„DE SPAARNESTAD"
TARVO
„Plaats Waterstaatsgebouw
aan de Zijlweg is gunstig"
ECHTE WALES ANTRACIET
Voel u
met
(^Abdoel en het Vliegende Tapijt
FATALE v
V DIAMANTEN
„De Hartenkamp" te Heemstede
vier jaar jongensinternaat
Stoomleidingen van G.E.B.
naar Centrale Werkplaats
Verdere uitbreiding in voorbereiding
MOUTBROOD
Werkzaamheden bij Oudezveg en
spoorbaan vorderen
Mening Gedeputeerde Staten:
Amsterdamse Beurs
DONDERDAG 28 JUNI 1956
HAARLEMS DAGBLAD - OPRECHTE HAARLEMSCHE COURANT
5
Gelukkig besluit
Ontspanning
Lei op de zak met de Zeeuwse boer
HEEMSTEDE
BLOEMENDAAL
Nixon naar Zuid-Vietnam
Examens
FEUILLETON
R. HASSBERGER
Het is nu al weer vier jaar geleden dat de Broeders Penitenten de bekende buiten
plaats „De Hartenkamp" aan de Herenweg te Heemstede-Bennebroek hebben aange
kocht, m.et het oogmerk hier een internaat te vestigen voor minder begaafde jongens.
Deze aankoop heeft indertijd vooral bij de bewonderaars van natuurschoon nogal
enige verontrusting teweeggebracht, omdat men vreesde, dat deze plannen voor dit
fraaie landgoed bijzonder nadelige gevolgen zou hebben. Gelukkig zijn deze beden
kingen ongegrond gebleken, daar de eerste broeder-overste, broeder Raymundus, het
gebouw en omgeving, dat door de vorige eigenaresse, mevrouw Von Pannewitz in
een tamelijk verwaarloosde toestand was achtergelaten, in een zo goed mogelijke
staat wist te brengen. De broeder-overste heeft dit beschouwd als een plicht tegenover
het natuurschoon en de historie. Toch was het van het begin af de bedoeling voor de
toekomstige patiënten in de grote tuin enige paviljoens te bouwen en het landgoed
zelf te reserveren voor de broeders-verplegers en het overige inwonend personeel.
Dit voornemen is direct bij de onderhandelingen tot aankoop bekend gemaakt en ook
later, tijdens gesprekken met verscheidene officiële instanties, werd deze bedoeling
nimmer verheimelijkt. De vestiging van dit internaat te Heemstede is uit diverse
motieven voortgekomen. In de eerste plaats speelde het tekort aan verpleegruimte in
Noord- en Zuidholland een rol en verder wilde men de hier woonachtige ouders in
de gelegenheid stellen hun kinderen meer te gaan bezoeken.
In de eerste plaats acht men hiervoor de
bouw van een paviljoen hoogst noodzake
lijk, waarbij de thans besturende broeder
overste, broeder Emmanuel, op de mede
werking mag rekenen van het Heemsteeds
gemeentebestuur en de Gedeputeerde Sta
ten van Noordholland. Toch zijn er nog
talrijke moeilijkheden aan de bouw van
het paviljoen verbonden, zodat op dit ogen
blik bij geen benadering kan worden vast
gesteld, wanneer deze een aanvang zal
kunnen nemen. Broeder Emmanuel is ech
ter optimistisch genoeg om aan te nemen,
dat het nu niet al te lange tijd meer duren
zal. Dit eerste paviljoen zal dan een aan
zienlijke uitbreiding betekenen, niet al
leen wat betreft het gebouwencomplex,
maar dok met het oog op een vermeerde
ring van het aantal verpleegden en de
daarmee verbandhoudende toeneming van
het verplegend personeel. Het ligt in de
bedoeling van het bestuur vervolgens over
te gaan tot de bouw van een eigen bak
kerij en een vergroting van de wasserij.
Naast de medewerking van de reeds ge
noemde instanties, zal hiervoor echter ook
het fiat noodzakelijk zijn van de Rijks
inspectie voor het Krankzinnigenwezen.
Het is nu, na vier jaar, wel duidelijk
gebleken, dat de vestiging der Broeders-
Penitenten op dit fraaie landgoed een ge
lukkig besluit is geweest; niet het minst
in het belang van de verpleegde jongens
zelf. De ingezetenen van Heemstede en
Bennebroek valt het nauwelijks op dat hier
een internaat is ingericht,, omdat de uit
nemende en rustige leiding iedere moei
lijkheid wist te voorkomen. Mede ten ge
volge van de op grote schaal toegepaste
arbeidstherapie is het in de loop van deze
vier jaar mogelijk geweest, dat verschei
dene jongens reeds als genezen naar het
ouderlijk huis konden terugkeren. De pa
tiënten verrichten hun eenvoudige werk
zaamheden opgewekt en gevoelen zich in
dit internaat volkomen thuis. Uiteraard
wordt eveneens de nodige aandacht be
steed aan die kleine groep, welke door de
geestelijke toestand waarin zij verkeert,
helaas niet tot enige arbeid in staat mag
worden geacht. De werkzaamheden voor
deze mensen bestaan in de eerste plaats
uit tuinarbeid, waarbij het terrein groot
genoeg is om een flink aantal jongens ac
tief bezig te houden. Het mooie gazon voor
de buitenplaats verkeert daardoor in een
voorbeeldige toestand en op de paden zal
men te vergeefs naar onkruid speuren.
