Wrijving tussen Oostenrijk en Italië over Zuid-Tirol Tito's verzoening met Kremlin officieel bekrachtigd 3kr Rome haast zich niet zijn verplichtingen na te komen Politiek van beide landen loopt vrijwel parallel Afscheid Agenda voor Haarlem Een paradijs in de Alpen Een geheel Bloedend hart Japanse generaal heeft spijt van capitulatie Gelijkberechting Oppositie in parlement van Canada de mond gesnoerd Uitspraak in de zaak tegen Huppenkothen Walter onbevredigend Kort nieuws Maarschalken Gemenebest Reserve DONDERDAG 21 JUNI 1956 3 ococoococ)Cooo<x»ccco3>3ooooo<x)c<x»ccccocoocndoocoooo<xx»ooooococoooccococooooc<xxxocoocic<x»ocoocxx30c>ooc>dccx Onze correspondent te Wenen, prof. dr. N. Greitemann, heeft onlangs met enige andere buitenlandse correspondenten een reis gemaakt naar Zuid-Tirol, dat sedert een tiental jaren tot Italië behoort. Hij is tot de slotsom gekomen dat het Zuid-Tiroolse vraagstuk uiterst ingewikkeld is. Tevens is hij in een gewetensconflict gekomen tussen zijn persoonlijke sympathieën voor de Zuid-Tirolers, die zeshonderd jaar lang Oostenrijkse onderdanen zijn geweest, en een oude liefde voor het land van Dante, waar hij jarenlang heeft gewoond. Hij heeft op zijn dwaaltocht door het paradijs aan de voet van de Dolo mieten niet alleen met de leiders van de Zuid-Tiroolse volkspartij gespro ken, maar is ook in contact gekomen met Italiaanse instanties, met de gouverneur van de provincie Bozen, die een Zuid-Tiroler is, en met de burgemeester van deze stad, een typische Italiaan. Ook, zo vertelt hij, hebben wij kennis gemaakt met journalisten uit beide volksgroepen en wij hebben de indruk gekregen dat onze reis, waartegen het ministerie van Buitenlandse Zaken te Rome aanvankelijk had geprotesteerd, heeft bijge dragen tot een zekere ontspanning tussen de twee groepen. Het heeft ons echter bevreemd, dat de geheime staatspolitie ons de eerste dagen stap voor stap volgde op een manier, die zinloos was en op den duur een komedie werd die ook de Italiaanse collega's veroordeelden. Tenslotte gaf de politie op elegante manier aan haar optreden een draai door te ver klaren dat zij ons aanvankelijk wilde.beschermen. Wij menen dat een dergelijk intermezzo een laatste opflikkering is geweest van een oude fascistische methode. (Van onze correspondent in Wenen) Duizenden landgenoten zullen deze zomer naar het zuiden trekken. Velen zullen zich op weg naar Italië even in het Oostenrijkse Tirol, voornamelijk in Innsbruck, of in het Italiaanse Zuid-Tirol, verpozen, maar een deel zal zijn vakantie in de Zuidtiroolse sleden Brixen (Bressanone), Meran of Bozen (Bolzano) doorbrengen en vandaar uitstapjes maken naar de steile krijt rotsen van de Dolomieten. Zij zullen ge nieten van dit paradijs ten zuiden van de Brenner, waar het brede dal van de Etsch (Adige) er uitziet als een grote boom, waar een robijn-rode wijn wordt gekweekt en waar het naar de Betuwe ruikt. Op de Brenner, de grens tussen het Oos tenrijkse Noord-Tirol en het Italiaanse Zuid-Tirol, zullen zij een paar Italiaanse uniformen zien, maar voor de rest ver andert er niets. Het zal hun opvallen dat de stadjes in deze streek, de bouw van de huizen, de vorm en ligging van de boeren hoeven en zelfs de wijnteelt niet verschil len van die in Noord-Tirol, want in dit op zicht vormen beide gebieden ten noorden en ten zuiden van de Brenner één geheel. De huizen met de gezellige erkers en de driehoekige, soms blinde gevels, de mid deleeuwse galerijen, die men reeds in Innsbruck of Bad Hall heeft gezien, ont moet men ook hier, evenals de spitse kerk torentjes en de grote gotische kerken en kathedralen, die in Italië vrijwel onbekend zijn, maar die hier nog hun eigen Tirools karakter hebben bewaard, om dan opeens te verdwijnen op de taalgrens bij het plaatsje Salurn, waar