f2vv,,sersch 20% KORTING MonteverdiVivaldi en Bach Programma van internationaal experimenteel ballet MAISON „MARCEL" Radio Moors voor 11 Ook „elektronische" en „concrete" muziek HOLLAND FESTIVAL leerlingen Haarlems Muziekinstituut Geluid en muziek H. WAKKER Maarse en Kroon mag Rijksweg no. 4 berijden FILM 8 en 16'mm Voorwalt-foto Overveen, tel. 16012 HOOGTEPUNTEN IN GOUDA HOLLAND FESTIVAL Kunstprijs voor de sport voor prof. Esser V° i& chemisch 6O liHai Ter kennismaking: op stomen van wollen dekens Coba Ritsema tachtig Rembrandt trekt per dag drieduizend bezoekers Kweekschoolleraren protesteren tegen uitblijven van salarisregeling Kerkelijk Nieuws ZATERDAG 23 JUNI 1956 Vele mensen verdrongen zich vrijdag avond voor de kassa van de uitver kochte Koninklijke Schouwburg in Den Haag, hopende de mogelijk terug gebrachte toegangsbewijzen te be machtigen voor de eerste voorstelling van het „internationaal experimenteel" programma van het Nederlands Bal let onder leiding van Sonia Gaskell, dat onder meer aanstaande woensdag in Haarlem, eveneens in het. Holland Festival, wordt herhaald. Hieronder vindt men achtereenvolgens de be sprekingen hiervan door David Koning van het gedanste en door Sas Bunge van het muzikale gedeelte. Natuurlijk moet men het prijzen, dat Sonia Gaskell „haar" Nederlands Ballet niet de weg van de minste weerstand naar het succes laat kiezen. Evenmin zal men kunnen ontkennen, dat „experimenten" door reeds ervaring opgedaan hebbende choreografen met nieuwe mogelijkheden van hun materiaal weinig zin hebben, wanneer deze niet ten overstaan van het publiek geschieden. Bij een dergelijke werkwijze zijn trouwens ook de mislukkin gen nog interessant, indien men althans tracht de oorzaken daarvan te analyseren. Met één bijzonder geslaagd proefstuk, zoals „Ginevra" van Walter Gore in dit geval, mag men al bijzonder gelukkig zijn. L'r bestaat aanleiding te over om nog uitvoe rig op dit programma terug te komen, maar thans moet met enkele korte, alge mene vaststellingen worden volstaan: ook de criticus kent het ruimteprobleem! In engere zin is geloof ik het expe rimenteren een modeverschijnsel. Slechts sporadisch werd men in aanraking ge bracht met bewegingsconstructies, die zich voordeden als uit creatieve noodzaak te zijn ontstaan. Men bemerkt tezeer een na volging van wat litterair en wijs- gerig „en vogue" is, waardoor de meeste der afge legde proeven fei telijk vertalingen en nadere uitwer kingen in een daartoe vrijwel ongeschikt medium van letterkundige of filosofische denkbeelden waren. Dit herinnert enigs zins aan de betrekkelijk late periode der romantiek in Frankrijk, ruim een eeuw geleden, toen er meer van een manier van doen (beide termen moet men heel letter lijk nemen!) dan van een niet-anders- kunnen sprake was. Walter Gore noemde ik van de aan de voorbereiding van deze avond meegewerkt hebbende choreografen als eerste, omdat hij bij wijze van gunstige uitzondering zijn „experiment" geheel van de dans uit gedacht en gezien heeft, daarbij zeer terecht zijn „vernieuwingen" verbin dende aan de lijn der traditie, zoekend naar verruiming der toepassing van conventio nele vormen. Misschien ademde zijn werk het minst wat men het moderne levens gevoel pleegt te noemen, maar het was op artistieke wijze vakkundig en zonder zelf overschatting of valse pretentie. „Ginevra" is gebaseerd op het gedicht „Minster Lovell" van David Wright, naar een oude ballade, in vertaling van Kitty de Josselin de Jong door de jonge actrice Maria de Booy voorgedragen. Tot op zekere hoogte overbodig weliswaar had deze bijmenging van gesproken poëzie toch de nuttige functie het gedeeltelijk retrospec tieve karakter van het verhaal over een tijdens het bal op mysterieuze wijze ver dwenen bruid te versterken. De roepende stemmen der dansende figuren