Is herziening van Russische strafprocessen taak van buitenlandse ideële organisaties? I0.6,* w^n^er0nJ Chefarine „4" Olieleiding van de Perzische Golf naar Turkse haven: Naar onze mening: neen Parijs vraagt zijn onderdanen meer te roken en te drinken J Extra inkomsten zijn bestemd voor ouderdomsvoorziening en Algerije EEN REACTIE VAN DE CI.C.R.C: OP ARTIKEL „SPEL" Heringa Wuthrich BLIKSEMAFLEIDERS KONINKRIJK WOENSDAG 2 2 AUGUSTUS 1956 ■j Op 27 juli j.l. verscheen in ons blad onder de titel „Spel" een artikel naar aanleiding van een circulaire, uitgezonden door het „comité ter bestrijding van het concentratiekam pensysteem", in welke circulaire een herziening werd aangekondigd van Russische straf processen uit de dertiger jaren en later. Het artikel „Spel" concludeerde, dat een dergelijke herziening door een revisiecommissie, samengesteld door het comité, geen enkel nut zou hunnen hebben en slechts zou kunnen uitlopen op een „sinister spel met historische feite lijkheden", aangezien men onmogelijk tot een juiste reconstructie van de onderhavige strafzaken zou kunnen geraken. Op dit artikel heeft thans de voorzitter van het nationaal comité ter bestrijding van het concentratiekampensysteem, mr. C. van Rij, gereageerd met een uitvoerige beschouwing, die wij hieronder enigszins bekort weergegeven. Terwijl het oude kasteel links dreigend opdoemt uit het donker, straalt het Britse koninklijke jacht in het licht der schijnwerpers. Het jacht is bij het eilandje Barra voor anker gegaan op zijn tocht met het Britse koninklijke gezin langs de eilanden aan de Schotse westkust. Wij zijn de redactie van Haarlems Dagblad dankbaar voor dit artikel, dat ge schreven is van uit de geest, die ook onze Internationale Commissie (de C.I.C.R.C.) bezielt: de eerbied voor het recht en de erkenning van dat recht door alle politieke systemen, van welke aard die ook mogen zijn; dat er, naar de woorden van een eenvoudig Centrumafgevaardigde in de Duitse Rijksdag, in de dagen van Bismarck, „een recht is buiten en boven de staat, dat door deze staat ook moet worden ge ëerbiedigd"; dat dus tegenover zulke rechtsregels noch de machtige enkeling, de despoot, noch een groep (bv. de Commu nistische partij) autonoom is, dat wil zeggen zelf mag bepalen welke rechts regels men wèl wil erkennen, en welke men verwerpt. En dit laatste is het vraag stuk, dat bij het besluit van de C.I.C.R.C aan de orde is, en dat in de discussies er over ook een grote rol heeft gespeeld. Haarlems Dagblad waarschuwt ons, dat we een gezond realisme moeten to nen. Het noemt ons voornemen tot revisie der vijf bekende processen(die Chroesjtsjow bij zijn herziening van het onrecht niet noemt) „verbazingwekkend". Het betwij felt, of een herziening wel mogelijk zal zijn, hier in het buitenland, en zonder de beschikking over al het materiaal dat een inzicht zou kunnen verschaffen; het acht ons pogen een spel, dat van nul en gener waarde moet worden geacht in de strijd tegen het onrecht; en het ontkent, dat er ook maar enig nut uit zal voortvloeien, „voor wie of wat ook". Ik begin met het laatste. De C.I.C.R.C. heeft van het begin af gewerkt „blind voor de uitkomst, doch ziende op het gebod". Toen David Rousset met zijn actie begon; toen de C.I.C.R.C. werd opgericht; en later, toen zij het be kende proces tegen Sovjet-Rusland in Brussel entameerde, toen heeft men ook gezegd: „Wat nut heeft dat nu? U bent idealisten, en dat is prachtig. Maar weest vooral realistisch! Sovjet-Rusland trekt zich van het machtige Amerika» niets aan, en wat zoudt U dan bereiken?" Toch hebben wij, gedreven door het bewustzijn, dat wij een plicht van kameraadschap en menselijkheid hadden te vervullen, door gezet. Wij hebben een beroep gedaan op het wereldgeweten, en dat in een vorm, die de aandacht wel moest trekken. Waar om? Omdat in ieder wereldburger het be sef leeft, dat er een rechtsorde zou moeten bestaan, waarin regeringen en tyrannen voor een gerecht kunnen worden gedaagd indien zij de vrijheid