Caféhouder en buffetjuffrouw
zonden twee knapen op roof
SP
KARPETTEN
„Beschuldiging van kolonialisme
is kwade trouw" zegt minister Beel
128.-
O
Mollet verdedigt de Westelijke
politiek in Moskou
^Avonturen met het vliegende tapijt
Tante Aggie
houdt vol
Overval met ploertendoder op oude
Amsterdamse antiquair
encec
PINKSTER-TIPS
van Kimmenaede
Voorzichtige kritiek op de eenzijdige
demobilisatie in Rusland
Knapen ter beschikking
van regering gesteld
Minister Zijlstra bezocht
Emmen met Belgische
ambtgenoot
Examens
MACH. SMYRNA
KASHMIR
Twee jonge kinderen door
treinen overreden
Waarborginstituut
voor de tuinbouw
Nieuzv Guinea in Eerste Kamer
Matroos te Horst op
kermis mishandeld
SPORTCOLBERTS
Krupp noemt zijn reputatie
„Journalistieke fantasie"
Zuid-Korea, Zuid-Vietnam
en Eormosa overwegen pact
Keizen in Indonesië via
Singapore op vergunning
Amerikaanse H-bomproef
wegens wind uitgesteld
Kerkelijk Nieuws
FEUILLETON
door Doris Miles Disney
DONDERDAG 17 MEI 1956
BIJNA DE GEHELE DAG HEEFT de Amsterdamse rechtbank besteed aan de
berechting van twee jonge Amsterdamse boefjes en twee volwassenen, op wier
schouders volgens het Openbaar Ministerie voor een groot deel de verantwoordelijk
heid voor de door de jongelui gepleegde misdrijven rustte. Eerst stonden de beide
jongens terecht: de 17-jarige leerling-tandtechniker A. H. H. B. en de 16-jarige
chemigraaf E. F. S. aan wie ten laste was gelegd, dat 7,ij tezamen op 9 decem
ber gewapend met een ploertendoder een pand aan de Prinsengracht binnen
drongen zonder echter iets van waarde te kunnen vinden en de volgende dag twee
antiquairs overvielen. Bij de eerste stalen zij een reeks antiquiteiten, de tweede
sloegen zij met de ploertendoder op het hoofd in een poging hem buiten gevecht
te stellen. De bejaarde man verweerde zich echter duchtig en het tweetal sloeg
op de vlucht.
Hun zaak werd met gesloten deuren be
handeld. 's Middags volgde echter al de
openbare uitspraak. Beiden werden onmid
dellijk ter beschikking van de regering ge
steld. Na hen stond eerst de 27-jarige buf
fetjuffrouw S. W. van K.-W. terecht we
gens uitlokking tot dit misdrijf en voorts
wegens het voordeel trekken uit gestolen
geld, dat de jongens zich reeds eerder had
den toegeëigend bij een twaalftal succes
volle inbraken in scholen.
Zij was buffetjuffrouw in de Mexico-
bar aan de Zeedijk, waar de jongens kind
aan huis waren en waar zij eens binnen
twee weken tijds bijna 900 gulden v
teerden. Volgens de jongens waren d<
vrouw en ook de eigenaar van de bar op
de hoogte van hun kwalijke praktijken. Zij
zou hun de tip hebben gegeven voor de in
braak aan de Prinsengracht, waarbij de
jongens tevoren een telefonische afspraak
met de directeur van het daar gevestigde
expeditiebedrijf maakten om hem na kan
toortijd te komen opzoeken, teneinde hem
dan met de ploertendoder te bewerken en
te beroven. Zij belandden bij vergissing op
een verkeerde étage en troffen de directeur
dus niet.
Tegen deze buffetjuffrouw eiste de offi
cier 1 1/2 jaar met aftrek, maar de recht
bank, die ook in deze zaak 's middags al
uitspraak deed, legde haar een milder
vonnis op: 10 maanden met aftrek en met
de bepaling, dat van het resterende ge
deelte 3 maanden voorwaardelijk zullen
zijn.
