„Agrarische sector voelt de nadelen hoogconjunctuur" PIANO ALPHENAAR Gemeentebestuurders houden een congres in Breda Avonturen met het vliegende tapijt Bureau met vlekken?... Prachtbijts Pracht handen ^„„t, Tante Aggie houdt vol Minister Mansholt te Hilversum: Herziening prijsbeleid misschien nodig Kampjeugd uit Hamburg naar Nederland Nog vele perspectieven voor academici FEUILLETON door Doris Miles Disney 4 Gunstig resultaat bij De Gruyter in 1955 Twee doden tengevolge van gasvergiftiging Nieuwe geluidswagen voor Verbond voor Veilig Verkeer Til RISTRA beschuitj Ir. Garbasius Weber leert India appelsap drinken Zeepost Forum besprak gevolgen van Deltaplan Verdrag met de Verenigde Staten f V rouwen-verkiezingsdag van de V.V.D. Mgr. J. G. van Schaik te Amersfoort overleden Pontecorvo is in Moskou niet te spreken VRIJDAG 18 MEI 1956 De minister van Landbouw, Visserij en Voedselvoorziening, de heer S. L. Mansholt, heeft op de feestelijke bijeenkomst naar aanleiding van het tweede lustrum van de Stichting Nederlandse Zelfstandige Handel en Industrie in hotel Gooiland te Hilver sum een samenvattend beeld gegeven van de plaats van de handel en de industrie in het agrarisch leven. De minister ging van de stelling uit, dat er een innige band bestaat tussen de agra rische sector en de industrie: de een beïn vloedt de ander. Zo zal er ook een samen hang zijn tussen de conjunctuur van de landbouw en die van de industrie. Een al gemene welvaart behoort ook invloed uit te oefenen op de positie van de landbouw. Het huidige beeld is echter anders. Men kan spreken van een economische hoogconjunctuur, maar nergens in de we reld plukt de landbouw daar de vruchten van, aldus minister Mansholt. Met betrek king tot de prijzen cn de lonen voelt men in de agrarische sector de nadelen van een hoogconjunctuur. Wanneer men in onze tijd spreekt over een wereldmarkt, denkt men daarbij aan het overdragen van ver antwoordelijkheid aan een gemeenschap pelijk orgaan. Geen onzer wenst een pro tectionisme, maar anderzijds heeft nie mand de moed de genoemde verantwoor delijkheid over te dragen. De bewindsman was van oordeel, dat de vele moeilijkheden waarvoor men in Ne derland wordt geplaatst, een herziening van het prijsbeleid in de landbouw nodig kan maken. Daarbij gaat het om gemeen- CAMERAS FILM Het bruto exploitatieresultaat van P. de Gruyter en Zoon n.v. is blijkens het jaar verslag gestegen van f8.206.135 in 1954 tot f 11.013.633 in 1955. Totaal werd afgeschre ven f5.242.503 (v. j. 3.437.322), zodat het netto exploitatieresultaat verbeterde van f4.768.813 tot f5.771.040. Bij het bruto re sultaat zijn reeds de belastingen in aan merking genomen. Samen met het onver deeld winstsaldo 1954 is beschikbaar f6.459.459 (v. j. f5.363.410). Voorgesteld wordt aan houders van preferente aande len 6 percent, aan houders van preferente winstdelende aandelen 8 percent, aan' hou ders van prioriteitsaandelen 6 percent en aan houders van gewone aandelen 14 per cent (v. j. 12 pet.) uit te keren, zijnde in totaal f 1.059.458. Voorgesteld wordt in het reservefonds te storten f 3.000.000 en f 714.001 naar nieuwe rekening over te brengen. De uitbreidingen en moderniseringen van winkels en fabrieken hebben investeringen gevergd tot een bedrag van f 11.746.205. Hierin zijn begrepen de aanbestedingssom voor een derde fabriekscomplex te Den Bosch, met de bouw waarvan tegen het eind van 1955 is begonnen, alsmede be talingsverplichtingen wegens een nieuw kantoorgebouw bij het complex op het in dustrieterrein en wegens een aantal win kelpanden, die in 1956 zullen gereed komen. In 1955 heeft de vennootschap deze