en de levensrechten van de mens vertrappen. En wij hebben met dit beroep succes gehad getuige de verklaringen van 2000 teruggekeerde Oos tenrijkers, die vertelden, dat men vrijwel direct in de kampen, tot in de verste uit hoeken van Siberië toe, wist, dat er in het Westen kameraden waren, die hen niet hadden vergeten; die voor hun lot streden en die de tyrannie en het onrecht ter ver antwoording riepen. Dat gaf moed en ver nieuwde de hoop. Dit alleen reeds was het pogen waard: de kracht, die het besef van deze soliditeit aan de lijdenden schonk en nog schenkt! Maar wij bereikten meer. Wij bereikten, dat in vele Sovjetrussische kampen enkele verbeteringen werden ingevoerd; dat kan tines werden ingesteld waar zij nog niet waren en dat in bestaande kantines iets meer waren tegen lagere prijzen ter be schikking kwamen, zodat enige bijvoeding mogelijk werd. Wij bereikten, dat Grieken land, Spanje en Frankrijk (in Tunis) onze Commissie toelieten voor het instellen van een onderzoek, en dat daar tienduizenden in vrijheid werden gesteld, terwijl het regime van gevangenhouding zich in een normale richting ging ontwikkelen, ter wijl Frankrijk en Tunis de afgekeurde kampen sloot en alle gedetineerden daaruit vrij liet! Dit alles werd bereikt door het wereld geweten, op deze wijze, mede door de hulp van de Vrije Pers (en ook van Ha,arlems Dagblad) wakker geroepen. En als de con centratiekampen in Rusland binnen 18 maanden werkelijk verdwijnen, gelijk Chroesjtsjow heeft beloofd, zouden we dan niet mogen constateren, dat het wereldge weten een belangrijke bijdrage tot dit resultaat heeft geleverd, en dat onze actie tot wakker schudden van het geweten er ook iets aan toe heeft gedaan? Maar ook al ware dat nooit vast te stel len, wij hebben een plicht te vervullen, en wij vervullen die plicht zonder te letten op de uitkomst. Soems moet de vraag van het direct bereikbare wijken voor het noodzakelijke, ons eenvoudig opgelegde, protest. Haarlems Dagblad heeft verder twee ar gumenten. Het wijst allereerst op de grote praktische moeilijkheden van zulk een revisie. Men dient over de feiten te be schikken: over de getuigenissen (en, voe gen wij er aan toe: men dient te weten hoe die getuigenissen en de bekentenissen zijn verkregen. Chroesjtsjow heeft ver klaard, dat het gebruik bestond deze met geweld en onder onmenselijke tortuur af te persen); men moet zich een sluitend en juist beeld kunnen maken van het geheel der gedragingen. Dat is onmogelijk, zegt Haarlems Dagblad, hoeveel goede wil er ook achter zou staa^. Inderdaad is dit een zeer belangrijk punt dat uitvoerig in de vergadering der C.I.C.R.C. is besproken. Er is dan ook een Commissie van voorbereiding ingesteld, be staande uit twee Franse juristen, die vele jaren lang hun tijd hebben gewijd aan de studie van Sovjetrussische wetgeving en wetstoepassing, en die internationaal zijn erkend als deskundigen op dit gebied (de heren Mrs. Théo Bernard en Gérard Ro senthal), en een kenner bij uitstek van Sovjetrussische politiek en toestanden, die ook een aantal der veroordeelden in de verschillende processen en der getuigen persoonlijk heeft gekend en kent. Onge twijfeld zal deze commissie beginnen met aan Sovjet-Rusland te verzoeken, alle op de processen betrekking hebbende stukken aan haar te willen overleggen. Wij pogen immers altijd de medewerking van de be trokken regering voor de vervulling van ons doel te verkrijgen, omdat onze inter nationale commissie als zodanig geen keuze doet tussen de verschillende politieke systemen; zij zelf is neutraal en verdedigt slechts enkele mensenrechten van uit nemend belang. Deze commissie zal contact opnemen met het inderdaad belangrijke aantal getuigen uit die processen en met andere personen, die de behandeling heb ben meegemaakt of er in enigerlei opzicht bij betrokken zijn geweest, en die zich thans in het vrije Westen bevinden. Zij zal de C.I.C.R.C. daarna rapporteren. Mijns inziens bestaan er dan twee mo gelijkheden. Of het rapport