hielpen op een muzikale manier de sfeer van raadsel achtige beklemming en onrust te verster ken. Voorbeeldig door de evocatie van het verborgene, het onuitgesproken aan „La Somnambule" van Balanchine verwant was de doorwerking van de salondansen. Erg mooi, mede dank zij de gasterende Paula Hinton was de schuchtere tederheid van het amoureuze duet. Soortgelijk su bliem moet ook de overgang van geest verschijning naar de werkelijkheid van net levende verleden worden genoemd. Jaap Flier onderscheidde zich zowel uit het oog punt van technische beheersing als van gespannen vertolking als haar partner, doch helaas kan ik op details niet verder ingaan. In zekere zin nam ook Maurice Béjart in „Le Cercle" de dans (de volksdans) tot uit gangspunt. Men leze de toelichting: „De kring, schepping van de primitieve, onbe wust dansende mens, vernietigt de lijn, produkt van de naar verfijning strevende bewuste mens". Maar het zeer opzettelijk aandoende epateren met gedurfde erotiek trok het „sensationele" buiten de sfeer van het kunstzinnige, al moet men daarbij in De jaarlijkse wapenschouw van Haar lems Muziekinstituut werd vrijdagavond voortgezet in de tuinzaal van het Gemeen telijk Concertgebouw met de 135ste leer lingenuitvoering. Behalve een blokfluit leerling van J. Wildschut, een trompettist uit de klas van Nico Hoogerwerf jr. en een cello-leerlinge van Bob van Marken en een viooldiscipel van Jan Hocben trad een groot aantal pianoleerlingen uit de klas sen van Anton de Beer, Frieda en Nico Hoogerwerf op. Er zat een sterke climax in deze pianistische prestaties. Een briljant hoogtepunt werd in een vertolking van de Variaties van Saint Saëns voor twee piano's op een thema van Beethoven bereikt. Lily Lepiet en Ineke Bos, die deze krachttoer verrichtten, verdienden voor dit resultaat heus een extra compliment. Ook hun lera res, Frieda Hoogerwerf, moet geprezen worden natuurlijk. Maar in de opgang naar deze top was er ook menig boeiend en zelfs verrassend moment geweest, dat een rijike belofte inhield. Stukjes van Jan Nieland, van J. L. Krebs, van Schumann, en vooral van Mo zart; de Roxelane-Variaties van Haydn, Andaluza van Granados, sonates van Scar latti, de Blacksmith-Variaties van Handel en de zeer muzikaal gespeelde tweede Ara besque van Debussy, stonden op een zeer behoorlijk peil. Zelfs in de aanloop van de avond hadden een paar opmerkelijke pres taties onze aandacht getrokken. De trom pettist legde een niet geringe proeve af en de celliste gaf het bewijs op de goede weg te zijn. Wat het meisje betreft, dat de viool slechts als „bijvak" beoefent, zij liet zich door de Sonate van Handel dermate opwarmen, dat haar instrument, dat aan vankelijk als een „Stradivaurien" klonk, op de duur bijna een echte Stradivarius ging lijken. JOS. DE KLERK aanmerking nemen dat Conrad van de Weetering hoe verdienstelijk hij zich ook inzette zeker niet de ideale danser voor dit verlate expressionisme is. Marianne Zwart ontplooide suggestief een goede be lofte. Waarom Jaap Flier zijn zich duidelijk manifesterend choreografisch talent aan zulke strakke banden liet leggen door het kiezen van de muziek „Mouture" (Ver maling) voor allerhande slagwerken is mij een compleet raadsel. Deze in Frankrijk wonende Zweedse componist leverde een zogenaamde „visuele canon". Hij maakte niet alleen de muziek, maar tevens een grondschema van bewegingen, een geome trisch patroon van af te leggen trajecten: zijn eigen woorden voor wat er op papier uitziet als een dienstregeling van de métro. Doordat de orkestbak in een soort timmer manswerkplaats was herschapen, had men nauwelijks oog voor wat er aan krachtige vindingrijkheid tot stand werd gebracht. Toch heb ik wel zoveel gezien om waar dering voor het aandeel van Willy de la Bye en Helga Monson niet achterwege te hoeven