ECHTE WALES ANTRACIET A. v. d. Bogaard Rijwielhuis „WILHELMINA" Henk Reedijk SCHOUS Nieuwe wegen in het werk van de drankbestrijding „DE SPAARNESTAD" Filmische vorming van rijpere schooljeugd Sem Dresden schreef een meesterlijk oratorium Haarlems Dagblad Ned. Ver. tot afschaffing van alcoholhoudende dranken Bas kis ch Ballet Oldarra Frieda Tas-Herzberg '^Simplex-fiets Aanmeldingsformulier MAANDAG 2 5 JUNI 1956 HAARLEMS DAGBLAD OPRECHTE HAARLEMSCHE COURANT 8 Piet Kee bespeelde het orgel van Cavaillé Coll Voorwedstrijden om de Prinses Juliana-beker OPENLUCHTTHEATER Saint Antoine" door De Stem des Volks HOLLAND FESTIVAL Programma van orgelbespeling Collecte „Margriet" bracht 4.255,30 op Burgerlijke Stand van Haarlem In het Tuinhuis Nieuwe vleugel van Arnhems Gemeentemuseum geopend Geslaagde demonstratie van Ritmegroep GIOS LANDMEI ER M. JANSEN Onderhandelingen met KLM over vlieger-salarissen In de zaterdag en zondag te Haarlem gehouden 111e algemene vergadering van de Nederlandse Vereniging tot afschaffing van Alcoholhoudende dranken is een motie aangenomen,waarin het hoofdbestuur werd opgedragen een commissie te benoemen, die aandacht zal besteden aan de vraag welke nieuwe wegen de drankbestrijding moet bewandelen, om het volk en met name ook de jongeren beter te kunnen benaderen. Ontvangst Zaterdagmiddag waren de afgevaardig den in de ridderzaal van het Haarlemse stadhuis bijeengekomen voor een officiële ontvangst door het gemeentebestuur. Loco burgemeester de heer D. J. A. Geluk zeide de gasten gaarne welkom te heten, omdat zij deel uitmaken van een vereniging met een belangrijke geschiedenis, welke vereni ging een bijzondei-e betekenis in het maat schappelijk leven in het Nederlandse volk inneemt. Men mag van mening verschillen over het streven, voor het werk hebben allen respect en wel door het grote idealis me. dat daaraan ten grondslag is gelegd. Pioniers hebben de grondslag gelegd voor een arbeid, die tot resultaat heeft geleid, dat het drankmisbruik thans anders is dan een halve eeuw geleden. De Nederlandse Vereniging tot. afschaffing van Alcohol houdende dranken heeft nog een taak te vervullen, omdat drankgebruik nog steeds een kwaad is. Daarbij dacht spreker aan de verkeersongevallen ten gevolge van te veel drankgebruik. Gebleken is, dat een groot aantal bestuurders van voertuigen verantwoordelijkheid missen. Met het uit spreken van de beste wensen voor het slagen van de vergadering besloot de heer Geluk zijn toespraak. De heer J. de Bruin uit De Steeg dankte als voorzitter van de ontvangen vereniging voor de ontvangst en haalde persoonlijke herinneringen op uit de tijd, dat hij in Haarlem werkzaam was. Ontivikkeling Des avonds kwamen de afgevaardigden in het Concertgebouw bijeen. De voorzitter memoreerde in zijn openingsrede, dat de vergadering zich zal bezig houden met de ontwikkeling van de arbeid en hetgeen die arbeid voor de toekomst vraagt. In het afgelopen jaar is de grondslag gelegd van een ernstige bezinning op doel, aard en actualiteit en derhalve de doeltreffendheid van het werk van de vereniging in de komende jaren. Het lid van het hoofdbe stuur de heer K. Leijenaar zal de resul taten daarvan uiteen zetten en de koers aangeven, die naar de mening van het hoofdbestuur moet worden ingeslagen om het werk, zonder iets van de principes prijs te geven, aan te passen aan de eisen van de tijd. Spreker hoopte, dat de afgevaar digden na ernstige overweging van de po sitie en de tqak van de drankbestrijding temidden van de maatschappelijke ontwik keling van deze tijd, erin zullen slagen het in beginsel eens te worden over nieuwe wegen, welke zullen moeten worden be treden om de dienstbaarheid aan de samen leving nieuwe inhoud te geven en daarmee ook nieuwe inhoud te geven aan de orga nisatie, teneinde aldus haar invloed naar omvang en inhoud te versterken. De heer De Bruin vervolgde, dat er van ADVERTENTIE Nog VIJF dagen VOORJAARSPRIJZEN „VICTORIOUS" en „SEVEN SISTERS" WALES zijn alleen verkrijgbaar bij: BRANDSTOFFENHANDEL FRIESE VARKENMARKT 6—10 (Spaarne bij viaduct) Telefoon 14164 en 13904 De leden van de Nederlandse Vereniging tot afschaffing van alcoholhoudende dran ken, die het afgelopen weekeinde in het gemeentelijk concertgebouw bijeen waren, hebben het voorrecht gehad de nieuwe stadsorganist Piet Kee het orgel van Ca vaillé Coll te horen bespelen. Voor zover mij bekend is, was het de eerste keer, dat de organist zich op het fraaie instrument in ruimere kring liet horen. Piet Kee, die zelf een actief lid van de vergaderende vereniging is, heeft zijn medeleden met deze bespeling een mooi en bovendien bevattelijk muzikaal intermezzo aangeboden. Hij werd daarbij terzijde ge staan door zijn vrouw Freya Kee-Lemaire, die enkele liederen van Mozart, Bach, Dvo rak en Widor zong. Die zangvoordracht gaf ogenblikken van bijzondere wijding. De warmgekleurde mezzo-sopraan van me vrouw Kee heeft een van nature expressief karakter. Tezamen met een opvallend besef van de inhoud van het gezongen lied waar borgde deze vocale dispositie vertolkingen, die indruk konden maken. In het bijzonder denk ik hierbij aan „Vergiss mein nicht" en „Dir, Dir, Jehova, will ich singen" van Bach of „Non credo" van Ch. M. Widor en het „Ghantez un chant nouveau" van Dvorak, dat men meestal in het Duits als „Singet ein neues Lied" hoort. Piet Kee begeleidde zijn vrouw daarbij met goed gekozen registratie in voorbeel dige eenheid. Als solist vertolkte hij de langzamerhand populair geworden Toccata en fuga in d van J. S. Bach, het zo fantasie rijke en vormschone werk van de grote cantor. Piet Kee maakte een doeltreffend gebruik van de baroktinten, die het speci fiek „Franse" orgel kan bieden en kwam tot een klare, tintelende, virtuoos beheerste uitvoering, die zeer op prijs werd gesteld. En opnieuw kon Piet Kee zijn uiteraard heterogeen samengesteld auditorium tot warme bijvalsbetuigingen brengen met het spelen van het liefelijke „Prière" en de stuwende Toccata uit de Suite Gothique van L. Boëlmann, muziek die als voor het orgel geschreven leek en waarvan de orga nist bij de tongwerken en de „strijkende" registers een prachtig kleurenpalet vond. P. ZWAANSWIJK opleving van de drankbestrijding sprake is, zij het ook niet in voldoende mate. De ledenwerfactie heeft resultaten gehad. Sprekende over de propaganda zeide de voorzitter dankbaar te zijn voor de onbe wuste bijdrage voor het werk, die Abe Lenstra in zijn voetballessen in een dag blad heeft gegeven, door het nut van ge heelonthouding in sportverband zo duide lijk in het licht te stellen. De voorzitter ging uitvoerig in op de acti viteiten van leden van het hoofdbestuur en van die van andere organisaties. Spreker had de indruk, dat de op zich zelf betreu renswaardige toeneming van het alcohol gebruik enerzijds en de nieuwe aspecten, die de wetenschap voor herstel van alcoho listen biedt, anderzijds, oorzaak zijn van grotere aandacht, die er aan het alcohol vraagstuk in breder kring wordt gewijd. Volgens spreker is het alcoholprobleem allesbehalve overbodig geworden, zoals hier en daar wel eens wordt beweerd. Zon der overdrijving mogen wij, aldus de voor zitter, constateren, dat de ontwikkeling van de drinkgewoonten zowel nationaal als internationaal het bestaan van de drank bestrijding rechtvaardigt. In Nederland is het gebruik van gedistil leerd, wijn en bier gestegen; het bierge bruik is in zeven jaar met 60 °/o toegeno men. De omvangrijke reclame van het cen traal brouwerijkantoor is daaraan niet vreemd. Tenslotte vestigde de heer De Bruin de aandacht op de herziening van de Drank wet, die in het komende jaar waarschijn lijk behandeld zal worden. „Laten wij ook daarbij op onze hoede zijn en pogen op dit stuk teruggang te voorkomen." Nieuwe bestuursleden In de zondag voortgezette vergadering zijn de aftredende hoofdbestuursleden, de heer J. de Bruin te De Steeg, mej. Too Janssen te 's Hertogenbosch, de heer J. Kingma te Zutphen en ds. L. H. Ruiten berg te Den Haag herkozen. Als nieuwe bezoldigde