Is herziening van Russische strafprocessen
taak van buitenlandse ideële organisaties?
I0.6,* w^n^er0nJ
Chefarine „4"
Olieleiding van de Perzische Golf naar Turkse haven:
Naar onze mening: neen
Parijs vraagt zijn onderdanen
meer te roken en te drinken
J
Extra inkomsten zijn bestemd voor
ouderdomsvoorziening en Algerije
EEN REACTIE VAN
DE CI.C.R.C: OP
ARTIKEL „SPEL"
Heringa Wuthrich
BLIKSEMAFLEIDERS
KONINKRIJK
WOENSDAG 2 2 AUGUSTUS 1956
■j
Op 27 juli j.l. verscheen in ons blad onder de titel „Spel" een artikel naar aanleiding
van een circulaire, uitgezonden door het „comité ter bestrijding van het concentratiekam
pensysteem", in welke circulaire een herziening werd aangekondigd van Russische straf
processen uit de dertiger jaren en later. Het artikel „Spel" concludeerde, dat een dergelijke
herziening door een revisiecommissie, samengesteld door het comité, geen enkel nut zou
hunnen hebben en slechts zou kunnen uitlopen op een „sinister spel met historische feite
lijkheden", aangezien men onmogelijk tot een juiste reconstructie van de onderhavige
strafzaken zou kunnen geraken. Op dit artikel heeft thans de voorzitter van het nationaal
comité ter bestrijding van het concentratiekampensysteem, mr. C. van Rij, gereageerd
met een uitvoerige beschouwing, die wij hieronder enigszins bekort weergegeven.
Terwijl het oude kasteel links dreigend opdoemt uit het donker, straalt het
Britse koninklijke jacht in het licht der schijnwerpers. Het jacht is bij het
eilandje Barra voor anker gegaan op zijn tocht met het Britse koninklijke
gezin langs de eilanden aan de Schotse westkust.
Wij zijn de redactie van Haarlems
Dagblad dankbaar voor dit artikel, dat ge
schreven is van uit de geest, die ook onze
Internationale Commissie (de C.I.C.R.C.)
bezielt: de eerbied voor het recht en de
erkenning van dat recht door alle politieke
systemen, van welke aard die ook mogen
zijn; dat er, naar de woorden van een
eenvoudig Centrumafgevaardigde in de
Duitse Rijksdag, in de dagen van Bismarck,
„een recht is buiten en boven de staat,
dat door deze staat ook moet worden ge
ëerbiedigd"; dat dus tegenover zulke
rechtsregels noch de machtige enkeling, de
despoot, noch een groep (bv. de Commu
nistische partij) autonoom is, dat wil
zeggen zelf mag bepalen welke rechts
regels men wèl wil erkennen, en welke
men verwerpt. En dit laatste is het vraag
stuk, dat bij het besluit van de C.I.C.R.C
aan de orde is, en dat in de discussies er
over ook een grote rol heeft gespeeld.
Haarlems Dagblad waarschuwt ons,
dat we een gezond realisme moeten to
nen. Het noemt ons voornemen tot revisie
der vijf bekende processen(die Chroesjtsjow
bij zijn herziening van het onrecht niet
noemt) „verbazingwekkend". Het betwij
felt, of een herziening wel mogelijk zal
zijn, hier in het buitenland, en zonder de
beschikking over al het materiaal dat een
inzicht zou kunnen verschaffen; het acht
ons pogen een spel, dat van nul en gener
waarde moet worden geacht in de strijd
tegen het onrecht; en het ontkent, dat
er ook maar enig nut uit zal voortvloeien,
„voor wie of wat ook".
Ik begin met het laatste.
