Caféhouder en buffetjuffrouw zonden twee knapen op roof SP KARPETTEN „Beschuldiging van kolonialisme is kwade trouw" zegt minister Beel 128.- O Mollet verdedigt de Westelijke politiek in Moskou ^Avonturen met het vliegende tapijt Tante Aggie houdt vol Overval met ploertendoder op oude Amsterdamse antiquair encec PINKSTER-TIPS van Kimmenaede Voorzichtige kritiek op de eenzijdige demobilisatie in Rusland Knapen ter beschikking van regering gesteld Minister Zijlstra bezocht Emmen met Belgische ambtgenoot Examens MACH. SMYRNA KASHMIR Twee jonge kinderen door treinen overreden Waarborginstituut voor de tuinbouw Nieuzv Guinea in Eerste Kamer Matroos te Horst op kermis mishandeld SPORTCOLBERTS Krupp noemt zijn reputatie „Journalistieke fantasie" Zuid-Korea, Zuid-Vietnam en Eormosa overwegen pact Keizen in Indonesië via Singapore op vergunning Amerikaanse H-bomproef wegens wind uitgesteld Kerkelijk Nieuws FEUILLETON door Doris Miles Disney DONDERDAG 17 MEI 1956 BIJNA DE GEHELE DAG HEEFT de Amsterdamse rechtbank besteed aan de berechting van twee jonge Amsterdamse boefjes en twee volwassenen, op wier schouders volgens het Openbaar Ministerie voor een groot deel de verantwoordelijk heid voor de door de jongelui gepleegde misdrijven rustte. Eerst stonden de beide jongens terecht: de 17-jarige leerling-tandtechniker A. H. H. B. en de 16-jarige chemigraaf E. F. S. aan wie ten laste was gelegd, dat 7,ij tezamen op 9 decem ber gewapend met een ploertendoder een pand aan de Prinsengracht binnen drongen zonder echter iets van waarde te kunnen vinden en de volgende dag twee antiquairs overvielen. Bij de eerste stalen zij een reeks antiquiteiten, de tweede sloegen zij met de ploertendoder op het hoofd in een poging hem buiten gevecht te stellen. De bejaarde man verweerde zich echter duchtig en het tweetal sloeg op de vlucht. Hun zaak werd met gesloten deuren be handeld. 's Middags volgde echter al de openbare uitspraak. Beiden werden onmid dellijk ter beschikking van de regering ge steld. Na hen stond eerst de 27-jarige buf fetjuffrouw S. W. van K.-W. terecht we gens uitlokking tot dit misdrijf en voorts wegens het voordeel trekken uit gestolen geld, dat de jongens zich reeds eerder had den toegeëigend bij een twaalftal succes volle inbraken in scholen. Zij was buffetjuffrouw in de Mexico- bar aan de Zeedijk, waar de jongens kind aan huis waren en waar zij eens binnen twee weken tijds bijna 900 gulden v teerden. Volgens de jongens waren d< vrouw en ook de eigenaar van de bar op de hoogte van hun kwalijke praktijken. Zij zou hun de tip hebben gegeven voor de in braak aan de Prinsengracht, waarbij de jongens tevoren een telefonische afspraak met de directeur van het daar gevestigde expeditiebedrijf maakten om hem na kan toortijd te komen opzoeken, teneinde hem dan met de ploertendoder te bewerken en te beroven. Zij belandden bij vergissing op een verkeerde étage en troffen de directeur dus niet. Tegen deze buffetjuffrouw eiste de offi cier 1 1/2 jaar met aftrek, maar de recht bank, die ook in deze zaak 's middags al uitspraak deed, legde haar een milder vonnis op: 10 maanden met aftrek en met de bepaling, dat van het resterende ge deelte 3 maanden voorwaardelijk zullen zijn. „Profiteur en parasiet Tot slot stond 's middags nog de eige naar van de Mexico-bar terecht, die tevens de eigenaar was van de ploertendoder. Het werd een hete zitting, want deze verdachte, de 29-jarige caféhouder C. R. ontkende, dat hij de jongens het wapen ter beschikking had gesteld. Het had er aanvankelijk alle ADVERTENTIE Een stijlvol costuum uit onze jubileum aanbieding DENKT AAN ONZE NAAMSVERANDERING GROTE HOUTSTR. 