Holbewoners in Spanje
Politierechter strafte zwaar
wegens „rijden onder invloed"
Abdoel en het Vliegende Tapijt
„De tweede oorbel
De mislukte Kabinetsformatie
Justitie contra alcohol
FEUILLETON
4
Uit andere bladen
Heringa Wathrich
BLIKSEMAFLEIDERS
Algemene Ouderdomswet
Schandelijke mishandeling
van stamboekmerrie
Verkeersborden moeten
duidelijk zichtbaar zijn
Surinaamse minister van
Onderwijs treedt af
Grote Prijs Amsterdam
voor Reg Harris
French won bij stayers
Fusie tussen De Graafschap
en Doetinchem
door Hans Martlneit
WOENSDAG 25 JULI 1956
Nieuwe Rotterdamse Cou
rant geeft onder het kopje „Vastgelopen"'
de mening dat een vijf-partijenkabinet
theoretisch mogelijk moet zijn, maar dat
zo'n kabinet geen noodzaak is. Waarom
niet zonder KVP geformeerd? Een basis
van vijf partijen is op zichzelf geen nood
zaak, zoals het verleden heeft geleerd. Dr.
Drees moet de overtuiging hebben gehad,
dat het gewenst was, de basis van het ka
binet zo breed mogelijk te maken. Prof.
Romme intussen schuwt de verantwoorde
lijkheid niet, zo kan men in kringen van de
K.V.P. horen.
Aantrekkelijk kan de formatie moeilijk
zijn voor de fractieleider van de KVP. Maar
het is er op het ogenblik niet om te doen
wat voor deze of gene aantrekkelijk is. Het
is er om te doen, dat er een kabinet komt,
dat op redelijke wijze met het pariemem
kan samenwerken.
Of men daarbij omstandigheden zal be
reiken, die de zeer brede vijfledige basis
mogelijk maken, lijkt voorlopig twijfelach
tig. Na de formatiepoging-Drees is het nu
eenmaal onmogelijk met een volslagen
schone lei te herbeginnen. Als men de se
rie mogelijkheden nagaat zoals confes
sionelen met liberalen; socialisten met
prot.-chr. en liberalen; eventueel zelfs met
K.V.P. alleen met socialisten (wat niet
zeer waarschijnlijk is); en tenslotte de ba
sis van vijf partijen dan zou laatstbe
doelde mogelijkheid wel op zeer grote
moeilijkheden stuiten. En toch, al zou men
niet van geestdrift voor die oplossing over
lopen, men kan er toch op zijn minst te
genover staan onder het vragend motto;
waarom niet?
Algemeen Handelsblad, onder
het kopje „Ernstige Situatie", wil met
grote ernst vaststellen, dat ons land zich
niet, als in 1926, de weelde van een kabi
netscrisis van vier maanden kan permitte
ren, om pas dan tot de conclusie te komen,
dat op een situatie als deze, waarin een
oude samenwerking is verbroken en een
nieuwe (waarschijnlijk) nog niet blijkt te
kunnen worden gevormd, geen andere op
lossing past dan een nationaal intermezzi-
kabinet onder krachtige leiding. Waarom
zo'n kabinet bepaald ..liberaal" moet he
ten, is ons niet duidelijk.
In ieder geval: wie zegt wat hij niet
wil, zal dan toch moeten zeggen wat hij
w e 1 wil en hij zal de mogelijkheid daar
van op korte termijn ook waar moe
ten maken.
Maar lang zal dat niet mogen duren. Er
is: periculum in mora!
De Volkskrant schrijft onder het
kopje „Nieuwe Fase": De poging van dr.
Drees strandde op de weigering van de
KVP om zijn program op bepaalde punten
te aanvaarden. Maar het is duidelijk dat de
KVP die rol niet heeft gezocht. Dr. Drees
verwijt de KVP, dat die breuk ontstaan
zou zijn omdat de katholieke partij zich
niet aan zijn methode hield. Hij had de
discussies over zijn ontwerp-program wil
len afsluiten zonder de overgebleven ge
schilpunten uit te praten. Dat zou, in zijn
opzet, later hebben moeten gebeuren als
ook de kandidaat-ministers waren aange
zocht.
Maar wat maakt dat voor verschil? Er
waren nog een paar kostbare weken meer
verbruikt. De formateur zou al 'n heel ka
binet op papier klaar hebben. En eerst dan
had de KVP kunnen zeggen, dat van haar
kant toch niet op medewerking kon worden
gerekend. Nog afgezien van de vraag of
men de fi-acties op die manier niet onbe
doeld in een dwangpositie had gebracht,
zou het toch enkel uitstel van executie
zijn geweest. Daarom is het goed, dat de
KVP nu al duidelijk maakte hoe het ligt.
Onderwijl is weer een nieuwe fase inge
treden met de opdracht aan prof. Romme.
Wij zijn er ons van bewust, dat de nieu
we formateur zijn werk onder zeer ongun
stige omstandigheden begint. Hopelijk ziet
ook de PvdA in deze fase meer dan een
gelegenheid om haar teleurstelling over
het falen van dr. Drees uit te vieren.
