BELANGSTELLENDEN
LIEFDE VOOR HET TONEEL
EN VOOR ELKAAR
Nieuwe ambities
Tabletjes tegen
het aftakelen
Het echtpaar Hauer iiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiini ^/^j0^50j^ VcHl^Cü
ONZE PUZZEL
BELANGRIJKE VONDSTEN
IN TIAHUANACO
ENGELSE KATTEN WORDEN
SLACHTOFFERS VAN
DAVY-CROCKETT-MANIE
Jonge Vlaamse kunstenaars
exposeren in Bergen
llllllllllllllllllllllllllllllilllllillllllilHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII
WANNEER Arend Hauer, leraar aan de Amsterdamse To
neelschool en landelijk adviseur van de ongeveer acht
honderd verenigingen omvattende NATU (Nederlandse
Amateurtoneel Unie) over het heldere verstand van een
eenvoudige vrouw op Schiermonnikoog of over de levens
wijsheid van een tuinman in Breukelen spreekt, beginnen
zijn felblauwe ogen te lichten. Hij is met ontelbare amateur
spelers in vele hoeken des lands in aanraking geweest. Het
enthousiasme, waarmede hij acht jaren geleden begon om
hen impulsen van het toneel met een grote T te geven,
is twg onverflauwd. En ue moeten zeggendat zijn vrouw
Teunke Hauer, die als een der „stafofficieren" optreedt, die
hei amateurtoneel meer in directe zin provinciaal behartigen,
zich al met evenveel overtuiging geeft. Zij is namelijk
adviseuse voor Noordholland, zoals Willemien Sillevis en
Froukje de Waard dit respectievelijk zijn voor Drente en
Zuid-Holland, zoals Herman Sternheim en Jan Lemaire Jr.
voor Gelderland en Zeeland in bres staan. Dit vijftal, dat
in de toekomst nog uitbreiding zal ondergaan (ook Over-
ijsel, Friesland en Groningen krijgen hun adviseurs) en aan
gesteld werd door de NAfU in samenwerking met het WKA
krijgt dus alle gewenste instructie van Arend Hauer.
Mijn ervaring is echter, dat er onder de
amateurs ook wel eens meer dan middel
matig talent sluimert.."
En hier vult Teunke aan: „We gaan er
heen om hen van de appel te laten proe
ven, opdat zij de gave des onderscheids
krijgen.
Bitter weinig stukken
Met een „academische zitting" in de
ridderzaal van het Haarlemse stadhuis
wordt op zaterdag 30 juni het „nationale
landjuweel" een landelijke toneel
wedstrijd voor het amateurtoneel als
onderdeel van de herdenking van Pieter
Langendijk geopend. Voorzitter van de
jury is Arend Hauer, met wie een onzer
medewerkers een vraaggesprek had,
waaruit de voornaamste punten in bij
gaand artikel zijn samengevat.
studenten deed hij veel van zich spreken.
„De amateurspeler zoekt iets. de crea
tieve bezigheid is hem een levensbehoefte.
Het is fout om te zeggen, dat de ijdelheid
hem drijft. En het is dankbaar werk om
hier te helpen.... ook al weet je, dat je
over een bepaalde grens niet heenkunt.
MEN KOMT met het amateurtoneel
voor veel problemen te staan: is het bij
voorbeeld mogelijk om een boer, een do
minee of een notaris te laten uitbeelden?
Er zijn eigenlijk maar bitter weinig stuk
ken geschreven, die ermee rekening hou
den, dat de gemiddelde mens zijn grenzen
heeft en zo stuiten ook veel toneelwer
ken af op een verschil in mentaliteit.
„De Groninger is bijvoorbeeld direct.,
fléng-bom. Het raffinement van. een Pa-
rijzenaar krijgt men dus moeilijk van hem
op het toneel. Maar er zijn zoveel andere
dingen, die hij wel kan.
