„Delftweide" krijgt verbeterde,
uitgebreide centrale verwarming
5 woningen worden aan Jac. vanLooystraat
gebouwd voor gemeentelijk woningbedrijf
Geen biljartspelen meer,
maar kijken naar televisie
Procedure bij woningbouw sloot
contact met departement uit
Bouw van 120 woningen voor St. Jozef
wacht nu op derde aanbesteding
Pedagogisch centrum
middelbaar onderwijs
DONDERDAG 30 AUGUSTUS 1956
HAARLEMS DAGBLAD
OPRECHTE HAARLEMSCHE COURANT
9
HAARLEMS RAAD VERGADERDE
Jeugdgroepen
Te gortig
Diametraal
Ontslagen en benoemingen
Haarlemse raad
Voorlaatste krediet
Hildebrandmonument
Onthulling beeld van
Zadkine op 21 september
INTERPELLATIE - VAN VELSEN
Dear geopend
Lijdensgeschiedenis
Ook hedenavond bloeit
de Victoria Regia
Ir. L. H. van der Deijl
kwart eeuw aan MTS
Wordt aantal ambtenaren
op wachtgeld gesteld?
Eerlang voorstel aan
Haarlemse raad
Verscheidene inbraken
opgehelderd
Chauffeur aangehouden
De vergadering van de Haarlemse gemeenteraad, die
woensdagmiddag onder voorzitterschap van burgemeester
mr, O. P. F. M. Cremers gehouden werd, was voor een be
langrijk deel gewijd aan het houden en beantwoorden van
een interpellatie door de heer Van Velsen (K.V.P.) over het
niet bekend zijn van het plan tot de bouw van 120 woningen
voor de woningbouwvereniging St. Jozef ten departemente
te Den Haag. Het verslag niervan vindt men elders in dit
blad. Veel critiek werd geuit bij de behandeling van het
voorstel van B. en W. om 115.000.— ter beschikking te
willen stellen voor de verbetering en de uitbreiding van
de onvoldoende gebleken centrale verwarming van het com
plex woningen voor bejaarden en het verzorgingshuis „Delft-
weide" aan de Orionweg van de r.k. bouwvereniging St.
Bavo. De heer De Leeuw (Arb.) drong aan op een diep
gaand onderzoek teneinde te kunnen vaststellen, waar ae
aansprakelijkheid voor de gang van zaken ligt. Alles zou
naar zijn mening gedaan moeten worden om te voorkomen
dat de huur- en pensionprijzen omhoog zouden gaan, tenge
volge van een professorale verstrooidheid. Verder vroeg hij
zich af, of het gemeentelijk bouwtoezicht hier niet onvol
doende was geweest en hij waarschuwde voor de opvatting,
die misschien ontstaan zou, en waarbij gesproken zou wor
den van een falen van dit toezicht. Ook de heer Spek (A.R.)
drong aan op een gemeentelijk toezicht op alle installaties.
Mevrouw S c h e 11 e m a—C o n r a d i (V.V.D.) zag in het
gebeurde een les om nooit meer door woningbouwvereni
gingen in woningwet te laten bouwen en vervolgens het com
plex te verhuren aan een stichting, die geen financiële
verantwoordelijkheid kan dragen. Wethouder Happé
noemde het ook een droevige geschiedenis. Hij kon slechts
de hoop uitspreken, dat het nooit meer zou gebeuren. Wat
de aansprakelijkheid van de gemeentelijke diensten betrof,
meende hij, dat aangezien het hier het eerste geval van
centrale verwarming in een woningwetproject betrof, het
verzuim misschien begrijpelijk was. Onvergeeflijk noemde
hij het, als de gemeente er niet de juiste consequenties uit
getrokken zou hebben. Dit was echter wel gebeurd: men
had onmiddellijk een inspectie laten uitvoeren bij de Blinkert,
waar alles in orde bevonden werd. Tot dusverre bestond
de figuur van een altijd werkend toezicht op projecten als
centrale verwarming niet: daar is nu verandering in ge
komen. Aangezien nog niet bekend is tot welk bedrag het
rijk in de exploitatie wil bijdragen en het project inmiddels
een uitbreiding heeft ondergaan, kan op het ogenblik nie
mand nog iets zeggen over de financiële gevolgen van het
een en ander. Wethouder Happé was van mening, dat
verrassingen straks niet uitgesloten zullen zijn. Op de juiste
exploitatievorm van het complex kon hij op het ogenblik
nog niet ingaan.
