„Delftweide" krijgt verbeterde, uitgebreide centrale verwarming 5 woningen worden aan Jac. vanLooystraat gebouwd voor gemeentelijk woningbedrijf Geen biljartspelen meer, maar kijken naar televisie Procedure bij woningbouw sloot contact met departement uit Bouw van 120 woningen voor St. Jozef wacht nu op derde aanbesteding Pedagogisch centrum middelbaar onderwijs DONDERDAG 30 AUGUSTUS 1956 HAARLEMS DAGBLAD OPRECHTE HAARLEMSCHE COURANT 9 HAARLEMS RAAD VERGADERDE Jeugdgroepen Te gortig Diametraal Ontslagen en benoemingen Haarlemse raad Voorlaatste krediet Hildebrandmonument Onthulling beeld van Zadkine op 21 september INTERPELLATIE - VAN VELSEN Dear geopend Lijdensgeschiedenis Ook hedenavond bloeit de Victoria Regia Ir. L. H. van der Deijl kwart eeuw aan MTS Wordt aantal ambtenaren op wachtgeld gesteld? Eerlang voorstel aan Haarlemse raad Verscheidene inbraken opgehelderd Chauffeur aangehouden De vergadering van de Haarlemse gemeenteraad, die woensdagmiddag onder voorzitterschap van burgemeester mr, O. P. F. M. Cremers gehouden werd, was voor een be langrijk deel gewijd aan het houden en beantwoorden van een interpellatie door de heer Van Velsen (K.V.P.) over het niet bekend zijn van het plan tot de bouw van 120 woningen voor de woningbouwvereniging St. Jozef ten departemente te Den Haag. Het verslag niervan vindt men elders in dit blad. Veel critiek werd geuit bij de behandeling van het voorstel van B. en W. om 115.000.— ter beschikking te willen stellen voor de verbetering en de uitbreiding van de onvoldoende gebleken centrale verwarming van het com plex woningen voor bejaarden en het verzorgingshuis „Delft- weide" aan de Orionweg van de r.k. bouwvereniging St. Bavo. De heer De Leeuw (Arb.) drong aan op een diep gaand onderzoek teneinde te kunnen vaststellen, waar ae aansprakelijkheid voor de gang van zaken ligt. Alles zou naar zijn mening gedaan moeten worden om te voorkomen dat de huur- en pensionprijzen omhoog zouden gaan, tenge volge van een professorale verstrooidheid. Verder vroeg hij zich af, of het gemeentelijk bouwtoezicht hier niet onvol doende was geweest en hij waarschuwde voor de opvatting, die misschien ontstaan zou, en waarbij gesproken zou wor den van een falen van dit toezicht. Ook de heer Spek (A.R.) drong aan op een gemeentelijk toezicht op alle installaties. Mevrouw S c h e 11 e m a—C o n r a d i (V.V.D.) zag in het gebeurde een les om nooit meer door woningbouwvereni gingen in woningwet te laten bouwen en vervolgens het com plex te verhuren aan een stichting, die geen financiële verantwoordelijkheid kan dragen. Wethouder Happé noemde het ook een droevige geschiedenis. Hij kon slechts de hoop uitspreken, dat het nooit meer zou gebeuren. Wat de aansprakelijkheid van de gemeentelijke diensten betrof, meende hij, dat aangezien het hier het eerste geval van centrale verwarming in een woningwetproject betrof, het verzuim misschien begrijpelijk was. Onvergeeflijk noemde hij het, als de gemeente er niet de juiste consequenties uit getrokken zou hebben. Dit was echter wel gebeurd: men had onmiddellijk een inspectie laten uitvoeren bij de Blinkert, waar alles in orde bevonden werd. Tot dusverre bestond de figuur van een altijd werkend toezicht op projecten als centrale verwarming niet: daar is nu verandering in ge komen. Aangezien nog niet bekend is tot welk bedrag het rijk in de exploitatie wil bijdragen en het project inmiddels een uitbreiding heeft ondergaan, kan op het ogenblik nie mand nog iets zeggen over de financiële gevolgen van het een en ander. Wethouder Happé was van mening, dat verrassingen straks niet uitgesloten zullen zijn. Op de juiste exploitatievorm van het complex kon hij op het ogenblik nog niet ingaan. Bij de ingekomen stukken was een ver zoek tot het houden