Wrijving tussen Oostenrijk en
Italië over Zuid-Tirol
Tito's verzoening met Kremlin
officieel bekrachtigd
3kr
Rome haast zich niet zijn
verplichtingen na te komen
Politiek van beide landen
loopt vrijwel parallel
Afscheid
Agenda voor
Haarlem
Een paradijs in de Alpen
Een geheel
Bloedend hart
Japanse generaal heeft
spijt van capitulatie
Gelijkberechting
Oppositie in parlement van
Canada de mond gesnoerd
Uitspraak in de zaak tegen
Huppenkothen Walter
onbevredigend
Kort nieuws
Maarschalken
Gemenebest
Reserve
DONDERDAG 21 JUNI 1956
3
ococoococ)Cooo<x»ccco3>3ooooo<x)c<x»ccccocoocndoocoooo<xx»ooooococoooccococooooc<xxxocoocic<x»ocoocxx30c>ooc>dccx
Onze correspondent te Wenen, prof. dr. N. Greitemann, heeft onlangs
met enige andere buitenlandse correspondenten een reis gemaakt naar
Zuid-Tirol, dat sedert een tiental jaren tot Italië behoort. Hij is tot de
slotsom gekomen dat het Zuid-Tiroolse vraagstuk uiterst ingewikkeld is.
Tevens is hij in een gewetensconflict gekomen tussen zijn persoonlijke
sympathieën voor de Zuid-Tirolers, die zeshonderd jaar lang Oostenrijkse
onderdanen zijn geweest, en een oude liefde voor het land van Dante,
waar hij jarenlang heeft gewoond.
Hij heeft op zijn dwaaltocht door het paradijs aan de voet van de Dolo
mieten niet alleen met de leiders van de Zuid-Tiroolse volkspartij gespro
ken, maar is ook in contact gekomen met Italiaanse instanties, met de
gouverneur van de provincie Bozen, die een Zuid-Tiroler is, en met de
burgemeester van deze stad, een typische Italiaan. Ook, zo vertelt hij,
hebben wij kennis gemaakt met journalisten uit beide volksgroepen en wij
hebben de indruk gekregen dat onze reis, waartegen het ministerie van
Buitenlandse Zaken te Rome aanvankelijk had geprotesteerd, heeft bijge
dragen tot een zekere ontspanning tussen de twee groepen. Het heeft ons
echter bevreemd, dat de geheime staatspolitie ons de eerste dagen stap
voor stap volgde op een manier, die zinloos was en op den duur een
komedie werd die ook de Italiaanse collega's veroordeelden. Tenslotte gaf
de politie op elegante manier aan haar optreden een draai door te ver
klaren dat zij ons aanvankelijk wilde.beschermen. Wij menen dat een
dergelijk intermezzo een laatste opflikkering is geweest van een oude
fascistische methode.
(Van onze correspondent in Wenen)
Duizenden landgenoten zullen deze zomer
naar het zuiden trekken. Velen zullen zich
op weg naar Italië even in het Oostenrijkse
Tirol, voornamelijk in Innsbruck, of in het
Italiaanse Zuid-Tirol, verpozen, maar een
deel zal zijn vakantie in de Zuidtiroolse
sleden Brixen (Bressanone), Meran of
Bozen (Bolzano) doorbrengen en vandaar
uitstapjes maken naar de steile krijt
rotsen van de Dolomieten. Zij zullen ge
nieten van dit paradijs ten zuiden van de
Brenner, waar het brede dal van de Etsch
(Adige) er uitziet als een grote boom, waar
een robijn-rode wijn wordt gekweekt en
waar het naar de Betuwe ruikt.
Op de Brenner, de grens tussen het Oos
tenrijkse Noord-Tirol en het Italiaanse
Zuid-Tirol, zullen zij een paar Italiaanse
uniformen zien, maar voor de rest ver
andert er niets. Het zal hun opvallen dat de
stadjes in deze streek, de bouw van de
huizen, de vorm en ligging van de boeren
hoeven en zelfs de wijnteelt niet verschil
len van die in Noord-Tirol, want in dit op
zicht vormen beide gebieden ten noorden
en ten zuiden van de Brenner één geheel.
