„Agrarische sector voelt de
nadelen hoogconjunctuur"
PIANO
ALPHENAAR
Gemeentebestuurders houden
een congres in Breda
Avonturen met het vliegende tapijt
Bureau met vlekken?... Prachtbijts
Pracht
handen ^„„t,
Tante Aggie
houdt vol
Minister Mansholt te Hilversum:
Herziening prijsbeleid misschien nodig
Kampjeugd uit Hamburg
naar Nederland
Nog vele perspectieven
voor academici
FEUILLETON
door Doris Miles Disney
4
Gunstig resultaat bij
De Gruyter in 1955
Twee doden tengevolge
van gasvergiftiging
Nieuwe geluidswagen voor
Verbond voor Veilig
Verkeer
Til RISTRA beschuitj
Ir. Garbasius Weber leert
India appelsap drinken
Zeepost
Forum besprak gevolgen
van Deltaplan
Verdrag met de
Verenigde Staten
f
V rouwen-verkiezingsdag
van de V.V.D.
Mgr. J. G. van Schaik
te Amersfoort overleden
Pontecorvo is in Moskou
niet te spreken
VRIJDAG 18 MEI 1956
De minister van Landbouw, Visserij en
Voedselvoorziening, de heer S. L. Mansholt,
heeft op de feestelijke bijeenkomst naar
aanleiding van het tweede lustrum van de
Stichting Nederlandse Zelfstandige Handel
en Industrie in hotel Gooiland te Hilver
sum een samenvattend beeld gegeven van
de plaats van de handel en de industrie in
het agrarisch leven.
De minister ging van de stelling uit, dat
er een innige band bestaat tussen de agra
rische sector en de industrie: de een beïn
vloedt de ander. Zo zal er ook een samen
hang zijn tussen de conjunctuur van de
landbouw en die van de industrie. Een al
gemene welvaart behoort ook invloed uit
te oefenen op de positie van de landbouw.
Het huidige beeld is echter anders.
Men kan spreken van een economische
hoogconjunctuur, maar nergens in de we
reld plukt de landbouw daar de vruchten
van, aldus minister Mansholt. Met betrek
king tot de prijzen cn de lonen voelt men
in de agrarische sector de nadelen van een
hoogconjunctuur. Wanneer men in onze
tijd spreekt over een wereldmarkt, denkt
men daarbij aan het overdragen van ver
antwoordelijkheid aan een gemeenschap
pelijk orgaan. Geen onzer wenst een pro
tectionisme, maar anderzijds heeft nie
mand de moed de genoemde verantwoor
delijkheid over te dragen.
De bewindsman was van oordeel, dat de
vele moeilijkheden waarvoor men in Ne
derland wordt geplaatst, een herziening
van het prijsbeleid in de landbouw nodig
kan maken. Daarbij gaat het om gemeen-
CAMERAS
FILM
Het bruto exploitatieresultaat van P. de
Gruyter en Zoon n.v. is blijkens het jaar
verslag gestegen van f8.206.135 in 1954 tot
f 11.013.633 in 1955. Totaal werd afgeschre
ven f5.242.503 (v. j. 3.437.322), zodat het
netto exploitatieresultaat verbeterde van
f4.768.813 tot f5.771.040. Bij het bruto re
sultaat zijn reeds de belastingen in aan
merking genomen. Samen met het onver
deeld winstsaldo 1954 is beschikbaar
f6.459.459 (v. j. f5.363.410). Voorgesteld
wordt aan houders van preferente aande
len 6 percent, aan houders van preferente
winstdelende aandelen 8 percent, aan' hou
ders van prioriteitsaandelen 6 percent en
aan houders van gewone aandelen 14 per
cent (v. j. 12 pet.) uit te keren, zijnde in
totaal f 1.059.458. Voorgesteld wordt in het
reservefonds te storten f 3.000.000 en
f 714.001 naar nieuwe rekening over te
brengen.
De uitbreidingen en moderniseringen van
winkels en fabrieken hebben investeringen
gevergd tot een bedrag van f 11.746.205.
Hierin zijn begrepen de aanbestedingssom
voor een derde fabriekscomplex te Den
Bosch, met de bouw waarvan tegen het
eind van 1955 is begonnen, alsmede be
talingsverplichtingen wegens een nieuw
kantoorgebouw bij het complex op het in
dustrieterrein en wegens een aantal win
kelpanden, die in 1956 zullen gereed komen.