De amateur is voor alles de „dionysi-
sche" speler. Hij kan zo heerlijk „opspui
ten" en wat kan hij beter uitdragen
dan datgene wat op de bodem van de
eigen ziel ligt? Daarom is hij het beste in
zijn element in stukken, die in de eigen
streek spelen. Maar.waar zijn de
auteurs?
Ook op dit vlak wil Arend Hauer zijn
activiteit ontplooien: zijn contact met de
neerlandicus drs. Willem Diemer te En
schedé leidde tot de oprichting van de
„Nedersaksische Schrieversbond" aldaar.
Begin september houdt men een eerste
weekeinde en krijgen de aspirantschrijvers
elementaire speloefeningen en inleidingen
in de dramatiek. Maar Teunke Hauer
schudt het hoofd en zegt tegen haar man:
„Kom nou.... de schrijvers gaan toch
geen les nemen bij jou.."
„We zullen zien", zegt hij. „Als het gaat,
zullen we ook soortgelijke schrijversorga
nisaties in andere hoeken van het land
gaan oprichten.." J. S.
Ditmaal ter afwisseling eens een zoge
naamde „paardesprong-puzzel." Beoefe
naars van het schaakspel weten, hoe een
paard zich over het schaakbord beweegt.
Voor niet-schakers volgt hierbij een uitleg:
een paard mag op het schaakbord van zijn
standplaats uit overspringen naar een hok
je, dat zich bevindt in de aangrenzende rij
vakken twee hokjes verder. Een voorbeeld:
neem de letter K op de bovenste rij van
bijgevoegd diagram middenin. Als daar een
paard stond, zou dit schaakstuk mogen
overspringen naar de S van rij 2 links, naai
de A van rij 3 (tweede van links), naar de
O van rij 3 (tweede van rechts) of naar de
E van rij 2 (rechts).
Op deze paardesprongmanier moet bij
gaande puzzel worden opgelost. Wanneer u
links bovenaan, bij de S, begint, krijgt u
dan al springende (als u tenminste goed
springt!) een zin van vijfentwintig letters,
die een spreekwoord inhoudt. U mag ieder
hokje één keer aandoen en u moet eindigen
in het midden, bij de T dus.
Om in aanmerking te komen voor een
van de drie geldprijzen ad 7.50, 5 en
2.50 dient men uiterlijk dinsdag 17 uur de
oplossing in te zenden aan een van onze
bureaus in Haarlem. Grote Houtstraat 93
en Soendaplein; in IJmuiden: Kennemer-
laan 186.
Men wordt verzocht de oplossingen uit
sluitend per briefkaart in te zenden, met
duidelijke vermelding: „Puzzel."
OPPLOSSING VORIGE PUZZEL
Horizontaal: 1. Delos, 5. hor, 8. aloë, 10.
Po, 11. Sn, 13. mees, 15. op, 17. smaad, 19.
keel; 21. sage, 22. oneer, 24. r.i., 25. leed;
27. om, 29. en 31. neon, 33. ruk, 31 pronk.
Verticaal: 1. dos, 2. la, 3. olm, 4. soes, 6.
op, 7. Rolde, 9. Eems, 12. noen, 14 Saar, 16.
Peel, 18. agio, 19. koper, 20. Leen, 23. reep,
26 dor, 28. mak, 30. nu, 32. no.
De prijzen van onze vorige puzzel wer
den na loting als volgt toegekend: H. van
Rigteren, Generaal Cronjéstraat 40 rood,
Haarlem 7,50); J. Groot, Oranjestraat
41 rood, IJmuiden (ƒ5,en mevrouw J.
Luitingih—Best, Hyacintenlaan 25. Haarlem
(ƒ2.50).
MET DE ZOMER komen de vliegen en
daarmee wordt ook de jacht op deze in
secten geopend. Wie mocht denken dat die
sport weinig radiofonische aspecten biedt
moet op zaterdagavonden eens in de veer
tien dagen op de Vara afstemmen om van
het tegendeel overtuigd te geraken.