De huizen met de gezellige erkers en de
driehoekige, soms blinde gevels, de mid
deleeuwse galerijen, die men reeds in
Innsbruck of Bad Hall heeft gezien, ont
moet men ook hier, evenals de spitse kerk
torentjes en de grote gotische kerken en
kathedralen, die in Italië vrijwel onbekend
zijn, maar die hier nog hun eigen Tirools
karakter hebben bewaard, om dan opeens
te verdwijnen op de taalgrens bij het
plaatsje Salurn, waar de zuiver Italiaanse
provincie Trente begint en waar ook geen
Duits meer wordt gesproken. In zijn land
schap, zijn culturele verschijning en in zijn
bevolking vertoont geheel Tirol ondanks
de staatsgrens een geheel eigen gezicht,
waarvan men in e zuidelijk gelegen Ita
liaanse gewesten geen spoor meer ontdekt.
Wij tekenen geen protest aan tegen de
definitieve regeling van het vredesverdrag
van St. Germain in 1919, waarbij Oosten
rijk afstand moest doen van deze zuidelijke
gebieden en tot onze geruststelling be
merkten wij dat ook de politieke leiders
van Zuid-Tirol nuchter genoeg zijn om
met deze regeling vrede te hebben.
Toch kunnen wij begrijpen dat het hart
van iedere Oostenrijker begint te bloeden,
wanneer hij dit verloren paradijs bezoekt,
een gebied dat zeshonderd jaar lang Oos
tenrijks bezit is geweest, waar de Oosten
rijkers en vooral de Noord-Tirolers zich
thuis voelen en dat toch onherroepelijk
verloren is gegaan. Hier helpen geen wens
dromen, ondanks het feit dat het slot Tirol
bij Meran, de bakermat van de ""iroolse
graven, in het zuiden op Italiaans grond
gebied ligt.
Dit gebied, in de vorm van een hart,
maakte tezamen met de gewesten ten noor
den van de Brenner,, één groot Tirools
Zijn soldaten hadden de Russen in
Mandsjoerije wel kunnen houden
TOKIO (Reuter) De 75-jarige Ja
panse generaal Otozo Jamada, in 1945
opperbevelhebber van het Japanse leger in
Mandsjoerije, die kortgeleden in Tokio is
teruggekeerd uit Russische krijgsgevangen
schap, heeft verklaard dat zijn 600.000 tot
700.000 man troepen in Mandsjoerije medio
1945 „volledig in staat" waren geweest het
hoofd te bieden aan de Russische strijd
krachten, die dit gebied, enkele dagen voor
de afloop van de tweede wereldoorlog, bin
nenrukten.
„De Japanse troepen in Mandsjoerije
hadden zich nooit mogen overgeven. Het
moreel van mijn soldaten was goed. Het
eerste, dat ik over een Russische aanval
hoorde was, dat drie onzer divisies de Rus
sen een nederlaag hadden toegebracht.
Mijn plan was een vertragingsactie te voe
ren, doch ik kreeg opdracht mijn leger
over te geven en dat heb ik moeten doen",
zo zei hij?
Generaal Jamada en zijn staf werden na
de overgave door de Russen gevangen ge
nomen. Hij en twaalf van zijn officieren
werden door een krijgsraad berecht. Jama
da kreeg 25 jaar gevangenisstraf. De rech
ter voegde hem toe: „U mag van geluk
spreken, dat er in de Sovjet-Unie geen
doodstraf beslaat". Hij bracht twaalf jaar
door in een gevangenis in de buitenwijken
van Moskou, waarna de rest van zijn straf
hem werd kwijtgescholden.
graafschap uit, dat in 1363 met toestem
ming van de standen door de hertogen van
Oostenrijk werd verworven en dat tot 1918
in het bezit van het huis Habsburg in ge
bleven. Hier werd de lijfeigenschap al
vroeg opgeheven, zodat er een zelfbewust
boerengeslacht kon ontstaan, dat de keizer
diende en dat zijn land tegen alle mogelijke
indringers verdedigde.