De C.I.C.R.C. heeft van het begin af
gewerkt „blind voor de uitkomst, doch
ziende op het gebod". Toen David Rousset
met zijn actie begon; toen de C.I.C.R.C.
werd opgericht; en later, toen zij het be
kende proces tegen Sovjet-Rusland in
Brussel entameerde, toen heeft men ook
gezegd: „Wat nut heeft dat nu? U bent
idealisten, en dat is prachtig. Maar weest
vooral realistisch! Sovjet-Rusland trekt
zich van het machtige Amerika» niets
aan, en wat zoudt U dan bereiken?" Toch
hebben wij, gedreven door het bewustzijn,
dat wij een plicht van kameraadschap en
menselijkheid hadden te vervullen, door
gezet. Wij hebben een beroep gedaan op
het wereldgeweten, en dat in een vorm,
die de aandacht wel moest trekken. Waar
om? Omdat in ieder wereldburger het be
sef leeft, dat er een rechtsorde zou moeten
bestaan, waarin regeringen en tyrannen
voor een gerecht kunnen worden gedaagd
indien zij de vrijheid en de levensrechten
van de mens vertrappen. En wij hebben
met dit beroep succes gehad getuige de
verklaringen van 2000 teruggekeerde Oos
tenrijkers, die vertelden, dat men vrijwel
direct in de kampen, tot in de verste uit
hoeken van Siberië toe, wist, dat er in het
Westen kameraden waren, die hen niet
hadden vergeten; die voor hun lot streden
en die de tyrannie en het onrecht ter ver
antwoording riepen. Dat gaf moed en ver
nieuwde de hoop. Dit alleen reeds was het
pogen waard: de kracht, die het besef van
deze soliditeit aan de lijdenden schonk en
nog schenkt!
Maar wij bereikten meer. Wij bereikten,
dat in vele Sovjetrussische kampen enkele
verbeteringen werden ingevoerd; dat kan
tines werden ingesteld waar zij nog niet
waren en dat in bestaande kantines iets
meer waren tegen lagere prijzen ter be
schikking kwamen, zodat enige bijvoeding
mogelijk werd. Wij bereikten, dat Grieken
land, Spanje en Frankrijk (in Tunis) onze
Commissie toelieten voor het instellen van
een onderzoek, en dat daar tienduizenden
in vrijheid werden gesteld, terwijl het
regime van gevangenhouding zich in een
normale richting ging ontwikkelen, ter
wijl Frankrijk en Tunis de afgekeurde
kampen sloot en alle gedetineerden daaruit
vrij liet!
Dit alles werd bereikt door het wereld
geweten, op deze wijze, mede door de hulp
van de Vrije Pers (en ook van Ha,arlems
Dagblad) wakker geroepen. En als de con
centratiekampen in Rusland binnen 18
maanden werkelijk verdwijnen, gelijk
Chroesjtsjow heeft beloofd, zouden we dan
niet mogen constateren, dat het wereldge
weten een belangrijke bijdrage tot dit
resultaat heeft geleverd, en dat onze actie
tot wakker schudden van het geweten er
ook iets aan toe heeft gedaan?
Maar ook al ware dat nooit vast te stel
len, wij hebben een plicht te vervullen, en
wij vervullen die plicht zonder te letten
op de uitkomst. Soems moet de vraag van
het direct bereikbare wijken voor het
noodzakelijke, ons eenvoudig opgelegde,
protest.
Haarlems Dagblad heeft verder twee ar
gumenten. Het wijst allereerst op de grote
praktische moeilijkheden van zulk een
revisie. Men dient over de feiten te be
schikken: over de getuigenissen (en, voe
gen wij er aan toe: men dient te weten
hoe die getuigenissen en de bekentenissen
zijn verkregen. Chroesjtsjow heeft ver
klaard, dat het gebruik bestond deze met
geweld en onder onmenselijke tortuur af
te persen); men moet zich een sluitend en
juist beeld kunnen maken van het geheel
der gedragingen. Dat is onmogelijk, zegt
Haarlems Dagblad, hoeveel goede wil er
ook achter zou staa^.
