f2vv,,sersch
20% KORTING
MonteverdiVivaldi en Bach
Programma van internationaal
experimenteel ballet
MAISON „MARCEL"
Radio Moors
voor
11
Ook „elektronische" en „concrete" muziek
HOLLAND
FESTIVAL
leerlingen Haarlems
Muziekinstituut
Geluid en muziek
H. WAKKER
Maarse en Kroon mag
Rijksweg no. 4 berijden
FILM 8 en 16'mm
Voorwalt-foto
Overveen, tel. 16012
HOOGTEPUNTEN IN GOUDA
HOLLAND
FESTIVAL
Kunstprijs voor de sport
voor prof. Esser
V° i& chemisch
6O liHai
Ter kennismaking: op
stomen van wollen dekens
Coba Ritsema tachtig
Rembrandt trekt per dag
drieduizend bezoekers
Kweekschoolleraren
protesteren tegen uitblijven
van salarisregeling
Kerkelijk Nieuws
ZATERDAG 23 JUNI 1956
Vele mensen verdrongen zich vrijdag
avond voor de kassa van de uitver
kochte Koninklijke Schouwburg in
Den Haag, hopende de mogelijk terug
gebrachte toegangsbewijzen te be
machtigen voor de eerste voorstelling
van het „internationaal experimenteel"
programma van het Nederlands Bal
let onder leiding van Sonia Gaskell,
dat onder meer aanstaande woensdag
in Haarlem, eveneens in het. Holland
Festival, wordt herhaald. Hieronder
vindt men achtereenvolgens de be
sprekingen hiervan door David Koning
van het gedanste en door Sas Bunge
van het muzikale gedeelte.
Natuurlijk moet men het prijzen, dat
Sonia Gaskell „haar" Nederlands Ballet
niet de weg van de minste weerstand naar
het succes laat kiezen. Evenmin zal men
kunnen ontkennen, dat „experimenten"
door reeds ervaring opgedaan hebbende
choreografen met nieuwe mogelijkheden
van hun materiaal weinig zin hebben,
wanneer deze niet ten overstaan van het
publiek geschieden. Bij een dergelijke
werkwijze zijn trouwens ook de mislukkin
gen nog interessant, indien men althans
tracht de oorzaken daarvan te analyseren.
Met één bijzonder geslaagd proefstuk, zoals
„Ginevra" van Walter Gore in dit geval,
mag men al bijzonder gelukkig zijn. L'r
bestaat aanleiding te over om nog uitvoe
rig op dit programma terug te komen,
maar thans moet met enkele korte, alge
mene vaststellingen worden volstaan: ook
de criticus kent het ruimteprobleem!
In engere zin is geloof ik het expe
rimenteren een modeverschijnsel. Slechts
sporadisch werd men in aanraking ge
bracht met bewegingsconstructies, die zich
voordeden als uit creatieve noodzaak te
zijn ontstaan. Men bemerkt tezeer een na
volging van wat
litterair en wijs-
gerig „en vogue"
is, waardoor de
meeste der afge
legde proeven fei
telijk vertalingen
en nadere uitwer
kingen in een daartoe vrijwel ongeschikt
medium van letterkundige of filosofische
denkbeelden waren. Dit herinnert enigs
zins aan de betrekkelijk late periode der
romantiek in Frankrijk, ruim een eeuw
geleden, toen er meer van een manier van
doen (beide termen moet men heel letter
lijk nemen!) dan van een niet-anders-
kunnen sprake was. Walter Gore noemde
ik van de aan de voorbereiding van deze
avond meegewerkt hebbende choreografen
als eerste, omdat hij bij wijze van gunstige
uitzondering zijn „experiment" geheel van
de dans uit gedacht en gezien heeft, daarbij
zeer terecht zijn „vernieuwingen" verbin
dende aan de lijn der traditie, zoekend naar
verruiming der toepassing van conventio
nele vormen. Misschien ademde zijn werk
het minst wat men het moderne levens
gevoel pleegt te noemen, maar het was op
artistieke wijze vakkundig en zonder zelf
overschatting of valse pretentie.
„Ginevra" is gebaseerd op het gedicht
„Minster Lovell" van David Wright, naar
een oude ballade, in vertaling van Kitty de
Josselin de Jong door de jonge actrice
Maria de Booy voorgedragen. Tot op zekere
hoogte overbodig weliswaar had deze
bijmenging van gesproken poëzie toch de
nuttige functie het gedeeltelijk retrospec
tieve karakter van het verhaal over een
tijdens het bal op mysterieuze wijze ver
dwenen bruid te versterken. De roepende
stemmen der dansende figuren hielpen op
een muzikale manier de sfeer van raadsel
achtige beklemming en onrust te verster
ken. Voorbeeldig door de evocatie van
het verborgene, het onuitgesproken aan „La
Somnambule" van Balanchine verwant
was de doorwerking van de salondansen.