Indien men het daar zou kunnen opbren
gen om de nieuwe formateur even ver te
gemoet te komen als de KVP dr. Drees
deed, ware al veel gewonnen. Het is meer
gebeurd, dat men elkaar langs een lange
en moeilijke weg moest vinden.
D e T ij d meent dat het weinig zin heeft
met de schuldvraag over en weer te gaan
kaatsen. Zeker is, dat prof. Romme zijn
aan de jongeren in Utrecht vóór de ver
kiezingen gegeven woord heeft gestand ge-;
daan en de bevordering van bezitsvorming
als punt in het nieuwe regeringsprogram
is blijven stellen als een conditio sine qua
non voor een deelname van de K.V.P. aan
de regering. De P.v.d.A. voelt alleen iets
voor collectieve bezitsvorming en niets
voor individuele bezitsvorming en sugge
reert in haar pers, dat Romme alleen be-
zitsvermeerdering van de reeds bezitten-
den zou nastreven. Volkomen ten onrechte
evenwel, want het gaat de KV.P. en haar
fractieleider juist om individuele bezits
vorming voor de arbeiders.
De klemmende en ook enigszins beklem
mende vraag luidt thans: „Wat nu?" De
P.v.d.A. heeft bij herhaling laten doorsche
meren, dat zij, hoewel ongaarne eventueel
in de oppositie kan gaan. Van K.V.P.-zijde
is tot nu toe nooit zulk een geluid gehoord.
Waarom eigenlijk? Als de P.v.d.A. mocht
menen, dat zij vanwege haar éne zetel
meer aan de K V.P. een regeringsprogram
mag dicteren, dan vergist zij zich. Zij is
nog niet aan een absolute meerderheid in
het parlement toe. De kleine partijen spe
len thans een doorslaggevende rol op de
wip, waarop aan weerskanten de nagenoeg
even zware P.v.d.A. en K.V.P. zitten. Waar
Drees niet geslaagd is, heeft Romme wei
nig kans. De situatie is moeilijk en biedt
weinig perspectief. En dat, terwijl er uiterst
belangrijke beslissingen zullen moeten
worden genomen.
Het V r ij e Volk. Dit blad schuift de
schuld volstrekt op de KVP, door te bewe
ren dat de AR en de CHU wel in algemene
zin met het program van dr. Drees akkoord
gingen. Het blad schrijft: „De formatie-
poging van dr. Drees heeft bijna zes weken
geduurd. Die tijd is geen verloren tijd. Er
is een program op tafel gekomen waarover
de PvdA en de protestants-christelijke par
tijen het eens zijn geworden, en dat bij de
VVD nog in overweging is gebleven. Óver
belangrijke vraagstukken als de defensie-
lasten en de huurkwestie heeft het overleg
tot resultaat geleid. De KVP meent echter
niet genoeg aan haar trekken te zijn geko
men. De tijd, die nu zal verlopen, voordat
een kabinet kan worden gevormd, is de
tijd die de KVP opvraagt om te onderzoe
ken of zij toch niet een paar voor dr. Drees
niet aanvaardbare punten in het program
kan krijgen.
Wanneer men prijs stelt op het deelne
men aan de regering door de PvdA is de
kans niet groot, dat de KVP daarin kan
slagen. En of de andere partijen veel lust
zullen hebben zich van een voor hen aan
vaardbaar program te laten afdringen is
zeer de vraag. Zij weten van de PvdA wat
zij aan haar hebben. Zij weten dat zij van
de KVP een kortzichtige prestigepolitiek
hebben te venvachten, die hen, wanneer de
PvdA uit de regering zou blijven, van de
ene moeilijke situatie in de andere zou
brengen.
Nu de heer Romme de staatsmanswijs
heid niet heeft kunnen opbrengen, op het
laatste ogenblik terug te komen op wat ai-
gemeen als overvragen werd gevoeld,
wachten wij met spanning af, hoe de KVP
de moeilijkheden denkt op te lossen, die zij
veroorzaakt heeft.
De Telegraaf acht het nu duidelijk
gebleken, dat de brede basis geen middel is
om door eendrachtelijke samenwerking
grote doeleinden te verwezenlijken, maar
een samenvoeging van uiteenlopende op
vattingen en beginselen, welke slechts in
stand kan blijven door een verdoezeling
der principiële verschillen.
Het mag tot op zekere hoogte een ge
lukkige omstandigheid worden genoemd
dat het geschilpunt» waarop de formatie
poging van dr. Drees gestrand is, een prin
cipieel vraagstuk is. De door de K.V.P.
voorgestane bezitsvorming kan slechts ver
wezenlijkt worden via fiscale tegemoet
komingen en betekent dus een terugdrin
gen van de staat, hetgeen lijnrecht in strijd
is met de grondbeginselen van de Partij
van de Arbeid. Eindelijk heeft de meerder
heid der K.V.P. het aangedurfd, een duide
lijke uitspraak te doen.