Inderdaad is dit een zeer belangrijk punt
dat uitvoerig in de vergadering der
C.I.C.R.C. is besproken. Er is dan ook een
Commissie van voorbereiding ingesteld, be
staande uit twee Franse juristen, die vele
jaren lang hun tijd hebben gewijd aan de
studie van Sovjetrussische wetgeving en
wetstoepassing, en die internationaal zijn
erkend als deskundigen op dit gebied (de
heren Mrs. Théo Bernard en Gérard Ro
senthal), en een kenner bij uitstek van
Sovjetrussische politiek en toestanden, die
ook een aantal der veroordeelden in de
verschillende processen en der getuigen
persoonlijk heeft gekend en kent. Onge
twijfeld zal deze commissie beginnen met
aan Sovjet-Rusland te verzoeken, alle op
de processen betrekking hebbende stukken
aan haar te willen overleggen. Wij pogen
immers altijd de medewerking van de be
trokken regering voor de vervulling van
ons doel te verkrijgen, omdat onze inter
nationale commissie als zodanig geen keuze
doet tussen de verschillende politieke
systemen; zij zelf is neutraal en verdedigt
slechts enkele mensenrechten van uit
nemend belang. Deze commissie zal contact
opnemen met het inderdaad belangrijke
aantal getuigen uit die processen en met
andere personen, die de behandeling heb
ben meegemaakt of er in enigerlei opzicht
bij betrokken zijn geweest, en die zich
thans in het vrije Westen bevinden. Zij
zal de C.I.C.R.C. daarna rapporteren.
Mijns inziens bestaan er dan twee mo
gelijkheden. Of het rapport deze commis
sie zal luiden, dat niet voldoende gegevens
in alle of in een deel der processen ter
beschikking staan. Of zij zal verklaren, dat
de verzamelde gegevens een behandeling
voor het forum der openbare mening zeker
wettigen.
Doch: is het niet goed, in beide gevallen,
voor het forum der wereldopinie publiek
te constateren, wat er in deze processen
is gebeurd, ook al zou omtrent de destijds
gevallen uitspraak de conclusie moeten
luiden: wij komen niet verder dan een
constatering dat er zich tijdens de voor
bereiding en de behandeling van het proces
de volgende feiten hebben voorgedaan, en
wij gaan die feiten nu toetsen aan de
eisen der wetmatigheid die op de eerbied
voor 's mensen waardigheid en op zijn per
soonsrechten is gebaseerd of ook: de
navolgende dubia zijn in elk geval ge
constateerd?
Ik ontveins mij niet, welke moeilijk
heden er bijvoorbeeld rijzen kunnen met
betrekking tot het proces der generaals van
juni 1937. 384 generaals zijn toen ter dood
veroordeeld en gefusilleerd: in hetzelfde
jaar zijn de rechters van deze generaals
in een proces met gesloten deuren ter dood
veroordeeld en geëxecuteerd; vervolgens,
eveneens in 1937, de rechters van deze
rechters. En toch vertoeven er in het Wes
ten nog uit Sovjet-Rusland gevluchte per
sonen, die in dit proces der generaals een
rol hebben gespeeld. Kan men twijfelen
aan het nut, dat een constatering van thans
nog vast te leggen feiten voor het aange
zicht der gehele wereldbevolking zou kun
nen hebben?
Want en hiermede kom ik op het
tweede argument van Haarlems Dagblad
Als wij bij bovenstaande beschouwing
van mr. Van Rij enkele kanttekeningen
plaatsen, doen wij dat in het verlangen
dat deze, in het geheel van de onder
havige discussie, hun steentje zullen bij
dragen tot versterking van het rechts
gevoel en de verbreiding van de afschuw
voor het onrecht twee dingen die in
een zich beschaafd noemende samen
leving van onschatbare waarde moeten
worden geacht.
Doch naast een sterk rechtsgevoel en
een afschuw voor het onrecht zijn er
andere factoren van beschavende kracht,
die niet mogen worden verwaarloosd
factoren die te maken hebben met een
juist begrip voor politieke mogelijkheden
en omstandigheden, met het aanvoelen
van menselijke reacties in andere volken
en met het onderkennen van de waarde
der tactische humaniteit tegenover ande
ren, van wie men veronderstelt dat zij
dwalen.