In het achtergedeelte van de tuin is een
behoorlijke dahliakwekerij ontstaan, die
onder leiding van de broeders en de tuin
man geheel door de jongens wordt ver
zorgd en aldus aan vele handen nuttige
arbeid verschaft. Men heeft reeds een be
hoorlijke afzet voor jonge planten gevon
den. Zo werden verleden jaar nog veertien
duizend plantjes afgeleverd. Ook voor de
bloembollencultuur, die hier op bescheiden
schaal wordt toegepast, bestaat een ver
heugende belangstelling. Van het bollen
pellen tot het vervaardigen van de kistjes
voor de verzending, wordt elk stadium van
dit mooie vak door de jongens met de
meeste interesse beleefd. Verder worden
ook diverse werkzaamheden voor het in
ternaat verricht, waardoor nog onlangs een
eigen bakkerij kon worden ingericht.
Uiteraard wordt bij dit alles de ont
spanning evenmin verwaarloosd. In een
afgeschut gedeelte kunnen de patiënten
gymnastiek beoefenen en omdat velen on
der hen uitgesproken liefhebbers zijn van
een spellentje voetbal, worden er regel
matig wedstrijden gehouden. Dat deze een
onderling karakter moeten dragen is voor
niemand een bezwaar, zodat de strijdlust
er zeker niet minder groot om is. De lange
winteravonden worden gezellig doorge
bracht met lezen, kaarten en naar de radio
luisteren, zelfs hebben de verpleegden een
eigen orkestje opgericht. Er wordt echter
alleen gedurende de winteravonden ge
musiceerd, daar de zomer zoveel mogelijk
in de buitenlucht wordt doorgebracht. Ver
der worden er door de jongens toneelvoor
stellingen verzorgd, waarnaast nog één
keer per maand een filmavond wordt aan
geboden.
Doordat het verblijf op „De Harten
kamp" voor deze jongens een uitkomst is
en in vele gevallen zelfs genezing betekent,
streeft de leiding naar verdere uitbreiding.
ADVERTENTIE
Nog TWEE dagen
VOORJAARSPRIJ7EN
„VICTORIOUS" en
„SEVEN SISTERS" WALES
zijn alleen verkrijgbaar bij:
BRANDSTOFFENHANDEL
FRIESE VARKENMARKT 6—10
(Spaarne bij viaduct)
Telefoon 14164 en 13904
ADVERTENTIE
BURGERLIJKE STAND
ONDERTROUWD: F. J. Kilian en C. E.
M. Oomen; J. J. Naeff en J. P. de Vries; A.
J. Dondorp en Ph. J. Goslinga; G. A. A.
Voogt en Y. van Wilgenburg; R. M. Assen
delft en J. H. M. Peperkoorn; H. Booms en
A. Carpentier.
GETROUWD: H. W. A. Brantjes en W. A.
Ankringa; J. W. de Nobel en C. J. Knijnen-
burg; A. Dekker en P. C. Schlötjes.
GEBOREN: Johannes Matheus, z. van A.
A. Goossens en J. J. v. d. Meer; Anjo Jacobus,
z. van J. A. van der Meij en A. Bos; Anna
Antonia, d. van H. J. van Assema en W. J.
Hoeker; Peter Nicolaas, z. van A. Th. Bo-
land en J. M. G. Rinders; Petronella Johan
na Jacoba Maria, d. van C. J. Brouwers en
A. W. H. Aarts; Cornelis Hendrik, z. van N.
S. Wortel en P. Tippersma; Paula Maria, d.
van P. J. M. Koedijk en M. C. J. Kattenbelt;
Johanna Maria, d. van P. J. van Tongeren en
B. v. d. Bos.
OVERLEDEN: Mw. C. Philipse, 76 j„ P.
de Hooghstraat 2; J. C. A. van der Horst, 50
j„ Blekersvaartweg 19: Wed. M. C. de Vries—
Kuijpers, 81 j., Fr. Schubertlaan 47; J. de
Boer, 75 j.; J. N. Luiken, 58 j., Jac. P. Thijsse-
laan 2.