algemeen secretaris werd be noemd de heer J. Schuitevoerder te Am sterdam; als nieuwe hoofdbestuurders wer den gekozen: dr. C. van Rijsinge te Utrecht, B. Keulen te Rauwerd en J. Bok te Hee renveen. Met een hartelijk woord van dank werd afscheid genomen van de huidige algemeen secretaris, de heer G. v. d. Akker, die weer een functie bij het onderwijs aanvaardde. Een zeer belangrijk deel van de vergade ring werd besteed aan een bespreking van de vraag, die in de openingsrede van de voorzitter reeds werd aangeduid en in een inleiding van het hoofdbestuurslid de heer K. Leijenaar uitvoeriger werd behandeld: welke nieuwe wegen moet de drankbestrij ding bewandelen om het volk en met name ook de jongeren beter te kunnen benade ren? Zowel de diepgaande veranderingen in de samenleving, de verandering der mentaliteit bij de jongeren als de situatie van de vereniging werden daarbij onder de loep genomen. Een intern beraad met een aantal prominente persoonlijkheden in en buiten de vereniging heeft duidélijk ge maakt, dat nieuwe vormen van activiteit moeten worden gevonden om weer vol doende gehoor te vinden bij brede lagen van het volk. De aandacht moet worden gericht op vormen van practische drank bestrijding als consultatiebureaus voor al coholisme, stichting alcoholvrije cantines en andere gelegenheden, „Gouden Boek"- actie via de scholen, alcoholbestrijding bii snelverkeer, dorps- en buurthuizenwerk. verschillende vormen van jeugdwerk en maatschappelijk werk in diverse vormen. De ontwikkelde gedachten werden vast gelegd in een motie, die het hoofdbestuur opdraagt, een en ander door een commissie te doen bestuderen en die met algemene stemmen werd aangenomen. DEM hield gisteren op de sintelbaan Adrl- chem (Beverwijk) de voorronde om de Prinses Juliana-beker, waarbij het om drie plaatsen in de eindstrijd ging. G.A.C. uit Hilversum bleek oppermachtig te zijn, want met 52pnt. bleef deze ploeg 21 pun ten voor op A.D.A. uit Amsterdam, die tot 31 x/j pnt kwam. Het Rotterdamse Victoria plaatste zich als derde met 25 punten. Atmodes, dat voor het eerst in deze wed strijd uitkwam, kwam niet verder dan de gedeelde zevende en achtste plaats met Minerva uit Rotterdam. Beide ploegen kwamen tot 14 punten. Het zijn vooral de beide hordenloopsters mevrouw Wullems- De Vries en mej. Takken geweest, die tot het puntentotaal van de Haarlemse atle tes hebben bijgedragen. Mevrouw Wullems won verrassend de 80 m. horden in 12.1 sec., waarmede ze be wees toch nog altijd tot de beste horden- loopsters in Nederland te behoren. Mej.Tak- ken kwam tot een vierde plaats in 12.7 sec. Deze laatste atlete plaatste zich ook in de halve finale 100 m., waarin ze echter werd uitgeschakeld. Eenzelfde lot onderging mej. Bouman van Atmodes, die echter met een serietijd van 12.9 sec. bewees aanleg voor dit sprintnummer te hebben. Mej. Hovestad stelde enigszins teleur, door bij het hoogspringen niet verder te komen dan 1.40 m. Dat betekende een ge deelde 4e en 5e plaats, terwijl een sprong van 1.45 m„ waartoe zij zeer zeker in staat is, reeds een tweede plaats opgeleverd zou hebben. Mevrouw Van Drunen-De Vries wist een zesde plaats te bemachtigen op het discus werpen met 31.74 m., terwijl de ralay-esta- fette Atmodes een vijfde plaats opleverde in 59.7 sec. De Atmodes-ploeg werd tijdens de 4x100 m. wegens foutief wisselen gedisqualifi- ceerd en dat deed kostbare punten verloren gaan, want juist op dit nummer had er een zeer eervolle plaats voor de Haarlemse Dames ingezeten. Op een ingelaste 3000 m. bezette Jansen (Haarlem) de tweede plaats in 9 min. 22.8 sec. Dit nummer werd gewonnen door Mel- sen van Quick Nijmegen, die het laatste halfjaar als gast bij Haarlem meetraint. Melsen noteerde 9 min. 16.4 sec. ff ff In Bloemendaals Openluchttheater is het seizoen, ondanks het weinig zomerse weer, zaterdagavond met de eerste voorstelling van een kleine reeks door het Baskische danstheater „Oldarra" begonnen. Er werd een aantrekkelijk programma tot vertoning gebracht, dat