in vesteringen nog kunnen financieren zon der een beroep te doen op de kapitaal markt. In het nieuwe boekjaar is zij ech ter genoodzaakt geweest een onderhandse lening aan te gaan met enkele institutio nele beleggers tot een bedrag van f5.000.000. In het winkelbedrijf is de modernisering voortgezet. Een aantal bedieningswinkels werd verbouwd tot zelfbedieningswinkels. Bovendien werd nog een aantal nieuwe zelfbedieningswinkels geopend. Het aantal filialen heeft de 400 overschreden. Ontloop die pijn van brandend maagznnr. Neem Rennies! schappelijke belangen, waarvoor bij het gehele Nederlandse volk begrip dient te bestaan, omdat het een gemeenschappelijk belang is. Evenmin is er voldoende waar dering voor de middenbedrijven, die leve ren aan de agrarische sector, of op de pro ducten van deze sector zijn ingesteld. Aan de hand van cijfermateriaal maak te de minister vervolgens duidelijk, dat zowel de coöperaties als de zelfstandige bedrijven een taak is toebedeeld. Aan het slot van zijn betoog legde de minister er de nadruk op, dat de overheid niet de staatshandel als middel moet aan grijpen om de landbouw te beschermen. Handel en industrie moeten vrij zijn. In de Mesdaglaan te Schiedam werden de ouders van een tweetal kinderen, een zevenjarig meisje en een negenjarige jon gen, gealarmeerd, doordat de kinderen on passelijk werden. Men rook gaslucht, zette deuren en ramen open en kwam op de gedachte direct bij de benedenburen aan te bellen, aangezien men in het eigen huis niets verdachts kon ontdekken. Er werd niet open gedaan en daarom waarschuwde men de politie, die zich toegang tot de benedenwoning verschafte. In de slaap kamer aan de achterzijde vond men de twee bewoonsters dood op bed liggen. Bij onderzoek bleek dat een gasslang, aan het gasstel in de keuken bevestigd, van de muurkraan was gegleden. Het gas kon door een serveerluik tussen keuken en slaapkamer in die kamer binnenstro men. Men heeft de slachtoffers naar het ge meenteziekenhuis overgebracht. De slacht offers zijn de 68-jarige mej. J. A. Kieboom en de 56-jarige mej. C. van Neede. In het voorjaaf van 1955 bereikte de C.J.V.F. (Christen Jonge Vrouwen Fede ratie) uit Duitsland het verzoek of zij ge durende 6 weken 200 meisjes in de leeftijd zoek kwam van een leider van de IJ.M.C.A. van 1520 jaar kon herbergen. Dit ver uit het kamp Wentorf bij Hamburg, die zich voor de moeilijke taak geplaatst zag, geestelijke arbeid te verrichten onder deze totaal ontwortelde jeugd. Zij stamt uit ge zinnen uit de Oost-zóne en is opgegroeid tijdens de oorlog en het Hitlerregiem. In de West-zóne wachten zij nu al jaren lang op huis en arbeid in doorgangskampen. De materiële verzorging is er goed, maar men leeft er in zeer nauwe behuizing, verschei den families in een ruimte, slechts afge scheiden door een rietmat. Men kan zich voorstellen wat dit voor morele invloeden kan hebben op deze kinderen. De C.J.V.F. heeft daarom gevolg gegeven aan deze roep om hulp. In de zomer van 1955 is een groepje in Friesland onderge bracht en in de afgelopen winter zijn 50 meisjes in groepen van 10 in Holland ge weest, in Zetten-Hemmen, Wageningen, Haarlem, Nijmegen en Tiel. Daar het niet de bedoeling was de kinderen alleen een prettige vacantie te bereiden, heeft men geprobeerd aan hun verblijf een soort cur sus te verbinden omdat de geestelijke zorg toch het belangrijkste is. En omdat de ma nier waarop, een zoeken was dit zijn namelijk oudere meisjes dan de kinderen die over het algemeen in Holland worden opgenomen is men in het klein begon nen, met 10 meisjes tegelijk. Zij waren bij pleegouders ondergebracht, genoten van