GEBOORTEN: E. van Wessem—Steen
beek, z.; J. E. v. d. Hulst—Roosen, z.; G. J.
W. E. Hollandervan Hesteren, z.
ONDERTROUWD: H. Tj. May en W. de
Nooijer; A. Ubels en J. L. Metzelaar; M. I.
Verkaik en G. Minnesma; J. E. Bohlken en
G. Brliinsma.
GEHUWD: H. L. L. Dijkman en W. C.
Luijpen; R. A. H. Rothe en P. M. E. de Ruij-
ter; J. C. Swaalf en N. J. de Boer; G. F. J.
van Berckel en Jvr. M. E. van Riemsdijk; Y.
Roosjen en H. J. Wilgenkamp; J. Herweijer
en A. M. Schulz.
OVERLEDEN: Wed. P. van der Werff—
Bekius, 77 j.; Wed. H. M. A. RoonGosse-
laar, 89 j.; J. Smit, 72 j.
Op het uitgestrekte terrein van het Gemeentelijk Energiebedrijf aan de Harmenjans-
weg te Haarlem, dat reeds vol staat met gebouwen en attributen, die voor het ver
vaardigen van gas en elektriciteit van belang zijn, worden op het ogenblik stellingen
gebouwd, waardoor het terrein nog voller is geworden dan tot voor kort. Stellingen
zijn verrezen op een weiland langs de Oudeweg, waar vroeger een sportterrein was en
verder is in de spoorbaan Haarlem-Amsterdam een buis gelegd. Deze werkzaamheden
zijn verricht ten behoeve van de aanleg van drie leidingen voor de levering van stoom
door het G.E.B. aan de Centrale Werkplaats der Nederlandse Spoorwegen.
In een der afdelingen van de Provinciale
Staten is het voorstel van Gedeputeerde
Staten behandeld om over te gaan tot de
bouw van een gebouw van de Provinciale
Waterstaat aan de Zijlweg te Haarlem, na
bij de nieuw aan te leggen weg ten westen
van Haarlem.
Blijkens het verslag van deze commissie
achtten verscheidene leden het door Ge
deputeerde Staten met betrekking tot de
plaats van het gebouw geleverde beleid niet
bevredigend. Er moeten, zo wordt gezegd,
zeer ernstige redenen zijn om bij wisseling
of verandering van de samenstelling van
een college de continuïteit in het beleid
te verbreken. Deze redèhen worden in het
huidige voorstel gemist.' Bij het voorstel,
dat tot het op 14 januari 1954 genomen be
sluit heeft geleid, gold als argument voor
plaatsing in de tuin van het Gouverne
mentsgebouw te Haarlem het nauwe con
tact, dat bestaat tussen de Provinciale
watertaat en de provinciale griffie.
Het thans aan de orde zijnde voorstel
geeft deze gedachten geheel prijs. Daarbij
achtten verscheidene leden de hogere kos
ten, welke plaatsing van het Waterstaats
gebouw aan de Zijlweg met zich brengt, een
ernstig bezwaar tegen het nieuwe voorstel
van Gedeputeerde Staten.
Excentrisch
Een der leden noemde de plaats aan de
Zijlweg te excentrisch en merkte op, dat
voor zover hem bekend was bij de ge
meente Haarlem geen bezwaar meer zou
bestaan tegen plaatsing van het Water
staatsgebouw langs de Kleine Houtweg. De
tuin bij het Gouvernementsgebouw zou
dan voor een belangrijk deel gespaard
kunnen blijven.
Enige leden meenden dat bij het in 1954
genomen besluit tot plaatsing van het Wa
terstaatsgebouw in de tuin een belangrijke
rol heeft gespeeld dat elders geen geschikt
bouwterrein was te vinden. Deze leden
juichen een oplossing waarbij niet in de
tuin wordt gebouwd en deze ongeschonden
blijft, toe. Men moet, aldus een der leden,
open ruimten in steden zoveel mogelijk
handhaven. Bovendien meent dit lid, dat
een hoog modern gebouw in aestetisch op
zicht zeer ernstig zou detoneren bij het
bestaande, uit het eind van de achttiende
eeuw daterende Gouvernementsgebouw
Het argument, dat Waterstaat en Griffie
zo dicht mogelijk bijeen moeten zijn geves
tigd, kon dit lid niet delen. De hogere kos
ten zijn inderdaad aanzienlijk; indien geen
andere oplossing mogelijk is, zal men zich
deze hogere kosten echter moeten ge
troosten.
Een ander lid zeide, dat hij de meerdere
kosten, verbonden aan de bouw aan de Zijl
weg niet verantwoord acht. Hij heeft bo
vendien bezwaar tegen de stichting van een
nieuw Waterstaatsgebouw in deze tijd met
zijn grote woningnood.