helaas af en toe schade leed door de gebrekkig functionerende geluids installatie. De optredenden hebben overi gens hun uiterste best gedaan zichzelf en de bevolking van de tribunes warm te ma ken. De zangnummers mochten dan niet zo goed zijn als men dat ook van folkloris tische groepen uit dit gebied gewend is, men werd daarvoor schadeloos gesteld door het aandeel van de typische txistulari, de virtuoos die zoals bij de Basken ge bruikelijk is fluit en trommel tegelijk bespeelde en die terecht veel succes oogstte. Natuurlijk was de dans hoofdzaak en in dat opzicht kwam men. ondanks de na delen van vocht en koude, niets tekort aan hetgeen men verwachten mocht. De Bas kische volksdansen, vooral die voor de mannen, zijn tamelijk spectaculair en voor de balletliefhebber zeer interessant. Er zijn, zoals reeds vaker in deze kolommen werd opgemerkt, talrijke elementaire overeen komsten met onderdelen van de zoge naamde academische techniek aan te wij zen. Ook van de oude hofdansen vindt men vele sporen terug. Vooral de suite van dan sen uit Biscaje en de „Mascarade Soule- tine" leverden hier de bewijzen van. De snelle sprongen met de hoepels en de veel voudige draaien in de lucht maakten snel de geestdrift van de toeschouwers gaande. De meisjes kregen een aardige kans in het tafreel „Illunabarra" (De schemering). Haar blauw-geel-witte en later rood-wit- zwarte kostuums kwamen fraai uit tegen de beboste achtergrond, zodat ook in dit opzicht het oog niet tekort kwam. De meeste proefnemingen om de volksdans te gebruiken tot uitbeelding van een verhaal zijn tot mislukking gedoemd. Een geluk kige uitzondering vormde de „Soso dant- za" (Dans van de merel). De vertolking van de titelrol wekte zelfs associaties met „De blauwe vogel". En ook de revueachtige scène „Lekeitio" reeds van vorige jaren bekend maakte een plezierige indruk, mede dank zij de toch altijd opzienbarende dans op de gildekist, de zigeunerachtige tafeldans en de vele proeven van kracht en behendigheid. Verder is er over dit ensemble weinig nieuws te vertellen. Als men de Baskische dansen nog niet kent, mag men de gelegen heid die vanavond nog geboden wordt de schade in te halen niet verzuimen. Het is natuurlijk jammer, dat het weer zo weinig tot een bezoek stimuleert, maar bij voorbeeld met een reisdeken ter verwar ming bij zich zal men zich al heel spoedig onder een andere hemel wanen. Het enige Hollandse is dan nog de kikker, die de obligate partijen kwaakt. D. K (Van onze filmredacteur) IN 1955 bezochten meer dan 65 miljoen Nederlanders de bioscoop. In Haarlem be droeg het aantal bioscoopgangers 1.820.00Ü. Dat is ten naaste bij twee miljoen per jaar, want de cijfers, gerekend vanaf 1950 ver tonen slechts een onbeduidende speling. Twee miljoen bioscoopbezoekers in 1955 in Haarlem. Hoe groot zou het percentage zijn, dat de jeugd erop uitmaakt? Cijfers uit andere landen leren, dat het aanzien lijk is. Dat is niet verontrustend zolang het de goede films zijn, die de jeugd gaat zien. Maar zeer beslist moet men de nivelleren de en vervlakkende uitwerking van de wensdroomprodukten, de ongezonde moord en schietpartijen en erotisch bezwangerde sfeerfilms niet onderschatten. Aan die pro- dukten dankt de film haar slechte naam. Beter echter dan daartegen met grote leu zen te velde te trekken is het de jeugd ontvankelijk te maken voor de goede film. Men prijst haar immers ook een goed boek en een goed toneelstuk aan en behandelt die in de litteratuurgeschiedenis of de va derlandse letterkunde-lessen. Propaganda voor de goede film door voorlichting en enthousiaste commentaar is een noodzake lijk tegenwicht tegen de filmreklame, wier grootschreeuwerjj de jeugd zal dienen te leren doorzien. De film is de kunst voor het volk van deze eeuw geworden, schrijft Andrè Bazin. Wie dat wil ontkennen is het slachtoffer van zelfbedrog. De film is het inderdaad. Ze vestigt voortdurend de aan dacht op zichzelf en ligt financieel gemak kelijk binnen het bereik. MEN KAN zich daarom