Een hoogtepunt vormde de opstand van
het jaar 1809, toen de Zuid-Tiroolse boeren
zich onder leiding van Andreas Hofer tegen
Napoléon verzetten en daarmee het voor
beeld gaven om het vreemde juk af te wer
pen. Het geboortedorp van deze Tiroolse
nationale held ligt niet meer op Oostenrijks
grondgebied en dat is bitter, ook al blijft
men realist.
Zowel de politici in Noord- en Zuid-
Tirol, als de Oostenrijkse regering, staan
op het standpunt dat de overeenkomst van
Parijs tussen De Gasperi en de Oostenrijkse
minister Gruber uit het jaar 1946 de grond
slag moet blijven voor de onderhandelingen
over Zuid-Tirol. Ook Italië wenst deze
overeenkomst na te komen en „volledige
gelijkberechtiging" aan de Zuid-Tirolers in
dit gebied geven „ter bescherming, van het
volkskarakter en de culturele en economi
sche ontwikkeling" van deze volksgroep,
zoals in het eerste gedeelte van deze over
eenkomst te lezen staat.
Men kan echter moeilijk volhouden dat
Italië zich heeft gehaast deze verplichtin
gen na te komen, want het heeft zich pas
onlangs bereid verklaard de in Oostenrijk
behaalde academische graden te erkennen,
ofschoon het zich daartoe verplicht had
binnen een jaar na de ondertekening van
de overeenkomst: Het heeft er dus bijna
negen jaar mee gewacht.
Op andere punten, bijvoorbeeld het on
derwijs in de moedertaal op lagere en mid
delbare scholen, gelijke behandeling van
Italianen en Zuid-Tirolers bij benoemingen
in openbare dienst en het herstellen van de
oorspronkelijke Tiroolse familienamen,
heeft Italië zich grotendeels aan de over
eenkomst gehouden, maar er blijven nog
onderdelen over, die niet bevredigend zijn
opgelost.
Daarover in een volgend artikel.
OTTAWA (Reuter) Een wetsontwerp
over de aanleg van een a a rdig a s- pij ipleiding
door Canada heeft in het Canadese parle
ment aanleiding gegeven tot ongekend
heftige tonelen. Het is dan ook vrijwel
zeker dat de volgende algemene verkiezin
gen over dit wetsontwerp zullen worden
uitgevochten. Op de eerste dag van het
debat over dit wetsontwerp bepaalden de
oppositiepartijen (conservatieven en coö-
peratieve-gemenebestfederatie) zich tot
critiek op het ontwerp. Een van hun be
zwaren is dat er al een wetsontwerp met
ongeveer dezelfde strekking is ingediend.
De regering maakte toen gebruik van het
recht om de lengte der debatten te beper
ken. Zij deed dit zodanig dat geen enkel
lid van de oppositie in de gelegenheid was
over het ontwerp aan het woord te komen.
De regering motiveerde deze maatregel met
er op te wijzen dat het eerste deel van de
pijpleiding, van de gasbronnen in Alberta
naar Winnipeg, contractueel voor het in
vallen van de vorst gereed moet zijn, zodat
het werk deze maand begonnen moest
worden.
Het Canadese parlement kenmerkt zich
gewoonlijk door een grote rust, doch door
deze regeringsmaatregel waren de gemoe
deren zozeer verhit dat de afgevaardigden
en de minister van Handel en Nijverheid,
Howe, elkaar zware beledigingen naar het
hoofd slingerden.
Het wetsvoorstel heeft betrekking op een
staatshypotheek van tachtig miljoen pond
sterling voor de aanleg van het deel Alber
taWinnipeg. De regering heeft het wets
voorstel lange tijd aangehouden in de hoop
dat de Verenigde Staten toestemming zou
den geven om Canadees gas naar het Ame
rikaanse midden-westen te importeren.
