BELANGSTELLENDEN LIEFDE VOOR HET TONEEL EN VOOR ELKAAR Nieuwe ambities Tabletjes tegen het aftakelen Het echtpaar Hauer iiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiini ^/^j0^50j^ VcHl^Cü ONZE PUZZEL BELANGRIJKE VONDSTEN IN TIAHUANACO ENGELSE KATTEN WORDEN SLACHTOFFERS VAN DAVY-CROCKETT-MANIE Jonge Vlaamse kunstenaars exposeren in Bergen llllllllllllllllllllllllllllllilllllillllllilHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII WANNEER Arend Hauer, leraar aan de Amsterdamse To neelschool en landelijk adviseur van de ongeveer acht honderd verenigingen omvattende NATU (Nederlandse Amateurtoneel Unie) over het heldere verstand van een eenvoudige vrouw op Schiermonnikoog of over de levens wijsheid van een tuinman in Breukelen spreekt, beginnen zijn felblauwe ogen te lichten. Hij is met ontelbare amateur spelers in vele hoeken des lands in aanraking geweest. Het enthousiasme, waarmede hij acht jaren geleden begon om hen impulsen van het toneel met een grote T te geven, is twg onverflauwd. En ue moeten zeggendat zijn vrouw Teunke Hauer, die als een der „stafofficieren" optreedt, die hei amateurtoneel meer in directe zin provinciaal behartigen, zich al met evenveel overtuiging geeft. Zij is namelijk adviseuse voor Noordholland, zoals Willemien Sillevis en Froukje de Waard dit respectievelijk zijn voor Drente en Zuid-Holland, zoals Herman Sternheim en Jan Lemaire Jr. voor Gelderland en Zeeland in bres staan. Dit vijftal, dat in de toekomst nog uitbreiding zal ondergaan (ook Over- ijsel, Friesland en Groningen krijgen hun adviseurs) en aan gesteld werd door de NAfU in samenwerking met het WKA krijgt dus alle gewenste instructie van Arend Hauer. Mijn ervaring is echter, dat er onder de amateurs ook wel eens meer dan middel matig talent sluimert.." En hier vult Teunke aan: „We gaan er heen om hen van de appel te laten proe ven, opdat zij de gave des onderscheids krijgen. Bitter weinig stukken Met een „academische zitting" in de ridderzaal van het Haarlemse stadhuis wordt op zaterdag 30 juni het „nationale landjuweel" een landelijke toneel wedstrijd voor het amateurtoneel als onderdeel van de herdenking van Pieter Langendijk geopend. Voorzitter van de jury is Arend Hauer, met wie een onzer medewerkers een vraaggesprek had, waaruit de voornaamste punten in bij gaand artikel zijn samengevat. studenten deed hij veel van zich spreken. „De amateurspeler zoekt iets. de crea tieve bezigheid is hem een levensbehoefte. Het is fout om te zeggen, dat de ijdelheid hem drijft. En het is dankbaar werk om hier te helpen.... ook al weet je, dat je over een bepaalde grens niet heenkunt. MEN KOMT met het amateurtoneel voor veel problemen te staan: is het bij voorbeeld mogelijk om een boer, een do minee of een notaris te laten uitbeelden? Er zijn eigenlijk maar bitter weinig stuk ken geschreven, die ermee rekening hou den, dat de gemiddelde mens zijn grenzen heeft en zo stuiten ook veel toneelwer ken af op een verschil in mentaliteit. „De Groninger is bijvoorbeeld direct., fléng-bom. Het raffinement van. een Pa- rijzenaar krijgt men dus moeilijk van hem op het toneel. Maar er zijn zoveel andere dingen, die hij wel kan. De amateur is voor alles de „dionysi- sche" speler. Hij kan zo heerlijk „opspui ten" en wat kan hij beter uitdragen dan datgene wat op de bodem van de eigen ziel ligt? Daarom is hij het beste in zijn element in stukken, die in de eigen streek spelen. Maar.waar zijn de auteurs? Ook op dit vlak wil Arend Hauer zijn activiteit ontplooien: zijn contact met de neerlandicus drs. Willem Diemer te En schedé leidde tot de oprichting van de „Nedersaksische Schrieversbond" aldaar. Begin september houdt men een eerste weekeinde en