Bij grote Haarlemse bedrijven zijn eigen brandweren paraat NEUROTONIC In vele gevallen laat veiligheid echter nog te wensen WERK VAN SUZE ROBERTSON ZENUWEN Gem eenteraad SLEUTEL WEG? „Felison" exponeert <^5rieven aan cle redactie E. Wolf v/h C. Bos PERMANENT WAVE v.a. f. 15- Aanmeldingsformulier ZATERDAG 22 SEPTEMBER 1956 HAARLEMS DAGBLAD OPRECHTE HAARLEMSCHE COURANT 9 Kleine gebreken wordt U volledig de baas met niet verdovend maar genezend Examens Goed voorbeeld Marinierskapel speelt voor Sanatoriumfonds Nieuwe Russische werken op het programma „Nieuwe avonturen van Dik Trom" in Minerva „DE SLEUTELSPECIALIST Burgerlijke Stand Bloemendaalse scholen kweekten mooie planten Fraai boekje over r.k. kerk Overveen Auto met wegschuifbaar stalen dak IN EEN ONLANGS geheel aan het onderwerp „Gemeenten en gemeenschap" gewijde aflevering van Economisch-statis- tische berichten staat een uitermate lezens waardig artikel van prof. dr. G. A. van Poelje over de taak van de gemeenteraad. Uitgangspunt voor zijn beschouwing vormt het verslag van een routinevergadering van de Rotterdamse raad, waarin 94 in gekomen stukken en 72 voorstellen van B. en W. zonder of met heel weinig dis cussie werden afgedaan. Slechts over twee zaken werd uitvoerig beraadslaagd. Gaat men na wat gezegd is bij de voorstellen, die tot een korte gedachtenwisseling aan leiding gaven, dan blijkt dat van een be strijding van het college van B. en W. geen sprake is. De strekking van de bespre kingen is klaarblijkelijk geen andere, dan de betrokken wethouder in de gelegenheid te stellen een enkele vraag in het open baar te beantwoorden of een enkel element van het voorstel nader toe te lichten. In de regel weet het betrokken raadslid van tevoren wel, wat de strekking zal zijn van het antwoord. Vraag en antwoord komen echter in de pers en daarmee onder de publieke aandacht. Zo is een dergelijk debat in wezen niets anders dan een ele ment in het samenspel tussen volksver tegenwoordiging en pers, dat essentieel is voor de moderne democratische bestuurs inrichting. Professor Van Poelje stelt dan verder, dat de raad in hoofdzaak in de commissies zijn taak vervult. Daar wordt elk voorstel grondig besproken en de debatten in de commissies vormen voor B. en W. een graadmeter of zij het voorstel al of niet aan de raad zullen voorstellen. Gaan B. en W. in weerwil van de mening der com missies toch hun eigen weg dan ontstaan er spanningen, zoals bijvoorbeeld een jaar geleden in Haarlem het geval was in de kwestie van de benoeming van de direc teur van Openbare Werken. De samen werking tussen de raad en B. en W. is voor het grootste deel verplaatst van de openbare vergaderingen naar de commis sies en de raad is bij uitnemendheid het orgaan geworden voor wat professor Van Poelje het samenspel tussen volksvertegen woordiging en pers als representante van de openbare mening noemde. In dat licht moet men ook de in deze omgeving in zwang gekomen gewoonte zien om speciale raadsvergaderingen, aan één onderwerp gewijd zoals het wegenvraagstuk of de woningbouw, te houden. De eigen besturende taak van de ge meenteraad is daarmee goeddeels verval len. De gemeenteraad is vooral een con trolerend orgaan geworden, hetgeen ook al weer past in de formule welke professor Bonger eens op de democratie toepaste: gecontroleerd vertrouwen. Wanneer de positie van de gemeente raad gewijzigd is een verandering welke onder meer tot gevolg heeft dat het ab surd is te veronderstellen dat de raads leden van alle gemeentezaken „het eerst" op de hoogte moeten zijn! geldt