„Profiteur en parasiet
Tot slot stond 's middags nog de eige
naar van de Mexico-bar terecht, die tevens
de eigenaar was van de ploertendoder. Het
werd een hete zitting, want deze verdachte,
de 29-jarige caféhouder C. R. ontkende, dat
hij de jongens het wapen ter beschikking
had gesteld. Het had er aanvankelijk alle
ADVERTENTIE
Een stijlvol costuum
uit onze jubileum
aanbieding
DENKT AAN ONZE
NAAMSVERANDERING
GROTE HOUTSTR. 12 - HAARLEM
schijn van, dat dit niet te bewijzen was,
want de beide jongens, als getuigen ge
hoord, waren weinig positief. De eerste zei:
„We hebben hem de ploertendoder ge
vraagd, maar hij wilde die niet geven. Ik
ging toen naar beneden en later kwam
mijn vriendje er toch mee aanzetten". Maar
dit vriendje, de 16-jarige Eddie S., zei ver
volgens: „Ik heb de ploertendoder uit de
kast gehaald, toen de caféhouder naar de
bioscoop was gegaan".
Aangezien hij in het vooronderzoek, her
haaldelijk door allerlei ondervragers ge
hoord. telkens andere verklaringen had af
gelegd, dreigde de officier hem met een
vervolging wegens meineed. Een uur lang
werd de jongen nauwgezet door president
en rechters, alsmede door officier en advo-
iat, ondervraagd, maar hij bezweek niet.
Iet enige, dat hij toegaf was, dat de café
eigenaar „waarschijnlijk wel geweten heeft,
dat wij riiet eerlijk aan al het geld ge
komen waren".
„Eddie heeft tegen mij gezegd, dat hij de
ploertendoder van deze verdachte heeft
gekregen", vertelde als volgende getuige
de buffetjuffrouw en het ging er lelijk voor
Eddie uitzien. Diens vader, achter in de
zaal, stond plotseling op en riep uit: „edel
achtbare, mag ik even wat zeggen" en hij
begon meteen al. De president wilde daar
echter niets van weten en stuurde ham de
zaal uit voor hij verder kon gaan.
Daarna eiste de officier tegen de café
eigenaar, die hij een profiteur en een para
siet noemde, 2 1/2 jaar gevangenisstraf zon
der aftrek. Hij achtte alles bewezen: dat
de man de jongens de ploertendoder had
gegeven en dus het misdrijf had uitgelokt;
ten tweede, dat de verdachte de jongens
consumpties heeft verstrekt, die naar hij
wist betaald werden met gestolen geld
en tenslotte, dat hij geld van de jongens
had bewaard en klein geld voor bank
papier had ingewisseld.
Moeilijk pleidooi
Bij het pleidooi kwam het nog tot een
incident. Mr. A. J. Vosselman stond juists
voor vrijspraak te pleiten, omdat hij zeker
niet bewezen achtte, dat de café-eigenaar
de jongens de ploertendoder ter hand had
gesteld, toen Eddie door bemiddeling van
de deurwaarder aan de president liet vra
gen of hij nog wat zeggen mocht. Dit werd
hem toegestaan en huilend verklaarde, de
jongen nu, dat hij de ploertendoder indër-
daad van de verdachte had meegekregen.
Hij trök dus zijn verklaring in. als zou-hij
het wapen in het geheim uit de kast heb
ben weggenomen.
„Ik benijd u niet, president", ging daarna
de advocaat onverdroten voort, „dat u nu
deze verklaring weer op haar waarheid
moet beoordelen". De president diende hem
even slagvaardig van repliek. „Ik benijd u
niet, dat u nu uw pleidooi nog moet voort
zetten". Dit deed de raadsman toch en hij
bleef op vrijspraak aandringen.
De rechtbank zal uiterlijk op 30 mei uil-
spraak doen.
De minister van Economische Zaken
prof. dr. J. Zijlstra, in gezelschap van de
heer Jean Rei.j, minister van Economische
Zaken van België, heeft een bezoek ge
bracht aan de Enkalonfabriek te Emmen.
Het doel van dit bezoek was kennis te ma
ken met de verhoudingen tussen gemeen
telijke bestuursinstanties en de jonge in
dustrieën die zich na de oorlog in de pro
vincie Drente in het algemeen en in Em
men in het bijzonder hebben gevestigd.
