen, dat dit eigenlijk een groot voorrecht
is. De dankbaarheid en blijheid, die bij da
gelovige horen, zouden er slechts wèl bij
varen.
Inmiddels zijn er landen waar de chris
ten het veel moeilijker heeft. Het is daar
om zo verheugend, dat we ditmaal kunnen
wijzen op één van de nog niet lang zelf
standige landen, waar men heeft ingezien,
dat een land niet zonder vrijheid van gods
dienst kan bestaan. Wij bedoelen Pakistan.
Acht jaar lang heeft men er gewerkt aan
de opstelling van een nieuwe grondwet en
hoewel hierin ook wordt bepaald, dat de
president van de Jslamietische Republiek
van Pakistan mohammedaan moet zijn, ia
ook aan de christenen en leden van andere
godsdienstige groepen godsdienstvrijheid
verzekerd. In Pakistan, nu onafhankelijk
in het Britse Gemenebest, is ongeveer
vijfentachtig percent van de bevolking mo
hammedaans. Er wonen ongeveer 76 mil
joen mensen waarvan nog niet één percent
christen is. Van de 528.000 christenen zijn
er ongeveer 300.000 protestants en 228.000
rooms-katholiek. De grootste godsdienstige
minderheid vormen de Hindoes, die bijna
dertien percent van de bevolking uitmaken.
Eigen keuze
Met voldoening mag men constateren,
dat wat de opvoeding betreft, de rechten
van de burgers in de nieuwe grondwet
zonder uitzondering worden erkend, waar
bij vooral de godsdienstige minderheids
groepen beschermd worden.
Iedere godsdienstige gemeenschap of
richting „heeft het recht naar eigen keuze
godsdienstige instellingen op te richten en
te onderhouden. De staat mag dergelijke
instellingen zijn erkenning niet onthou
den".
Dit zijn woorden, die aan duidelijkheid
niets te wensen laten. Veelbetekenend is
het ook, dat aan geen enkele burger de
toegang ontzegd kan worden tot een onder
wijsinstelling, die steun van de staat ont
vangt „op grond van ras, godsdienst, kaste
of geboorteplaats".
Enkele andere artikelen zeggen: „Iedere
staatsburger heeft het recht ieder geloof
te belijden, uit te oefenen en te verbreiden,
voor zover hij daarmede niet ingaat tegen
de wet, de openbare rust en de zedelijk
heid. Iedere kerkelijke gemeenschap heeft
het recht eigen godsdienstige instellingen
op te richten en te onderhouden". Voorts
wordt nog gezegd, dat de staat alle legi
tieme rechten en belangen van niet-Mo-
hammedaanse gemeenschappen in Pakistan
zal beschermen.
Het is niet te verwonderen, dat een groep
vooraanstaande christenen in een memo
randum aan het ministerie voor de zaken
van de minderheden zijn dankbaarheid
heeft uitgesproken voor de in de grondwet
toegestane godsdienstvrijheid.
Of hiermee nu alle problemen zijn op
gelost? Natuurlijk niet, maar er is een
goede basis met goede rechten geschapen.
In hetzelfde memorandum zegt de be
doelde groep christenen overigens duide
lijk, dat men het niet eens is met de ver
tegenwoordiging van de christenen in de
Nationale Assemblée. In overeenstemming
met hun aantal zou de christenen enkele
zetels meer moeten worden toegekend dan
nu is gebeurd. Zo blijft men waakzaam en
intussen dankbaar voor de gagarSndeerde
vrijheid, die werkelijk niet overal ter we
reld zo gewoon is als in ons goede land.
EEN NIEUWE HAMLET
De Haagse Comedie heeft Bert Voeten
opdracht gegeven een nieuwe vertaling
van Shakespeare's Hamlet te maken, die
het volgend seizoen onder regie van Paul
Steenbergen op het repertoire zal worden
genomen. O
21 A 1' R I 119 56
Mi immmé
Do aardige foto van een kanovaart langs
de bollenvelden is uit het op deze pagina
besproken „Holland"-nummer van „The
Knickerbocker" overgenomen. Het onder
staande is uit het Russische tijdschrift „Om
de wereld" in vertaling overgenomen.
IN EFFEN, lange rijen strekken zich in
Holland de aanplantingen van decoratieve
bolgewassen uit. Daar is een stuk land met
tulpen bezet: wat een kleuren vindt men
hier bijeen! Donkere, bijna zwarte bloemen
wisselen af met fel rode of oranjekleurige
en daarnaast ziet men verrukkelijke vio
lette bladen met een grijswitte strook om
de rand. Verderop lichten in de zon als
sneeuw in het hooggebergte witte tulpen,
die „Gletsjer" heten. Interessant zijn de
kameleontulpen, die elk jaar, naar gelang
van hun ouderdom, van kleur veranderen.