12 - HAARLEM schijn van, dat dit niet te bewijzen was, want de beide jongens, als getuigen ge hoord, waren weinig positief. De eerste zei: „We hebben hem de ploertendoder ge vraagd, maar hij wilde die niet geven. Ik ging toen naar beneden en later kwam mijn vriendje er toch mee aanzetten". Maar dit vriendje, de 16-jarige Eddie S., zei ver volgens: „Ik heb de ploertendoder uit de kast gehaald, toen de caféhouder naar de bioscoop was gegaan". Aangezien hij in het vooronderzoek, her haaldelijk door allerlei ondervragers ge hoord. telkens andere verklaringen had af gelegd, dreigde de officier hem met een vervolging wegens meineed. Een uur lang werd de jongen nauwgezet door president en rechters, alsmede door officier en advo- iat, ondervraagd, maar hij bezweek niet. Iet enige, dat hij toegaf was, dat de café eigenaar „waarschijnlijk wel geweten heeft, dat wij riiet eerlijk aan al het geld ge komen waren". „Eddie heeft tegen mij gezegd, dat hij de ploertendoder van deze verdachte heeft gekregen", vertelde als volgende getuige de buffetjuffrouw en het ging er lelijk voor Eddie uitzien. Diens vader, achter in de zaal, stond plotseling op en riep uit: „edel achtbare, mag ik even wat zeggen" en hij begon meteen al. De president wilde daar echter niets van weten en stuurde ham de zaal uit voor hij verder kon gaan. Daarna eiste de officier tegen de café eigenaar, die hij een profiteur en een para siet noemde, 2 1/2 jaar gevangenisstraf zon der aftrek. Hij achtte alles bewezen: dat de man de jongens de ploertendoder had gegeven en dus het misdrijf had uitgelokt; ten tweede, dat de verdachte de jongens consumpties heeft verstrekt, die naar hij wist betaald werden met gestolen geld en tenslotte, dat hij geld van de jongens had bewaard en klein geld voor bank papier had ingewisseld. Moeilijk pleidooi Bij het pleidooi kwam het nog tot een incident. Mr. A. J. Vosselman stond juists voor vrijspraak te pleiten, omdat hij zeker niet bewezen achtte, dat de café-eigenaar de jongens de ploertendoder ter hand had gesteld, toen Eddie door bemiddeling van de deurwaarder aan de president liet vra gen of hij nog wat zeggen mocht. Dit werd hem toegestaan en huilend verklaarde, de jongen nu, dat hij de ploertendoder indër- daad van de verdachte had meegekregen. Hij trök dus zijn verklaring in. als zou-hij het wapen in het geheim uit de kast heb ben weggenomen. „Ik benijd u niet, president", ging daarna de advocaat onverdroten voort, „dat u nu deze verklaring weer op haar waarheid moet beoordelen". De president diende hem even slagvaardig van repliek. „Ik benijd u niet, dat u nu uw pleidooi nog moet voort zetten". Dit deed de raadsman toch en hij bleef op vrijspraak aandringen. De rechtbank zal uiterlijk op 30 mei uil- spraak doen. De minister van Economische Zaken prof. dr. J. Zijlstra, in gezelschap van de heer Jean Rei.j, minister van Economische Zaken van België, heeft een bezoek ge bracht aan de Enkalonfabriek te Emmen. Het doel van dit bezoek was kennis te ma ken met de verhoudingen tussen gemeen telijke bestuursinstanties en de jonge in dustrieën die zich na de oorlog in de pro vincie Drente in