Bij de ingekomen stukken was een ver
zoek tot het houden van een interpellatie
van de heer Hen nevelt (comm.) over
het tijdstip, waarop de toegezegde nota
over de woningbouw van B. en W. tege
moet kon worden gezien. B. en W. hadden
voorgesteld dit verzoek en de daarbij inge
diende schriftelijke vragen voor kennis
geving aan te nemen, omdat een toelichting
omtrent het tijdstip van verschijnen van
de woningbouwnota juist aan de raad was
toegezonden.
De heer Hennevelt maakte naar aan
leiding van dit voorstel enige opmerkin
gen, waarbij hij verzocht het uitstellen van
ae nota tot het minimum te beperken. Her
haaldelijk had hij mededelingen hierover
uit de pers moeten vernemen en hij be
treurde het, dat deze beter ingelicht was
dan de raadsleden. Nu uit de toelichting
blijkt, dat de nota gereed was, drong hij
aan op behandeling in de eerstvolgende
raadsvergadering. Overigens sprak hij er
zijn zorg over uit, dat het kwantum wo
ningen, dat dit jaar gereed zou komen, dat
van verleden jaar niet had bereikt en vroeg
hij zich af, hoe er in Haarem woningwet
woningen opgeleverd zouden kunnen
worden, aangezien er geen enkele woning
wetwoning aan Haarlem gegund was.
Wethouder H a p p zei in zijn antwoord,
dat het uitstel van verschijnen van de nota
van belang is voor de woningbouw, omdat
de uitgebreide nota meer stof zou geven
voor een diepergaande discussie. Overigens
deelde de wethouder mede, dat het aantal
op te leveren woningen dit jaar groter zou
zijn, dan vorig jaar en dat er van de 1200
in aanbouw zijnde woningen 850 woning
wetwoningen zijn.
Enige woorden van milde critiek werden
geuit naar aanleiding van het voorstel van
B. en W. om 60.000,ter beschikking te
willen stellen voor het in orde brengen van
een huis aan het Donkere Spaarne om te
kunnen dienst doen als plaats van bijeen
komst voor vier padvindersgroepen.
Zo vond de heer Spek (A.R.) het be
drag te hoog, evenals mevrouw S c h e 11 e-
maConradi (V.V.D.), die sprak van
„een oplossing, die te ingewikkeld, te duur
en niet reëel was." Zij vroeg een nadere
specificatie van het bedrag en meende, dat
er in de naaste toekomst nog wel enige
oude scholen in de binnenstad, die als zo
danig niet meer dienst konden doen, als
clubhuis voor jeugdgroepen zouden kunnen
worden gebruikt.
De heer Spek vroeg nadere aandacht
voor andere jeugdgroepen, die door het
voorstel van B. en W. niet aan 'n onderdak
zouden worden geholpen. Hij stelde voor
terreintjes in de stad beschikbaar te stellen,
waar dan geprefabriceerde gebouwtjes
konden worden neergezet.
Mevrouw VanderWal 1D uyven-
d a k (Arbeid) had ook aandacht voor
andere groepen gevraagd en vroeg zich
bovendien af door welke instantie het
nieuw in te richten gebouw zou worden
beheerd.
Dit zou gebeuren door de dienst van
Lichamelijke Opvoeding zei wethouder
Geluk in zijn antwoord, waarbij hij
overigens van mening was, dat het voor
gestelde bedrag zeker wel verantwoord
was en dat het niet aanging te zeggen dat
„de jeugdbeweging wel onderdak gebracht
kon worden in oude gebouwtjes in gribus
buurten". Het was inderdaad zo, dal op
het ogenblik tientallen jeugdgroepen nog
geen onderdak hebben. Met het oog hierop
was er onlangs een enquête ingesteld en
hij wilde het rapport aangaande het resul
taat hiervan eerst afwachten. Overigens
vond wethouder Geluk, dat er zelfs bij de
gemeentelijke diensten vaak onvoldoende
gevoel voor het jeugdwerk aanwezig was.
De laatste tijd houdt de dienst van Licha
melijke Opvoeding zich met dit probleem
bezig.
Wethouder Happé antwoordde me
vrouw ScheltemaConradi op haar vraag
om specificatie van de kosten en zei dat
sommige objecten zich minder voor een
specificatie leenden. De kwestie van speci
ficatie al dan niet was in de commissie van
Openbare Werken aan de orde geweest
Dit antwoord kon mevrouw Scheltema
Conradi en twee van haar politieke vrien
den blijkbaar niet bevredigen, want zij
verzocht om de aantekening, dat behalve
zijzelf ook de heren Stoffels en Fibbe ge
acht wilden worden te hebben tegenge
stemd.