krijgen de aspirantschrijvers elementaire speloefeningen en inleidingen in de dramatiek. Maar Teunke Hauer schudt het hoofd en zegt tegen haar man: „Kom nou.... de schrijvers gaan toch geen les nemen bij jou.." „We zullen zien", zegt hij. „Als het gaat, zullen we ook soortgelijke schrijversorga nisaties in andere hoeken van het land gaan oprichten.." J. S. Ditmaal ter afwisseling eens een zoge naamde „paardesprong-puzzel." Beoefe naars van het schaakspel weten, hoe een paard zich over het schaakbord beweegt. Voor niet-schakers volgt hierbij een uitleg: een paard mag op het schaakbord van zijn standplaats uit overspringen naar een hok je, dat zich bevindt in de aangrenzende rij vakken twee hokjes verder. Een voorbeeld: neem de letter K op de bovenste rij van bijgevoegd diagram middenin. Als daar een paard stond, zou dit schaakstuk mogen overspringen naar de S van rij 2 links, naai de A van rij 3 (tweede van links), naar de O van rij 3 (tweede van rechts) of naar de E van rij 2 (rechts). Op deze paardesprongmanier moet bij gaande puzzel worden opgelost. Wanneer u links bovenaan, bij de S, begint, krijgt u dan al springende (als u tenminste goed springt!) een zin van vijfentwintig letters, die een spreekwoord inhoudt. U mag ieder hokje één keer aandoen en u moet eindigen in het midden, bij de T dus. Om in aanmerking te komen voor een van de drie geldprijzen ad 7.50, 5 en 2.50 dient men uiterlijk dinsdag 17 uur de oplossing in te zenden aan een van onze bureaus in Haarlem. Grote Houtstraat 93 en Soendaplein; in IJmuiden: Kennemer- laan 186. Men wordt verzocht de oplossingen uit sluitend per briefkaart in te zenden, met duidelijke vermelding: „Puzzel." OPPLOSSING VORIGE PUZZEL Horizontaal: 1. Delos, 5. hor, 8. aloë, 10. Po, 11. Sn, 13. mees, 15. op, 17. smaad, 19. keel; 21. sage, 22. oneer, 24. r.i., 25. leed; 27. om, 29. en 31. neon, 33. ruk, 31 pronk. Verticaal: 1. dos, 2. la, 3. olm, 4. soes, 6. op, 7. Rolde, 9. Eems, 12. noen, 14 Saar, 16. Peel, 18. agio, 19. koper, 20. Leen, 23. reep, 26 dor, 28. mak, 30. nu, 32. no. De prijzen van onze vorige puzzel wer den na loting als volgt toegekend: H. van Rigteren, Generaal Cronjéstraat 40 rood, Haarlem 7,50); J. Groot, Oranjestraat 41 rood, IJmuiden (ƒ5,en mevrouw J. Luitingih—Best, Hyacintenlaan 25. Haarlem (ƒ2.50). MET DE ZOMER komen de vliegen en daarmee wordt ook de jacht op deze in secten geopend. Wie mocht denken dat die sport weinig radiofonische aspecten biedt moet op zaterdagavonden eens in de veer tien dagen op de Vara afstemmen om van het tegendeel overtuigd te geraken. De vliegenvanger die dan ten overstaan van een duizendkoppig publiek optreedt heet Simon Carmiggelt. Het noemen van die naam is, naar wij menen, voldoende: elke verdere toevoe- Vooi de microfoon PHILADELPHIA (United Press) Het museum van de universiteit van Pennsyl- vanië heeft medegedeeld, dat oudheidkun digen nieuwe belangrijke resten hebben gevonden van de raadselachtige bescha ving der „in de wolken wonende" pre-Inca- Indianen, die wellicht ongeveer tweedui zend jaar voor de ontdekking van Amerika in het Andesgebergte hebben gewoond. Volgens de jongste berichten hebben a.cheologen van het museum tijdens een expeditie van zes maanden opgravingen gedaan in het gebied van het befaamde Titicacameer, dat ruim zevenendertigdui zend meter boven de zeespiegel bij de grens tussen Bolivia en Peru ligt. Dit meer is een van de hoogstgelegen en grootste berg meren ter wereld. Men groef vele scherven van aardewerk, pijlpunten, metselwerk en verbrande aardappelen op bij Tiahuanaco en Chiripa in Bolivia en Pucara en Caluyo in Peru, vier onder de aarde bedolven dor pen, die een bloeitijd moeten hebben be leefd voor het