Een lid deelde mee weinig te voelen voor
montagebouw.
Verandering inrichting
Een lid van Gedeputeerde Staten deelde
mee dat inderdaad Gedeputeerde Staten
indertijd de tuin bij het Gouvernementsge
bouw de meest aangewezen plaats vonden
voor de stichting van een nieuw Water
staatsgebouw, zulks ongeacht de vraag, of
elders geschikt bouwterrein zou kunnen
worden verkregen. In een later stadium
ziin echter tegen plaatsing in de tuin ern
stige bezwaren gerezen en is door het col
lege onderzocht in hoeverre bouw elders
mogelijk zou zijn. De Staten zijn omtrent
deze verandering van inzicht tijdig inge
licht en hebben tegen deze gang van zaken
geen bezwaar gemaakt.
Het thans voorgestelde terrein aan de
Zijlweg is volgens het lid van Gedeputeer
de Staten uitermate gunstig gelegen. Het
bevindt zich dicht bij de geprojecteerde
westelijke randweg en is voorts ook per
autobus goed bereikbaar van het Station en
van het centrum van Haarlem.
Het argument, dat Griffie en Waterstaat
zo dicht mogelijk bij elkaar gevestigd moe
ten zijn, achtte het lid van Gedeputeerde
Staten niet beslissend. Ook de hogere kos
ten vormen zijns inziens geen bezwaar.
Procentueel gaat het om een bescheiden
bedrag.
Het ontwerp kan ongewijzigd aan de Zijl
weg worden uitgevoerd.
Ook zonder de door het nader onderzoek
naar de plaats ontstane stagnatie zou men
niet tot de bouw zijn gekomen, omdat het
vereiste bouwvolume, naar de mening van
het aanwezige lid van Gedeputeerde Sta
ten, niet zou zijn verkregen.
Het thans beoogde terrein is te koop; de
eigenaren hebben zich schriftleijk tot ver
koop tegen een aanvaardbare prijs verbon
den. De schadevergoeding van de pachters
moet nog worden geregeld.
Montagebouw zou in de tuin aesthetisch
niet aanvaardbaar zijn. Aan de Zijlweg is
dit wel mogelijk. Overigens is hieromtrent
nog geen beslissing genomen. De minister
van Wederopbouw en Volkshuisvesting is,
naar inmiddels is gebleken, niet bereid bij
montagebouw eerder bouwvolume te ver
strekken dan bij traditionele bouw.
De Centrale Werkplaats beschikt welis
waar over een apparaat, dat stoom maakt,
maar dat is verouderd en was niet in staat
voldoende stoom te leveren voor de werk
zaamheden. Daarom werd overleg ge
pleegd met het G.E.B., dat reeds stoom
maakt voor eigen bedrijf en stoom levert
aan de fabriek van Droste. Uitbreiding van
de levering van stoom was alleen moge
lijk, als een nieuwe turbine gebouwd kon
worden.
De gemeenteraad stelde een krediet be
schikbaar voor de turbine en besloot voorts
een contract af te sluiten met de Neder
landse Spoorwegen voor de levering van
stoom. Voorlopig zal de gemeente gedu
rende twintig jaar aan de Centrale Werk
plaats leveren. Op 7 juli 1954 besloot de
gemeenteraad een bedrag van f 325.000
voor het maken van leidingen beschikbaar
te stellen. De Spoorwegen zullen dit be
drag in twintig jaarlijkse termijnen als on
derdeel van de stoomleveringsovereen-
komst terugbetalen. Voorts zal voor reke
ning van de Spoorwegen een bedrag van
f 17.600 per jaar komen als aandeel in de
voor onderhoud en bediening van de in
stallatie en voor verschuldigde lonen, so
ciale lasten en materialen.
Drie leidingen
Van de fabriek van het G.E.B. worden
via de stellingen naar de Centrale Werk
plaatsen drie leidingen gemaakt, waarvan
twee voor de levering van stoom en een
voor het terugvoeren van condenswater
van de werkplaats naar het G.E.B.
De dikste leiding heeft een diameter van
400 mm; de pijp, waardoor de stoom ge
voerd wordt, heeft echter een diameter van
200 mm, maar om deze pijp wordt een
isolatie gemaakt en met een aluminium-
mantel wordt zij afgewerkt, om de buis te
beschermen. Deze leiding wordt gebruikt,
indien de Centrale Werkplaats over een
grote hoeveelheid stoom moet beschikken.
De tweede leiding heeft een diameter
van 150 mm en wordt in het voor- of na
jaar ingeschakeld, als er niet zoveel stoom
nodig is.
De derde leiding heeft een diameter van
100 mm en is bedoeld voor het terugbren
gen van condenswater van de werkplaats.