laten. Behalve het ballet van Walter Gore was er nog een tweede hoogtepunt, dat helaas maar enkele seconden duurde: het ope ningstableau van „Kain" door Jan Leo Zielstra, die er verder niet in is geslaagd een harmonisch equivalent voor de te wei nig zinrijk gebruikte „elektronische" mu ziek van Henk Badings te vinden, al wa ren er herhaaldelijk mooie momenten. Misschien had hij met „gewonere" muziek gemakkelijker zijn weg naar het overigens zo voortreffelijk gestelde doel gevorn'm: het spel van destructieve krachten als de mens door het najagen van de schijn de kern van zijn wezen verloochent en doodt. In deze opzet is het ballet blijven steken door een tekort aan vormgevend ver mogen, door een te beperkt arsenaal van bewegingen. Bijzonder zwak vond ik de behandeling van de groep, die zo'n be langrijke functie heeft in het suggereren van de vijandige ruimte. Het werk werd door Jaap Flier en Aart Verstegen uit alle macht verdedigd. Er bleef echter een te grote afstand tussen de symboliek van de handelende figuren en die van het voor opgestelde gegeven, waardoor men niet boven de verstandelijke verklaring uit kwam. Een merkwaardigheid, de indruk van het modieuze versterkende, van dit pro gramma was het overwegen van somber heid. Niemand heeft geprobeerd iets vro lijks te maken of iets dat alleen maar dans is. Peter van Dijk, sterdanser van de Pa- rijse Opera, verloochende zijn Duitse af komst niet in een eveneens expressionis tische, dansdramatische bewerking van een episode uit „Schuld en boete" van Dostojevski, met een zeer sterke, pak kende inzet, maar al gauw teleurstellend, ondanks de knappe vertolking door-Aart Verstegen in de hoofdrol. Toch is dit een ballet waar ik graag iets meer van zou zeggen. Ondanks de evidente fouten is het een belangwekkende uiting van toege spitst vakmanschap. De herhaling van „Tij en ontij" door Rudi van Dantzig heeft voor mij geen nieuwe perspectieven geopend. Maar hoe dan ook: wie met de ontwikke ling van het ballet in Nederland wil mee leven, mag zeker bij de komende reprise in Haarlem niet ontbreken. Ook voor de muziek betekent het Neder lands Ballet een belangrijke factor in het kunstleven, niet alleen door de ballet muziek die in opdracht van deze groep geschreven wordt, maar ook omdat het publiek de gelegenheid krijgt kennis ie maken met de „dernier cri" op muzikaal gebied. Deze term is vrijwel letterlijk van toepassing op de „concrete" muziek, die ADVERTENTIE SALON DE COIFFURE MODERNE COIFFURES Permanent tiède 12.50 Ged. Oude Gracht 98 - Telefoon 20837 Gunstige beslissing Kroon op beroep autobusonderneming Indertijd is door de N.V. Autobusonder neming Maarse en Kroon te Aalsmeer be roep aangetekend tegen een beschikking van de Commissie Vergunningen Per sonenvervoer. waarbij het haar niet ver gund was Rijksweg No. 4 van Amster dam naar Den Haag te berijden. Nu is bekendgemaakt dat de Kroon goed gunstig heeft beschikt op dit beroep, zo dat Maarse en Kroon in de toekomst deze rijksweg mag berijden, met uitzondering van het stukje Abbenes-Venneperdwars- weg. De overwegingen, die tot deze laatste beslissing hebben geleid, zijn in niet ge ringe mate beïnvloed door de omstandig heden dat men bevreesd was dat met het verlenen van deze vergunning het eind- puntenvervoer tussen bijvoorbeeld Leiden en Amsterdam voor een niet onbelangrijk deel van de Nederlandse Spoorwegen zou worden oVergenomen. Het is echter thans zo dat door de goed gunstige beschikking op het beroep van Maarse en Kroon het deze autobusonder neming mogelijk wordt gemaakt een meer economische exploitatie te gaan onder nemen voor de versterkingsdiensten op de trajecten Leiden-Amsterdam en Alphen- Amsterdam, waardoor het onderweg in stappende passagiers voor Schiphol en Amsterdam mogelijk gemaakt wordt een kortere en snellere route te