afvragen of naast de docenten ook niet de ouders te vaak veronachtzamend of negatief ont radend tegenover de film staan. Weten de ouders eigenlijk van het bestaan van de filmische vorming der rijpere schooljeugd af en hebben zij er zich rekenschap van gegeven dat hier de school een taak van hen overneemt, die zij dikwijls maar ten halve of in het geheel niet vervullen Een taak, die zij soms zeer moeilijk kunnen vervullen, omdat de film in hun ogen nog een vorm van verstrooiing is, al of niet gepast, maar allesbehalve een vorm van kunst. Zij kunnen het veilig aan de com missie voor de filmische vorming overlaten een programma voor hun kinderen op te stellen, dat aangepast is èn aan hun leef tijd èn aan hun interesse. Wanneer zij daaraan hun steun onthouden stellen zij de school in gebreke. In haast alle andere gevallen echter vertrouwen zij de school onvoorwaardelijk. Misschien willen zij eens hun gedachten laten gaan over de wijze, waarop men in de Verenigde Staten het probleem „Film en Jeugd" heeft aan gepakt, vooropgesteld dan dat zij er in derdaad een probleem in zien. Naar de Antillen. Op 26 juli zal Hr. Ms. fregat „Van Speyk" uit Den Helder vertrek ken naar de Nederlandse Antillen, ter af lossing van Hr. Ms. fregat „Willem van der Zaan", welk schip op 31 juli uit de Neder landse Antillen in Nederland wordt ver wacht. Sem Dresden is op 20 april jongstleden vijfenzeventig jaar geworden. Het Holland Festival is nu een gerede aanleiding om deze animator van het Nederlands.muziek leven te eren met de uitvoering van twee van zijn jongste composities: het symfo nisch oratorium „Saint Antoine" en het koorwerk met instrumentale begeleiding „Sint Joris en de draak". Dit laatste staat op het programma van het Leidse Toon kunstkoor en komt dinsdag tot uitvoering. „Saint Antoine" werd zaterdagavond in het Concertgebouw te Amsterdam, onder lei ding van Antoon Krelage door de plaatse lijke „Stem des Volks" ten gehore gebraent, met een keur van solisten en het Utrechts Stedelijk Orkest. Dresden componeerde dit werk voor de Nederlandse Radio Unie, die er de eerste uitvoering van verzorgde. Verder is het onlangs op het Internationaal Congres voot Kerkmuziek te Augsburg vertolkt, naar be« richt werd met overweldigend succes. Za terdagavond bracht de kennismaking met het oratorium van Dresden ons de over tuigende bevestiging van de waarde dezer mededeling. Ook in Amsterdam heeft men gejuicht en wel zeer terecht. Tot tweemaal toe werd de componist op het podium ge roepen om de hulde van publiek en uit voerders in ontvangst te nemen. Dresden, die als componist nooit het suc ces gezocht heeft, maar als markante per soonlijkheid steeds onverdroten zijn weg ging, hoe men ook over zijn werk dacht, heeft met al de consequenties van zijn kunnen en zijn artistieke wezen ons in zijn vijfenzeventigste levens jaar dit meesterlijk symfonische oratorium geschonken. De enorme bijval zal hem misschien zelf hebben verrast. Toch lijkt het ons duidelijk en zeer verklaarbaar waarom zijn „Saint Antoine" een voltreffer blijkt te zijn. In de eerste plaats is er de spannende tekst, die hoofdzakelijk aan het beroemde boek van „La Tentation de Saint Antoine" van Flaubert ontleend is en waar van hij de religieuze tendenz versterkte door toevoeging van zuiver liturgische ge gevens, die van de sfeer van een Hyroni- mus Bosch moduleren naar die van een Fra Angelico, wat een welkome contrast werking in de compositie verzekert. Dan is er in het werk een directheid, die de opstuwing geen ogenblik onderbreekt. De indruk van het gesproken woord met zinrijke muzikale onderlijning die nooit de spreekstem hindert werkt deze boeiende continuïteit niet weinig in de hand. Verder is er Dresdens voortreffelijke zin voor vo- caliteit, die uiteraard leidde tot een schrijf wijze voor de stemmen, die niet alleen ideaal klinkt, doch ook een uitzonderlijke melodische kracht heeft. Tegenover de stemmen, die het verhaal dragen en mee delen, staat een orkestrale illustratie, die