het algemeen en in Em men in het bijzonder hebben gevestigd. Deze verhoudingen zijn gekarakteriseerd door een sterke samenwerking. Minister Zijlstra vond het van belang zijn Belgische collega een inzicht in deze structuur te geven. Tilburg-. Katholieke Economische Hoge school. Kandidaatsexamen in de économi sche Wetenschappen: Th. v. d. Klunder, Nij megen. Doctoraal examen Economische We tenschappen: O. Kuschpeta. Tilburg. Leiden. Kandidaatsexamen F Wis- en Na tuurkunde: mej. M. C. W. Dietz, Leiden; W. v. d. Slik, Leiderdorp; J. J. C. Mulder, Lei den. Idem I: E. Oele en P. L. Offerhaus, bei den te Leiden. Idem L: J. J. Samson, Den Haag. Doctoraal examen Natuurkunde: F. E. Nommensen, Leiden. ADVERTENTIE met doorgeweven rug in de warme Oosterse des sins 280 x 200 125. 310 x 225 159.75 van het vermaarde fabri kaat v. d. Brink en Campman te Laren 180 x 125 95.— 200 x 140 119. 300 x 200 254.— 325 x 225 310.— Kruisstraat 11 Haarlem - Telefoon 11491 Dinsdagmiddag om vier uur is het 3 jaar oude meisje Thea Caris bij de over weg GrathemLeveroij door de trein uit de richting Eindhoven overreden en ge dood. Het kind was met een broertje op weg naar huis en is vermoedelijk tussen het traliewerk van de overweg doorgekro pen en onder de trein geraakt. Woensdag heeft de trein uit de richting Apeldoorn nabij het station Klarenbeek een bijna driejarig jongetje uit bet gezin B litem an overreden. Het kind is kort ma het ongeluk overleden. Het jongetje was kort te voren nog thuis geweest en is daar na vermoedelijk bij het spelen de spoor baan opgelopen. De voorzitter van het Waarborginstituut voor de Tuinbouw in Noordholland de heer H. Schelhaas heeft de adviescommissie van dit instituut voor het gebied van Zuid- Kennemerland geïnstalleerd. Deze com missie omvat het gebied van de gemeenten Haarlem, Bloemendaal, Heemstede en Ben- nebroek. De heer Joh. P. van Haaster te Voge lenzang zal deze commissie presideren en de heer W. Roozen, Julianastraat 45 te Halfweg treedt als secretaris op. Tuinders, die van de mogelijkheid van kredietverschaffing via het Waarborginsti tuut voor de Tuinbouw gebruik wensen te maken, kunnen zich wenden tot de paatse- lijke boerenleenbanken. ADVERTENTIE In de Eerste Kamer heeft minister Beel, zoals nog in ons blad van gisteren is bericht, medegedeeld dat de Nederlandse regering internationalisatie van het beheer over Nieuw-Guinea afwijst. Wel zal zo mogelijk de internationale samenwerking op economisch terrein ter openlegging van het gebied worden bevorderd. De in Nieuw-Guinea aanwezige politiële en militaire krachten zijn voldoende om aan alle gebeurlijkheden het hoofd te bieden. In 1949 waren er 900 Nederlanders in Nieuw-Guinea, nu 16.000. Met de verklaring van minister Beel kon de heer De Dreu (P. v. d. A.) zich niet verenigen. Het standpunt van de regering was bekend en tot nu toe heeft de P. v. d. A. zich daarbij neergelegd. Het gaat echter niet om onze goede bedoelingen met Nieuw- Guinea, maar om de internationale publieke opinie. Bij handhaving van de bestaande toestand blijft Nieuw-Guinea een twistpunt in de wereld. Voor de rust is het noodzakelijk, dat Nieuw-Guinea een onbetwiste status krijgt. De heer Algera (A.R.) constateerde hierna slechts, dat de P. v. d. A. het dus met het regeringsstandpunt niet eens is. Dat betwistte de heer In 't Veld (P. v. d. A.). Het is niet het streven van de P. v. d. A., zei