dat na tuurlijk evenzeer voor de functie van B. en W. De gemeentelijke taken zijn zo veel omvattend en ingewikkeld geworden, dat liet voeren van het dagelijks beleid in de grote gemeenten tot een dagtaak is uit gegroeid. In Haarlem zelfs meer dan een dagtaak, doch dat is een rechtstreeks ge volg van de omstandigheid, dat langer dan 25 jaar het aantal wethouders hetzelfde is gebleven, hetgeen niets met rationeel be leid maar alles met politieke realiteit heeft te maken. Toen burgemeester Reinalda in 1945 zijn taak begon gaf hij de kersverse wethouders toen nog adviseurs de raad: „De heren moeten eraan denken, dat zij geen ambtenaren zijn en dus niet de gehele dag in het Stadhuis achter een bureau behoren te zitten". In de praktijk is daar niets van terecht gekomen. De wethouders zitten weliswaar niet de ge hele dag achter een bureau, maar dan zijn zij toch in het belang van de gemeente op pad. In de praktijk is ook gebleken, dat het bekleden van het wethouderschap als nevenambt onmogelijk is geworden. Daar in schuilt het gevaar, dat de wethouders degraderln tot een soort super-ambte naren, hetgeen in de hand wordt gewerkt door het bijna permanent schijnen van hun zittingsperioden. Dat laatste is minder een gevolg van zetelvastheid dan van de hier boven reeds gesignaleerde omstandigheid, dat het wethouderschap tot een dagtaak is geworden en daaraan zou in Haarlem zelfs een vijfde wethouder niets verande ren nog afgezien van de voordelen van een continuëring van het eenmaal aan vaarde persoonlijke beleid. Er zijn immers maar heel weinig raadsleden die zich voor een wethouderschap geheel van hun oor spronkelijke beroepsuitoefening kunnen vrijmaken. Zolang alles goed gaat behoeft de stand van zaken nog zo nadelig niet te zijn. Voorwaarde is slechts, dat de raad zich, wanneer er bij voortduring aanlei ding is tot critiek, ook hoofd der gemeente weet te tonen. Het zou ons intussen niet verwonderen wanneer straks bij de algemene beschou wingen over de Haarlemse ontwerpbegro ting voor 1957 een der fractievoorzitters deze wezenlijke verandering in de beteke nis van de gemeenteraad tot uitgangs punt nam. Elk jaar gaan kostbare bedragen verloren door grote branden. Becijferingen hebben uitgemaakt, dat tachtig percent van alle bedrijfsschade in ons land wordt veroorzaakt door brand, die dikwijls ontstaat doordat de veiligheidsmaatregelen niet in acht wor den genomen of niet tijdig kon worden ingegrepen. Niet altijd is in een grote fabriek het nodige materiaal aanwezig om bij een begin van brand snel in te grijpen en ook is het personeel niet altijd voldoende paraat. Voor ieder bedrijf worden eisen gesteld aan de brandveiligheid, maar het blijkt, dat niet meer dan zes percent van alle bedrijven in ons land aan die eisen voldoen. Tegenover dit lage percentage staan de bedrijven, waar ruime aandacht aan de veiligheidsmaatregelen wordt geschonken. Zo kunnen zeker tien bedrijven en instellingen in Haarlem worden genoemd, waar reeds enkele jaren bedrijfsbrandweren werken, die toegerust met materiaal bij een begin van brand in ieder geval de eerste maatregelen kunnen nemen. Enkele van deze bedrijfsbrandweren zijn voortgekomen uit de oorlog en later met meer materiaal uitgerust. Er bestaat in de meeste gevallen een goede samenwerking met de vrijwillige brandweer, die de leden van de bedrijfsbrandweren een opleiding geeft en de directies voorlicht over de noodzakelijke veiligheidsmaatregelen. Doordat de brandweer met de opleiding is belast, ontstaat een goede samenwerking met de bedrijven, met