Deze verhoudingen zijn gekarakteriseerd
door een sterke samenwerking.
Minister Zijlstra vond het van belang
zijn Belgische collega een inzicht in deze
structuur te geven.
Tilburg-. Katholieke Economische Hoge
school. Kandidaatsexamen in de économi
sche Wetenschappen: Th. v. d. Klunder, Nij
megen. Doctoraal examen Economische We
tenschappen: O. Kuschpeta. Tilburg.
Leiden. Kandidaatsexamen F Wis- en Na
tuurkunde: mej. M. C. W. Dietz, Leiden; W.
v. d. Slik, Leiderdorp; J. J. C. Mulder, Lei
den. Idem I: E. Oele en P. L. Offerhaus, bei
den te Leiden. Idem L: J. J. Samson, Den
Haag. Doctoraal examen Natuurkunde: F. E.
Nommensen, Leiden.
ADVERTENTIE
met doorgeweven rug in
de warme Oosterse des
sins
280 x 200 125.
310 x 225 159.75
van het vermaarde fabri
kaat v. d. Brink en
Campman te Laren
180 x 125 95.—
200 x 140 119.
300 x 200 254.—
325 x 225 310.—
Kruisstraat 11
Haarlem - Telefoon 11491
Dinsdagmiddag om vier uur is het 3
jaar oude meisje Thea Caris bij de over
weg GrathemLeveroij door de trein uit
de richting Eindhoven overreden en ge
dood. Het kind was met een broertje op
weg naar huis en is vermoedelijk tussen
het traliewerk van de overweg doorgekro
pen en onder de trein geraakt.
Woensdag heeft de trein uit de richting
Apeldoorn nabij het station Klarenbeek
een bijna driejarig jongetje uit bet gezin
B litem an overreden. Het kind is kort ma
het ongeluk overleden. Het jongetje was
kort te voren nog thuis geweest en is daar
na vermoedelijk bij het spelen de spoor
baan opgelopen.
De voorzitter van het Waarborginstituut
voor de Tuinbouw in Noordholland de heer
H. Schelhaas heeft de adviescommissie van
dit instituut voor het gebied van Zuid-
Kennemerland geïnstalleerd. Deze com
missie omvat het gebied van de gemeenten
Haarlem, Bloemendaal, Heemstede en Ben-
nebroek.
De heer Joh. P. van Haaster te Voge
lenzang zal deze commissie presideren en
de heer W. Roozen, Julianastraat 45 te
Halfweg treedt als secretaris op.
Tuinders, die van de mogelijkheid van
kredietverschaffing via het Waarborginsti
tuut voor de Tuinbouw gebruik wensen te
maken, kunnen zich wenden tot de paatse-
lijke boerenleenbanken.
ADVERTENTIE
In de Eerste Kamer heeft minister
Beel, zoals nog in ons blad van gisteren
is bericht, medegedeeld dat de Nederlandse
regering internationalisatie van het beheer
over Nieuw-Guinea afwijst. Wel zal zo
mogelijk de internationale samenwerking
op economisch terrein ter openlegging van
het gebied worden bevorderd.
De in Nieuw-Guinea aanwezige politiële
en militaire krachten zijn voldoende om
aan alle gebeurlijkheden het hoofd te
bieden. In 1949 waren er 900 Nederlanders
in Nieuw-Guinea, nu 16.000.
Met de verklaring van minister Beel kon
de heer De Dreu (P. v. d. A.) zich niet
verenigen. Het standpunt van de regering
was bekend en tot nu toe heeft de P. v. d.
A. zich daarbij neergelegd. Het gaat echter
niet om onze goede bedoelingen met Nieuw-
Guinea, maar om de internationale
publieke opinie. Bij handhaving van de
bestaande toestand blijft Nieuw-Guinea
een twistpunt in de wereld. Voor de rust
is het noodzakelijk, dat Nieuw-Guinea een
onbetwiste status krijgt.
De heer Algera (A.R.) constateerde
hierna slechts, dat de P. v. d. A. het dus
met het regeringsstandpunt niet eens is.