In 1955 heeft de vennootschap deze in
vesteringen nog kunnen financieren zon
der een beroep te doen op de kapitaal
markt. In het nieuwe boekjaar is zij ech
ter genoodzaakt geweest een onderhandse
lening aan te gaan met enkele institutio
nele beleggers tot een bedrag van
f5.000.000.
In het winkelbedrijf is de modernisering
voortgezet. Een aantal bedieningswinkels
werd verbouwd tot zelfbedieningswinkels.
Bovendien werd nog een aantal nieuwe
zelfbedieningswinkels geopend. Het aantal
filialen heeft de 400 overschreden.
Ontloop die pijn
van brandend maagznnr.
Neem Rennies!
schappelijke belangen, waarvoor bij het
gehele Nederlandse volk begrip dient te
bestaan, omdat het een gemeenschappelijk
belang is. Evenmin is er voldoende waar
dering voor de middenbedrijven, die leve
ren aan de agrarische sector, of op de pro
ducten van deze sector zijn ingesteld.
Aan de hand van cijfermateriaal maak
te de minister vervolgens duidelijk, dat
zowel de coöperaties als de zelfstandige
bedrijven een taak is toebedeeld.
Aan het slot van zijn betoog legde de
minister er de nadruk op, dat de overheid
niet de staatshandel als middel moet aan
grijpen om de landbouw te beschermen.
Handel en industrie moeten vrij zijn.
In de Mesdaglaan te Schiedam werden
de ouders van een tweetal kinderen, een
zevenjarig meisje en een negenjarige jon
gen, gealarmeerd, doordat de kinderen on
passelijk werden. Men rook gaslucht, zette
deuren en ramen open en kwam op de
gedachte direct bij de benedenburen aan te
bellen, aangezien men in het eigen huis
niets verdachts kon ontdekken. Er werd
niet open gedaan en daarom waarschuwde
men de politie, die zich toegang tot de
benedenwoning verschafte. In de slaap
kamer aan de achterzijde vond men de
twee bewoonsters dood op bed liggen.
Bij onderzoek bleek dat een gasslang,
aan het gasstel in de keuken bevestigd,
van de muurkraan was gegleden. Het gas
kon door een serveerluik tussen keuken
en slaapkamer in die kamer binnenstro
men.
Men heeft de slachtoffers naar het ge
meenteziekenhuis overgebracht. De slacht
offers zijn de 68-jarige mej. J. A. Kieboom
en de 56-jarige mej. C. van Neede.
In het voorjaaf van 1955 bereikte de
C.J.V.F. (Christen Jonge Vrouwen Fede
ratie) uit Duitsland het verzoek of zij ge
durende 6 weken 200 meisjes in de leeftijd
zoek kwam van een leider van de IJ.M.C.A.
van 1520 jaar kon herbergen. Dit ver
uit het kamp Wentorf bij Hamburg, die
zich voor de moeilijke taak geplaatst zag,
geestelijke arbeid te verrichten onder deze
totaal ontwortelde jeugd. Zij stamt uit ge
zinnen uit de Oost-zóne en is opgegroeid
tijdens de oorlog en het Hitlerregiem. In de
West-zóne wachten zij nu al jaren lang op
huis en arbeid in doorgangskampen. De
materiële verzorging is er goed, maar men
leeft er in zeer nauwe behuizing, verschei
den families in een ruimte, slechts afge
scheiden door een rietmat. Men kan zich
voorstellen wat dit voor morele invloeden
kan hebben op deze kinderen.
De C.J.V.F. heeft daarom gevolg gegeven
aan deze roep om hulp. In de zomer van
1955 is een groepje in Friesland onderge
bracht en in de afgelopen winter zijn 50
meisjes in groepen van 10 in Holland ge
weest, in Zetten-Hemmen, Wageningen,
Haarlem, Nijmegen en Tiel. Daar het niet
de bedoeling was de kinderen alleen een
prettige vacantie te bereiden, heeft men
geprobeerd aan hun verblijf een soort cur
sus te verbinden omdat de geestelijke zorg
toch het belangrijkste is. En omdat de ma
nier waarop, een zoeken was dit zijn
namelijk oudere meisjes dan de kinderen
die over het algemeen in Holland worden
opgenomen is men in het klein begon
nen, met 10 meisjes tegelijk. Zij waren bij
pleegouders ondergebracht, genoten van
rust, een eigen kamer en veel slapen.