volgen. Ook op de omloopstijd van de bussen zal de nieuwe vergunning een gunstige invloed hebben, waarmee het algemeen belang, voor zover het het verkeer in de Haar lemmermeer betreft, natuurlijk ten zeerste gediend is. De Engelse danseres Paula Hinton werkte als gast van het Nederlands Ballet mee in „Ginevra" van haar echtgenoot Walter Gore. het uitgangspunt voor het ballet „Le Cercle" vormde. Na de indruk die de ge luidscompositie bij de „Symphonie pour un homme seul" eveneens van Pierre Schaeffer ruim drie maanden geleden maakte, viel dit nieuwe werk tegen. En naar ik meen, niet omdat de schok van het ongehoorde ditmaal ontbrak. De mogelijk heden, dank zij de moderne opnametech niek op dit gebied aanwezig, zijn niet te overzien. Door het nieuwe uitdrukkings middel echter af te wisselen met een „Air" voor fluit en strijkorkest van Bach, heeft Schaeffer verder willen gaan dan de schok, hij heeft willen shockeren en men zich niet aan het idee onttrekken, dat hier niet geëxperimenteerd, maar opzettelijk gek gedaan wordt. Dit programma bracht tevens voor de eerste keer een ballet van ir. Henk Badings op elektronische muziek. Evenals bij de „concrete" muziek wordt er niet alleen mét het geluid, maar ook aan het geluid gecom poneerd. Dit wordt echter in dit geval voortgebracht door de elektrische toon- generatoren. In het onderhavige werk komen ook „gewone" muziekinstrumenten voor, waarvan de klank langs elektrische ADVERTENTIE V Vergroten van 6x6 op 9x9 25 ct. De Sint Janskerk te Gouda, met de be roemde glazen, diende vrijdagavond als plaats voor een der belangrijke kunstmani festaties in het Holland Festival 1956. Het betrof hier de uitvoering van vocale en in strumentale muziek van drie der grootste componisten uit vervlogen eeuwen: Claudio Monteverdi (1567-1643), Antonio Vivaldi (1680-1743) en Johann Sebastian Bach (1685-1750). Het contact, dat onze generatie met de muziek van Bach gekregen heeft, is zonder enige twijfel zeer innig geworden. De be wering, dat de appreciatie van zijn werken van algemene aard is, zou echter een te gunstige voorstelling van zaken worden. Zelfs met het noemen van de populaire Mattheüs-Passie en andere gepropageerde composities van de hand van de grootmees ter der toonkunst. De bekendheid met de muziek van Vivaldi, de geniale priester componist, is beperkt tot een veel kleinere kring van muziekvrienden en men kan haast wel zeggen, dat slechts ingewijden zich met een figuur als Monteverdi ver trouwd weten. Van deze grote componist, die zijn tijd ver vooruit was, werden op het kerkconcert in Gouda twee liturgische werken door het koor van de Nederlandse Bachvereniging onder leiding van de diri gent dr. Anthon van der Horst uitgevoerd. Zowel het „Lauda Jerusalem" waarmede het concert werd ingeleid als het Mag nificat, dat het indrukwekkende slot ervan vormde, bleken openbaringen van een op perste muzikale schoonheid te zijn. Het is waar, dat Monteverdi's historische betekenis gezocht moet worden in zijn dra matische kunst: de opera. Die betekenis kon zich trouwens door de natuurlijke ont plooiing van de opera in haar openbare positie te Venetië duidelijk aftekenen. Maar Monteverdi's kerkmuziek bleef bewaard in de beslotenheid van de San Marco, waar hij kerkelijk kapelmeester was. Die ambts periode moet voor deze kerk een legen darische tijd van muzikale vervolmaking der koorzang geweest zijn. Welk een wij ding het genoemde Lauda Jerusalem en het Magnificat aan de eredienst gegeven moet hebben, valt moeilijk te zeggen. De zelfstandige, prachtige uitvoering ervan door het koor der Nederlandse Bachver eniging gaf hiervoor wel een richtlijn. Zij plaatste de sterke persoonlijkheid van Mon teverdi, die ook in deze kerkmuziek een eigen weg ging, in het volle licht. Welk een vormfantasie sprak uit deze wei-ken, welk