De vliegenvanger die dan ten overstaan
van een duizendkoppig publiek optreedt
heet Simon Carmiggelt. Het noemen van
die naam is, naar wij menen, voldoende:
elke verdere toevoe-
Vooi de
microfoon
PHILADELPHIA (United Press) Het
museum van de universiteit van Pennsyl-
vanië heeft medegedeeld, dat oudheidkun
digen nieuwe belangrijke resten hebben
gevonden van de raadselachtige bescha
ving der „in de wolken wonende" pre-Inca-
Indianen, die wellicht ongeveer tweedui
zend jaar voor de ontdekking van Amerika
in het Andesgebergte hebben gewoond.
Volgens de jongste berichten hebben
a.cheologen van het museum tijdens een
expeditie van zes maanden opgravingen
gedaan in het gebied van het befaamde
Titicacameer, dat ruim zevenendertigdui
zend meter boven de zeespiegel bij de grens
tussen Bolivia en Peru ligt. Dit meer is
een van de hoogstgelegen en grootste berg
meren ter wereld. Men groef vele scherven
van aardewerk, pijlpunten, metselwerk en
verbrande aardappelen op bij Tiahuanaco
en Chiripa in Bolivia en Pucara en Caluyo
in Peru, vier onder de aarde bedolven dor
pen, die een bloeitijd moeten hebben be
leefd voor het Incatijdperk, dat zijn groot
ste bloei ongeveer vijf eeuwen geleden
doormaakte.
Men schat, dat het dorp Tiahuanaco
het meest beroemde van de vier verzonken
plaatsen reeds enkele eeuwen voor
Christus gebouwd werd. Tal van opgegra
ven voorwerpen zullen aan het universi
teitsmuseum uitgeleend worden, dat deze
zal laten fotograferen.
ging om deze goede
wijn te omkransen
wordt tot een nutte
loos superlatief en als
er nu juist één ding is
dat Simon Carmiggelt
trefzeker kenmerkt,
dan is het juist de volslagen afwezigheid
van superlatieven. Carmiggelt vangt dus
vliegen: de ééndagsvliegen, die hij nu al
jarenlang elke vierentwintig uur geboren
laat worden en weer laat sterven in „Het
Parool". Voor sommigen betekent dit
dus een herhaling waar men echter
niets bij verliest. Want Carmiggelt be
schikt over een prachtige microfoonstem,
waarin de sublieme argeloosheid een
geraffineerde argeloosheid, zo men wil
waarmee hij mensen en dingen waarneemb
helder doorklinkt. De climaxen en pointes
van zijn verhaaltjes worden geruisloos be
reikt, hij heeft geen aanloop nodig, men
denkt geen ogenblik: „Nu komt het". Maar
hij beheerst de techniek van het vertellen
zo feilloos, dat ook nimmer de finish onop
gemerkt wordt gepasseerd: geen enkele
zijner kaarsen gaat als een nachtkaars uit.
Carmiggelts humor heeft met elke ware
humor gemeen, dat die meer doet glim
lachen dan schaterlachen. Althans bij het
lezen daarvan. Bij zijn voordracht wil de
lach nog wel eens opklateren. Hij weet
ons zelfs te laten lachen om situaties die
eigenlijk om te huilen zijn en hij laat ons
dat terdege beseffen. En daar zijn pro
gramma in het Amsterdamse Minervapa-
viljoen ten overstaan van een honderd
vijftigtal bevoorrechten wordt opgenomen,
wordt zijn solopartij omlijst met wat de
Fransen zo aardig „l'ambiance" noemen.
Dank zij de techniek is de aanwezigheid
van het publiek voor de luisteraar thuis
minder opdringend dan in de zaal.
Carmiggelt doet uiteraard een keuze uit
zijn als Kronkel gepubliceerde schetsjes.