de zuiver Italiaanse provincie Trente begint en waar ook geen Duits meer wordt gesproken. In zijn land schap, zijn culturele verschijning en in zijn bevolking vertoont geheel Tirol ondanks de staatsgrens een geheel eigen gezicht, waarvan men in e zuidelijk gelegen Ita liaanse gewesten geen spoor meer ontdekt. Wij tekenen geen protest aan tegen de definitieve regeling van het vredesverdrag van St. Germain in 1919, waarbij Oosten rijk afstand moest doen van deze zuidelijke gebieden en tot onze geruststelling be merkten wij dat ook de politieke leiders van Zuid-Tirol nuchter genoeg zijn om met deze regeling vrede te hebben. Toch kunnen wij begrijpen dat het hart van iedere Oostenrijker begint te bloeden, wanneer hij dit verloren paradijs bezoekt, een gebied dat zeshonderd jaar lang Oos tenrijks bezit is geweest, waar de Oosten rijkers en vooral de Noord-Tirolers zich thuis voelen en dat toch onherroepelijk verloren is gegaan. Hier helpen geen wens dromen, ondanks het feit dat het slot Tirol bij Meran, de bakermat van de ""iroolse graven, in het zuiden op Italiaans grond gebied ligt. Dit gebied, in de vorm van een hart, maakte tezamen met de gewesten ten noor den van de Brenner,, één groot Tirools Zijn soldaten hadden de Russen in Mandsjoerije wel kunnen houden TOKIO (Reuter) De 75-jarige Ja panse generaal Otozo Jamada, in 1945 opperbevelhebber van het Japanse leger in Mandsjoerije, die kortgeleden in Tokio is teruggekeerd uit Russische krijgsgevangen schap, heeft verklaard dat zijn 600.000 tot 700.000 man troepen in Mandsjoerije medio 1945 „volledig in staat" waren geweest het hoofd te bieden aan de Russische strijd krachten, die dit gebied, enkele dagen voor de afloop van de tweede wereldoorlog, bin nenrukten. „De Japanse troepen in Mandsjoerije hadden zich nooit mogen overgeven. Het moreel van mijn soldaten was goed. Het eerste, dat ik over een Russische aanval hoorde was, dat drie onzer divisies de Rus sen een nederlaag hadden toegebracht. Mijn plan was een vertragingsactie te voe ren, doch ik kreeg opdracht mijn leger over te geven en dat heb ik moeten doen", zo zei hij? Generaal Jamada en zijn staf werden na de overgave door de Russen gevangen ge nomen. Hij en twaalf van zijn officieren werden door een krijgsraad berecht. Jama da kreeg 25 jaar gevangenisstraf. De rech ter voegde hem toe: „U mag van geluk spreken, dat er in de Sovjet-Unie geen doodstraf beslaat". Hij bracht twaalf jaar door in een gevangenis in de buitenwijken van Moskou, waarna de rest van zijn straf hem werd kwijtgescholden. graafschap uit, dat in 1363 met toestem ming van de standen door de hertogen van Oostenrijk werd verworven en dat tot 1918 in het bezit van het huis Habsburg in ge bleven. Hier werd de lijfeigenschap al vroeg opgeheven, zodat er een zelfbewust boerengeslacht kon ontstaan, dat de keizer diende en dat zijn land tegen alle mogelijke indringers verdedigde. Een hoogtepunt vormde de opstand van het jaar 1809, toen de Zuid-Tiroolse boeren zich onder leiding van Andreas Hofer tegen Napoléon verzetten en daarmee het voor beeld gaven om het vreemde juk af te wer pen. Het geboortedorp van deze Tiroolse nationale held ligt niet meer op Oostenrijks grondgebied en dat is bitter, ook al blijft men realist. Zowel de politici in Noord- en Zuid- Tirol, als de Oostenrijkse regering, staan op het standpunt dat de overeenkomst van Parijs tussen De Gasperi en de Oostenrijkse minister Gruber uit het jaar 1946 de grond slag moet blijven voor de onderhandelingen over Zuid-Tirol. Ook Italië wenst deze overeenkomst na te komen en „volledige gelijkberechtiging" aan de Zuid-Tirolers in dit gebied geven „ter bescherming, van het volkskarakter en de culturele en economi sche ontwikkeling" van deze volksgroep, zoals in het eerste gedeelte van deze