deze commis sie zal luiden, dat niet voldoende gegevens in alle of in een deel der processen ter beschikking staan. Of zij zal verklaren, dat de verzamelde gegevens een behandeling voor het forum der openbare mening zeker wettigen. Doch: is het niet goed, in beide gevallen, voor het forum der wereldopinie publiek te constateren, wat er in deze processen is gebeurd, ook al zou omtrent de destijds gevallen uitspraak de conclusie moeten luiden: wij komen niet verder dan een constatering dat er zich tijdens de voor bereiding en de behandeling van het proces de volgende feiten hebben voorgedaan, en wij gaan die feiten nu toetsen aan de eisen der wetmatigheid die op de eerbied voor 's mensen waardigheid en op zijn per soonsrechten is gebaseerd of ook: de navolgende dubia zijn in elk geval ge constateerd? Ik ontveins mij niet, welke moeilijk heden er bijvoorbeeld rijzen kunnen met betrekking tot het proces der generaals van juni 1937. 384 generaals zijn toen ter dood veroordeeld en gefusilleerd: in hetzelfde jaar zijn de rechters van deze generaals in een proces met gesloten deuren ter dood veroordeeld en geëxecuteerd; vervolgens, eveneens in 1937, de rechters van deze rechters. En toch vertoeven er in het Wes ten nog uit Sovjet-Rusland gevluchte per sonen, die in dit proces der generaals een rol hebben gespeeld. Kan men twijfelen aan het nut, dat een constatering van thans nog vast te leggen feiten voor het aange zicht der gehele wereldbevolking zou kun nen hebben? Want en hiermede kom ik op het tweede argument van Haarlems Dagblad Als wij bij bovenstaande beschouwing van mr. Van Rij enkele kanttekeningen plaatsen, doen wij dat in het verlangen dat deze, in het geheel van de onder havige discussie, hun steentje zullen bij dragen tot versterking van het rechts gevoel en de verbreiding van de afschuw voor het onrecht twee dingen die in een zich beschaafd noemende samen leving van onschatbare waarde moeten worden geacht. Doch naast een sterk rechtsgevoel en een afschuw voor het onrecht zijn er andere factoren van beschavende kracht, die niet mogen worden verwaarloosd factoren die te maken hebben met een juist begrip voor politieke mogelijkheden en omstandigheden, met het aanvoelen van menselijke reacties in andere volken en met het onderkennen van de waarde der tactische humaniteit tegenover ande ren, van wie men veronderstelt dat zij dwalen. Vooropgesteld zij, dat de vruchten van het werk der C.I.C.R.C. tot verheugenis stemmen. In ons artikel „Spel" werd op het nut en de waardering ten aanzien van het streven der C.I.C.R.C. ook zeer categorisch de nadruk gelegd. Deze dis cussie beweegt zich dan ook niet om de doelstellingen of de noodzakelijkheid van de C.I.C R.C., doch om één der middelen die zij meent te moeten gebruiken. Met name, rondom het middel van revisie ensceneringen betreffende Russische strafprocessen uit het verleden. En de beschouwing van mr. Van Rij heeft ons niet kunnen overtuigen van het nut, dat dergelijke ensceneringen kunnen hebben. Integendeel, wij menen te moeten aan nemen dat dit middel tenslotte averechts zal werken en wij kunnen niet geloven dat in het verleden door deze revisies een heilzame invloed is uitgeoefend op de toestanden in Russische concentratie kampen. Dat een heilzame invloed door de C.I.C.R.C. is uitgeoefend, valt aan te nemen. Doch dat zij door het comedie- spel van schijnprocessen in dat opzicht iets bereikt, valt volkomen buiten de logica van alles wat men te dien aan zien kan beredeneren. Buiten de logica van alles, behalve één overweging, namelijk, dat het doel de middelen heiligt en dat revisies slechts tot doel hebben, de aandacht op de rechtsverkrachting in de Sovjet-Unie te vestigen. Doch tegen deze overweging menen wij met klem bezwaren te moeten opperen, aangezien een dergelijke doel stelling metterdaad de revisie-processen verlaagt tot een „spel", een soort van groteske reclamestunt die de jurisdictie slechts benadert door imitatie. Wij menen uit de beschouwing van