Heel bijzonder vallen ook de „beschil
derde" of „papegaaikleurige" tulpen op. Zij
onderscheiden zich door hun kunstzinnig
kleuren-ensemble. Hun diep ingesneden
bloembladeren vertonen grillige kreuken.
Een van de beste uit die groep een
bloem met rode strepen op een wit fond
verrast door haar elegantie. Ter ere van
de grote Hollandse schilder werd zij
„Rembrandt" genoemd.
Men heeft een belangwekkend middel om
dergelijke papegaaikleurige tulpen te ver
krijgen. De kwekers hadden al lang opge
merkt, dat verandering van kleur van een
bloem soms veroorzaakt wordt door een
bijzonder virus, dat door een schadelijk
insect de bladluis wordt overgebracht,
maar dat tevens de ontwikkeling van de
bloemen, die met dat virus besmet zijn,
geremd wordt. Om die schadelijke uitwer
king tegen te gaan, spuit men met dat virus
eerst muizen of mollen in, uit het bloed
waarvan men dan een speciaal serum be
reidt, dat men op de bloemen „ent". Dit
serum is onschadelijk, belemmert de nor
male ontwikkeling der bloemen niet, maar
verandert hun kïeur. Op die manier ont
staan nu de mooie, papegaaikleurige tulpen!
VARESE (United Press) Een betove
rend meisje is in de gevangenis gestopt,
omdat ze haar ogen te welsprekend ge
bruikte. Ze hypnotiseerde dezer dagen twee
kassiers en nam de benen met honderdzes
tigduizend lire. Het meisje keek recht in
hun ogen en de kassiers reikten haar ge
biologeerd al hun geld ovpr. Doordat de
hoofdboekhouder van het ziekenhuis, waar
zich dit kleine drama afspeelde, plotseling
binnenwandelde, werd de betovering ge
broken. Onder het slaken van de kreet
„Houdt de dievegge" zette men de jonge
Algerijnse zigeunerin na. De beide manne
lijke helpers, die in de buurt wachtten,
ontsnapten, maar de beeldschone tovenares
werd gegrepen en zucht nu in het gevang,
waar de cipiers haar met afgewende ogen
voedsel brengen.
I!llllllllllll!ll!lllllllilllllllllllllll!lll!lllllilllllllllll!llllllllllllllll!l!lllll>
AMSTERDAM, april Nog niet lang ge
leden is een film in circulatie geweest, die
„Rear Window" heette. De voortreffelijke
Hitchcock had haar gemaakt en zij ging
over de avonturen van een fotograaf, die
met een gebroken been een tijdje op zijn
kamer moest zitten en vandaar het bij
zonder private leven van zijn achterburen
ging bestuderen. Omdat het een film was,
die bovendien nog in New York speelde,
kwam er tenslotte zelfs een moord aan te
pas. Maar het meest opvallende van de
film was de volstrekte onbevangenheid,
waarmee 's fotografen achterburen hun
particuliere leven door open ramen of in
verlichte kamers achter vitragegordijnen
geheel te kijk stelden. In Frankrijk, in
België, in Engeland en in talloze andere
landen moet het publiek dit met verbijs
tering hebben opgemerkt.
In Nederland behoeven we ons daar niet
over te verbazen. We doen het immers zelf
ook. Met de hand op het hart kan ik ver
klaren geenszins een ziekelijke of zelfs
maar grote belangstelling te hebben voor
wat mij onbekende medeburgers in hun
huizen uitspoken. Maar als ik 's avonds
langs welke straat ook in Nederland loop,
kan ik mezelf niet weerhouden overal naar
binnen te kijken en vaak krijg ik dan de
wonderlijkste taferelen te zien, die de be
trokkenen als zij er over nadachten
toch zeker niet voor mijn ogen bestemd
hadden. Niettemin doen zij die dingen in
gelijkvloerse, helverlichte kamers. Soms
hangt daar dan vitrage voor, maar ieder
een weet toch dat zoiets 's avonds geen
enkel effect heeft.
Trouwens, ook uit mijn flat in Amster
dam zou ik een soort Rear-Window-verhaal
kunnen halen, al hebben mijn vrouw en ik
dan nog geen moorden kunnen waarnemen
een feit, waaruit men veilig kan af
leiden, dat er nog geen moorden zijn ge
pleegd. Laat ik u, terwijl ik hier vanachter
mijn bureau naar buiten kijk, een over
zicht geven. Het is nu negen uur 's avonds.