over eenkomst te lezen staat. Men kan echter moeilijk volhouden dat Italië zich heeft gehaast deze verplichtin gen na te komen, want het heeft zich pas onlangs bereid verklaard de in Oostenrijk behaalde academische graden te erkennen, ofschoon het zich daartoe verplicht had binnen een jaar na de ondertekening van de overeenkomst: Het heeft er dus bijna negen jaar mee gewacht. Op andere punten, bijvoorbeeld het on derwijs in de moedertaal op lagere en mid delbare scholen, gelijke behandeling van Italianen en Zuid-Tirolers bij benoemingen in openbare dienst en het herstellen van de oorspronkelijke Tiroolse familienamen, heeft Italië zich grotendeels aan de over eenkomst gehouden, maar er blijven nog onderdelen over, die niet bevredigend zijn opgelost. Daarover in een volgend artikel. OTTAWA (Reuter) Een wetsontwerp over de aanleg van een a a rdig a s- pij ipleiding door Canada heeft in het Canadese parle ment aanleiding gegeven tot ongekend heftige tonelen. Het is dan ook vrijwel zeker dat de volgende algemene verkiezin gen over dit wetsontwerp zullen worden uitgevochten. Op de eerste dag van het debat over dit wetsontwerp bepaalden de oppositiepartijen (conservatieven en coö- peratieve-gemenebestfederatie) zich tot critiek op het ontwerp. Een van hun be zwaren is dat er al een wetsontwerp met ongeveer dezelfde strekking is ingediend. De regering maakte toen gebruik van het recht om de lengte der debatten te beper ken. Zij deed dit zodanig dat geen enkel lid van de oppositie in de gelegenheid was over het ontwerp aan het woord te komen. De regering motiveerde deze maatregel met er op te wijzen dat het eerste deel van de pijpleiding, van de gasbronnen in Alberta naar Winnipeg, contractueel voor het in vallen van de vorst gereed moet zijn, zodat het werk deze maand begonnen moest worden. Het Canadese parlement kenmerkt zich gewoonlijk door een grote rust, doch door deze regeringsmaatregel waren de gemoe deren zozeer verhit dat de afgevaardigden en de minister van Handel en Nijverheid, Howe, elkaar zware beledigingen naar het hoofd slingerden. Het wetsvoorstel heeft betrekking op een staatshypotheek van tachtig miljoen pond sterling voor de aanleg van het deel Alber taWinnipeg. De regering heeft het wets voorstel lange tijd aangehouden in de hoop dat de Verenigde Staten toestemming zou den geven om Canadees gas naar het Ame rikaanse midden-westen te importeren. Deze toestemming is echter niet afgekomen. ADVERTENTIE Tijdens een persconferentie in Bonn vroeg een radio-reporter aan president Sukarno een verklaring in het Duits af te leggen. De Duitse bladen hadden na melijk geschreven, dat de president vloeiend Frans, Duits en Engels spreekt. President Sukarno waagde wel een poging, maar hij moest al spoedig overgaan op Engels. Men ziet hem hier juist op het „dode punt". Bondskanselier Adenauer en de Westduitse minister van Buitenlandse Zaken Von Brentano voelen blijk baar met hem mee. KARLSRUHE (United Press) De vraag, of admiraal Canaris en de overige samenzweerders tegen Hitier te beschou wen waren als „verraders" in juridische zin, heeft het Westduitse Hooggerechtshof te Karlsruhe in het proces Huppenkothen niet beantwoord. Het hof heeft Huppen kothen niet veroordeeld voor het over Ca naris en zijn lotgenoten uitgesproken dood vonnis, doch wegens het doen uitvoeren van het doodvonnis zonder bekrachtiging van de minister van Justitie in Berlijn. „Ondanks sterke aanwijzingen", aldus het arrest van het hof, „was er niets straf baars te vinden in de gedraging der ver dachten ter zake van het uitspreken van het doodvonnis." Het hof wijt dit aan het feit, dat de lagere rechtbank nimmer het raadsel om trent het proces-Canaris heeft opgehelderd, zodat nog niet vaststaat of Canaris wel licht ten dele op grond van eigen