De prinses die haar mond niet kon houden Nederland, een paradijs voor de Amerikaanse huisvrouw Godsdienstvrijheid in Pakistan Elke Zaterdag acht pagina's bij alle edities van Haarlems DagbladOprechte Haarlemsche Courant Papegaaikleurige tulpen velden Leven achter ramen Betoverend en duur Propaganda in slagzinstijl ER WAS EENS een prinses, die nooit haar mond kon houden. Geen seconde van de dag stond hij stil en 's nachts als ze sliep, praatte ze in haar dromen nog door. „Wees toch eens stil!" zei de koning, haar vader. „Wees toch eens stil!" zei de ko ningin, haar moeder. „Wees toch eens stil!" zei de prins, haar broer. Maar ze was niet stil. Nooit. Als de koning met zijn wijze raadgevers ver gaderde, praatte de prinses er - zonder ophouden tussendoor, zodat de koning de wijze raad niet kon verstaan en al les in het land mis ging. Als de koningin met de kok praatte, ratelde de prinses er tussendoor, zodai de kok alles verkeerd verstond en met heel ander eten op tafel kwam dan de koningin had gezegd. Als de prins met prinsessen uit an dere landen, die op bezoek kwamen in het paleis, praatte, ratelde de prinses er tussendoor, zodat de prinsessen nooit begrepen dat de prins met haar trouwen wilde. Ze gingen terug naar hun eigen land. Op een dag, toen de koning precies andersom deed dan zijn wijze mannen hadden gezegd, toen de kok zuurkool met spek inplaats van gebraden haan tjes op tafel bracht en de liefste prin ses van de wereld boos uit het paleis was vertrokken omdat ze dacht, dat de prins haar voor de mal hield, sloeg de koning met zijn vuist op tafel. „Nu is het afgelopen!" riep hij boven het geratel van de prinses uit. „Nu zul je je mond houden. Ik schrijf een wed strijd uit: wie de prinses tot zwijgen kan brengen, mag met haar trouwen. Maak het bekend in het hele land!" De volgende morgen al stonden er lange rijen voor de poorten van het paleis. Allemaal jonge mannen die dachten dat ze de prinses tot zwijgen konden brengen. Eén had een mond slot, één een kist vol pleisters, één vertelde verhaaltjes, waar iedereen stil van werd, één zong liedjes, waar je wel naar luisteren moest, één maakte moeilijke kunsten op een touw boven de grond, zó moeilijk dat je mond er van open viel en je niet meer praten kon. Maar toen de jonge mannen wer den binnengelaten.... Niets hoor.... de prinses ratelde door: pleisters en mondslot, verhaaltjes en liedjes, moei lijke kunsten, ze trok zich er niets van aan: ze praatte door! Toen de hele rij was afgewerkt en er alleen nog een man met een viool op het plein voor het paleis stond, schudde de koning zijn hoofd. „Dat was dus ook al niets", riep hij boven het geratel van de prinses uit. „Wacht even!" riep de man met de viool. „Ik ben er ook nog!" „Jij?" zei de koning. „Wie ben je? Ik heb je nog nooit gezien". „Ik wil de prinses zingen leren", zei de violist. „Zingen is beter dan pra ten". De volgende week zullen wij de leuk ste verhaaltjes opnemen, die jullie bij de vier tekeningen over het avontuur met de luchtballon geschreven hebben. Er waren zoveel inzendingen, dat we ze nog niet allemaal konden lezen. „Ja", zei de koning, „daar zit iets in, begin maar meteen". Al ratelende kwam de prinses dich terbij en opeens ontdekte ze dat die vreemde violist nog heel jong was en een erg lief gezicht had. „Goed", zei ze „je mag me zingen leren, maar ook als ik tóch nog ratel, moet je met me trouwen". „Goed", zei de violist, „maar ik trouw pas met je als je net zo hoog kunt zingen als mijn viool". De les begon meteen. Het hele hof liep met zijn vingers in zijn oren, want het