Voorts organiseerde men een naaicursus,
waar de meisjes een eigen jurk of rok
leerden naaien, handenarbeid, volksdans,
muziek, Bijbefkring en praatkringen met
Hollandse jongeren. Het resultaat was zeer
verblijdend. Dat er zich ook wel moeilijk
heden hebben voorgedaan, ligt voor de
hand; het zijn kinderen in de moeilijke
leeftijd, die van huis uit weinig mee heb
ben gekregen aan geestelijk bezit, maar het
zijn toch ook kinderen net als de onze. De
pleegouders hebben dit begrepen en er
naar gehandeld.
Groot was de vreugde in de C.J.V.F., toen
men hoorde uit Duitsland, dat de meisjes
die terug kwamen uit Holland, zich aan
sloten bij de IJ.M.C.A.verenigingen in het
kamp en daar ook actief gingen werken.
Men verzocht de C.J.V.F. dan ook, vooral
door te gaan met dit werk. Dat wil de
C.J.V.F. nu ook gaan doen, maar dit kost
veel voorbereiding, liefde en bovenal geld.
Eind mei zullen twee leden van de
werkcommissie het kamp bezoeken om de
situatie met eigen ogen op te nemen en
besprekingen te voeren met diegenen die
het voorbereidend werk voor deze
transporten in handen hebben.
Het hoofdbestuur van het Verbono voor
Veilig Verkeer heeft in Geldrop van de
Vredesteinfabrieken de tweede propagan-
dageluidsauto in ontvangst genomen. Het
gemeentebestuur ontving de autoriteiten
en de genodigden.
BIJ de overdracht van de geluidswagen
gaf jhr. Roëll een overzicht van het succes
van de propagandatocht, waarbij in 576
toerneedagen 542 plaatsen werden bezocht,
waar voor 271.000 volwassenen en 327.000
kinderen in propagandabijeenkomsten ver-
keersvoorlichting werd gegeven. Hij noem
de deze aanwinst van een tweede propa-
ganda-auto een zeer belangrijke gebeurte
nis omdat de bevolking van Nederland nu
intensiever en sneller tegen de gesel van
de verkeersonveiligheid kan worden be
schermd. Hij prees het enorme resultaat,
dat bereikt wordt via deze propaganda,
dank zij het particuliere initiatief in sa
menwerking met het bedrijfsleven en de
overheid in Nederland.
Na de overdracht werd de nieuwe ge
luidsauto in een feeststoet door Geldrops
straten gevoerd en begon daarna zijn
toernee, waarin eerst de steden en dorpen
in Brabant zullen worden aangedaan.
Zoekt u een goede
hetzij NIEUW of GEBRUIKT 7
U SLAAGT bij
KRUISWEG 49 HAARLEM
e ytf*
In 3952 werd een Nederlandse voedings
deskundige, ir. Carbasius Weber, door de
Voedsel- en Landbouworganisatie der Ver
enigde Naties (FAO) uitgezonden naar
Uttar Pradesh, teneinde de Indiase regering
te adviseren over het inblikken en conser
veren van voedsel. Bij zijn rondreis door
het gebied van Uttar Pradesh ontdekte de
heer Carbasius Weber bij Ramgarh enige
duizenden hectaren verwaarloosde boom
gaarden, waar zestig percent van het fruit
al bedierf voordat er geoogst werd. Deze
boomgaarden werden onder leiding van
deze Nederlandse deskundige grondig on
der handen genomen en in mei 1955 kon
een fabriek voor de fabricage en de conser
vering van appselsap worden geopend. Dit
appelsap vond zijn weg naar de grote ste
den van India, waar het een zo gunstig ont
haal vond, dat er thans een ware appel
sap-rage is ontstaan. Nu produceert de door
ir. Carbasius Weber opgezette fabriek
reeds meer dan 5.000 kilo appelsap per dag,
doch dit is nog bij lange na niet voldoende
om aan de snel groeiende vraag te voldoen.
Dit appelsap is een welkome aanvulling
van het vitaminearme dieet van de Indiase
bevolking. Tot dusver was appelsap in In
dia vrijwel onbekend.
Met de volgende schepen kan zeepost
worden verzonden. De data, waarop de
correspondentie uiterlijk ter post moet zijn
bezorgd, staan, tussen haakjes, achter de
naam van het schip vermeld.
