Burgemeester van Den Haag
motiveert zijn aftreden
OPRUIMING
Abdoel en het Vliegende Tapijt
„De tweede oorbel'
„Achteraf onjuist gebleken
inzicht ten zeerste betreurd"
Kent U hem?
FEUILLETON
4
Bankwerker gearresteerd,
verdacht van poging tot
doodslag
Vakantiecursus voor
Belgische leerkrachten
Examens
Als U goed kijkt, weet U
wie dit is. Als U goed iet
op komende advertenties,
leert U iets kennen, wat U
dagelijks zal verwennen!
,Tabee van zendamateur
in de Lucht en op de grond
Kinderverlamming
Duitsland richt het oog op
vroeger Duitse gebieden
door Hans Martineit
DINSDAG 10 JULI 1956
Burgemeester mr. F. M. A. Schokking
heeft bij het begin van de maandagmiddag
gehouden gemeenteraadsvergadering de
volgende verklaring afgelegd:
„Zoals u bekend is heeft vrijdag 6 juli
de Tweede Kamer der Staten-Generaal
haar debat beëindigd, dat zich bezig hield
met het gerucht rondom mijn persoon in
verband met de gebeurtenissen in 1942 in
mijn ambtsperiode in Hazerswoude.
Öp 1 februari van dit jaar heeft één der
Haagse bladen over deze gebeurtenissen
een uiteenzetting gegeven. Na het commu
niqué, dat ik op 2 februari daaraanvolgende
heb doen uitgeven, na het advies van de
heren Donner, Ebels en Neher met bege
leidende nota van de regering, na de uit
spraak van de Raad van Tucht van de Fe
deratie van Nederlandse Journalisten, na
de beschikking van de Hoge Raad der Ne
derlanden heb ik het stilzwijgen bewaard.
Thans echter, na het Voorlopig Verslag
en na de Memorie van Antwoord van de
regering en na het debat daarover in de
Tweede Kamer, dus nadat de op dit ogen
blik bevoegde autoriteiten hun oordeel
hebben uitgesproken, moge het mij zijn
toegestaan dit stilzwijgen te verbreken.
Als ik dit doe, dan heeft, naar het mij
voorkomt, de raad der gemeente 's-Gra-
venhage er aanspraak op van mijn mede
delingen het eerst kennis te nemen,
Het is mij een behoefte vóór alles tot
uitdrukking te brengen, dat mijn achteraf
onjuist gebleken inzicht in bepaalde feiten
en omstandigheden, die zich hebben voor
gedaan in de bewogen en zeer moeilijke si
tuatie, waarin ik mij in 1942 bevond, door
mij ten opzichte van hen, die daarvan het
slachtoffer zijn geworden, meer wordt be
treurd dan ik geloof, dat wie ook zich kan
indenken. Zeer, zeer gaarne had ik hier
aan eerder uiting gegeven, doch aange
zien in de atmosfeer, die na de publikatie
van 1 februari is ontstaan, al datgene, wat
door mij zou worden meqgedeeld, verkeerd
dreigde te worden verstaan, heb ik ge
meend daarvan tot op dit ogenblik te moe
ten afzien. Thans wil men, naar ik vurig
hoop, hetgeen ik zojuist zeide, aanvaarden
als een uiting van oprechte deernis.
Ik ben tot het achteraf onjuist gebleken
inzicht in 1942 in volle oorlogstijd der
halve gekomen door hetgeen destijds
geschied is en aan mij werd meegedeeld.
Dit inzicht werd versterkt door de ontwik
keling der gebeurtenissen met een zodanig
overtuigende kracht dat, na afweging van
de in die dagen op mij rustende verant
woordelijkheden, ik gemeend heb niet
anders te kunnen handelen dan zoals ik
deed. Men heeft mij hiervan een verwijt
gemaakt, dat, naar ik geloof, niet voldoende
recht doet wedervaren hetgeen na zo
lange tijd ook welhaast niet meer mogelijk
is aan de situatie, zoals die w e r k e 1 ij k
was en aan de uitzonderlijk zware verant
woordelijkheden, die in bezettingstijd op
een burgemeester rustte.
Er is in de afgelopen maanden van ver
schillende zijden sterke morele druk op mij
uitgeoefend, enerzijds om als burgemeester
heen te gaan, anderzijds om dat niet te
doen.
Wanneer ik thans het eerste heb gekozen
dan vindt zulks zijn oorzaak in mijn over
tuiging, dat een burgemeester, zeker als hij
reeds enige jaren in een bepaalde gemeente
werkzaam is geweest, moet kunnen steunen
op het vertrouwen van zijn gemeentenaren,
van welke groepering zij ook mogen zijn.
Na de nota der regering, geadviseerd
door de heren Donner, Ebels en Neher en
ook na de beschikking van de Hoge Raad
bleek, dat het vertrouwen in de omvang,
die i k meen, dat voor een goede ambts
uitoefening aanwezig moet zijn, niet in vol
doende mate was teruggekeerd.
Voor zover ik dit op het ogenblik kan
overzien mag ook na de krachtige ver
dediging van het standpunt der regering
bij de Kamerdebatten op vrijdag 6 juli,
waarvoor ik hier mijn erkentelijkheid wil
uitspreken, toch niet worden verwacht, dat
de basis van het vertrouwen zo breed zal
zijn, als ik voor een voortzetting van mijn
werk nodig acht."