De totale lengte van elke leiding is on
geveer zevenhonderd meter. De leidingen
worden bovengronds aangelegd, omdat er
ondergronds geen gelegenheid was. Het
terrein van de fabriek naar de werkplaats
is ongelijk en daarom zijn stellingen ge
maakt, zowel op het fabrieksterrein als op
het weiland. Het was niet mogelijk de lei
dingen over de spoorbaan te maken, om
dat die te hoog ligt. Daarom is een beton
nen buis in deze baan gemaakt en daarin
zullen de drie leidingen gevoerd worden.
Wel gaan de leidingen over de Oudeweg.
De leidingen worden gelegd door de N.V.
Nederlandse Elektrische Lasmaatschappij
te Leiden. De buizen zijn in fabrieken ge
maakt en thans is men bezig deze te las
sen. Bij de controle wordt gebruik ge
maakt van radio-actieve isotopen; er wordt
een fotografische opname van de las ge
maakt en dan kan nagegaan worden of het
lassen op de juiste wijze is geschied.
De dienst van Openbare Wérken te
Haarlem heeft de funderingen gemaakt
van de stellingen, waarop de leidingen
rusten en verder is de N.V. Hollandse As-
bestmaatschappij voorheen Van der Linden
en Veldhuis te Amsterdam bij de werk
zaamheden betrokken.
Verwacht wordt, dat het G.E.B. in het
najaar de stoom aan de Centrale Werk
plaats zal leveren.
WASHINGTON (Reuter) Het Witte
Huis heeft meegedeeld, dat vice-president
Richard Nixon van de Verenigde Staten in
het begin van juli een bezoek aan Saigon,
Zuid-Vietnam, zal brengen, nadat hij op
de Philippijnen plechtigheden ter gelegen
heid van de onafhankelijkheidsdag heeft
bijgewoond.
Slotkoers
Openings
gisteren
koersen
3-3 Nederl.'47
9 Is/,8
9114
3 Nedl. 1962/'64
95%
95%
A. K. U
26614
26614
Calvé Delft
33514
33514
Van Gelder Zonen
247
247
K. N. Hoogovens
229
330
Nederl. Ford
419
420
N. Kabelfabriek
309 14
308
gew.Philips Gloeil.
30114
297
pref.Philips Gloeil.
180
180
Unilever
420/1
419
Wilton Fijenoord
31314
315
Dordtsche Petrol
818
819
Konkl. Petroleum
80414
803
A'dam Rubber
10014
99
Holl. Amer. Lijn
180
180
N. Scheepv. Unie
1'6<4
173
Phs. van Ómmer m
288
288
H. V. A
11714
11314
Verg. Deli Mijen
13414
133
Amsterd. Bank
236
236
Ned. Handel Mij.
199
199
Rotterd. Bank
21014
210
Twentsche Bank.
224
224
Anaconda Copper
7314
74
Bethlehem Steel.
15054
152
U. S. Steel
57
57%
General Motors
45%
4514
Shell Union
81
8114
44
4314
Abdoel had zijn toverspreuk gezegd en ze daalden met hun kleedje netjes op het
dek van de boot. Nu stonden ze voor de twee mannen en vertelden, hoe ze hier
kwamen.
„Zie je wel", zei de ene man zachtjes in het oor van de kapitein. „Het is 'n echt
vliegend tapijt... Dat moesten wij kunnen hebben!"
En ze keken begerig naar het kostbare tapijtje22-23
Haarlem. Geslaagd voor Afdeling Middel
bare School voor Meisjes van de HBS voor
Meisjes te Haarlem: F. J. l'ender, M. M.
Boeschoten, M. J. Bijster, E. van Engelen, A.
Hakim, M. van der Linden, M. van der Meer,
J. Paap, E. Ponfoort, W. J. Spekschoor, I. M.
Steensma, W, A. Steffelaar, H. E. van Vee-
len, E. Veth, M. E. A. Weiland, A. M. Weyers,
H. Zeelenberg, M. Bruin, A. Brunt, G. A.
Futselaar, M. Hobbel, L. H. H. de Hulster, H.
Mol, J. v. Putten, E. L. van Schieveen, M. J.
Stam, L. C. J. Verspyck Mijnssen; R. Ver-
wayen, P. Wardenburg, C. J. Weller, A. R.
v. Westerhoven, M. H. Wijnbelt.
Haarlem. In het gebouw van de HKB te
Haarlem zijn geslaagd voor het mulo-diplo
ma a: G. J. van de Bogaard, A. Vosselman,
B. K. Wolters, H. H. Paap, M. A. Pruissers,
J. Riedijk, J. H. Zwart, J. de Vries, C. W.
van Wijnen, A. W. Parlevliet, H. van Luipen,
E. Bax, H. Beugeling, A Verdonk, N. H. C.
van Maarseveen, M. G. Groos, F. L. Bands-
ma, W. A. Costers, A. J. W. de Geus, C. J.
de Boer, H. Krol, J. de Ruiter, J. J. Verboog,
IJ. P. Miljon. Voor diploma b slaagden: C.