Incatijdperk, dat zijn groot ste bloei ongeveer vijf eeuwen geleden doormaakte. Men schat, dat het dorp Tiahuanaco het meest beroemde van de vier verzonken plaatsen reeds enkele eeuwen voor Christus gebouwd werd. Tal van opgegra ven voorwerpen zullen aan het universi teitsmuseum uitgeleend worden, dat deze zal laten fotograferen. ging om deze goede wijn te omkransen wordt tot een nutte loos superlatief en als er nu juist één ding is dat Simon Carmiggelt trefzeker kenmerkt, dan is het juist de volslagen afwezigheid van superlatieven. Carmiggelt vangt dus vliegen: de ééndagsvliegen, die hij nu al jarenlang elke vierentwintig uur geboren laat worden en weer laat sterven in „Het Parool". Voor sommigen betekent dit dus een herhaling waar men echter niets bij verliest. Want Carmiggelt be schikt over een prachtige microfoonstem, waarin de sublieme argeloosheid een geraffineerde argeloosheid, zo men wil waarmee hij mensen en dingen waarneemb helder doorklinkt. De climaxen en pointes van zijn verhaaltjes worden geruisloos be reikt, hij heeft geen aanloop nodig, men denkt geen ogenblik: „Nu komt het". Maar hij beheerst de techniek van het vertellen zo feilloos, dat ook nimmer de finish onop gemerkt wordt gepasseerd: geen enkele zijner kaarsen gaat als een nachtkaars uit. Carmiggelts humor heeft met elke ware humor gemeen, dat die meer doet glim lachen dan schaterlachen. Althans bij het lezen daarvan. Bij zijn voordracht wil de lach nog wel eens opklateren. Hij weet ons zelfs te laten lachen om situaties die eigenlijk om te huilen zijn en hij laat ons dat terdege beseffen. En daar zijn pro gramma in het Amsterdamse Minervapa- viljoen ten overstaan van een honderd vijftigtal bevoorrechten wordt opgenomen, wordt zijn solopartij omlijst met wat de Fransen zo aardig „l'ambiance" noemen. Dank zij de techniek is de aanwezigheid van het publiek voor de luisteraar thuis minder opdringend dan in de zaal. Carmiggelt doet uiteraard een keuze uit zijn als Kronkel gepubliceerde schetsjes. Hij voegt daaraan ook nog wel eens een vers toe. Men is geneigd de verzen van Carmiggelt ook als ironische, niet au sé- rieux ie nemen uitingen van zijn speelse geest te beschouwen. Zijn pseudoniem Ka- rel Bralleput draagt tot die renommé bij. Natuurlijk zijn er heel wat cabaretachtige coupletten onder, maar de verzen die wij bij de opneming van drie achtereenvolgen de programma's hoorden verdienen blij vende waardering. Men komt wellicht tot onderschatting, omdat het allemaal „zo gewoon" en hier en daar „zo grappig" klinkt. Men vergeet dan dat slechts hij „gewoon" kan zijn die het „buitengewone" heeft begrepen en verwerkt en als een sta dium op de levensweg achter zich heeft gelaten. Daarna is men rijp om in „gewo ne" situaties het „buitengewone" te her kennen. Bij deze overweging zullen wij deze be schouwing ijlings stoppen. Want naar aan leiding van die twintig pleizierige minuten lopen wij toch nog gevaar om bij de zwaarwichtigheid en de grote woorden te belanden. Maar wij zijn ook Carmiggelt niet. J. H. B. Nederlandse vereniging. In Leopoldstad (Belgisch Kongo) is een Nederlandse vereni ging opgericht, die zich ten doel stelt aan Nederlanders, die in Kongo en Roeanda- Oeroendi in moeilijkheden verkeren, bijstand te verlenen. TEUNKE EN AREND HAUER hebben naast hun werk meer gemeen: beiden zijn direkte naturen en staan goed met de be nen op de grond, zij zijn eenvoudig en hebben een hekel aan uiterlijk vertoon. Een debat over het hoe en wat van het amateurswerk (en hoevele zijn er al niet geweest daar in die ruime voorkamer aan de onvolprezen Amstel) is voor alles spon taan en het is interessant, de argumen ten tegen elkaar te horen „ketsen". En dan gaat het niet, zoals