rust, een eigen kamer en veel slapen. Voorts organiseerde men een naaicursus, waar de meisjes een eigen jurk of rok leerden naaien, handenarbeid, volksdans, muziek, Bijbefkring en praatkringen met Hollandse jongeren. Het resultaat was zeer verblijdend. Dat er zich ook wel moeilijk heden hebben voorgedaan, ligt voor de hand; het zijn kinderen in de moeilijke leeftijd, die van huis uit weinig mee heb ben gekregen aan geestelijk bezit, maar het zijn toch ook kinderen net als de onze. De pleegouders hebben dit begrepen en er naar gehandeld. Groot was de vreugde in de C.J.V.F., toen men hoorde uit Duitsland, dat de meisjes die terug kwamen uit Holland, zich aan sloten bij de IJ.M.C.A.verenigingen in het kamp en daar ook actief gingen werken. Men verzocht de C.J.V.F. dan ook, vooral door te gaan met dit werk. Dat wil de C.J.V.F. nu ook gaan doen, maar dit kost veel voorbereiding, liefde en bovenal geld. Eind mei zullen twee leden van de werkcommissie het kamp bezoeken om de situatie met eigen ogen op te nemen en besprekingen te voeren met diegenen die het voorbereidend werk voor deze transporten in handen hebben. Het hoofdbestuur van het Verbono voor Veilig Verkeer heeft in Geldrop van de Vredesteinfabrieken de tweede propagan- dageluidsauto in ontvangst genomen. Het gemeentebestuur ontving de autoriteiten en de genodigden. BIJ de overdracht van de geluidswagen gaf jhr. Roëll een overzicht van het succes van de propagandatocht, waarbij in 576 toerneedagen 542 plaatsen werden bezocht, waar voor 271.000 volwassenen en 327.000 kinderen in propagandabijeenkomsten ver- keersvoorlichting werd gegeven. Hij noem de deze aanwinst van een tweede propa- ganda-auto een zeer belangrijke gebeurte nis omdat de bevolking van Nederland nu intensiever en sneller tegen de gesel van de verkeersonveiligheid kan worden be schermd. Hij prees het enorme resultaat, dat bereikt wordt via deze propaganda, dank zij het particuliere initiatief in sa menwerking met het bedrijfsleven en de overheid in Nederland. Na de overdracht werd de nieuwe ge luidsauto in een feeststoet door Geldrops straten gevoerd en begon daarna zijn toernee, waarin eerst de steden en dorpen in Brabant zullen worden aangedaan. Zoekt u een goede hetzij NIEUW of GEBRUIKT 7 U SLAAGT bij KRUISWEG 49 HAARLEM e ytf* In 3952 werd een Nederlandse voedings deskundige, ir. Carbasius Weber, door de Voedsel- en Landbouworganisatie der Ver enigde Naties (FAO) uitgezonden naar Uttar Pradesh, teneinde de Indiase regering te adviseren over het inblikken en conser veren van voedsel. Bij zijn rondreis door het gebied van Uttar Pradesh ontdekte de heer Carbasius Weber bij Ramgarh enige duizenden hectaren verwaarloosde boom gaarden, waar zestig percent van het fruit al bedierf voordat er geoogst werd. Deze boomgaarden werden onder leiding van deze Nederlandse deskundige grondig on der handen genomen en in mei 1955 kon een fabriek voor de fabricage en de conser vering van appselsap worden geopend. Dit appelsap vond zijn weg naar de grote ste den van India, waar het een zo gunstig ont haal vond, dat er thans een ware appel sap-rage is ontstaan. Nu produceert de door ir. Carbasius Weber opgezette fabriek reeds meer dan 5.000 kilo appelsap per dag, doch dit is nog bij lange na niet voldoende om aan de snel groeiende vraag te voldoen. Dit appelsap is een welkome aanvulling van het vitaminearme dieet van de Indiase bevolking. Tot dusver was appelsap in In dia vrijwel onbekend. Met de volgende schepen kan zeepost worden verzonden. De data, waarop de correspondentie uiterlijk ter post moet zijn bezorgd, staan, tussen haakjes, achter de naam van het schip vermeld. Argentinië: s.s. Libertad (24 mei); Bra zilië: s.s. Libertad (24 mei); Brits-O.