mr. Van Rij te moeten opmaken, dat deze overweging inderdaad een rol speelt bij de organisatie van de revisies door de C.I.C.R.C. Hij zegt immers: „Wij hebben dit is geen spel zonder enigerlei waarde in de strijd tegen het onrecht. Het gaat hier om de doelstelling van het recht. Naar de opvatting van de vrije wereld heeft het recht onder meer ten doel, bepaalde ethische waarden, waar onder de gerechtigheid in het bijzonder, tot heerschappij te brengen. Daartegenover zien de bolsjewistische landen het recht als een middel in de strijd tot vorming (en later tot behoud) der nieuwe gemeenschap; als een middel ten behoeve van het poli tieke doel der partij en der op die partij steunende regering. Van de rechters wordt een „bewuste partijdigheid" verlangd, die hen tot rechtspreken overeenkomstig het politieke doel in staat moet stellen. Dat betekent, dat de mensenrechten niet maar zonder meer worden erkend, maar dat zij slechts worden erkend voorzover zij niet botsen met het belang van de staat. En op dit punt bestaat nu het grote conflict tus sen onze commissie en de Sovjetrussische regering en andere regeringen van dicta toriaal type, onverschillig of zij bolsjewis tisch zijn of niet. Wij pretenderen, dat Recht bestaat los van het politieke staatsdoel; dat elk mens bepaalde rechten en verantwoordelijkheden bezit, die dienen te worden gerespecteerd; dat de dictatoriaal heersende klasse deze „wetmatigheid" (zoals men dat tegenwoor dig noemt) behoort te erkennen, en niet met een op eigen doeleinden gebaseerde wetmatigheid mag komen, die deze rech ten en verantwoordelijkheden praktisch vernietigt. Een herziening der genoemde processen wordt geëist door dit beginsel, wat men op grond van z.g. revolutionaire wetmatig heid ook mag beweren. Dit is eenvoudig de consequentie van onze strijd tegen het onrecht. Men kan, voor ons doel, deze processen niet op één lijn stellen met de door Haar lems Dagblad genoemde. Immers en hierin zijn wij het geheel met de redactenr eens wij voeren geen theoretische strijd, om de historische waarde van eenmaal ge beurde dingen achterna te toetsen. Wij hebben hier te maken met bestaande heer schappijen, die van dag tot dag doorgaan met hun maatregelen, welke op hun op vattingen zijn gebaseerd. Dat is de bran dende actualiteit van de feiten, ook van de feiten uit 1931 en volgende jaren. Wij willen geen wereld, die verdeeld is naar socialistische of kapitalistische of andere „istische" wetmatigheden. Wij wil len de wetmatigheid van de sfeer, die vrij heid en verantwoordelijkheid van de enke ling en van zijn natuurlijke groepsverban den erkent. En wij willen die wetmatigheid stellen tegenover de door de huidige Russische re gering met betrekking tot deze processen gevolgde gedragslijn. Mr. C. VAN RIJ, voorzitter Nationaal Comité bestrijding concentratiekampensysteem. een beroep op het wereldgeweten gedaan in een vorm, die wel de aandacht moest trekken". Zo'n beroep op het wereld geweten echter lijkt ons oprechter en bevredigender, wanneer het niet gedaan wordt onder valse vlag van rechtspleging, doch onder niet mis-te-verstane, houd bare en bewijsbare argumenten, die regelrecht uit de aanvaarde, universele praktijk zijn genomen. Er is nog een ander argument tegen deze revisies. Sprekend over het heilige recht, dat wij liefhebben en koesteren, en zo gaarne tot gemeengoed in de we reld zouden zien worden, past ons, Westerlingen, een mea culpa beter dan een zelfverzekerd wijzen naar eigen praktijken Ten aanzien van andere vol ken en ook van het Russische past ons een streven naar begrip voor de sfeer en de zeden des lands beter dan een eigengereid ten voorbeeld stellen van Westelijke toestanden. Procesvoering naar Westelijke begrippen over Russische onderwerpen moge in de algemene be tekenis van het onaantastbare recht ge noegzaam gegrond zijn in de norm- geving is zij foutief gebaseerd, omdat zij wel de problemen en fouten, doch niet de karakteristiek en de aard van het andere volk tot haar