het zo vaak ge beurt, om het „gelijk" ten koste van alles, maar om het zoeken naar de juiste maat staven. Dit echtpaar vormt een team, bei der denken is zo op elkaar ingesteld, dat de een de draad van een gedachtengang opneemt, waar de ander deze laat vallen of doorknipt. Hij zegt bijvoorbeeld in het vuur van zijn betoog: „Ik kan in alles op het toneel meeleven met een mens, die mens is. Zo gauw ik afstuit...." En bij de aarzeling vult zijn vrouw in: „Komen we in de sfeer van het marionettenthea ter". Het tweetal leerde elkaar kennen op de Toneelschool en trouwde in 1934. Toen Arend Hauer later bij het Centraal Thea ter onder leiding van Cees Laseur speelde, ontmoette hij ook daar zijn vrouw, die bij dit gezelschap kleinere rollen vervulde. Toen Arend Hauer de kringen der ama teurs binnenstapte, was er van „scholings- werk" of vorming van regisseurs nog geen sprake. Behalve de Natu-voorzitter mr. P. Cleveringa voelde het bestuur weinig voor een „adviseur". Men moest in Purmerend, Oostburg, Schagen of Rodeschool maar spe'en naar eigen inzichten. Twee dagen prati-n TWEE DAGEN heeft Arend Hauer toen gepraat en zijn overtuiging werkte be vruchtend. Maar.... toen stond hij alleen tegenover een schier onmetelijk gebied, chaotisch en onoverzichtelijk bovendien beheerst door de uiteenlopende inzichten van vele regisseurs, die zich natuurlijk niet zonder meer gewonnen wilden geven. En zo ontstonden er al even natuurlijk op verschillende „fronten" moeilijkhe den, doch Arend Hauer hield vol en smaakte weldra de voldoening resultaten te boeken. „Ik ging ervan uit om de spelers bewust te maken en na een jaar of vier werden zij een beetje lastig voor sommige regisseurs. Daarna was de tijd rijp voor regiecursus sen en thans is het dan zover, dat we in Schagen, Breda, Middelburg, Assen noem maar op de leiders van amateur gezelschappen vormen. Wij zijn nu doende om een driejarige regie-opleiding op te bouwen. Dit geschiedt met verscheidene docenten, waarbij het interpreteren van een stuk het herkennen van het mense lijke element dus alsmede toneelbouw, belichting enzovoorts op het programma staan. Dan weet men straks, wat men met zijn middelen doen kan". Arend Hauer heeft zelf ojk veel ama teurgezelschappen geregisseerd soms zestien voorstellingen in één seizoen. Thans is hij nog als vast regisseur aan de „Grunniger Sproak" in Groningen verbon den. Ook door zijn werk met de Leidse In de Verenigde Staten worden sinds enige tijd proeven genomen met een nieuw geneesmiddel, waarmee men oude mensen, die beginnen af te takelen, opnieuw gees telijk „op peil" hoopt te brengen. Het mid del wordt „L-glutavite" genoemd, een naam die een leek niets zegt. Maar des te welsprekender zijn, als men de berichten geloven mag, de resultaten van de eerste experimenten. Een Amerikaans medisch tijdschrift, dat daar deze week over bericht, schrijft dat men het L-glutavite, tezamen met twee andere stimulerende middelen het reeds langer bekende metrazol en be paalde vitaminepreparaten heeft toege diend aan drie groepen van bejaarde vrou wen die aan psychosen lijden. Het eerste middel, L-glutavite, bracht opmerkelijke verbeteringen tot stand in de verstandelijke en sociale gedragingen van ae patiënten. Dit gold in het bijzonder voor de stemming, de activiteit en de algemene helderheid van geest van de proefpersonen. Geesteszieke oude vrouwtjes, die eerst apa thisch en volkomen in zichzelf gekeerd hun dagen sleten, vertoonden tijdens de proef- kuur niet alleen tekenen van een beter hu meur, maar begonnen ook weer belang te stellen in wat er om haar heen gebeurde, terwijl zich bij enkelen zelfs sporen van een terugkerende werklust demonstreerden. Wisselende resultaten