Maar naarmate de tijd voortschrijdt
wordt de noodzaak van een nieuwe rege
ring sterker en zal het compromis ook wel
weer zegevieren met betrekking tot de
vraagstukken, waarover thans nog geen
overeenstemming is verkregen.
„Het Parool", onder het' kopje
„Tweede Ronde" acht de kansen op een
succes van prof. Romme minimaal. Lukt
hem de formatiè niet, schrijft het blad, dan
is het Nederlandse politieke leven een ne
gatieve zekerheid rijker. Dat lijkt ons met
het oog op de toekomstige staatkundige
ontwikkeling ruimschoots de paar dagen,
die er naar onze schatting voor nodig zou
den zijn, waard. Terecht zegt de Volks
krant. dat de resultaten van de conferen
ties en studies van de laatste vijf weken,
ondanks het falen van de eerste forma
teur, niet verloren zijn. Zo lijkt het voor
ieder zichtbaar vaststellen van het feit.
dat prof. Romme in zijn verzet tegen het
op grond van die studies en conferenties
ontworpen program, alleen staat, een be
langrijke zaak. Zij doet de tijd die daar
voor eventueel nodig zou zijn, in onze ogen
welbesteed zijn: een korte, maar daarom
niet minder belangrijke tweede ronde in de
strijd om een nieuw kabinet.
„T r o u w" schrijft onder het kopje
„Mislukte formatie": Dr. Drees heeft een
vaag program ontworpen en dat vage pro
gram was niet zo, dat de andere partijen
gezegd hebben: We zijn nu klaar met het
program, daarover bestaat geen menings
verschil. Neen. men heeft over het bereik
te resultaat alleen gezegd: Het program is
geen aanleiding om niet verder te praten
en verder te handelen. Bij dat verdere han
delen zou dan een meer concreet rege
ringsprogram aan de orde zijn gekomen. De
heer Drees stelde zich voor dat te behande
len met de door hem aan te zoeken kandi
daat-ministers en niet met de fracties.
De zaak is nu eerder in een acuut sta
dium gekomen'doordat de heer Romme
thans reeds preciseringen en aanvullin
gen vroeg, waartoe de heer Drees niet be
reid bleek.
De anti-revolutionairen hebben evenals
de christelijk-historischen op het stand
punt gestaan dat men eenmaal de
ADVERTENTIE
HAARLEM
methode-Drees aanvaard hebbende op
dit ogenblik niet kon zeggen dat er be
zwaar was om verder te spreken. Maar
zij deden dat met een open oog voor de
moeilijkheden die juist dan eerst goed zou
den komen. Zij stonden volkomen vrij en
volkomen zelfstandig tegenover ieder der
andere gesprekpartners. De brief van de
heer Romme heeft echter aan de methode-
Drees een einde gemaakt en daarmee aan
de formatiepoging van dr. Drees. Het komt
ons voor dat er weinigen zullen zijn die
zullen kunnen volhouden dat de methode-
Drees een gelukkige was.
Met dit al zijn wij nu veertig dagen na
de verkiezingen. Er is gedurende de forma
tiepoging van dr. Drees natuurlijk veel
voorarbeid verricht, die voor de komende
formateurs bruikbaar is.
Maar we zitten op het ogenblik toch wel
in zeer grote moeilijkheden. Die moeilijk
heden worden verergerd door het feit dat
na de verkiezingsstrijd de verhoudingen
tussen de partijen niet zijn verzacht, maar
verscherpt.
En die verhoudingen zijn een slechte
basis voor een parlementair kabinet.
In het Staatsblad is afgekondigd een
Koninklijk Besluit van 12 juli, waardoor
een groot aantal artikelen van de Algemene
Ouderdomswet met ingang van 1 augustus
in werking zal treden. Deze artikelen heb
ben alle betrekking op de noodzakelijke
voorbereidingen, welke vooraf moeten
gaan aan het verlenen van recht op ouder
domspensioen ingevolge de Algemene
Ouderdomswet en het heffen van premies.
Zoals bekend ligt. het in het voornemen
de resterende artikelen op 1 januari 1957
in werking te doen treden.
Dader vermoedelijk afgunstig op
prijzen die het dier won
Tot tweemaal toe is in de afgelopen
nachten een aanslag gepleegd op een kost
bare stamboekmerrie van de heer J. v. d.
Kamp aan de Halderbrinkweg te Benne-
kom. De eerste keer werd het dier de
staart afgeknipt. De tweede keer werd het
tot enkele malen toe in de prikkeldraad
afrastering van de weide gejaagd, waar
door het paard deerlijk werd gewond.
In de weide vond men een stok met
touwen en ijzer, die door de dader
waarschijnlijk is het beide malen dezelfde
geweest blijkbaar als gesel is gebruikt.