Hij voegt daaraan ook nog wel eens een
vers toe. Men is geneigd de verzen van
Carmiggelt ook als ironische, niet au sé-
rieux ie nemen uitingen van zijn speelse
geest te beschouwen. Zijn pseudoniem Ka-
rel Bralleput draagt tot die renommé bij.
Natuurlijk zijn er heel wat cabaretachtige
coupletten onder, maar de verzen die wij
bij de opneming van drie achtereenvolgen
de programma's hoorden verdienen blij
vende waardering. Men komt wellicht tot
onderschatting, omdat het allemaal „zo
gewoon" en hier en daar „zo grappig"
klinkt. Men vergeet dan dat slechts hij
„gewoon" kan zijn die het „buitengewone"
heeft begrepen en verwerkt en als een sta
dium op de levensweg achter zich heeft
gelaten. Daarna is men rijp om in „gewo
ne" situaties het „buitengewone" te her
kennen.
Bij deze overweging zullen wij deze be
schouwing ijlings stoppen. Want naar aan
leiding van die twintig pleizierige minuten
lopen wij toch nog gevaar om bij de
zwaarwichtigheid en de grote woorden te
belanden. Maar wij zijn ook Carmiggelt
niet. J. H. B.
Nederlandse vereniging. In Leopoldstad
(Belgisch Kongo) is een Nederlandse vereni
ging opgericht, die zich ten doel stelt aan
Nederlanders, die in Kongo en Roeanda-
Oeroendi in moeilijkheden verkeren, bijstand
te verlenen.
TEUNKE EN AREND HAUER hebben
naast hun werk meer gemeen: beiden zijn
direkte naturen en staan goed met de be
nen op de grond, zij zijn eenvoudig en
hebben een hekel aan uiterlijk vertoon.
Een debat over het hoe en wat van het
amateurswerk (en hoevele zijn er al niet
geweest daar in die ruime voorkamer aan
de onvolprezen Amstel) is voor alles spon
taan en het is interessant, de argumen
ten tegen elkaar te horen „ketsen". En
dan gaat het niet, zoals het zo vaak ge
beurt, om het „gelijk" ten koste van alles,
maar om het zoeken naar de juiste maat
staven. Dit echtpaar vormt een team, bei
der denken is zo op elkaar ingesteld, dat
de een de draad van een gedachtengang
opneemt, waar de ander deze laat vallen
of doorknipt. Hij zegt bijvoorbeeld in het
vuur van zijn betoog: „Ik kan in alles op
het toneel meeleven met een mens, die
mens is. Zo gauw ik afstuit...." En bij
de aarzeling vult zijn vrouw in: „Komen
we in de sfeer van het marionettenthea
ter".
Het tweetal leerde elkaar kennen op de
Toneelschool en trouwde in 1934. Toen
Arend Hauer later bij het Centraal Thea
ter onder leiding van Cees Laseur speelde,
ontmoette hij ook daar zijn vrouw, die bij
dit gezelschap kleinere rollen vervulde.
Toen Arend Hauer de kringen der ama
teurs binnenstapte, was er van „scholings-
werk" of vorming van regisseurs nog geen
sprake. Behalve de Natu-voorzitter mr. P.
Cleveringa voelde het bestuur weinig voor
een „adviseur". Men moest in Purmerend,
Oostburg, Schagen of Rodeschool maar
spe'en naar eigen inzichten.
Twee dagen prati-n
TWEE DAGEN heeft Arend Hauer toen
gepraat en zijn overtuiging werkte be
vruchtend. Maar.... toen stond hij alleen
tegenover een schier onmetelijk gebied,
chaotisch en onoverzichtelijk bovendien
beheerst door de uiteenlopende inzichten
van vele regisseurs, die zich natuurlijk
niet zonder meer gewonnen wilden geven.