werden geboekt met de patiënten die metrazol kregen een middel dat de hersencellen heet te stimu leren. Ook bij de groep die met vitaminen en nicotinezuurderivaten behandeld werd, trad verbetering op. De dertig proefpersonen waren gemid deld vijfenzeventig jaar oud. Gedurende drie maanden kregen zij driemaal daags in drie gescheiden groepen van tien per sonen een van de middelen in. De diagnose voor driekwart van hen was cerebrale arte- riosclerose (aderverkalking in de hersenen) en een chronisch hersensyndroom. De rest was senie.l-psychotisch. Allen werden reeds twee jaar in een ziekenhuis verpleegd. Na de kuur bleken alle proefpersonen vooruit gegaan te zijn in sociaal gedrag en in gees telijke capaciteit. De grootste vooruitgang werd geconstateerd in de stemming en de rust der patiënten. Iets minder groot was de winst aan lust tot samenwerking in de gemeenschap, de emotionaliteit en de even wichtigheid der patiënten. De L-glutative- groep vertoonde vooruitgang in meer op zichten en in sterker mate dan de andere testgroepen. Daarna volgen de vitamine- groep en tenslotte zij die met metrazol be handeld waren. Op grond van deze er varingen wil men het nieuwe middel, al of niet in combinatie met kuren met metrazol en vitamine, nu op wat groter schaal gaan toepassen bij de behandeling van mensen die aan seniele aftakeling lijden. Een der grootste complicaties in de strijd van de medici, om de gemiddelde levens duur van het mensdom te verlengen, is namelijk gelegen in het feit dat onze ver standelijke vermogens met het klimmen der jaren verminderen, met alle nare maat schappelijke, sociale en psychische conse quenties van dien. Toch zou de mens juist op zijn oude dag, wanneer hij een leven lang kennis, ervaringen en „wijsheid" op allerlei gebied verzameld heeft, de samen- loving stellig van even groot nut kunnen zijn als de mensen die nog „in de bloei van hun jaren" zijn. Maar juist dan komt veelal de ouderdoms-,.slijtage" een spaak in het wiel steken. Het lichaam en de organen functioneren niet meer zo goed, de b'oed- vaten verliezen hun elasticiteit, de bloed circulatie verslechtert en de stofwisseling in de cellen gaat achteruit óók in het hersenweefsel. Natuurlijk kan men deze ontwikkeling nimmer tot stilstand brengen, doch wel p-oberen haar tijdelijk af te remmen. En dat is blijkbaar wat de Amerikaanse on derzoekers met hun proefnemingen beogen. Dat het juist Amerikanen zijn, die zich hiermee zo intensief bezig houden, is wel licht te verklaren uit de structuur van het maatschappelijke leven in de Verenigde Staten, waar iedereen, die niet meer ten- volle deel kan nemen aan de wilde jacht op meer gewin, meer salaris en meer ple ziertjes, eigenlijk ook als mens nauwelijks meer meetelt. Toch: wat er gebeuren zou inclien het werkelijk gelukken mocht mensen met DE NEDERLANDSE Spoorwegen hebben mij de vorige week uitgenodigd om het tijdperk van het reizigersvervoer in houten rijtuigen te komen helpen afsluiten en dat leek me een opwindende bezigheid. Ik zal mij nooit tot het afsluiten van tijdperken lenen, wanneer ik er niet van overtuigd ben, dat er een nieuw tijdperk voor in de plaats is gekomen. Maar dat was in dit geval in orde. De genodigden waren bijna allemaal leden van de juist vijfentwintig jaar bestaande Nederlandse Vereniging van Belangstellenden in Spoor- en Tram wegwezen. Dat zijn de mensen, met wie wij allen in onze kinderjaren een ongekend hevige in teresse in treinen, trammen en bussen ge meen hebben gehad. Wie onzer heeft de jaren niet gekend, waarin hij alléén maar conducteur, machinist of buschauffeur wil de worden? Welnu, deze mensen zijn die eerste lief de. trouw gebleven. Zij verspilden geen energie aan