van een interpellatie van de heer Hen nevelt (comm.) over het tijdstip, waarop de toegezegde nota over de woningbouw van B. en W. tege moet kon worden gezien. B. en W. hadden voorgesteld dit verzoek en de daarbij inge diende schriftelijke vragen voor kennis geving aan te nemen, omdat een toelichting omtrent het tijdstip van verschijnen van de woningbouwnota juist aan de raad was toegezonden. De heer Hennevelt maakte naar aan leiding van dit voorstel enige opmerkin gen, waarbij hij verzocht het uitstellen van ae nota tot het minimum te beperken. Her haaldelijk had hij mededelingen hierover uit de pers moeten vernemen en hij be treurde het, dat deze beter ingelicht was dan de raadsleden. Nu uit de toelichting blijkt, dat de nota gereed was, drong hij aan op behandeling in de eerstvolgende raadsvergadering. Overigens sprak hij er zijn zorg over uit, dat het kwantum wo ningen, dat dit jaar gereed zou komen, dat van verleden jaar niet had bereikt en vroeg hij zich af, hoe er in Haarem woningwet woningen opgeleverd zouden kunnen worden, aangezien er geen enkele woning wetwoning aan Haarlem gegund was. Wethouder H a p p zei in zijn antwoord, dat het uitstel van verschijnen van de nota van belang is voor de woningbouw, omdat de uitgebreide nota meer stof zou geven voor een diepergaande discussie. Overigens deelde de wethouder mede, dat het aantal op te leveren woningen dit jaar groter zou zijn, dan vorig jaar en dat er van de 1200 in aanbouw zijnde woningen 850 woning wetwoningen zijn. Enige woorden van milde critiek werden geuit naar aanleiding van het voorstel van B. en W. om 60.000,ter beschikking te willen stellen voor het in orde brengen van een huis aan het Donkere Spaarne om te kunnen dienst doen als plaats van bijeen komst voor vier padvindersgroepen. Zo vond de heer Spek (A.R.) het be drag te hoog, evenals mevrouw S c h e 11 e- maConradi (V.V.D.), die sprak van „een oplossing, die te ingewikkeld, te duur en niet reëel was." Zij vroeg een nadere specificatie van het bedrag en meende, dat er in de naaste toekomst nog wel enige oude scholen in de binnenstad, die als zo danig niet meer dienst konden doen, als clubhuis voor jeugdgroepen zouden kunnen worden gebruikt. De heer Spek vroeg nadere aandacht voor andere jeugdgroepen, die door het voorstel van B. en W. niet aan 'n onderdak zouden worden geholpen. Hij stelde voor terreintjes in de stad beschikbaar te stellen, waar dan geprefabriceerde gebouwtjes konden worden neergezet. Mevrouw VanderWal 1D uyven- d a k (Arbeid) had ook aandacht voor andere groepen gevraagd en vroeg zich bovendien af door welke instantie het nieuw in te richten gebouw zou worden beheerd. Dit zou gebeuren door de dienst van Lichamelijke Opvoeding zei wethouder Geluk in zijn antwoord, waarbij hij overigens van mening was, dat het voor gestelde bedrag zeker wel verantwoord was en dat het niet aanging te zeggen dat „de jeugdbeweging wel onderdak gebracht kon worden in oude gebouwtjes in gribus buurten". Het was inderdaad zo, dal op het ogenblik tientallen jeugdgroepen nog geen onderdak hebben. Met het oog hierop was er onlangs een enquête ingesteld en hij wilde het rapport aangaande het resul taat hiervan eerst afwachten. Overigens vond wethouder Geluk, dat er zelfs bij de gemeentelijke diensten vaak onvoldoende gevoel voor het jeugdwerk aanwezig was. De laatste tijd houdt de dienst van Licha melijke Opvoeding zich met dit probleem bezig. Wethouder Happé antwoordde me vrouw ScheltemaConradi op haar vraag om specificatie van de kosten en zei dat sommige objecten zich minder voor een specificatie leenden. De kwestie van speci ficatie al dan niet was in de commissie van Openbare Werken aan de orde geweest Dit antwoord kon mevrouw Scheltema Conradi en twee van haar politieke