een harmonische beheersing en welk een melodische vinding! Muziek, die geen „school" zou kunnen maken, omdat zij té persoonlijk is en té vooruitstrevend. Zelfs het begeleidende orkest heeft een verras sende bezetting van strijkers, hout- en ko perblazers. Een frappant voorbeeld van Monteverdi's persoonlijke fantasie werd het Gloria van het Magnificat, voor treffelijk gezongen door de koorteno ren Anton Hout en H. M. Marcker en de prachtige rei van sopranen als voorbereiding van de aangrijpende slot- climax. Behalve van de twee werken van Monte verdi gaf het koor nog een uitvoering van de Cantate no. 6 „Bleib bei uns" van Bach, een liturgisch werk, voor de dienst van Tweede Paasdag bestemd. Maar door het universele karakter van de Cantate kreeg ook deze uitvoering zin en strekking, te meer daar Anthon van der Horst aan de koorzang in overeenstemming met de tekst en met de muziek, een licht-subjectief ac cent gaf. Een aangrijpend hoogtepunt in de uitvoering werd het koraal „Ach bleib bei uns" met de prachtig op de violoncello pic colo door Carel van Leeuwen Boomkamp gespeelde solo. Van de vocale solisten on derscheidden zich de alt Wilhelmina Mat- thès en de tenor Tom Brand en ook de bas Hans van der Leeuw, die met het fraai ge zongen recitatief „Es hat die Dunkelkeit" veel indruk maakte. Het Omroep-Kamerorkest verzorgde met zijn eigen instrumentale solisten uitstekend de koorbegeleidingen. Het strijkorkest be- .«L „Het zwaard en het kruis" (Frans Hals) - Op groot cinemascope-doek en in realistische kleuren vertelt deze film onder regie van Robert D. Webb het ver haal van een Spaanse expeditie, die in 1789 op zoek gaat, van Nieuw Mexico uit, naar het toen nog onbekende Californië. De ex peditie wordt in vier groepen verdeeld en we volgen de belevenissen van één van die afdelingen op haar tocht door het on gastvrije land op de voet en zien hoe de manschappen hebben te lijden van de aan vallen van wilde indianenstammen. Ten aanzien van de behandeling van deze in dianen heerst er verschil van opvatting tussen de commandant van de expeditie Don Caspar (Anthony Quinn) en de gees telijke verzorger, een priester, gespeeld door Richard Egan. De laatste tracht het vertrouwen te winnen v^n de inboorlingen en slaagt daar aanvankelijk in, totdat een incident tussen de luitenant van de expe ditie (Michael Rennie) en een indianen meisje (Rita Morendo) een einde maakt aan de vriendschap met de indianen. Op een enigszins dramatische manier keert zich alles tenslotte toch nog ten goede. Als enig bezwaar kan misschien ge noemd worden dat er voor de lengte van de film iets te weinig gebeurt met als ge volg dat het verhaal hier en daar iets te traag geworden is. Ook is het onjuist, op de titel afgaande, te veel diepte te ver wachten. Als avonturenfilm kan „Het zwaard en het kruis" echter zeer zeker ge waardeerd worden. F. D. „Ontsnapt uit Chiku Shan" (L i d o) John Wayne heeft weer een hem passende, rauwe maar nobele rol toegemeten gekre gen in een cinemascopisch verfilmde ro man over de nasleep van de Chinese re volutie. Het gaat over de exodus van een nationalistisch gezinde dorpsbevolkïng uit de kustplaats Chiku Shan op een oude stoompont naar Hongkong. Het is een op zich zelf reeds hachelijke onderneming, die bovendien uit de aard der zaak nogal wordt tegengewerkt door de communistische auto riteiten. Maar daar is in voorzien. Door jarenlang stenen in zee werpen zijn de achtervolgingsmogelijkheden voor pa trouilleboten afgesneden, deze stranden na melijk in ondiepten. En zo zakt men langs de kust af, nu weer onder vuur genomen door kruisers, die overigens wegens hun diepgang afstand moeten bewaren, dan weer geranseld door stormen en onweders. Bovendien dreigen er gevaren aan boord zelf, want men heeft uit vriendelijke mo tieven èn om de spanning