Men neemt aan, dat de merrie slacht
offer is van afgunst, omdat het dier op
keuringen reeds tal van prijzen won. Het
afknippen van de staart gebeurde juist
voor een vorige week te Barneveld ge
houden voorkeuring, maar de jury liet het
paard toch toe, daar zij rekening wilde
houden met de bijzondere omstandigheden.
Het paard behoorde weer tot de beste
inzendingen en werd aangewezen voor de
donderdag te Bennekom te houden cen
trale keuring, maar door de nieuwe aan
slag is de merrie daarvoor wel definitief
uitgeschakeld.
Namens de minister van Verkeer en
Waterstaat verzoeken gedeputeerde staten
van Noordholland aan de gemeentebestu
ren, wegbeherende waterschappen en an
dere wegbeheerders in Noordholland, er
op te willen toezien, dat de verkeerstekens
en -borden op duidelijk zichtbare wijze
worden geplaatst. Het zou de minister
namelijk gebleken zijn, dat deze zicht
baarheid soms, en met name in de zomer
maanden door overwoekerend struikgewas,
te wensen overlaat.
SPANJE, juli De hotel
portier in Granada had een
buitenkansje voor ons. We
betraden zijn koele hall, na
de hele dag te hebben rond
gezworven door de wonderen
van Alhambra. Het Moorse
paleis, dat zo prachtig ge
conserveerd is gebleven, had
ons overweldigd en we kon
den nu beter begrijpen wat
de geschiedschrijver bedoel
de, toen hij schreef: „In 1492
veroverden Ferdinand en
Isabella het laatste bolwerk
van de Moren in Spanje, de
stad Granada met zijn on
vergelijkelijke Alhambra. En
de Arabische wereld ween
de". Dte indrukken waren
nog zo sterk, dat we aan
vankelijk slechts met een
half oor luisterden naar het
voorstel van onze portier.
„Als u wilt, kunt u zich
vanavond aansluiten bij een
gezelschap, dat de zigeuner-
wijk El Albaicin gaat bezoe
ken. Daar zult u de gitana's
in hun natuurlijke omgeving
kunnen zien. Er wordt ge
danst ook: Zo'n kans krijgt
u nooit meer".
Daar we kwalijk konden
geloven in de belangeloze
sympathie van de man, vroe
gen we voorzichtig: „En wat
kost ons dat?"
„Zestig pesetas".
Toe maar, voor heel wat
minder dan zestig gulden
hadden we in Nederland
Carmen Amaya in hoogst
eigen persoon zien dansen
en daar kregen we haar hele
troep nog bij cadeau. Maar
dit kon een avontuur zijn.
Bij daglicht' waren we al
even op de Sacro Monte ge
weest en hadden daar de ex-
terieures gezien van die hol-
woningen, waarin de zigeu
ners leven. Het was geen on
verdeeld prettige ervaring
geweest. Zwermen kinderen
hadden ons joelend en om
pesetas bedelend begeleid en
toen we snel in de wagen
wilden vluchten, gingen ze
er met. trossen achteraan
hangen.
Het viel mee en tegen.
Om acht uur stond de auto
bus voor het hotel en een
troep nieuwsgierige toeris
ten meest Amerikanen, per
ste zich naar binnen. Dat
was al één tegenvaller: weg
avontuur. Het buitenkansje
bleek een doodgewone geor
ganiseerde tocht voor vreem
delingen te zijn, waaraan de
portier ongetwijfeld een dik
ke provisie verdiende.
De weg naar El Albaicin
bracht ons met talrijke haar
speldbochten steeds hoger
boven de stad. Beneden ons
schitterden de duizenden
lichten van de oude Moorse
hoofdstad, voor ons lag een
restant.ie avontuurlijke ro
mantiek, waaraan we ons
omwille van zestig pesetas
krampachtig vastklampten.
Rondom ons kwetterden
Amerikaanse dames in hun
nasale tongval. Zij bespra
ken nu al wat voor de vol
gende dag op het programma
stond.
Toen kwam tegenvaller
nummer twee. Gedwee mee-
slenterend in de kudde, over
schreden we met kloppend
hart de drempel van de hol-
woning. De in de zachte rots
uitgehouwen woonspelonk
zag er weinig mysterieus uit
en het interieur was
schreeuwend banaal. Hier
woonden geen arme mensen,
wel lieden zonder enige
smaak. Elk beschikbaar
plekje van de wanden was
behangen met foeilelijke ko
peren sier- en gebruiksvoor
werpen en vergeelde foto's
in protserige lijsten. Er hing
een lamp met een kleurige
kap, waarvan de ogen pijn
deden. Er stond een canapé,
die oud en pompeus was,
zonder de charme van het
antieke.
De inhoud van de autobus
werd snel en deskundig op
stoelen in een kring geschikt.
Een gitaarspeler nam plaats
bij de achter ons gesloten
deur. En toen traden uit een
zijkamertje de danseressen
en dansers naar voren. Zodra
de eerste getokkelde accoor-
den door de ruimte zweefden
en het geknetter van de
castagnetten de hartstochte
lijke danspassen begeleidden,
viel de teleurstelling van ons
af. Er bleef nog slechts de
vraag: hoe is het mogelijk,
dat deze met een natuurlijke
gratie begiftigde mensen in
een zo onbegrijpelijke banaie
omgeving kunnen wonen?