Ik wil niet verheimelijken, dat het voor
mij en de mijnen een groot verdriet is, na
de uitspraken van ons hoogste rechtscol
lege en van de regering, op deze wijze een
ambtsvervulling van meer dan 18 jaren te
beëindigen. Wat hiervan zij: ik meen, dat
ik na de publikatie in het begin van dit
jaar mijn plicht tot het uiterste heb ge
daan. Dit is mij onmogelijk geweest, om
dat ik er innerlijk van overtuigd was en
ben, dat ik steedis naar beste weten heb
gehandeld, en voorts, omdat ik na het ge
beurde in Hazerswoude daarop zelf bij de
bevoegde autoriteiten te gepaster tijd bij
herhaling heb gewezen. Thans meen ik, dat
noch mijn vrouw, noch van mij in rede
lijkheid meer mag worden verwacht.
Wetend, dat niet ik mijn levensweg be
paal, doch Hij, die het al bestiert, die dit
deed in het verleden en dit ook in de toe
komst doen zal, heb ik thans in volle per
soonlijke vrijheid de conclusie getrokken,
d'ie mij toeschijnt de enig juiste te zijn en
mijn ontslagaanvrage aarngekond(:|gd, die
inmiddels aan hare majesteit de Koningin
is toegezonden. Wanneer het hare majesteit
moge behagen mij het gevraagde ontslag
te verlenen, hoop ik van u, dames en heren,
leden van de gemeenteraad, nader af
scheid te mogen nemen."
Antwoord namens de
gemeenteraad
Na deze verklaring zei de heer H. Swart
(C.H.) (de nestor van de raad, de heer H.
Smitskamp (A.R.) was wegens vakantie
afwezig) het volgende:
„Uw mededeling, dat u het besluit hebt
genomen uw ontslag aan te bieden is stel
lig voor de raad schokkend geweest. De
aangelegenheden die tenslotte tot dit be
sluit hebben geleid liggen buiten de be
oordelingsbevoegdheid van de raad. Daar
over is in zijn vergaderingen nimmer ge
sproken.
Dit wil niet zeggen dat zij de leden van
de raad onberoerd hebben gelaten. Stellig
hebben hun gedachten zich dikwijls bezig
gehouden met de gezagsverhoudingen die
hierbij betrokken zijn.
Het door u genomen besluit hebben wij
slechts te respecteren. Overigens kan ik
namens de raad getuigen van het begrip
dat alle leden steeds hebben gehad voor
de moeilijkheden die u en mevrouw
Schokking in de laatste maanden hebben
ondervonden en van het medeleven dat
hierdooor bij ons allen is gewekt".
Een Amsterdammer die zaterdagmiddag
zyn vroegere kostganger achterop zyn
motorfiets meenam naar het Gooi om een
twist op een rustig plekje uit te praten,
heeft de man in een boslaantje achter
Bantam met een meegenomen ijzeren staaf
zo ernstig mishandeld, dat deze zwaarge
wond in een ziekenhuis opgenomen moest
worden.
Het slachtoffer was een 35-jarige mon
teur en was enige tijd bij de 43-jarige
dader in de kost geweest en zou een ver
houding met diens vrouw hebben gehad.
De bankwerker, waarschijnlijk vol wraak
gevoelens, nodigde zijn rivaal uit deze
affaire op een rustige plaats uit te praten
en deze, in de veronderstelling dat het bij
praten zou blijven, gaf hieraan gevolg.
Zaterdag vroeg in de middag ging het
tweetal op pad. De monteur achterop de
motor van de bankwerker, die koers zette
naar het Gooi en nabij Bussum de Franse
Kamp inreed. Tussen het Kampeerterrein
en Bantam werd het gesprek al spoedig
een gevecht, in de loop waarvan de bank
werker met een ijzeren staaf zijn tegen
stander te lijf ging. Deze kreeg zes diepe
wonden in het hoofd, terwijl een onderarm
door een slag met de staaf werd gebroken.
Kampeerders uit de Franse Kamp, die in
de omgeving wandelden, hoorden gekreun
en vonden de man bloedend op de grond.
De vechtersbaas stond in de nabijheid en
wachtte gelaten zijn arrestatie af. Terwijl
een E.H.B.O.-'er het slachtoffer eerste hulp
verleende, waarschuwde een kampbewoner
de politie.
De bankwerker werd gearresteerd onder
verdenking van poging tot doodslag. In de
loop van deze week zal hij worden voor
geleid.
De waarnemend secretaris-generaal van
het departement van Onderwijs, Kunsten
en Wetenschappen mr. H. J. Schölvinck
heeft in de collegezaal der Gemeente-Uni
versiteit te Amsterdam aan de Oudezijds-
voorburgwal de eerste der beide vakantie
cursussen geopend, die dit ministerie in
samenwerking met het Belgische ministe
rie van openbaar onderwijs heeft georga
niseerd op grond van het Nederlands-Bel
gisch cultureel akkoord. Aan deze cursus
nemen 96 leerkrachten bij het Belgisch on
derwijs deel. Het algemeen thema voor de
cursussen is „strijdend, organiserend en
scheppend Nederland".
