ECHTE WALES ANTRACIET
A. v. d. Bogaard
Rijwielhuis „WILHELMINA"
Henk Reedijk
SCHOUS
Nieuwe wegen in het werk
van de drankbestrijding
„DE SPAARNESTAD"
Filmische vorming van
rijpere schooljeugd
Sem Dresden schreef een
meesterlijk oratorium
Haarlems Dagblad
Ned. Ver. tot afschaffing van
alcoholhoudende dranken
Bas kis ch Ballet
Oldarra
Frieda Tas-Herzberg
'^Simplex-fiets
Aanmeldingsformulier
MAANDAG 2 5 JUNI 1956
HAARLEMS DAGBLAD
OPRECHTE HAARLEMSCHE COURANT
8
Piet Kee bespeelde het
orgel van Cavaillé Coll
Voorwedstrijden om de
Prinses Juliana-beker
OPENLUCHTTHEATER
Saint Antoine" door De Stem des Volks
HOLLAND
FESTIVAL
Programma van
orgelbespeling
Collecte „Margriet"
bracht 4.255,30 op
Burgerlijke Stand
van Haarlem
In het Tuinhuis
Nieuwe vleugel van Arnhems
Gemeentemuseum geopend
Geslaagde demonstratie
van Ritmegroep GIOS
LANDMEI ER
M. JANSEN
Onderhandelingen met KLM
over vlieger-salarissen
In de zaterdag en zondag te Haarlem
gehouden 111e algemene vergadering van
de Nederlandse Vereniging tot afschaffing
van Alcoholhoudende dranken is een motie
aangenomen,waarin het hoofdbestuur werd
opgedragen een commissie te benoemen,
die aandacht zal besteden aan de vraag
welke nieuwe wegen de drankbestrijding
moet bewandelen, om het volk en met
name ook de jongeren beter te kunnen
benaderen.
Ontvangst
Zaterdagmiddag waren de afgevaardig
den in de ridderzaal van het Haarlemse
stadhuis bijeengekomen voor een officiële
ontvangst door het gemeentebestuur. Loco
burgemeester de heer D. J. A. Geluk zeide
de gasten gaarne welkom te heten, omdat
zij deel uitmaken van een vereniging met
een belangrijke geschiedenis, welke vereni
ging een bijzondei-e betekenis in het maat
schappelijk leven in het Nederlandse volk
inneemt. Men mag van mening verschillen
over het streven, voor het werk hebben
allen respect en wel door het grote idealis
me. dat daaraan ten grondslag is gelegd.
Pioniers hebben de grondslag gelegd voor
een arbeid, die tot resultaat heeft geleid,
dat het drankmisbruik thans anders is dan
een halve eeuw geleden. De Nederlandse
Vereniging tot. afschaffing van Alcohol
houdende dranken heeft nog een taak te
vervullen, omdat drankgebruik nog steeds
een kwaad is. Daarbij dacht spreker aan
de verkeersongevallen ten gevolge van te
veel drankgebruik. Gebleken is, dat een
groot aantal bestuurders van voertuigen
verantwoordelijkheid missen. Met het uit
spreken van de beste wensen voor het
slagen van de vergadering besloot de heer
Geluk zijn toespraak.
De heer J. de Bruin uit De Steeg dankte
als voorzitter van de ontvangen vereniging
voor de ontvangst en haalde persoonlijke
herinneringen op uit de tijd, dat hij in
Haarlem werkzaam was.
Ontivikkeling
Des avonds kwamen de afgevaardigden
in het Concertgebouw bijeen. De voorzitter
memoreerde in zijn openingsrede, dat de
vergadering zich zal bezig houden met de
ontwikkeling van de arbeid en hetgeen die
arbeid voor de toekomst vraagt. In het
afgelopen jaar is de grondslag gelegd van
een ernstige bezinning op doel, aard en
actualiteit en derhalve de doeltreffendheid
van het werk van de vereniging in de
komende jaren. Het lid van het hoofdbe
stuur de heer K. Leijenaar zal de resul
taten daarvan uiteen zetten en de koers
aangeven, die naar de mening van het
hoofdbestuur moet worden ingeslagen om
het werk, zonder iets van de principes prijs
te geven, aan te passen aan de eisen van
de tijd. Spreker hoopte, dat de afgevaar
digden na ernstige overweging van de po
sitie en de tqak van de drankbestrijding
temidden van de maatschappelijke ontwik
keling van deze tijd, erin zullen slagen het
in beginsel eens te worden over nieuwe
wegen, welke zullen moeten worden be
treden om de dienstbaarheid aan de samen
leving nieuwe inhoud te geven en daarmee
ook nieuwe inhoud te geven aan de orga
nisatie, teneinde aldus haar invloed naar
omvang en inhoud te versterken.