Deze toestemming is echter niet afgekomen.
ADVERTENTIE
Tijdens een persconferentie in Bonn vroeg een radio-reporter aan president
Sukarno een verklaring in het Duits af te leggen. De Duitse bladen hadden na
melijk geschreven, dat de president vloeiend Frans, Duits en Engels spreekt.
President Sukarno waagde wel een poging, maar hij moest al spoedig overgaan
op Engels. Men ziet hem hier juist op het „dode punt". Bondskanselier Adenauer
en de Westduitse minister van Buitenlandse Zaken Von Brentano voelen blijk
baar met hem mee.
KARLSRUHE (United Press) De
vraag, of admiraal Canaris en de overige
samenzweerders tegen Hitier te beschou
wen waren als „verraders" in juridische
zin, heeft het Westduitse Hooggerechtshof
te Karlsruhe in het proces Huppenkothen
niet beantwoord. Het hof heeft Huppen
kothen niet veroordeeld voor het over Ca
naris en zijn lotgenoten uitgesproken dood
vonnis, doch wegens het doen uitvoeren van
het doodvonnis zonder bekrachtiging van
de minister van Justitie in Berlijn.
„Ondanks sterke aanwijzingen", aldus
het arrest van het hof, „was er niets straf
baars te vinden in de gedraging der ver
dachten ter zake van het uitspreken van
het doodvonnis."
Het hof wijt dit aan het feit, dat de
lagere rechtbank nimmer het raadsel om
trent het proces-Canaris heeft opgehelderd,
zodat nog niet vaststaat of Canaris wel
licht ten dele op grond van eigen beken
tenissen is veroordeeld.
De terdoodveroordeling en terechtstelling
van Canaris heeft in het na-oorlogse Duits
land grote gemoedsbeweging en bitterheid
teweeggebracht. De loop der jaren heeft de
overtuiging, dat Canaris en zijn medestan
ders martelaren waren, niet verzwakt, veel
eer versterkt.
Politiehondenfeest. In Apeldoorn heeft
de Nederlandse Bond voor de Politiedienst
hond het zilveren bestaansfeest herdacht met
een landelijke wedstrijd waarvoor de zeven
beste Nederlandse politiehonden waren in
geschreven. De strijd werd gewonnen door
de zevenjarige bouvier Babasco van J. Wou
ters uit Eindhoven. Ook het vorig jaar ver
overde deze hond de wisselbeker.
MOSKOU, (Reuter/Tass/Tanjoeg)
Met de plechtige ondertekening van twee
Russisch-Joegoslavische verklaringen is
woensdag aan het officiële bezoek van pre
sident Tito aan de Sovjet-Unie een einde
gekomen. De verklaring van de twee rege
ringen, waarin vooral over de buitenlandse
politiek, met name het Duitse vraagstuk,
uitspraken werden gedaan, werd door Tito
en premier Boelganin ondertekend. De ver
klaring over de betrekkingen tussen de 2
communistische partijen werd door Tito en
partijsecretaris Kroesjtsjev ondertekend.
Enige uren na de plechtigheid, die in te
genwoordigheid van vrijwel alle Russische
leiders in de marmeren zaal van het
Kremlin plaats had, vertrok Tito per trein
via Kiev, naar Boekarest. Het gehele presi
dium van het centrale partijcomité onder
leiding van Boelganin en Kroesjtsjev deed
hem uitgeleide. De secretaris van het presi
dium Pegov en de onderminister van Bui
tenlandse Zaken Koeznetsov begeleiden het
Joegoslavische gezelschap tot de Roemeen
se grens.