Het voorstel tot de bouw van vijf wonin
gen aan de Jac. van Looystraat in Haar
lem-Oost ontmoette enige bezwaren van
de kant van de heer Fibbe (V.V.D.)die
memoreerde, dat indertijd tegen een aan
nemer. die belangstelling voor dat terrein
aan de dag had gelegd, van gemeentewege
gezegd was, dat de gemeente aan dat ter
rein een bijzondere bestemming wilde
geven. Bovendien had de heer Fibbe be
zwaar tegen het inbrengen van deze wo
ningen in het gemeentelijk woningbedrijf.
Deze bezwaren werden eveneens gevoeld
door de heer Van Velsen K.V.P.
Wethouder H a p p zei in zijn antwoord,
dat er indertijd inderdaad een bijzondere
bestemming aan het terrein was gegeven:
men had er een kleuterschool willen bou
wen. Later zijn deze plannen gewijzigd.
Overigens meende hij, dat het onderhavige
object weinig aantrekkelijk zou zijn voor
beleggers.
Aan de andere kant meende hij dat het
een welkom buitenkansje voor de gemeen
te was als zij in staat wordt gesteld om
gemeentewoningen, óók van een duurder
type, te bouwen. Een kans, die naar zijn
mening, moest worden aangegrepen. Deze
opvatting kwam echter, naar hij zei, niet
voort uit een principieel standpunt, maar
moest eerder gezocht worden in het belang
van het praktische nut.
De raad kon zich na deze uiteenzetting
met het voorstel verenigen.
De heer Spek (A.R.) kon aanvankelijk
niet instemmen met het voorstel van B. en
W., waarbij om een aanvullend krediet
gevraagd werd van 4.458,33 voor de ver
bouwing van een schuur aan het Houtman
pad tot een woning met werkplaats. Oor
spronkelijk had de raad hiervoor een be
drag van 10.600,gevoteerd en de heer
Spek vond een verhoging van bijna vijftig
percent wel wat al te gortig. Hij kon zich
niet akkoord verklaren met een wijziging
van het oorspronkelijk plan, die een der
gelijke verhoging noodzakelijk maakte.
In zijn antwoord stelde wethouder
Happé, dat loonsverhogingen en prijs
stijgingen deze verhoging voor een deel
hebben veroorzaakt, maar meende, dat de
wijzigingen, die in overleg met de aan
nemer, Openbare Werken en de gebruiker
waren tot stand gekomen, niets aan de oor
spronkelijke opzet hadden veranderd. Het
werken aan een dergelijk oud gebouw had
deze tegenvallers veroorzaakt.
De heer Spek vond, dat de uiteenzetting
van de wethouder wel verduidelijkend had
gewerkt, maar toonde zich niet bevredigd,
ofschoon hij uiteindelijk niet zijn stem aan
het voorstel bleek te willen onthouden.
Twee raadsleden bleken bij de behande
ling van het voorstel tot afvoer van huis
vuil na 1 juli 1957 per schuit een diame
traal standpunt in te nemen. Zo waar
schuwde mevrouw Smit zP e e p e r
(Arb.) tegen het storten van huisvuil bij
nieuwe stadsuitbreidingen.
De heer Schippers (K.V.P.) daaren
tegen vroeg zich af, of er nog niet .«ndere
terreinen zouden zijn, die met huisvuil
zcuden kunnen worden opgehoogd. Hij
vond een bedrag van bijna één gulden per
inwoner per jaar voor de afvoer van huis
vuil, hetgeen hij louter een transportkwes-
tie noemde, rijkelijk veel en meende dat
het verstandiger zou zijn geweest eerst het
rapport over de verwerking van het huis
vuil af te wachten.
Wethouder Geluk geloofde niet, dat de
nog andere terreinen voor ophoging met
huisvuil in aanmerking zouden komen.
Voordat het rapport over de verwerking
gereed zou zijn, zou het al tegen 1 juli 1957
lopen en voordat er een installatie voor
verbranding of verwerking van het huis
vuil zou zijn, zou deze datum al over
schreden zijn, zodat hij als enige oplossing
de door B. en W. voorgestelde afvoer per
schuit zag. Waarin de raad hem uiteinde
lijk wel volgen kon.