beken tenissen is veroordeeld. De terdoodveroordeling en terechtstelling van Canaris heeft in het na-oorlogse Duits land grote gemoedsbeweging en bitterheid teweeggebracht. De loop der jaren heeft de overtuiging, dat Canaris en zijn medestan ders martelaren waren, niet verzwakt, veel eer versterkt. Politiehondenfeest. In Apeldoorn heeft de Nederlandse Bond voor de Politiedienst hond het zilveren bestaansfeest herdacht met een landelijke wedstrijd waarvoor de zeven beste Nederlandse politiehonden waren in geschreven. De strijd werd gewonnen door de zevenjarige bouvier Babasco van J. Wou ters uit Eindhoven. Ook het vorig jaar ver overde deze hond de wisselbeker. MOSKOU, (Reuter/Tass/Tanjoeg) Met de plechtige ondertekening van twee Russisch-Joegoslavische verklaringen is woensdag aan het officiële bezoek van pre sident Tito aan de Sovjet-Unie een einde gekomen. De verklaring van de twee rege ringen, waarin vooral over de buitenlandse politiek, met name het Duitse vraagstuk, uitspraken werden gedaan, werd door Tito en premier Boelganin ondertekend. De ver klaring over de betrekkingen tussen de 2 communistische partijen werd door Tito en partijsecretaris Kroesjtsjev ondertekend. Enige uren na de plechtigheid, die in te genwoordigheid van vrijwel alle Russische leiders in de marmeren zaal van het Kremlin plaats had, vertrok Tito per trein via Kiev, naar Boekarest. Het gehele presi dium van het centrale partijcomité onder leiding van Boelganin en Kroesjtsjev deed hem uitgeleide. De secretaris van het presi dium Pegov en de onderminister van Bui tenlandse Zaken Koeznetsov begeleiden het Joegoslavische gezelschap tot de Roemeen se grens. In de gemeenschappelijke verklaring die ettelijke pagina's beslaat, wordt in hoofd zaak het volgende gezegd: 1,) Meja.heeft een „sterke overeenkomst" in de opvattingen over de internationale problemen kunnen vaststellen. 2) De inter nationale spanning is het afgelopen jaar verder verminderd, waardoor de mogelijk heden voor het werk van de UNO zijn ver groot. 3) Gezien het wantrouwen, dat tij dens de „koude oorlog" is ontstaan, zou het onlogisch zijn te verwachten dat elk vraag stuk snel kan worden opgelost. 4) Vraag stukken, die daarvoor rijp zijn, moeten worden opgelost, zonder dat er aan be paalde problemen voorrang wordt gegeven. 5) Het ontwapeningsvraagstuk kan spoedig worden opgelost, vooral als men meer streeft naar afzonderlijke akkoorden. 6) Voor het tot stand brengen van een her enigd Duitsland zijn onderhandelingen tus sen West- en Oost-Duitsland onontbeerlijk. 7) De toenemende economische integratie in de wereld is een van de belangrijkste oorzaken van de verbetering van de inter nationale toestand. Handelsbeperkingen moeten dan ook worden opgegeven. 8) Voor steun aan de minder ontwikkelde landen Op een persconferentie na de onderteke ning van de documenten verklaarde de Joegoslavische minister van Buitenlandse Zaken, Popovitsj, niet te geloven, dat uit de rede, die Tito dinsdag in het Dynamo stadion heeft gehouden, mag worden opge maakt, dat Joegoslavië overweegt de rege ring van Oost-Duitsland te erkennen. Het belang van de verklaring ligt in de nadruk, die Tito legde op de noodzaak van con tacten tussen Oost- en West-Duitsland, al dus Popovitsj. Een passage van Tito's rede is gisteren verkeerd weergegeven. Aan vankelijk was gemeld, dat de oplossing van het Duitse vraagstuk en andere problemen door middel van de UNO moet wor den gezocht. Uit de tekst, die te Moskou werd bekend gemaakt, blijkt, dat Tito sprak over een „verenigde Duitse natie". Het proces van het tot elkaar brengen van de standpunten en het leren kennen van eikaars bedoelingen is echter nog niet geëindigd, aldus Popovitsj. Na de ondertekening van de twee ver klaringen reikte maarschalk Tito aan de Russische