Vooropgesteld zij, dat de vruchten van
het werk der C.I.C.R.C. tot verheugenis
stemmen. In ons artikel „Spel" werd op
het nut en de waardering ten aanzien
van het streven der C.I.C.R.C. ook zeer
categorisch de nadruk gelegd. Deze dis
cussie beweegt zich dan ook niet om de
doelstellingen of de noodzakelijkheid van
de C.I.C R.C., doch om één der middelen
die zij meent te moeten gebruiken. Met
name, rondom het middel van revisie
ensceneringen betreffende Russische
strafprocessen uit het verleden. En de
beschouwing van mr. Van Rij heeft ons
niet kunnen overtuigen van het nut, dat
dergelijke ensceneringen kunnen hebben.
Integendeel, wij menen te moeten aan
nemen dat dit middel tenslotte averechts
zal werken en wij kunnen niet geloven
dat in het verleden door deze revisies
een heilzame invloed is uitgeoefend op
de toestanden in Russische concentratie
kampen. Dat een heilzame invloed door
de C.I.C.R.C. is uitgeoefend, valt aan te
nemen. Doch dat zij door het comedie-
spel van schijnprocessen in dat opzicht
iets bereikt, valt volkomen buiten de
logica van alles wat men te dien aan
zien kan beredeneren.
Buiten de logica van alles, behalve één
overweging, namelijk, dat het doel de
middelen heiligt en dat revisies slechts
tot doel hebben, de aandacht op de
rechtsverkrachting in de Sovjet-Unie te
vestigen. Doch tegen deze overweging
menen wij met klem bezwaren te moeten
opperen, aangezien een dergelijke doel
stelling metterdaad de revisie-processen
verlaagt tot een „spel", een soort van
groteske reclamestunt die de jurisdictie
slechts benadert door imitatie.
Wij menen uit de beschouwing van mr.
Van Rij te moeten opmaken, dat deze
overweging inderdaad een rol speelt bij
de organisatie van de revisies door de
C.I.C.R.C. Hij zegt immers: „Wij hebben
dit is geen spel zonder enigerlei waarde
in de strijd tegen het onrecht.
Het gaat hier om de doelstelling van het
recht. Naar de opvatting van de vrije
wereld heeft het recht onder meer
ten doel, bepaalde ethische waarden, waar
onder de gerechtigheid in het bijzonder,
tot heerschappij te brengen. Daartegenover
zien de bolsjewistische landen het recht
als een middel in de strijd tot vorming (en
later tot behoud) der nieuwe gemeenschap;
als een middel ten behoeve van het poli
tieke doel der partij en der op die partij
steunende regering. Van de rechters wordt
een „bewuste partijdigheid" verlangd, die
hen tot rechtspreken overeenkomstig het
politieke doel in staat moet stellen. Dat
betekent, dat de mensenrechten niet maar
zonder meer worden erkend, maar dat zij
slechts worden erkend voorzover zij niet
botsen met het belang van de staat. En op
dit punt bestaat nu het grote conflict tus
sen onze commissie en de Sovjetrussische
regering en andere regeringen van dicta
toriaal type, onverschillig of zij bolsjewis
tisch zijn of niet.
Wij pretenderen, dat Recht bestaat los
van het politieke staatsdoel; dat elk mens
bepaalde rechten en verantwoordelijkheden
bezit, die dienen te worden gerespecteerd;
dat de dictatoriaal heersende klasse deze
„wetmatigheid" (zoals men dat tegenwoor
dig noemt) behoort te erkennen, en niet
met een op eigen doeleinden gebaseerde
wetmatigheid mag komen, die deze rech
ten en verantwoordelijkheden praktisch
vernietigt.
Een herziening der genoemde processen
wordt geëist door dit beginsel, wat men
op grond van z.g. revolutionaire wetmatig
heid ook mag beweren. Dit is eenvoudig
de consequentie van onze strijd tegen het
onrecht.
Men kan, voor ons doel, deze processen
niet op één lijn stellen met de door Haar
lems Dagblad genoemde. Immers en
hierin zijn wij het geheel met de redactenr
eens wij voeren geen theoretische strijd,
om de historische waarde van eenmaal ge
beurde dingen achterna te toetsen. Wij
hebben hier te maken met bestaande heer
schappijen, die van dag tot dag doorgaan
met hun maatregelen, welke op hun op
vattingen zijn gebaseerd. Dat is de bran
dende actualiteit van de feiten, ook van
de feiten uit 1931 en volgende jaren.