Erg mooi, mede dank zij de gasterende
Paula Hinton was de schuchtere tederheid
van het amoureuze duet. Soortgelijk su
bliem moet ook de overgang van geest
verschijning naar de werkelijkheid van net
levende verleden worden genoemd. Jaap
Flier onderscheidde zich zowel uit het oog
punt van technische beheersing als van
gespannen vertolking als haar partner,
doch helaas kan ik op details niet verder
ingaan.
In zekere zin nam ook Maurice Béjart in
„Le Cercle" de dans (de volksdans) tot uit
gangspunt. Men leze de toelichting: „De
kring, schepping van de primitieve, onbe
wust dansende mens, vernietigt de lijn,
produkt van de naar verfijning strevende
bewuste mens". Maar het zeer opzettelijk
aandoende epateren met gedurfde erotiek
trok het „sensationele" buiten de sfeer van
het kunstzinnige, al moet men daarbij in
De jaarlijkse wapenschouw van Haar
lems Muziekinstituut werd vrijdagavond
voortgezet in de tuinzaal van het Gemeen
telijk Concertgebouw met de 135ste leer
lingenuitvoering. Behalve een blokfluit
leerling van J. Wildschut, een trompettist
uit de klas van Nico Hoogerwerf jr. en een
cello-leerlinge van Bob van Marken en een
viooldiscipel van Jan Hocben trad een
groot aantal pianoleerlingen uit de klas
sen van Anton de Beer, Frieda en Nico
Hoogerwerf op. Er zat een sterke climax
in deze pianistische prestaties. Een briljant
hoogtepunt werd in een vertolking van de
Variaties van Saint Saëns voor twee piano's
op een thema van Beethoven bereikt. Lily
Lepiet en Ineke Bos, die deze krachttoer
verrichtten, verdienden voor dit resultaat
heus een extra compliment. Ook hun lera
res, Frieda Hoogerwerf, moet geprezen
worden natuurlijk. Maar in de opgang naar
deze top was er ook menig boeiend en zelfs
verrassend moment geweest, dat een rijike
belofte inhield.
Stukjes van Jan Nieland, van J. L.
Krebs, van Schumann, en vooral van Mo
zart; de Roxelane-Variaties van Haydn,
Andaluza van Granados, sonates van Scar
latti, de Blacksmith-Variaties van Handel
en de zeer muzikaal gespeelde tweede Ara
besque van Debussy, stonden op een zeer
behoorlijk peil. Zelfs in de aanloop van de
avond hadden een paar opmerkelijke pres
taties onze aandacht getrokken. De trom
pettist legde een niet geringe proeve af
en de celliste gaf het bewijs op de goede
weg te zijn. Wat het meisje betreft, dat de
viool slechts als „bijvak" beoefent, zij liet
zich door de Sonate van Handel dermate
opwarmen, dat haar instrument, dat aan
vankelijk als een „Stradivaurien" klonk,
op de duur bijna een echte Stradivarius
ging lijken. JOS. DE KLERK
aanmerking nemen dat Conrad van de
Weetering hoe verdienstelijk hij zich ook
inzette zeker niet de ideale danser voor
dit verlate expressionisme is. Marianne
Zwart ontplooide suggestief een goede be
lofte. Waarom Jaap Flier zijn zich duidelijk
manifesterend choreografisch talent aan
zulke strakke banden liet leggen door het
kiezen van de muziek „Mouture" (Ver
maling) voor allerhande slagwerken is mij
een compleet raadsel. Deze in Frankrijk
wonende Zweedse componist leverde een
zogenaamde „visuele canon". Hij maakte
niet alleen de muziek, maar tevens een
grondschema van bewegingen, een geome
trisch patroon van af te leggen trajecten:
zijn eigen woorden voor wat er op papier
uitziet als een dienstregeling van de métro.
Doordat de orkestbak in een soort timmer
manswerkplaats was herschapen, had men
nauwelijks oog voor wat er aan krachtige
vindingrijkheid tot stand werd gebracht.
Toch heb ik wel zoveel gezien om waar
dering voor het aandeel van Willy de la
Bye en Helga Monson niet achterwege te
hoeven laten.