karakteriseert en kleurt met een meester schap, dat verrassing op verrassing brengt. Het is niet onmogelijk dat de stijl van Honeggers „Jeanne d'Arc" bevruchtend op die van de componist van „Saint Antoine" heeft gewerkt. Het resultaat daarvan raakt echter slechts uiterlijke dingen. Evengoed zou men kunnen wijzen op „Mathis der Maler" van Hindemith, gelet op de keuze van het onderwerp. Maar daar houdt het dan ook mee op, want Dresden heeft zich in zijn oratorium melodisch en harmonisch zeer gedistancieerd van dit Duitse voor beeld. Van de zeven solisten zijn er twee alleen aangewezen op de declamatie. De kern van het vocalistenkwintet is een damestrio- sopraan, mezzo en alt, waaraan de compo nist hetzij solistisch of gezamenlijk een zware, maar dankbare taak toever trouwd heeft. Het gaf de sopraan Annette de la Bije een uitzonderlijke kans met fraai geluid en artistieke zin haar kunstvaardig heid te demonstreren. Haar episoden als „De Koningin van Saba" en die als „Hele na" waren bewonderenswaardig. De mezzo Mea Boon-Naberman en de alt Annie Her mes dienden het werk met volle overgave en haar aandeel klonk dan ook prachtig Wanneer het drietal zich verenigde, soms ook in combinatie met een klein koor, hoorde men etherische klanken die aan de bovenzinnelijke muziektaal van Père Franck deden denken. De tenor Wiebe Drayer en de bas Anton Eldering zongen hun karakteristieke soli met voldoende begrip. Elisabeth Lugt vertolkte als decla- matrice in correct Frans het verhaal en Léon Combé gaf van de gesproken titel- partij een rake uitbeelding. Het zeer omvangrijke koor verrichtte wonderen van slagvaardigheid en aanpas singsvermogen, dank zij de uitnemende voorbereiding en de suggestieve directie van Anton Krelage, die het grote apparaat stevig in de hand had en zo mede ook het orkestrale aandeel prachtig in evenwicht wist te houden met het vocale bloc. Door deze liefderijke verzorging kon het werk zijn magistraal effect niet missen. Vooraf was met briljante geluidsexpansie het Budvari Te Deum van Zoltan Kodaly uit gevoerd. JOS. DE KLERK. Het programma der orgelbespeling in de Grote of St. Bavo Kerk te Haarlem op dins dagavond van acht tot negen uur door Albert de Klerk luidt: 1. Preludium en Fuga. Jaap Vranken; 2. Passacaglia, Jacob Bijster; 3. Fantasie La majeur, César Franck; 4. Suite du deuxième ton (a. Plein Jeu. b. Duo, c. Trio, d. Basse de Cromorne, e. Flutes, f. Récit de Nazard, g. Caprice sur les Grands Jeux), Louis Nicolas Clérambault; 5. Preludium und Fuge Es dur, Joh. Seb. Bach. In de week va,n 18 tot en met 23 juni is een collecte voor het medisch kleuterdag verblijf „Margriet" gehouden. In totaal is een bedrag van 4.255,30 ingezameld. De lijstcollecte heeft opgebracht 2.887,86; de straatcollecte van zaterdag 840,70; de voorstelling op het EDO-terrein 526,74. Voor de lijstcollecte waren slechts 51 col lectanten beschikbaar en voor de straatcol lecte 43 collectanten. Haarlem, 23 juni 1956. GEHUWD 23 juni: J. Pourchez en G- Willé- J. Koops en H. Diek. BEVALLEN van een zoon: 21 juni: G. Visscher-Maaskant; 22 juni: J. van Sloo- ten-Bout, L. Vermeulen-Stijger, G. Brandse- Mansier. BEVALLEN van een dochter: 23 juni: M. G. van den Akker-Slaats. OVERLEDEN 21 juni: G. F. W. Bausch, 76 j., Van Keulenstraat. A. Bakker-Van Langen, 78 j., Uranusstraat; 22 juni: J. P. L. Kroon, 2 j., Maerten van Heemskerkstraat. In tachtig percent van alle scholen in de Verenigde Staten zijn in het gewone les rooster dus niet buiten de lessen om zoals hier filmvertoningen opgenomen. In deze vertoningen worden niet alleen films gedraaid, die zijn gericht op visueel onderwijs, maar ook speelfilms, welke dus evenzeer voor de bioscopen zijn bedoeld. Korte versies van normale speelfilms dienen tot illustratie van de lessen. Waren er in 1936 nog slechts 485 scholen, die in het bezit waren van een projectie-apparaat, het vorig jaar was dit aantal al gestegen tot 78.000. HET ENIG NOODZAKELIJKE om de filmbelangstelling van de jeugd op te vangen is dus in