De heer De Bruin vervolgde, dat er van
ADVERTENTIE
Nog VIJF dagen
VOORJAARSPRIJZEN
„VICTORIOUS" en
„SEVEN SISTERS" WALES
zijn alleen verkrijgbaar bij:
BRANDSTOFFENHANDEL
FRIESE VARKENMARKT 6—10
(Spaarne bij viaduct)
Telefoon 14164 en 13904
De leden van de Nederlandse Vereniging
tot afschaffing van alcoholhoudende dran
ken, die het afgelopen weekeinde in het
gemeentelijk concertgebouw bijeen waren,
hebben het voorrecht gehad de nieuwe
stadsorganist Piet Kee het orgel van Ca
vaillé Coll te horen bespelen. Voor zover
mij bekend is, was het de eerste keer, dat
de organist zich op het fraaie instrument in
ruimere kring liet horen.
Piet Kee, die zelf een actief lid van de
vergaderende vereniging is, heeft zijn
medeleden met deze bespeling een mooi en
bovendien bevattelijk muzikaal intermezzo
aangeboden. Hij werd daarbij terzijde ge
staan door zijn vrouw Freya Kee-Lemaire,
die enkele liederen van Mozart, Bach, Dvo
rak en Widor zong. Die zangvoordracht gaf
ogenblikken van bijzondere wijding. De
warmgekleurde mezzo-sopraan van me
vrouw Kee heeft een van nature expressief
karakter. Tezamen met een opvallend besef
van de inhoud van het gezongen lied waar
borgde deze vocale dispositie vertolkingen,
die indruk konden maken. In het bijzonder
denk ik hierbij aan „Vergiss mein nicht"
en „Dir, Dir, Jehova, will ich singen" van
Bach of „Non credo" van Ch. M. Widor en
het „Ghantez un chant nouveau" van
Dvorak, dat men meestal in het Duits als
„Singet ein neues Lied" hoort.
Piet Kee begeleidde zijn vrouw daarbij
met goed gekozen registratie in voorbeel
dige eenheid. Als solist vertolkte hij de
langzamerhand populair geworden Toccata
en fuga in d van J. S. Bach, het zo fantasie
rijke en vormschone werk van de grote
cantor. Piet Kee maakte een doeltreffend
gebruik van de baroktinten, die het speci
fiek „Franse" orgel kan bieden en kwam
tot een klare, tintelende, virtuoos beheerste
uitvoering, die zeer op prijs werd gesteld.
En opnieuw kon Piet Kee zijn uiteraard
heterogeen samengesteld auditorium tot
warme bijvalsbetuigingen brengen met het
spelen van het liefelijke „Prière" en de
stuwende Toccata uit de Suite Gothique
van L. Boëlmann, muziek die als voor het
orgel geschreven leek en waarvan de orga
nist bij de tongwerken en de „strijkende"
registers een prachtig kleurenpalet vond.
P. ZWAANSWIJK
opleving van de drankbestrijding sprake is,
zij het ook niet in voldoende mate. De
ledenwerfactie heeft resultaten gehad.
Sprekende over de propaganda zeide de
voorzitter dankbaar te zijn voor de onbe
wuste bijdrage voor het werk, die Abe
Lenstra in zijn voetballessen in een dag
blad heeft gegeven, door het nut van ge
heelonthouding in sportverband zo duide
lijk in het licht te stellen.
De voorzitter ging uitvoerig in op de acti
viteiten van leden van het hoofdbestuur en
van die van andere organisaties. Spreker
had de indruk, dat de op zich zelf betreu
renswaardige toeneming van het alcohol
gebruik enerzijds en de nieuwe aspecten,
die de wetenschap voor herstel van alcoho
listen biedt, anderzijds, oorzaak zijn van
grotere aandacht, die er aan het alcohol
vraagstuk in breder kring wordt gewijd.
Volgens spreker is het alcoholprobleem
allesbehalve overbodig geworden, zoals
hier en daar wel eens wordt beweerd. Zon
der overdrijving mogen wij, aldus de voor
zitter, constateren, dat de ontwikkeling van
de drinkgewoonten zowel nationaal als
internationaal het bestaan van de drank
bestrijding rechtvaardigt.
In Nederland is het gebruik van gedistil
leerd, wijn en bier gestegen; het bierge
bruik is in zeven jaar met 60 °/o toegeno
men. De omvangrijke reclame van het cen
traal brouwerijkantoor is daaraan niet
vreemd.
Tenslotte vestigde de heer De Bruin de
aandacht op de herziening van de Drank
wet, die in het komende jaar waarschijn
lijk behandeld zal worden. „Laten wij ook
daarbij op onze hoede zijn en pogen op dit
stuk teruggang te voorkomen."
Nieuwe bestuursleden
In de zondag voortgezette vergadering
zijn de aftredende hoofdbestuursleden, de
heer J. de Bruin te De Steeg, mej. Too
Janssen te 's Hertogenbosch, de heer J.