J. Breure, D. F. H. Schnmagel, B. F. van
Beek, H. N. van Hemert, E. Stoof, J. P. Bom,
C. W. G. Smit, H. P. J. van der Zwan en R.
Spaargaren.
Haarlem. Aan het Lorentzlyceum te Haar
lem slaagden de volgende kandidaten: voor
Gymnasium a: mej. W. S. Steenhuizen te
Overveen en de heren H. A. G. Bollen en C.
K. Denijs, beiden te Haarlem, S. H. Bloem
bergen te Bloemendaal, G. van Herwijnen te
Zandvoort en voor Gymnasium b: de heer
J. H. Rietman te Haarlem. Afgewezen werd
een kandidaat.
Overveen. Aan het Jac. P. Thijsse-lyceum
te Overveen zijn geslaagd voor het eind
examen Middelbare School voor Meisjes: de
dames: I. C. W. E. Cramer, H. E. Götz; H. K.
Helms, M. Hinloopen, J. L. G. James, J. F.
Kouwenhoven, M. A. S. Meesman, J. Meijer,
C. Mook, T. J. de Munnik, B. Ch. van Schaar
denburg, R. A. M. Schröfer, I. D. A. Tucker-
mann, M. F. M. Veldhuis, B. Verschuur, P.
H. Vermeer, J. Visser. Afgewezen 10 kandi
daten.
Amsterdam. (Gem. Universiteit). Bevor
derd tot arts mej. M. M. Sluis, mej. M. H.
Rodrigues de Miranda, mej. K. A. Schellen
berg, mej. M. M. Stroo. mej. A. B. M. van
Minde en de heren C. van Goor, J. Noorda,
J. Ph. Thuring, C. Vogelsang, W. Hoogendijk,
allen te Amsterdam en A. F. Meijer te Hil
versum.
Geslaagd voor het artsexamen 1ste gedeel
te mej. H. Bootsman en de heren A. W.
Langereis, A. H. Esser, F. H. Wei-z, D. Mei
boom, D. Zwagers, allen te Amsterdam en
J. E. Tielens, Maastricht.
Amsterdam. Gemeente Universiteit. Be
vorderd tot doctor in de Wis- en Natuur
kunde op proefschrift getiteld: „Tracer Ex
periments on the Solovent Extraction of
Neptunium and Plutonium" de heer J. Kooi,
geboren te Velsen en op proefschrift ge
titeld: „Onderzoek naar het Voorkomen van
Pelletierine in Punica Granatum 1„ de heer
U. Hollstein, geboren te Berlijn. Doctoraal
examen Psychologie: mej. W. C. Poen, Am
sterdam. Doctoraal examen Zweeds: mej. M.
A. J. van Brink, Amsterdam. Kandidaats
examen Politieke Sociale Wetenschappen: J.
Verhey, Den Haag. Kandidaatsexamen Wis-
en Natuurkunde: mevr. A. Harmsen—v. d.
Lugt, Amsterdam; mej. A. J. Salm, Bloe
mendaal; H. M. G. Schaafsma, C. de Waard,
F. Rix en F. B. Strik, allen te Amstredam.
Doctoraal examen Biologie: G. C. N. van
Zanen, Amsterdam. Doctoraal examen Schei
kunde: H. J. ten Wolde, Castricum. Met lof
voor het doctoraal examen Wiskunde: J. Th.
Runnenburg, Amsterdam.
Delft. Gepromoveerd tot doctor in de Tech
nische Wetenschap: de heren ir. J. L. Borde-
wijk en F. J. Ritter. Het proefschrift van de
heer Bordewijk luidde: „Inter-reciprocity
applied to Electrical Networks", dat van de
heer Ritter: „The Improvement of the low
Temperature Behaviour of natural Rubber
Vulvanizates bij Chemical Modification with
Thiol Acilds".
's Gravenhage. Notarieel examen tweede
gedeelte: Th. F. J. C. van Lotringen, Utrecht;
mr. J. M. A. van Offen, Maastricht.
Groningen. Kandidaatsexamen Genees
kunde (II a): R. E. Offerhaus, Groningen; L.
J. H. M. Smeets, Helden-Panningen; H. J.
de Bruyn, Enschede; Ch. Toxopeus, Nieuwe
Pekela. Doctoraal examen Geneeskunde 2e
ged.: J C. J. M. Akkermans e.. J. Boomgaard,
Groningen; H. C. J. de Boer, Amsterdam;
E. J. M. van den Brand, Tilburg; N. van der
Meulen, Haren; R. Masters, Revere, V.S.; A.