hij, ons van onze soeve reiniteit over Nieuw-Guinea los te maken. Een beheerschap van de UNO betekent niet het afstand doen van onze soevereini teit over Nieuw-Guinea. De heer D e r k s e n (KVP) was ook van mening, dat Nieuw-Guinea een onbetwist bare status moet hebben, maar die wordt niet verkregen door een beheerschap van de UNO. Indonesië zal nooit tevreden zijn voor het de soevereiniteit over Nieuw- Guinea heeft verkr-egen. Minister Beel zei tenslotte, dat het enige wat Nederland kan doen, is. een om trent het doel duidelijk beleid te voeren. Als het dan toch wordt beschuldigd van kolonialisme, is dat kwade trouw. Daar is toch niets tegen te doen. Voorts heeft minister Beel ver klaard, dat het onjuist zou zijn omtrent het conflict met gouverneur Struycken in de Nederlandse Antillen meer te openbaren dan reeds over deze zaak is gepubliceerd. Omtrent de bevoegdheid van de gouver neur wordt in Nederland en in de Antil len in beginsel niet verschillend gedacht. Berichten in de socialistische en katholieke pers over de onenigheid in de ministerraad over het bij de oplossing van het conflict te voeren beleid, missen elke grond. „Ik betreur deze publikaties," aldus minister Beel, „niet alleen omdat zij uit de lucht zijn gegrepen, maar omdat zij het overleg in een delicate kwestie als deze schaden." Een tweetal matrozen, waarvan er een te Horst (Limburg), woonachtig is, heeft op de Horster kermis een minder prettig avon tuur beleefd. De Horster matroos had een in Brabant woonachtige vriend uitgenodigd om naar de kermis in zijn dorp te komen. Deze accepteerde dit graag. Terwijl zij zich amuseerden, werden zij ingesloten door een groepje balorige kermisgasten, die het op hun witte bef voorzien hadden. Eerst na herhaald verzoek' werden "zé mét i-ust "ge laten. Toen echter de Brabantse zeeman later op de avond naar het huis van zijn vriend terugkeerde werd hij plotseling door een zestal jonge mannen zodanig met bakstenen bewerkt, dat hij, met een zware hersenschudding in het ziekenhuis moest worden opgenomen. De gewonde matroos zou over enige we ken met twee weken landbouwverlof naar huis zijn gegaan. Matroos H. uit Horst heeft nu aan zijn commandant gevraagd of hij in plaats van zijn vriend diens ouders twee weken mag helpen op het land. De politie heeft tegen de aanvallers proces verbaal opgemaakt. Waarschijnlijk zult ook u voor de komende feestdagen uw garderobe willen aanvullen. Wij bieden u een zeer geslaagde collectie o.a. „STURKA" handwoven tweed, te combineren met een „DUMAK" PANTALON in de modernste dessins en modellen. Als aanvulling bij deze combinatie of bij uw costuum geven zowel de FABLO-SHIRTS in de sportieve ELIANTO of CABANA modellen en dessins, als de uitgebreide KERKO-collectie zeker een geslaagd geheel. Onze verkopers adviseren u gaarne tot uw volle tevredenheid. Uiv: Kleding-adviseur Gen. Cronjestraat 86, Tel. 14401 Spaarnwouderstraat 47-80, Tel. 21392 MOSKOU (Reuter/AFP) Partijsecretaris Kroes,its,iev heeft woensdag op de eerste dag van de besprekingen met premier Mol let van Frankrijk cn diens minister van Buitenlandse Zaken, Pine»u, in Moskou de Verenigde Staten ervan beschuldigd dat zij een politiek van „obstructie" voeren ten aanzien van de ontwapening en de her eniging van Duitsland. Aan Russische zijde namen, behalve Kroesjts.jev, premier Boclganin en minister van Buitenlandse Zaken Molotov aan de besprekingen