NAN MERRIMAN IN VERDI'S
„FALSTAFF"
De Engelse zangeres Nan Merriman zal
in de opvoering van Verdi's „Falstaff" op
dinsdag 10 juli in de Stadsschouwburg te
Amsterdam de plaats innemen van de
Italiaanse Fernanda Cadoni, de vertolk
ster van de rol van mistress Mac Page.
Fernanda Cadoni werd tijdens de „Fal-
staff'-opvoering op donderdag 5 juli in
Den Haag plotseling ziek.
Nan Merriman heeft van de leiding van
het Glyndebourne Festival toestemming
gekregen haar werkzaamheden daar te
onderbreken om in het Holland Festival te
kunnen invallen. De rol van Meg Page
heeft zij voor grammofoonopnamen ge
zongen onder leiding van Toscanini en Von
Karajan.
Haarlem. Aan het Mendel-College (R.K.
HBS voor jongens) te Haarlem zijn geslaagd
voor het examen hbs a: M. H. Alles, A. J. M.
van den Berg, F. A. M. P. van Heijningen,
H. J. Hogeboom van Buggenum, J. M.
Schoorl, G. P. M. Smit, L. Stern, allen uit
Haarlem; W. B. van Etten, Th. C. P. van der
Kolk, S. van Rookhuizen uit Beverwijk; E.
B. W. Bosch, H. J .M. A. Weustink uit Bloe-
mendaal; M. A. J. Post, J. H .A. In der Rie
den, W. J. Wolfs uit Veisen. Afgewezen:
geen.
Haarlem. In het gebouw van de HKB te
Haarlem zijn maandag geslaagd voor het
mulo-diploma a de dames A. Reichard te
Beverwijk, C. J. van der Giessen te Uitgeest,
M. A. Keeman te Velsen-Noord, J. E. Scho-
neveld te Hillegom, E. Waanders te Heem
stede (beiden met middenstandsdiploma), C.
A. van Straaten, M. G. Stuurman, C. Ko
ning (allen met middenstandsdiploma), M. J.
Wijkhuizen, E. Wever, M. W. C. Büchman,
allen te Haarlem en de heren H. Zuidervaart
te Velsen, E. Viseben t* Halfweg; R. C. J.
Docter te Heemskerk; H. W. M. Wardenier
te Zand voort; M. Spronk, P. J. Post, A. J.
Nieuwdorp, R. A. Meulman te Haarlem. Met
middenstandsdiploma slaagden de heren C.
Veenendaal, G. H. Veldheer, J. C. Souverein
te Haarlem. Voor het diploma b is geslaagd
de heer L. S. M. Boonstra te Zandvoort.
Haarlem. Bij de te. Den Haag gehouden
Staatsexamens voor muziek, slaagden voor
het theoretisch gedeelte A, Ineke Bosch, Lily
Lepiet en Anneke Visser te Haarlem.
Amsterdam. Vrije Universiteit. Doctoraal
examen Economie: M. A. Asaari, Amsterdam;
C. Jorngeblad, Amsterdam. Kandidaatsexamen
Nederlandse Letteren: mej. G. W. Hamer,
Den Haag; E. de Boer, Dordrecht. Kandi-
daarsexamen Geschiedenis: mr. D. Tom,
Halfweg. Doctoraal examen Theologie: D. R.
van der Wall, Chicago; J. C. Lombard, Pre
toria (Z. Afr.); D .A. Kruyswijk, Franeker.
Kandidaatsexamen Theologie: D. N. Wouters,
Dordrecht; C .E. van den Broek, Baarn.
Amsterdam (Gemeente Universiteit). Be
vorderd tot apotheker: Thio Koen Hek, Am
sterdam. Doctoraal examen aardrijkskunde:
mej. H. D. M. Verwer, Goes, J. M. Mabe-
soone, Amsterdam, J. J. Wensink, Santpoort.
Kandidaatsexamen physische aardrijkskunde:
J. J. G. M. van Boeckel, Amsterdam. Kan
didaatsexamen Engels: mej. M. C. Caspers,
Arnhem. Doctoraal examen Engels: mej. G.
L. L. H. Stolk, Amsterdam. Kandidaats
examen theologie: mej. L. Lageman en J.
Verheul, beiden Amsterdam. Doctoraal exa
men geneeskunde: E. M. M. de Vries, mevr.
J. G. Bernards-Bergsma, R. A. Altempohl,
M. von Balluseck, mej. K. C. Hollander, P.
Zwaan, A. E. H. Sonnen, mej. Th. M. J. van
Eijden, A. A. Loedin, The Sie Poo, J. van
der Line, E. G. E. Egger, mevr. B. Lobel-
Lynfield, B. Mosbacher, mej. Busnac, E. J.
A. M. Blommaert, R. A. Geerdink, J. P.
Schade, F. E. Popoff, allen te Amsterdam,
mej. E. van der Ploeg, Diemen, J. L. Visser,
Badhoevedorp. Bevorderd tot doctor in de
rechtsgeleerdheid op proefschrift getiteld:
„Inleiding tot de wetgevingstechniek" mr. J.