Wij willen geen wereld, die verdeeld is
naar socialistische of kapitalistische of
andere „istische" wetmatigheden. Wij wil
len de wetmatigheid van de sfeer, die vrij
heid en verantwoordelijkheid van de enke
ling en van zijn natuurlijke groepsverban
den erkent.
En wij willen die wetmatigheid stellen
tegenover de door de huidige Russische re
gering met betrekking tot deze processen
gevolgde gedragslijn.
Mr. C. VAN RIJ,
voorzitter Nationaal Comité bestrijding
concentratiekampensysteem.
een beroep op het wereldgeweten gedaan
in een vorm, die wel de aandacht moest
trekken". Zo'n beroep op het wereld
geweten echter lijkt ons oprechter en
bevredigender, wanneer het niet gedaan
wordt onder valse vlag van rechtspleging,
doch onder niet mis-te-verstane, houd
bare en bewijsbare argumenten, die
regelrecht uit de aanvaarde, universele
praktijk zijn genomen.
Er is nog een ander argument tegen
deze revisies. Sprekend over het heilige
recht, dat wij liefhebben en koesteren,
en zo gaarne tot gemeengoed in de we
reld zouden zien worden, past ons,
Westerlingen, een mea culpa beter dan
een zelfverzekerd wijzen naar eigen
praktijken Ten aanzien van andere vol
ken en ook van het Russische past
ons een streven naar begrip voor de
sfeer en de zeden des lands beter dan een
eigengereid ten voorbeeld stellen van
Westelijke toestanden. Procesvoering
naar Westelijke begrippen over Russische
onderwerpen moge in de algemene be
tekenis van het onaantastbare recht ge
noegzaam gegrond zijn in de norm-
geving is zij foutief gebaseerd, omdat zij
wel de problemen en fouten, doch niet
de karakteristiek en de aard van het
andere volk tot haar onderwerp maakt
en zich een oordeel aanmatigt over
dingen, die mèèr inhouden dan politieke
misdaad en dictatoriale rechtsnegatie.
Mèèr dan de Westerse mens met zijn
culturele ondergrond en van Oost-Europa
afwijkende ontwikkeling kan beseffen.
De aanmatiging des oordeels moet de
Russen, hoezeer zij misschien overtuigd
zijn van de averechtsheid der daden
hunner regeerders, treffen in de oude
wond der minderwaardigheid, die hun
door het moderne Westen is toegebracht.
Het is dus een kwestie van humane
tactiek, niet van gelijkhebberij, die van
belang is in de verhouding tussen Oost
en West en slechts deze humane tactiek
kan uiteindelijk de onderdrukten in het
Oosten bevrijden van alles, wat hun een
juk oplegt. En dat juk is niet enkel ge
sneden uit politieke dictatuur, doch even
zeer uit een historische achterstand, een
internationale gevaarstoestand en een
karakteristiek levensbeschouwelijk ver
schil.
Wij menen in de neiging tot opvoering
der revisie-spelen dezelfde echt-weste-
lijke fout te ontdekken die onze reis-
redacteur, zojuist terug uit de Sovjet-
Unie, signaleerde bij velen die over Sov
jet-Rusland oordelen: zij gaan uit van de
overtuiging, dat de maatstaf ter beoor
deling moet worden genomen uit de
westelijke praktijk, en dat alles in Rus
land, wat anders is dan in het Westen,
veroordeeld en uitgeroeid dient te wor
den. Doch zij vergeten, dat Rusland de
woonplaats en de levenssfeer der Russen
is en in velerlei opzicht moet blijven,
willen deze Russen en Russische rasver
wanten een eventuele wijziging in de
binnenlandse omstandigheden als een
echte bevrijding ondergaan. J. L.