deel. Naar in Franse kringen is vernomen deelde Mollet de Russen „standvastig doch vrien delijk" mee, dat zij de Amerikaanse politiek verkeerd begrijpen. Na de besprekingen werd in een commu niqué gezegd dat openhartig is gesproken over de wederzijdse standpunten ten aan zien van de ontwapening en, in het alge meen, over andere vraagstukken. Tijdens het noenmaal in het Kremlin Abdoel ging natuurlijk op school. Elke morgen verliet hij zijn huis en ging op weg naar de school, die ook al in zo'n spierwit gebouw was. Daar stond dan meester Harrar, een wijze man, die de kinderen van de witte stad leerde lezen en schrijven en wat ze nóg meer moesten weten. Meester Harrar was teel streng, maar toch wel prettig. Als de kinderen 's viorgens kwamen, bogen ze netjes voor meester Harrar, want ze hadden ook geleerd beleejd te zijn DUBLIN (Reuter/AFP) - Alfried Krupp heeft in een vraaggesprek met het Ierse blad „Irish Times" verklaard de geallieer de beperkingen op kolenwinning en staal- fabricage te hebben aanvaard, omdat hij geen keus had. Hij zei echter te hopen, dat hij toch niet verplicht zou zijn kolenmijnen en staalfabrieken te verkopen, aangezien deze bedrijven de natuurlijke basis van alle Duitse industrieën zijn. Hij verklaarde nog eens geen bijzondere belangstelling te hebben voor de Duitse herbewapening en dat de reputatie van „kanonnenkoning", welke zijn grootvader had en de mening, dat de firma Krupp op wapens gespeciali seerd zou zijn „een journalistieke fantasie" Is.'7' Meer uranium De Westduilse minister voor atoomener gie Strauss heeft verklaard dat hij de Ame rikaanse commissie voor atoomenergie verzocht heeft de bondsrepubliek meer uranium toe te wijzen. Volgens de be staande, overeenkomst zou West-Duitsland voor onderzoekingen op het gebied der kernenergie de beschikking krijgen over zes kilogram uranium „235" en over twee proefreactors. Strauss maakte bekend dat de bondsrepubliek zelf ncfg een derde reac tor bouwt, waarvoor een extra hoeveelheid uranium nodig is. Ook zei hij dat de uraniummijnen in Oost Duitsland niet volledig werken. Hij leidde hieruit af dat de Sovjet-Unie voor haar uraniumtoevoer niet meer uitsluitend van Oost-Duitsland afhankelijk is. TAIPEH (Reuter) De nationalistisch- Chinese ambassadeur te Seoel, Wang Toeng-Joean, heeft te Taipeh medegedeeld dat nationalistisch China in beginsel over een is gekomen een militair bondgenoot schap met Zuid-Korea en Zuid-Vietnam te sluiten. Wang, die zijn mededeling in het parle ment deed, voegde hieraan toe dat nog vele technische vraagstukken moeten worden opgelost, voordat het bondgenootschap in werking zou kunnen treden. DJAKARTA (Reuter) De Indonesi sche procureur-generaal zal aan de rege ring voorstellen, dat alle passagiers aan boord van schepen, die inter-insulaire rei zen maken en Singapore aandoen, een uit reisvergunning moeten hebben. Men hoopt, dat hierdoor voorkomen wordt, dat „bui ten landers of opstandelingen Indonesië il legaal kunnen verlaten". vroeg Mollet in een tafelrede om verwijde ring van de hinderpalen die de uitwiseling van mensen en denkbeelden in de weg slaan. Mollet zei „Ik houd van openhartige mensen". In alle bioscopen in Moskou draaien op het ogenblik Franse films, er worden Fran se concerten gegeven, de radio verzorgt Franse uitzendingen en voor het eerst sedert de oorlog is woensdag een blad in het Frans, „Les nouvellës de