Het geschreeuw en hand
geklap van de troep over
stemden de eenzame gitaar
speler. Kleurige gewaden
golfden om lenige lichamen,
castagnetten ratelden oor
verdovend en achter ons
vroeg een zigeunerin, die
nog niet aan de beurt was:
„Cigarillo?" We dachten aan
onze zestig pesetas: moest er
zelfs hier nog worden ge
bedeld? Half onwillig en
zonder om te zien, want we
wilden niets van de dans
missen, staken we de vraag
ster onze koker toe. Vijf, zes
begerige handen grepen er
in en hij was leeg en het
,muchas gracias, senor", dat
ons in de oren werd gefluis
terd kon onze ergernis niet
verminderen.
Maar het dansen maakte
alles goed. Nu bewoog zich
een meisje dertien, veer
tien jaar kon ze hoogstens
zijn door de ruimte. Klet
terend stampten haar voeten
op de vloer, geraffineerd
wierp ze haar hoofd naar
voren, zodat haar wilde
haardos voor haar gezicht
viel. Dan, zich plotseling op
richtend en haar hoofd wild
achterover werpend, ratel
den haar castagnetten naar
een crescendo. Ze sloeg haar
kleurige mantón met de blik
van een volleerde courtisane
om haar schouders. Het
scanderend handgeklap van
de achter ons staande danse
ressen klonk sinister. Hier
werden oerinstincten uitge
leefd. Dit was natuurlijk
dansen buiten de klassieke
traditie van het ballet om.
„En waar woont Carmen
Amaya?" vroegen we in de
pauze.
„Hier vlakbij", werd ons
ijverig verzekerd, „maar ze
is er niet. Ze maakt een gro
te tournée door Europa."
Ze zijn er trots op, dat hun
vrienden en vriendinnen
successen behalen in alle
grote zalen van de wereld en
ze goochelen met de fabel
achtige bedragen, die deze
tournées opbrengen. Intus
sen maken zij het ook niet
slecht. Met deze holbewoners
hoeft men geen medelijden
te hebben. Het bedelen van
de kinderen, zelfs van de
volwassenen, moet blijkbaar
ook als een van de oerdrif
ten worden beschouwd,
waarop dit vrijwel onver
mengde volk leeft. Een
noodzaak is het zeker niet;
de zigeuners van Granada
gaan zelfs voor welgesteld
door. En als we zo eens onze
ogen in het rond laten gaan
cn snel tellen, dat hier der
tig mensen zitten, dan hoe
ven we geen rekenkundig
genie te zijn om te consta
teren, dat een uu,r dansen
hen weer achttienhonderd
pesetas rijker heeft gemaakt.
Maar laten we eerlijk be
kennen: het was het waard,
ondanks de teleurstellingen
en ergenissen.
J. K.
Voor de Haarlemse politierechter, mr. H.
G. Rambonnet, stond vandaag een 33-
jarige vertegenwoordiger terecht die ervan
verdacht werd op 18 juni na acht glazen
bier gedronken te hebben in zijn auto te
zijn gestapt en te zijn weggereden. Bij zijn
aanhouding weigerde de verdachte zich te
onderwerpen aan de bloedproef hetgeen de
officier van Justitie, mr. dr. R. W. H. Pitlo,
hem zeer kwalijk nam. Tegen de verdachte
eiste hij dan ook zes weken gevangenis cn
de ontzegging om motorvoertuigen te be
sturen voor de tijd van twee jaar.
De politierechter veroordeelde de ver
tegenwoordiger tot een maand zitten en
twee jaar niet rijden.
Vervolgens stond een 28-jarige fabrieks
arbeider uit Krommenie terecht die op zijn
motor was gaan zitten hoewel hij aldus
de verbalisant onzeker liep, onsamen
hangend praatte en naar alcohol riekte. Bo
vendien trachtte de verdachte Frans te
spreken, hetgeen de officier van Justitie
sterkte in zijn mening dat de fabrieksarbei
der meer dan de opgegeven drie glazen bier
had gedronken. Ook het resultaat van de
Nauwelijks waren de jongens ontwaakt en d eden ze hun ogen open, o
„Mohab! Kijk 'es gauw naar beneden!", juichte Abdoel. „Daar is ons eigen land
weer!"
„Ja", riep Mohab. „En wat is het hier weer lekker warm, hè!"
Want jaze hadden het in dat Eskimoland toch wel erg koud gevonden!
Maar nu vlogen ze weer in het warme zonlicht, en beneden hen zagen ze het blauwe
water aan de kust en overal groene palmen... 66-67
bloedproef (1,80 aethylalcohol pro mille)
wees in die richting.