van de film op te voeren een felrode familie meege nomen die vergeefs een aanslag doet op de kapitein, maar er wel in slaagt al het voed sel te vergiftigen. Hoe ze er dan toch ko men is een raadsel, dat alleen de film kan oplossen. En laat men John Wayne, die als een blanke halfgod tussen de Chinezen doorwandelt, vooral ook niet onderschatten. H. B. ..Paris Canaille" (Luxor). - Doordat deze Franse filmkomedie niet op tijd arri veerde, was het Luxor theater genoodzaakt in de voorstellingen van gisteren een an- lijnenspel vol en warm in de breedgezon- +dlfr.!1 rolpTrLent te draaien een Amerikaan- thriller „Ik was de vriendin van een gang- weg getransformeerd is. De balletmuziek bij „Kaïn" is een eerste onderzoek in dit grensgebied van muziek en techniek. Het klinkende resultaat is echter niet zo op zienbarend als men wellicht verwacht. De totaalklank heeft zeker iets onwezenlijks, iets van een interplanetaire muziek, maar wekt toch nog vrij sterke associaties aan de bekende symfonische klankenwereld. Dit kan door onze luisterinstelling komen, of door het gebruik dat Badings van deze nieuwe materie maakt. De mogelijkheid van de desintegratie van de enkele toon past wel in onze tijd! Een curiosum was de muziek voor twintig slagwerk-instrumen ten van de Zweedse componist Gunnar Berg bij het ballet „Mouture". Het sterkst sprak de muziek deze avond in de „Petite Symphonie Concertante" van de Zwitserse componist Frank Martin voor clavecimbel, harp, piano en dubbel strijk orkest. Zonder op het terrein van de mede werker voor ballet te komen, moet ik zeg gen dat de dramatische kracht en de lyri sche bewogenheid van dit stuk in de be wegingen op het toneel een nieuwe dimen sie kregen. Dit werk werd, evenals de muziek bij „Tij en Ontij" van Lex van Delden en de toneelmuziek uit „Romeo en Julia" van Sibelius (bij het ballet „Gine vra") gespééld door het Rotterdams Phil- harmonisch Orkest onder leiding van Peter Rester. geleidde eveneens de violist Herman Kreb- bers en de organist Albert de Klerk bij een voortreffelijke uitvoering van het Dubbel concert in d van Vivaldi, waarvoor de hel dere zilverklank van 't unieke orgel der St. Janskerk een bijzondere betekenis kreeg. Herman Krebbers leverde nog met de gave', muzikaal geladen uitvoering van de Solo sonate in g van Bach een onvergetelijke prestatie. De niet-vertroebelde vioolklank, klaar en verfijnd in de figuraties en bij de tekening (in de fuga!) van het melodische gen cantilenes en meditatief in de Siciliano, had in de grote ruimte van de kerk een heel bijzondere werking. Het spel van Her man Krebbers maakte mede deze avond in Gouda tot een der hoogtepunten in het Holland Festival. P. ZWAANSWIJK Een jury, bestaande uit J. Bruyn, Hildo Krop, prof. J. Wiegers, jhr. W. J. H. B. Sandberg, drs. W. van Zijll en drs. H. J. Jonker heeft de kunstprijs voor de sport, een bedrag van 2000, beschikbaar gesteld door het Prins Bernhardfonds, toegekend aan prof. V. P. S. Esser voor zijn beeld houwwerk „Honkbalspeler" in zwarte was. Eervolle vermeldingen kregen het schil derij „Stalen Ros", de ets „Sneekweek", de gouache „De Sprong" en de gipsfiguur „Lotte". De kunstprijs voor de sport is door het Prins Bernhardfonds beschikbaar gesteld teneinde een verbetering te brengen in de Nederlandse vertegenwoordiging naar de Olympische kunstmanifestatie en voorts om de kunstenaars nader tot de sport te brengen. Wat het eerste betreft schijnt de doel stelling vergeefs te zijn geweest, want enkele weken geleden is van het Australi sche Olympisch Comité bericht ontvangen, dat men in Melbourne niet, zoals bij vorige Olympische Spelen, een internationale kunstmanifestatie wil brengen,maar slechts een beperkte tentoonstelling van werken van kunstenaars uit Australië en het Britse Gemenebest. Dit is dan ook aanleiding ge