vrien den blijkbaar niet bevredigen, want zij verzocht om de aantekening, dat behalve zijzelf ook de heren Stoffels en Fibbe ge acht wilden worden te hebben tegenge stemd. Het voorstel tot de bouw van vijf wonin gen aan de Jac. van Looystraat in Haar lem-Oost ontmoette enige bezwaren van de kant van de heer Fibbe (V.V.D.)die memoreerde, dat indertijd tegen een aan nemer. die belangstelling voor dat terrein aan de dag had gelegd, van gemeentewege gezegd was, dat de gemeente aan dat ter rein een bijzondere bestemming wilde geven. Bovendien had de heer Fibbe be zwaar tegen het inbrengen van deze wo ningen in het gemeentelijk woningbedrijf. Deze bezwaren werden eveneens gevoeld door de heer Van Velsen K.V.P. Wethouder H a p p zei in zijn antwoord, dat er indertijd inderdaad een bijzondere bestemming aan het terrein was gegeven: men had er een kleuterschool willen bou wen. Later zijn deze plannen gewijzigd. Overigens meende hij, dat het onderhavige object weinig aantrekkelijk zou zijn voor beleggers. Aan de andere kant meende hij dat het een welkom buitenkansje voor de gemeen te was als zij in staat wordt gesteld om gemeentewoningen, óók van een duurder type, te bouwen. Een kans, die naar zijn mening, moest worden aangegrepen. Deze opvatting kwam echter, naar hij zei, niet voort uit een principieel standpunt, maar moest eerder gezocht worden in het belang van het praktische nut. De raad kon zich na deze uiteenzetting met het voorstel verenigen. De heer Spek (A.R.) kon aanvankelijk niet instemmen met het voorstel van B. en W., waarbij om een aanvullend krediet gevraagd werd van 4.458,33 voor de ver bouwing van een schuur aan het Houtman pad tot een woning met werkplaats. Oor spronkelijk had de raad hiervoor een be drag van 10.600,gevoteerd en de heer Spek vond een verhoging van bijna vijftig percent wel wat al te gortig. Hij kon zich niet akkoord verklaren met een wijziging van het oorspronkelijk plan, die een der gelijke verhoging noodzakelijk maakte. In zijn antwoord stelde wethouder Happé, dat loonsverhogingen en prijs stijgingen deze verhoging voor een deel hebben veroorzaakt, maar meende, dat de wijzigingen, die in overleg met de aan nemer, Openbare Werken en de gebruiker waren tot stand gekomen, niets aan de oor spronkelijke opzet hadden veranderd. Het werken aan een dergelijk oud gebouw had deze tegenvallers veroorzaakt. De heer Spek vond, dat de uiteenzetting van de wethouder wel verduidelijkend had gewerkt, maar toonde zich niet bevredigd, ofschoon hij uiteindelijk niet zijn stem aan het voorstel bleek te willen onthouden. Twee raadsleden bleken bij de behande ling van het voorstel tot afvoer van huis vuil na 1 juli 1957 per schuit een diame traal standpunt in te nemen. Zo waar schuwde mevrouw Smit zP e e p e r (Arb.) tegen het storten van huisvuil bij nieuwe stadsuitbreidingen. De heer Schippers (K.V.P.) daaren tegen vroeg zich af, of er nog niet .«ndere terreinen zouden zijn, die met huisvuil zcuden kunnen worden opgehoogd. Hij vond een bedrag van bijna één gulden per inwoner per jaar voor de afvoer van huis vuil, hetgeen hij louter een transportkwes- tie noemde, rijkelijk veel en meende dat het verstandiger zou zijn geweest eerst het rapport over de verwerking van het huis vuil af te wachten. Wethouder Geluk geloofde niet, dat de nog andere terreinen voor ophoging met huisvuil in aanmerking zouden komen. Voordat het rapport over de verwerking gereed zou zijn, zou het al tegen 1 juli 1957 lopen en voordat er een installatie voor verbranding of verwerking van het huis vuil zou zijn, zou deze datum al over schreden zijn, zodat hij als enige oplossing de door B. en W. voorgestelde afvoer per schuit zag. Waarin de raad hem uiteinde lijk wel volgen kon. Tenslotte verleende de raad eervol ont