onderwerp maakt en zich een oordeel aanmatigt over dingen, die mèèr inhouden dan politieke misdaad en dictatoriale rechtsnegatie. Mèèr dan de Westerse mens met zijn culturele ondergrond en van Oost-Europa afwijkende ontwikkeling kan beseffen. De aanmatiging des oordeels moet de Russen, hoezeer zij misschien overtuigd zijn van de averechtsheid der daden hunner regeerders, treffen in de oude wond der minderwaardigheid, die hun door het moderne Westen is toegebracht. Het is dus een kwestie van humane tactiek, niet van gelijkhebberij, die van belang is in de verhouding tussen Oost en West en slechts deze humane tactiek kan uiteindelijk de onderdrukten in het Oosten bevrijden van alles, wat hun een juk oplegt. En dat juk is niet enkel ge sneden uit politieke dictatuur, doch even zeer uit een historische achterstand, een internationale gevaarstoestand en een karakteristiek levensbeschouwelijk ver schil. Wij menen in de neiging tot opvoering der revisie-spelen dezelfde echt-weste- lijke fout te ontdekken die onze reis- redacteur, zojuist terug uit de Sovjet- Unie, signaleerde bij velen die over Sov jet-Rusland oordelen: zij gaan uit van de overtuiging, dat de maatstaf ter beoor deling moet worden genomen uit de westelijke praktijk, en dat alles in Rus land, wat anders is dan in het Westen, veroordeeld en uitgeroeid dient te wor den. Doch zij vergeten, dat Rusland de woonplaats en de levenssfeer der Russen is en in velerlei opzicht moet blijven, willen deze Russen en Russische rasver wanten een eventuele wijziging in de binnenlandse omstandigheden als een echte bevrijding ondergaan. J. L. (Van onze correspondent in Parijs) Wanneer een minister van Financiën in Frankrijk in geldnood zit - en dat wil nog wel eens gebeuren - dan is de eenvoudig ste weg om de staatskas weer wat bij te vullen verhoging der accijnzen en indirecte belastingen. Aan de directe belastin gen via het aanslagbiljet mag hij van het parlement. Daarentegen kan de regering zonder de kamer erin te kennen wel de prijzen verhogen van de benzine, de aperitieven en de tabak. Van die vrij heid heeft ook de huidige minister van Financiën, Paul Ramadier, ten behoeve van de oorlog in Algerije en de ouder domsvoorziening, een dankbaar gebruik gemaakt. Terwijl de geleerden steeds meer tot de overtuiging komen, dat overmatig gebruik van nicotine longkanker in de hand werkt en er in Frankrijk sedert Mendès-France een (bedeesde) actie van hogerhand tegen het alcoholisme wordt gevoerd, nodigt de minister van Financiën zijn landgenoten uit meer te drinken en meer te roken. Van de 95 franken voor een pakje sigaretten vloeien er zeventig in de staatskas en in diezelfde verhouding komen ook de vele aperitiefjes, die dagelijks in Frankrijk ge dronken worden, de schatkist ten goede. Met de ene hand beperkt de staat dus de toestemmingen om nieuwe kroegjes te kunnen openen, maar met de andere hand wordt de Fransen te kennen gegeven- dat ze zich als voorbeeldige patriotten gedra gen, wanneer ze een glaasje extra ledigen of een paar sigaretten meer roken. Het ministerie van Financiën heeft er zich over beklaagd dat er in Frankrijk veel te weinig sigaretten in rook vervlie gen: „niet meer dan 35 miljard per jaar ADVERTENTIE HAARLEM ofwel nauwelijks vier sigaretten per dag per hoofd. De doorsnee Amerikaan rookt er ruim tien per etmaal". Tachtig percent van al die rokertjes behoren tot de be faamde familie van de Gauloise: een forse sigaret, die in blauwe pakjes verkocht wordt en die bij de eerste kennismaking zelfs een verbeten kettingroker na een paar trekjes vaak al schele hoofdpijn be zorgt. Maar de habitué - we spreken uit ondervinding - is aan zijn Gauloise ver knocht. De grondstoffen van de Gauloise worden, met uitzondering van een snuifje Kentu- cky-tabak voor de geur, geheel door Frankrijk en Algerije geleverd. Vier enor me fabrieken zijn dag aan dag in touw om de behoeften aan Gauloise te bevredi gen. Inflatie-barometer Behalve als genots- of verdovingsmiddel functioneert