Argentinië: s.s. Libertad (24 mei); Bra
zilië: s.s. Libertad (24 mei); Brits-O.-
Afrika: s.s. Marchal Joffre (26 mei); Cana
da: m.s. Noordam (24 mei); Chili; via New
York (24 mei); Indonesië: m.s. Singkep (24
mei); Ned. Antillen: s.s. Triton (21 mei);
Nieuw Zeeland: via Engeland (26 mei);
Suriname: m.s. Hersilia (22 mei).
Ongeveer duizend gemeentebestuurders
uit alle delen van het land zijn te Breda
bijeen voor het jaarlijkse congres van de
Vereniging van Nederlandse Gemeenten.
Onder voorzitterschap van mr. Arn. J.
d'Ailly, burgemeester van Amsterdam,
werd de algemene ledenvergadering ge
houden, die door mr. d'Ailly met een uit
voerige rede werd geopend. In deze rede
werd vooral aandacht gevraagd voor de
problemen van de financiële verhouding
tussen rijk en gemeenten, het politiewaag-
stuk en de samenwerking tussen gemeenten
en waterschappen.
Na deze rede werd voorzien in een vijf
tal vacatures in het bestuur. Mr. W. baron
Michiels van Kessenich, burgemeester van
Maastricht, J. Tjalma, burgemeester van
Hoogeveen, J. H. Hosang, burgemeester
van Renswoude en Woudenberg en J. Voe
telink, burgemeester van Steenwijk, wer
den herkozen. In de vacature, ontstaan
door de benoeming tot gouverneur van Su
riname van de Rotterdamse wethouder J.
van Tilburg, werd voorzien door verkie
zing van mr. G. J. van Walsum, burge
meester van Rotterdam.
De burgemeester van Haarlem, mr. O.
P. F. M. Cremers, nodigde de vereniging
uit volgend jaar haar congres in Haarlem
te houden. De voorzitter waardeerde deze
uitnodiging ter zeerste. Maar deelde mede
dat Groningen reeds een dergelijke uit
nodiging had gedaan, zodat Haarlem waar
schijnlijk pas in 1958 de congressisten zal
ontvangen.
De directeur-generaal van de Rijkswa
terstaat, ir. A. G. Maris, gaf een toelich
ting op het Deltaplan.
Op de eerste dag maakten de congres
sisten excursies naar instellingen, indu
strieën en historische gebouwen van de
oude baronie. Des avonds werden de con
gresgangers door het gemeentebestuur
ontvangen.
De tweede congresdag werd geheel be
steed aan een bespreking van de structuur-,
wijzigingen, die in het bij het Deltaplan
betrokken gebied te verwachten zijn. De
uitvoerige pre-adviezen over dit onder
werp hebben wij in ons blad van woens
dag vermeld. Zij werden besproken door
een forum, dat behalve uit de vijf pre-ad-
viseurs waarvan mr. H. Willemse we-
Nederland en de Verenigde Staten heb
ben op 27 maart 1956 te 's-Gravenhage een
verdrag van vriendschap, handel en scheep
vaart gesloten. Een ontwerp van rijkswet
ter goedkeuring van dit verdrag is nu bij
de Tweede Kamer ingediend.
De belangen van Nederland bij een
vriendschapsverdrag met de Verenigde
Staten worden in de toelichting als volgt
samengevat:
het verdrag geeft bepaalde waarborgen
ter bescherming van de Nederlandse in
vesteringen in de Verenigde Staten;
bij gebreke van een verdrag is Nederland
ten aanzien van het verkrijgen van visa
voor de Verenigde Staten in een ongun
stiger positie dan andere landen, die wel
een vriendschapsverdrag hebben.
gens ziekte vervangen was door mr. W. F.
Lichtenauer bestond uit de burgemees
ters van Middelburg, Steenbergen, Middel-
harnis, Vlissingen, Hulst, Bruinisse, Kort-
gene en Ierseke, de directeur van het Eco
nomisch Technologisch Instituut voor Zee
land, drs. C. Verburg, en de directeur van
de Provinciale Planologische Dienst van
Zeeland, ir. M. de Vink, De forumdiscussie
werd geleid door mr. B. Kolff, burgemees
ter van Vlissingen.
mm mm
KfiiHHwÉP
Prof Van Heek op ASC-dies:
In de aula van de gemeentelijke univer
siteit heeft dinsdagavond het Amsterdams
Studenten Corps zijn 105de dies natalis ge
vierd.