slag aan de heer M. Houtkooper als leraar aan de H.B.S. B met 5-jarige cursus en aan de heer J. Gelijns als hoofd van de Klaas de Vriesschool voor Mulo-onderwijs. De benoemingen werden alle conform de door E. en W. ingediende voorstellen gedaan zodat benoemd zijn tot tijdelijk leraren aan de H.B.S. B met 5-jarige cursus; me vrouw J. W. Gerhards te Heemstede (Duits) en de heren D. van Veen te Haar lem (Nederlands, geschiedenis en aardrijks kunde), dr. J. R. H. de Smidt te Haarlem en P. L. Valter te IJmuiden (Frans), M. Boll te Haarlem (kunstgeschiedenis en tekenen) en J. F. Jongkind te Amsterdam (biologie); tot tijdelijk leraar aan de H.B.S. voor Meisjes met 5- en 6-jarige cur sus: mejuffrouw M. C. Diepenhorst te Haarlem, mevrouw F. B. de Vries te 's-Gravenhage (geschiedenis), en de heren ir. E. M. Bunders te Wageningen (plant en dierkunde), J. A. P. Oosten te Haarlem (Nederlands), G. Rijpma te Haarlem (han delswetenschappen), J. Zwart te Zaandam (muziek), J. G. Wille te Haarlem (Engels), en mevrouw ir. M. WaardenburgLindijer te Haarlem (mechanica); tot leraar in de staathuishoudkunde en staatsinrichting aan de H.B.S. A met 5-jarige cursus de heer ar. J. P. Duyverman te Leiden; tot tijdelijk docent aan het Coornhertlyceum mevrouw A. W. Berkelbach van der SprenkelVan 't Hoff te Haarlem (Wiskunde èn plant- en dierkunde), mevrouw M. A. BeetsVan Weel te Heemstede (lichamelijke oefening) en de heren ir. J. M. Hertstein te Haarlem (natuur- en scheikunde), mr. J. H. Ekering te Haarlem (economie), ir. W. C. Jesse te Heemstede (scheikunde), Th. Strobel te Bloemendaal (Frans), A. J. Stoel te Am sterdam (handtekenen), W. Koutstaal te Haarlem en dr. C. Spoelder te Haarlem (klassieke talen); tot tijdelijk docent aan het Lorentzlyceum de heren R. A. G. Da vidson te Haarlem (Engels), W. Verhoeven te Heemstede (tekenen), K. P. Sopar te Bloemendaal (muziek) en A. I. Lucleer te Haarlem (aardrijkskunde); tot onderwijzer aan de Jan Gijzenschool de heren J. W. F. Bultje en W. H. van Langeveld, beiden te Haarlem; tot vakonderwijzer in de lichame lijke oefening in vaste dienst de heren W. Bruinvis en C. G. Kornmann, beiden te Haarlem. Laatste aanvrage zal aan definitieve plaatsing voorafgaan Het voorstel om f 6000 ter beschikking te willen stellen voor het vermaken en enige keren opstellen van een maquette van het Hildebrandmonument en de werk zaamheden die daar verband mee houden legde de heer Albrecht (Arb.) in de Haarlemse raadsvergadering van woensdag de opmerking in de mond, dat hij hoopte, dat met dit bedrag het laatste krediet voor deze aangelegenheid zou behoeven te wor den verleend. Verdere bedragen vond hij niet aanvaardbaar, voordat het gehele mo nument geplaatst zou worden. Deze mening werd door de heer Stoffels (VVD) ge deeld, die aandrong op spoedige plaatsing van het definitieve monument. Deze op vatting was wethouder Happé overigens ook toegedaan. Met de onderhavige aan vrage zijn de voorbereidingen voorbij en de raad behoefde nu alleen nog maar een kredietaanvrage tegemoet te zien voor de definitieve plaatsing van het monument in zijn geheel. De enorme stenen scheepsboeg, die het belangrijkste onderdeel is van het nationale monument voor de Nederlandse koopvaardij, dat aan de kop van de Leuvehaven in Rotterdam wordt opgericht, is woensdagochtend door een drijvende bok op zijn sokkel geplaatst. Naar wij vernemen zal de opening van het verbouwde pand van de firma Katten burg-Nederland in de Grote Houtstraat en de onthulling van het tegen de gevel ge plaatste beeld van Ossip Zadkine, op vrij dag 21 september plaats hebben, in tegen woordigheid van Haarlems burgemeester, mr. O. P. F. M. Cremers en echtgenote. Hel voorstel van B. en moest komen pleitte hij de in zijn antwoord, dat een W. van Haarlem