zingen van de prinses was bijna nog erger dan het praten. Maar op eenswat was dat? Opeens werd het doodstil op het plein waar de vio list en de prinses aan het zingen wa gen. Het hele hof liep naar "de ramen en keek naar buiten. Daar stond de violist, die zijn viool inpakte en naast hem stond de prinses met haar mond wijd.... wijd open, zonder dat er een geluid uitkwam. „Wat is er gebeurd? Wat heb je gedaan?" riep de koning tegen de violist, die met zijn viool on der zijn arm wegliep. „Ik heb haar stil— gemaakt", riep hij. „Ze is blijven ste ken in de allerhoogste toon die mijn viool kon zingen, maar zij niet. Dat was precies wat ik wou....!" Weg was de violist. Met gebogen hoofd en haar mond wijdopen liep de prinses naar haar kamer. Het was ang stig stil in het paleis en je kon een speld horen vallen. Van schrik ging iedereen fluisteren en al kon de koning zijn raadgevers, de koningin haar kok en de prins zijn vriendinnen verstaan, niemand was echt blij. De prinses liep diepbedroefd door de gangen van het paleis, tranen stroomden over haar wangen en op elke muur schreef ze: „Ik wil trouwen met de violist". Maar de violist was weg. De koning liet hem zoeken. Dagen gingen voor bij, er gebeurde niets. De prinses at en dronk niet meer en iedereen was moe van het fluisteren en op de tenen lo pen. De koning schreef weer een wed strijd uit: „Wie de prinses aan het pra ten kon krijgen, mocht met haar trou wen". Weer stond een hele stoet voor het paleis. Mannen met hamers, om haar mond voorzichtig dicht te slaan, man nen die heel hoge noten op een viool speelden, omdat ze dachten dat die noot dan ook wel uit de keel van de prinses zou schieten. De prinses stond Meneer April, meneer April, doet dertig dagen wat hij wil. Meneer April vaart op een schip. Eén schip? Een hele vloot! Zijn zee, dat is de blauwe lucht, elk wolkje is een boot. Meneer April zit op een schommel, een schommel in het groen. Hoor maar eens hoe de takken zwiepen, dat moet die schommel doen. Meneer April gaat wandelen. Kijk, waar hij ons mee groet! Een handvol harde hagelknikkers valt uit zijn witte hoed. Meneer April, meneer April, toe leg uw schip eens even stil. Weg met die wolken wit en zwart, weg met die wind, hij blaast te hard. Weg met die witte hagelhoed, een strohoed staat u eens zo goed. Meneer April, meneer April, toe, doet u één keer wat ik wil. er met open mond bij, maar er ge beurde niets. Met open mond ging ze terug in huis, nog bedroefder dan ze al was. En toen opeens hoorde ze bui ten op het plein viool spelen. Ze rende naar het raam en wat zag ze? Midden op het plein stond een prins, een mooie jonge prins met een kroon op zijn hoofd. In zijn handen had hij een viool. Maar de muziek die hij speelde! Die had ze eerder gehoord! Ze rende naar buiten en nog voor ze bij de prins was, herkende ze hem: het was de vioolspeler! Ze wilde zó hard „Ooo" roepen dat de hoge toon uit haar keel schoot en haar mond met een klap dichtviel. „Goed", riep de prins, „dat was pre cies wat ik wilde!" „Ik ook", zei de prinses, maar heel rustig en zonder te ratelen, „dat was ook wat ik wilde". Ze liepen samen naar de koning, die meteen goed vond dat ze trouwden, omdat de prins haar het ratelen had afgeleerd en haar ook nog kon laten zingen zo hoog als hij maar wilde. Ze gingen naar het paleis van de prins en ze leefden nog heel lang en gelukkig. MIES BOUHUYS Naar buiten toe, naar buiten toe, daar buiten staat een paard, met paardebloemen aan zijn oor en speenkruid in zijn staart. Je gaat erheen, je springt erop, dat mag, daar is hij voor. Hij