(Van onze correspondent in Parijs)
Wanneer een minister van Financiën in
Frankrijk in geldnood zit - en dat wil nog
wel eens gebeuren - dan is de eenvoudig
ste weg om de staatskas weer wat bij te
vullen verhoging der accijnzen en indirecte
belastingen. Aan de directe belastin
gen via het aanslagbiljet mag hij
van het parlement. Daarentegen kan de
regering zonder de kamer erin te kennen
wel de prijzen verhogen van de benzine,
de aperitieven en de tabak. Van die vrij
heid heeft ook de huidige minister van
Financiën, Paul Ramadier, ten behoeve
van de oorlog in Algerije en de ouder
domsvoorziening, een dankbaar gebruik
gemaakt.
Terwijl de geleerden steeds meer tot de
overtuiging komen, dat overmatig gebruik
van nicotine longkanker in de hand werkt
en er in Frankrijk sedert Mendès-France
een (bedeesde) actie van hogerhand tegen
het alcoholisme wordt gevoerd, nodigt de
minister van Financiën zijn landgenoten
uit meer te drinken en meer te roken. Van
de 95 franken voor een pakje sigaretten
vloeien er zeventig in de staatskas en in
diezelfde verhouding komen ook de vele
aperitiefjes, die dagelijks in Frankrijk ge
dronken worden, de schatkist ten goede.
Met de ene hand beperkt de staat dus
de toestemmingen om nieuwe kroegjes te
kunnen openen, maar met de andere hand
wordt de Fransen te kennen gegeven- dat
ze zich als voorbeeldige patriotten gedra
gen, wanneer ze een glaasje extra ledigen
of een paar sigaretten meer roken.
Het ministerie van Financiën heeft er
zich over beklaagd dat er in Frankrijk
veel te weinig sigaretten in rook vervlie
gen: „niet meer dan 35 miljard per jaar
ADVERTENTIE
HAARLEM
ofwel nauwelijks vier sigaretten per dag
per hoofd. De doorsnee Amerikaan rookt
er ruim tien per etmaal". Tachtig percent
van al die rokertjes behoren tot de be
faamde familie van de Gauloise: een forse
sigaret, die in blauwe pakjes verkocht
wordt en die bij de eerste kennismaking
zelfs een verbeten kettingroker na een
paar trekjes vaak al schele hoofdpijn be
zorgt. Maar de habitué - we spreken uit
ondervinding - is aan zijn Gauloise ver
knocht.
De grondstoffen van de Gauloise worden,
met uitzondering van een snuifje Kentu-
cky-tabak voor de geur, geheel door
Frankrijk en Algerije geleverd. Vier enor
me fabrieken zijn dag aan dag in touw
om de behoeften aan Gauloise te bevredi
gen.
Inflatie-barometer
Behalve als genots- of verdovingsmiddel
functioneert de Gauloise echter ook als
een soort barometer van de inflatie. Zodra
de frank 't benauwd krijgt, wordt immers
de Gauloise onmiddellijk in prijs verhoogd.
Sinds 1914 is dat nu al veertien maal ge
beurd. In de eerste wereldoorlog kostte
een pakje van twintig sigaretten iets meer
dan een halve frank (60 centimes). Nu is
de prijs vijf en negentig franken. Nadat
in 1947 voor het eerst in de geschiedenis
van de indirecte belastingen, de sigaret-
tenprijs tot twee maal toe met enkele
franken werd verlaagd, haalden de Gau-
loises hun achterstand in 1948 ruimschoots
in door tweemaal duurder te worden.
De prijsverhoging van de vorige maand
- vijftien franken per pakje - hebben de
Franse rokers overigens manmoedig ge
dragen. De omzet heeft er nauwelijks on
der geleden. Maar wanneer de regering
aan haar onderdanen de Amerikanen wer
kelijk met succes ten voorbeeld wil stel
len. dan moet ze toch beginnen met de
sigarettenprijzen verder met rust te laten.
Want het is niet de goede wil, die ont
breekt. Ook de Fransman is er van over
tuigd: een roker is geen onruststoker. Op
voorwaarde evenwel dat een sigaret be
taalbaar blijft.