als resultaat een zo groot mogelijke brandveiligheid. In enkele fabrieken oefent de brandweer een geregel de controle uit, waarbij kennis wordt ge nomen van de kritieke punten in de be drijven, de doorgangen, het aantal aan wezige brandkranen en de toegangswegen. Dit heeft tot gevolg, dat de leiding van de vrijwillige brandweer met de plaatse lijke situatie goed op de hoogte is en bij een eventuele brand snel kan ingrijpen. Het contact met de brandweerdeskun digen leidt er ook toe, dat de leiding van een bedrijf als dit nodig is snel de nodige hulp kan aanvragen, met een opgave van de juiste ligging van de vuurhaard. Juist deze snelle brand melding is van groot belang en dik wijls blijkt in de praktijk, dat veel kostbare tijd verloren gaat door een onvolledige of onjuiste opgave. Aan de hand van een nauwkeurige brandmel ding kan de leiding van een uitgerukte ploeg al maatregelen nemen', zonder zelf iets van de brand te hebben ge zien. Dikwijls zijn het de kleine gebreken, die tot grote nadelige gevolgen leiden. Door de controle van brandweerspecialisten komen deze gebreken aan het licht, waardoor zij kunnen worden verholpen en de veiligheid in het bedrijf wordt verhoogd. In vele be drijven staart men zich echter nog blind op de kosten, die meestal met de verbete ringen gepaard gaan, en niet altijd wordt onder ogen gezien, dat een zo groot mo gelijke brandveiligheid het bedrijf en de mensen die daarin werken, alleen maar ten goede kan komen. In andere bedrijven worden. \vel de nodig,? „m&qfeegelen ge nomen om bijvoorbeeld de premie voor de brandverzekering zo laag mogelijk te houden maar blijken deze in de praktijk slechts weinig waarde te hebben, doordat de blusmaterialen niet voldoende worden verzorgd. Ieder bedrijf dient aan de eisen op het gebied van de brandveiligheid te voldoen en voor bedrijven met meer dan dertig man personeel is sinds verleden jaar tevens het besluit bedrijfszelfbescherming van kracht geworden. Dit besluit houdt onder meer in, dat een hoofd van de bedrijfs zelfbescherming moet worden aangewezen Er dient een beschermingsplan voor het bedrijf te worden opgesteld en de nodige hulpploegen moeten worden gevormd en geoefend. De bedrijven, die reeds een eigen brandweer hadden doen opleiden, kunnen deze uiteraard voor de wettelijk verplichte bedrijfszelfbescherming inzetten. Het blijkt, dat deze bedrijfsbescherming bij vele bedrijven in Haarlem nog niet bijster populair is. Want van de 150 in aanmerking komende fabrieken en instel lingen, heeft men in ongeveer tachtig ge vallen werk gemaakt van de bedrijfszelf bescherming. In overleg met de B.B. en de vrijwillige brandweer werden ploegen ge vormö voor blussings- en reddingswerk en worden personeelsleden voor het e.h.b.o. diploma opgeleid. De brandweer heeft reeds diverse cursussen gegeven, waarbij de personeelsleden werden opgeleid voor brandwacht tweede klas. Er is echter veel verloop en niet altijd wordt voldoende ge oefend om de opgedane kennis in de prak tijk toe te passen. Het gemeentelijke hoofd van de bedrijfs ADVERTENTIE uw het zenuwpreparaat dezer tijden Amsterdam. (Gem. Universiteit). Geslaagd voor het doctoraal examen economie de heer H. E. Vroom, Amsterdam. Leiden. Geslaagd voor het doctoraal oxa men scheikunde H. M. Greven (cum laude) M. S. Brouwer en U. Verstrijden (cum laude), allen te Leiden; voor het doctoraal examen experimentele natuurkunde J. M J. Coremans te Leiden. Gepromoveerd tot doctor in de wis- en natuurkunde (cum laude) de heer H. F Hameka te Oegstgeest en de heer C. A. F