Dat betwistte de heer In 't Veld
(P. v. d. A.). Het is niet het streven van
de P. v. d. A., zei hij, ons van onze soeve
reiniteit over Nieuw-Guinea los te maken.
Een beheerschap van de UNO betekent
niet het afstand doen van onze soevereini
teit over Nieuw-Guinea.
De heer D e r k s e n (KVP) was ook van
mening, dat Nieuw-Guinea een onbetwist
bare status moet hebben, maar die wordt
niet verkregen door een beheerschap van
de UNO. Indonesië zal nooit tevreden zijn
voor het de soevereiniteit over Nieuw-
Guinea heeft verkr-egen.
Minister Beel zei tenslotte, dat het
enige wat Nederland kan doen, is. een om
trent het doel duidelijk beleid te voeren.
Als het dan toch wordt beschuldigd van
kolonialisme, is dat kwade trouw. Daar is
toch niets tegen te doen.
Voorts heeft minister Beel ver
klaard, dat het onjuist zou zijn omtrent het
conflict met gouverneur Struycken in de
Nederlandse Antillen meer te openbaren
dan reeds over deze zaak is gepubliceerd.
Omtrent de bevoegdheid van de gouver
neur wordt in Nederland en in de Antil
len in beginsel niet verschillend gedacht.
Berichten in de socialistische en katholieke
pers over de onenigheid in de ministerraad
over het bij de oplossing van het conflict
te voeren beleid, missen elke grond. „Ik
betreur deze publikaties," aldus minister
Beel, „niet alleen omdat zij uit de lucht
zijn gegrepen, maar omdat zij het overleg
in een delicate kwestie als deze schaden."
Een tweetal matrozen, waarvan er een te
Horst (Limburg), woonachtig is, heeft op
de Horster kermis een minder prettig avon
tuur beleefd. De Horster matroos had een
in Brabant woonachtige vriend uitgenodigd
om naar de kermis in zijn dorp te komen.
Deze accepteerde dit graag. Terwijl zij zich
amuseerden, werden zij ingesloten door een
groepje balorige kermisgasten, die het op
hun witte bef voorzien hadden. Eerst na
herhaald verzoek' werden "zé mét i-ust "ge
laten. Toen echter de Brabantse zeeman
later op de avond naar het huis van zijn
vriend terugkeerde werd hij plotseling
door een zestal jonge mannen zodanig met
bakstenen bewerkt, dat hij, met een zware
hersenschudding in het ziekenhuis moest
worden opgenomen.
De gewonde matroos zou over enige we
ken met twee weken landbouwverlof naar
huis zijn gegaan. Matroos H. uit Horst
heeft nu aan zijn commandant gevraagd of
hij in plaats van zijn vriend diens ouders
twee weken mag helpen op het land. De
politie heeft tegen de aanvallers proces
verbaal opgemaakt.
Waarschijnlijk zult ook u voor de komende feestdagen
uw garderobe willen aanvullen. Wij bieden u een zeer
geslaagde collectie
o.a. „STURKA" handwoven tweed, te combineren met
een „DUMAK" PANTALON in de modernste dessins
en modellen.
Als aanvulling bij deze combinatie of bij uw costuum
geven zowel de FABLO-SHIRTS in de sportieve
ELIANTO of CABANA modellen en dessins, als de
uitgebreide KERKO-collectie zeker een geslaagd geheel.
Onze verkopers adviseren u gaarne tot uw volle
tevredenheid.
Uiv: Kleding-adviseur
Gen. Cronjestraat 86, Tel. 14401
Spaarnwouderstraat 47-80, Tel. 21392
MOSKOU (Reuter/AFP) Partijsecretaris
Kroes,its,iev heeft woensdag op de eerste
dag van de besprekingen met premier Mol
let van Frankrijk cn diens minister van
Buitenlandse Zaken, Pine»u, in Moskou de
Verenigde Staten ervan beschuldigd dat zij
een politiek van „obstructie" voeren ten
aanzien van de ontwapening en de her
eniging van Duitsland. Aan Russische
zijde namen, behalve Kroesjts.jev, premier
Boclganin en minister van Buitenlandse
Zaken Molotov aan de besprekingen deel.