Op nummer zeven beneden: er is bezoek,
de fles is kennelijk al meer dan eens rond
gegaan: een van de heren buigt zich over
een van de dames en kust haar hard, de
anderen kijken lachend toe, een andere
dame hanteert haar lippenstift, een klein
jongetje wurgt een meisje en knoeit tege
lijkertijd aan de radio. Op nummer zeven,
eerste verdieping: meneer zit in een ge
scheurd overhemd geconcentreerd te wer
ken, mevrouw gaapt, kijkt naar zijn rug en
pakt met een gebaar van intense verveling
de krant op. Nummer zeven boven: kijk,
dat is vreemd die mensen hebben de
gordijnen van die ene kamer nu dicht ge
had, zolang we hier wonen, maar nu zijn
ze open, er hangt een dun gordijn voor het
raam en daarachter zie ik de schaduwen
van een paar mensen langzaam ronddansen
dicht tegen elkaar. Zijn de ergste vermoe
dens van de buurt dan toch juist? Dan
gaan we iets naar rechts. Nummer negen,
beneden: geen licht te zien, waarschijnlijk
„DE KAARTEN op tafel"
is de leuze, die op het ogen
blik in tienduizenden Ame
rikaanse gezinnen opgeld
doet. De kaarten zijn uiter
aard eerst de landkaarten
en dan de reisbiljetten. Om
streeks deze tijd plegen de
Amerikanen namelijk met
hun gezinnen het reisdoel
voor de komende zomerva
kantie vast te stellen. Zij
omringen zioh met alle fol
ders, brochures en prijs
lijsten die zij krijgen kun
nen en gaan dan om de
tafel in huiskamer of keu
ken zitten om uit al deze
verleidelijke aanbiedingen
en kleurige foto's het va
kantieoord te kiezen, dat
het meeste aanlokt.
De redactie van The
Knickerbocker het enige
onafhankelijke Nederlandse
maandblad dat in de Ver
enigde Staten verschijnt
doet thans een poging ook
de kaart van Nederland in
het geding te brengen door
middel van een speciaal
„Holland"-nummer, dat,
zonder de gerenommeerde
attracties van de bollen
velden, Volendam en de
windmolens te kort te doen,
vooral de aandacht op „het
andere Nederland" vestigt.
Op onze kunstschatten in
Mauritshuis en Rijksmu
seum, op het natuurschoon
van de Gelderse Vallei en
de Achterhoek „land
van de cinemascopische
horizonten" alsmede op
onze oude kerken, gevels en
grachten, onze moderne ar
chitectuur en vele andere
minder bekende attracties,
waarvan de gemiddelde
buitenlandse toerist
„doing Holland" in een of
twee dagen geen flauwe
notie heeft.
„De werkelijke intelli
gente reiziger," zo lezen wij
in het eerste artikel, „zal 't
maximum-rendement uit
zijn dollars willen halen.
Hij zal besluiten dat het
zowel verstandig als het
boeiendst is één Europees
land goed te leren kennen.
Wie er zo over denkt, zal
zijn beste dividenden in
Nederland oogsten."
Inhoud, tekst en opmaak
van het „HoIland"-nummer
zijn uiteraard geheel afge-
stemd op de smaak van het
Amerikaanse publiek, zoals
men uit de hiei'boven aan
gehaalde citaten al heeft
kunnen afleiden. De aanbe
velingen voor de diverse
toeristische attracties her
inneren dikwijls onweer
staanbaar aan het kleurige
jargon, waarmee de film
producenten van Hollywood
hun rolprenten plegen aan
te prijzen, maar ondanks de
overdaad aan superlatieven
wordt de waarheid nergens
geweld aangedaan. Nog een
paar staaltjes willen wij u
ter illustratie voorleggen:
„Hoe opwindend is het een
nieuwe vondst te doen!
Hoewel bijna elke bezoeker
van Europa enkele van de
mooiste Franse kathedralen
gefotografeerd heeft, zijn
de ware kenners van de
architectuur tegenwoordig
het meest verrukt over wat
de schrijver van dit artikel
zou willen noemen: de ver
geten basiliek, de magni
fieke Sint Jans kathedraal
in 's Hertogenbosch, .een
veertiende-eeuws bouw
werk, dat niet op de weg
van snelle toeristen tours
ligt. De Sint Jan, bijna
schuilgaand in de bekoor
lijke wouden van Noord-
Brabant, is groter dan de
St. Patrick in New York en
veel verfijnder, met zijn fi
ligram kantwerk eeuwen
geleden met veel geduld
uit steen gehouwen dan
de meeste Franse kerken."