- Afrika: s.s. Marchal Joffre (26 mei); Cana da: m.s. Noordam (24 mei); Chili; via New York (24 mei); Indonesië: m.s. Singkep (24 mei); Ned. Antillen: s.s. Triton (21 mei); Nieuw Zeeland: via Engeland (26 mei); Suriname: m.s. Hersilia (22 mei). Ongeveer duizend gemeentebestuurders uit alle delen van het land zijn te Breda bijeen voor het jaarlijkse congres van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten. Onder voorzitterschap van mr. Arn. J. d'Ailly, burgemeester van Amsterdam, werd de algemene ledenvergadering ge houden, die door mr. d'Ailly met een uit voerige rede werd geopend. In deze rede werd vooral aandacht gevraagd voor de problemen van de financiële verhouding tussen rijk en gemeenten, het politiewaag- stuk en de samenwerking tussen gemeenten en waterschappen. Na deze rede werd voorzien in een vijf tal vacatures in het bestuur. Mr. W. baron Michiels van Kessenich, burgemeester van Maastricht, J. Tjalma, burgemeester van Hoogeveen, J. H. Hosang, burgemeester van Renswoude en Woudenberg en J. Voe telink, burgemeester van Steenwijk, wer den herkozen. In de vacature, ontstaan door de benoeming tot gouverneur van Su riname van de Rotterdamse wethouder J. van Tilburg, werd voorzien door verkie zing van mr. G. J. van Walsum, burge meester van Rotterdam. De burgemeester van Haarlem, mr. O. P. F. M. Cremers, nodigde de vereniging uit volgend jaar haar congres in Haarlem te houden. De voorzitter waardeerde deze uitnodiging ter zeerste. Maar deelde mede dat Groningen reeds een dergelijke uit nodiging had gedaan, zodat Haarlem waar schijnlijk pas in 1958 de congressisten zal ontvangen. De directeur-generaal van de Rijkswa terstaat, ir. A. G. Maris, gaf een toelich ting op het Deltaplan. Op de eerste dag maakten de congres sisten excursies naar instellingen, indu strieën en historische gebouwen van de oude baronie. Des avonds werden de con gresgangers door het gemeentebestuur ontvangen. De tweede congresdag werd geheel be steed aan een bespreking van de structuur-, wijzigingen, die in het bij het Deltaplan betrokken gebied te verwachten zijn. De uitvoerige pre-adviezen over dit onder werp hebben wij in ons blad van woens dag vermeld. Zij werden besproken door een forum, dat behalve uit de vijf pre-ad- viseurs waarvan mr. H. Willemse we- Nederland en de Verenigde Staten heb ben op 27 maart 1956 te 's-Gravenhage een verdrag van vriendschap, handel en scheep vaart gesloten. Een ontwerp van rijkswet ter goedkeuring van dit verdrag is nu bij de Tweede Kamer ingediend. De belangen van Nederland bij een vriendschapsverdrag met de Verenigde Staten worden in de toelichting als volgt samengevat: het verdrag geeft bepaalde waarborgen ter bescherming van de Nederlandse in vesteringen in de Verenigde Staten; bij gebreke van een verdrag is Nederland ten aanzien van het verkrijgen van visa voor de Verenigde Staten in een ongun stiger positie dan andere landen, die wel een vriendschapsverdrag hebben. gens ziekte vervangen was door mr. W. F. Lichtenauer bestond uit de burgemees ters van Middelburg, Steenbergen, Middel- harnis, Vlissingen, Hulst, Bruinisse, Kort- gene en Ierseke, de directeur van het Eco nomisch Technologisch Instituut voor Zee land, drs. C. Verburg, en de directeur van de Provinciale Planologische Dienst van Zeeland, ir. M. de Vink, De forumdiscussie werd geleid door mr. B. Kolff, burgemees ter van Vlissingen. mm mm KfiiHHwÉP Prof Van Heek op ASC-dies: In de aula van de gemeentelijke univer siteit heeft dinsdagavond het Amsterdams Studenten