Behalve het ballet van Walter Gore was
er nog een tweede hoogtepunt, dat helaas
maar enkele seconden duurde: het ope
ningstableau van „Kain" door Jan Leo
Zielstra, die er verder niet in is geslaagd
een harmonisch equivalent voor de te wei
nig zinrijk gebruikte „elektronische" mu
ziek van Henk Badings te vinden, al wa
ren er herhaaldelijk mooie momenten.
Misschien had hij met „gewonere" muziek
gemakkelijker zijn weg naar het overigens
zo voortreffelijk gestelde doel gevorn'm:
het spel van destructieve krachten als de
mens door het najagen van de schijn de
kern van zijn wezen verloochent en doodt.
In deze opzet is het ballet blijven steken
door een tekort aan vormgevend ver
mogen, door een te beperkt arsenaal van
bewegingen. Bijzonder zwak vond ik de
behandeling van de groep, die zo'n be
langrijke functie heeft in het suggereren
van de vijandige ruimte. Het werk werd
door Jaap Flier en Aart Verstegen uit alle
macht verdedigd. Er bleef echter een te
grote afstand tussen de symboliek van de
handelende figuren en die van het voor
opgestelde gegeven, waardoor men niet
boven de verstandelijke verklaring uit
kwam.
Een merkwaardigheid, de indruk van
het modieuze versterkende, van dit pro
gramma was het overwegen van somber
heid. Niemand heeft geprobeerd iets vro
lijks te maken of iets dat alleen maar dans
is. Peter van Dijk, sterdanser van de Pa-
rijse Opera, verloochende zijn Duitse af
komst niet in een eveneens expressionis
tische, dansdramatische bewerking van
een episode uit „Schuld en boete" van
Dostojevski, met een zeer sterke, pak
kende inzet, maar al gauw teleurstellend,
ondanks de knappe vertolking door-Aart
Verstegen in de hoofdrol. Toch is dit een
ballet waar ik graag iets meer van zou
zeggen. Ondanks de evidente fouten is het
een belangwekkende uiting van toege
spitst vakmanschap. De herhaling van „Tij
en ontij" door Rudi van Dantzig heeft voor
mij geen nieuwe perspectieven geopend.
Maar hoe dan ook: wie met de ontwikke
ling van het ballet in Nederland wil mee
leven, mag zeker bij de komende reprise
in Haarlem niet ontbreken.
Ook voor de muziek betekent het Neder
lands Ballet een belangrijke factor in het
kunstleven, niet alleen door de ballet
muziek die in opdracht van deze groep
geschreven wordt, maar ook omdat het
publiek de gelegenheid krijgt kennis ie
maken met de „dernier cri" op muzikaal
gebied. Deze term is vrijwel letterlijk van
toepassing op de „concrete" muziek, die
ADVERTENTIE
SALON DE COIFFURE
MODERNE COIFFURES
Permanent tiède 12.50
Ged. Oude Gracht 98 - Telefoon 20837
Gunstige beslissing Kroon
op beroep autobusonderneming
Indertijd is door de N.V. Autobusonder
neming Maarse en Kroon te Aalsmeer be
roep aangetekend tegen een beschikking
van de Commissie Vergunningen Per
sonenvervoer. waarbij het haar niet ver
gund was Rijksweg No. 4 van Amster
dam naar Den Haag te berijden.
Nu is bekendgemaakt dat de Kroon goed
gunstig heeft beschikt op dit beroep, zo
dat Maarse en Kroon in de toekomst deze
rijksweg mag berijden, met uitzondering
van het stukje Abbenes-Venneperdwars-
weg. De overwegingen, die tot deze laatste
beslissing hebben geleid, zijn in niet ge
ringe mate beïnvloed door de omstandig
heden dat men bevreesd was dat met het
verlenen van deze vergunning het eind-
puntenvervoer tussen bijvoorbeeld Leiden
en Amsterdam voor een niet onbelangrijk
deel van de Nederlandse Spoorwegen zou
worden oVergenomen.
Het is echter thans zo dat door de goed
gunstige beschikking op het beroep van
Maarse en Kroon het deze autobusonder
neming mogelijk wordt gemaakt een meer
economische exploitatie te gaan onder
nemen voor de versterkingsdiensten op de
trajecten Leiden-Amsterdam en Alphen-
Amsterdam, waardoor het onderweg in
stappende passagiers voor Schiphol en
Amsterdam mogelijk gemaakt wordt een
kortere en snellere route te volgen. Ook
op de omloopstijd van de bussen zal de
nieuwe vergunning een gunstige invloed
hebben, waarmee het algemeen belang,
voor zover het het verkeer in de Haar
lemmermeer betreft, natuurlijk ten zeerste
gediend is.