tot hel voor opstelling in een biljart ook wel kon slijten plaatsen van een televisie- aparte of afgeschoten ruim- door de mot, of door het toestel in de kantine van de te, zodat niet alle aanwezi- feit, dat men er op ging brandweerkazerne, inplaats gen voortdurend in het zitten. Hij zei, dat in Den van het aanwezige biljart donker behoefden te zit- Haag alle brandweerposten kon bij de heer Voogd ten. De heer Schippers van televisie waren voor- (Arb.) niet veel enthousias- (KVP) sloot zich hier in zien en zegde toe op een me opbrengen. Hij kon niet grote trekken bij aan. Hij goede lectuurvoorziening te begrijpen, dat er mensen had tevens een begrotings- zxdlen letten. De financieel- waren, die niet van biljart- technisch bezwaar tegen de technische kant van de spelen hielden, maar als koppeling van de inkom- zaak noopte wethouder dat nu eenmaal zo was, d,av sten van verkoop van Bakker het voorstel waren er volgens hem. toch brandweermateriaal aan de even aan te houden, zodat wel andere middelen om aanschaffing van het tele- de tekst van het voorstel de vrije tijd te „doden" visietoestel. enigszins anders geredi- Hij dacht bijvoorbeeld aan De heer Fibbe (VVD) geerd zou kunnen worden, boetseren, schilderen of pleitte voor een nieuw bil- Later kwam hij er weer knutselwerk. Ook meende jart. „Er kon nu wel ge- mee voor dé dag en toen hij uit de toelichting bij zegd worden, dat er geen kon het voorstel algemene het voorstel begrepen te belangstelling voor het bil- instemming verwerven, zo- hebben, dat de lectuur- jart bestond, maar dit was dat de mannen van de voorziening in de kantine toch niet altijd zo geiveest brandweer in het vervolg maar zo zo was en hij Hoe kon het oude biljart niet meer tegen hun zin vroeg of hier misschien anders versleten zijn?" behoeven te gaan biljarten, verbetering in aangebracht vroeg hij onder algemene maar op hun gemak naar zou kunnen worden. Als er hilariteit. televisieuitzendingen zullen dan tóch een televisietoestel De voorzitter meen- kunnen kijken. Vóór de behandeling van de interpellatie in de Haarlemse gemeenteraadsver gadering van woensdag door de heer Van Velsen (K.V.P.) over het niet bekend zijn in Den Haag van de plannen voor de bouw van 120 woningen voor de r.k. bouwvereniging St. Jozef, stond de voorzitter toe, dat de lieer Albrecht (Arb.), die schriftelijke vragen over hetzelfde onderwerp had ingediend, deze vragen mondeling zou toelichten, zodat hij zou kunnen volstaan met het mondeling antwoord van B. en W. Men ging hier gaarne mee akkoord, waarna de heer Van Velsen zijn interpellatie hield. Hij deed dit op een rustige, bijna verzoenende toon, waarbij hij vooropstelde, dat het zijn bedoeling was eens rustig van gedachten te wisselen. Er was, naar hij zei, reeds twee-en-een- half jaar gedokterd aan de plannen voor de bouw van deze woningen, waarbij steeds de prijs te hoog zou zijn. Men kreeg toen de indruk, dat er iii Den Haag een instantie was, die de zaak tegenwerkte door vast te houden aan een te lage curveprijs; Nu zou gebleken zijn, dat deze instantie, het ministerie van Wederopbouw, niets van de plannen van St. Jozef afwist. Er zou bij een bezoek van bestuursleden van St. Jozef aan het departement door twee ambte naren daar gezegd zijn, dat er eigenlijk niet gesproken kon worden van een curveprijs, slechts van een huurprijs. Dit alles geeft de indruk, aldus de heer Van Velsen, dat in het verleden weinig prettig gewerkt is tussen de verschillende instanties. Hij wilde bij zijn interpellatie de nadruk leggen op het gebrek aan over leg en aan teamgeest bij deze instanties en hij hoopte dat de gedachtenwisseling over dit onderwerp aan een dergelijke onvrucht bare gang van zaken een einde zou kunnen helpen maken en was benieuwd hierover de zienswijze