Groenendaal, geboren te Utrecht. Doctoraal
examen theologie: S. P. Siregar, Amsterdam).
Kandidaatsexamen theologie: mej. H. A. O.
Funke, Amsterdam, T. Bijlsma, Den Helder,
J. Smit, Heemstede, J. C. C. Rupp, P. Os
kamp en met lof A. de Jong, Amsterdam.
Kandidaatsexamen rechten: G. G. Nieuwen-
kamp, P. J. I. M. de Waart, D. H. M. Meeu-
wissen, Amsterdam, F. P. Quax, Alkmaar,
G. A. Vedder, Heemstede, met lof F. J. de
Bruin, Santpoort. Doctoraal examen econo
mie: W. H. Vroom, Amsterdam. Doctoraal
examen politieke en sociale wetenschappen
(sectie c): mej. W. H. van Woelderen, Noord-
wijk aan zeer, mej. M. Kuiper, Heerde, mej.
A. M. Schaapman. Leeuwarden, P. Bos, Am
sterdam. Doctoraal examen aardrijkskunde:
W. Voster. Amsterdam. M. de Vries, Alk
maar, R. W. Poolman, Aerdenhout.
Utrecht. Kandidaatsexamen rechten: T. J.
Höppener, Eindhoven, P. J. van Kimmenade,
Geldrop. Kandidaatsexamen kunstgeschiede
nis: mej. E. J. M. E. Slot, Utrecht. Kandi
daatsexamen Nederlandse letteren: A. G.
van Melle, Rotterdam, mej. E. J. C. Enden
burg, Utrecht. Kandidaatsexamen geschiede
nis: H. Smit (cum laude), Utrecht. Doctoraal
examen geschiedenis: P. J. Beerekamp, Nun-
speet, W. Smit (cum laude), Utrecht. Kandi
daatsexamen psychologie: mej. G. S. Th.
Zwaan, Doorn, E. Lakmaaker, De Bilt. C. H.
M. Brunia, Utrecht. Doctoraal examen psy
chologie: mej. H. Koster, Utrecht. Kandi
daatsexamen sociale geografie: W. K. van
Petersen, Utrecht. Doctoraal examen sociale
geografie: A. J. H. Gietelink, Almelo, S. K.
Fokkema, Utrecht, A. M. van de Brink,
Utrecht, E. J. Zuurbier, Leeuwarden, mej.
J. Uittenbogaard, Naarden. Kandidaats-
ADVERTENT1E
examen Spaanse taal -en letterkunde: mevr.
L. Isbruecker, Den Haag. Kandidaatsexamen
tandheelkunde: mej. A. H. Adelaar, Utrecht,
H. A. H. van Dam, Schoonhoven, J. W. N.
van Es, Wassenaar, J. Th. van Geest, Den
Haag, mej. A. van Ipenburg, Santpoort, L. D.
J. de Lange, Den Haag, E. L. Steens, Utrecht,
C. J. Visser, IJmuiden, G. Willemsen, Rijs-
sen, J. J. Burg, Soest, M. Drakt, De Bilt, B.
W J. Feuth, Rotterdam, B. de Haan, Leeu
warden, P. A. Jas, Dordrecht, D. L. de Mooy,
Zwolle, E. G. Trijzelaar, Rotterdam, mej. M.
A. de Vries, Benningsbroek, C. Zijderveld,
Utrecht; H. J. Goumans, Born (L.), G. A. M.
van Erp, Best, T. F. N. Foo, Amsterdam, J.
van Houte, Rotterdam, R. H. Landman, Am
sterdam, C. P. van Ooy, Diemen, N. P. Vene
kamp, Langwere. Doctoraal examen tand
heelkunde: S. B. Gelders, Utrecht; H. W.
Hornstra, Utrecht; B. Houwink, Amsterdam;
J. de Koomen, Rotterdam, M. H. van Muis
winkel, Utrecht; J. H. Oosting, Utrecht, H. J.
G. M. Rolink, Venlo, J. van Slooten, Den
Haag, J. Verschuuren, Eindhoven, H. H.
Wiechers, Winterswijk. Kandidaatsexamen
veeartsenijkunde: H. A. de Boer, Ee (Fr.), H.
Klaassen, Leiden, J. Th. M. Kraanen,
Utrecht, P. Leeflang, Overveen, L. Ooster
veen, Maurik, A. M. Tromp, Amsterdam, P.
C. Uyterlinde, Utrecht. Semi-arts examen:
J. 'Bast, Amersfoort, F. P. F. M. de Bruijn,
Den Bosch, M. L. Fleuren, Helmond, Th. M.
van de Horst, Utrecht, H. Ottens, Utrecht,
J. F. G. Siegers, Utrecht. Tandarts examen:
mej. E. M. H. J. Bour, Heerlen, J. G. Bur
gers, Breda, J. J. Otto, Pernis, D. H. de Kup,
Amsterdam, J. L. H. Rompen, Soest, J. H.