Tenslotte verleende de raad eervol ont
slag aan de heer M. Houtkooper als leraar
aan de H.B.S. B met 5-jarige cursus en aan
de heer J. Gelijns als hoofd van de Klaas
de Vriesschool voor Mulo-onderwijs. De
benoemingen werden alle conform de door
E. en W. ingediende voorstellen gedaan
zodat benoemd zijn tot tijdelijk leraren
aan de H.B.S. B met 5-jarige cursus; me
vrouw J. W. Gerhards te Heemstede
(Duits) en de heren D. van Veen te Haar
lem (Nederlands, geschiedenis en aardrijks
kunde), dr. J. R. H. de Smidt te Haarlem
en P. L. Valter te IJmuiden (Frans), M.
Boll te Haarlem (kunstgeschiedenis en
tekenen) en J. F. Jongkind te Amsterdam
(biologie); tot tijdelijk leraar aan de
H.B.S. voor Meisjes met 5- en 6-jarige cur
sus: mejuffrouw M. C. Diepenhorst te
Haarlem, mevrouw F. B. de Vries te
's-Gravenhage (geschiedenis), en de heren
ir. E. M. Bunders te Wageningen (plant
en dierkunde), J. A. P. Oosten te Haarlem
(Nederlands), G. Rijpma te Haarlem (han
delswetenschappen), J. Zwart te Zaandam
(muziek), J. G. Wille te Haarlem (Engels),
en mevrouw ir. M. WaardenburgLindijer
te Haarlem (mechanica); tot leraar in de
staathuishoudkunde en staatsinrichting aan
de H.B.S. A met 5-jarige cursus de heer
ar. J. P. Duyverman te Leiden; tot tijdelijk
docent aan het Coornhertlyceum mevrouw
A. W. Berkelbach van der SprenkelVan
't Hoff te Haarlem (Wiskunde èn plant- en
dierkunde), mevrouw M. A. BeetsVan
Weel te Heemstede (lichamelijke oefening)
en de heren ir. J. M. Hertstein te Haarlem
(natuur- en scheikunde), mr. J. H. Ekering
te Haarlem (economie), ir. W. C. Jesse te
Heemstede (scheikunde), Th. Strobel te
Bloemendaal (Frans), A. J. Stoel te Am
sterdam (handtekenen), W. Koutstaal te
Haarlem en dr. C. Spoelder te Haarlem
(klassieke talen); tot tijdelijk docent aan
het Lorentzlyceum de heren R. A. G. Da
vidson te Haarlem (Engels), W. Verhoeven
te Heemstede (tekenen), K. P. Sopar te
Bloemendaal (muziek) en A. I. Lucleer te
Haarlem (aardrijkskunde); tot onderwijzer
aan de Jan Gijzenschool de heren J. W. F.
Bultje en W. H. van Langeveld, beiden te
Haarlem; tot vakonderwijzer in de lichame
lijke oefening in vaste dienst de heren W.
Bruinvis en C. G. Kornmann, beiden te
Haarlem.
Laatste aanvrage zal aan definitieve
plaatsing voorafgaan
Het voorstel om f 6000 ter beschikking
te willen stellen voor het vermaken en
enige keren opstellen van een maquette
van het Hildebrandmonument en de werk
zaamheden die daar verband mee houden
legde de heer Albrecht (Arb.) in de
Haarlemse raadsvergadering van woensdag
de opmerking in de mond, dat hij hoopte,
dat met dit bedrag het laatste krediet voor
deze aangelegenheid zou behoeven te wor
den verleend. Verdere bedragen vond hij
niet aanvaardbaar, voordat het gehele mo
nument geplaatst zou worden. Deze mening
werd door de heer Stoffels (VVD) ge
deeld, die aandrong op spoedige plaatsing
van het definitieve monument. Deze op
vatting was wethouder Happé overigens
ook toegedaan. Met de onderhavige aan
vrage zijn de voorbereidingen voorbij en
de raad behoefde nu alleen nog maar een
kredietaanvrage tegemoet te zien voor de
definitieve plaatsing van het monument in
zijn geheel.
De enorme stenen scheepsboeg, die het belangrijkste onderdeel is van het
nationale monument voor de Nederlandse koopvaardij, dat aan de kop van de
Leuvehaven in Rotterdam wordt opgericht, is woensdagochtend door een
drijvende bok op zijn sokkel geplaatst.