De verdachte was het hier echter in het
geheel niet mee eens. ,,'t Klopt niet",
meende hij, „die alcohol blijft zeker nog
wel 24 uur in je bloed circuleren, dat is
de zuivere waarheid, ik steek er toch niets
mee in m'n zak als ik hier sta te liegen".
Met deze laatste opmerking was de officier
van Justitie het volkomen eens want hij
eiste een maand gevangenisstraf cn de
intrekking van het rijbewijs voor de tijd
van twee jaar. Mr. Rambonnet verlaagde
vervolgens deze straf tot veertien dagen
gevangenisstraf en twee jaar niet rijden.
Tenslotte stond een Beverwijker terecht
die ogenblikkelijk na het voorlezen van de
dagvaarding ontkende dronken op zijn mo
tor gezeten te hebben. „De een is van drie
borrels dronken en de ander nog niet van
drie vaten", verkondigde hij blijmoedig,
maar even later betrok zijn gezicht toch
wel toen hij hoorde dat de officier van
Justitie zes weken gevangenisstraf en twee
jaar intrekking van het rijbewijs eiste. „Ik
zal nooit in herhaling komen", verzekerde
hij de politierechter, „en ik heb nog nooit
iemand schade berokkend, ik heb zelfs nog
nooit een musje doodgereden". De politie
rechter verlaagde nu dit pleidooi de ge
vangenisstraf tot een maand.
De minister van Onderwijs in het Suri
naamse kabinet, dr. L. Rens, heeft zijn
ontslag ingediend. Vermoedelijk zal hij in
functie blijven tot zijn vertrek naar Neder
land op 6 augustus.
Minister Rens behoort tot de Progres
sieve Surinaamse Volkspartij, die enige
dagen geleden de samenwerking met het
eenheidsfront, de combinatie van partijen,
die in Suriname het bewind voert, heeft
verbroken.
Het aftreden van dr. Rens wegens ge
zondheidsredenen en vertrek naar Neder
land was reeds enige tijd geleden, voordat
het besluit van de P.S.V. was gevallen,
officieus aangekondigd.
Jubileum. Op vrijdag 27 juli zal de heer
J. Schotman te IJmuiden-Oost, technisch
ambtenaar C bij het PEN te Bloemendaal de
dag vieren, waarop hij vijfentwintig jaar
bij dit bedrijf in dienst is.
Oud-wereldkampioen Reg Harris heeft
voor de derde maal beslag gelegd op de grote
sprintersprys van Amsterdam door in de
finale Arie van Vliet en de Zwitser Plattner
te verslaan. Dat Harris de buidel met geld in
de wacht sleepte was geen verrassing. Dat
was wel het geval met de duidelijke neder
laag, die de wereldkampioen Maspes leed. In
de halve finale werd hij door Van Vliet op
onnavolgbare wijze verslagen en in de her
kansing, die de Italiaan met Plattner, Derk-
sen n Potzernheim reed, moest hij genoegen
nemen met de laatste plaats, zodat hij in het
eindspel geen rol meer te vervullen kreeg.
Die halve finale met Van Vliet, Maspes en
Potzernheim was verreweg de beste rit van
dit sprinterstoernooi, dat men gerust als een
generale voor de komende wereldkampioen
schappen kan beschouwen.
De Nederlandse veteraan had de kop ge
nomen, gevolgd door Maspes en Potzernheim.
Voor de maratontribune verraste de Duitser
de wereldkampioen, ging binnendoor, maar
werd door Van Vliet opgevangen. Maspes
was meegegaan, schoot op zijn beurt, toen
de laatste 2Ó0 meter ingingen, onder Potzern
heim door, maar vond toen Van Vliet, die
dit spelletje nauwlettend had gadegeslagen,
vlak voor zijn wiel. Maspes werd ingesloten
en was een geslagen man
In de herkansing van de have finale lette
Maspes te veel op Derksen, die niet van zijn
wiel week en had daardoor de slimme Zwit
ser niet in de gaten. Deze spurtte binnen
door en bevocht op het laatste rechte eind
zijn zege.
In de finale trok Harris er voor de mara
tontribune plotseling vandoor, nam zeker
vijf lengten en had voldoende zuivere snel
heid over (de laatste 200 meter in 11.6 sec.
de snelste tijd van de avond) om de rit en
daarmee de grote prijs te winnen.
De uitslag van de grote prijs van Amster
dam voor stayers, die een uurwedstrijd reden,
was: 1. French (Australië), afgelegd 79,300
km.; 2. Jacobi (Duitsland), afgelegd 79,100
km.; 3. Timoner (Spanje) afgelegd 78.900
km.; 4. Koch (Nederland), afgelegd 78.690
km.; 5. Bunker (Engeland), afgelegd 78.600
km.; 6. Wierstra (Nederland), afgelegd 77.575
km.; 7. Pronk (Nederland), afgelegd 76,850
km.; 8. Bijster (Nederland), afgelegd 74,700
km.; 9. Adrie Voorting (Nederland), afgelegd
74.000 km.