Kingma te Zutphen en ds. L. H. Ruiten
berg te Den Haag herkozen. Als nieuwe
bezoldigde algemeen secretaris werd be
noemd de heer J. Schuitevoerder te Am
sterdam; als nieuwe hoofdbestuurders wer
den gekozen: dr. C. van Rijsinge te Utrecht,
B. Keulen te Rauwerd en J. Bok te Hee
renveen.
Met een hartelijk woord van dank werd
afscheid genomen van de huidige algemeen
secretaris, de heer G. v. d. Akker, die weer
een functie bij het onderwijs aanvaardde.
Een zeer belangrijk deel van de vergade
ring werd besteed aan een bespreking van
de vraag, die in de openingsrede van de
voorzitter reeds werd aangeduid en in een
inleiding van het hoofdbestuurslid de heer
K. Leijenaar uitvoeriger werd behandeld:
welke nieuwe wegen moet de drankbestrij
ding bewandelen om het volk en met name
ook de jongeren beter te kunnen benade
ren? Zowel de diepgaande veranderingen
in de samenleving, de verandering der
mentaliteit bij de jongeren als de situatie
van de vereniging werden daarbij onder de
loep genomen. Een intern beraad met een
aantal prominente persoonlijkheden in en
buiten de vereniging heeft duidélijk ge
maakt, dat nieuwe vormen van activiteit
moeten worden gevonden om weer vol
doende gehoor te vinden bij brede lagen
van het volk. De aandacht moet worden
gericht op vormen van practische drank
bestrijding als consultatiebureaus voor al
coholisme, stichting alcoholvrije cantines
en andere gelegenheden, „Gouden Boek"-
actie via de scholen, alcoholbestrijding bii
snelverkeer, dorps- en buurthuizenwerk.
verschillende vormen van jeugdwerk en
maatschappelijk werk in diverse vormen.
De ontwikkelde gedachten werden vast
gelegd in een motie, die het hoofdbestuur
opdraagt, een en ander door een commissie
te doen bestuderen en die met algemene
stemmen werd aangenomen.
DEM hield gisteren op de sintelbaan Adrl-
chem (Beverwijk) de voorronde om de
Prinses Juliana-beker, waarbij het om drie
plaatsen in de eindstrijd ging. G.A.C. uit
Hilversum bleek oppermachtig te zijn,
want met 52pnt. bleef deze ploeg 21 pun
ten voor op A.D.A. uit Amsterdam, die tot
31 x/j pnt kwam. Het Rotterdamse Victoria
plaatste zich als derde met 25 punten.
Atmodes, dat voor het eerst in deze wed
strijd uitkwam, kwam niet verder dan de
gedeelde zevende en achtste plaats met
Minerva uit Rotterdam. Beide ploegen
kwamen tot 14 punten. Het zijn vooral de
beide hordenloopsters mevrouw Wullems-
De Vries en mej. Takken geweest, die tot
het puntentotaal van de Haarlemse atle
tes hebben bijgedragen.
Mevrouw Wullems won verrassend de
80 m. horden in 12.1 sec., waarmede ze be
wees toch nog altijd tot de beste horden-
loopsters in Nederland te behoren. Mej.Tak-
ken kwam tot een vierde plaats in 12.7 sec.
Deze laatste atlete plaatste zich ook in de
halve finale 100 m., waarin ze echter werd
uitgeschakeld. Eenzelfde lot onderging
mej. Bouman van Atmodes, die echter met
een serietijd van 12.9 sec. bewees aanleg
voor dit sprintnummer te hebben.
Mej. Hovestad stelde enigszins teleur,
door bij het hoogspringen niet verder te
komen dan 1.40 m. Dat betekende een ge
deelde 4e en 5e plaats, terwijl een sprong
van 1.45 m„ waartoe zij zeer zeker in staat
is, reeds een tweede plaats opgeleverd zou
hebben.
Mevrouw Van Drunen-De Vries wist een
zesde plaats te bemachtigen op het discus
werpen met 31.74 m., terwijl de ralay-esta-
fette Atmodes een vijfde plaats opleverde
in 59.7 sec.
De Atmodes-ploeg werd tijdens de 4x100
m. wegens foutief wisselen gedisqualifi-
ceerd en dat deed kostbare punten verloren
gaan, want juist op dit nummer had er
een zeer eervolle plaats voor de Haarlemse
Dames ingezeten.
Op een ingelaste 3000 m. bezette Jansen
(Haarlem) de tweede plaats in 9 min. 22.8
sec. Dit nummer werd gewonnen door Mel-
sen van Quick Nijmegen, die het laatste
halfjaar als gast bij Haarlem meetraint.