Sommer, Den Haag, G. A. M. Vermeulen,
Roozendaal, H. G. Werner, Den Haag. Dieren
arts examen: H. P. Daniels, Geleen, A. El-
gersma, Britsum (Fr.), W. Jaartsveld, Lich
tenvoorde, H. M. A. Jansen, Waardenburg,
Y. Krol, Utrecht, A. Remmerswaal, Sassen-
heim, A. Rozeman, Hoogeveen, G. Schoen
maker, Kockengen ,A. D. Staal, Overschildt,
J. Venema, Opende (Gr.), H. Volbers, En
schede. De heer A. J. J. Sprenkels te Utrecht
is gepromoveerd tot doctor in de wis- en
natuurkunde, op een proefschrift, getiteld:
„Röntgenografische structuurbepaling van
enige zouten van wijnsteenzuur en duiven-
zuur". Op een proefschrift getiteld: „In
vestigations into the action of certain hor
mones and other substances on the melano-
phores of the south african clawed toad, xe-
nopus laevis" nromoveerde voorts de heer
A. C J. Burgers te Arnhem tot doctor in de
Met grote ogen volgden de Eskimo's het tapijtje, dat nu netjes naar de grond
zweefde. Nu kwamen ze vriendelijk lachend naar de plaats gelopen, waar Abdoel
en Mohab geland waren en van hun kleedje opstonden.
„Ze zien er niet uit, of ze kwaad in de zin hebben", vond Abdoel.
„Nee, ze lachen zo vriendelijk", zei Mohab.
Zwaaiend naderden de Eskimo's. 40-41
wis- en natuurkunde. De heer C. M. Braams
te Utrecht promoveerde tot doctor in de wis-
en natuurkunde op een proefschrift getiteld:
„Energy levels of calcium isotopes".
Leiden. Doctoraal examen Rechten: mej.
H. C. F. van Buttingha Wichers, Den Haag;
L. C. van der Plas, Oegstgeest. Doctoraal
examen Klassieke Taal- en Letterkunde: J.
Durieux, Delft. Kandidaatsexamen Klassieke
Taal en Letterkunde: mej. I. van der Steur,
Amsterdam. Doctoraal examen Rechten
(vrije studierichting): mej. A. C. Kleinjan,
Zwolle. Doctoraal examen Geneeskunde II:
mej. A. den Duik, Den Haag; K. Hamersma,
Rotterdam; J. H. Nieuwenhuis, Dordrecht;
E. R. Scheepe, Oegstgeest; A. D. Sitalsing,
Leiden; M. J. Stapel, Rotterdam; C. C. Ver-
hage, Middelburg; W. S. M. van Wisse, Voor
schoten. Semi-artsexamen: mej. Th. Bakker,
Den Haag; mej. A. M. J. Dolk, Leiden; mej.
M. N. Wolterbeek, Den Haag; P. H .M. Beek,
Leiden, L. Li brik (U.S.A.). Artsexamen: mej;
A. M. Th. Kerstjens, Voorburg; mej. J. C.
Klein, Sneek; mej. G. M. J. Toby, Den Haag;
G. Coerkamp, Scheven,ingen; F. Tan Hoan
Giok, Leiden. Doctoraal examen Rechten: J.
C. Koomans, Dordrecb': Th. M. Th. Adriaan-
sens, Schiedam; T. L. Stehouwer, Sommels-
dijk. Kandidaatsexamen Rechten: mej. N. H.
de Klerk, Wassenaar; mej. M. E. Hes Boot,
Rotterdam; J. J. M. A. Eggels, Den Haag;
W. M. Engelberts, Arnhem; D. M. Schorer,
Arnhem; A. M. Mout, Wassenaar; P. Bakker
Schut, Gorssel; R. P. J. Vroom, Den Haag;
Th. J. van Hasselt, Amsterdam; J. Knotten
belt, Amsterdam.
Gepromoveerd tot doctor in de Wis- en
Natuurkunde op proefschrift getiteld „Vita
mine D-C 14 (een onderzoek naar de resorp-
tie en het metabolisme van de vitaminen d2
en d3 bij ratten en kippen)", de heer B. G.
van den Bos, geboren te Nijkerk en thans
wonende te Weesp. Gepromoveerd tot doctor
in de Wis- ert Natuurkunde op proefschrift
getiteld „Monomoleculaire lagen (symme
trische dialkylazijnzuren en hun interactie
met films van eiwitten)", de heer Sj.
Roorda, geboren te Hengelo en thans wonen
de te Leiden.
Nijmegen. Kandidaatsexamen Geneeskunde
le gedeelte: de dames M. Th. A. van de Bilt,
Arnhem; A. H. A. M. Bolsius, Santpoort; M.
A. G. Hölscher, Breda; C. G. M. Voester-
mans, Roermond; de heren W. P. M. Breed,
Nijmegen; A. F. Casparie, Sneek; J. B. H. van
Drongelen, Kloosterzande; P. J. A. van Dijk,
Eindhoven; H. J. J. Houben, Eys-Wittem;
M. J. M. Hijnen, Maastricht; R. M. C. M.
Janssen. Helden (L.); J. J. M. Leenders, Den
Bosch: J. B. Luiken, Den Bosch; A. J. G. M.
M. Nollen, Raamsdonkveer; L. A. M. Peeters,
Weert, B. J. N. Potma, Enschede; C. F. van
Riet, Goes; J. J. F. Schmitz, Arnhem; J. C.