De Engelse danseres Paula Hinton
werkte als gast van het Nederlands
Ballet mee in „Ginevra" van haar
echtgenoot Walter Gore.
het uitgangspunt voor het ballet „Le
Cercle" vormde. Na de indruk die de ge
luidscompositie bij de „Symphonie pour un
homme seul" eveneens van Pierre
Schaeffer ruim drie maanden geleden
maakte, viel dit nieuwe werk tegen. En
naar ik meen, niet omdat de schok van het
ongehoorde ditmaal ontbrak. De mogelijk
heden, dank zij de moderne opnametech
niek op dit gebied aanwezig, zijn niet te
overzien. Door het nieuwe uitdrukkings
middel echter af te wisselen met een „Air"
voor fluit en strijkorkest van Bach, heeft
Schaeffer verder willen gaan dan de schok,
hij heeft willen shockeren en men zich
niet aan het idee onttrekken, dat hier niet
geëxperimenteerd, maar opzettelijk gek
gedaan wordt.
Dit programma bracht tevens voor de
eerste keer een ballet van ir. Henk Badings
op elektronische muziek. Evenals bij de
„concrete" muziek wordt er niet alleen mét
het geluid, maar ook aan het geluid gecom
poneerd. Dit wordt echter in dit geval
voortgebracht door de elektrische toon-
generatoren. In het onderhavige werk
komen ook „gewone" muziekinstrumenten
voor, waarvan de klank langs elektrische
ADVERTENTIE
V
Vergroten van
6x6 op 9x9 25 ct.
De Sint Janskerk te Gouda, met de be
roemde glazen, diende vrijdagavond als
plaats voor een der belangrijke kunstmani
festaties in het Holland Festival 1956. Het
betrof hier de uitvoering van vocale en in
strumentale muziek van drie der grootste
componisten uit vervlogen eeuwen: Claudio
Monteverdi (1567-1643), Antonio Vivaldi
(1680-1743) en Johann Sebastian Bach
(1685-1750).
Het contact, dat onze generatie met de
muziek van Bach gekregen heeft, is zonder
enige twijfel zeer innig geworden. De be
wering, dat de appreciatie van zijn werken
van algemene aard is, zou echter een te
gunstige voorstelling van zaken worden.
Zelfs met het noemen van de populaire
Mattheüs-Passie en andere gepropageerde
composities van de hand van de grootmees
ter der toonkunst. De bekendheid met de
muziek van Vivaldi, de geniale priester
componist, is beperkt tot een veel kleinere
kring van muziekvrienden en men kan
haast wel zeggen, dat slechts ingewijden
zich met een figuur als Monteverdi ver
trouwd weten. Van deze grote componist,
die zijn tijd ver vooruit was, werden op het
kerkconcert in Gouda twee liturgische
werken door het koor van de Nederlandse
Bachvereniging onder leiding van de diri
gent dr. Anthon van der Horst uitgevoerd.
Zowel het „Lauda Jerusalem" waarmede
het concert werd ingeleid als het Mag
nificat, dat het indrukwekkende slot ervan
vormde, bleken openbaringen van een op
perste muzikale schoonheid te zijn.
Het is waar, dat Monteverdi's historische
betekenis gezocht moet worden in zijn dra
matische kunst: de opera. Die betekenis
kon zich trouwens door de natuurlijke ont
plooiing van de opera in haar openbare
positie te Venetië duidelijk aftekenen. Maar
Monteverdi's kerkmuziek bleef bewaard in
de beslotenheid van de San Marco, waar
hij kerkelijk kapelmeester was. Die ambts
periode moet voor deze kerk een legen
darische tijd van muzikale vervolmaking
der koorzang geweest zijn. Welk een wij
ding het genoemde Lauda Jerusalem en
het Magnificat aan de eredienst gegeven
moet hebben, valt moeilijk te zeggen. De
zelfstandige, prachtige uitvoering ervan
door het koor der Nederlandse Bachver
eniging gaf hiervoor wel een richtlijn. Zij
plaatste de sterke persoonlijkheid van Mon
teverdi, die ook in deze kerkmuziek een
eigen weg ging, in het volle licht. Welk
een vormfantasie sprak uit deze wei-ken,
welk een harmonische beheersing en welk
een melodische vinding! Muziek, die geen
„school" zou kunnen maken, omdat zij té
persoonlijk is en té vooruitstrevend. Zelfs
het begeleidende orkest heeft een verras
sende bezetting van strijkers, hout- en ko
perblazers. Een frappant voorbeeld van
Monteverdi's persoonlijke fantasie werd
het Gloria van het
Magnificat, voor
treffelijk gezongen
door de koorteno
ren Anton Hout en
H. M. Marcker en
de prachtige rei
van sopranen als
voorbereiding van de aangrijpende slot-
climax.