de Verenigde Staten ge daan: de film wordt niet verbannen, maar binnengehaald. Men selecteert en probeert de jeugd de normen des onderscheids bij te brengen. Ook op internationaal cultureel niveau wordt de relatie film en jeugd be studeerd. Een organisatie als de Unesco heeft er een aparte sectie voor ingericht, waarmee ook ons land in nauw contact staat. Het is niet overbodig aan de filmische vorming van de jeugd moeite en tijd te geven. De jeugd vraagt er om, want de jeugd blijft niet uit de bioscoop weg. Wan neer men haar niet aan haar lot wil over laten, moet de vorming zo vroeg mogelijk beginnen. Daarom verdient het werk der Haarlemse commissie ook de aandacht en waardering van diegenen, die een deel der opvoeding overlaten aan hun vertrouwens mannen, de docenten, of, in zijn geheel, de school. Wanneer de ouders hun steun ont houden, doen zij er hun eigen kinderert mee tekort. Zij benadelen daarmee uitein delijk zichzelf.'Hun belang is met het werk der filmische vorming evenzeer gekend als dat van de jeugd, die met de film de toekomst heeft. De tentoonstelling van schilderijen van Frieda Tas-Herzberg in het Tuinhuis San- tee Landweer te Amsterdam is een laat debuut te noemen. Frieda Tas is allang bezig. Het was omstreeks 1935 dat ik b-.j vrienden een schilderijtje van witte bloe men tegen hardblauwe achtergrond zag, dat me nogal intrigeerde. De zo persoon lijke kleurgeving en de directheid waar mee de voorstelling op het doek was ge gooid, maakten het tot een ding, dat naar kwaliteit werk van bekende figuren van die tijd nabij kwam. Sindsdien behoorde ik tot die kleine kring van mensen, die wisten dat Frieda Tas, charmant gastvrouwe voor vele kunstenaars, zelf ook schilderde. Het is goed dat zij nu de moed heeft opgebracht te exploiteren. Ondanks tekortkomingen in het tekenen is haar werk niet meer dat van een dilettante. Zij weet hetgeen zij te zeg gen heeft voldoende aan ons over te bren gen. Haar persoonlijkheid weet iets toe te voegen aan wat we om ons heen zagen en zien. Wanneer men zo ver is, mag men werk niet meer op het atelier voor zichzelf houden. Dan is het toch enigszins publiek bezit geworden. Het portret, dat Frieda Tas van de diri gent Swoboda schilderde, is er weer zo'n voorbeeld vap dat vakkennis niet voor iedereen noodzaak 'behoeft te zijn. Hoewel ik Swoboda nooit' përsoonlijk Ontmoette stond ik voor iemand die ik meende te kennen. Het is Frieda Tas' portret dat ons deze figuur dan dus zo vertrouwd maakt. Wanneer enkele zaken wat vluchtig zijn aangeraakt, komt dat waarschijnlijk door dat zij bang is een geslaagde opzet te ver knoeien. En zou dat dan ook niet jammer geweest zijn in dat kinderportretje, waarin de houding der handjes zo ontroert? Naar kleur is het figuurstuk, dat zij terecht „Schets" noemde, misschien één harer tref fendste schilderijen.Wat meer doorgewerkt zijn enkele bloemstukjes. Met aandacht worden dan de golvingen van zo'n fin-de- siècle vaasje gevolgd, omdat dat spel van rondingen haar boeit. Voor Frieda Tas gel den wel de woorden van Rembrandt, die zei dat een schilderij af is wannneer ae schilder zijn voornemen daarin bereikt heeft. In hoeverre Frieda Tas zich haar voornemens bewust is, kan ons koud laten. Mogelijk dat ze zelf verwonderd kan zijn over wat onder haar handen ontstond en zij op tijd de dingen weet los te laten. Dat ze „voornemens" bezit, bewijzen enige schilderijen, waarin ze haar herinneringen aan het concentratiekamp verwerkte De schilder Kisting is van invloed ge weest op haar werk. Terecht koesterde zij een grote bewondering voor deze nog niet zo lang geleden gestorven figuur. Lange tijd werd ze dagelijks geconfronteerd met zijn beste werk. zoals ik zelf mocht zien. Wanneer men dit weet, is die invloed in twee vrouwenportretjes wel terug te vin den. Mij ontroeren ze echter meer dan die modieuze gevalletjes, die Kisting later nog al eens maakte. Haar argeloosheid tegen over de techniek is haar dan een voordeel. Deze tentoonstelling duurt tot 5 juli. BOB