Prof. dr. F. van Heek, hoogleraar in de
sociologie te Leiden, sprak een rede uit
met als titel ,.Een beeld van deze tijd".
Hij schetste enige oorzaken van de mo
derne crisis, die hij in verband bracht met
vier onvervulde behoeften van de mens,
namelijk die aan afwisseling, zekerheid,
sociaal contact cn erkenning. „Conjunc-
tuurpolitiek, sociale wetgeving, verbete
ring der menselijke betrekkingen in de be
drijven, hervormingen in opvoeding en on
derwijs, het zijn alle voorbeelden van een
redelijke opbouw van onze maatschappij,
een redelijke opbouw, die het gevoel niet
verwaarloost en die ons hoop geeft, dat
onze weg langs de afgrond niet tot een
catastrophe zal voeren", zo ging hij voort.
„Als dogmatische marxisten zijn de com
munisten er van overtuigd, dat het be
drijfsleven in de V.S. en in de gehele
Westerse wereld eens in een veel gVotere
economische crisis dan die van 1929 ineen
zal storten. De wijze waarop in de Westerse
samenleving de conjunctuurschommeling
en de sociale noden door redelijk ingrijpen
zullen worden bestreden zal dus tevens van
grote invloed zijn op het behoud van de
wereldvrede en daarmede van onze cul
tuur".
Opmerkelijk noemde prof. Van Heek het,
dat de tegenstelling tussen de goede en
kwade kansen, die voor de mensheid aan
wezig zijn, steeds groter wordt. In tegen
stelling tot prof. Polak achtte hij nog vol
doende idealen voor de mensheid aanwe
zig, o.a. in wetenschappelijke en techni
sche hulp aan vele niet-Westerse gebieden.
Vooral voor de academici blijft er een
grote taak te vervullen. Hun behoeft het
aan perspectief niet te ontbreken. „De
angst voor de ondergang kwelt hèn het
zwaarst", besloot hij, „die passief, op het
frontbalkon van het theater der mensheid
gezeten, bevend de komende ontknoping
tegemoet zien".
De vrouwenorganisatie in de Volkspartij
voor Vrijheid en Democratie heeft een
landelijke vrouwenverkiezingsdag gehou
den, waartoe zij een openbare vergadering
had belegd in het Minervapaviljoen te Am
sterdam.
Na een inleidend woord van de presi-
dente, mevrouw mr. E. A. J. Scheltema-
Conradi, sprak het Tweede Kamerlid van
de VVD mevrouw A. FortanierDe Wit
uit Bloemendaal. Zij noemde het een groot
onrecht dat de vrouwengroep van de WD
geen kans krijgt, zoals wel een vrouwen
groep van een andere politieke partij, ge-
regeld haar stem voor de radio te doen
horen. Voorts vond zij dat radio en pers
een vertekend beeld hadden gegeven van
wat de laatste tijd op het gebied van de
ouderdomsvoorziening door de overheid is
gedaan. De laatste beslisingen heeft het
kabinet niet anders kunnen nemen dan met
medewerking van de meerderheid der
volksvertegenwoordiging.
Mevrouw G. DoornbosOosting, g®.
meenteraadslid van Roodeschool, gaf een
overzicht van de problemen van het agra-
rische plattelandsleven. De arbeid van de
ladarbeiders en boeren wordt onderga-
waardeend; er moet meer belangstelling
komen uit kringen van de consumenten
voor de landarbeiders, aldus mevrouw
Doornbos.
Mejuffrouw mr. J. Hefting, lid van de
gemeenteraad van Utrecht, sprak over
woningbouw en internationale zaken.
Tot slot besprak het Tweede Kamerlid
mevrouw J. M. StoffelsVan Haaften uit
Haarlem punten uit het urgentieprogram
van de VVD. Zij memoreerde de bereikte
wettelijke gelijkstelling van man en vrouw
en de verbetering in de huwelijkswetgeving
Ook de belasting op het inkomen van de
gehuwde vrouw heeft de aandacht van de
VVD en de naar haar mening zeer onbil
lijke belastingdruk voor ongehuwden.
In de leeftijd van 85 jaar is donderdag:
vrij onverwacht in het St. Elisabeths-
gasthuis te Amersfoort overleden mgr. J,
G. van Schaik, proost van het Metropoli-
taan Kapittel en protonotarius apostolicns.
Mgr. J. G. van Schaik werd op 12 februari
1871 te Vinkeveen geboren.