Behalve van de twee werken van Monte
verdi gaf het koor nog een uitvoering van
de Cantate no. 6 „Bleib bei uns" van Bach,
een liturgisch werk, voor de dienst van
Tweede Paasdag bestemd. Maar door het
universele karakter van de Cantate kreeg
ook deze uitvoering zin en strekking, te
meer daar Anthon van der Horst aan de
koorzang in overeenstemming met de tekst
en met de muziek, een licht-subjectief ac
cent gaf. Een aangrijpend hoogtepunt in de
uitvoering werd het koraal „Ach bleib bei
uns" met de prachtig op de violoncello pic
colo door Carel van Leeuwen Boomkamp
gespeelde solo. Van de vocale solisten on
derscheidden zich de alt Wilhelmina Mat-
thès en de tenor Tom Brand en ook de bas
Hans van der Leeuw, die met het fraai ge
zongen recitatief „Es hat die Dunkelkeit"
veel indruk maakte.
Het Omroep-Kamerorkest verzorgde met
zijn eigen instrumentale solisten uitstekend
de koorbegeleidingen. Het strijkorkest be-
.«L
„Het zwaard en het kruis" (Frans
Hals) - Op groot cinemascope-doek en
in realistische kleuren vertelt deze film
onder regie van Robert D. Webb het ver
haal van een Spaanse expeditie, die in 1789
op zoek gaat, van Nieuw Mexico uit, naar
het toen nog onbekende Californië. De ex
peditie wordt in vier groepen verdeeld en
we volgen de belevenissen van één van
die afdelingen op haar tocht door het on
gastvrije land op de voet en zien hoe de
manschappen hebben te lijden van de aan
vallen van wilde indianenstammen. Ten
aanzien van de behandeling van deze in
dianen heerst er verschil van opvatting
tussen de commandant van de expeditie
Don Caspar (Anthony Quinn) en de gees
telijke verzorger, een priester, gespeeld
door Richard Egan. De laatste tracht het
vertrouwen te winnen v^n de inboorlingen
en slaagt daar aanvankelijk in, totdat een
incident tussen de luitenant van de expe
ditie (Michael Rennie) en een indianen
meisje (Rita Morendo) een einde maakt
aan de vriendschap met de indianen. Op
een enigszins dramatische manier keert
zich alles tenslotte toch nog ten goede.
Als enig bezwaar kan misschien ge
noemd worden dat er voor de lengte van
de film iets te weinig gebeurt met als ge
volg dat het verhaal hier en daar iets te
traag geworden is. Ook is het onjuist, op
de titel afgaande, te veel diepte te ver
wachten. Als avonturenfilm kan „Het
zwaard en het kruis" echter zeer zeker ge
waardeerd worden. F. D.
„Ontsnapt uit Chiku Shan" (L i d o)
John Wayne heeft weer een hem passende,
rauwe maar nobele rol toegemeten gekre
gen in een cinemascopisch verfilmde ro
man over de nasleep van de Chinese re
volutie. Het gaat over de exodus van een
nationalistisch gezinde dorpsbevolkïng uit
de kustplaats Chiku Shan op een oude
stoompont naar Hongkong. Het is een op
zich zelf reeds hachelijke onderneming, die
bovendien uit de aard der zaak nogal wordt
tegengewerkt door de communistische auto
riteiten. Maar daar is in voorzien. Door
jarenlang stenen in zee werpen zijn de
achtervolgingsmogelijkheden voor pa
trouilleboten afgesneden, deze stranden na
melijk in ondiepten. En zo zakt men langs
de kust af, nu weer onder vuur genomen
door kruisers, die overigens wegens hun
diepgang afstand moeten bewaren, dan
weer geranseld door stormen en onweders.
Bovendien dreigen er gevaren aan boord
zelf, want men heeft uit vriendelijke mo
tieven èn om de spanning van de film
op te voeren een felrode familie meege
nomen die vergeefs een aanslag doet op de
kapitein, maar er wel in slaagt al het voed
sel te vergiftigen. Hoe ze er dan toch ko
men is een raadsel, dat alleen de film kan
oplossen. En laat men John Wayne, die als
een blanke halfgod tussen de Chinezen
doorwandelt, vooral ook niet onderschatten.