allerlei tot niets leidende hobbies en idealen, die ons tot probleem- kindertjes voor onze lieve ouders stempel den, maar hebben dwars door hun puber teit, hun studie, hun verliefdheid en hun gezinsvorming heen vastgehouden aan deze verknochtheid aan het spoor- en tramweg wezen. Vele leden van de N.V.B.S. gaan er zelf van uit, dat vele buitenstaanders hun hartstocht voor het openbaar vervoer wat uitzonderlijk zullen vinden. Zo hoorde ik een vrouwelijk lid, toen we met die oude trein op het Station Hollandse Spoor te medicamenten geestelijk weer zo te „re genereren" dat zij tot op zeer hoge leeftijd aan het productieproces kunnen deel nemen, laat zich slechts gissen. Stellig zouden daardoor een menigte maatschap pelijke en sociale vraagstukken opdoemen, waarbij de huidige problematiek van de positie der bejaarden nog maar een zacht eitje is. Zover is het echter nog laiig niet. De Amerikaanse onderzoekers beweren al thans, dat men de resultaten van deze proefnemingen vooral niet te optimistisch beoordelen moet, en dat zij alleen belang rijk zijn als richtlijn r>oor vele verdere experimenten. Voorlopig kan dus iedereen nog in alle gemoedsrust oud tvorden en aftakelen, zonder de kans te lopen dat iemand met een injectiespuit of een handvol pilletjes nieuwe ambities bij hem probeert op te wekken. Hetgeen voor vele tevreden rente niers een trooströkc gedachte moet zijn. Den Haag stonden, opmerken: „Wat moet die juffrouw met dat blauwe P.A.A.-kof fertje wel niet van ons denken". Zij wees daarbij op één van de wachtende passa giers voor de gewone dienstregeling, die onze trein met verbazing gadesloegen. Maar gesteld, dat die juffrouw met dat koffertje van de Pan American Airways inderdaad tot die vijf percent van de P.A. A.-koffertjesdragers behoorde, die ooit met de P.A.A. gevlogen hebben, wat dan nog? Zit er iets achterlijks in de onverbloemde liefde voor een stel eerlijke houten, vier- assige rijtuigen, getrokken door een loco motief van de serie 3701 tot 3815, de beste stal die ons land ooit heeft gekend? De edelste motieven van de Spoorwegen zijn immers altijd de locomotieven geweest? Neen, laten de N.V.B.S.'ers zich wachten voor valse schaamte. Het bestaan van een organisatie waarin zij zich zonder onder scheid voor geloof of levensbeschouwing kunnen verenigen is helemaal niets gekker, dan het bestaan van talrijke andere orga nisaties. Bovendien is het uiterst nuttig, dat er mensen zijn voor wie het openbaar vervoer werkelijk openbaar is. De meesten onzer zijn immers niet geneigd naar de oorzaak te informeren van een vertraging, hoezeer zij zich er ook aan geërgerd mogen hebben. Maar van een N.V.B.S.-lid kan men anders verwachten. Hij zal niet rusten voordat hij het weet en zo oefent hij met de vriendelijke pretentie van „belangstel lende" namens duizenden ongeïnteresseer de medereizigers een zekere controle uit die heilzaam is voor het hele spoorweg leven, zoals het railt en zeilt. En hoe weinig er aan de aandacht van de belangstellenden voor Spoor- en Tramweg wezen ontsnapt, bleek mij uit het volgende gesprek van twee hunner in het rijtuig BC 6021: „Weet je dat die blauwe stofzuigers, die je tegenwoordig zo vaak in militaire trei nen ziet, zijn vernummerd?" „Wat zeg je me nou? Je bedoelt toch niet dat die ook wel in expresstreinen mee rijden?" „Ja, wel degelijk!" „Hoe bestaat het! Die met de numme ring van 2700 en zo?" „Precies ja. Dat begint nu bij 5200!" „Tsssss" een geluid van verbazing, dat wel bijzonder past b'j het spoorweg gebeuren. DOOR DE OPENSTAANDE coupéramen woeien vlagen afgewerkte stoom naar bin nen, die velen met gesloten ogen van ge lukzaligheid opsnoven. In Gouda hebben Snikhete, ouderwetse zomerdagen, wanneer de