van, B. en W. te vernemen. Ook de heer Albrecht (Arb.) zei in zijn toelichting, dat hij gaarne wilde weten, of de feiten, die in een dagblad waren ver meld, op waarheid berustten en was mét de heer Van Velsen blij, dat het hier om een concreet geval ging, zodat de bespre king hiervan niet een volgend debat over de woningbouw in zijn geheel zou door kruisen. WETHOUDER HAPPé nam voor zijn antwoord ruim de tijd. Bijna een vol uur heeft hij aan zijn uiteenzetting gegeven, na afloop waarvan hij erin geslaagd was beide raadsleden te overtuigen van de zienswijze van B. en W., welk college ten aanzien van de gehele kwestie één en on verdeeld zou zijn geweest. In de brief van de bouwvereniging St. Jozef zijn aan B. en W. verwijten gemaakt, die soms onheus ge noemd konden worden. Maar de heer Hap pé zegde de verontwaardiging van St. Jozef te kunnen begrijpen, omdat het bestuur van deze bouwvereniging de indruk had gekre gen, dat het college de zaken niet juist zou hebben aangepakt. Hij vond in de brief onvoldoende ver trouwen in B. en W. uitgedrukt, maar ver klaarde zich bereid ook nu nog met het bestuur van St. Jozef te blijven praten, om tot een oplossing te komen, die in het be lang van allen is. „Mijn deur zal geopend blijven" zei hij, in navolging van de taal die in de internationale politiek tegen woordig veel gebruikt wordt. De brief van St. Jozef was op sommige punten onvol ledig geweest en in andere opzichten in strijd met de waarheid. Zo zou er wel degelijk nog van een curveprijs sprake zijn, deze zou slechts iets soepeler gehan teerd worden in de laatste tijd. Uitvoerig schetste de wethouder de gang van zaken bij de te volgen weg op het ge bied van de woningbouw. Zo worden de bouwplannen, die aan de richtlijnen van het ministerie voldoen met een gunstig ad vies door de provinciale directie aan de centrale directie gestuurd, die beslist. Soms worden ook plannen, die iets boven de norm uitkomen doorgestuurd, met an dere plannen gebeurt dit echter niet. Op deze wijze wordt voorkomen, dat de ge meentebesturen rechtstreeks contact opne men met de centrale directie. Slechts als in Den Haag een ongustige beslissing geno men is, kan een gemeentebestuur met de centrale directie in contact komen. Deze gang van zaken was door de wethouder naar aanleiding van de ontstane kwestie nog eens geverifieerd, waarbij kwam vast f te staan, dat dit inderdaad de te volgen procedure was. De gemeente had slechts contact met de provinciale directie en wet houder Happé stelde er prijs op te vermel den, dat dit, wat Haarlem betreft, altijd wederkerig van prettige aard geweest is. Uitvoerig ging de heer Happé vervolgens in op de moeilijkheden, die zich bij de bouw van de onderhavige 120 woningen hebben voorgedaan. Het aanvankelijke bouwplan lag 56.000 te hoog en de architect heeft toen zonder overleg met de gemeentelijke dienst van Bouw- en Woningtoezicht bezuinigingen aangebracht. Met dit gewijzigde plan kon Bouw- en Woningtoezicht echter niet ak koord gaan. Later bleek, dat de prijs een ton te hoog was, maar toen verklaarde de architect niet verder te kunnen bezuinigen. Bouw- en Woningtoezicht stelde toen voor een tweede aannemer in de arm te nemen. De architect had hier aanvankelijk geen bezwaar tegen, maar later wel en stelde toen voor op premiebouw over te gaan. Hier voelden B. en W. weinig voor, in de eerste plaats met het oog op het belang van St. Jozef, in de tweede plaats omdat dit invloed zou hebben op het type wonin gen van de gehele wijk en in de derde plaats omdat het plan, ook volgens de pro vinciale directie een typisch woningwetplan was. De heer Happé releveerde vervolgens uitvoerig de vele besprekingen, die ge voerd zijn tussen de architect, de directeur van Bouw- en Woningtoezicht en de wet houder