De voetbalverenigingen „De Graafschap"
en „Doetinchem" hebben besloten tot een
fusie over te gaan. De nieuwe vereniging zal
obligaties uitschrijven in coupures van f 100.
f 250, f 50C en f 1000, met een rente van 10
procent. De uitbetaling zal niet in geld ge
schieden, doch men krijgt reductie op plaats
bewijzen.
11
16)
Och wat, dit mannetje hier wist toch niets
van de Nederlandse landkaart af. Daarom
zei hij kalm:
„Ik reed ook niet regelrecht naar Am
sterdam. Omdat een laatste vergadering
met mijn compagnons niet doorging, wilde
ik...." Ondanks de hitte, doorhuiverde
hem een ijskoude rilling.
het naaste zou dan natuurlijk zijn
geweest, mijn laatste vrije avond met Nel
bij de Kosters door te brengen, waarop ze
zo had aangedrongen. Wat een geluk, dat
het verhoor hier plaats vond en niet in
Nederland, waar ze van de situatie wel
heel wat beter op de hoogte zouden zijn,
dacht hij, voordat hij zijn zin ging afmaken:
„Ik wilde toen van de gelegenheid ge
bruik maken om even van goede kennissen
persoonlijk afscheid te nemen."
„Deze kennissen zullen dan zeker uw
aanwezigheid kunnen bevestigen? Wanneer
u mij hun naam en adres opgeeft, kan uw
politie zich gemakkelijk zekerheid omtrent
dit punt verschaffen, niet waar?" Recher
cheur Harrison zat in welwillende houding
met zijn potlood gereed.
„Nee. Helaas, kunnen ze dat niet. Ik be
doel, ik trof niemand thuis. Na dat omme
tje ben ik toen naar Amsterdam doorge
reden, waar ik op de u al eerder genoemde
tijd aankwam."
„Dat is dan erg jammer. Kunt u tenmin
ste de tijden van uw heen en weer rijden
nauwkeuriger bepalen?" Al naar de onder
vraging vorderde, beviel de man recher
cheur Harrison minder en minder. Maar
hij had zich alleen aan die paar vragen te
houden.
„Ook dat, helaas, niet. Dacht u, dat ik
op de klok kijk, wanneer ik zeeën van tijd
heb om mijn vliegtuig te halen?" repli
ceerde Dijkman, nu een beetje geïrriteerd.
Kalmer vervolgde hij: „Ik had ook geen
plan gemaakt om op een vastgestelde tijd
van huis te gaan. Had ik maar op de klok
gekeken!" voegde hij er met een schamper
lachje aan toe. „Wat zou dat nu een hele
boel ophelderen!"
„Ja. waarschijnlijk," rechercheur Harri
son klapte zijn notitieboekje dicht. Beiden
stonden op.
„U wilt me zeker uw hoteladres hier wel
geven, voor het geval ik u nog nodig mocht
hebben, mijnheer Dijkman."
„Natuurlijk. Hier is het. Dus mijn over
komst wordt niet verlangd?"
„Neenog niet," was het dubbelzinnig
antwoord.
Neerslachtig zocht Arend Dijkman het
terrein naar zijn collega af. Er was even
wel' niemand meer te bekennen. Zijn com
pagnon was er zeker al vandoor gegaan
met de chef die hem zou komen afhalen.
Het onderhoud met die rechercheur had
ook nogal geduurd. Lusteloos wilde hij een
een taxi nemen, toen Karei Meulenbelt
hem uit een privé-auto toewenkte. Naast
hem zat de heer Mattock, de directeur van
de grootste bouwonderneming ter plaatse.
Ze begroetten elkaar, waarop Dijkman
naast de chauffeur ging zitten. Op Meulen-
belts vraag, wat ze eigenlijk van hem had
den gewild, antwoordde hij kort, dat het
een vergissing was geweest. Op hetzelfde
ogenblik begreep hij zijn antwoord al niet.
De dood van Nel kon hij onmogelijk geheim
houden. En wat voor een indruk zou dan
zijn houding op Meulenbelt wel maken?
Nou ja, hij kon nog altijd vertellen, dat hij
er in het bijzijn van een betrekkelijk
vreemde niet over had willen praten. Hij
was blij, dat hij voorin zat. Zo kon hij zijn
gedachten beter de vrije loop laten.
Moe leunde hij achterover ën sloot de
ogen. Dadelijk voer hij weer op, toen de
auto met een ruk stopte. De slagbomen
gingen dicht. Ja, dat is weer dat krank
zinnige vliegveld waar de startbaan de rij
weg snijdt, dacht hij wrevelig.
Onder het verder rijden, piekerde hij
over zijn verhouding tot Nel na. Had hij
eigenlijk van haar gehouden? Natuurlijk
wel. Een kinderliefde. Een jeugdliefde. Ze
hadden niet beter geweten, dan dat ze later
zouden trouwen. Iedereen in hun omgeving
had nooit anders verwacht. Er was niets
opwindends aan hun jarenlange verloving
geweest. En meteen schoot hem de kleine
Joke Rijnders te binnen. Die had wel wat
opwindends. Maar nee, in de verte was dat
wel even aardig, maar op den duur was zo
iets toch niets voor hem. Zo lichtvaardig
als ze met hem flirtte, zo was ze helemaal.