Corps zijn 105de dies natalis ge vierd. Prof. dr. F. van Heek, hoogleraar in de sociologie te Leiden, sprak een rede uit met als titel ,.Een beeld van deze tijd". Hij schetste enige oorzaken van de mo derne crisis, die hij in verband bracht met vier onvervulde behoeften van de mens, namelijk die aan afwisseling, zekerheid, sociaal contact cn erkenning. „Conjunc- tuurpolitiek, sociale wetgeving, verbete ring der menselijke betrekkingen in de be drijven, hervormingen in opvoeding en on derwijs, het zijn alle voorbeelden van een redelijke opbouw van onze maatschappij, een redelijke opbouw, die het gevoel niet verwaarloost en die ons hoop geeft, dat onze weg langs de afgrond niet tot een catastrophe zal voeren", zo ging hij voort. „Als dogmatische marxisten zijn de com munisten er van overtuigd, dat het be drijfsleven in de V.S. en in de gehele Westerse wereld eens in een veel gVotere economische crisis dan die van 1929 ineen zal storten. De wijze waarop in de Westerse samenleving de conjunctuurschommeling en de sociale noden door redelijk ingrijpen zullen worden bestreden zal dus tevens van grote invloed zijn op het behoud van de wereldvrede en daarmede van onze cul tuur". Opmerkelijk noemde prof. Van Heek het, dat de tegenstelling tussen de goede en kwade kansen, die voor de mensheid aan wezig zijn, steeds groter wordt. In tegen stelling tot prof. Polak achtte hij nog vol doende idealen voor de mensheid aanwe zig, o.a. in wetenschappelijke en techni sche hulp aan vele niet-Westerse gebieden. Vooral voor de academici blijft er een grote taak te vervullen. Hun behoeft het aan perspectief niet te ontbreken. „De angst voor de ondergang kwelt hèn het zwaarst", besloot hij, „die passief, op het frontbalkon van het theater der mensheid gezeten, bevend de komende ontknoping tegemoet zien". De vrouwenorganisatie in de Volkspartij voor Vrijheid en Democratie heeft een landelijke vrouwenverkiezingsdag gehou den, waartoe zij een openbare vergadering had belegd in het Minervapaviljoen te Am sterdam. Na een inleidend woord van de presi- dente, mevrouw mr. E. A. J. Scheltema- Conradi, sprak het Tweede Kamerlid van de VVD mevrouw A. FortanierDe Wit uit Bloemendaal. Zij noemde het een groot onrecht dat de vrouwengroep van de WD geen kans krijgt, zoals wel een vrouwen groep van een andere politieke partij, ge- regeld haar stem voor de radio te doen horen. Voorts vond zij dat radio en pers een vertekend beeld hadden gegeven van wat de laatste tijd op het gebied van de ouderdomsvoorziening door de overheid is gedaan. De laatste beslisingen heeft het kabinet niet anders kunnen nemen dan met medewerking van de meerderheid der volksvertegenwoordiging. Mevrouw G. DoornbosOosting, g®. meenteraadslid van Roodeschool, gaf een overzicht van de problemen van het agra- rische plattelandsleven. De arbeid van de ladarbeiders en boeren wordt onderga- waardeend; er moet meer belangstelling komen uit kringen van de consumenten voor de landarbeiders, aldus mevrouw Doornbos. Mejuffrouw mr. J. Hefting, lid van de gemeenteraad van Utrecht, sprak over woningbouw en internationale zaken. Tot slot besprak het Tweede Kamerlid mevrouw J. M. StoffelsVan Haaften uit Haarlem punten uit het urgentieprogram van de VVD. Zij memoreerde de bereikte wettelijke gelijkstelling van man en vrouw en de verbetering in de huwelijkswetgeving Ook de belasting op het inkomen van de gehuwde vrouw heeft de aandacht van de VVD en de naar haar mening zeer onbil lijke belastingdruk voor ongehuwden. In de leeftijd van 85 jaar is donderdag: vrij onverwacht in het St. Elisabeths- gasthuis te Amersfoort overleden mgr. J, G. van