minister van Defensie, maar schalk Zjoekov, de versierselen van de „Orde van de Vrijheid" uit, als erkenning van zijn „bijzondere verdiensten" in de oorlog tegen de gemeenschappelijke vijand. De Russische president, maarschalk Voro- sjilov, overhandigde daarop aan Tito de versierselen van de orde van Soevorov eerste klasse voor generaal Gochniak, de Joegoslavische minister van Defensie, die niet te Moskou was. In de verklaring over de betrekkingen tussen de twee communistische partijen wordt gezegd dat het „onontbeerlijk" is, dat de bestaande contacten worden gehand haafd en verder ontwikkeld. De beide com munistische leiders zijn het er over eens, dat de gedachte, „de andere partij bij het beslissen over wegen en vormen van de socialistische ontwikkeling de eigen opvat tingen op te dringen", beide partijen vreemd is. De toekomstige samenwerking tussen de twee partijen moet gebaseerd zijn „op het is een collectieve internationale actie nodig, beginsel van de vrijheid tot het zelf nemen Het treft mij altijd weer, hoe moeilijk het vele mensen valt om afscheid van elkander te nemen op een wijze, die vol komen harmonisch aansluit op hun voorafgaande relatie met elkander. De reden daarvan moet ongetwijfeld te zoeken zijn in het feit, dat het af scheid nemen niet organisch past in de gedachtenwereld der mensen, zodat zij het altijd weer ervaren als iets pijnlijks, iets abnormaals en daardoor iets dat verlegen en beschaamd maakt. Natuurlijk heeft de filosofie ook op dit verschijnsel een gedegen antwoord, zoals zij op alle verschijnselen gedegen antwoorden heeft. Zij zegt: Ja, de natuur der mensen is ingesteld op contact met el kander en een voortduren daarvan tot in het oneindige, waaruit men de onsterfelijk heid en de neiging tot eenheid van het universele leven kan bespeuren. Afscheid nemen is iets onnatuurlijks in een schepping, die het levensbe ginsel als allesbeheersend ele ment in zich draagt. Het leven, ondeelbare eenheid die de schepping heeft doordrongen en gevormd, heeft van af scheidnemen nooit gehoord, omdat zulks een deling van zichzelve zou zijn. Tot zover de filosofie, die men met een andere formule ring zou kunnen aanduiden als „de kunst, de eenvoudige dingen in moeilijke begrippen onder te brengen." Want wat deze filosofie beweert, kan volkomen waar zijn maar als men het zo leest, is men geneigd eraan te twijfelen, om dat het zo ingewikkeld klinkt. Doch tot ons voordeel en onze vreugde behoeven wij niet door het leven te gaan met een opengeslagen boekwerk over filosofie in de hand, waaruit wij bij iedere schrede zorgvuldig lezen om te zien, waarom wij die schrede zetten. Wanneer wij het over filosofie hebben, stellen wij eigenlijk het leven ondersteboven. Want de filosofie doet niets anders, dan alle ervaringen en waar nemingen der mensen om schrijven en analyseren, ter wijl deze toch in de eerste plaats het onvervreemdbare, eenvoudig begrijpelijke eigen dom der mensen zijn. Ge kunt die filosofie over dat afscheidnemen telkens weer in zeer aanschouwelijke en simpele vorm ervaren en bevestigd zien als ge op reis gaat en een trein neemt, die een tiental minuten aan het perron moet wachten op het vertreksignaal. Een uwer medereizigers wordt ongetwijfeld uitgeleide gedaan. Hij staat voor het neergedraaide raampje te sta ren in de gezichten van een drietal familieleden, die voor zien zijn van perronkaartjes en zich dus slechts in dit brand punt van treinverkeer hebben gewaagd om getuige te zijn van het daadwerkelijke ver trek, om zich vervolgens huis waarts te begeven in het besef, dat hun familielid een goede kans maakt om inderdaad daar te arriveren, waar hij wezen moet. De reiziger heeft zich een starre, enigszins weemoedige glimlach op het gelaat geperst, waarmee hij zijn verwanten aanziet. Intussen