Naar wij vernemen zal de opening van
het verbouwde pand van de firma Katten
burg-Nederland in de Grote Houtstraat en
de onthulling van het tegen de gevel ge
plaatste beeld van Ossip Zadkine, op vrij
dag 21 september plaats hebben, in tegen
woordigheid van Haarlems burgemeester,
mr. O. P. F. M. Cremers en echtgenote.
Hel voorstel van B. en moest komen pleitte hij de in zijn antwoord, dat een
W. van Haarlem tot hel voor opstelling in een biljart ook wel kon slijten
plaatsen van een televisie- aparte of afgeschoten ruim- door de mot, of door het
toestel in de kantine van de te, zodat niet alle aanwezi- feit, dat men er op ging
brandweerkazerne, inplaats gen voortdurend in het zitten. Hij zei, dat in Den
van het aanwezige biljart donker behoefden te zit- Haag alle brandweerposten
kon bij de heer Voogd ten. De heer Schippers van televisie waren voor-
(Arb.) niet veel enthousias- (KVP) sloot zich hier in zien en zegde toe op een
me opbrengen. Hij kon niet grote trekken bij aan. Hij goede lectuurvoorziening te
begrijpen, dat er mensen had tevens een begrotings- zxdlen letten. De financieel-
waren, die niet van biljart- technisch bezwaar tegen de technische kant van de
spelen hielden, maar als koppeling van de inkom- zaak noopte wethouder
dat nu eenmaal zo was, d,av sten van verkoop van Bakker het voorstel
waren er volgens hem. toch brandweermateriaal aan de even aan te houden, zodat
wel andere middelen om aanschaffing van het tele- de tekst van het voorstel
de vrije tijd te „doden" visietoestel. enigszins anders geredi-
Hij dacht bijvoorbeeld aan De heer Fibbe (VVD) geerd zou kunnen worden,
boetseren, schilderen of pleitte voor een nieuw bil- Later kwam hij er weer
knutselwerk. Ook meende jart. „Er kon nu wel ge- mee voor dé dag en toen
hij uit de toelichting bij zegd worden, dat er geen kon het voorstel algemene
het voorstel begrepen te belangstelling voor het bil- instemming verwerven, zo-
hebben, dat de lectuur- jart bestond, maar dit was dat de mannen van de
voorziening in de kantine toch niet altijd zo geiveest brandweer in het vervolg
maar zo zo was en hij Hoe kon het oude biljart niet meer tegen hun zin
vroeg of hier misschien anders versleten zijn?" behoeven te gaan biljarten,
verbetering in aangebracht vroeg hij onder algemene maar op hun gemak naar
zou kunnen worden. Als er hilariteit. televisieuitzendingen zullen
dan tóch een televisietoestel De voorzitter meen- kunnen kijken.
Vóór de behandeling van de interpellatie in de Haarlemse gemeenteraadsver
gadering van woensdag door de heer Van Velsen (K.V.P.) over het niet bekend
zijn in Den Haag van de plannen voor de bouw van 120 woningen voor de
r.k. bouwvereniging St. Jozef, stond de voorzitter toe, dat de lieer Albrecht
(Arb.), die schriftelijke vragen over hetzelfde onderwerp had ingediend, deze
vragen mondeling zou toelichten, zodat hij zou kunnen volstaan met het
mondeling antwoord van B. en W. Men ging hier gaarne mee akkoord, waarna
de heer Van Velsen zijn interpellatie hield. Hij deed dit op een rustige,
bijna verzoenende toon, waarbij hij vooropstelde, dat het zijn bedoeling was
eens rustig van gedachten te wisselen. Er was, naar hij zei, reeds twee-en-een-
half jaar gedokterd aan de plannen voor de bouw van deze woningen, waarbij
steeds de prijs te hoog zou zijn. Men kreeg toen de indruk, dat er iii Den Haag
een instantie was, die de zaak tegenwerkte door vast te houden aan een te
lage curveprijs; Nu zou gebleken zijn, dat deze instantie, het ministerie van
Wederopbouw, niets van de plannen van St. Jozef afwist. Er zou bij een
bezoek van bestuursleden van St. Jozef aan het departement door twee ambte
naren daar gezegd zijn, dat er eigenlijk niet gesproken kon worden van een
curveprijs, slechts van een huurprijs.