Schaik, proost van het Metropoli- taan Kapittel en protonotarius apostolicns. Mgr. J. G. van Schaik werd op 12 februari 1871 te Vinkeveen geboren. In 1927 werd hij benoemd tot kanunnik van het Metropolitaan Kapittel en in no vember 1932 tot proost van dit kapittel. Op 15 augustus 1934 benoemde de paus hem tot geheim kamerheer. Na de oorlog bleef hjj adviseur van het R.K. Werkliedenver bond in Nederland, dat toen zijn naam wij zigde in Katholieke Arbeiders Beweging. Wegens het overlijden van mgr. Van Schaik heeft de K.A.B. besloten de feeste lijkheden, die zaterdag te Utrecht zouden worden gehouden ter gelegenheid van het 400.000ste lid, tot nader order uit te stellen. Het is de Hamamelis die 't 'm doet MOSKOU (United Press) Bruno Pontecorvo, de Britse atoomgeleerde van Italiaanse afkomst, die het Westen verliet om voor de Russen te werken, is gisteren door oud-collega's gezien op een confe rentie van atoomgeleerden uit de Sovjet- Unie, de Verenigde Staten, Frankrijk, Groot-Brittannië, China, Nederland en an dere landen te Moskou. Pontecorvo bevond zich onder de toehoor ders van dr. Segre van de universiteit van Californië die een lezing hield over een on derwerp waarover Segre, wijlen Fermi en Pontecorvo een studie hebben ge maakt. De Amerikaanse commissie voor atoom-energie had de drie geleerden voor hun werk een prijs toegekend. Pontecorvo was de enige, die zijn aandeel niet kwam opeisen. Hij had Engeland destijds al ver laten. Na Segre's lezing stak Pontecorvo de hand op om een vrgag te stellen, maar de voorzitter gaf het woord aan een andere spreker. Een Amerikaanse geleerde vertel de dat Pontecorvo's voormalige collega's niet in staat waren geweest hem te bena deren. Een andere Amerikaanse geleerde, dr. Alvarez, die met Russische geleerden had gesproken, vertelde dat de Sovjet-Unie de Verenigde Staten binnen vijf of zes jaar zal overtreffen in de atoomwetenschap, omdat zij meer geleerden en ingenieurs op leidt. De Australische geleerde prof. Oliphant zei, dat uit de gegevens die de Russen ter conferentie hebben verstrekt de enorme omvang en de kwaliteit is gebleken van het werk dat zij verrichten. 24) „O, zeker 10 a 15 jaar," antwoordde Aggie. „Misschien is het wel langer ge leden. Hij zei mij destijds, dat ik, als ik ooit in Middlebrook kwam, zijn ouders moest op zoeken". „Wel waar wachten we dan eigenlijk op?" vroeg de politieagent. „Ik heb een auto ter beschikking en ik zal u met veel ge noegen naar meneer Lavender brengen. De oude heer Lavender is het enige nog in leven zijnde familielid". Aggie keek hem met grote verwonderde ogen aan. O nee, dank u! Meneer Lavender zit op het ogenblik stellig aan de lunch en ik wil hem niet storen. Ik ga wel een andere keer". De politieman luisterde niet naar haar, doch pakte haar bij een arm en bracht haar naar de even verderop staande politie auto. Aggie voelde zich in de val gelopen, toen hij het portier achter haar sloot. Hij nam plaats achter het stuur en even later reden ze uit het centrum van Middle brook weg in de richting van de villa „The Birches". „Allemensen, wat moet ik doen?" pie kerde Aggie zenuwachtig. „Hoe red ik me hieruit? Na enkele ogenblikken, besloot ze: „Flauwvallen, dat is de oplossing. Er zit niets anders op. Zodra ik dat huis betreed, doe ik alsof ik duizelig ben en even later val ik in zwijm. Dan zullen ze me geen vragen kunnen stellen". Ze reden thans over een buitenweg en veel te gauw naar Aggie's zin kwamen ze aan de oprijlaan van „The Birches". Even "later werd het grote witte huis zichtbaar, precies zoals het in het tijdschrift was be schreven. Aggie behoefde het huis echter