rijdt je boven op zijn rug de hele lente door. „Hier", wijst het paard, in deze beuk, daar is een huis van groen, waarin straks kleine mereltjes hun slaapje zullen doen. Dan gaan we naar de lammetjes, die dansen blij en dol. Ze zijn trots op hun eerste jas van zachte witte wol". En als je bloemen plukken wil, weet hij ze wel te staan. Hij kent de naam van allemaal en wijst de mooiste aan. Geen straat, geen pad, geen weggetje, waar hij niet komen zal. Je krijgt ze allemaal te zien, want hij komt overal. „Waar", vraag jij, „is dan dat paard, ik zie het nergens staan. En toch wil ik het voorjaar in, waar zoveel bloemen staan". 't Is nergens en 't is overal, dat paard draaft door je hoofd, laat het maar draven en je ziet wat ik je heb beloofd. MIES BOUHUYS. Als je de mooiste kinderverzen van Mies Bouhuys bewaren wil, vraag dan voor je verjaardag haar nieuwe bundel „Grote oren". Rie Kooyman tekende er plaatjes bij. Het is bij de Uitgevers maatschappij „Holland" in Amsterdam verschenen. **»*r*roxaxxxnxï «txxxxmxxxxmwmirtmmymyirxxxxn'iJooroocyo.Tonrmyjnciocncmm nrxYrryryxxxxxxPOOorxxxxxxxxxiüOQOOOOOOoni KERKELIJK LEVEN VRIJHEID van godsdienst is voor ons, Nederlanders, een begrip, dat „natuurlijk" aanwezig is. In andere landen denkt men hier echter vaak anders over. Gelukkig zijn er tekenen, die er op wijzen, dat dit voor ons zo duidelijk begrip ook elders meer gaat leven. JA, wij vinden het eigenlijk zonder meer gewoon, dat in een land vrijheid van godsdienst bestaat. Nu is het in het alge meen allesbehalve van gevaar ontbloot om in zaken het geloof betreffende, van ge wone dingen uit te gaan. Maar al te vaak merkt men bij overigens trouw met hun kerk meelevende mensen, dat men zó ge wend geraakt is aan wat men misschien al jaren heeft gehoord, dat al het verras sende ontbreekt. En toch is dat verrassen de absoluut onmisbaar. Geldt dit voor wat we zouden willen aanduiden als het inner lijk geloof, ook bij de begeleidende ver schijnselen komt het voor. Het is onder het laatste, dat we het be grip vrijheid van godsdienst zouden willen noemen. Men is er bij ons zo aan gewend, dat men het heel gewoon vindt, dat men belijden en beleven kan zoals men dat wi.l. Het zou beter zijn zo nu en dan te besef fen, dat dit eigenlijk een groot voorrecht is. De dankbaarheid en blijheid, die bij da gelovige horen, zouden er slechts wèl bij varen. Inmiddels zijn er landen waar de chris ten het veel moeilijker heeft. Het is daar om zo verheugend, dat we ditmaal kunnen wijzen op één van de nog niet lang zelf standige landen, waar men heeft ingezien, dat een land niet zonder vrijheid van gods dienst kan bestaan. Wij bedoelen Pakistan. Acht jaar lang heeft men er gewerkt aan de opstelling van een nieuwe grondwet en hoewel hierin ook wordt bepaald, dat de president van de Jslamietische Republiek van Pakistan mohammedaan moet zijn, ia ook aan de christenen en leden van andere godsdienstige groepen godsdienstvrijheid verzekerd. In Pakistan, nu onafhankelijk in het Britse Gemenebest, is ongeveer vijfentachtig percent van de bevolking mo hammedaans. Er wonen ongeveer 76 mil joen mensen waarvan nog niet één percent christen is. Van de 528.000 christenen zijn er ongeveer 300.000 protestants en 228.000 rooms-katholiek. De grootste godsdienstige minderheid vormen de Hindoes, die bijna dertien percent van de bevolking uitmaken. Eigen keuze Met voldoening mag men constateren, dat wat de opvoeding betreft, de rechten van de burgers in de nieuwe grondwet zonder uitzondering worden erkend, waar bij vooral de godsdienstige minderheids groepen