En zo ontstonden er al even natuurlijk
op verschillende „fronten" moeilijkhe
den, doch Arend Hauer hield vol en
smaakte weldra de voldoening resultaten
te boeken.
„Ik ging ervan uit om de spelers bewust
te maken en na een jaar of vier werden zij
een beetje lastig voor sommige regisseurs.
Daarna was de tijd rijp voor regiecursus
sen en thans is het dan zover, dat we in
Schagen, Breda, Middelburg, Assen
noem maar op de leiders van amateur
gezelschappen vormen. Wij zijn nu doende
om een driejarige regie-opleiding op te
bouwen. Dit geschiedt met verscheidene
docenten, waarbij het interpreteren van
een stuk het herkennen van het mense
lijke element dus alsmede toneelbouw,
belichting enzovoorts op het programma
staan. Dan weet men straks, wat men met
zijn middelen doen kan".
Arend Hauer heeft zelf ojk veel ama
teurgezelschappen geregisseerd soms
zestien voorstellingen in één seizoen.
Thans is hij nog als vast regisseur aan de
„Grunniger Sproak" in Groningen verbon
den. Ook door zijn werk met de Leidse
In de Verenigde Staten worden sinds
enige tijd proeven genomen met een nieuw
geneesmiddel, waarmee men oude mensen,
die beginnen af te takelen, opnieuw gees
telijk „op peil" hoopt te brengen. Het mid
del wordt „L-glutavite" genoemd, een
naam die een leek niets zegt. Maar des te
welsprekender zijn, als men de berichten
geloven mag, de resultaten van de eerste
experimenten. Een Amerikaans medisch
tijdschrift, dat daar deze week over bericht,
schrijft dat men het L-glutavite, tezamen
met twee andere stimulerende middelen
het reeds langer bekende metrazol en be
paalde vitaminepreparaten heeft toege
diend aan drie groepen van bejaarde vrou
wen die aan psychosen lijden.
Het eerste middel, L-glutavite, bracht
opmerkelijke verbeteringen tot stand in de
verstandelijke en sociale gedragingen van
ae patiënten. Dit gold in het bijzonder voor
de stemming, de activiteit en de algemene
helderheid van geest van de proefpersonen.
Geesteszieke oude vrouwtjes, die eerst apa
thisch en volkomen in zichzelf gekeerd hun
dagen sleten, vertoonden tijdens de proef-
kuur niet alleen tekenen van een beter hu
meur, maar begonnen ook weer belang te
stellen in wat er om haar heen gebeurde,
terwijl zich bij enkelen zelfs sporen van
een terugkerende werklust demonstreerden.
Wisselende resultaten werden geboekt met
de patiënten die metrazol kregen een
middel dat de hersencellen heet te stimu
leren. Ook bij de groep die met vitaminen
en nicotinezuurderivaten behandeld werd,
trad verbetering op.
De dertig proefpersonen waren gemid
deld vijfenzeventig jaar oud. Gedurende
drie maanden kregen zij driemaal daags
in drie gescheiden groepen van tien per
sonen een van de middelen in. De diagnose
voor driekwart van hen was cerebrale arte-
riosclerose (aderverkalking in de hersenen)
en een chronisch hersensyndroom. De rest
was senie.l-psychotisch. Allen werden reeds
twee jaar in een ziekenhuis verpleegd. Na
de kuur bleken alle proefpersonen vooruit
gegaan te zijn in sociaal gedrag en in gees
telijke capaciteit. De grootste vooruitgang
werd geconstateerd in de stemming en de
rust der patiënten. Iets minder groot was
de winst aan lust tot samenwerking in de
gemeenschap, de emotionaliteit en de even
wichtigheid der patiënten. De L-glutative-
groep vertoonde vooruitgang in meer op
zichten en in sterker mate dan de andere
testgroepen. Daarna volgen de vitamine-
groep en tenslotte zij die met metrazol be
handeld waren. Op grond van deze er
varingen wil men het nieuwe middel, al of
niet in combinatie met kuren met metrazol
en vitamine, nu op wat groter schaal gaan
toepassen bij de behandeling van mensen
die aan seniele aftakeling lijden.