niet binnen te gaan. De oude heer Lavender zat buiten op het terras, genietend van de zon en een voortreffelijke lunch. De politie agent Hanrahan zette de motor af en stapte uit de wagen. Hij maakte het portier voor Aggie open en wandelde naast haar in de richting van het terras. Duncan Lavender had wit haar, een ingevallen gezicht en in telligente ogen. Hij sloeg het tweetal ver wonderd gade en zei tot de politieman: „Wel, jongeman, wat verschaft mij de eer?" Aggie vergat helemaal haar voornemen om flauw te vallen. Ze was volkomen sprake loos. „Hoe gaat het met u, meneer La- vender?" vroeg de jonge politieagent be leefd, „O, het gaat vandaag wel, het is zulk heerlijk weer, dat ik besloot buiten te lun chen". Ducan Lavender's blik rustte thans op Aggie. „Dit is juffrouw Maud van Deusen", stelde Hanrahan voor. „Ze vroeg in de stad naar u, en ik heb haar toen hierheen ge bracht". „Juist. Wilt u niet plaatsnemen, juffrouw van Deusen?" Aggie was blij, dat ze kon gaan zitten. Haar benen trilden. Meneer Lavender was klaar met zijn lunch. Hij duwde de tafel wat opzij en scheen te wachten op een ver klaring, waarom Aggie naar hem had ge vraagd. Ze zei niets. Hanrahan vertelde, hoe een en ander zich had toegedragen, en eindigde met te zeggen: „Toen ik dus niet uit haar kon krijgen, hoe lang geleden het was, dat ze uw zoon kende, leek het me de beste oplossing haar hier mee naar toe te nemen, opdat ze met u zelf zou kunnen praten". Duncan Lavender toonde geen enkel teken van opwinding of hoop, toen hij zich tot Aggie richtte. Deze was het liefst ter plaatse door de grond gezakt. De oude va der had al zoveel mensen te woord gestaan, die zogenaamd iets over zijn zoon wisten, dat hij noch veel hoop, noch veel belang stelling meer had. y „Wanneer hebt u mijn zoon gekend?" vroeg hij. Aggie slikte even en antwoordde op zach te toon: „Ongeveer vijtien jaar geleden, in Brooklyn". Er bewoog geen spier van het gelaat van de oude man. „Wat deed hij daar?" Aggie staarde naar de grond. De stenen van het terras gaven haar echter geen in spiratie. Ze slikte weer en antwoordde: „Ik mag u dat niet zeggen, meneer Lavendel, zelfs nu nog niet, na zoveel jaren". „Waarom niet?" „Welze hield even op. Wat ze ook zou bedenke®, het zou allemaal leiden tot het voor de oude vader zo treurig nieuws, dat Robert Lavender twee' weken geleden onder de aangenomen naam van Richard Lovejoy, was gestorven. Dit voor ogen hou dend, zei ze langzaam: „Uw zoon had vij anden, mensen die hem veel moeilijkhe den bezorgden. Hij vertelde mij erover, toen we in eenzelfde pension in Brooklyn woon den. We werden goede vrienden. Maar ten slotte verhuisde hij plotseling en ik zag hem nooit weer. Hij trok aldoor van de ene plaats naar de andere. Hij zei. Aggie weidde nog verder uit over de moeilijkheden van Robert Lavender met zijn vijanden, maar toen ze de onbewogen gezichten van de oude heer Lavender en de politieman zag, wist ze opeens niets verder te verzinnen. Enigszins abrupt ein digde ze: „Hoewel ik dus in al die jaren niets meer van hem hoorde, herinnerde ik me hem, toen ik hier kwam. Hanrahan, die verontwaardigd iets le berde wilde brengen, werd door een ge baar van meneer Lavender het zwijgen opgelegd. Op ijskoude toon vroeg de oude man: „Waarom bent u hierheen gekomen? Wat zijn uw werkelijke bedoelingen?" Aggie wist niet wat ze moest antwoor den. Maar opeens herinnerde ze zich de diamanten dasspeld. Hij zou wel een an dere houding aannemen, als hij dat kleinood van zijn zoon te zien kreeg! „Ik moet u iets laten zien", zei ze. Ze keken toe, hoe ze in haar tas zocht. Ten slotte haalde ze de dasspeld