peinst hij koortsachtig wat hij zeggen zal, ofschoon hij zich terdege bewust is van het feit, dat er eenheid den. een illusie is gewor- helemaal niets meer te zeggen valt. Hij weet dat hem nog nauw keurig tien minuten gegeven zijn om in de nabijheid van zijn dierbaren door te brengen. Met zijn hoofd giraffe-achtig door de smalle opening van het raampje gestoken, is hij veroordeeld tien minuten lang het contact te redden, dat hij reeds door zijn gang naar het station verbroken weet. Hij heeft reeds wangen gekust en handen geschud toen hij in stapte. Hij heeft onderweg reeds gezegd, dat hij gauw zal schrijven en hoopt spoedig wat van de anderen te horen. Hij is eigenlijk al volkomen weg, doch zijn hoofd is er nog en dat hoofd moet tien minuten lang simuleren dat er van af scheid nog geen sprake is. Hij zegt dan zoiets als: Nou, het is dan zover. Wat zijn die dagen omgevlogen. De anderen, op het perron opeengedrongen voor het raampje, zeggen gretig: Ja, zeg dat wel. De reiziger kijkt vervolgens naar het achtereinde van de trein, waar men druk bezig is met het inladen van kisten en kratten. Hij werpt daarna een blik op het voorstuk, waar de treinvoerder met geopend por tier wacht op het signaal. Het is bijna tijd, zegt hij dan. Ja, hij zal zó gaan, is het antwoord. De stilte, die volgt, slikt twee minuten op en laat er nog vijf over. Vijf minuten om één te zijn met de dierbaren en zich tegelijk te realiseren, dat de Wellicht heeft de filosofie over het hoofd gezien, dat het afscheid nemen aan de trein niet zozeer een verbreken der eenheid, doch een bevestiging van het ontbreken der eenheid is? Misschien heeft zij ten onrechte verondersteld, dat het praten, omgaan en wonen met elkander een eenheid met el kander betekent, terwijl in werkelijkheid die eenheid tus sen mensen niets met praten, omgaan en wonen te maken heeft. Want wanneer mensen el kander begrijpen en waar deren,knopen zij een band die niet door een vertrekkende trein kan worden stukgetrok ken. Wanneer twee mensen werkelijk één zijn, hebben zij het afscheid overwonnen en gedood. Dan tellen zij de kilo meters niet, die tussen hen ge komen zijn, noch de jaren, die een graf tussen hen heeft ge legd. Voor hen is het afscheid nemen niet zoals de filoso fie ons wil vertellen iets onnatuurlijks, doch iets wat niet bestaat en dus geen bete kenis heeft. Hij is overtijd, zegt de rei ziger. Nou, ik denk dat je vóór bent, zeggen de anderen op het perron, en werpen een verlan gende blik op de uitgang. Dus jullie denken eraan, gauw schrijven. Ja, natuurlijk, maar jij ook. Allicht. Mooi. Doe je de groeten nog, thuis? Ja, jij ook. Allicht. Mooi. Het snerpend geluid van een fluitsignaal verheldert op slag alle gezichten. Het gezicht van de reiziger straalt van opluch ting en nieuwe weemoed. De gezichten der achterblijvenden stralen van bevrijding en vriendelijke wensen. De trein schokt vooruit. Het afscheid is een feit. De goede, aardige, liefdadige trein verlost allen van een knijpend onbehagen. Dit i het vertrek van de reiziger, met wie de filosofie zich heeft bemoeid. Doch de trein is eivol en de filosofie is de velen voorbijgegaan, die niet met hun hoofden uit de raampjes hebben gehangen en niemand hebben toegewuifd, toen de trein vertrok. Tussen hen zitten degenen, die met gesloten ogen hun gedachten lieten gaan en niet eens merk ten, dat zij al op weg waren naar het volgende station. En dat zijn de enkelen, die in de geest gebleven zijn waar zij waren, zander afscheid ne men, zonder onnozele opmer kingen om de tijd te korten. Zij zijn degenen die de een heid met anderen hebben ge vonden buiten alle filosofie om, en die eenheid onverbro- ken weten over* alle grenzen van stationsingangen, over alle afstanden en alle tijden heen. Dat is een eenheid tussen mensen, die