Een zorgelijk gedoe met de huisvesting
van onze studenten. Helemaal niet iets om
grapjes over te maken. Een miserabele
situatie.
De dames, die kamers verhuren, halen
wat er te halen is. De kamerverhuurderij
beleeft een mooi hoogtepunt en als er zo-
velen zijn, die méér betalen willen dan die
kale studenten, waarom zou je dan daar
van, als eerb're juffrouw zijnde, niet pro
fiteren? Geef ze eens ongelijk. Het zijn
niet alleen de eerbare juffrouwen die de
hoogconjunctuur aanbidden. De mens is
den mens een wolf of een wolvin. En de
theorie van vraag en aanbod richt al haar
goede gunsten op wie wat aan te bieden
hebben.
Ik lees dat de benarde studenten niet
veel zin hebben om in studentenflats te
gaan wonen. Ik kan dit begrijpen. Ik denk
met weemoed en warmte aan de twee peu
terige kamertjes, die ik in Leiden bewoon
de. Je moest een kronkeltrapje op en dan
kwam je aan een portaaltje en daar lag
mijn kleine koninkrijk.
Niet dat ik daar absoluut koning was.
Geen dames op bezoek en geen luid ge
rucht van vrienden in de nacht, waren de
onverbiddelijke voorwaarden. Die hebben
mij nooit bijzonder benard. Ik heb sinds
dien op vele kamers gewoond en het de
vies van geen-dames en geen-spektakel
heeft in al die kamers gegolden. Ik heb
er nimmer onder geleden. Ik ben toch een
stoer baasje geworden.
Maar ik was een koninkje op die ka
mers, die mijn homes en mijn castles wa
ren. Zij hebben mij altijd, als ik er be
hoefte aan had, de beschutting, de veilig
heid, de stilte, en de hartveroverende een
zaamheid geschonken, die de mens behoeft
om zichzelf te zijn.
Ik heb het altijd, wanneer ik het studen
tenleven in Engeland en Amerika zag, als
een enorm voorrecht van de Nederlandse
student gezien, dat al was zijn kamer
nog zo klein hem dit koninkrijk-op-
aarde gegeven was. Dat hij niet in een ka
zerne met controlerende proffen en ijze
ren regels-van-het-huis behoefde te leven,
doch dat hij, eenmaal op zijn kamer be
land, daar heer en meester kon zijn, over
zich zelf en over zijn tijd.
Die vrijheid zou in studentenflats niet
kunnen aarden. En de eenzaamheid, het
kind van die vrijheid, zou de student niet
beschoren kunnen zijn in zulk een groot
huis met allemaal jongens en meisjes, in
allemaal kamertjes, het een naast het an
der langs lange grote gangen met durend
verkeer.
Niet om aan te denken.
Het pleit voor de Nederlandse studenten
dat zij het denkbeeld van studentenflats
verwerpen en dat zij ondanks de wol
vinnen voor vrijheid en eenzaamheid
staan.
Er is van die vrijheid van mijn studen
tenjaren tóch al zo veel verloren gegaan.
Véél meer dan de huidige generatie kan
bevroeden. Voor een deel zal dit terecht
zijn. Men leeft in een andere tijd en die
andere tijd stelt andere eisen.
Maar wat er nog rest is goed en kost
baar genoeg om bewaard en behouden te
blijven.
Ik hoop van harte dat dit gelukken zal.
Ik hoop dat er nooit studentenflats zul
len komen.
ELIAS
ADVERTENTIE
Tegen pijnen en griep. Geschikt voor de gevoeligste maag,
want die wordt beschermd door het bestanddeel Chefarox.
Overeenkomst tussen Rusland en
China
De Sovjet-Unie en communistisch China
hebben een overeenkomst getekend voor
gemeenschappelijke ontwikkeling van het
dal van de rivier de Amoer, op de grens
tussen Mandsjoerije en Siberië. De twee
landen zullen ook plannen opstellen voor
het ontsluiten van het dal van de Argoen
rivier, een zijrivier van de Amoer.