H. B.
..Paris Canaille" (Luxor). - Doordat
deze Franse filmkomedie niet op tijd arri
veerde, was het Luxor theater genoodzaakt
in de voorstellingen van gisteren een an-
lijnenspel vol en warm in de breedgezon- +dlfr.!1 rolpTrLent te draaien een Amerikaan-
thriller „Ik was de vriendin van een gang-
weg getransformeerd is. De balletmuziek
bij „Kaïn" is een eerste onderzoek in dit
grensgebied van muziek en techniek. Het
klinkende resultaat is echter niet zo op
zienbarend als men wellicht verwacht. De
totaalklank heeft zeker iets onwezenlijks,
iets van een interplanetaire muziek, maar
wekt toch nog vrij sterke associaties aan
de bekende symfonische klankenwereld.
Dit kan door onze luisterinstelling komen,
of door het gebruik dat Badings van deze
nieuwe materie maakt. De mogelijkheid
van de desintegratie van de enkele toon
past wel in onze tijd! Een curiosum was de
muziek voor twintig slagwerk-instrumen
ten van de Zweedse componist Gunnar
Berg bij het ballet „Mouture".
Het sterkst sprak de muziek deze avond
in de „Petite Symphonie Concertante" van
de Zwitserse componist Frank Martin voor
clavecimbel, harp, piano en dubbel strijk
orkest. Zonder op het terrein van de mede
werker voor ballet te komen, moet ik zeg
gen dat de dramatische kracht en de lyri
sche bewogenheid van dit stuk in de be
wegingen op het toneel een nieuwe dimen
sie kregen. Dit werk werd, evenals de
muziek bij „Tij en Ontij" van Lex van
Delden en de toneelmuziek uit „Romeo en
Julia" van Sibelius (bij het ballet „Gine
vra") gespééld door het Rotterdams Phil-
harmonisch Orkest onder leiding van Peter
Rester.
geleidde eveneens de violist Herman Kreb-
bers en de organist Albert de Klerk bij een
voortreffelijke uitvoering van het Dubbel
concert in d van Vivaldi, waarvoor de hel
dere zilverklank van 't unieke orgel der St.
Janskerk een bijzondere betekenis kreeg.
Herman Krebbers leverde nog met de gave',
muzikaal geladen uitvoering van de Solo
sonate in g van Bach een onvergetelijke
prestatie. De niet-vertroebelde vioolklank,
klaar en verfijnd in de figuraties en bij de
tekening (in de fuga!) van het melodische
gen cantilenes en meditatief in de Siciliano,
had in de grote ruimte van de kerk een
heel bijzondere werking. Het spel van Her
man Krebbers maakte mede deze avond in
Gouda tot een der hoogtepunten in het
Holland Festival.
P. ZWAANSWIJK
Een jury, bestaande uit J. Bruyn, Hildo
Krop, prof. J. Wiegers, jhr. W. J. H. B.
Sandberg, drs. W. van Zijll en drs. H. J.
Jonker heeft de kunstprijs voor de sport,
een bedrag van 2000, beschikbaar gesteld
door het Prins Bernhardfonds, toegekend
aan prof. V. P. S. Esser voor zijn beeld
houwwerk „Honkbalspeler" in zwarte was.
Eervolle vermeldingen kregen het schil
derij „Stalen Ros", de ets „Sneekweek", de
gouache „De Sprong" en de gipsfiguur
„Lotte".
De kunstprijs voor de sport is door het
Prins Bernhardfonds beschikbaar gesteld
teneinde een verbetering te brengen in de
Nederlandse vertegenwoordiging naar de
Olympische kunstmanifestatie en voorts
om de kunstenaars nader tot de sport te
brengen.
Wat het eerste betreft schijnt de doel
stelling vergeefs te zijn geweest, want
enkele weken geleden is van het Australi
sche Olympisch Comité bericht ontvangen,
dat men in Melbourne niet, zoals bij vorige
Olympische Spelen, een internationale
kunstmanifestatie wil brengen,maar slechts
een beperkte tentoonstelling van werken
van kunstenaars uit Australië en het Britse
Gemenebest. Dit is dan ook aanleiding ge
weest voor het Nederlands Olympisch
Comité om onmiddellijk een protestbrief
naar Australië te sturen. Mochten de
Australiërs geen Nederlandse inzending
toelaten, dan bestaat het plan om tijdens
de Olympische Spelen in Melbourne eer»
zij het bescheiden expositie van Neder
landse werken zelf in te richten.