Moscou", ver schenen met op de voorpagina in grote lettei's „Welkom". De eerste besprekingen hebben bijna uit sluitend over de ontwapening gehandeld. Boeiganin en Kroesjtsjev noemden de aan staande demobilisatie van hun strijdkrach ten een bewijs van de goede wil. Mollet zinspeelde erop, dat van die besprekingen geen bewijs voorhanden was en dat zij overigens, in dit waterstofbomtijdperk, van zeer beperkt belang zijn. De besprekingen op dit punt worden vandaag voortgezet. Mollet zou de Russen ook meegedeeld heb ben, dat sommige van zijn militaire advi seurs hem hadden aangeraden de Franse strijdkrachten met honderduizend man te verminderen en te beginnen met het ver vaardigen van atoom-bommen, zo meldt U.P. De woordvoerder van de Russische regering, Leonid Iljitsjev, verklaarde tegen over verslaggevers dat tijdens de bespre kingen „beide zijde het vertrouwen hebben uitgesproken dat aan het eind van de on derhandelingen resultaten zullen worden geboekt". Aan boord van het oorlogsschip „McKin- ley", Bikini, (United Press) Anderhalf uur voor een Amerikaanse B 52 de water stofbom zou laten 'vallen boven Eniwetok in de Stille Oceaan, werd de proef uitge steld. Er stak een wind op die de radio actieve as in de richting van de bewoonde eilanden zou drijven. Men hoopt de proef nu vanavond te kunnen uitvoeren. Zeker heid is er echter niet. De weersvooruit zichten zijn niet onverdeeld gunstig. Reuter verneemt dat over enkele weken op de Monte Bello-eilanden bij Australië een tweede proefneming met een nieuw Brits atoomwapen zal worden gehouden. Bij deze tweede proefneming zal het wapen aan een hogere toren tot ontploffing wor den gebracht. Hoewel de eerste ontploffing niet buitengewoon hevig was, werd er in de zandbodem een krater van een halve mijl doorsnede gevormd. Het zand was tot een donkere massa gesmolten. Uit het feit dat torens in de onmiddellijke nabijheid van het proefgebied staande bleven leidt men af dat de geleerden de ontploffing zeer goed in bedwang hadden. Ned. Herv. kerk Beroepen te Utrecht (B. v. Ginkel) H. Spilt te Ermelo. Aangenomen naar Olde- broek (2de pred.pl.) J. Zwijnenburg te Kinderdijk, die bedankte voor Bruchem en Kerkwijk, Nijkerkerveen en voor St. Maar tensdijk. Naar Schoondijke P. A. L. Brink man te Purmerland. Gercf. kerken Beroepen te Antwerpen W. Baas te Urk. Geref. kerken (art. 31 K.O.) Beroepen te Twijzel D. Berghuis, kand. te Groningen. Aangenomen naar Winscho ten A. Veefkind, kand. te Hilversum. Chr. Ger. kerken Tweetal te Steenwijk H. v. d. Schaaf te De Krim en W. I-I. Velema te Eindhoven. Beroepen te Biezelinge M. Draijer te Drachten. Bedankt voor Bussum J. Keu- ning te Barendrecht. Beroepen te Driebergen M. C. Tanis te Urk. Te Tholen E. Venema te Maassluis. 23) De bus, welke Aggie zou nemen, ging tot Pittsfield, in Massachusetts, en stopte on derweg in Middlebrook. Hij vertrok om tien uur in de morgen uil Somerset. Aggie wachtte de volgende morgen, tot Teresa naar kantoor was vertrokken. Daarna ver telde ze Kate, dat ze de hele dag afwezig zou zijn. „Waar ga je naar toe?" vroeg Kate prompt. „Ik heb enkele dingen in orde te maken", antwoordde Aggie vaag. „Wat voor dingen?" „Vraag niet zoveel, als je geen leugens ten antwoord wilt krijgen", zei Aggie la chend, hoewel er een nerveuze trilling in Jaar stem was. „Ik ga gauw even de bed den opmaken en moet er binnen een uur candoor." Kate trachtte