lucht staat te trillen boven het zondoor sloof de land en er alleen aan het water nog verkoeling te vinden is zullen wij ze dit jaar nog beleven? Vorig jaar om deze tijd stonden wij er, getuige deze foto van een overvol na tuurbad beter voor: toen was de record-hittegolf net begonnen. Nu kun nen wij alleen maar hopen op een be scheiden reprise en intussen de kachel maar eens lekker opporren! wij een tijdlang stilgestaan en daarbij heeft zich een uiterst merkwaardig ver schijnsel voorgedaan, dat aan de scherp zinnigheid van onze spoor- en tramweg vrienden een bijna magisch karakter gaf. Er naderde een andere trein, die wij zacht hoorden takkeren over de rails. De gelaats trekken om mij heen spanden zich en een van de medereizigers nam de cadans, die hij hoorde met de voeten over en sloot de ogen. Een ander luisterde ingespannen en keek daarbij op zijn horloge. Hij verviel daarna in peinzend gemummel, hetgeen even later hierin resulteerde, dat hij het aantal, de soort en de snelheid van de rijtuigen die langs ons waren getrokken achter elkaar opnoemde. „Het klopt bijna!" riep een derde, die op de uitkijk had ge staan. „Je hebt één rijtuig te veel!" Ge zamenlijk zijn zij gedurende de gehele verdere rit bezig geweest de berekenings- fout eruit te halen. Een paar gloednieuwe elektrische trein stellen stonden op het Amstelstation klaar om al deze belangwekkende belangstellen den van de oude trein over te nemen. Maar zij konden zich er maar heel moeilijk van losmaken, inzonderheid van het stalen ros, dat zwaar ademde na de wilde ren door het Zuid-Hollandse weidelandschap. Zij lagen en zaten en liepen er omheen te filmen en te fotograferen met een intensiteit, die vol doende was om een hele expositie „Wij, locomotieven" van in te richten. De machi nist wist tenslotte alle belangstellenden met enige krachtige rukken aan de stoom fluit af te schudden. Want dat betekende zelfs voor de leden van de Nederlandse Vereniging van Belangstellenden in het Spoor- en Tramwegwezen: wég wezen. KO BRUGBIER. Het Britse Koninklijke Genootschap tot bescherming van dieren heeft de beschul diging geuit, dat een groot deel van de jeugd van Middlesborough, aldus een be richt van United Press, jacht op katten maakt en ze doodt om van het kattevel zo genaamde Davy-Crockettmutsen te ma ken. Davy Crockett was een vermaarde Ame rikaanse pionier, die een muts van bever bont placht te dragen. Door Walt Disney's binnenkort ook in Nederland verschijnende film over Davy Crockett is er nu onder de jeugd van tal van landen een ware manie ontstaan om net zo gekleed te gaan als de titelheld. Disney zal echter nimmer be vroed en gewild hebben, dat onschuldige Engelse katten en katers het slachtoffer van deze rage zouden worden. De jonge tjes in Middlesborough slaan de katten dood', stropen ze, hangen de huid te drogen en maken er dan bontmutsen van. De politie heeft de beschuldiging van het genootschap bevestigd en meegedeeld', dat bij een inval in een onbewoonbaar ver klaarde woning in een krottenwijk de vel len van acht katten werden ontdekt, die daar aan de muur hingen te drogen Van 23 juni tot 5 juli zullen dertien jonge Vlaamse kunstenaars in „De Rustende Ja ger" te Bergen in Noordholland exposeren. Deze tentoonstelling wordt gehouden ter gelegenheid van het contactweekeinde 23- 24 juni 1956 van Vlaamse en Bergense kunstenaars in samenwerking met de volkshc-gesschool „De Zandhoeve" en zal zijn samengesteld uit schilderijen, gebrand schilderd glas, grafisch werk. ceramiek, aardewerk en sculptuur. De kunstwerken zijn afkomstig uit ateliers in Gent, Brugge, Mariakerke, Eeklo, Hasselt en Vlassebrock.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1956 | | pagina 19