In de gemeenschappelijke verklaring die
ettelijke pagina's beslaat, wordt in hoofd
zaak het volgende gezegd:
1,) Meja.heeft een „sterke overeenkomst"
in de opvattingen over de internationale
problemen kunnen vaststellen. 2) De inter
nationale spanning is het afgelopen jaar
verder verminderd, waardoor de mogelijk
heden voor het werk van de UNO zijn ver
groot. 3) Gezien het wantrouwen, dat tij
dens de „koude oorlog" is ontstaan, zou het
onlogisch zijn te verwachten dat elk vraag
stuk snel kan worden opgelost. 4) Vraag
stukken, die daarvoor rijp zijn, moeten
worden opgelost, zonder dat er aan be
paalde problemen voorrang wordt gegeven.
5) Het ontwapeningsvraagstuk kan spoedig
worden opgelost, vooral als men meer
streeft naar afzonderlijke akkoorden. 6)
Voor het tot stand brengen van een her
enigd Duitsland zijn onderhandelingen tus
sen West- en Oost-Duitsland onontbeerlijk.
7) De toenemende economische integratie
in de wereld is een van de belangrijkste
oorzaken van de verbetering van de inter
nationale toestand. Handelsbeperkingen
moeten dan ook worden opgegeven. 8) Voor
steun aan de minder ontwikkelde landen
Op een persconferentie na de onderteke
ning van de documenten verklaarde de
Joegoslavische minister van Buitenlandse
Zaken, Popovitsj, niet te geloven, dat uit
de rede, die Tito dinsdag in het Dynamo
stadion heeft gehouden, mag worden opge
maakt, dat Joegoslavië overweegt de rege
ring van Oost-Duitsland te erkennen. Het
belang van de verklaring ligt in de nadruk,
die Tito legde op de noodzaak van con
tacten tussen Oost- en West-Duitsland, al
dus Popovitsj. Een passage van Tito's rede
is gisteren verkeerd weergegeven. Aan
vankelijk was gemeld, dat de oplossing van
het Duitse vraagstuk en andere problemen
door middel van de UNO moet wor
den gezocht. Uit de tekst, die te Moskou
werd bekend gemaakt, blijkt, dat Tito
sprak over een „verenigde Duitse natie".
Het proces van het tot elkaar brengen
van de standpunten en het leren kennen
van eikaars bedoelingen is echter nog niet
geëindigd, aldus Popovitsj.
Na de ondertekening van de twee ver
klaringen reikte maarschalk Tito aan de
Russische minister van Defensie, maar
schalk Zjoekov, de versierselen van de
„Orde van de Vrijheid" uit, als erkenning
van zijn „bijzondere verdiensten" in de
oorlog tegen de gemeenschappelijke vijand.
De Russische president, maarschalk Voro-
sjilov, overhandigde daarop aan Tito de
versierselen van de orde van Soevorov
eerste klasse voor generaal Gochniak, de
Joegoslavische minister van Defensie, die
niet te Moskou was.
In de verklaring over de betrekkingen
tussen de twee communistische partijen
wordt gezegd dat het „onontbeerlijk" is,
dat de bestaande contacten worden gehand
haafd en verder ontwikkeld. De beide com
munistische leiders zijn het er over eens,
dat de gedachte, „de andere partij bij het
beslissen over wegen en vormen van de
socialistische ontwikkeling de eigen opvat
tingen op te dringen", beide partijen vreemd
is. De toekomstige samenwerking tussen de
twee partijen moet gebaseerd zijn „op het
is een collectieve internationale actie nodig, beginsel van de vrijheid tot het zelf nemen
Het treft mij altijd weer, hoe
moeilijk het vele mensen valt
om afscheid van elkander te
nemen op een wijze, die vol
komen harmonisch aansluit op
hun voorafgaande relatie met
elkander. De reden daarvan
moet ongetwijfeld te zoeken
zijn in het feit, dat het af
scheid nemen niet organisch
past in de gedachtenwereld
der mensen, zodat zij het altijd
weer ervaren als iets pijnlijks,
iets abnormaals en daardoor
iets dat verlegen en beschaamd
maakt.