weest voor het Nederlands Olympisch Comité om onmiddellijk een protestbrief naar Australië te sturen. Mochten de Australiërs geen Nederlandse inzending toelaten, dan bestaat het plan om tijdens de Olympische Spelen in Melbourne eer» zij het bescheiden expositie van Neder landse werken zelf in te richten. Daarvoor zal dan een keus worden ge maakt uit de inzendingen van de „Kunst prijs voor de sport", de 1000 prijsvraag", die het vorige jaar door 't Prins Bernhard fonds werd uitgeschreven en de opdrach ten, die sindsdien door het genoemde fonds aan kunstenaars zijn verstrekt. Vanmiddag zal dr. J. Linthorst Homan, voorzitter van het N.O.C., in het Stedelijk Museum in Amsterdam een expositie ope- hen van een deel van de ingezonden wer ken voor de „Kunstprijs voor de sport", de winnaars van de 1000 prijs" en de speciale opdrachten, t.w. een gouache van prof. Otto B. de Kat „Polsstokhoogsprong'', bronzen van André Schalier Keeper", prof. Esser „Schaatsenrijder" en Ek van Zanten „Basketbalspelers", schilderijen van Jan van Heel „Paardensport" en J. Stekelenburg „Autorace" en een ets van Hens de Jong „Schaatsenrijden". De deelneming voor de „Kunstprijs voor de sport" is driemaal zo groot geweest als het vorige jaar voor de 1000 prijs". Van de bijna 150 inzendingen waren 83 schilde rijen, 38 beeldhouwwerken, tekeningen, grafiek, gouaches en aquarellen totaal 27. ADVERTENTIE van ouds bekend - Tel. 14609 Officieel Philips-reparateur KRUISSTRAAT 38 - HAARLEM ster". Het bleek een bijzonder spannende, goed-gefotografeerde en sfeervolle misda- digersfilm te zijn, die men later graag nog eens in Haarlem terug zal zien. De „ver traagde film" uit Frankrijk is inmiddels vanochtend toch nog aangekomen, zodat men gedurende de rest van deze program- maweek genieten kan van Paris canaille, met in de hoofdrollen het bekende duo Dany Robin en Daniel Gelin. ,»Het mes op de keel" (CinemaPal a- ec). - Een detective-film, zoals er twaalf in een dozijn gaan. Eerst wordt een bank roof gepleegd waarbij een vrouw wordt gedood, daarna verdwijnt het zoontje van een chirurg. Een 'type commissaris, zoals het filmpubliek die zo graag ziet, gaat de misdaden proberen op te lossen, hetgeen hem uiteindelijk hoe kan het ook an ders wonderwel gelukt. Vervelen doet men zich niet bij deze rolprent, die voor de zoveelste maal bewijst dat misdaad heus niet loont en die suggereert dat er onder de „ruwe bolsters" toch ook nog af en toe wel eens een met een „blanke pit" ronddwaalt. Maar om nu te zeggen; Gaat dat zien, neen dat zou veel te ver voeren. Daarvoor wordt ook het simpele gegeven te traag uitgewerkt en heeft men te wei nig geprobeerd de film naar een climax te voeren. E. K. „Slaven van de Nijl" (Minerva). Groots opgezet spektakelstuk, reeds door ons besproken. Een historische thriller, waarin de massa-scènes verrassende effec ten opleverden en romantische gemoede ren zeker zullen bevredigen. „Vuurgevecht in de bergpas" (Roxy). Weer een van die schietgrage films met helden en schurken. De schurken delven het ondqrspit niet dan nadat hun voldoen de gelegenheid is verschaft hun terreur uit te oefenen. Echt een 'film voor de talloze liefhebbers van veel lawaai en kruitdamp op het witte doek. „Phffft" (Studio). - Bij de eerste ver toning in Haarlem schreven wij reeds waarderend over deze vaak geestige en soms ondeugende film, zodat wij kunnen volstaan met naar dit lovend commentaar te verwijzen. „De liefde van een prinses" (R e m- b r a n dt) Hollywood, dat vroeger al eens de roman „Liliom" van Ferenc Molnar verfilmde met Charles Boyer in de hoofd rol, koos andermaal een werk van deze Hongaarse auteur als thema voor een film, namelijk „De Zwaan," een romantisch ver haal van een prinses, een prins en een jonge en knappe leraar. De prinses is onder het regiem van een domme moeder