elkander niet de hand drukken, niet schrijven, niet toewuiven en niet weg brengen. Zij weten en nu weten wij het ook dat af scheidnemen niet moeilijk is, niet onnatuurlijk of in strijd met de menselijke gedachten- gang. En dat hetgeen wij af scheidnemen noemen, slechts een erkenning van onmacht tot werkelijke eenheid is. J. L. van beslissingen, de gelijkgerechtigdheid, de vriendschappelijke critiek en op het ka meraadschappelijke karakter van overleg bij meningsverschillen tussen de beide par tijen". Westelijke waarnemers in Moskou gelo ven, dat het huidige communistische staten blok mogelijk zal worden vervangen door een lossere groepering van communistische landen, gebaseerd op gemeenschappelijke idealen. Dit „socialistische gemenebest" (deze term is reeds in de Russische pers gebruikt) zou ook aan de andere communis tische landen de „vrijheid van actie" ver schaffen waarvan sprake is in de verklaring over de betrekkingen tussen de Joegosla vische en de Russische communistische par tij. In Joegoslavische kringen verluidt, dat Tito de Russische leiders heeft aangeraden een stelsel van lossere politieke, economi sche en militaire coördinatie met de Oost- europese „volksdemocratieën" te ontwik kelen. Vorosjilov heeft een uitnodiging van pre sident Tito voor een officieel bezoek aan Joegoslavië aanvaard. Men verwacht dat het bezoek spoedig zal plaats hebben. Ambtenaren van het Amerikaanse depar tement van Buitenlandse Zaken hebben de Russisch-Joegoslavische verklaring, waarin tot nauwere samenwerking wordt besloten, met reserve en gemengde gevoelens ont vangen. De eerste indruk was, dat de ver klaring geen werkelijke verrassing bevat, hoewel de steun van Tito voor de Russische politiek ten aanzien van Duitsland en de ambities van communistisch China aan gaande Formosa „onverwacht sterk" wordt genoemd. In de omgeving van het State Departement wordt verklaard, dat Wash ington van plan is economische en mili taire steun aan Joegoslavië te blijven ver lenen. Diplomatieke waarnemers te Londen merken op, dat Tito thans de Russische houding ten aanzien van bijna alle grote internationale kwesties steunt. De Britse regering zal het stellig eens zijn met vele van de aanbevelingen in de verklarng. In Westduitse regeringskringen wordt op gemerkt, dat de verklaring ten aanzien van de Duitse kwestie rechtstreeks in strijd is met de politiek van de Westduitse regering, die ieder contact met de Oostduitse rege ring schuwt en van mening is, dat de her eniging van het land voornamelijk onder de verantwoordelijkheid van de Grote Vier valt. ADVERTENTIE een Virginia met karakter slechts 75 ct per pakje DONDERDAG 21 JUNI Minerva: „La bataille du rail", 18 jaar, 8.15 uur. Palace: „De liefdesroman van een koningin", alle leeft., 7 en 9.15 uur. Luxor: „Les enfants du paradis", 18 jaar, 7.30 uur. Studio; „The 5000 fingers of de T.". 14 jaar, 7 en 9.15 uur. Lido: „Johhny Guitar", 18 jaar, 7 en 9.15 uur. Roxy: „Gangsters zonder gena de", 18 jaar, 7 en 9.15 uur. Rembrandt: „The man with the golden arm", 18 jaar, 7 en 9.15 uur. Frans Hals: „Bittere Rijst", 18 jaar, 7 en 9.15 uur. Zuiderkapel: 8 uur. Dienst onder leiding van D. Jan Bruin, medewerking ver leent he' zangkoor uit IJmuiden-O. VRIJDAG 22 JUNI Minerva: „Slaven van de Nijl", 14 jaar, 8.15 uur. Palace: „Het mes op de keel", 18 jaar, 2, 4.15, 7 en 9.15 uur. Luxor: „Paris canaille", 18 jaar, 2, 7 en 9.15 puur. Studio: „Phffft", 18 jaar, 2.15, 7 en 9.15 uur. Lido: „Ontsnapt uit Chiku Shan", 14 jaar, 2, 4.15, 7 en 9.15 uur. Roxy: „Vuurgevecht in de bergpas" 14 jaar, 2.30, 7 en 9.15 uur. Rembrandt: „The Swan", alle leeft., 2, 4.15. 7 en 9.15 uur. Frans Hals: „Het zwaard en het kruis", 14 jaar, 2.30, 7 en 9.15 uur.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1956 | | pagina 5