Naar in Franse kringen is vernomen deelde
Mollet de Russen „standvastig doch vrien
delijk" mee, dat zij de Amerikaanse politiek
verkeerd begrijpen.
Na de besprekingen werd in een commu
niqué gezegd dat openhartig is gesproken
over de wederzijdse standpunten ten aan
zien van de ontwapening en, in het alge
meen, over andere vraagstukken.
Tijdens het noenmaal in het Kremlin
Abdoel ging natuurlijk op school. Elke morgen verliet hij zijn huis en ging op weg
naar de school, die ook al in zo'n spierwit gebouw was. Daar stond dan meester
Harrar, een wijze man, die de kinderen van de witte stad leerde lezen en schrijven
en wat ze nóg meer moesten weten.
Meester Harrar was teel streng, maar toch wel prettig. Als de kinderen 's viorgens
kwamen, bogen ze netjes voor meester Harrar, want ze hadden ook geleerd beleejd
te zijn
DUBLIN (Reuter/AFP) - Alfried Krupp
heeft in een vraaggesprek met het Ierse
blad „Irish Times" verklaard de geallieer
de beperkingen op kolenwinning en staal-
fabricage te hebben aanvaard, omdat hij
geen keus had. Hij zei echter te hopen, dat
hij toch niet verplicht zou zijn kolenmijnen
en staalfabrieken te verkopen, aangezien
deze bedrijven de natuurlijke basis van
alle Duitse industrieën zijn. Hij verklaarde
nog eens geen bijzondere belangstelling te
hebben voor de Duitse herbewapening en
dat de reputatie van „kanonnenkoning",
welke zijn grootvader had en de mening,
dat de firma Krupp op wapens gespeciali
seerd zou zijn „een journalistieke fantasie"
Is.'7'
Meer uranium
De Westduilse minister voor atoomener
gie Strauss heeft verklaard dat hij de Ame
rikaanse commissie voor atoomenergie
verzocht heeft de bondsrepubliek meer
uranium toe te wijzen. Volgens de be
staande, overeenkomst zou West-Duitsland
voor onderzoekingen op het gebied der
kernenergie de beschikking krijgen over
zes kilogram uranium „235" en over twee
proefreactors. Strauss maakte bekend dat
de bondsrepubliek zelf ncfg een derde reac
tor bouwt, waarvoor een extra hoeveelheid
uranium nodig is.
Ook zei hij dat de uraniummijnen in
Oost Duitsland niet volledig werken. Hij
leidde hieruit af dat de Sovjet-Unie voor
haar uraniumtoevoer niet meer uitsluitend
van Oost-Duitsland afhankelijk is.
TAIPEH (Reuter) De nationalistisch-
Chinese ambassadeur te Seoel, Wang
Toeng-Joean, heeft te Taipeh medegedeeld
dat nationalistisch China in beginsel over
een is gekomen een militair bondgenoot
schap met Zuid-Korea en Zuid-Vietnam te
sluiten.
Wang, die zijn mededeling in het parle
ment deed, voegde hieraan toe dat nog vele
technische vraagstukken moeten worden
opgelost, voordat het bondgenootschap in
werking zou kunnen treden.
DJAKARTA (Reuter) De Indonesi
sche procureur-generaal zal aan de rege
ring voorstellen, dat alle passagiers aan
boord van schepen, die inter-insulaire rei
zen maken en Singapore aandoen, een uit
reisvergunning moeten hebben. Men hoopt,
dat hierdoor voorkomen wordt, dat „bui
ten landers of opstandelingen Indonesië il
legaal kunnen verlaten".
vroeg Mollet in een tafelrede om verwijde
ring van de hinderpalen die de uitwiseling
van mensen en denkbeelden in de weg
slaan. Mollet zei „Ik houd van openhartige
mensen".
In alle bioscopen in Moskou draaien op
het ogenblik Franse films, er worden Fran
se concerten gegeven, de radio verzorgt
Franse uitzendingen en voor het eerst
sedert de oorlog is woensdag een blad in
het Frans, „Les nouvellës de Moscou", ver
schenen met op de voorpagina in grote
lettei's „Welkom".
De eerste besprekingen hebben bijna uit
sluitend over de ontwapening gehandeld.