beschermd worden. Iedere godsdienstige gemeenschap of richting „heeft het recht naar eigen keuze godsdienstige instellingen op te richten en te onderhouden. De staat mag dergelijke instellingen zijn erkenning niet onthou den". Dit zijn woorden, die aan duidelijkheid niets te wensen laten. Veelbetekenend is het ook, dat aan geen enkele burger de toegang ontzegd kan worden tot een onder wijsinstelling, die steun van de staat ont vangt „op grond van ras, godsdienst, kaste of geboorteplaats". Enkele andere artikelen zeggen: „Iedere staatsburger heeft het recht ieder geloof te belijden, uit te oefenen en te verbreiden, voor zover hij daarmede niet ingaat tegen de wet, de openbare rust en de zedelijk heid. Iedere kerkelijke gemeenschap heeft het recht eigen godsdienstige instellingen op te richten en te onderhouden". Voorts wordt nog gezegd, dat de staat alle legi tieme rechten en belangen van niet-Mo- hammedaanse gemeenschappen in Pakistan zal beschermen. Het is niet te verwonderen, dat een groep vooraanstaande christenen in een memo randum aan het ministerie voor de zaken van de minderheden zijn dankbaarheid heeft uitgesproken voor de in de grondwet toegestane godsdienstvrijheid. Of hiermee nu alle problemen zijn op gelost? Natuurlijk niet, maar er is een goede basis met goede rechten geschapen. In hetzelfde memorandum zegt de be doelde groep christenen overigens duide lijk, dat men het niet eens is met de ver tegenwoordiging van de christenen in de Nationale Assemblée. In overeenstemming met hun aantal zou de christenen enkele zetels meer moeten worden toegekend dan nu is gebeurd. Zo blijft men waakzaam en intussen dankbaar voor de gagarSndeerde vrijheid, die werkelijk niet overal ter we reld zo gewoon is als in ons goede land. EEN NIEUWE HAMLET De Haagse Comedie heeft Bert Voeten opdracht gegeven een nieuwe vertaling van Shakespeare's Hamlet te maken, die het volgend seizoen onder regie van Paul Steenbergen op het repertoire zal worden genomen. O 21 A 1' R I 119 56 Mi immmé Do aardige foto van een kanovaart langs de bollenvelden is uit het op deze pagina besproken „Holland"-nummer van „The Knickerbocker" overgenomen. Het onder staande is uit het Russische tijdschrift „Om de wereld" in vertaling overgenomen. IN EFFEN, lange rijen strekken zich in Holland de aanplantingen van decoratieve bolgewassen uit. Daar is een stuk land met tulpen bezet: wat een kleuren vindt men hier bijeen! Donkere, bijna zwarte bloemen wisselen af met fel rode of oranjekleurige en daarnaast ziet men verrukkelijke vio lette bladen met een grijswitte strook om de rand. Verderop lichten in de zon als sneeuw in het hooggebergte witte tulpen, die „Gletsjer" heten. Interessant zijn de kameleontulpen, die elk jaar, naar gelang van hun ouderdom, van kleur veranderen. Heel bijzonder vallen ook de „beschil derde" of „papegaaikleurige" tulpen op. Zij onderscheiden zich door hun kunstzinnig kleuren-ensemble. Hun diep ingesneden bloembladeren vertonen grillige kreuken. Een van de beste uit die groep een bloem met rode strepen op een wit fond verrast door haar elegantie. Ter ere van de grote Hollandse schilder werd zij „Rembrandt" genoemd. Men heeft een belangwekkend middel om dergelijke papegaaikleurige tulpen te ver krijgen. De kwekers hadden al lang opge merkt, dat verandering van kleur van een bloem soms veroorzaakt wordt door een bijzonder virus, dat door een schadelijk insect de bladluis wordt overgebracht, maar dat tevens de ontwikkeling van de bloemen, die met dat virus besmet zijn, geremd wordt. Om die schadelijke uitwer king tegen