In 1927 werd hij benoemd tot kanunnik
van het Metropolitaan Kapittel en in no
vember 1932 tot proost van dit kapittel. Op
15 augustus 1934 benoemde de paus hem
tot geheim kamerheer. Na de oorlog bleef
hjj adviseur van het R.K. Werkliedenver
bond in Nederland, dat toen zijn naam wij
zigde in Katholieke Arbeiders Beweging.
Wegens het overlijden van mgr. Van
Schaik heeft de K.A.B. besloten de feeste
lijkheden, die zaterdag te Utrecht zouden
worden gehouden ter gelegenheid van het
400.000ste lid, tot nader order uit te stellen.
Het is de Hamamelis die 't 'm doet
MOSKOU (United Press) Bruno
Pontecorvo, de Britse atoomgeleerde van
Italiaanse afkomst, die het Westen verliet
om voor de Russen te werken, is gisteren
door oud-collega's gezien op een confe
rentie van atoomgeleerden uit de Sovjet-
Unie, de Verenigde Staten, Frankrijk,
Groot-Brittannië, China, Nederland en an
dere landen te Moskou.
Pontecorvo bevond zich onder de toehoor
ders van dr. Segre van de universiteit van
Californië die een lezing hield over een on
derwerp waarover Segre, wijlen Fermi en
Pontecorvo een studie hebben ge
maakt. De Amerikaanse commissie voor
atoom-energie had de drie geleerden voor
hun werk een prijs toegekend. Pontecorvo
was de enige, die zijn aandeel niet kwam
opeisen. Hij had Engeland destijds al ver
laten. Na Segre's lezing stak Pontecorvo de
hand op om een vrgag te stellen, maar de
voorzitter gaf het woord aan een andere
spreker. Een Amerikaanse geleerde vertel
de dat Pontecorvo's voormalige collega's
niet in staat waren geweest hem te bena
deren.
Een andere Amerikaanse geleerde, dr.
Alvarez, die met Russische geleerden had
gesproken, vertelde dat de Sovjet-Unie de
Verenigde Staten binnen vijf of zes jaar
zal overtreffen in de atoomwetenschap,
omdat zij meer geleerden en ingenieurs op
leidt.
De Australische geleerde prof. Oliphant
zei, dat uit de gegevens die de Russen ter
conferentie hebben verstrekt de enorme
omvang en de kwaliteit is gebleken van het
werk dat zij verrichten.
24)
„O, zeker 10 a 15 jaar," antwoordde
Aggie. „Misschien is het wel langer ge
leden.
Hij zei mij destijds, dat ik, als ik ooit in
Middlebrook kwam, zijn ouders moest op
zoeken".
„Wel waar wachten we dan eigenlijk
op?" vroeg de politieagent. „Ik heb een auto
ter beschikking en ik zal u met veel ge
noegen naar meneer Lavender brengen.
De oude heer Lavender is het enige nog in
leven zijnde familielid".
Aggie keek hem met grote verwonderde
ogen aan. O nee, dank u! Meneer Lavender
zit op het ogenblik stellig aan de lunch en
ik wil hem niet storen. Ik ga wel een andere
keer".
De politieman luisterde niet naar haar,
doch pakte haar bij een arm en bracht haar
naar de even verderop staande politie
auto. Aggie voelde zich in de val gelopen,
toen hij het portier achter haar sloot.
Hij nam plaats achter het stuur en even
later reden ze uit het centrum van Middle
brook weg in de richting van de villa „The
Birches".
„Allemensen, wat moet ik doen?" pie
kerde Aggie zenuwachtig. „Hoe red ik me
hieruit?
Na enkele ogenblikken, besloot ze:
„Flauwvallen, dat is de oplossing. Er zit
niets anders op. Zodra ik dat huis betreed,
doe ik alsof ik duizelig ben en even later
val ik in zwijm. Dan zullen ze me geen
vragen kunnen stellen".
Ze reden thans over een buitenweg en
veel te gauw naar Aggie's zin kwamen ze
aan de oprijlaan van „The Birches". Even
"later werd het grote witte huis zichtbaar,
precies zoals het in het tijdschrift was be
schreven. Aggie behoefde het huis echter
niet binnen te gaan. De oude heer Lavender
zat buiten op het terras, genietend van de
zon en een voortreffelijke lunch. De politie
agent Hanrahan zette de motor af en stapte
uit de wagen. Hij maakte het portier voor
Aggie open en wandelde naast haar in de
richting van het terras. Duncan Lavender
had wit haar, een ingevallen gezicht en in
telligente ogen. Hij sloeg het tweetal ver
wonderd gade en zei tot de politieman:
„Wel, jongeman, wat verschaft mij de eer?"