Melsen noteerde 9 min. 16.4 sec.
ff
ff
In Bloemendaals Openluchttheater is het
seizoen, ondanks het weinig zomerse weer,
zaterdagavond met de eerste voorstelling
van een kleine reeks door het Baskische
danstheater „Oldarra" begonnen. Er werd
een aantrekkelijk programma tot vertoning
gebracht, dat helaas af en toe schade leed
door de gebrekkig functionerende geluids
installatie. De optredenden hebben overi
gens hun uiterste best gedaan zichzelf en
de bevolking van de tribunes warm te ma
ken. De zangnummers mochten dan niet
zo goed zijn als men dat ook van folkloris
tische groepen uit dit gebied gewend is,
men werd daarvoor schadeloos gesteld
door het aandeel van de typische txistulari,
de virtuoos die zoals bij de Basken ge
bruikelijk is fluit en trommel tegelijk
bespeelde en die terecht veel succes oogstte.
Natuurlijk was de dans hoofdzaak en in
dat opzicht kwam men. ondanks de na
delen van vocht en koude, niets tekort aan
hetgeen men verwachten mocht. De Bas
kische volksdansen, vooral die voor de
mannen, zijn tamelijk spectaculair en voor
de balletliefhebber zeer interessant. Er zijn,
zoals reeds vaker in deze kolommen werd
opgemerkt, talrijke elementaire overeen
komsten met onderdelen van de zoge
naamde academische techniek aan te wij
zen. Ook van de oude hofdansen vindt men
vele sporen terug. Vooral de suite van dan
sen uit Biscaje en de „Mascarade Soule-
tine" leverden hier de bewijzen van. De
snelle sprongen met de hoepels en de veel
voudige draaien in de lucht maakten snel
de geestdrift van de toeschouwers gaande.
De meisjes kregen een aardige kans in
het tafreel „Illunabarra" (De schemering).
Haar blauw-geel-witte en later rood-wit-
zwarte kostuums kwamen fraai uit tegen
de beboste achtergrond, zodat ook in dit
opzicht het oog niet tekort kwam. De
meeste proefnemingen om de volksdans te
gebruiken tot uitbeelding van een verhaal
zijn tot mislukking gedoemd. Een geluk
kige uitzondering vormde de „Soso dant-
za" (Dans van de merel). De vertolking van
de titelrol wekte zelfs associaties met „De
blauwe vogel". En ook de revueachtige
scène „Lekeitio" reeds van vorige jaren
bekend maakte een plezierige indruk,
mede dank zij de toch altijd opzienbarende
dans op de gildekist, de zigeunerachtige
tafeldans en de vele proeven van kracht
en behendigheid.
Verder is er over dit ensemble weinig
nieuws te vertellen. Als men de Baskische
dansen nog niet kent, mag men de gelegen
heid die vanavond nog geboden wordt
de schade in te halen niet verzuimen.
Het is natuurlijk jammer, dat het weer zo
weinig tot een bezoek stimuleert, maar bij
voorbeeld met een reisdeken ter verwar
ming bij zich zal men zich al heel spoedig
onder een andere hemel wanen. Het enige
Hollandse is dan nog de kikker, die de
obligate partijen kwaakt.
D. K
(Van onze filmredacteur)
IN 1955 bezochten meer dan 65 miljoen
Nederlanders de bioscoop. In Haarlem be
droeg het aantal bioscoopgangers 1.820.00Ü.
Dat is ten naaste bij twee miljoen per jaar,
want de cijfers, gerekend vanaf 1950 ver
tonen slechts een onbeduidende speling.
Twee miljoen bioscoopbezoekers in 1955 in
Haarlem. Hoe groot zou het percentage
zijn, dat de jeugd erop uitmaakt? Cijfers
uit andere landen leren, dat het aanzien
lijk is. Dat is niet verontrustend zolang het
de goede films zijn, die de jeugd gaat zien.
Maar zeer beslist moet men de nivelleren
de en vervlakkende uitwerking van de
wensdroomprodukten, de ongezonde moord
en schietpartijen en erotisch bezwangerde
sfeerfilms niet onderschatten. Aan die pro-
dukten dankt de film haar slechte naam.
Beter echter dan daartegen met grote leu
zen te velde te trekken is het de jeugd
ontvankelijk te maken voor de goede film.
Men prijst haar immers ook een goed boek
en een goed toneelstuk aan en behandelt
die in de litteratuurgeschiedenis of de va
derlandse letterkunde-lessen. Propaganda
voor de goede film door voorlichting en
enthousiaste commentaar is een noodzake
lijk tegenwicht tegen de filmreklame, wier
grootschreeuwerjj de jeugd zal dienen te
leren doorzien. De film is de kunst voor het
volk van deze eeuw geworden, schrijft
Andrè Bazin. Wie dat wil ontkennen is het
slachtoffer van zelfbedrog. De film is het
inderdaad. Ze vestigt voortdurend de aan
dacht op zichzelf en ligt financieel gemak
kelijk binnen het bereik.