Natuurlijk heeft de filosofie
ook op dit verschijnsel een
gedegen antwoord, zoals zij op
alle verschijnselen gedegen
antwoorden heeft. Zij zegt:
Ja, de natuur der mensen is
ingesteld op contact met el
kander en een voortduren
daarvan tot in het oneindige,
waaruit men de onsterfelijk
heid en de neiging tot eenheid
van het universele leven kan
bespeuren. Afscheid nemen is
iets onnatuurlijks in een
schepping, die het levensbe
ginsel als allesbeheersend ele
ment in zich draagt. Het leven,
ondeelbare eenheid die de
schepping heeft doordrongen
en gevormd, heeft van af
scheidnemen nooit gehoord,
omdat zulks een deling van
zichzelve zou zijn.
Tot zover de filosofie, die
men met een andere formule
ring zou kunnen aanduiden
als „de kunst, de eenvoudige
dingen in moeilijke begrippen
onder te brengen." Want wat
deze filosofie beweert, kan
volkomen waar zijn maar
als men het zo leest, is men
geneigd eraan te twijfelen, om
dat het zo ingewikkeld klinkt.
Doch tot ons voordeel en
onze vreugde behoeven wij
niet door het leven te gaan met
een opengeslagen boekwerk
over filosofie in de hand,
waaruit wij bij iedere schrede
zorgvuldig lezen om te zien,
waarom wij die schrede zetten.
Wanneer wij het over filosofie
hebben, stellen wij eigenlijk
het leven ondersteboven. Want
de filosofie doet niets anders,
dan alle ervaringen en waar
nemingen der mensen om
schrijven en analyseren, ter
wijl deze toch in de eerste
plaats het onvervreemdbare,
eenvoudig begrijpelijke eigen
dom der mensen zijn.
Ge kunt die filosofie over
dat afscheidnemen telkens
weer in zeer aanschouwelijke
en simpele vorm ervaren en
bevestigd zien als ge op reis
gaat en een trein neemt, die
een tiental minuten aan het
perron moet wachten op het
vertreksignaal.
Een uwer medereizigers
wordt ongetwijfeld uitgeleide
gedaan. Hij staat voor het
neergedraaide raampje te sta
ren in de gezichten van een
drietal familieleden, die voor
zien zijn van perronkaartjes en
zich dus slechts in dit brand
punt van treinverkeer hebben
gewaagd om getuige te zijn
van het daadwerkelijke ver
trek, om zich vervolgens huis
waarts te begeven in het besef,
dat hun familielid een goede
kans maakt om inderdaad daar
te arriveren, waar hij wezen
moet.
De reiziger heeft zich een
starre, enigszins weemoedige
glimlach op het gelaat geperst,
waarmee hij zijn verwanten
aanziet. Intussen peinst hij
koortsachtig wat hij zeggen
zal, ofschoon hij zich terdege
bewust is van het feit, dat er
eenheid
den.
een illusie is gewor-
helemaal niets meer te zeggen
valt.
Hij weet dat hem nog nauw
keurig tien minuten gegeven
zijn om in de nabijheid van
zijn dierbaren door te brengen.
Met zijn hoofd giraffe-achtig
door de smalle opening van
het raampje gestoken, is hij
veroordeeld tien minuten lang
het contact te redden, dat hij
reeds door zijn gang naar het
station verbroken weet. Hij
heeft reeds wangen gekust en
handen geschud toen hij in
stapte. Hij heeft onderweg
reeds gezegd, dat hij gauw zal
schrijven en hoopt spoedig wat
van de anderen te horen. Hij is
eigenlijk al volkomen weg,
doch zijn hoofd is er nog en
dat hoofd moet tien minuten
lang simuleren dat er van af
scheid nog geen sprake is. Hij
zegt dan zoiets als: Nou, het is
dan zover. Wat zijn die dagen
omgevlogen.
De anderen, op het perron
opeengedrongen voor het
raampje, zeggen gretig: Ja, zeg
dat wel.
De reiziger kijkt vervolgens
naar het achtereinde van de
trein, waar men druk bezig is
met het inladen van kisten en
kratten. Hij werpt daarna een
blik op het voorstuk, waar de
treinvoerder met geopend por
tier wacht op het signaal.