en waarbij de architect stijf en star op zijn standpunt was blijven staan en ten leste had voorgesteld dan maar een andere architect te nemen, waar ook B. en W. wel voor voelden. Het bestuur van St. Jozef had vervolgens bemiddeld, waar voor het de erkentelijkheid van de wethou der mocht oogsten. De gehele lijdensgeschie denis van de twee aanbestedingen, waarbij in beide gevallen de prijs te hoog was, werd uit de doeken gedaan, voordat de heer Happé op het bezoek van het bestuur van St. Jozef aan het departement kwam. Het gemeentebestuur had later een ambte naar naar Den Haag gestuurd om de zaak te onderzoeken, waarbij was gebleken, dat de heren van St. Jozef met twee ambtenaren hadden gesproken, één van de afdeling ex ploitatie en een ander van de afdeling tech nische controle, die zouden hebben gezegd de plannen nooit te hebben gezien. Wel had één van deze ambtenaren verklaard, dat de plannen niet door de provinciale directie konden zijn doorgestuurd, omdat Den Haag zowel als Haarlem zich aan de voorschrif ten moesten houden. De wethouder meende in het bezoek aan Den Haag een gebrek aan vertrouwen te zien van de zijde van het bestuur van St. Jozef ten aanzien van het gemeentebestuur. „Ons geduld is ten einde" stond er in de brief aan B. en W„ maar wethouder Happé was geneigd de zaak hier om te draaien en te verklaren, dat het geduld van B. en W. ten einde was en dat het aan de koppig heid van de architect te wijten was, dat men nog niet verder gekomen was. De on enigheid tussen de architect en de direc teur van Bouw- en Woningtoezicht was te betreuren, maar de wethouder was van mening, dat het geen zin had in Den Haag aan te kloppen, voordat op korte termijn een derde aanbesteding zou hebben plaats gehad zonder verder resultaat. Het wachten is dus nu wat deze derde aanbesteding zal opleveren, waarbij het te hopen is, dat deze onaangename geschiede nis dan een bevredigend slot zal krijgen. Woensdagavond bloeide in de kassen van de kweektuin der gemeente Bloemendaal aan de Veldlaan te Aerdenhout de Victoria Regia. Er waren witte bloemen te zien en vanavond worden de bloemen rood. De kas sen zullen ook hedenavond van acht tot tien uur geopend zijn. De belangstelling was woensdagavond bijzonder groot. Op zaterdag 1 septemebr zal de heer ir. L. H. van der Deijl de dag herdenken, waar op hij vijfentwintig jaar geleden tot lei-aar in de werktuigbouwkunde aan de Middel bare Technische School te Haarlem werd benoemd. De heer Van der Deijl is ook directeur van de avondcursus voor gevorder den in de metaalbewerking, welke cursus eveneens in de M.T.S. wordt gegeven. Ir. Van der Deijl werd op 24 oktober 1899 te Sche- veningen geboren. Hij studeerde voor werk tuigbouwkundig ingenieur aan de Techni sche Hogeschool te Delft, waar hij in 1925 zijn studie voltooide. Op 1 September 1931 werd hij als tijdelijk leraar in de Werktuig bouwkunde aan de M.T.S. te Haarlem be noemd en op 1 september 1932 kwam hij in vaste dienst. Voor zijn aanstelling te Haar- Raadslid vraagt: Het communistische raadslid van Haar lem de heer H. C. Hennevelt, heeft B. en W. gevraagd of het juist is dat bij het col lege het voornemen bestaat een aantal ambtenaren ter gemeente-secretarie we gens reorganisatie met ingang van 1 ja nuari 1957 op wachtgeld te stellen en en kelen, werkzaam als arbeidscontractant, van wie sommigen reeds zeer lang in dienst der gemeente zijn, om dezelfde reden te ontslaan. Indien deze vraag bevestigend moet worden beantwoord, vraagt hij of het col lege dan met hem niet van oordeel is dat alles in het werk moet worden gesteld om het beschikbare personeel voor de gemeen te te behouden en op andere posten te werk te stellen, gezien het heersende personeels tekort bij de gemeentelijke bedrijven en diensten. Heeft