M. Schreurs, Deurne; R. G. W. L. Tiggeler,
Enschede; A. J. M. van der Werf, Nijmegen;
J .M. E. van Zandvoort, Nijmegen; S. J. M.
van der Zee, Bolsward. Doctoraal examen
Engelse taal- en Letterkunde: pater J. M. J.
W. Kuin MSC, Berg en Dal; W. J. M. van
Rooy, Venlo. Doctoraal examen Geneeskunde
le gedeelte: A. A. M. Blomjous, Breda; L. J.
Coenders, Nijmegen; J. H. Dijkman, Zutfen;
A. H. F. van Olphen, Tilburg; mej. C. A. E.
H. van Oorschot, Heeswijk. Doctoraal examen
Rechten (vrije studierichting): mej. U. C. H.
Martin, Hoensbroek. Doctoraal examen Rech
ten: R. J. Nelissen, Hoofdplaat.
Wageningen. Gepromoveerd tot doctor in
de Landbouwkunde: ir. R. H. A. van Duin,
Wageningen, op proefschrift getiteld: „Over
de invloed van grondbewerking op het trans-
port van warmte, lucht en water in de
grond". Gepromoveerd tot doctor in de
Landbouwkunde: ir. M. K. El Din Fouad, ge
boren te Cairo, op proefschrift getiteld'.
„Studies on genetic and on chemically in
duced resistance of cucumber tissues to
cladosporium cucumerinum (ell en arth)".
Doocoooc*x>cxx)cocccocccccccccccor<:
„Als ik plotseling uit de lucht ben, be-
hoeft u zich niet ongerust te maken,
want heus luisteraars, ik neem geen
enkel risico. Ik zal nu een plaatje voor
mijn meisje gaan draaien en wel
„Tabee". Daar gaat hij danMaar
hij ging niet en toch werd het tabee, zij
het dan ook op een andere manier, dan
de clandestiene zendamateur had ver
wacht.
Vóór de eerste tonen van dit afscheids
lied het luchtruim in het noord-ooste
lijk deel van de provincie Groningen
clandestien ingezonden werden, stapten
een ambtenaar van de PTT, vergezeld
van de districtsrecherche uit Winscho
ten en de rijkspolitie uit Appingedam,
het boerderijtje van de familie T. Z. te
Siddeburen binnen. Van de afxoezigheid
van de heer Z. had de zoon des huizes
gebruik gemaakt een aantal platen uit
te zenden. De op het allerlaatste ogen
blik in de tuin neergesmeten zender
werd spoedig gevonden. Een vrij krach
tige zendinstallatie, een twintigtal gra-
mofoonplaten en een bijna nieuw radio
toestel werden ter plaatse in beslag ge
nomen en „tabee" verklaard door Z.
^OMOCOOOOOOOCX>OOOOCOOODCCOSOOC<XXXXXXXXXXXX>DCOCCCCC«XX
In de week van 24 tot en met 30 juni
werden achtendertig gevallen van kinder
verlamming aangegeven, waarvan zestien
in Zuid-Holland, zes in Noordbrabant en
negen in Limburg. De gevallen van kinder
verlamming geven geen redeh tot ongerust
heid of tot het nemen van bijzondere maat
regelen, aldus wordt van bevoegde zijde
meegedeeld.
Het afgelopen weekeinde heeft de hoofd
inspectie van de volksgezondheid zich op
een bijeenkomst te Oosterbeek intern be
raden over de maatregelen, die zouden
moeten worden genomen als onverhoopt
een epidemie zou uitbreken. Op deze bij
eenkomst hebben binnen- en buitenlandse
specialisten op het gebied van kinderver
lamming ervaringen en gegevens met
elkaar uitgewisseld.
(Van onze correspondent in West-Duitsland)
Hoewel het nog lang niet zover is, dat de
Westduitse Bondsrepubliek en de Oost
zone met elkaar kunnen worden herenigd,
menen de naar West-Duitsland getrokken
vluchtelingen, die uit de overige, in het
oosten gelegen, vroeger hoofdzakelijk door
Duitsers bewoonde gebieden afkomstig zijn,
dat er voortdurend de aandacht op moet
worden gevestigd, dat ook die streken niet
mogen worden vergeten en dat ook die bij
Duitsland moeten worden gevoegd.
Twee Westduitse .bondsministers uit
Adenauers regering hebben dezer dagen
dergelijke uitlatingen op openbare bijeen
komsten gedaan. De Westduitse minister
voor Verkeer, Seebohm, zei als voorzitter
van de algemene bond van Sudeten-Duitse
vluchtelingen op een vergadering van meer
dan dertigduizend Sudeten-Duitsers in Bo-
chum in het Ruhr-gebied, dat het Duitse
volk zeker geen afstand van zijn aanspra
ken op de streken ten oosten van de Oder
en Neisse mag doen. Tegen journalisten zei
hij naderhand nog, dat volgens hem de
hereniging van Duitsland niet tot stand
kan komen, voordat de Russen de uranium-
mijnen in de Duitse oost-zone en in Tsje-
choslowakije geheel uitgebuit zullen heb
ben. De Westduitse minister voor algemene
Duitse vraagstukken, Jakob Kaiser, voer
de dezer dagen te Hannover het woord
voor eveneens ongeveer dertigduizend
Duitsers, die uit West-Pruisen afkomstig
zijn. „Men kan niet van ons verwachten",
zei de minister, „dat wij als prijs voor een
gemeenschappelijke regering van West-
Duitsland en de oost-zone afstand van onze
aanspraken op andere Duitse streken zul
len doen".