Schussheim, Brooklyn, V.S.
Leiden. Geslaagd voor het propaedeutisch
examen godgeleerdheid C. Vi-oegindewey te
Scheveningen; J. R. Dinger te Wassenaar en
P. Goenee te Schalkhaar: voor het doctoraal
examen natuurkunde A. Broese van Groenau
te Leiden.
Utrecht. Gepromoveerd tot doctor in de
rechtsgeleerdheid de Burmaanse jurist
Maung Maung, geboren te Mandalay, op een
proefschrift, getiteld: „Burma in the family
of nations".
Rotterdam. Nederlandse Economische Ho
geschool. Kandidaatsexamen Economische
Wetenschappen: A. Nauta, J. Haayer en F.
W. Mijer, allen te Rotterdam. Doctoraal
examen Economische Wetenschappen: J.
Brand, Voorburg; R. H. Hadjiwibowo, Rot
terdam; M. A. Leenheer, Rotterdam; H.
Celen, Den Haag, H. Hietink, Rotterdam; J.
Barendregt, Oegstgeest; A. van Zijl, Den
Haag; R. van Soestbergen, Rotterdam; J.
Eichhorn, Rotterdam.
(Copyright Cosmospresse, Genève)
Gebaseerd op historische
gegevens door
13
Zonder aarzeling liet zij de juweliers
weten, dat zij het collier, waarover De la
Porte had gesproken, wenste te zien. Het
was niet uitgesloten dat zij iets voor de
heren kon doen. Op 29 december versche
nen in een feestelijke optocht de heren
Bassanger, Hachette en De la Porte om de
gravin het collier te tonen. Jeanne, die de
laatste weken over niets anders meer had
gedacht, zorgde er voor de indruk te wek
ken, als was zij het hele bezoek vergeten.
„De gravin staat op het punt uit te gaan
en heeft op dit moment geen gelegenheid
de heren te ontvangen", kregen zij uit de
hoogte ten bescheid van Réteaux. „Kunnen
de heren een andere dag terugkomen?"
Maar bij het zien van hun onthutste en
teleurgestelde gezichten beloofde Réteaux
te zullen gaan horen, of het misschien nu
tóch even zou kunnen. Hij kwam terug in
gezelschap van de gravin, die kennelijk ge
reed was om uit te gaan. „Laat dan maar
eens zien, heren, maar ik moet werkelijk
direct wegHet kwam er ongeïnteres
seerd terloops en met weinig verwachting
uit.
Bassanger haastte zich, de cassette te
openen. In een verblindende schoonheid
straalden de diamanten Jeanne tegen. Ze
was gefascineerd, maar herstelde zich spoe
dig. „Roep de graaf even", gebood zij
Réteaux, die ondertussen ook zijn bewon
derende, maar tevens schattende ogen over
het collier had laten gaan.
De graaf was schijnbaar niet zo erg on
der de indruk. „Wil je nu weer iets nieuws
kopen?" merkte hij korzelig op.
„Ach nee, natuurlijk^ niet. Het is niet
voor mij, maar voor haar. Zij is er in ge
ïnteresseerd
O, juist, juist. En wat zou het moeten
kosten?"
„Raad eens", daagde Jeanne hem uit.
„Hm, tja, zeg 30.000 livres".
„Een beetje er naast zit je wel, liefste.
De heren vragen er één millioen achthon
derdduizend livres voor
„Vrij veel, mag ik wel zeggen, althans
een hele som", antwoordde de graaf na
denkend. „Maar ja. de koningin heeft het
wel". En hij verdween.
„Mijn man heeft gelijk, vind ik", zette
Jeanne het gesprek voort. „Het is een hele
som, tevéél geloof ik. Ik wil niet ontken
nen, dat het een prachtig stuk is, maar zó
fantastisch als u het in uw prijs verdiscon
teert, vind ik het nu ook weer niet".
Bassangers gezicht drukte verslagenheid
uit.
„Ik bedoel, dat ik het niet verantwoorden
kan, het aan hare majesteit aan te bevelen,
indien er niet een paar wezenlijke verbete
ringen worden aangebracht. De uiteinden
hier moeten forser worden gemaakt om ze
goed tot uiting te laten komen, die middel
ste boog moet vergroot worden, en tussen
de drie bogen moeten nog een paar grote
stenen als tranen worden aangebracht om
het effect te vervolmaken".
In Bassanger streed de kunstenaar met
de koopman. De kunstenaar zag in de eer
ste oogopslag dat de gravin gelijk had. Die
verbeteringen zouden trouwens volledig in
overeenstemming zijn met zijn plan van
jaren her, zijn oorspronkelijke ontwerp.