Boeiganin en Kroesjtsjev noemden de aan
staande demobilisatie van hun strijdkrach
ten een bewijs van de goede wil. Mollet
zinspeelde erop, dat van die besprekingen
geen bewijs voorhanden was en dat zij
overigens, in dit waterstofbomtijdperk, van
zeer beperkt belang zijn. De besprekingen
op dit punt worden vandaag voortgezet.
Mollet zou de Russen ook meegedeeld heb
ben, dat sommige van zijn militaire advi
seurs hem hadden aangeraden de Franse
strijdkrachten met honderduizend man te
verminderen en te beginnen met het ver
vaardigen van atoom-bommen, zo meldt
U.P.
De woordvoerder van de Russische
regering, Leonid Iljitsjev, verklaarde tegen
over verslaggevers dat tijdens de bespre
kingen „beide zijde het vertrouwen hebben
uitgesproken dat aan het eind van de on
derhandelingen resultaten zullen worden
geboekt".
Aan boord van het oorlogsschip „McKin-
ley", Bikini, (United Press) Anderhalf
uur voor een Amerikaanse B 52 de water
stofbom zou laten 'vallen boven Eniwetok
in de Stille Oceaan, werd de proef uitge
steld. Er stak een wind op die de radio
actieve as in de richting van de bewoonde
eilanden zou drijven. Men hoopt de proef
nu vanavond te kunnen uitvoeren. Zeker
heid is er echter niet. De weersvooruit
zichten zijn niet onverdeeld gunstig.
Reuter verneemt dat over enkele weken
op de Monte Bello-eilanden bij Australië
een tweede proefneming met een nieuw
Brits atoomwapen zal worden gehouden.
Bij deze tweede proefneming zal het wapen
aan een hogere toren tot ontploffing wor
den gebracht. Hoewel de eerste ontploffing
niet buitengewoon hevig was, werd er in
de zandbodem een krater van een halve
mijl doorsnede gevormd. Het zand was tot
een donkere massa gesmolten. Uit het feit
dat torens in de onmiddellijke nabijheid
van het proefgebied staande bleven leidt
men af dat de geleerden de ontploffing
zeer goed in bedwang hadden.
Ned. Herv. kerk
Beroepen te Utrecht (B. v. Ginkel) H.
Spilt te Ermelo. Aangenomen naar Olde-
broek (2de pred.pl.) J. Zwijnenburg te
Kinderdijk, die bedankte voor Bruchem en
Kerkwijk, Nijkerkerveen en voor St. Maar
tensdijk. Naar Schoondijke P. A. L. Brink
man te Purmerland.
Gercf. kerken
Beroepen te Antwerpen W. Baas te Urk.
Geref. kerken (art. 31 K.O.)
Beroepen te Twijzel D. Berghuis, kand.
te Groningen. Aangenomen naar Winscho
ten A. Veefkind, kand. te Hilversum.
Chr. Ger. kerken
Tweetal te Steenwijk H. v. d. Schaaf te
De Krim en W. I-I. Velema te Eindhoven.
Beroepen te Biezelinge M. Draijer te
Drachten. Bedankt voor Bussum J. Keu-
ning te Barendrecht.
Beroepen te Driebergen M. C. Tanis te
Urk. Te Tholen E. Venema te Maassluis.
23)
De bus, welke Aggie zou nemen, ging tot
Pittsfield, in Massachusetts, en stopte on
derweg in Middlebrook. Hij vertrok om tien
uur in de morgen uil Somerset. Aggie
wachtte de volgende morgen, tot Teresa
naar kantoor was vertrokken. Daarna ver
telde ze Kate, dat ze de hele dag afwezig
zou zijn.
„Waar ga je naar toe?" vroeg Kate
prompt.
„Ik heb enkele dingen in orde te maken",
antwoordde Aggie vaag.
„Wat voor dingen?"
„Vraag niet zoveel, als je geen leugens
ten antwoord wilt krijgen", zei Aggie la
chend, hoewel er een nerveuze trilling in
Jaar stem was. „Ik ga gauw even de bed
den opmaken en moet er binnen een uur
candoor."
Kate trachtte meer te weten te komen,
maar Aggie liet niets los.