te voorschijn, welke ze aan Duncan Lavender overhan digde. „Kijkt u hier eens naar!" zei ze, in de verwachting hem te zullen horen uit roepen: „Die was van mijn zoon!" Meneer Lavender keek echter afwijzend naar het sieraad. „Wat heeft dat stukje ordinair glas te maken met uw verhaal?" vroeg hij. „Stukje glas?" herhaalde Aggie op ver ontwaardigde toon. „Het behoorde uw zoon toe!" Hij gaf haar de dasspeld terug. Hij had het kleinood vastgehouden, alsof het een besmettelijk voorwerp was en zonder te redetwisten over het al of niet écht zijn van de steen, herhaalde hij zijn vraag: „Waar om bent u hierheen gekomen?" Aggie, die thans niet meer wist, wat ze moest verzinnen, was op de rand van tranen „Ik ben hierheen gekomen, omdat ik u wilde helpen", zei ze met trillende stem. „Nérgens anders om! Ik wilde u helpen". Voor het eerst had haar houding iets waarachtigs. Ze borg de dasspeld weer weg in haar tas en stond op. „Ik zal u niet langer lastig vallen," zei ze zo waardig mo gelijk. „Het is mij heel duidelijk, dat u mij liever ziet gaan dan komen". Ze wachtte niet, of Hanrahan zou volgen. Ze hield haar hoofd trots opgeheven en liep langzaam terug naar de auto. De twee mannen keken elkaar vol verbazing aan. „Zo'n oude kletskous", mompelde de poli tieman, maar zijn toon was niet meer zo overtuigd. Meneer Lavender schudde zijn hoofd. „Ik weet niet wat ik van haar denken moet", zei hij. „Ze heet evenmin Deusen als ik! Het spijt me, sir, dat ik u lastig heb gevallen". „Het hindert niet", zei meneer Lavender, kijkend naar Aggie, die in de auto plaats nam. „Ik zal haar mee terug nemen naar de stad en haar afzetten op de plaats, waar ik haar vond. „Eén ogenblikjeHanrahan!" De jonge politieman wachtte. - Meneer Lavender was de belangrijkste inwoner van Middlebrook. Als hij ten aanzien van Aggie iets bijzonders wenste, dan zou dat natuurlijk gebeurenMeneer Lavender keek hem aan. „Ik zou er graag achter wil len komen, hoe die vrouw in werkelijkheid heet en waar ze vandaan komt", zei hij. „Verlies haar dus niet uit het oog en stel voor haar thuis te brengen". „Goed, sir". De stem van de politieman klonk niet geheel overtuigd. Hij had dit stellig niet verwacht. Hij voegde er aan toe: „Wilt u mijn chef hiervan op de hoogte stellen?" „Vanzelfsprekend. Laat me van je horen, „Afgesproken, sir". Aggie kreeg hierna geen kans meer om le ontsnappen. Toen ze de politieagent ver zocht haar in het centrum van Middlebrook af te zetten, zei hij: „Ik breng u waarheen u wilt! Het zal me een bijzonder genoegen zijn ADVERTENTIE ADVERTENTIE Alsof de maag uit uw lichaam brandt, zo'n pijn veroorzaakt overtollig maagzuur. De remedie is eenvoudig en afdoende: Rennies. Die helpen dadelijk. Gewoon, zonder water of wat ook, op de tong laten smelten, 't Kan niet missen, de brand is gedoofd! Eet onbe vreesd waar u trek in hebt, maarsteeds Rennies bij de hand ADVERTENTIE ADVERTENTIE TM (oN -A èë0 \0 De schoolkinderen in het oosten zitten niet in banken, zoals jullie; er lagen gevloch ten matjes op de grond en daar zaten ze op. En voor de klas zat meester Harrar. Omdat het daar zo warm is waren ze niet binnen, maar ze zaten allemaal op het platte dak; boven hun hoofden hing een zonnezeil gespannen tegen het felle licht van de zon. Want oeihet is daar warmhoor. En daar leerden ze dan hun lessen. Dat de watertoren bij een fabriek niet altijd een vormloos en lelijk bouwsel be hoeft te zijn, bewijst deze opname van een watertoren bij het Technisch Centrum van de General Motors fabrieken in Warren (Michigan). ADVERTENTIE ADVERTENTIE (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1956 | | pagina 6