te gaan, spuit men met dat virus eerst muizen of mollen in, uit het bloed waarvan men dan een speciaal serum be reidt, dat men op de bloemen „ent". Dit serum is onschadelijk, belemmert de nor male ontwikkeling der bloemen niet, maar verandert hun kïeur. Op die manier ont staan nu de mooie, papegaaikleurige tulpen! VARESE (United Press) Een betove rend meisje is in de gevangenis gestopt, omdat ze haar ogen te welsprekend ge bruikte. Ze hypnotiseerde dezer dagen twee kassiers en nam de benen met honderdzes tigduizend lire. Het meisje keek recht in hun ogen en de kassiers reikten haar ge biologeerd al hun geld ovpr. Doordat de hoofdboekhouder van het ziekenhuis, waar zich dit kleine drama afspeelde, plotseling binnenwandelde, werd de betovering ge broken. Onder het slaken van de kreet „Houdt de dievegge" zette men de jonge Algerijnse zigeunerin na. De beide manne lijke helpers, die in de buurt wachtten, ontsnapten, maar de beeldschone tovenares werd gegrepen en zucht nu in het gevang, waar de cipiers haar met afgewende ogen voedsel brengen. I!llllllllllll!ll!lllllllilllllllllllllll!lll!lllllilllllllllll!llllllllllllllll!l!lllll> AMSTERDAM, april Nog niet lang ge leden is een film in circulatie geweest, die „Rear Window" heette. De voortreffelijke Hitchcock had haar gemaakt en zij ging over de avonturen van een fotograaf, die met een gebroken been een tijdje op zijn kamer moest zitten en vandaar het bij zonder private leven van zijn achterburen ging bestuderen. Omdat het een film was, die bovendien nog in New York speelde, kwam er tenslotte zelfs een moord aan te pas. Maar het meest opvallende van de film was de volstrekte onbevangenheid, waarmee 's fotografen achterburen hun particuliere leven door open ramen of in verlichte kamers achter vitragegordijnen geheel te kijk stelden. In Frankrijk, in België, in Engeland en in talloze andere landen moet het publiek dit met verbijs tering hebben opgemerkt. In Nederland behoeven we ons daar niet over te verbazen. We doen het immers zelf ook. Met de hand op het hart kan ik ver klaren geenszins een ziekelijke of zelfs maar grote belangstelling te hebben voor wat mij onbekende medeburgers in hun huizen uitspoken. Maar als ik 's avonds langs welke straat ook in Nederland loop, kan ik mezelf niet weerhouden overal naar binnen te kijken en vaak krijg ik dan de wonderlijkste taferelen te zien, die de be trokkenen als zij er over nadachten toch zeker niet voor mijn ogen bestemd hadden. Niettemin doen zij die dingen in gelijkvloerse, helverlichte kamers. Soms hangt daar dan vitrage voor, maar ieder een weet toch dat zoiets 's avonds geen enkel effect heeft. Trouwens, ook uit mijn flat in Amster dam zou ik een soort Rear-Window-verhaal kunnen halen, al hebben mijn vrouw en ik dan nog geen moorden kunnen waarnemen een feit, waaruit men veilig kan af leiden, dat er nog geen moorden zijn ge pleegd. Laat ik u, terwijl ik hier vanachter mijn bureau naar buiten kijk, een over zicht geven. Het is nu negen uur 's avonds. Op nummer zeven beneden: er is bezoek, de fles is kennelijk al meer dan eens rond gegaan: een van de heren buigt zich over een van de dames en kust haar hard, de anderen kijken lachend toe, een andere dame hanteert haar lippenstift, een klein jongetje wurgt een meisje en knoeit tege lijkertijd aan de radio. Op nummer zeven, eerste verdieping: meneer zit in een ge scheurd overhemd geconcentreerd te wer ken, mevrouw gaapt, kijkt naar zijn rug en pakt met een gebaar van intense verveling de krant op. Nummer zeven boven: kijk, dat is vreemd die mensen hebben