ADVERTENTIE
3)
„Wil je wat horen?" vroeg ze. „Die
akelige politiek zeker? Of wil ik je liever
iets uit het litteraire bijvoegsel voor
lezen?"
„Nee, laat maar," zei hij lachend, haar
van de hak op de tak springende manier
van lezen indachtig. „Ik moet mijn hoofd
bij mijn milligrammen houden. Vertel me
liever wat. Daarbij werk ik nog eens zo
vlug."
Hij luisterde met een half oor naar haar
visie op de dagelijkse voorvalletjes in hun
dorp, maar moest toch telkens om haar
pittige en geestige voorstelling van zaken
lachen. Joke neusde ondertussen nog even
in de krant. Ze las hier een paar regels,
daar de koppen, en klaar was ze met de
inhoud.
Eensklaps rinkelde de telefoon. Jeróme
peq Sou sz lepjooA 'pisaoi }9q ftq (B sbm.
kunnen zeggen, dat ze hoopte, dat hij niet
zcu worden weggeroepen, haar stereotiepe
reactie op elk belletje.
„Met dokter Rijnders. Nee Neljuf
frouw Van Galen is er niet. Nee, ze is het
hele weekeinde niet hier. Met wie? O,
mevrouw KosterNee, dan begrijp ik
er helemaal niets van. Wacht u even, ik zal
het mijn vrouw vragen."
Joke had met gespannen aandacht ge
luisterd. Ze was opgestaan en ging op haar
man toe, die vlug tegen haar zei: „Met
welke bus is Nel dan gegaan, zeg? Of heeft
ze toch de fiets genomen? Ze is namelijk
nog niet bij de Kosters aangekomen
„Ik weet het werkelijk niet precies
„Ga dan toch even gauw in de schuur
kijken, of haar fiets er is."
Joke holde het huis uit, bleef dadelijk op
het bordes weer staan. Ze wist immers heel
goed, dat de fiets er niet kon zijn. Ze was
in hoge mate verbaasd over zichzelf.
Waarom had ze nu niet meteen gezegd, dat
ze wel wist, dat Nel met de fiets was ge
gaan? Toen ze in de apotheek terugkwam
en tegen Jeróme van nee knikte, hoorde ze
hem zeggen:
„Och, ik zou me in uw geval maar niet
ongerust maken. Nel zal wel in de loop
van de ochtend bij u opdagen. Misschien
is ze om de een of andere onverwachtse
reden wel bij haar moeder blijven slapen.
O, heeft u haar moeder ook al opgebeld?
Geen gehoor gekregen? Ja, dat is inderdaad
vreemd.... Net zegt mijn vrouw, dat ze
toch met de fiets is gegaan. Dan heeft ze
zeker gisteravond de bus gemist en ze
wilde waarschijnlijk geen twee uur wach
ten. Ja, u heeft gelijk. Het is niets voor
Vanaf 16 juli enorme
Overhemden 5.908.90
Ondergoed garn. v.a2.99
Sportcolberts v.a29.90
Hoeden v.a6.80
Hoeden, haarvilt 10.80
Sokken - ankiets - wol 1.39
Riviera's v.a16.90
Merkregenjas 39.90
Plasticjassen 6.80
Zelfbinders 1.39
Grote Houtstr. 96 - Tel. 12210 - Haarl.
Nel om niet te verschijnen en dan niet even
op te bellen
Met een diepe frons tussen de wenk
brauwen stond Joke te luisteren.
„Ja, ik zou het erg op prijs stellen, wan
neer u me belt, zodra ze arriveert. We
zullen maar afwachten, mevrouw Koster.
O, helemaal geen dank en tot straks dan."
„Begrijp jij daar nou iets van? Waar kan
ze zitten? En ze had zich nog zó op dat
feestje verheugd. Nel is stipt. Er moet wel
een dwingende reden zijn, wanneer zij
„Ach, jullie winden je voor niemendal
op. Ze is natuurlijk bij Arendbij Dijk
man gebleven en vond het toen te laat
ofof te gênant om nog naar haar
vrienden te gaan. Ze zal er zich wel op de
een of andere manier uitpraten."
Jeróme keek zijn vrouw onthutst aan. Zó
kende hij haar niet. Waarom stond ze
vijandig tegenover Nel? Zo vinnig, zo
aggressief?
„Ik begrijp je niet liefste," zei hij kalm.
„Je weet, dat Nel er het meisje niet naar
is om zich ergens uit te praten. Dan had ze
openlijk gezegd: ik ga naar mijn verloofde.
En geen slinkse wegen gezocht. Nee, mij
bevalt de zaak niet. Ik hoop, dat we straks
een aannemelijke verklaring krijgen. En ik
moet ondertussen opschieten, als we nog
voor twaalven weg willen."
Joke was woedend op zichzelf. Hoe had
ze zich zo kunnen laten gaan? Ze moest
voorzichtiger met haar uitlatingen zijn.