Aggie vergat helemaal haar voornemen om
flauw te vallen. Ze was volkomen sprake
loos. „Hoe gaat het met u, meneer La-
vender?" vroeg de jonge politieagent be
leefd, „O, het gaat vandaag wel, het is zulk
heerlijk weer, dat ik besloot buiten te lun
chen". Ducan Lavender's blik rustte thans
op Aggie.
„Dit is juffrouw Maud van Deusen",
stelde Hanrahan voor. „Ze vroeg in de stad
naar u, en ik heb haar toen hierheen ge
bracht".
„Juist. Wilt u niet plaatsnemen, juffrouw
van Deusen?"
Aggie was blij, dat ze kon gaan zitten.
Haar benen trilden. Meneer Lavender was
klaar met zijn lunch. Hij duwde de tafel
wat opzij en scheen te wachten op een ver
klaring, waarom Aggie naar hem had ge
vraagd.
Ze zei niets. Hanrahan vertelde, hoe een
en ander zich had toegedragen, en eindigde
met te zeggen: „Toen ik dus niet uit haar
kon krijgen, hoe lang geleden het was, dat
ze uw zoon kende, leek het me de beste
oplossing haar hier mee naar toe te nemen,
opdat ze met u zelf zou kunnen praten".
Duncan Lavender toonde geen enkel
teken van opwinding of hoop, toen hij zich
tot Aggie richtte. Deze was het liefst ter
plaatse door de grond gezakt. De oude va
der had al zoveel mensen te woord gestaan,
die zogenaamd iets over zijn zoon wisten,
dat hij noch veel hoop, noch veel belang
stelling meer had. y
„Wanneer hebt u mijn zoon gekend?"
vroeg hij.
Aggie slikte even en antwoordde op zach
te toon: „Ongeveer vijtien jaar geleden, in
Brooklyn".
Er bewoog geen spier van het gelaat van
de oude man. „Wat deed hij daar?"
Aggie staarde naar de grond. De stenen
van het terras gaven haar echter geen in
spiratie. Ze slikte weer en antwoordde: „Ik
mag u dat niet zeggen, meneer Lavendel,
zelfs nu nog niet, na zoveel jaren".
„Waarom niet?"
„Welze hield even op. Wat ze ook
zou bedenke®, het zou allemaal leiden tot
het voor de oude vader zo treurig nieuws,
dat Robert Lavender twee' weken geleden
onder de aangenomen naam van Richard
Lovejoy, was gestorven. Dit voor ogen hou
dend, zei ze langzaam: „Uw zoon had vij
anden, mensen die hem veel moeilijkhe
den bezorgden. Hij vertelde mij erover, toen
we in eenzelfde pension in Brooklyn woon
den. We werden goede vrienden. Maar ten
slotte verhuisde hij plotseling en ik zag hem
nooit weer. Hij trok aldoor van de ene
plaats naar de andere. Hij zei.
Aggie weidde nog verder uit over de
moeilijkheden van Robert Lavender met
zijn vijanden, maar toen ze de onbewogen
gezichten van de oude heer Lavender en
de politieman zag, wist ze opeens niets
verder te verzinnen. Enigszins abrupt ein
digde ze: „Hoewel ik dus in al die jaren
niets meer van hem hoorde, herinnerde ik
me hem, toen ik hier kwam.
Hanrahan, die verontwaardigd iets le
berde wilde brengen, werd door een ge
baar van meneer Lavender het zwijgen
opgelegd.
Op ijskoude toon vroeg de oude man:
„Waarom bent u hierheen gekomen? Wat
zijn uw werkelijke bedoelingen?"
Aggie wist niet wat ze moest antwoor
den. Maar opeens herinnerde ze zich de
diamanten dasspeld. Hij zou wel een an
dere houding aannemen, als hij dat
kleinood van zijn zoon te zien kreeg!
„Ik moet u iets laten zien", zei ze. Ze
keken toe, hoe ze in haar tas zocht. Ten
slotte haalde ze de dasspeld te voorschijn,
welke ze aan Duncan Lavender overhan
digde. „Kijkt u hier eens naar!" zei ze, in
de verwachting hem te zullen horen uit
roepen: „Die was van mijn zoon!"