Dit alles geeft de indruk, aldus de heer
Van Velsen, dat in het verleden weinig
prettig gewerkt is tussen de verschillende
instanties. Hij wilde bij zijn interpellatie
de nadruk leggen op het gebrek aan over
leg en aan teamgeest bij deze instanties en
hij hoopte dat de gedachtenwisseling over
dit onderwerp aan een dergelijke onvrucht
bare gang van zaken een einde zou kunnen
helpen maken en was benieuwd hierover
de zienswijze van, B. en W. te vernemen.
Ook de heer Albrecht (Arb.) zei in zijn
toelichting, dat hij gaarne wilde weten, of
de feiten, die in een dagblad waren ver
meld, op waarheid berustten en was mét
de heer Van Velsen blij, dat het hier om
een concreet geval ging, zodat de bespre
king hiervan niet een volgend debat over
de woningbouw in zijn geheel zou door
kruisen.
WETHOUDER HAPPé nam voor zijn
antwoord ruim de tijd. Bijna een vol uur
heeft hij aan zijn uiteenzetting gegeven,
na afloop waarvan hij erin geslaagd was
beide raadsleden te overtuigen van de
zienswijze van B. en W., welk college ten
aanzien van de gehele kwestie één en on
verdeeld zou zijn geweest. In de brief van
de bouwvereniging St. Jozef zijn aan B. en
W. verwijten gemaakt, die soms onheus ge
noemd konden worden. Maar de heer Hap
pé zegde de verontwaardiging van St. Jozef
te kunnen begrijpen, omdat het bestuur van
deze bouwvereniging de indruk had gekre
gen, dat het college de zaken niet juist zou
hebben aangepakt.
Hij vond in de brief onvoldoende ver
trouwen in B. en W. uitgedrukt, maar ver
klaarde zich bereid ook nu nog met het
bestuur van St. Jozef te blijven praten, om
tot een oplossing te komen, die in het be
lang van allen is. „Mijn deur zal geopend
blijven" zei hij, in navolging van de taal
die in de internationale politiek tegen
woordig veel gebruikt wordt. De brief van
St. Jozef was op sommige punten onvol
ledig geweest en in andere opzichten in
strijd met de waarheid. Zo zou er wel
degelijk nog van een curveprijs sprake
zijn, deze zou slechts iets soepeler gehan
teerd worden in de laatste tijd.
Uitvoerig schetste de wethouder de gang
van zaken bij de te volgen weg op het ge
bied van de woningbouw. Zo worden de
bouwplannen, die aan de richtlijnen van
het ministerie voldoen met een gunstig ad
vies door de provinciale directie aan de
centrale directie gestuurd, die beslist.
Soms worden ook plannen, die iets boven
de norm uitkomen doorgestuurd, met an
dere plannen gebeurt dit echter niet. Op
deze wijze wordt voorkomen, dat de ge
meentebesturen rechtstreeks contact opne
men met de centrale directie. Slechts als in
Den Haag een ongustige beslissing geno
men is, kan een gemeentebestuur met de
centrale directie in contact komen. Deze
gang van zaken was door de wethouder
naar aanleiding van de ontstane kwestie
nog eens geverifieerd, waarbij kwam vast
f te staan, dat dit inderdaad de te volgen
procedure was. De gemeente had slechts
contact met de provinciale directie en wet
houder Happé stelde er prijs op te vermel
den, dat dit, wat Haarlem betreft, altijd
wederkerig van prettige aard geweest is.
Uitvoerig ging de heer Happé vervolgens
in op de moeilijkheden, die zich bij de bouw
van de onderhavige 120 woningen hebben
voorgedaan.
Het aanvankelijke bouwplan lag 56.000
te hoog en de architect heeft toen zonder
overleg met de gemeentelijke dienst van
Bouw- en Woningtoezicht bezuinigingen
aangebracht. Met dit gewijzigde plan kon
Bouw- en Woningtoezicht echter niet ak
koord gaan. Later bleek, dat de prijs een
ton te hoog was, maar toen verklaarde de
architect niet verder te kunnen bezuinigen.
Bouw- en Woningtoezicht stelde toen voor
een tweede aannemer in de arm te nemen.
De architect had hier aanvankelijk geen
bezwaar tegen, maar later wel en stelde
toen voor op premiebouw over te gaan.
Hier voelden B. en W. weinig voor, in
de eerste plaats met het oog op het belang
van St. Jozef, in de tweede plaats omdat
dit invloed zou hebben op het type wonin
gen van de gehele wijk en in de derde
plaats omdat het plan, ook volgens de pro
vinciale directie een typisch woningwetplan
was.