Tuijnman te Leiden. Utrecht. Geslaagd voor het doctoraal exa men germaanse letteren: A. D. Kijlstra (cum laude) te Utrecht; voor het kerkelijk examen G. Wursten te Zwartsluis, J. G. Beerthuis te Hiilversum, A. Kastelein te Zegveld en P. J Bos te Veenendaal. Utrecht. Tot doctor in de letteren en wijs begeerte is gepromoveerd mej. L. Muller te 's Gravenhage. zelfbescherming, de heer Bakker, houdt ieder jaar een enquête onder de bedrijven, waarin een opgave wordt gevraagd van de samenstelling der hulpploegen en van het materiaal, waarmee deze ploegen moeten werken. Ook thans is zo'n enquête aan de gang en hieruit zal blijken, of in Haarlem het afgelopen jaar veel vorderingen op dit gebied zijn tot stand gekomen. Voor diverse bedrijven blijkt het echter moeilijk een beschermingsplan op te stel len. Een moeilijkheid vormen bijvoorbeeld de confectiebedrijven. Deze werken groten deels met vrouwelijk personeel, waaronder veel verloop is. En het oefenen in blus- singswerkzaamheden is nu eenmaal geen vrouwelijke bezigheid en zal bij dames van achttien of twintig jaar wel niet in de gunst staan. Ook bij de directies van grote hotel-restaurants heeft men zich nog niet tot hoofdbrekens toe met het besluit be drijfszelfbescherming beziggehouden, ter wijl zieken- en bejaardentehuizen voorts de nodige moeilijkheden opleveren. Een van de instellingen, die op het ge bied van de bedrijfsveiligheid een goed voorbeeld geven, is het stadhuis. Onder de ambtenaren bestaat een gunstige animo voor het beschermingswerk. Zestien van hen zijn reeds opgeleid tot brandwacht tweede klas en acht e.h.b.o.-diploma's zijn behaald. Twee reddingsploegen zijn ge schoold onder leiding van twee ambte naren, die als gediplomeerd instructeur op treden. Op een oefenavond gaan de ambte naren gekleed in een overall met op het hoofd een brandhelm. Zij hebben de be schikking over een spuit van een behoor lijke capaciteit, die zowel gereden als ge dragen kan worden. Dit werk is volkomen vrijwillig, maar „wij hebben over mede werking van de personeelsleden beslist geen klagen", zeiden de heren J. Smit, chef van de afdeling politie, brandweer en mili taire zaken ten stadhuize, en J. J. Loer akker, hoofd van de bedrijfszelfbescher- min. „Integendeel zelfs, er bestaat een goede belangstelling voor dit werk en in de ploegen heerst een prettige teamgeest", voegden zij daaraan toe. Een bedrijf, waar eveneens ruime aan dacht aan de veiligheid wordt geschonken, is de drukkerij Joh. Enschedé en zn. Begin van dit jaar heeft het bedrijf een motor spuit aangeschaft, die een capaciteit heeft van 2500 liter water per minuut. De twee brandweerploegen bestaan uit totaal twin tig man, die gestoken zijn in overall met helm. De commandant van de bedrijfs brandweer is tevens brandmeester bij de vrijwillige brandweer. Iedere veertien da gen houden deze brandweerlieden een oefening. De controle is in dit bedrijf zeer De Marinierskapel van de Koninklijke Marine zal op 3 oktober in liet Concert gebouw te Haarlem onder leiding van de majoor der mariniers Gijsbert Nieuwland het jaarlijkse concert ten bate van het marine-sanatoriumfonds geven. De kapel heeft enige in ons land nog onbekende Russische werken op het programma ge nomen en zal hiervan een tweetal op het liefdadigheidsconcert uitvoeren. Bij het bezoek van de Marinierskapel aan Rusland heeft het hoofd van de Rus sische militaire muziekkapellen, generaal Petrov. de dirigent enige muziekwerken geschonken. Van deze zal de kapel onder meer spelen de ouverture tot de opera „Kola Brunion" en „Comedian