Jeróme had haar eigenaardig aangekeken.
Eén tel maar. Toch lang genoeg voor haar
om het te zien. Koud was ze onder zijn blik
geworden, al had hij zich dadelijk weer in
zijn macht gehad. Om haar gezicht te ver
bergen, was ze naar het raam teruggegaan.
Ze had machinaal de krant weer opgepakt
en wilde beginnen te lezen waar ze was
blijven steken, toen de telefoon weer ging.
Op hetzelfde ogenblik zag ze een man de
laan oplopen en op de huisdeur toestevenen.
Ze zag meteen, dat het geen dorpsbewoner
was en zonder Jeróme te waarschuwen
liep ze benieuwd naar de voordeur om open
te doen, voordat de vreemde zou bellen.
„Had u mij verwacht, mevrouw
Mevrouw Rijnders zeker? Mijn naam is
inspecteur Beels, uit Hilversum. Zou ik
dokter Rijnders even kunnen spreken?"
De bezoeker bleef haar vriendelijk glim
lachend aankijken.
„Nee, verwacht had ik u natuurlijk niet."
De vraag had haar opeens kopschuw ge
maakt, de vraag en dat innemende lachje.
„Ik zag u door het raam aankomen en
wilde mijn man niet storen. Natuurlijk
kunt u hem spreken. Mag ik even voor
gaan, mijnheer Beels?"
Inspecteur Beels liep achter haar aan door
de vestibule, voorbij de deuren met
„wachtkamer" en „spreekkamer" en volg
de haar naar de zitkamer, waarvan
mevrouw Rijnders de deur voor hem open
deed.
„Wilt u even plaats nemen? Ik zal mijn
man halenEn ze verdween.
Jeróme fronste het voorhoofd, veront
rust over haar mededeling. Hij liet meteen
zijn poeders in de steek en verliet de
apotheek, terwijl hij tegen haar zei:
„Blijf jij even hier. Dat lijkt me beter.
Ik hoop niet, dat er met Nel wat is. Toch
heb ik zo'n voorgevoel, dat er iets niet
klopt. Wat zou de politie hier anders
moeten doen, niet waar? En dat op zondag
nog wel. Ik zal je komen roepen, als er
iets is
Joke ging uit het raam staan turen. Ze
voelde zich er buiten gehouden. Zou ze
aan de deur gaan luisteren? Nee, toch maar
liever niet.
Inspecteur Beels was opgestaan, toen
dokter Rijnders de kamer binnentrad.
„Mijn naam is Beels, inspecteur Beels.
Het spijt me, dokter Rijnders, dat ik u op
uw vrije zondag moet komen lastig vallen.
Bovendien verschijn ik met een slecht
bericht. Juffrouw Van Galen werkte toch
bij u als apothekers-assistente, niet waar?"
„Dat is juist. Er is toch niets gebeurd,
inspecteur? Toch geen ongeluk? U moet
weten, dat ik zo even door haar vrienden
in Amsterdam ben opgebeld, bij wie ze,
naar we aannamen, vannacht logeerde.
Daarom was ik al ongerust. Ze is daar
namelijk niet aangekomen. Gisteravond
zou ze de bus van kwart over 'zevenen
nemen, maar het merkwaardige doet zich
voor, dat ze onverwachts met de fiets van
hier is weggegaan. Dat hoorde ik pas van
ochtend van mijn vrouw...."
Dokter Rijnders had zijn bezoeker weer
laten plaats nemen en nadat ze een sigaret
hadden opgestoken, vervolgde de inspec
teur: „Juist, met de fietsWe hebben
haar namelijk naast haar fiets in het bosje
bij de smalle binnenweg gevonden....
Dood." Hij nam de uitwerking van zijn
woorden op zijn vis-a-vis aandachtig op.
Dokter Rijnders ontstelde. Het raakte hem
meer dan hij kon zeggen. Hij was erg op
zijn assistente gesteld, waardeerde haar
onkreukbaar karakter en haar groot plichts
besef. Meer dan anderhalf jaar was ze nu
al zijn apothekers-assistente en hij had aan
de stille en betrouwbare jonge vrouw alles
kunnen overlaten. Bovendien ging er een
rustige bemoediging van haar uit, wanneer
hem in zijn werk tegenslag wachtte of hij
afgesjouwd van moeilijke gevallen thuis
kwam. Met een schok doorvoer het hem,
dat er van haar in alle bescheidenheid meer
steun was uitgegaan, dan van Joke in zulke
situaties.
„Dood, zegt u? Verongelukt? Hoe ont
zettend! Het arme kind! Wie had dat ge
dachtDokters Rijnders' stem klonk
ontdaan. „Vertelt u mij asjeblieft hoe het
gebeurd is."
Inspecteur Beels schraapte zijn keel.
„Dokter Rijnders, het is nog veel ontzet
tender. De jonge vrouw is vermoord."
„Vermoord?" Met afgrijzen sprong de
arts op. „Dat kan ik niet geloven. Wie zou
nu zo iemand, iemand die geen vlieg kwaad
zou doen, naar het leven staan? Is er geen
vergissing mogelijk? Een verwisseling van
personen?"
(Wordt vervolgd).