ver stijfd tot een ijsberg, die zelfs een kroon prins niet vermag te doen ontdooien, hoe wel de moeder op een al te doorzichtige manier allerlei situaties probeert te for ceren om de temperatuur rondom de prin ses te doen stijgen. De arme leraar wordt dan misbruikt als „wurm om een vis te vangen," maar het spelletje dat men met hem speelt, loopt op bittere ernst uit. Zo is tenslotte iedereen teleurgesteld: de moeder, omdat haar dochter de kans om ooit ko ningin te worden, heeft gemist, de prinses, wier eerste les in de beginselen der liefde ook de laatste was, en de kroonprins die zijn nederlaag met een filosofische gelaten heid draagt. „Een zwaan zoals jij," zegt hij ten afscheid tot de prinses, „moet altijd in het water blijven, statig en ongenaakbaar, want als je op de oever komt, ga je op een gans lijken." De sfeer van Molnars sprookje is geluk kig in de film behouden gebleven: zij is bovenal geestig door de kostelijke satire op de hofetiquette in het begin van deze eeuw. Men beleeft veel genoegen bij dit luch tige verhaal, met een weemoedige achter grond, dat door Grace Kelly, Alec Guiness en Lpuis Jordan voortreffelijk in de juiste toon wordt gespeeld. S. K. ADVERTENTIE Ne,..,. ADVERTENTIE Ter gelegenheid van de tachtigste ver jaardag van de schilderes Coba Ritsema op 26 juni zal dinsdag in de zalen van „Arti et Amicitiae" te Amsterdam een re ceptie worden gehouden. Coba Ritsema een van de „Amster damse Joffers" doorliep in Haarlem, waar zij in 1876 is geboren, de Kunstnij verheidsschool en werd vervolgens leer linge van de Rijksacademie voor beeldende kunst. Vele onderscheidingen vielen haar ten deel, onder meer de Willink van Col- lemprijs in 1900, de zilveren medaille op de stedelijke tentoonstelling te Amsterdam in 1912. Op de tentoonstelling van „Arti et Amicitiae" in 1918 werd haar de gouden medaille van de Koningin uitgereikt. Haar verdiensten als schilderes werden officieel erkend door haar benoeming in 1935 tot ridder in de Orde van Oranje Nassau. Vrijdagmiddag om kwart over één is vijfendertig dagen na de opening de honderdduizendste bezoeker aan de Rem- brandttentoonstelling in het Rijksmuseum te Amsterdam de controle gepasseerd. Het was de heer B. Berger uit de Mimosastraat te Den Haag, die namens het tentoonstel lingscomité het boek over de schilder door dr. L. Münz kreeg aangeboden. Met een gemiddelde van bijna drieduizend bezoe kers per dag is dit de drukst bezochte tentoonstelling ooit in het Rijksmuseum gehouden. De samenwerkende kweekschoolorgani saties, de Kweekschoolbond, de bond van R.K. Kweekscholen en de Vereniging van Leraren aan Protestants-christelijke Kweekscholen hebben in een telegram aan de minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen geprotesteerd tegen het uitblijven van de regeling in het Bezoldi gingsbesluit voor de salarissen der kweek schoolleraren. De besprekingen in het ge organiseerd overleg daarover zijn al in november 1955 geëindigd. De regeling voor de leraren bij het V.H.M.O., die alleen in onderdelen verschilt van die voor kweek schoolleraren, is reeds verleden jaar augustus vastgesteld. Het gevolg is, aldus de samenwerkende kweekschoolorganisa ties, dat honderden kweekschoolleraren achterstallig salaris te vorderen hebben sedert 1953. Ned. Herv. Kerk Bedankt voor Lopik I. Schipper te Ede. Bedankt voor Gemert (toez.) B. K. W. Dijkstra te Heusden. Geref. Kprken Tweetal te Leeuwarden (7e pred. pi.) A. C. Hofland te Meppel en J. II. Post te Heerenveen. Aangenomen naar Vlaardingen (als evang. pred.) G. Aalbersberg te Nieuw- dorp (Z). Geref. gemeenten Aangenomen naar Rijssen M. Blok te Rotterdam-C. Geref. kerken art. 31 K.O. Beroepen te Kampen (miss. pred. voor Zuid-Afrika) K. J. Dijkstra te Treebeek.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1956 | | pagina 11