Meneer Lavender keek echter afwijzend
naar het sieraad. „Wat heeft dat stukje
ordinair glas te maken met uw verhaal?"
vroeg hij.
„Stukje glas?" herhaalde Aggie op ver
ontwaardigde toon. „Het behoorde uw zoon
toe!"
Hij gaf haar de dasspeld terug. Hij had
het kleinood vastgehouden, alsof het een
besmettelijk voorwerp was en zonder te
redetwisten over het al of niet écht zijn van
de steen, herhaalde hij zijn vraag: „Waar
om bent u hierheen gekomen?"
Aggie, die thans niet meer wist, wat ze
moest verzinnen, was op de rand van tranen
„Ik ben hierheen gekomen, omdat ik u
wilde helpen", zei ze met trillende stem.
„Nérgens anders om! Ik wilde u helpen".
Voor het eerst had haar houding iets
waarachtigs. Ze borg de dasspeld weer weg
in haar tas en stond op. „Ik zal u niet
langer lastig vallen," zei ze zo waardig mo
gelijk. „Het is mij heel duidelijk, dat u mij
liever ziet gaan dan komen".
Ze wachtte niet, of Hanrahan zou volgen.
Ze hield haar hoofd trots opgeheven en liep
langzaam terug naar de auto. De twee
mannen keken elkaar vol verbazing aan.
„Zo'n oude kletskous", mompelde de poli
tieman, maar zijn toon was niet meer zo
overtuigd.
Meneer Lavender schudde zijn hoofd. „Ik
weet niet wat ik van haar denken moet",
zei hij.
„Ze heet evenmin Deusen als ik! Het
spijt me, sir, dat ik u lastig heb gevallen".
„Het hindert niet", zei meneer Lavender,
kijkend naar Aggie, die in de auto plaats
nam.
„Ik zal haar mee terug nemen naar de
stad en haar afzetten op de plaats, waar ik
haar vond.
„Eén ogenblikjeHanrahan!"
De jonge politieman wachtte. - Meneer
Lavender was de belangrijkste inwoner
van Middlebrook. Als hij ten aanzien van
Aggie iets bijzonders wenste, dan zou dat
natuurlijk gebeurenMeneer Lavender
keek hem aan. „Ik zou er graag achter wil
len komen, hoe die vrouw in werkelijkheid
heet en waar ze vandaan komt", zei hij.
„Verlies haar dus niet uit het oog en stel
voor haar thuis te brengen".
„Goed, sir". De stem van de politieman
klonk niet geheel overtuigd. Hij had dit
stellig niet verwacht. Hij voegde er aan toe:
„Wilt u mijn chef hiervan op de hoogte
stellen?"
„Vanzelfsprekend. Laat me van je horen,
„Afgesproken, sir".
Aggie kreeg hierna geen kans meer om
le ontsnappen. Toen ze de politieagent ver
zocht haar in het centrum van Middlebrook
af te zetten, zei hij: „Ik breng u waarheen
u wilt! Het zal me een bijzonder genoegen
zijn
ADVERTENTIE
ADVERTENTIE
Alsof de maag uit uw lichaam brandt, zo'n
pijn veroorzaakt overtollig maagzuur. De
remedie is eenvoudig en afdoende: Rennies.
Die helpen dadelijk. Gewoon, zonder water
of wat ook, op de tong laten smelten, 't Kan
niet missen, de brand is gedoofd! Eet onbe
vreesd waar u trek in hebt, maarsteeds
Rennies bij de hand
ADVERTENTIE
ADVERTENTIE
TM
(oN
-A èë0
\0
De schoolkinderen in het oosten zitten niet in banken, zoals jullie; er lagen gevloch
ten matjes op de grond en daar zaten ze op. En voor de klas zat meester Harrar.
Omdat het daar zo warm is waren ze niet binnen, maar ze zaten allemaal op het
platte dak; boven hun hoofden hing een zonnezeil gespannen tegen het felle licht
van de zon. Want oeihet is daar warmhoor. En daar leerden ze dan hun lessen.
Dat de watertoren bij een fabriek niet
altijd een vormloos en lelijk bouwsel be
hoeft te zijn, bewijst deze opname van
een watertoren bij het Technisch Centrum
van de General Motors fabrieken in
Warren (Michigan).
ADVERTENTIE
ADVERTENTIE
(Wordt vervolgd).