Toen Aggie tenslotte, gekleed in haar
beste zwarte mantel, en met haar zondagse
hoed met de witte margrieten op, afscheid
wilde nemen, viel Kate woedend uit: „Wat
jou mankeert, is me een raadsel! Je hebt
het recht niet om.
„O nee?" antwoordde Aggie op luchtige
toon. „We leven in een vrij land!"
En naar de deur lopend, voegde ze eraan
toe: „Ik weet niet precies, hoe laat ik thuis
zal zijn. Je ziet me wel weer verschijnen."
Precies half twaalf zette de Greyhound
Bus Aggie in het centrum van Middlebrook
af.. Met een enigszins verloren gevoel keek
ze de grote bus na. Ze zou op dat ogenblik
liefst zo hard mogelijk naar huis terugge
hold zijn. Toen de bus echter uit het ge
zicht verdwenen was, vermande Aggie zich
en keek om zich heen. Het winkel-centrum
van Middlebrook was niet groot. Aan de
overkant was een bioscoop en daarnaast
was een restaurant. Als ze daar wat at en
aen lekker kopje thee dronk, zou ze zich
veel beter voelen, overlegde Aggie.
Ze stak de straat over en beti-ad het res
taurant. Het was eigenlijk niet veel- meer
dan een klein café. Er zaten twee mannen
in hemdsmouwen.
Aggie nam plaats Ln -één der afgescheiden
boxen. Hier zou ze gemakkelijker met de
kelnerin kunnen praten. Deze kwam op
haar af met een menu en een glas water.
Ze had gebleekt haar en was heel zwaar
opgemaakt, waardoor haar gezicht een
domme, wezenloze uitdrukking had gekre
gen. Aggie bestelde een eenvoudige lunch
en toen de kelnerin haar deze bracht, be
gon Aggie: „Bent u hier goed bekend in
Middlebrook? Ik heb destijds in Brooklyn
de zoon van een familie hier goed gekend
en ik vraag me af, of u me iets over die
familie zoudt kunnen vertellen."
„Hoe heten ze?" Twee domme poppen-
ogen staarden haar zonder veel belang
stelling aan.
„Lavender", Aggie ha-d het gevoel, dat
ze de naam uitschreeuwde. „Robert Laven
der heette de zoon."
„Robert Lavender?" Er kwam iets van
belangstelling in de poppenogen.
„Dat was de zoon van de oude meneer
Duncan Lavender, die op „tihe Birches"
woont. Maar die kan het niet zijn. Die zoon
is jaren geleden spoorloos verdwenen."
„Werkelijk?" Aggie roerde in haar thee,
die op gootwater leek. Het moet die zoon
geweest zijn. Zijn naam was Robert, maar
ik noemde hem Bob."
De andere vrouw keek verwonderd naar
het oude, grijzende dametje, met het won
derlijk jeugdige gezichtje. „Ze is gek",
dacht ze, maar hardop zei ze: „Werkelijk?"
en met een vage glimlach verwijderde ze
zich.
Aggie voelde zich teneergeslagen door de
afwijzende houding van de kelnerin en at
haastig haar lunch op. Daarna betaalde ze
en verliet het café.
Wat moest ze nu doen? Waar zou ze verdere
inlichtingen kunnen inwinnen? Bij 't tank
station op de hoek of bij de drogist verder
op in het midden van de straat? Toen ze
gisteren tegen juffrouw Gilohrist zei dat
ze alleen maar op verkenning uitging, had
het heel gemakkelijk geleken. Hoe anders
was de werkelijkheid! Ze had de diaman
ten dasspeld meegenomen, in de hoop mis
schien iemand tegen het lijf te lopen, die
hem zou herkennen. Ze hoorde een oude
bekende van Robert Lavender al uitroepen:
„Maar dat is zijn dasspeld! Die droeg hij
altijd!"
Als echter de kelnerin een voorbeeld
was van wat haar te wachten stond, zou ze
de dasspeld niet te voorschijn behoeven te
halen
Een jonge politieagent kwam de straat
door en wandelde in haar richting, maar
ze piekerde er niet over om hem inlich
tingen over Robert Lavender ie vragen. Ze
wilde zich verre van de politie houden.