MEN KAN zich daarom afvragen of
naast de docenten ook niet de ouders te
vaak veronachtzamend of negatief ont
radend tegenover de film staan. Weten de
ouders eigenlijk van het bestaan van de
filmische vorming der rijpere schooljeugd
af en hebben zij er zich rekenschap van
gegeven dat hier de school een taak van
hen overneemt, die zij dikwijls maar ten
halve of in het geheel niet vervullen Een
taak, die zij soms zeer moeilijk kunnen
vervullen, omdat de film in hun ogen nog
een vorm van verstrooiing is, al of niet
gepast, maar allesbehalve een vorm van
kunst. Zij kunnen het veilig aan de com
missie voor de filmische vorming overlaten
een programma voor hun kinderen op te
stellen, dat aangepast is èn aan hun leef
tijd èn aan hun interesse. Wanneer zij
daaraan hun steun onthouden stellen zij de
school in gebreke. In haast alle andere
gevallen echter vertrouwen zij de school
onvoorwaardelijk. Misschien willen zij
eens hun gedachten laten gaan over de
wijze, waarop men in de Verenigde Staten
het probleem „Film en Jeugd" heeft aan
gepakt, vooropgesteld dan dat zij er in
derdaad een probleem in zien.
Naar de Antillen. Op 26 juli zal Hr. Ms.
fregat „Van Speyk" uit Den Helder vertrek
ken naar de Nederlandse Antillen, ter af
lossing van Hr. Ms. fregat „Willem van der
Zaan", welk schip op 31 juli uit de Neder
landse Antillen in Nederland wordt ver
wacht.
Sem Dresden is op 20 april jongstleden
vijfenzeventig jaar geworden. Het Holland
Festival is nu een gerede aanleiding om
deze animator van het Nederlands.muziek
leven te eren met de uitvoering van twee
van zijn jongste composities: het symfo
nisch oratorium „Saint Antoine" en het
koorwerk met instrumentale begeleiding
„Sint Joris en de draak". Dit laatste staat
op het programma van het Leidse Toon
kunstkoor en komt dinsdag tot uitvoering.
„Saint Antoine" werd zaterdagavond in het
Concertgebouw te Amsterdam, onder lei
ding van Antoon Krelage door de plaatse
lijke „Stem des Volks" ten gehore gebraent,
met een keur van solisten en het Utrechts
Stedelijk Orkest.
Dresden componeerde dit werk voor de
Nederlandse Radio Unie, die er de eerste
uitvoering van verzorgde. Verder is het
onlangs op het Internationaal Congres voot
Kerkmuziek te Augsburg vertolkt, naar be«
richt werd met overweldigend succes. Za
terdagavond bracht de kennismaking met
het oratorium van Dresden ons de over
tuigende bevestiging van de waarde dezer
mededeling. Ook in Amsterdam heeft men
gejuicht en wel zeer terecht. Tot tweemaal
toe werd de componist op het podium ge
roepen om de hulde van publiek en uit
voerders in ontvangst te nemen.
Dresden, die als componist nooit het suc
ces gezocht heeft, maar als markante per
soonlijkheid steeds
onverdroten zijn
weg ging, hoe men
ook over zijn werk
dacht, heeft met al
de consequenties
van zijn kunnen
en zijn artistieke
wezen ons in zijn vijfenzeventigste levens
jaar dit meesterlijk symfonische oratorium
geschonken. De enorme bijval zal hem
misschien zelf hebben verrast. Toch lijkt
het ons duidelijk en zeer verklaarbaar
waarom zijn „Saint Antoine" een voltreffer
blijkt te zijn. In de eerste plaats is er de
spannende tekst, die hoofdzakelijk aan het
beroemde boek van „La Tentation de Saint
Antoine" van Flaubert ontleend is en waar
van hij de religieuze tendenz versterkte
door toevoeging van zuiver liturgische ge
gevens, die van de sfeer van een Hyroni-
mus Bosch moduleren naar die van een
Fra Angelico, wat een welkome contrast
werking in de compositie verzekert.
Dan is er in het werk een directheid, die
de opstuwing geen ogenblik onderbreekt.
De indruk van het gesproken woord met
zinrijke muzikale onderlijning die nooit de
spreekstem hindert werkt deze boeiende
continuïteit niet weinig in de hand. Verder
is er Dresdens voortreffelijke zin voor vo-
caliteit, die uiteraard leidde tot een schrijf
wijze voor de stemmen, die niet alleen
ideaal klinkt, doch ook een uitzonderlijke
melodische kracht heeft. Tegenover de
stemmen, die het verhaal dragen en mee
delen, staat een orkestrale illustratie, die
karakteriseert en kleurt met een meester
schap, dat verrassing op verrassing brengt.