Het is bijna tijd, zegt hij dan.
Ja, hij zal zó gaan, is het
antwoord.
De stilte, die volgt, slikt twee
minuten op en laat er nog vijf
over. Vijf minuten om één te
zijn met de dierbaren en zich
tegelijk te realiseren, dat de
Wellicht heeft de filosofie
over het hoofd gezien, dat het
afscheid nemen aan de trein
niet zozeer een verbreken der
eenheid, doch een bevestiging
van het ontbreken der eenheid
is? Misschien heeft zij ten
onrechte verondersteld, dat het
praten, omgaan en wonen met
elkander een eenheid met el
kander betekent, terwijl in
werkelijkheid die eenheid tus
sen mensen niets met praten,
omgaan en wonen te maken
heeft.
Want wanneer mensen el
kander begrijpen en waar
deren,knopen zij een band die
niet door een vertrekkende
trein kan worden stukgetrok
ken. Wanneer twee mensen
werkelijk één zijn, hebben zij
het afscheid overwonnen en
gedood. Dan tellen zij de kilo
meters niet, die tussen hen ge
komen zijn, noch de jaren, die
een graf tussen hen heeft ge
legd. Voor hen is het afscheid
nemen niet zoals de filoso
fie ons wil vertellen iets
onnatuurlijks, doch iets wat
niet bestaat en dus geen bete
kenis heeft.
Hij is overtijd, zegt de rei
ziger.
Nou, ik denk dat je vóór
bent, zeggen de anderen op het
perron, en werpen een verlan
gende blik op de uitgang.
Dus jullie denken eraan,
gauw schrijven.
Ja, natuurlijk, maar jij ook.
Allicht.
Mooi.
Doe je de groeten nog, thuis?
Ja, jij ook.
Allicht.
Mooi.
Het snerpend geluid van een
fluitsignaal verheldert op slag
alle gezichten. Het gezicht van
de reiziger straalt van opluch
ting en nieuwe weemoed. De
gezichten der achterblijvenden
stralen van bevrijding en
vriendelijke wensen. De trein
schokt vooruit. Het afscheid
is een feit. De goede, aardige,
liefdadige trein verlost allen
van een knijpend onbehagen.
Dit i het vertrek van de
reiziger, met wie de filosofie
zich heeft bemoeid. Doch de
trein is eivol en de filosofie is
de velen voorbijgegaan, die
niet met hun hoofden uit de
raampjes hebben gehangen en
niemand hebben toegewuifd,
toen de trein vertrok. Tussen
hen zitten degenen, die met
gesloten ogen hun gedachten
lieten gaan en niet eens merk
ten, dat zij al op weg waren
naar het volgende station.
En dat zijn de enkelen, die
in de geest gebleven zijn waar
zij waren, zander afscheid ne
men, zonder onnozele opmer
kingen om de tijd te korten.
Zij zijn degenen die de een
heid met anderen hebben ge
vonden buiten alle filosofie
om, en die eenheid onverbro-
ken weten over* alle grenzen
van stationsingangen, over
alle afstanden en alle tijden
heen.
Dat is een eenheid tussen
mensen, die elkander niet de
hand drukken, niet schrijven,
niet toewuiven en niet weg
brengen. Zij weten en nu
weten wij het ook dat af
scheidnemen niet moeilijk is,
niet onnatuurlijk of in strijd
met de menselijke gedachten-
gang. En dat hetgeen wij af
scheidnemen noemen, slechts
een erkenning van onmacht
tot werkelijke eenheid is.
J. L.
van beslissingen, de gelijkgerechtigdheid,
de vriendschappelijke critiek en op het ka
meraadschappelijke karakter van overleg
bij meningsverschillen tussen de beide par
tijen".