dance beide van de componist Dimitri Kabalevs ky, die in 1904 in Leningrad is geboren en heeft gestudeerd aan het conservato rium te Moskou. In het werk van deze componist overheersen levensblije stem mingen en de frisheid van het melodisch element. De ouverture wordt voorafgegaan door Tschaikovsky's fraaie suite „De notenkra ker" en wordt gevolgd door de „Wals- fantasie" van Glinka en een Fantasie op thema's van zeemansliedjes van Molutsof, waardoor het eerste deel van het pro gramma een geheel Russische inslag heeft. Het tweede deel biedt „elck wat wils". Gespeeld wordt ondermeer het geestige Scherzo van Meindert Boekei, de „Clari- netten-capriolen" van de majoor-rnuzikant Schorer en de „Sabeldans en Gopak" van Khachaturian. Enkele leden van de bedrijfsbrandweer van de n.v. Joh. Enschedé en Zn. in actie. ver doorgevoerd, dit met het oog op de bankbiljetten, kostbare boekwerken en reprodukties, die hier worden gedrukt. Bij sommige werkzaamheden ziet een lid van de eigen brandweer nauwlettend toe, zodat het gevaar zo klein mogelijk blijft. In de bedrijfsruimten hangen meer dan 150 blus- apparaten en voorts zijn 75 brandkranen met slangen en de nodige emmers aan wezig. Een speciaal telefoonnummer wordt vrijgehouden voor meldingen van brand en ongevallen. Het bedrijf beschikt over een e.h.b.o.-ploeg van ongeveer dertig gediplo meerden en ook de bedrijfspolitie is in dit veiligheidswerk getraind. Bij het postbedrijf en de Nederlandse spoorwegen wordt eveneens grote aan dacht aan de bedrijfsveiligheid besteed, met als resultaat dat personeelsleden voor de brandbestrijding zijn opgeleid. Tot het stationspersoneel behoren 27 geoefende brandweerlieden en dertig gediplomeerde e.h.b.o.'ers. Op het station zijn veertig blus- apparaten aanwezig en de brandweerploeg beschikt eveneens over een motorspuit. Er worden geregeld oefeningen gehouden, maar de ploeg behoefde nog niet in actie te komen. Deze en enige andere grote bedrijven hebben de bedrijfsveiligheid zo hoog moge lijk opgevoerd, ter bescherming van het bedrijf, maar vooral van de mensen, die erin moeten werken. Het zijn vooral de kleinere bedrijven, waar de veiligheid te wensen overlaat en de personeelsleden, die deel uitmaken van de hulpploegen, niet altijd voldoende zijn geoefend. En voorts wordt het inwinnen van adviezen bij de vrijwillige brandweer achterwege gelaten. De grote bedryven en instellingen geven in deze wel het goede voorbeeld. Martin Vinjee's Jeugdtoneel heeft met de opvoeringen van de toneelbewerking van Joh. C. Kievits bekende jongensboeken, waarin de uiterst levendige Dik Trom als held fungeert kennelijk zoveel succes ge had, dat men het eerste stuk ijlings door een tweede heeft laten volgen. En de faam die dit bijzondere kind nu reeds meer dan een halve eeuw geniet is er de oorzaak van geweest, dat het vervolg, hetwelk woensdagmiddag onder de titel „Nieuwe avonturen van Dik Trom" in het Minerva- theater werd opgevoerd, opnieuw voor een uitverkochte zaal zorgde. Het eerste stuk was nog in staat bij de volwassen toeschouwer enige herinnerin gen op te roepen aan het boek, dat hij eveneens in zijn jongensjaren „verslonden" heeft; bijvoorbeeld door de scènes met veldwachter Flipsen en de gevangen kar per en in het derde bedrijf het tafereeltje, waarin de gierige Mulder door de schoor steen de stuipen op het lijf wordt gejaagd. In deze nieuwe bewerking is van dit alles geen sprake meer. De niet met name ge noemde schrijver heeft voor dit manuscript alleen de roemruchte Dik Trom en zijn vriendje Jan Tromp in