Maar de koopman in hem berekende in
middels, dat dit de kosten weer aanzienlijk
zou verhogen. „Maar dat betekent, dat we
nog eens honderdduizend livres in het col
lier moeten gaan investeren...."
„Daar kan ik niets aan doen. Maar ik
kan u wel verzekeren dat het collier ge
kocht zal worden als die verbeteringen zijn
aangebracht".
„En de prijs?"
„Die blijft dezelfde als die welke u nu
vroeg. Ik kan moeilijk bij mijn opdracht
geefster met een prijsverhoging aankomen".
„Gaat u er mee akkoord mevrouw, in
dien ik dit eerst met mijn compagnon be
spreek? Ik kan dit niet zelfstandig beslis
sen".
„Goed, goed, maar in uw eigen belang
zou ik u toch een spoedige beslissing wil
len adviseren. Ik ben juist op het punt,
naar Versailles te gaan en de koningin
weet, dat ik vandaag met u zou spreken.
Het is natuurlijk altijd mogelijk dat zij
weer van gedachten verandert, als u van
uw kant door een snelle beslissing een der
gelijke verandering nog niet al te moeilijk
hebt gemaakt".
Bassanger vermande zich. „Goed dan,
dan neem ik persoonlijk de verantwoor
ding. De wijzigingen zullen worden aan
gebracht".
„Hoe lang denkt u daarvoor nodig te
hebben?"
„Minstens een maand".
„Dat kan ik niet accepteren. Ik geef u
drie weken".
„Maar mevrouw, dat
„Drie weken!"
Bassanger maakte een stijve buiging.
„Zoals u wilt, mevrouw".
Toen Bassanger met zijn verslag over het
onderhoud bij Böhmer kwam, vond er een
heftige scène tussen de twee compagnons
plaats. Böhmer voorzag dat het de zaak
zou ruïneren, dat ze zich niet ongestraft
verder in de schulden zouden kunnen ste
ken, en dat de mogelijkheid van een nieuwe
mislukking niet over het hoofd mocht wor
den gezien. Dan zou de ramp niet te over
zien zijn. Maar hij moest tenslotte zwich
ten. Er bleef geen andere uitweg mogelijk.
De edelstenen, die ze kopen moesten voor
de veranderingen, kostten bijna tweehon
derdduizend livres.
Op de dag af drie weken na de toezeg
ging, kon Bassanger de gravin laten weten,
dat het kleinood gereed lag. De volgende
dag, op 20 januari, kwam De la Porte in de
Rue Vendöme de verheugende tijding bren
gen, dat de heer Bassanger de volgende
ochtend bij de gravin werd verwacht om
de verdere gang van zaken te bespreken.
Bassanger kwam in gezelschap van Ha
chette. De heren werden ditmaal vriende
lijk en rustig ontvangen. De gravin ver
klaarde dat de koningin definitief besloten
had, zich het kleinood te verwerven. Zij
zou het stuk door een vertrouwensman, een
van de grootsten in den lande, laten halen
en via hem de zakelijke kant laten regelen.
De juweliers konden zijn bezoek in de
komende dagen tegemoet zien en moesten
het collier gereed hebben liggen.
De Rohan was intussen sedert 5 januari
weer in Parijs. Verschillende malen had
hij Jeanne ontmoet en hij had zich volledig
voorbereid op de belangrijke rol, die hij te
spelen zou krijgen. De koningin overlaadde
hem in die tijd met schriftelijke bewijzen
van haar dankbaarheid en naar het scheen
ook werkelijke genegenheid.
Op 24 januari des ochtends kwam het
grafelijk paar in de Rue Vendöme om de
komst van de hoge bemiddelaar aan te kon
digen. Twee uur later liet de kardinaal
zich aandienen. De juweliers kenden De
Rohan en waren dolgelukkig aan hem het
collier te kunnen toevertrouwen en met
hem de zakelijke regelingen te kunnen be
spreken. Eindelijk was het dan zo ver, dat
ze uit de zorgen kwamen!
Direct na aankomst van De Rohan begon
een kleine comedie van twee kanten. De
juweliers hadden ingeprent gekregen, dat
zij tegenover De Rohan niet mochten laten
merken, dat het collier voor de koningin
bestemd was, niet eens dat zijn bezoek
juist dit ene collier betrof. En eenzelfde
spel werd door De Rohan gespeeld. Böhmer
en Bassanger wendden derhalve blijde ver
rassing voor toen zo hoog bezoek zich meld
de. De kardinaal bekeek een paar wille
keurige stukken, doch toonde zich niet te
vreden. Was er niets beters, iets bijzonders?
Zeker, de heren hadden iets buitengewoon
moois.... maar ook kostbaars. Het collier
werd getoond.
De Rohan vroeg, enigszins achteloos, naar
de prijs.
„Eén millioen achthonderdduizend li
vres?"
Wordt vervolgd)