de Gauloise echter ook als een soort barometer van de inflatie. Zodra de frank 't benauwd krijgt, wordt immers de Gauloise onmiddellijk in prijs verhoogd. Sinds 1914 is dat nu al veertien maal ge beurd. In de eerste wereldoorlog kostte een pakje van twintig sigaretten iets meer dan een halve frank (60 centimes). Nu is de prijs vijf en negentig franken. Nadat in 1947 voor het eerst in de geschiedenis van de indirecte belastingen, de sigaret- tenprijs tot twee maal toe met enkele franken werd verlaagd, haalden de Gau- loises hun achterstand in 1948 ruimschoots in door tweemaal duurder te worden. De prijsverhoging van de vorige maand - vijftien franken per pakje - hebben de Franse rokers overigens manmoedig ge dragen. De omzet heeft er nauwelijks on der geleden. Maar wanneer de regering aan haar onderdanen de Amerikanen wer kelijk met succes ten voorbeeld wil stel len. dan moet ze toch beginnen met de sigarettenprijzen verder met rust te laten. Want het is niet de goede wil, die ont breekt. Ook de Fransman is er van over tuigd: een roker is geen onruststoker. Op voorwaarde evenwel dat een sigaret be taalbaar blijft. Een zorgelijk gedoe met de huisvesting van onze studenten. Helemaal niet iets om grapjes over te maken. Een miserabele situatie. De dames, die kamers verhuren, halen wat er te halen is. De kamerverhuurderij beleeft een mooi hoogtepunt en als er zo- velen zijn, die méér betalen willen dan die kale studenten, waarom zou je dan daar van, als eerb're juffrouw zijnde, niet pro fiteren? Geef ze eens ongelijk. Het zijn niet alleen de eerbare juffrouwen die de hoogconjunctuur aanbidden. De mens is den mens een wolf of een wolvin. En de theorie van vraag en aanbod richt al haar goede gunsten op wie wat aan te bieden hebben. Ik lees dat de benarde studenten niet veel zin hebben om in studentenflats te gaan wonen. Ik kan dit begrijpen. Ik denk met weemoed en warmte aan de twee peu terige kamertjes, die ik in Leiden bewoon de. Je moest een kronkeltrapje op en dan kwam je aan een portaaltje en daar lag mijn kleine koninkrijk. Niet dat ik daar absoluut koning was. Geen dames op bezoek en geen luid ge rucht van vrienden in de nacht, waren de onverbiddelijke voorwaarden. Die hebben mij nooit bijzonder benard. Ik heb sinds dien op vele kamers gewoond en het de vies van geen-dames en geen-spektakel heeft in al die kamers gegolden. Ik heb er nimmer onder geleden. Ik ben toch een stoer baasje geworden. Maar ik was een koninkje op die ka mers, die mijn homes en mijn castles wa ren. Zij hebben mij altijd, als ik er be hoefte aan had, de beschutting, de veilig heid, de stilte, en de hartveroverende een zaamheid geschonken, die de mens behoeft om zichzelf te zijn. Ik heb het altijd, wanneer ik het studen tenleven in Engeland en Amerika zag, als een enorm voorrecht van de Nederlandse student gezien, dat al was zijn kamer nog zo klein hem dit koninkrijk-op- aarde gegeven was. Dat hij niet in een ka zerne met controlerende proffen en ijze ren regels-van-het-huis behoefde te leven, doch dat hij, eenmaal op zijn kamer be land, daar heer en meester kon zijn, over zich zelf en over zijn tijd. Die vrijheid zou in studentenflats niet kunnen aarden. En de eenzaamheid, het kind van die vrijheid, zou de student niet beschoren kunnen zijn in zulk een groot huis met allemaal jongens en meisjes, in allemaal kamertjes, het een naast het an der langs lange grote gangen met durend verkeer. Niet om aan te denken. Het pleit voor de Nederlandse studenten dat zij het denkbeeld van studentenflats verwerpen en dat zij ondanks de wol vinnen voor vrijheid en eenzaamheid staan. Er is van die vrijheid van mijn studen tenjaren tóch al zo veel verloren gegaan. Véél meer dan de huidige generatie kan bevroeden. Voor een deel zal dit terecht zijn. Men leeft in een andere tijd en die andere tijd stelt andere eisen. Maar wat er nog rest is goed en kost baar genoeg om bewaard en behouden te blijven. Ik hoop van harte dat dit gelukken zal. Ik hoop dat er