Westelijke waarnemers in Moskou gelo
ven, dat het huidige communistische staten
blok mogelijk zal worden vervangen door
een lossere groepering van communistische
landen, gebaseerd op gemeenschappelijke
idealen. Dit „socialistische gemenebest"
(deze term is reeds in de Russische pers
gebruikt) zou ook aan de andere communis
tische landen de „vrijheid van actie" ver
schaffen waarvan sprake is in de verklaring
over de betrekkingen tussen de Joegosla
vische en de Russische communistische par
tij. In Joegoslavische kringen verluidt, dat
Tito de Russische leiders heeft aangeraden
een stelsel van lossere politieke, economi
sche en militaire coördinatie met de Oost-
europese „volksdemocratieën" te ontwik
kelen.
Vorosjilov heeft een uitnodiging van pre
sident Tito voor een officieel bezoek aan
Joegoslavië aanvaard. Men verwacht dat
het bezoek spoedig zal plaats hebben.
Ambtenaren van het Amerikaanse depar
tement van Buitenlandse Zaken hebben de
Russisch-Joegoslavische verklaring, waarin
tot nauwere samenwerking wordt besloten,
met reserve en gemengde gevoelens ont
vangen. De eerste indruk was, dat de ver
klaring geen werkelijke verrassing bevat,
hoewel de steun van Tito voor de Russische
politiek ten aanzien van Duitsland en de
ambities van communistisch China aan
gaande Formosa „onverwacht sterk" wordt
genoemd. In de omgeving van het State
Departement wordt verklaard, dat Wash
ington van plan is economische en mili
taire steun aan Joegoslavië te blijven ver
lenen.
Diplomatieke waarnemers te Londen
merken op, dat Tito thans de Russische
houding ten aanzien van bijna alle grote
internationale kwesties steunt. De Britse
regering zal het stellig eens zijn met vele
van de aanbevelingen in de verklarng.
In Westduitse regeringskringen wordt op
gemerkt, dat de verklaring ten aanzien van
de Duitse kwestie rechtstreeks in strijd is
met de politiek van de Westduitse regering,
die ieder contact met de Oostduitse rege
ring schuwt en van mening is, dat de her
eniging van het land voornamelijk onder
de verantwoordelijkheid van de Grote Vier
valt.
ADVERTENTIE
een Virginia met karakter
slechts 75 ct per pakje
DONDERDAG 21 JUNI
Minerva: „La bataille du rail", 18 jaar,
8.15 uur. Palace: „De liefdesroman van een
koningin", alle leeft., 7 en 9.15 uur. Luxor:
„Les enfants du paradis", 18 jaar, 7.30 uur.
Studio; „The 5000 fingers of de T.". 14 jaar,
7 en 9.15 uur. Lido: „Johhny Guitar", 18 jaar,
7 en 9.15 uur. Roxy: „Gangsters zonder gena
de", 18 jaar, 7 en 9.15 uur. Rembrandt: „The
man with the golden arm", 18 jaar, 7 en 9.15
uur. Frans Hals: „Bittere Rijst", 18 jaar, 7
en 9.15 uur. Zuiderkapel: 8 uur. Dienst onder
leiding van D. Jan Bruin, medewerking ver
leent he' zangkoor uit IJmuiden-O.
VRIJDAG 22 JUNI
Minerva: „Slaven van de Nijl", 14 jaar, 8.15
uur. Palace: „Het mes op de keel", 18 jaar, 2,
4.15, 7 en 9.15 uur. Luxor: „Paris canaille",
18 jaar, 2, 7 en 9.15 puur. Studio: „Phffft", 18
jaar, 2.15, 7 en 9.15 uur. Lido: „Ontsnapt uit
Chiku Shan", 14 jaar, 2, 4.15, 7 en 9.15 uur.
Roxy: „Vuurgevecht in de bergpas" 14 jaar,
2.30, 7 en 9.15 uur. Rembrandt: „The Swan",
alle leeft., 2, 4.15. 7 en 9.15 uur. Frans Hals:
„Het zwaard en het kruis", 14 jaar, 2.30, 7
en 9.15 uur.