BUYS. De minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen, mr. J. M. L. Th. Cals, heeft zaterdagmiddag de nieuwe vleugel van hel honderdjarige Gemeentemuseum Arnhem, bestemd voor het historisch museum van Gelderland, officieel geopend. In zijn toe spraak deed hij mededeling van de be noeming van de directeur van het museum, de heer A. J. de Lorm, tot Officier in de Orde van Oranje Nassau. De nog maar kort bestaande ritmische afdeling van G.I.O.S. heeft in de grote zaal van Vreeburg in Bloemendaal een open bare demonstratie gegeven. Gezien de spontane wijze, waarop de kleine en grote meisjes de hun toebedeelde rollen en/of oefeningen in het sprookje Tempel de to venaar lieten zien en de reacties van de zeer vele belangstellenden, kan zij op een goed geslaagde avond terugzien. De inhoud van dit sprookje bracht mede, dat er niet doorlopend ritmische gym nastiek en dans werden vertoond, maar dat ook als inleiding voor een volgende pro- prammapunt, toneel gespeeld moest wor den, hetgeen in hoofdzaak door de kabou- tergroep en in mindere mate door de hof dames werd gedaan. Van de andere groepen zagen wij dan meer de bewegingsvormen, uitgevoerd op met zorg gekozen mechanische muziek. De dans van de elfjes was bijzonder aardig, mede door het resolute optreden van hun koningin. De te kleine werkruimte zal er v/el oorzaak van zijn, dat de dans van de hofdames (grote meisjes) minder tot zijn recht kwam; de drie hofdansers hadden méér ruimte om zich te verplaatsen. Het schermspel van de lijfgarde werd zeer correct uitgevoerd en verkreeg dan ook een verdiend applaus. Ook de kabou- terdans waarin aardige effecten waren ver werkt, mocht gezien wordén. Dat het op treden van de hofnarren een lachnummer werd, behoeft eigenlijk niet vermeld te worden; zelfs de uitvoerenden hadden moeite om in de „plooi" te blijven. De avond werd geopend met korte de monstraties der nieuwelingen en gesloten werd met het overhandigen van bloemen en enige boekwerken aan de leidster me vrouw A. E. Hartman-Huis. ADVERTENTIE WrilVS,MPtEi-CycloWe1 Rijksstraatweg 246a Telefoon 22604 Floresstraat 15 - Haarlem - Telefoon 16548 KROCHT 6—8 t/o Hema TEL. 10353 RIJWIELEN en HULPMOTOREN GEN. CRONJéSTRAAT 160 - TEL. 12344 MARNIXSTRAAT 45 - TELEFOON 25081 ZOMER^AART 150-152 - TELEFOON 10172 Bij een conflict zouden piloten gaan vliegen in burgerkleding Sedert enige weken zijn tussen de direc tie van de K.L.M. en de vereniging van K.L.M.-vliegers besprekingen gaande over de salarissen van de K.L.M.-vliegers. In een onlangs gehouden ledenvergadering van de vereniging van K.L.M.-vliegers is besloten geen actie te ondernemen, die de K.L.M. schade zou kunnen doen. De vliegers realiseren zich, zo vernemen wij van de ziidc der vereniging, dat het aanzien van de K.L.M. naar-buiten niet mag worden geschaad. Zij hebben bij voorbaat bepaald dat elke actie, die wel zulk een resultaat zou heb ben, uit de boze is. Van de zijde der vlie gerorganisatie vernemen wij verder dat er van een conflict geen sprake is. Mocht er een conflict ontstaan, dan, zo is besloten, zullen de vliegers nimmer verder gaan dan in burgerkleding de dienst uit te voeren. De standpunten van de vliegers en van de directie zijn elkaar zo dicht ge naderd, dat er thans wellicht geen sprake is van enig verschil. Van de zijde van de K.L.M. vernemen wij bij informatie dat de genoemde zaken door de directie van de K.L.M. worden behandeld met de vliegerorganisaties en dat zij geen redenen aanwezig acht om hierover publie kelijk mededelingen te doen. Ondergetekende: Naam: Straat: Plaats: wenst zich met ingang van te abonneren op OPRECHTE HAARLEMSCHE COURANT 6.50 per kwartaal// 0.50 per week Handtekening: Doorhalen wat niet verlangd wordt. ZU die zich met ingang van 1 Juli 1956 per kwartaal abonneren, ontvangen *2' met.30 juni 1956 eratl5- Dit eeldt alleen voor nieuwe kwartaalabonne s dus niet voor omzetting van week- in kwartaalabonnementen

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1956 | | pagina 10