verschillende situaties bijeen gebracht en verder zijn fantasie in beperkte mate aan het werk gezet. Het resultaat werd dan ook geheel volgens het beproefde recept bereikt. Ach tereenvolgens werden de schooljuffrouw, de schoolopziener en Betje van de burge meester geducht in de maling genomen, welke tafereeltjes hun bekroning vonden in de gebruikelijke ren- en struikelpar tijen, met als „originele" climax het spook je spelen in witte lakens gehuld. Zodat ook deze opvoering niet in staat is geweest ons reeds eerder omschreven oordeel over dit ensemble te herzien. Het is een gezel schap, waarvan de prestaties gemakkelijk door iedere serieuze amateurvereniging ge ëvenaard kunnen worden, zo niet over troffen. Maar de kinderen hebben zich weer uitbundig geamuseerd en hun spon tane reacties veroorzaakten een allerge noeglijkst kabaal, dat voor de spelers een teken moet zijn geweest, dat hun pogingen ten minste van die zijde zonder enig voor behoud volledig werden gewaardeerd. ADVERTENTIE LANGE VEERSTRAAT 10 - TEL. 11493 „Felison" exposeert in Velsen tot 1 ok tober werk van Suze Bisschop-Robertson (18551922), dat al eerder vertoond werd op grotere exposities, die nog niet zo lang geleden gehouden werden. Ik mocht naar aanleiding van die te Amsterdam al een vergelijking maken van Suze Robertsons werk met het vroege van Van Gogh. Op deze veel kleinere tentoonstelling viel nu een overeenkomst nog veel sterker op dan voorheen. Het kleine doek „Kerk te Ba- thenburg" heeft zelfs iets van latere Van Goghs. De kleuren mogen dan wel ver staan van die heldere van Van Goghs werk uit de Provence, deze kleuren wer den op dezelfde positieve wijze neergezet en begrensd door een onverbiddelijke te kening. Suze Robertsons werk is donker maar niet duister te noemen. Het grijs van het gelaat van het „Meisjeskopje met groe ne jurk" (no. 1) is een duidelijke kleur, in dit geval zo gezien als gevolg van een be paald licht op het model. Wanneer in en kele doeken de kleuren naar soort en sterk te wat dicht bijeen liggen, zal de eerste indruk die van duisterheid kunnen zijn, bij nader beschouwen blijkt echter weer dat de schakeringen moeilijk vaag ge noemd kunnen "worden. Doorgaande op een vergelijking met Van Goghs vroege werk zou men dat van Suze Robertson rijker kunnen noemen. Het heeft dan echter zijn hoogste kwaliteit bereikt en zal toch nooit die faam over de wereld genieten gelijk Van Goghs oeuvre heeft. Suze Robertson heeft zelf eens gezegd: ,,De kleur is mij hoofdzaak". Het is dus duidelijk dat er oorzaken aanwezig waren voor deze door mij zo geziene positiviteit. Het expressionistische karakter, dat som mige harer schilderijen hebben, is dus veel minder het gevolg van een bewust willen, niet vrij van een zekere toevalligheid. De dikke verfkorst kan gezien worden als resultaat van het steeds opnieuw weer proberen tot kleur te komen. Toch geloof ik dat veel meer verlangd werd door Suze Robertson dan in de eer- HAARLEM, 21 september 1956 GEHUWD: 21 sept., H. J. Dieben en K. A. E. Pliester; H. Geesink en R. J. van Norde. BEVALLEN van een zoon: 20 sept., G. J. DekkerSeijdel; E. de GrootVisser; M. J. KandelaarJanmaat; 21 sept., J. W. Snieenk —van Gog. BEVALLEN van een dochter: 20 sept., M. van WanrooijMuntinga; G. Brijsvan Zo meren; 21 sept., Th. I. de MeyTames; P. M. VosseKuenen. OVERLEDEN: 19 sept., A. Kuik, 53 j„ Hazepaterslaan; N. van der Linden, 65 j., Hazepaterslaan; L. C. van Brero, 80 j., Jan Stuijtstraat; 20 sept., J. Perkter Horst, 60 j., Kennemerstraat. ste plaats kleur. Aan het hier geëxposeer