Het is niet onmogelijk dat de stijl van
Honeggers „Jeanne d'Arc" bevruchtend op
die van de componist van „Saint Antoine"
heeft gewerkt. Het resultaat daarvan raakt
echter slechts uiterlijke dingen. Evengoed
zou men kunnen wijzen op „Mathis der
Maler" van Hindemith, gelet op de keuze
van het onderwerp. Maar daar houdt het
dan ook mee op, want Dresden heeft zich
in zijn oratorium melodisch en harmonisch
zeer gedistancieerd van dit Duitse voor
beeld.
Van de zeven solisten zijn er twee alleen
aangewezen op de declamatie. De kern van
het vocalistenkwintet is een damestrio-
sopraan, mezzo en alt, waaraan de compo
nist hetzij solistisch of gezamenlijk
een zware, maar dankbare taak toever
trouwd heeft. Het gaf de sopraan Annette
de la Bije een uitzonderlijke kans met fraai
geluid en artistieke zin haar kunstvaardig
heid te demonstreren. Haar episoden als
„De Koningin van Saba" en die als „Hele
na" waren bewonderenswaardig. De mezzo
Mea Boon-Naberman en de alt Annie Her
mes dienden het werk met volle overgave
en haar aandeel klonk dan ook prachtig
Wanneer het drietal zich verenigde, soms
ook in combinatie met een klein koor,
hoorde men etherische klanken die aan de
bovenzinnelijke muziektaal van Père
Franck deden denken. De tenor Wiebe
Drayer en de bas Anton Eldering zongen
hun karakteristieke soli met voldoende
begrip. Elisabeth Lugt vertolkte als decla-
matrice in correct Frans het verhaal en
Léon Combé gaf van de gesproken titel-
partij een rake uitbeelding.
Het zeer omvangrijke koor verrichtte
wonderen van slagvaardigheid en aanpas
singsvermogen, dank zij de uitnemende
voorbereiding en de suggestieve directie
van Anton Krelage, die het grote apparaat
stevig in de hand had en zo mede ook het
orkestrale aandeel prachtig in evenwicht
wist te houden met het vocale bloc. Door
deze liefderijke verzorging kon het werk
zijn magistraal effect niet missen. Vooraf
was met briljante geluidsexpansie het
Budvari Te Deum van Zoltan Kodaly uit
gevoerd.
JOS. DE KLERK.
Het programma der orgelbespeling in de
Grote of St. Bavo Kerk te Haarlem op dins
dagavond van acht tot negen uur door Albert
de Klerk luidt:
1. Preludium en Fuga. Jaap Vranken; 2.
Passacaglia, Jacob Bijster; 3. Fantasie La
majeur, César Franck; 4. Suite du deuxième
ton (a. Plein Jeu. b. Duo, c. Trio, d. Basse
de Cromorne, e. Flutes, f. Récit de Nazard, g.
Caprice sur les Grands Jeux), Louis Nicolas
Clérambault; 5. Preludium und Fuge Es dur,
Joh. Seb. Bach.
In de week va,n 18 tot en met 23 juni is
een collecte voor het medisch kleuterdag
verblijf „Margriet" gehouden. In totaal is
een bedrag van 4.255,30 ingezameld. De
lijstcollecte heeft opgebracht 2.887,86; de
straatcollecte van zaterdag 840,70; de
voorstelling op het EDO-terrein 526,74.
Voor de lijstcollecte waren slechts 51 col
lectanten beschikbaar en voor de straatcol
lecte 43 collectanten.
Haarlem, 23 juni 1956.
GEHUWD 23 juni: J. Pourchez en G-
Willé- J. Koops en H. Diek.
BEVALLEN van een zoon: 21 juni:
G. Visscher-Maaskant; 22 juni: J. van Sloo-
ten-Bout, L. Vermeulen-Stijger, G. Brandse-
Mansier.
BEVALLEN van een dochter: 23 juni:
M. G. van den Akker-Slaats.
OVERLEDEN 21 juni: G. F. W. Bausch,
76 j., Van Keulenstraat. A. Bakker-Van
Langen, 78 j., Uranusstraat; 22 juni: J. P. L.
Kroon, 2 j., Maerten van Heemskerkstraat.
In tachtig percent van alle scholen in de
Verenigde Staten zijn in het gewone les
rooster dus niet buiten de lessen om
zoals hier filmvertoningen opgenomen.
In deze vertoningen worden niet alleen
films gedraaid, die zijn gericht op visueel
onderwijs, maar ook speelfilms, welke dus
evenzeer voor de bioscopen zijn bedoeld.
Korte versies van normale speelfilms
dienen tot illustratie van de lessen. Waren
er in 1936 nog slechts 485 scholen, die in
het bezit waren van een projectie-apparaat,
het vorig jaar was dit aantal al gestegen
tot 78.000.