Haar ervaringen in Somerset met politie
mannen waren niet al te prettig. Zelfs
Dennis Callaham was haar tegengevallen.
Hij was geen echte Ier en bovendien zag
hij niets in haar Lovejoy-Lavender theorie.
Ze keek een andere kant uit, toen de politie
agent vlakbij was. Deze keek even belang
stellend naar haar een vreemd gezicht in
Middlebrook en verdween vervolgens in
het café, dat zij zo juist had verlaten.
Hij bestelde een kopje koffie en werd
bediend door dezelfde opgeverfde jonge
vrouw. Deze had met haar langzaam wer*-
kend brein Aggie's opmerkingen intussen
verwerkt en scheen ze de moeite waard te
vinden om aan de poltieagent mee te delen.
„Hebt u die oude dame daar buiten gezien?"
vroeg ze.
„Ja, wat is daarmee?"
„Ze had het over de Lavenders. Ze
beweerde dat ze Robert Lavender vroeger
in Brooklyn had gekend. Ze noemde hem
Bob."
„Wat?" Politieagent Hanraham, die een
pientere en ambitieuze jongeman was,
staarde haar ongelovig aan.
„Dat zei ze werkelijk."
„En nog iets anders ook?"
„Nee, dat was alles."
Hij had zijn koffie al betaald en moest
ze dus wel opdrinken. Hij verbrandde zijn
mond bijna door de haast. Hij hield zijn
blik gevestigd op Aggie, die nog steeds be
sluiteloos voor het café stond.
„Natuurlijk de een of andere oude klets
kous,mompelde hij in zichzelf „Wind je
vooral niet of!"
Toch kon hij een gevoel van opwinding
niet onderdrukken. Stel je voor, dat die
oude dame werkelijk dingen van belang
kon vertellen! Stel je voor, dat ze wer
kelijk iets wist over Robert Lavender!
„Tot ziens!" riep hij de kelnerin toe,
terwij 1 hij haastig opstond en naar de deur
liep. Volkomen kalm naderde hij echter
Aggie. „Pardon, mevrouw
„Eh?" Ze keek hem hooghartig aan, zon
der tegemoetkomendheid.
„De kelnerin in dat café daar vertelde
me zo juist, dat u vroeger Robert Lavender
hebt gekend, in BrooklynVanzelfspre
kend heb ik daar belangstelling voor." Hij
glimlachte ontwapenend.
Aggie voelde haar moed in de schoenen j
zinken, maar ze glimlachte hem op even
ontwapenende wijze toe. „Hebt u hem zelf
gekend?" vroeg ze.
„Nee, ik werd geboren enkele jaren, na
dat hij spoorloos was verdwenen. Hoe lang
geleden is het, dat u hem ontmoette?"
Aggie keek verschrikt om zich heen, als
zocht ze een uitweg. Er was er echter geen.
Ze zou kunnen weghollen, maar hij liep
stellig sneller dan zij.... Ze haalde even
heel diep adem en antwoordde: „Dat was
jaren en jaren geleden, en zo heel goed
heb ik hem niet gekend."
„U zei tegen die kelnerin, dat u hem
Bob noemde. U moet hem dus vrij goed
gekend hebben, nietwaar?" De politieman
keek haar strak aan, terwijl hij dit zei.
Toen Aggie niet dadelijk antwoordde, drong
hij aan: „Nietwaar, juffrouw eh....
Hoe is uw naam?"
Aggie keek hem verschrikt aan. Ze koos
de eerste de beste naam, die haar in ge
dachten kwam de naam van een van
haar vroegere werkgeefsters en ant
woordde: „Juffrouw van Deusen, Maud van
Deusen."
Hij geloofde haar niet. „Naar haar ac
cent te oordelen, is ze een Ierse", stelde hij
bij zich zelf vast, „ik vind dit oude dametje
een hoogst onbetrouwbare indruk maken."
„Hoe lang is het geleden, dat u Robert
Lavender kende?" vroeg hij.
„O. jaren en jaren".
„Tien, vijftien jaar? U hebt daar toch
wel enig idee van, juffrouw van Deusen!"
(Wordt vervolgd).