nooit studentenflats zul len komen. ELIAS ADVERTENTIE Tegen pijnen en griep. Geschikt voor de gevoeligste maag, want die wordt beschermd door het bestanddeel Chefarox. Overeenkomst tussen Rusland en China De Sovjet-Unie en communistisch China hebben een overeenkomst getekend voor gemeenschappelijke ontwikkeling van het dal van de rivier de Amoer, op de grens tussen Mandsjoerije en Siberië. De twee landen zullen ook plannen opstellen voor het ontsluiten van het dal van de Argoen rivier, een zijrivier van de Amoer. NEW YORK (Reuter/ Belga/ANP). Een consortium van grote oliemaatschappijen is van plan in het Midden- Oosten een nieuwe olie- buisleiding aan te leg gen, die wellicht het antwoord van de olie maatschappijen op de naasting van het Suez kanaal zal zijn, zo wordt meegedeeld in „Petro leum Week", een perio diek over de Ameri kaanse olie-industrie. Het plan voorziet in de aanleg van een buislei ding van 1600 km van Koeweit aan de Perzi sche Golf door Irak naar de Turkse haven Iskenderun Alexan dre tta). Alle grote lan den zijn gepolst over het plan en de uitvoering ervan zal beginnen, zo dra de nodige internatio nale overeenkomsten zijn gesloten. De olie maatschappijen Stan dard Oil of New Jersey, Socony, Britisch Petro leum, Koninklijke/Shell, Gulf Oil en de Compag nie Franqaise des Pé- troles hadden de buisleiding oorspron kelijk tegen 1968 gereed willen hebben, in welk jaar Egypte het Suezkanaal zou over nemen. Volgens goed ingelichte Britse en Ame rikaanse oliekringen in Londen mist het bericht van „Petroleum Week" elke grond. Een woordvoerder van de Gulf Oil deel de mede, dat het bericht geen waai-heid bevat. Hij verklaarde, dat zijn maat schappij er in ieder geval niet bij betrok ken is. Een woordvoerder van de Near East Development Company, welke een groot deel van de aandelen der Iraq Petroleum Company bezit, heeft de gedachte van de aanleg van een ol'ieleiding van de Perzische Golf naar Turkije vorige week een zuivere hypothese genoemd. De Belgische petroleummaatschappijen en de Antwerpse petroleumhaven zijn niet zo r l rooft oe condense I conferentie uit ge* j' nodigde landen uitgenodigde landen die niet op de kaapt voorkonen; Japan Ccylon Indonesië Australië Nieuw Zeeland Verenigde Staten pessimistisch gestemd ten aanzien van een eventuele sluiting van het Suezkanaal. In 1955 werd in de Antwerpse petroleum haven ongeveer zeven miljoen ton ruwe petroleum verwerkt. Van die hoeveelheid kwam twee miljoen ton door het Suez kanaal. In geval van sluiting van die wa terweg zou dezelfde hoeveelheid uit Vene zuela aangevoerd kunnen worden. Dat land is eventueel bereid zijn produktie met twintig percent op te voeren. Op korte termijn zou een sluiting van het kanaal een reorganisatie van de petroleum- voorziening in de wereld vereisen en en kele vervoervraagstukken doen rijzen, maar op lange termijn, aldus deze kringen, zouden deze kunnen opgevangen worden door de transportmethoden te wijzigen. De aanleg van buisleidingen dwars door Europa, en de verhoging van het aantal en de tonnenmaat van de tankschepen zou den de eerste maatregelen zijn. Over de oliebronnen tonen de Belgische petroleummaatschappijen zich niet onge rust. Zij wijzen op de ontdekking van nieuwe petroleumlagen in Afrika, onder andere in de Belgische Kongo en op de aanzienlijke vooruitgang met de produktie van synthetische petroleum. Arabische landen die de oliebronnen nationaliseren, zouden geen afnemers vinden, getuige het voorbeeld van Mossadeq. Het feit dat België niet is uitgenodigd op de conferentie te Londen stemde de maat schappijen niet wrevelig. Zij zijn van oor deel dat België eventueel 'n bemiddelaars rol kan spelen, te meer daar de Belgisch- Egyptische betrekkingen, vooral op het ge bied van petroleumprospectie uitstekend zijn. Belgische petroleummaatschappijen staan trouwens op het punt een akkoord met Egypte te sluiten betreffende de win ning van petroleum.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1956 | | pagina 5