Wat de Amerikaanse
huisvrouw betreft: „Hol
land is haar winkelpara
dijs," zegt The Knicker
bocker, vervolgens beto
gend: „De dollar is namelijk
in Holland vier gulden
waard en voor vier gulden
koopt men een omvangrijke
maaltijd, een groter stuk
Twentse japonstof van eer
ste kwaliteit en een waar
devoller souvenir dan voor
een dollar thuis. Als u
smaak bijvoorbeeld uitgaat
naar handgeschilderd Delfts
blauw kunt ge een klein
meesterwerkje mee naar
huis nemen voor minder
dan vijfentwintig dollar.
Minnaars van echt antiek,
verrijkt met het patina der
eeuwen, zullen dagenlang
in Haarlem of andere Hol
landse steden op buit jagen."
Alle verdere artikelen in
dit speciale Holland-num
mer, waarvan twintigdui
zend exemplaren zijn toe
gezonden aan evenveel
Amerikaanse gezinnen van
meer dan gemiddelde finan
ciële draagkracht, zijn in
dezelfde slagzinstijl vervat:
„Wandel langs zijn histori
sche, met keien geplaveide
straatjes en langs zijn
grachten en ge wordt, als
Celia en Mary, plotseling
gemesmeriseerd door de
betovering van Amsterdam"
of „Land van duizend sen
saties" en meer van zulke
karakteristieken, die voor
onze nuchtere Hollandse
aard wel wat opge
schroefd aandoen. Maar on
der het klatergoud van da
dikke woorden is hier in
derdaad een schat aan do
cumentatie, tips en advie
zen opgestapeld voor de
toerist, die zich de moeite
getroosten wil ons land, ons
volk en ons cultuurbezit
werkelijk te leren kennen.
De illustraties zijn met veel
zorg gekozen. Druk en uit
voering zijn voorbeeldig.
H. C.
'IlllllllllllllllillllllllllllllllllllllllllllillllMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIilll llllllllllllllllllllllllillllllllllllllllllllllllllllillllllliflllllü-'llllll
uit. Hun grote Amerikaanse auto staat er
ook niet. Nummer negen één hoog: me
vrouw loopt in een peignoir door de kamer
en zet hier en daar vaasjes en andere
dingen recht, als ze bij haar man komt
strijkt ze hem even door het haar, hij kijkt
vriendelijk lachend op, hij zit een enorm
boek te lezen, maar de radio is verlicht
dus die zal wel aanstaan. Hun slaapkamer
is ook verlicht, daar zoekt een meisje van
een jaar of zestien iets in een kast, de
negen boven: ach, wat jammer, daar heb
ben ze de gordijnen dicht. Daarachter
schijnt licht, dus ze zijn vast wel thuis.
Gek hè, dat ze hun gordijnen dicht hebben
gedaan. Zouden die mensen iets te ver
bergen hebben? Nu gaan we nog iets ver
der naar rechts. Nummer elf beneden: alle
vier de kinderen zijn nog op, ook laat nog,
ze hollen achter elkaar door de kamer, een
jongen en een meisje van een jaar of acht
tien allebei zitten er naast elkaar op een
bank geërgerd naar te kijken. Nu staat de
jongen op en haalt een boek uit de kast,
zij gaan er dicht naast elkaar in zitten
kijken. Nummer elf, eerste verdieping: oh,
wat is dat nou? Meneer staat in hemds
mouwen voor het raam en voorzover ik het
kan zien (hij heeft het licht achter zich)
staat hij me strak aan te kijken. Ik zit
hier voor het raam te tikken. Hoe lang
zou hij me al hebben bespionneerd? Ik zal
de gordijnen maar dicht doen.
Het spijt me, dat ik u verder geen ver
slag kan uitbrengen, maar u hebt toch al
een beeld gekregen van wat ik bedoel. Een
verklaring voor dit alles kan ik overigens
niet geven. Ik begrijp er niets van. Zijn
we soms trots op ons particuliere leven.
En zo ja, waarom?
A. S. H.
LUCHTHAVEN BIJ LOURDES?
LOURDES (Un. Press) De aanleg van
een nieuwe luchthaven, om rechtstreeks
het passagiersverkeer af te wikkelen van
en naar het buitenland, wordt in Lourdes
overwogen. Er is sprake van bouwkosten
tot een bedrag van honderd miljoen francs.
Men meent, dat een dergelijk vliegveld
voor deze bedevaartplaats nodig zal zijn,
wanneer in 19571958 het eeuwfeest ge
vierd zal worden van de verschijning van
de Heilige Maagd aan Bernadette Soubirou.
«RJOLWD—