meer te weten te komen, maar Aggie liet niets los. Toen Aggie tenslotte, gekleed in haar beste zwarte mantel, en met haar zondagse hoed met de witte margrieten op, afscheid wilde nemen, viel Kate woedend uit: „Wat jou mankeert, is me een raadsel! Je hebt het recht niet om. „O nee?" antwoordde Aggie op luchtige toon. „We leven in een vrij land!" En naar de deur lopend, voegde ze eraan toe: „Ik weet niet precies, hoe laat ik thuis zal zijn. Je ziet me wel weer verschijnen." Precies half twaalf zette de Greyhound Bus Aggie in het centrum van Middlebrook af.. Met een enigszins verloren gevoel keek ze de grote bus na. Ze zou op dat ogenblik liefst zo hard mogelijk naar huis terugge hold zijn. Toen de bus echter uit het ge zicht verdwenen was, vermande Aggie zich en keek om zich heen. Het winkel-centrum van Middlebrook was niet groot. Aan de overkant was een bioscoop en daarnaast was een restaurant. Als ze daar wat at en aen lekker kopje thee dronk, zou ze zich veel beter voelen, overlegde Aggie. Ze stak de straat over en beti-ad het res taurant. Het was eigenlijk niet veel- meer dan een klein café. Er zaten twee mannen in hemdsmouwen. Aggie nam plaats Ln -één der afgescheiden boxen. Hier zou ze gemakkelijker met de kelnerin kunnen praten. Deze kwam op haar af met een menu en een glas water. Ze had gebleekt haar en was heel zwaar opgemaakt, waardoor haar gezicht een domme, wezenloze uitdrukking had gekre gen. Aggie bestelde een eenvoudige lunch en toen de kelnerin haar deze bracht, be gon Aggie: „Bent u hier goed bekend in Middlebrook? Ik heb destijds in Brooklyn de zoon van een familie hier goed gekend en ik vraag me af, of u me iets over die familie zoudt kunnen vertellen." „Hoe heten ze?" Twee domme poppen- ogen staarden haar zonder veel belang stelling aan. „Lavender", Aggie ha-d het gevoel, dat ze de naam uitschreeuwde. „Robert Laven der heette de zoon." „Robert Lavender?" Er kwam iets van belangstelling in de poppenogen. „Dat was de zoon van de oude meneer Duncan Lavender, die op „tihe Birches" woont. Maar die kan het niet zijn. Die zoon is jaren geleden spoorloos verdwenen." „Werkelijk?" Aggie roerde in haar thee, die op gootwater leek. Het moet die zoon geweest zijn. Zijn naam was Robert, maar ik noemde hem Bob." De andere vrouw keek verwonderd naar het oude, grijzende dametje, met het won derlijk jeugdige gezichtje. „Ze is gek", dacht ze, maar hardop zei ze: „Werkelijk?" en met een vage glimlach verwijderde ze zich. Aggie voelde zich teneergeslagen door de afwijzende houding van de kelnerin en at haastig haar lunch op. Daarna betaalde ze en verliet het café. Wat moest ze nu doen? Waar zou ze verdere inlichtingen kunnen inwinnen? Bij 't tank station op de hoek of bij de drogist verder op in het midden van de straat? Toen ze gisteren tegen juffrouw Gilohrist zei dat ze alleen maar op verkenning uitging, had het heel gemakkelijk geleken. Hoe anders was de werkelijkheid! Ze had de diaman ten dasspeld meegenomen, in de hoop mis schien iemand tegen het lijf te lopen, die hem zou herkennen. Ze hoorde een oude bekende van Robert Lavender al uitroepen: „Maar dat is zijn dasspeld! Die droeg hij altijd!" Als echter de kelnerin een voorbeeld was van wat haar te wachten stond, zou ze de dasspeld niet te voorschijn behoeven te halen Een jonge politieagent kwam de straat door en wandelde in haar richting, maar ze piekerde er niet over