NEW YORK (Reuter/
Belga/ANP). Een
consortium van grote
oliemaatschappijen is
van plan in het Midden-
Oosten een nieuwe olie-
buisleiding aan te leg
gen, die wellicht het
antwoord van de olie
maatschappijen op de
naasting van het Suez
kanaal zal zijn, zo wordt
meegedeeld in „Petro
leum Week", een perio
diek over de Ameri
kaanse olie-industrie.
Het plan voorziet in de
aanleg van een buislei
ding van 1600 km van
Koeweit aan de Perzi
sche Golf door Irak
naar de Turkse haven
Iskenderun Alexan
dre tta). Alle grote lan
den zijn gepolst over
het plan en de uitvoering
ervan zal beginnen, zo
dra de nodige internatio
nale overeenkomsten
zijn gesloten. De olie
maatschappijen Stan
dard Oil of New Jersey,
Socony, Britisch Petro
leum, Koninklijke/Shell,
Gulf Oil en de Compag
nie Franqaise des Pé-
troles hadden de buisleiding oorspron
kelijk tegen 1968 gereed willen hebben, in
welk jaar Egypte het Suezkanaal zou over
nemen.
Volgens goed ingelichte Britse en Ame
rikaanse oliekringen in Londen mist het
bericht van „Petroleum Week" elke grond.
Een woordvoerder van de Gulf Oil deel
de mede, dat het bericht geen waai-heid
bevat. Hij verklaarde, dat zijn maat
schappij er in ieder geval niet bij betrok
ken is.
Een woordvoerder van de Near East
Development Company, welke een groot
deel van de aandelen der Iraq Petroleum
Company bezit, heeft de gedachte van de
aanleg van een ol'ieleiding van de Perzische
Golf naar Turkije vorige week een zuivere
hypothese genoemd.
De Belgische petroleummaatschappijen en
de Antwerpse petroleumhaven zijn niet zo
r l rooft oe condense
I conferentie uit ge*
j' nodigde landen
uitgenodigde landen
die niet op de kaapt
voorkonen;
Japan
Ccylon
Indonesië
Australië
Nieuw Zeeland
Verenigde Staten
pessimistisch gestemd ten aanzien van een
eventuele sluiting van het Suezkanaal. In
1955 werd in de Antwerpse petroleum
haven ongeveer zeven miljoen ton ruwe
petroleum verwerkt. Van die hoeveelheid
kwam twee miljoen ton door het Suez
kanaal. In geval van sluiting van die wa
terweg zou dezelfde hoeveelheid uit Vene
zuela aangevoerd kunnen worden. Dat land
is eventueel bereid zijn produktie met
twintig percent op te voeren.
Op korte termijn zou een sluiting van het
kanaal een reorganisatie van de petroleum-
voorziening in de wereld vereisen en en
kele vervoervraagstukken doen rijzen,
maar op lange termijn, aldus deze kringen,
zouden deze kunnen opgevangen worden
door de transportmethoden te wijzigen. De
aanleg van buisleidingen dwars door
Europa, en de verhoging van het aantal
en de tonnenmaat van de tankschepen zou
den de eerste maatregelen zijn.
Over de oliebronnen tonen de Belgische
petroleummaatschappijen zich niet onge
rust. Zij wijzen op de ontdekking van
nieuwe petroleumlagen in Afrika, onder
andere in de Belgische Kongo en op de
aanzienlijke vooruitgang met de produktie
van synthetische petroleum. Arabische
landen die de oliebronnen nationaliseren,
zouden geen afnemers vinden, getuige het
voorbeeld van Mossadeq.
Het feit dat België niet is uitgenodigd op
de conferentie te Londen stemde de maat
schappijen niet wrevelig. Zij zijn van oor
deel dat België eventueel 'n bemiddelaars
rol kan spelen, te meer daar de Belgisch-
Egyptische betrekkingen, vooral op het ge
bied van petroleumprospectie uitstekend
zijn. Belgische petroleummaatschappijen
staan trouwens op het punt een akkoord
met Egypte te sluiten betreffende de win
ning van petroleum.