de „Moeder en kind" is een tekening voor af gegaan die daarvan getuigt. De instel ling tegenover het onderwerp is van men selijker aard. De realisatie van Suze Ro bertsons gevoelens in kleur blijkt haar moeilijk te vallen. Het resultaat echter kan een meer omvattend kunstwerk worden, omdat het los kwam van het individuele. Suze Robertson was een in haar tijd uit zonderlijke figuur. Zij verstond het te schilderen zoals men dat in haar tijd ver langde, maar ging eigenzinnig een van het algemene van die dagen afwijkende kant op. Groot contact met tijdgenoten heeft ze niet gehad. Ze kende het werk van de in België werkende Nederlander Jacob Smits en in verfbehandeling was er wel enige overeenkomst tussen beider werk. Suze Robertsons mogelijkheden la gen echter ruimer en ook was zij toch iets minder verankerd aan een bepaalde schil derwijze. Haar moeizaam tóch bereikte re sultaten gaven geen aanleiding tot navol ging. BOB BUYS (Verkort weergegeven) Om De Kaap. De tegenwoordige Unie van Zuid-Afrika werd vroeger algemeen De Kaap genoemd. Mensen gingen naar De Kaap, schepen voeren om De Kaap Maar nu zegt het A.N.P. en lees ik in uw krant, dat de schepen varen om Kaap de Goede Hoop. Dat zou m.i. juist zijn, als deze kaap de zuidpunt van Afrika was maar ze bevindt zich aan de westkust. De Portugese ontdekker noemde de zuidpunt van Afrika Kaap Agulhas, d.i. Naaldkaap omdat de naald van het kompas daar toen het ware noorden aanwees en er dus geen deviatie (miswijzing) was. A. L. C. BEEKMAN (Inderdaad reikt de westelijker gelegen uitloper van de Zuidafrikaanse provincie „Kaap Die Goeie Hoop" verder zuidwaarts dan het Kaapse schiereiland. Kaap Agul has is evenwel lager en minder indruk wekkend dan de rots van Kaappunt. De naam Kaap De Goede Hoop is overigens van zee uit aan het gehele voorgebergte gegeven, zonder een vast punt te bedoelen. De Portugese ontdekker Bartholomeu Diaz sprak in 1486 van Stormkaap, maar zijn koning gaf, met het oog op de verwach ting dat de weg naar Indië spoedig gevon den zou worden, de voorkeur aan de naam Kaap De Goede Hoop, later en tot heden toe, kortweg De Kaap. Red.). Flor all akeuring Ook dit jaar heeft de vereniging „Floralia afdeling Bloemendaal van de Kon. Ned Maatschappij voor Tuinbouw- en Plant kunde aan alle leerlingen van de Bloemen daalse lagere scholen en kleuterklassen in de wijken Bloemendaal, Overveen, Aerden- liout en Vogelenzang, circa dertig scholen in totaal, in de maand mei Floraliaplanten uitgereikt, die op dinsdag en woensdag aan de jury's ter keuring moesten worden inge zonden. Hoewel er dit jaar wegens de slech te zomer niet zo'n goed resultaat werd ver wacht, bleek dit uiteindelijk nog zeer be vredigend te zijn, want ook dit jaar werd weer ongeveer een gemiddelde van 70 bereikt en er werden zeer veie goede plan ten ingezonden. Het was een fleurig gezicht toen de kin deren met hun planten naar school kwa men. In totaal waren er ongeveer 4500 planten uitgereikt, die waren aangekocht bij de kwekerij „Duinlust" te Overveen Voor een deel is dit hoge percentage, dat ondanks de slechte weersomstandigheden bereikt werd, te danken aan het feit, da elk kind dat een plantje inzendt op zijn minst een troostprijsje ontvangt. Op elke tien ingezonden planten wordt bovendien een eerste, tweede en derde prijs 'uitge reikt. Door het toekennen van zovele prij zen, wordt de deelname gestimuleerd. Deze talrijke beloningen zijn natuurlijk op zich zelf heel pleziering voor de kinderen, maar Floralia" heeft met deze keuringen toch nog een ideëler doel. Het