Daarvoor zal dan een keus worden ge
maakt uit de inzendingen van de „Kunst
prijs voor de sport", de 1000 prijsvraag",
die het vorige jaar door 't Prins Bernhard
fonds werd uitgeschreven en de opdrach
ten, die sindsdien door het genoemde fonds
aan kunstenaars zijn verstrekt.
Vanmiddag zal dr. J. Linthorst Homan,
voorzitter van het N.O.C., in het Stedelijk
Museum in Amsterdam een expositie ope-
hen van een deel van de ingezonden wer
ken voor de „Kunstprijs voor de sport", de
winnaars van de 1000 prijs" en de
speciale opdrachten, t.w. een gouache van
prof. Otto B. de Kat „Polsstokhoogsprong'',
bronzen van André Schalier Keeper",
prof. Esser „Schaatsenrijder" en Ek van
Zanten „Basketbalspelers", schilderijen
van Jan van Heel „Paardensport" en J.
Stekelenburg „Autorace" en een ets van
Hens de Jong „Schaatsenrijden".
De deelneming voor de „Kunstprijs voor de
sport" is driemaal zo groot geweest als het
vorige jaar voor de 1000 prijs". Van de
bijna 150 inzendingen waren 83 schilde
rijen, 38 beeldhouwwerken, tekeningen,
grafiek, gouaches en aquarellen totaal 27.
ADVERTENTIE
van ouds bekend - Tel. 14609
Officieel Philips-reparateur
KRUISSTRAAT 38 - HAARLEM
ster". Het bleek een bijzonder spannende,
goed-gefotografeerde en sfeervolle misda-
digersfilm te zijn, die men later graag nog
eens in Haarlem terug zal zien. De „ver
traagde film" uit Frankrijk is inmiddels
vanochtend toch nog aangekomen, zodat
men gedurende de rest van deze program-
maweek genieten kan van Paris canaille,
met in de hoofdrollen het bekende duo
Dany Robin en Daniel Gelin.
,»Het mes op de keel" (CinemaPal a-
ec). - Een detective-film, zoals er twaalf
in een dozijn gaan. Eerst wordt een bank
roof gepleegd waarbij een vrouw wordt
gedood, daarna verdwijnt het zoontje van
een chirurg. Een 'type commissaris, zoals
het filmpubliek die zo graag ziet, gaat de
misdaden proberen op te lossen, hetgeen
hem uiteindelijk hoe kan het ook an
ders wonderwel gelukt. Vervelen doet
men zich niet bij deze rolprent, die voor
de zoveelste maal bewijst dat misdaad
heus niet loont en die suggereert dat er
onder de „ruwe bolsters" toch ook nog af
en toe wel eens een met een „blanke pit"
ronddwaalt. Maar om nu te zeggen; Gaat
dat zien, neen dat zou veel te ver voeren.
Daarvoor wordt ook het simpele gegeven
te traag uitgewerkt en heeft men te wei
nig geprobeerd de film naar een climax te
voeren. E. K.
„Slaven van de Nijl" (Minerva).
Groots opgezet spektakelstuk, reeds door
ons besproken. Een historische thriller,
waarin de massa-scènes verrassende effec
ten opleverden en romantische gemoede
ren zeker zullen bevredigen.
„Vuurgevecht in de bergpas" (Roxy).
Weer een van die schietgrage films met
helden en schurken. De schurken delven
het ondqrspit niet dan nadat hun voldoen
de gelegenheid is verschaft hun terreur uit
te oefenen. Echt een 'film voor de talloze
liefhebbers van veel lawaai en kruitdamp
op het witte doek.
„Phffft" (Studio). - Bij de eerste ver
toning in Haarlem schreven wij reeds
waarderend over deze vaak geestige en
soms ondeugende film, zodat wij kunnen
volstaan met naar dit lovend commentaar
te verwijzen.