De heer Happé releveerde vervolgens
uitvoerig de vele besprekingen, die ge
voerd zijn tussen de architect, de directeur
van Bouw- en Woningtoezicht en de wet
houder en waarbij de architect stijf en
star op zijn standpunt was blijven staan en
ten leste had voorgesteld dan maar een
andere architect te nemen, waar ook B. en
W. wel voor voelden. Het bestuur van St.
Jozef had vervolgens bemiddeld, waar
voor het de erkentelijkheid van de wethou
der mocht oogsten. De gehele lijdensgeschie
denis van de twee aanbestedingen, waarbij
in beide gevallen de prijs te hoog was,
werd uit de doeken gedaan, voordat de
heer Happé op het bezoek van het bestuur
van St. Jozef aan het departement kwam.
Het gemeentebestuur had later een ambte
naar naar Den Haag gestuurd om de zaak
te onderzoeken, waarbij was gebleken, dat
de heren van St. Jozef met twee ambtenaren
hadden gesproken, één van de afdeling ex
ploitatie en een ander van de afdeling tech
nische controle, die zouden hebben gezegd
de plannen nooit te hebben gezien. Wel had
één van deze ambtenaren verklaard, dat de
plannen niet door de provinciale directie
konden zijn doorgestuurd, omdat Den Haag
zowel als Haarlem zich aan de voorschrif
ten moesten houden.
De wethouder meende in het bezoek aan
Den Haag een gebrek aan vertrouwen te
zien van de zijde van het bestuur van St.
Jozef ten aanzien van het gemeentebestuur.
„Ons geduld is ten einde" stond er in de
brief aan B. en W„ maar wethouder Happé
was geneigd de zaak hier om te draaien en
te verklaren, dat het geduld van B. en W.
ten einde was en dat het aan de koppig
heid van de architect te wijten was, dat
men nog niet verder gekomen was. De on
enigheid tussen de architect en de direc
teur van Bouw- en Woningtoezicht was te
betreuren, maar de wethouder was van
mening, dat het geen zin had in Den Haag
aan te kloppen, voordat op korte termijn
een derde aanbesteding zou hebben plaats
gehad zonder verder resultaat.
Het wachten is dus nu wat deze derde
aanbesteding zal opleveren, waarbij het te
hopen is, dat deze onaangename geschiede
nis dan een bevredigend slot zal krijgen.
Woensdagavond bloeide in de kassen van
de kweektuin der gemeente Bloemendaal
aan de Veldlaan te Aerdenhout de Victoria
Regia. Er waren witte bloemen te zien en
vanavond worden de bloemen rood. De kas
sen zullen ook hedenavond van acht tot
tien uur geopend zijn. De belangstelling
was woensdagavond bijzonder groot.
Op zaterdag 1 septemebr zal de heer ir.
L. H. van der Deijl de dag herdenken, waar
op hij vijfentwintig jaar geleden tot lei-aar
in de werktuigbouwkunde aan de Middel
bare Technische School te Haarlem werd
benoemd. De heer Van der Deijl is ook
directeur van de avondcursus voor gevorder
den in de metaalbewerking, welke cursus
eveneens in de M.T.S. wordt gegeven. Ir. Van
der Deijl werd op 24 oktober 1899 te Sche-
veningen geboren. Hij studeerde voor werk
tuigbouwkundig ingenieur aan de Techni
sche Hogeschool te Delft, waar hij in 1925
zijn studie voltooide. Op 1 September 1931
werd hij als tijdelijk leraar in de Werktuig
bouwkunde aan de M.T.S. te Haarlem be
noemd en op 1 september 1932 kwam hij in
vaste dienst. Voor zijn aanstelling te Haar-
Raadslid vraagt:
Het communistische raadslid van Haar
lem de heer H. C. Hennevelt, heeft B. en
W. gevraagd of het juist is dat bij het col
lege het voornemen bestaat een aantal
ambtenaren ter gemeente-secretarie we
gens reorganisatie met ingang van 1 ja
nuari 1957 op wachtgeld te stellen en en
kelen, werkzaam als arbeidscontractant,
van wie sommigen reeds zeer lang in dienst
der gemeente zijn, om dezelfde reden te
ontslaan.