HET ENIG NOODZAKELIJKE om de
filmbelangstelling van de jeugd op te
vangen is dus in de Verenigde Staten ge
daan: de film wordt niet verbannen, maar
binnengehaald. Men selecteert en probeert
de jeugd de normen des onderscheids bij te
brengen. Ook op internationaal cultureel
niveau wordt de relatie film en jeugd be
studeerd. Een organisatie als de Unesco
heeft er een aparte sectie voor ingericht,
waarmee ook ons land in nauw contact
staat.
Het is niet overbodig aan de filmische
vorming van de jeugd moeite en tijd te
geven. De jeugd vraagt er om, want de
jeugd blijft niet uit de bioscoop weg. Wan
neer men haar niet aan haar lot wil over
laten, moet de vorming zo vroeg mogelijk
beginnen. Daarom verdient het werk der
Haarlemse commissie ook de aandacht en
waardering van diegenen, die een deel der
opvoeding overlaten aan hun vertrouwens
mannen, de docenten, of, in zijn geheel, de
school. Wanneer de ouders hun steun ont
houden, doen zij er hun eigen kinderert
mee tekort. Zij benadelen daarmee uitein
delijk zichzelf.'Hun belang is met het werk
der filmische vorming evenzeer gekend
als dat van de jeugd, die met de film de
toekomst heeft.
De tentoonstelling van schilderijen van
Frieda Tas-Herzberg in het Tuinhuis San-
tee Landweer te Amsterdam is een laat
debuut te noemen. Frieda Tas is allang
bezig. Het was omstreeks 1935 dat ik b-.j
vrienden een schilderijtje van witte bloe
men tegen hardblauwe achtergrond zag,
dat me nogal intrigeerde. De zo persoon
lijke kleurgeving en de directheid waar
mee de voorstelling op het doek was ge
gooid, maakten het tot een ding, dat naar
kwaliteit werk van bekende figuren van
die tijd nabij kwam. Sindsdien behoorde ik
tot die kleine kring van mensen, die wisten
dat Frieda Tas, charmant gastvrouwe voor
vele kunstenaars, zelf ook schilderde. Het
is goed dat zij nu de moed heeft opgebracht
te exploiteren. Ondanks tekortkomingen in
het tekenen is haar werk niet meer dat van
een dilettante. Zij weet hetgeen zij te zeg
gen heeft voldoende aan ons over te bren
gen. Haar persoonlijkheid weet iets toe te
voegen aan wat we om ons heen zagen en
zien. Wanneer men zo ver is, mag men
werk niet meer op het atelier voor zichzelf
houden. Dan is het toch enigszins publiek
bezit geworden.
Het portret, dat Frieda Tas van de diri
gent Swoboda schilderde, is er weer zo'n
voorbeeld vap dat vakkennis niet voor
iedereen noodzaak 'behoeft te zijn. Hoewel
ik Swoboda nooit' përsoonlijk Ontmoette
stond ik voor iemand die ik meende te
kennen. Het is Frieda Tas' portret dat ons
deze figuur dan dus zo vertrouwd maakt.
Wanneer enkele zaken wat vluchtig zijn
aangeraakt, komt dat waarschijnlijk door
dat zij bang is een geslaagde opzet te ver
knoeien. En zou dat dan ook niet jammer
geweest zijn in dat kinderportretje, waarin
de houding der handjes zo ontroert? Naar
kleur is het figuurstuk, dat zij terecht
„Schets" noemde, misschien één harer tref
fendste schilderijen.Wat meer doorgewerkt
zijn enkele bloemstukjes. Met aandacht
worden dan de golvingen van zo'n fin-de-
siècle vaasje gevolgd, omdat dat spel van
rondingen haar boeit. Voor Frieda Tas gel
den wel de woorden van Rembrandt, die
zei dat een schilderij af is wannneer ae
schilder zijn voornemen daarin bereikt
heeft. In hoeverre Frieda Tas zich haar
voornemens bewust is, kan ons koud laten.
Mogelijk dat ze zelf verwonderd kan zijn
over wat onder haar handen ontstond en
zij op tijd de dingen weet los te laten. Dat
ze „voornemens" bezit, bewijzen enige
schilderijen, waarin ze haar herinneringen
aan het concentratiekamp verwerkte
De schilder Kisting is van invloed ge
weest op haar werk. Terecht koesterde zij
een grote bewondering voor deze nog niet
zo lang geleden gestorven figuur. Lange
tijd werd ze dagelijks geconfronteerd met
zijn beste werk. zoals ik zelf mocht zien.
Wanneer men dit weet, is die invloed in
twee vrouwenportretjes wel terug te vin
den. Mij ontroeren ze echter meer dan die
modieuze gevalletjes, die Kisting later nog
al eens maakte. Haar argeloosheid tegen
over de techniek is haar dan een voordeel.
Deze tentoonstelling duurt tot 5 juli.
BOB BUYS.