„De liefde van een prinses" (R e m-
b r a n dt) Hollywood, dat vroeger al
eens de roman „Liliom" van Ferenc Molnar
verfilmde met Charles Boyer in de hoofd
rol, koos andermaal een werk van deze
Hongaarse auteur als thema voor een film,
namelijk „De Zwaan," een romantisch ver
haal van een prinses, een prins en een
jonge en knappe leraar. De prinses is onder
het regiem van een domme moeder ver
stijfd tot een ijsberg, die zelfs een kroon
prins niet vermag te doen ontdooien, hoe
wel de moeder op een al te doorzichtige
manier allerlei situaties probeert te for
ceren om de temperatuur rondom de prin
ses te doen stijgen. De arme leraar wordt
dan misbruikt als „wurm om een vis te
vangen," maar het spelletje dat men met
hem speelt, loopt op bittere ernst uit. Zo is
tenslotte iedereen teleurgesteld: de moeder,
omdat haar dochter de kans om ooit ko
ningin te worden, heeft gemist, de prinses,
wier eerste les in de beginselen der liefde
ook de laatste was, en de kroonprins die
zijn nederlaag met een filosofische gelaten
heid draagt. „Een zwaan zoals jij," zegt hij
ten afscheid tot de prinses, „moet altijd in
het water blijven, statig en ongenaakbaar,
want als je op de oever komt, ga je op een
gans lijken."
De sfeer van Molnars sprookje is geluk
kig in de film behouden gebleven: zij is
bovenal geestig door de kostelijke satire op
de hofetiquette in het begin van deze eeuw.
Men beleeft veel genoegen bij dit luch
tige verhaal, met een weemoedige achter
grond, dat door Grace Kelly, Alec Guiness
en Lpuis Jordan voortreffelijk in de juiste
toon wordt gespeeld. S. K.
ADVERTENTIE
Ne,..,.
ADVERTENTIE
Ter gelegenheid van de tachtigste ver
jaardag van de schilderes Coba Ritsema
op 26 juni zal dinsdag in de zalen van
„Arti et Amicitiae" te Amsterdam een re
ceptie worden gehouden.
Coba Ritsema een van de „Amster
damse Joffers" doorliep in Haarlem,
waar zij in 1876 is geboren, de Kunstnij
verheidsschool en werd vervolgens leer
linge van de Rijksacademie voor beeldende
kunst. Vele onderscheidingen vielen haar
ten deel, onder meer de Willink van Col-
lemprijs in 1900, de zilveren medaille op
de stedelijke tentoonstelling te Amsterdam
in 1912. Op de tentoonstelling van „Arti et
Amicitiae" in 1918 werd haar de gouden
medaille van de Koningin uitgereikt. Haar
verdiensten als schilderes werden officieel
erkend door haar benoeming in 1935 tot
ridder in de Orde van Oranje Nassau.
Vrijdagmiddag om kwart over één is
vijfendertig dagen na de opening de
honderdduizendste bezoeker aan de Rem-
brandttentoonstelling in het Rijksmuseum
te Amsterdam de controle gepasseerd. Het
was de heer B. Berger uit de Mimosastraat
te Den Haag, die namens het tentoonstel
lingscomité het boek over de schilder door
dr. L. Münz kreeg aangeboden. Met een
gemiddelde van bijna drieduizend bezoe
kers per dag is dit de drukst bezochte
tentoonstelling ooit in het Rijksmuseum
gehouden.
De samenwerkende kweekschoolorgani
saties, de Kweekschoolbond, de bond van
R.K. Kweekscholen en de Vereniging van
Leraren aan Protestants-christelijke
Kweekscholen hebben in een telegram aan
de minister van Onderwijs, Kunsten en
Wetenschappen geprotesteerd tegen het
uitblijven van de regeling in het Bezoldi
gingsbesluit voor de salarissen der kweek
schoolleraren. De besprekingen in het ge
organiseerd overleg daarover zijn al in
november 1955 geëindigd. De regeling voor
de leraren bij het V.H.M.O., die alleen in
onderdelen verschilt van die voor kweek
schoolleraren, is reeds verleden jaar
augustus vastgesteld. Het gevolg is, aldus
de samenwerkende kweekschoolorganisa
ties, dat honderden kweekschoolleraren
achterstallig salaris te vorderen hebben
sedert 1953.
Ned. Herv. Kerk
Bedankt voor Lopik I. Schipper te Ede.
Bedankt voor Gemert (toez.) B. K. W.
Dijkstra te Heusden.
Geref. Kprken
Tweetal te Leeuwarden (7e pred. pi.)
A. C. Hofland te Meppel en J. II. Post te
Heerenveen.
Aangenomen naar Vlaardingen (als
evang. pred.) G. Aalbersberg te Nieuw-
dorp (Z).
Geref. gemeenten
Aangenomen naar Rijssen M. Blok te
Rotterdam-C.
Geref. kerken art. 31 K.O.
Beroepen te Kampen (miss. pred. voor
Zuid-Afrika) K. J. Dijkstra te Treebeek.