het college overwogen aldus de volgende vraag dat voor de betreffende ambtenaren grote moeilijkheden kunnen ontstaan, zowel moreel als financieel, mede omdat enkelen van hèö de 50 jaar reeds zijn gepasseerd en zelfs bij het verkrijgen van een nieuwe betrekking, aanpassing in de nieuwe functie met grote moeilijkheden gepaard kan gaan? Bestaat de mogelijkheid de voorgeno men op wachtgeldstellingen en ontslagen geen doorgang te doen vinden en betrokke nen een ander functie in gemeentedienst te geven?, aldus de laatste vraag van de heer Hennevelt. Naar wij vernemen wordt door B. en W. van Haarlem een voorstel aan de raad voorbereid om toe te treden tot een ge meenschappelijke regeling ter behartiging van de belangen welke gemoeid zijn met de ontwikkeling van moderne inzichten bij het openbaar onderwijs en de oprichting van een publiekrechtelijk lichaam ter uitvoe ring van die taak. Zowel in gemeentelijke kringen als bij het onderwijs wordt reeds geruime tijd de behoefte gevoeld aan de instelling van een onderwijskundig studiecentrum dat tot taak zal hebben de belangen, rakende de voort gang van de ontwikkeling van de moderne inzichten bij het openbaar en het daarmee gelijk te stellen onderwijs, in het bijzonder bij het voorbereidend hoger en middelbaar onderwijs, te behartigen door middel van het geven van leiding en steun bij onder zoekingen op pedagogisch, didactisch en schoolorganisatorisch terrein. Deze behoefte heeft aanleiding gegeven tot verscheidene besprekingen tussen ver tegenwoordigers van de gemeentebesturen van Amsterdam, Rotterdam, Den Haag, Utrecht, Haarlem, Groningen, Nijmegen en Enschedé, de afdeling voorbereidend hoger en middelbaar onderwijs van het ministerie van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen en vertegenwoordigers van zowel gemeen telijke als neutraal-bijzondere scholen voor gymnasiaal en middelbaar onderwijs. Voor Haarlem nam wethouder D. J. A. Geluk aan deze besprekingen deel; voor het neutraal bijzonder onderwijs de rector van Jac. P. Thijsselyceum, de heer D. M. van Willigen. Het resultaat van een en ander is geweest, dat men gekomen is tot op richting van het onderwijskundig studie centrum, dat tot taak heeft de bestudering van pedagogische en didactische problemen en van hiermede samenhangende vraag stukken van onderwijsorganisatorische aard, alsmede de bevordering, de ontwik keling en de coördinatie van initiatieven op dit gebied ten behoeve van het openbaar en daarmede in dit verband gelijk te stel len onderwijs. De Haarlemse politie heeft een 27-jari- ge chauffeur aangehouden, die bekend heeft verscheidene inbraken te hebben ge pleegd. De politie verleende assistentie aan de rijkspolitie te Assendelft in verband met een inbraak aldaar. De chauffeur werd reeds verdacht en daarom heeft de politie zijn woning onderzocht. Voor de woning van de chauffeur stond een auto, die hij had gehuurd en waarin zich inbrekerswerktuigen, bleken te be vinden en tevens één van de twee com binatietangen, die gestolen waren bij een fijnhouthandel in de Lange Molenstraat in de nacht van 10 op 11 augustus. De man heeft voorts bekend te hebben ingebro ken in Assendelft, in een kantoor van een kolenhandel aan de Kinderhuissingel in de nacht van 14 op 15 augustus en bij een rubberfabriek in de Soetestraat in de nacht van 15 op 16 augustus. Bij een bouwmaterialenhandel aan de Spaarndamseweg werd in de nacht van dinsdag op woensdag ingebroken door middel van het insnijden van een ruit. Een schrijfbureau werd opengebroken en onderzocht, maar er is niets vermist. Ook lem heeft ir. Van der Deijl nog verscheidene deze inbraak heeft de chauffeur op zijn functies bij het bedrijfsleven gehad. 1 geweten.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1956 | | pagina 13