Een der grootste complicaties in de strijd
van de medici, om de gemiddelde levens
duur van het mensdom te verlengen, is
namelijk gelegen in het feit dat onze ver
standelijke vermogens met het klimmen der
jaren verminderen, met alle nare maat
schappelijke, sociale en psychische conse
quenties van dien. Toch zou de mens juist
op zijn oude dag, wanneer hij een leven
lang kennis, ervaringen en „wijsheid" op
allerlei gebied verzameld heeft, de samen-
loving stellig van even groot nut kunnen
zijn als de mensen die nog „in de bloei van
hun jaren" zijn. Maar juist dan komt veelal
de ouderdoms-,.slijtage" een spaak in het
wiel steken. Het lichaam en de organen
functioneren niet meer zo goed, de b'oed-
vaten verliezen hun elasticiteit, de bloed
circulatie verslechtert en de stofwisseling
in de cellen gaat achteruit óók in het
hersenweefsel.
Natuurlijk kan men deze ontwikkeling
nimmer tot stilstand brengen, doch wel
p-oberen haar tijdelijk af te remmen. En
dat is blijkbaar wat de Amerikaanse on
derzoekers met hun proefnemingen beogen.
Dat het juist Amerikanen zijn, die zich
hiermee zo intensief bezig houden, is wel
licht te verklaren uit de structuur van het
maatschappelijke leven in de Verenigde
Staten, waar iedereen, die niet meer ten-
volle deel kan nemen aan de wilde jacht
op meer gewin, meer salaris en meer ple
ziertjes, eigenlijk ook als mens nauwelijks
meer meetelt.
Toch: wat er gebeuren zou inclien het
werkelijk gelukken mocht mensen met
DE NEDERLANDSE Spoorwegen hebben
mij de vorige week uitgenodigd om het
tijdperk van het reizigersvervoer in houten
rijtuigen te komen helpen afsluiten en dat
leek me een opwindende bezigheid. Ik zal
mij nooit tot het afsluiten van tijdperken
lenen, wanneer ik er niet van overtuigd
ben, dat er een nieuw tijdperk voor in de
plaats is gekomen. Maar dat was in dit
geval in orde. De genodigden waren bijna
allemaal leden van de juist vijfentwintig
jaar bestaande Nederlandse Vereniging
van Belangstellenden in Spoor- en Tram
wegwezen.
Dat zijn de mensen, met wie wij allen in
onze kinderjaren een ongekend hevige in
teresse in treinen, trammen en bussen ge
meen hebben gehad. Wie onzer heeft de
jaren niet gekend, waarin hij alléén maar
conducteur, machinist of buschauffeur wil
de worden? Welnu, deze mensen zijn die
eerste lief de. trouw gebleven. Zij verspilden
geen energie aan allerlei tot niets leidende
hobbies en idealen, die ons tot probleem-
kindertjes voor onze lieve ouders stempel
den, maar hebben dwars door hun puber
teit, hun studie, hun verliefdheid en hun
gezinsvorming heen vastgehouden aan deze
verknochtheid aan het spoor- en tramweg
wezen. Vele leden van de N.V.B.S. gaan er
zelf van uit, dat vele buitenstaanders hun
hartstocht voor het openbaar vervoer wat
uitzonderlijk zullen vinden. Zo hoorde ik
een vrouwelijk lid, toen we met die oude
trein op het Station Hollandse Spoor te
medicamenten geestelijk weer zo te „re
genereren" dat zij tot op zeer hoge leeftijd
aan het productieproces kunnen deel
nemen, laat zich slechts gissen. Stellig
zouden daardoor een menigte maatschap
pelijke en sociale vraagstukken opdoemen,
waarbij de huidige problematiek van de
positie der bejaarden nog maar een zacht
eitje is.