de gordijnen van die ene kamer nu dicht ge had, zolang we hier wonen, maar nu zijn ze open, er hangt een dun gordijn voor het raam en daarachter zie ik de schaduwen van een paar mensen langzaam ronddansen dicht tegen elkaar. Zijn de ergste vermoe dens van de buurt dan toch juist? Dan gaan we iets naar rechts. Nummer negen, beneden: geen licht te zien, waarschijnlijk „DE KAARTEN op tafel" is de leuze, die op het ogen blik in tienduizenden Ame rikaanse gezinnen opgeld doet. De kaarten zijn uiter aard eerst de landkaarten en dan de reisbiljetten. Om streeks deze tijd plegen de Amerikanen namelijk met hun gezinnen het reisdoel voor de komende zomerva kantie vast te stellen. Zij omringen zioh met alle fol ders, brochures en prijs lijsten die zij krijgen kun nen en gaan dan om de tafel in huiskamer of keu ken zitten om uit al deze verleidelijke aanbiedingen en kleurige foto's het va kantieoord te kiezen, dat het meeste aanlokt. De redactie van The Knickerbocker het enige onafhankelijke Nederlandse maandblad dat in de Ver enigde Staten verschijnt doet thans een poging ook de kaart van Nederland in het geding te brengen door middel van een speciaal „Holland"-nummer, dat, zonder de gerenommeerde attracties van de bollen velden, Volendam en de windmolens te kort te doen, vooral de aandacht op „het andere Nederland" vestigt. Op onze kunstschatten in Mauritshuis en Rijksmu seum, op het natuurschoon van de Gelderse Vallei en de Achterhoek „land van de cinemascopische horizonten" alsmede op onze oude kerken, gevels en grachten, onze moderne ar chitectuur en vele andere minder bekende attracties, waarvan de gemiddelde buitenlandse toerist „doing Holland" in een of twee dagen geen flauwe notie heeft. „De werkelijke intelli gente reiziger," zo lezen wij in het eerste artikel, „zal 't maximum-rendement uit zijn dollars willen halen. Hij zal besluiten dat het zowel verstandig als het boeiendst is één Europees land goed te leren kennen. Wie er zo over denkt, zal zijn beste dividenden in Nederland oogsten." Inhoud, tekst en opmaak van het „HoIland"-nummer zijn uiteraard geheel afge- stemd op de smaak van het Amerikaanse publiek, zoals men uit de hiei'boven aan gehaalde citaten al heeft kunnen afleiden. De aanbe velingen voor de diverse toeristische attracties her inneren dikwijls onweer staanbaar aan het kleurige jargon, waarmee de film producenten van Hollywood hun rolprenten plegen aan te prijzen, maar ondanks de overdaad aan superlatieven wordt de waarheid nergens geweld aangedaan. Nog een paar staaltjes willen wij u ter illustratie voorleggen: „Hoe opwindend is het een nieuwe vondst te doen! Hoewel bijna elke bezoeker van Europa enkele van de mooiste Franse kathedralen gefotografeerd heeft, zijn de ware kenners van de architectuur tegenwoordig het meest verrukt over wat de schrijver van dit artikel zou willen noemen: de ver geten basiliek, de magni fieke Sint Jans kathedraal in 's Hertogenbosch, .een veertiende-eeuws bouw werk, dat niet op de weg van snelle toeristen tours ligt. De Sint Jan, bijna schuilgaand in de bekoor lijke wouden van Noord- Brabant, is groter dan de St. Patrick in New York en veel verfijnder, met zijn fi ligram kantwerk eeuwen geleden met veel geduld uit steen gehouwen dan de meeste Franse kerken." Wat de Amerikaanse huisvrouw betreft: „Hol land is haar winkelpara dijs," zegt The Knicker bocker, vervolgens beto gend: „De dollar is namelijk in Holland vier gulden waard en voor vier gulden koopt men een omvangrijke maaltijd, een groter stuk Twentse japonstof van eer ste kwaliteit en een waar