Dat luchtige mocht hij mischien bij andere
vrouwen, bij zijn eigen vrouw was hij er
niet van gediend. Onveilig, onrustig, een
belemmering tenslotte bij ernstig werk.
Gelukkig, dat het die Harrison was ont
schoten nog eens nader naar het doel van
zijn mislukt bezoek te vragen. Laat ze dat
maar in Nederland uitvissen. Of liever niet.
Het was waarachtig niet nodig, dat ook nog
Joke Rijnders in deze zaak werd betrok
ken. De dokter kon er ook beter niets van
weten. Dat zou maar wrijving tussen die
twee opleveren. Vreemd, ging hem weer
door het hoofd, dat er die avond wel licht
in het doktershuis had gebrand en toch
niemand had opengedaan. Hij had er geen
touw aan vast kunnen knopen. Bij hun
telefoongesprek had Joke Rijnders hem nog
eens te verstaan gegeven, dat ze de hele
avond alleen thuis zou zijn. Tijdens hun
gesprek had hij nog niet geweten, dat hij
vrij zou zijn. En toen hij bij wijze van ver
rassing toch naar haar was toe gereden,
was hij voor een gesloten deur gekomen.
Merkwaardig. Zou Nel al die tijd jaloers
zijn geweest? Natuurlijk, dat was zo nu
en dan wel uit haar opmerkingen gebleken.
Moest hij toch onmiddellijk terugvliegen?
Zou zijn afwezigheid geen verkeerde indruk
maken? Voor harteloos zouden ze hem ver
slijten. Maar wat kon hij er nu nog aan
doen? Eerst maar op verder bericht wach
ten. Dat was het beste.
Geradbraakt stapte hij voor de impo
sante bureaux van de bouwmaatschappij
uit. Goed, dat er meteen conferentie op het
programma stond. Goed ook, dat Karei
Meulenbelt er was, een vrolijk, bijna uit
bundig vrolijke metgezel. Een weldaad, die
oppervlakkigheid in zo'n geval. Vanavond
zou hij het hem van Nel vertellen.
„Neem nog een whiskey, ouwe jon
gen zou hij om het kwartier tot troost
zeggen.
Reinier Bartels, de nieuwe apothekers
hulp, zat in de kale gelagkamer van het
dorpslogement. Sedert hij hier zijn intrek
had genomen, was dit zijn gewoonte ge
worden. Hij was gewend zijn avonden bui
tenshuis door te brengen. Met zijn voorstel
om na tafel op te stappen en dan zijn eigen
vertier te zoeken, was dokter Rijnders
dadelijk ingenomen geweest. Hij scheen er
zelfs de voorkeur aan te geven. Wat hem
zelf betrof, in huize Rijnders voelde hij
zich eigenlijk te veel, al probeerde het
echtpaar hem dit niet te laten merken. Nu
hij in het onvriendelijke zaaltje met het
reusachtige biljart en de blinkende tap
kast zat, moest hij wel even over zijn keus
van vrije tijdsbesteding lachen. Hier zou
hij voortaan avond aan avond zitten met
niets dan die onbenullige praat om zich
heen. Maar boven op zijn smakeloos inge
richte kamer kon hij het helemaal niet
uithouden. Het was er de laatste tijd meest
al ook het weer niet naar om de fiets te
pakken en voor een bioscoopje naar het
nabije Hilversum te trappen. Dat zou een
saai wintertje worden. Bijna ging hij naar
extra werk in de avonduren verlangen.
Buitenleven moest je leren blijkbaar.
Mistroostig keek Bartels naar zijn lege
bierglas en de vele kringen op het tafel
blad, die misschien al even zo mistroostige
bezoekers hadden achtergelaten.
Hij fleurde op, toen hij Willem Brouwer
zag binnen komen. Hij had reeds kennis
met hem gemaakt en vond hem geen onge
schikte baas. Brouwer ging tegen de toog
leunen en maakte een babbeltje met de
dikke kastelein, terwijl deze zijn glas vol
schonk. Bartels kon het niet nalaten tel
kens weer zijn gedachten over de in het
dorp gepleegde misdaad te laten gaan. Het
hield hem in spanning alle kanten uit te
goochelen met de weinige gegevens die
hem ter beschikking stonden. Dokter
Rijnders had hem slechts een kort, zake
lijk verslag gedaan. En dat nog ongraag
ook. Zo was het hem tenminste voorge
komen. Aan Brouwer zou hij in dit opzicht
wel eens wat meer kunnen hebben, dacht
hij, tuk op meer stof voor zijn combinaties.
Die was toch het een of ander bij de politie
geweest? Alsof de man zijn blik en ge
dachten had gevoeld, draaide hij zich eens
klaps om en stak ter begroeting een
hand op.
(Wordt vervolgd