Zover is het echter nog laiig niet. De
Amerikaanse onderzoekers beweren al
thans, dat men de resultaten van deze
proefnemingen vooral niet te optimistisch
beoordelen moet, en dat zij alleen belang
rijk zijn als richtlijn r>oor vele verdere
experimenten.
Voorlopig kan dus iedereen nog in alle
gemoedsrust oud tvorden en aftakelen,
zonder de kans te lopen dat iemand met
een injectiespuit of een handvol pilletjes
nieuwe ambities bij hem probeert op te
wekken. Hetgeen voor vele tevreden rente
niers een trooströkc gedachte moet zijn.
Den Haag stonden, opmerken: „Wat moet
die juffrouw met dat blauwe P.A.A.-kof
fertje wel niet van ons denken". Zij wees
daarbij op één van de wachtende passa
giers voor de gewone dienstregeling, die
onze trein met verbazing gadesloegen.
Maar gesteld, dat die juffrouw met dat
koffertje van de Pan American Airways
inderdaad tot die vijf percent van de P.A.
A.-koffertjesdragers behoorde, die ooit met
de P.A.A. gevlogen hebben, wat dan nog?
Zit er iets achterlijks in de onverbloemde
liefde voor een stel eerlijke houten, vier-
assige rijtuigen, getrokken door een loco
motief van de serie 3701 tot 3815, de beste
stal die ons land ooit heeft gekend? De
edelste motieven van de Spoorwegen zijn
immers altijd de locomotieven geweest?
Neen, laten de N.V.B.S.'ers zich wachten
voor valse schaamte. Het bestaan van een
organisatie waarin zij zich zonder onder
scheid voor geloof of levensbeschouwing
kunnen verenigen is helemaal niets gekker,
dan het bestaan van talrijke andere orga
nisaties. Bovendien is het uiterst nuttig,
dat er mensen zijn voor wie het openbaar
vervoer werkelijk openbaar is. De meesten
onzer zijn immers niet geneigd naar de
oorzaak te informeren van een vertraging,
hoezeer zij zich er ook aan geërgerd mogen
hebben. Maar van een N.V.B.S.-lid kan
men anders verwachten. Hij zal niet rusten
voordat hij het weet en zo oefent hij met
de vriendelijke pretentie van „belangstel
lende" namens duizenden ongeïnteresseer
de medereizigers een zekere controle uit
die heilzaam is voor het hele spoorweg
leven, zoals het railt en zeilt.
En hoe weinig er aan de aandacht van de
belangstellenden voor Spoor- en Tramweg
wezen ontsnapt, bleek mij uit het volgende
gesprek van twee hunner in het rijtuig
BC 6021:
„Weet je dat die blauwe stofzuigers, die
je tegenwoordig zo vaak in militaire trei
nen ziet, zijn vernummerd?"
„Wat zeg je me nou? Je bedoelt toch niet
dat die ook wel in expresstreinen mee
rijden?"
„Ja, wel degelijk!"
„Hoe bestaat het! Die met de numme
ring van 2700 en zo?"
„Precies ja. Dat begint nu bij 5200!"
„Tsssss" een geluid van verbazing,
dat wel bijzonder past b'j het spoorweg
gebeuren.
DOOR DE OPENSTAANDE coupéramen
woeien vlagen afgewerkte stoom naar bin
nen, die velen met gesloten ogen van ge
lukzaligheid opsnoven. In Gouda hebben
Snikhete, ouderwetse zomerdagen,
wanneer de lucht staat te trillen boven
het zondoor sloof de land en er alleen
aan het water nog verkoeling te vinden
is zullen wij ze dit jaar nog beleven?