Indien deze vraag bevestigend moet
worden beantwoord, vraagt hij of het col
lege dan met hem niet van oordeel is dat
alles in het werk moet worden gesteld om
het beschikbare personeel voor de gemeen
te te behouden en op andere posten te werk
te stellen, gezien het heersende personeels
tekort bij de gemeentelijke bedrijven en
diensten.
Heeft het college overwogen aldus de
volgende vraag dat voor de betreffende
ambtenaren grote moeilijkheden kunnen
ontstaan, zowel moreel als financieel, mede
omdat enkelen van hèö de 50 jaar reeds zijn
gepasseerd en zelfs bij het verkrijgen van
een nieuwe betrekking, aanpassing in de
nieuwe functie met grote moeilijkheden
gepaard kan gaan?
Bestaat de mogelijkheid de voorgeno
men op wachtgeldstellingen en ontslagen
geen doorgang te doen vinden en betrokke
nen een ander functie in gemeentedienst
te geven?, aldus de laatste vraag van de
heer Hennevelt.
Naar wij vernemen wordt door B. en W.
van Haarlem een voorstel aan de raad
voorbereid om toe te treden tot een ge
meenschappelijke regeling ter behartiging
van de belangen welke gemoeid zijn met de
ontwikkeling van moderne inzichten bij het
openbaar onderwijs en de oprichting van
een publiekrechtelijk lichaam ter uitvoe
ring van die taak.
Zowel in gemeentelijke kringen als bij
het onderwijs wordt reeds geruime tijd de
behoefte gevoeld aan de instelling van een
onderwijskundig studiecentrum dat tot taak
zal hebben de belangen, rakende de voort
gang van de ontwikkeling van de moderne
inzichten bij het openbaar en het daarmee
gelijk te stellen onderwijs, in het bijzonder
bij het voorbereidend hoger en middelbaar
onderwijs, te behartigen door middel van
het geven van leiding en steun bij onder
zoekingen op pedagogisch, didactisch en
schoolorganisatorisch terrein.
Deze behoefte heeft aanleiding gegeven
tot verscheidene besprekingen tussen ver
tegenwoordigers van de gemeentebesturen
van Amsterdam, Rotterdam, Den Haag,
Utrecht, Haarlem, Groningen, Nijmegen en
Enschedé, de afdeling voorbereidend hoger
en middelbaar onderwijs van het ministerie
van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen
en vertegenwoordigers van zowel gemeen
telijke als neutraal-bijzondere scholen voor
gymnasiaal en middelbaar onderwijs.
Voor Haarlem nam wethouder D. J. A.
Geluk aan deze besprekingen deel; voor het
neutraal bijzonder onderwijs de rector van
Jac. P. Thijsselyceum, de heer D. M. van
Willigen. Het resultaat van een en ander
is geweest, dat men gekomen is tot op
richting van het onderwijskundig studie
centrum, dat tot taak heeft de bestudering
van pedagogische en didactische problemen
en van hiermede samenhangende vraag
stukken van onderwijsorganisatorische
aard, alsmede de bevordering, de ontwik
keling en de coördinatie van initiatieven
op dit gebied ten behoeve van het openbaar
en daarmede in dit verband gelijk te stel
len onderwijs.
De Haarlemse politie heeft een 27-jari-
ge chauffeur aangehouden, die bekend
heeft verscheidene inbraken te hebben ge
pleegd. De politie verleende assistentie aan
de rijkspolitie te Assendelft in verband
met een inbraak aldaar. De chauffeur
werd reeds verdacht en daarom heeft de
politie zijn woning onderzocht.
Voor de woning van de chauffeur stond
een auto, die hij had gehuurd en waarin
zich inbrekerswerktuigen, bleken te be
vinden en tevens één van de twee com
binatietangen, die gestolen waren bij een
fijnhouthandel in de Lange Molenstraat in
de nacht van 10 op 11 augustus. De man
heeft voorts bekend te hebben ingebro
ken in Assendelft, in een kantoor van een
kolenhandel aan de Kinderhuissingel in
de nacht van 14 op 15 augustus en bij een
rubberfabriek in de Soetestraat in de nacht
van 15 op 16 augustus.
Bij een bouwmaterialenhandel aan de
Spaarndamseweg werd in de nacht van
dinsdag op woensdag ingebroken door
middel van het insnijden van een ruit.
Een schrijfbureau werd opengebroken en
onderzocht, maar er is niets vermist. Ook
lem heeft ir. Van der Deijl nog verscheidene deze inbraak heeft de chauffeur op zijn
functies bij het bedrijfsleven gehad. 1 geweten.