om hem inlich tingen over Robert Lavender ie vragen. Ze wilde zich verre van de politie houden. Haar ervaringen in Somerset met politie mannen waren niet al te prettig. Zelfs Dennis Callaham was haar tegengevallen. Hij was geen echte Ier en bovendien zag hij niets in haar Lovejoy-Lavender theorie. Ze keek een andere kant uit, toen de politie agent vlakbij was. Deze keek even belang stellend naar haar een vreemd gezicht in Middlebrook en verdween vervolgens in het café, dat zij zo juist had verlaten. Hij bestelde een kopje koffie en werd bediend door dezelfde opgeverfde jonge vrouw. Deze had met haar langzaam wer*- kend brein Aggie's opmerkingen intussen verwerkt en scheen ze de moeite waard te vinden om aan de poltieagent mee te delen. „Hebt u die oude dame daar buiten gezien?" vroeg ze. „Ja, wat is daarmee?" „Ze had het over de Lavenders. Ze beweerde dat ze Robert Lavender vroeger in Brooklyn had gekend. Ze noemde hem Bob." „Wat?" Politieagent Hanraham, die een pientere en ambitieuze jongeman was, staarde haar ongelovig aan. „Dat zei ze werkelijk." „En nog iets anders ook?" „Nee, dat was alles." Hij had zijn koffie al betaald en moest ze dus wel opdrinken. Hij verbrandde zijn mond bijna door de haast. Hij hield zijn blik gevestigd op Aggie, die nog steeds be sluiteloos voor het café stond. „Natuurlijk de een of andere oude klets kous,mompelde hij in zichzelf „Wind je vooral niet of!" Toch kon hij een gevoel van opwinding niet onderdrukken. Stel je voor, dat die oude dame werkelijk dingen van belang kon vertellen! Stel je voor, dat ze wer kelijk iets wist over Robert Lavender! „Tot ziens!" riep hij de kelnerin toe, terwij 1 hij haastig opstond en naar de deur liep. Volkomen kalm naderde hij echter Aggie. „Pardon, mevrouw „Eh?" Ze keek hem hooghartig aan, zon der tegemoetkomendheid. „De kelnerin in dat café daar vertelde me zo juist, dat u vroeger Robert Lavender hebt gekend, in BrooklynVanzelfspre kend heb ik daar belangstelling voor." Hij glimlachte ontwapenend. Aggie voelde haar moed in de schoenen j zinken, maar ze glimlachte hem op even ontwapenende wijze toe. „Hebt u hem zelf gekend?" vroeg ze. „Nee, ik werd geboren enkele jaren, na dat hij spoorloos was verdwenen. Hoe lang geleden is het, dat u hem ontmoette?" Aggie keek verschrikt om zich heen, als zocht ze een uitweg. Er was er echter geen. Ze zou kunnen weghollen, maar hij liep stellig sneller dan zij.... Ze haalde even heel diep adem en antwoordde: „Dat was jaren en jaren geleden, en zo heel goed heb ik hem niet gekend." „U zei tegen die kelnerin, dat u hem Bob noemde. U moet hem dus vrij goed gekend hebben, nietwaar?" De politieman keek haar strak aan, terwijl hij dit zei. Toen Aggie niet dadelijk antwoordde, drong hij aan: „Nietwaar, juffrouw eh.... Hoe is uw naam?" Aggie keek hem verschrikt aan. Ze koos de eerste de beste naam, die haar in ge dachten kwam de naam van een van haar vroegere werkgeefsters en ant woordde: „Juffrouw van Deusen, Maud van Deusen." Hij geloofde haar niet. „Naar haar ac cent te oordelen, is ze een Ierse", stelde hij bij zich zelf vast, „ik vind dit oude dametje een hoogst onbetrouwbare indruk maken." „Hoe lang is het geleden, dat u Robert Lavender kende?" vroeg hij. „O. jaren en jaren". „Tien, vijftien jaar? U hebt daar toch wel enig idee van, juffrouw van Deusen!" (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1956 | | pagina 7