Vorig jaar om deze tijd stonden wij er,
getuige deze foto van een overvol na
tuurbad beter voor: toen was de
record-hittegolf net begonnen. Nu kun
nen wij alleen maar hopen op een be
scheiden reprise en intussen de
kachel maar eens lekker opporren!
wij een tijdlang stilgestaan en daarbij
heeft zich een uiterst merkwaardig ver
schijnsel voorgedaan, dat aan de scherp
zinnigheid van onze spoor- en tramweg
vrienden een bijna magisch karakter gaf.
Er naderde een andere trein, die wij zacht
hoorden takkeren over de rails. De gelaats
trekken om mij heen spanden zich en een
van de medereizigers nam de cadans, die
hij hoorde met de voeten over en sloot de
ogen. Een ander luisterde ingespannen en
keek daarbij op zijn horloge. Hij verviel
daarna in peinzend gemummel, hetgeen
even later hierin resulteerde, dat hij het
aantal, de soort en de snelheid van de
rijtuigen die langs ons waren getrokken
achter elkaar opnoemde. „Het klopt bijna!"
riep een derde, die op de uitkijk had ge
staan. „Je hebt één rijtuig te veel!" Ge
zamenlijk zijn zij gedurende de gehele
verdere rit bezig geweest de berekenings-
fout eruit te halen.
Een paar gloednieuwe elektrische trein
stellen stonden op het Amstelstation klaar
om al deze belangwekkende belangstellen
den van de oude trein over te nemen. Maar
zij konden zich er maar heel moeilijk van
losmaken, inzonderheid van het stalen ros,
dat zwaar ademde na de wilde ren door het
Zuid-Hollandse weidelandschap. Zij lagen
en zaten en liepen er omheen te filmen en
te fotograferen met een intensiteit, die vol
doende was om een hele expositie „Wij,
locomotieven" van in te richten. De machi
nist wist tenslotte alle belangstellenden
met enige krachtige rukken aan de stoom
fluit af te schudden. Want dat betekende
zelfs voor de leden van de Nederlandse
Vereniging van Belangstellenden in het
Spoor- en Tramwegwezen: wég wezen.
KO BRUGBIER.
Het Britse Koninklijke Genootschap tot
bescherming van dieren heeft de beschul
diging geuit, dat een groot deel van de
jeugd van Middlesborough, aldus een be
richt van United Press, jacht op katten
maakt en ze doodt om van het kattevel zo
genaamde Davy-Crockettmutsen te ma
ken.
Davy Crockett was een vermaarde Ame
rikaanse pionier, die een muts van bever
bont placht te dragen. Door Walt Disney's
binnenkort ook in Nederland verschijnende
film over Davy Crockett is er nu onder de
jeugd van tal van landen een ware manie
ontstaan om net zo gekleed te gaan als
de titelheld. Disney zal echter nimmer be
vroed en gewild hebben, dat onschuldige
Engelse katten en katers het slachtoffer
van deze rage zouden worden. De jonge
tjes in Middlesborough slaan de katten dood',
stropen ze, hangen de huid te drogen en
maken er dan bontmutsen van.
De politie heeft de beschuldiging van
het genootschap bevestigd en meegedeeld',
dat bij een inval in een onbewoonbaar ver
klaarde woning in een krottenwijk de vel
len van acht katten werden ontdekt, die
daar aan de muur hingen te drogen
Van 23 juni tot 5 juli zullen dertien jonge
Vlaamse kunstenaars in „De Rustende Ja
ger" te Bergen in Noordholland exposeren.
Deze tentoonstelling wordt gehouden ter
gelegenheid van het contactweekeinde 23-
24 juni 1956 van Vlaamse en Bergense
kunstenaars in samenwerking met de
volkshc-gesschool „De Zandhoeve" en zal
zijn samengesteld uit schilderijen, gebrand
schilderd glas, grafisch werk. ceramiek,
aardewerk en sculptuur. De kunstwerken
zijn afkomstig uit ateliers in Gent, Brugge,
Mariakerke, Eeklo, Hasselt en Vlassebrock.