devoller souvenir dan voor een dollar thuis. Als u smaak bijvoorbeeld uitgaat naar handgeschilderd Delfts blauw kunt ge een klein meesterwerkje mee naar huis nemen voor minder dan vijfentwintig dollar. Minnaars van echt antiek, verrijkt met het patina der eeuwen, zullen dagenlang in Haarlem of andere Hol landse steden op buit jagen." Alle verdere artikelen in dit speciale Holland-num mer, waarvan twintigdui zend exemplaren zijn toe gezonden aan evenveel Amerikaanse gezinnen van meer dan gemiddelde finan ciële draagkracht, zijn in dezelfde slagzinstijl vervat: „Wandel langs zijn histori sche, met keien geplaveide straatjes en langs zijn grachten en ge wordt, als Celia en Mary, plotseling gemesmeriseerd door de betovering van Amsterdam" of „Land van duizend sen saties" en meer van zulke karakteristieken, die voor onze nuchtere Hollandse aard wel wat opge schroefd aandoen. Maar on der het klatergoud van da dikke woorden is hier in derdaad een schat aan do cumentatie, tips en advie zen opgestapeld voor de toerist, die zich de moeite getroosten wil ons land, ons volk en ons cultuurbezit werkelijk te leren kennen. De illustraties zijn met veel zorg gekozen. Druk en uit voering zijn voorbeeldig. H. C. 'IlllllllllllllllillllllllllllllllllllllllllllillllMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIilll llllllllllllllllllllllllillllllllllllllllllllllllllllillllllliflllllü-'llllll uit. Hun grote Amerikaanse auto staat er ook niet. Nummer negen één hoog: me vrouw loopt in een peignoir door de kamer en zet hier en daar vaasjes en andere dingen recht, als ze bij haar man komt strijkt ze hem even door het haar, hij kijkt vriendelijk lachend op, hij zit een enorm boek te lezen, maar de radio is verlicht dus die zal wel aanstaan. Hun slaapkamer is ook verlicht, daar zoekt een meisje van een jaar of zestien iets in een kast, de negen boven: ach, wat jammer, daar heb ben ze de gordijnen dicht. Daarachter schijnt licht, dus ze zijn vast wel thuis. Gek hè, dat ze hun gordijnen dicht hebben gedaan. Zouden die mensen iets te ver bergen hebben? Nu gaan we nog iets ver der naar rechts. Nummer elf beneden: alle vier de kinderen zijn nog op, ook laat nog, ze hollen achter elkaar door de kamer, een jongen en een meisje van een jaar of acht tien allebei zitten er naast elkaar op een bank geërgerd naar te kijken. Nu staat de jongen op en haalt een boek uit de kast, zij gaan er dicht naast elkaar in zitten kijken. Nummer elf, eerste verdieping: oh, wat is dat nou? Meneer staat in hemds mouwen voor het raam en voorzover ik het kan zien (hij heeft het licht achter zich) staat hij me strak aan te kijken. Ik zit hier voor het raam te tikken. Hoe lang zou hij me al hebben bespionneerd? Ik zal de gordijnen maar dicht doen. Het spijt me, dat ik u verder geen ver slag kan uitbrengen, maar u hebt toch al een beeld gekregen van wat ik bedoel. Een verklaring voor dit alles kan ik overigens niet geven. Ik begrijp er niets van. Zijn we soms trots op ons particuliere leven. En zo ja, waarom? A. S. H. LUCHTHAVEN BIJ LOURDES? LOURDES (Un. Press) De aanleg van een nieuwe luchthaven, om rechtstreeks het passagiersverkeer af te wikkelen van en naar het buitenland, wordt in Lourdes overwogen. Er is sprake van bouwkosten tot een bedrag van honderd miljoen francs. Men meent, dat een dergelijk vliegveld voor deze bedevaartplaats nodig zal zijn, wanneer in 19571958 het eeuwfeest ge vierd zal worden van de verschijning van de Heilige Maagd aan Bernadette Soubirou. «RJOLWD—

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1956 | | pagina 21