De minister van Onderwijs, Kunsten en
Wetenschappen, mr. J. M. L. Th. Cals, heeft
zaterdagmiddag de nieuwe vleugel van hel
honderdjarige Gemeentemuseum Arnhem,
bestemd voor het historisch museum van
Gelderland, officieel geopend. In zijn toe
spraak deed hij mededeling van de be
noeming van de directeur van het museum,
de heer A. J. de Lorm, tot Officier in de
Orde van Oranje Nassau.
De nog maar kort bestaande ritmische
afdeling van G.I.O.S. heeft in de grote zaal
van Vreeburg in Bloemendaal een open
bare demonstratie gegeven. Gezien de
spontane wijze, waarop de kleine en grote
meisjes de hun toebedeelde rollen en/of
oefeningen in het sprookje Tempel de to
venaar lieten zien en de reacties van de
zeer vele belangstellenden, kan zij op een
goed geslaagde avond terugzien.
De inhoud van dit sprookje bracht mede,
dat er niet doorlopend ritmische gym
nastiek en dans werden vertoond, maar dat
ook als inleiding voor een volgende pro-
prammapunt, toneel gespeeld moest wor
den, hetgeen in hoofdzaak door de kabou-
tergroep en in mindere mate door de hof
dames werd gedaan.
Van de andere groepen zagen wij dan
meer de bewegingsvormen, uitgevoerd op
met zorg gekozen mechanische muziek. De
dans van de elfjes was bijzonder aardig,
mede door het resolute optreden van hun
koningin. De te kleine werkruimte zal er
v/el oorzaak van zijn, dat de dans van de
hofdames (grote meisjes) minder tot zijn
recht kwam; de drie hofdansers hadden
méér ruimte om zich te verplaatsen.
Het schermspel van de lijfgarde werd
zeer correct uitgevoerd en verkreeg dan
ook een verdiend applaus. Ook de kabou-
terdans waarin aardige effecten waren ver
werkt, mocht gezien wordén. Dat het op
treden van de hofnarren een lachnummer
werd, behoeft eigenlijk niet vermeld te
worden; zelfs de uitvoerenden hadden
moeite om in de „plooi" te blijven.
De avond werd geopend met korte de
monstraties der nieuwelingen en gesloten
werd met het overhandigen van bloemen
en enige boekwerken aan de leidster me
vrouw A. E. Hartman-Huis.
ADVERTENTIE
WrilVS,MPtEi-CycloWe1
Rijksstraatweg 246a
Telefoon 22604
Floresstraat 15 - Haarlem - Telefoon 16548
KROCHT 6—8 t/o Hema
TEL. 10353
RIJWIELEN en HULPMOTOREN
GEN. CRONJéSTRAAT 160 - TEL. 12344
MARNIXSTRAAT 45 - TELEFOON 25081
ZOMER^AART 150-152 - TELEFOON 10172
Bij een conflict zouden piloten
gaan vliegen in burgerkleding
Sedert enige weken zijn tussen de direc
tie van de K.L.M. en de vereniging van
K.L.M.-vliegers besprekingen gaande over
de salarissen van de K.L.M.-vliegers. In een
onlangs gehouden ledenvergadering van de
vereniging van K.L.M.-vliegers is besloten
geen actie te ondernemen, die de K.L.M.
schade zou kunnen doen. De vliegers
realiseren zich, zo vernemen wij van de
ziidc der vereniging, dat het aanzien van
de K.L.M. naar-buiten niet mag worden
geschaad.
Zij hebben bij voorbaat bepaald dat elke
actie, die wel zulk een resultaat zou heb
ben, uit de boze is. Van de zijde der vlie
gerorganisatie vernemen wij verder dat er
van een conflict geen sprake is. Mocht er
een conflict ontstaan, dan, zo is besloten,
zullen de vliegers nimmer verder gaan
dan in burgerkleding de dienst uit te
voeren. De standpunten van de vliegers en
van de directie zijn elkaar zo dicht ge
naderd, dat er thans wellicht geen sprake
is van enig verschil.
Van de zijde van de K.L.M. vernemen wij
bij informatie dat de genoemde zaken door
de directie van de K.L.M. worden behandeld
met de vliegerorganisaties en dat zij geen
redenen aanwezig acht om hierover publie
kelijk mededelingen te doen.
Ondergetekende:
Naam:
Straat:
Plaats:
wenst zich met ingang van
te abonneren op
OPRECHTE HAARLEMSCHE COURANT
6.50 per kwartaal// 0.50 per week
Handtekening:
Doorhalen wat niet verlangd wordt.
ZU die zich met ingang van 1 Juli 1956 per kwartaal abonneren, ontvangen
*2' met.30 juni 1956 eratl5- Dit eeldt alleen voor nieuwe
kwartaalabonne s dus niet voor omzetting van week- in kwartaalabonnementen