ligt in de bedoe ling bij de jeugdige deelnemers en deel neemsters liefde voor de natuur aan te kweken en vooral ook dat zij voor de par ken en de particuliere tuinen meer eerbied zullen hebben. „Floralia" heeft dus ook een pedagogische taak en naar wij van een van de bestuursleden vernamen, zijn er op dit gebied al heel aardige resultaten bereikt Dit is een reden temeer, waarom het Flo raliawerk zoveel steun ondervindt van de overheid, de schoolbesturen, de oudercom missies en ook van de ouders zelf. Het bestuur van de Bloemendaalse afde ling van de vereniging „Floralia", dat dit werk al 25 jaar doet, ondervindt ook steeds zeer veel medewerking van het onderwij zend personeel, hetgeen zeer op prijs wordt gesteld. De onderlinge samenwerking is ook altijd heel goed, zodat de keuringen in een prettige sfeer geschieden. Ter gelegenheid van het honderdjarig bestaan van de Parochiekerk te Overveen is bij de drukkerij Sint Jacobs-Godshuis te Haarlem van de hand van de heer J. A. M. Bijvoet, stammende uit een bekend oud Overveens geslacht van blekers en later ook kwekers, een keurig verzorgd en door de schrijver met kennis van zaken samen gesteld boekje verschenen over de geschie denis van deze parochie. De titel luidt „Bij het eeuwfeest van de Parochiekerk, toe gewijd aan O. L. Vrouw Onbevlekt Ont vangen te Overveen 18561956"; het boek je werd onder andere aan alle parochianen uitgereikt. Deze Overveense kerk kan terugzien op een rijke historie en in dit jubileumboekje is nu de geschiedenis van de parochie, haar kerk en haar viertal herders in die afge lopen honderd jaar vastgelegd, voorafge gaan door de geschiedenis van de statie Overveen (opgericht tegen het einde van de zeventiende eeuw). Zoals wij al eerder vermeldden is het oude gebouw bij de bouw van de huidige kerk in 1856 ver dwenen. Pastoor Josephus Theodoi-us van Galen, die thans te Overveen werkzaam is, is de twaalfde pastoor sinds 1697 en de vierde sinds de bouw der kerk in 1856. Deze kerk in Gotische bouwstijl opgetrokken, werd tijdens het pastoraat van pastoor Gijsber- tus Schoonderbeek (18541887) gebouwd door architect Th. Molkenboer, in zijn tijd een alom geprezen kerkebouwer. In korte tijd brachten de parochianen het enorme bedrag van f 20.000 bijeen, waarbij de vier kerkmeesters Ant. Neelissen, A. H. Prinsen, Franc, van Velsen en Ant. Roozen een belangrijk aandeel leverden. De vierde april 1855 vond in „Van ouds het Raadhuis" de aanbesteding plaats. Er waren vijf inschrijvingen binnengekomen, variërende tussen f 80.000 en f 59.500. De begroting was op f 52.800 gesteld. Laagste inschrijver was H. J. Sebil uit Haarlem voor f 58.600 en tenslotte werd het werk aan hem gegund. Op 24 september 1856 werd de kerk door mgr. Franciscus Jacobus van Vree plech tig ingewijd en dit feit wordt thans op feestelijke wijze herdacht. Pastoor Schoonderbeek werd opgevolgd door pastoor Lambertus ten Brink (1887 1924) die een geboren leidersfiguur was en in Overveen veel tot stand heeft gebracht. Hij vierde in deze parochie zijn gouden priesterfeest op 15 augustus 1916. Zijn opvolger werd pastoor G. van Nie- kerk, een herder met een blijde en zacht moedige natuur die bij zijn parochianen zeer gezien was. Tijdens zijn pastoraat kwam het parochiehuis „Domi" tot stand, het latijnse woord voor huis, maar tevens een herinnering aan de vader van de pas toor, Dominicus van Niekerk. Op 31 augus tus 1947 moest hij noodgedwongen door blindheid van zijn parochianen afscheid nemen. Thans, sedert 1947 is pastoor Van Galen, een kunstzinnig, opgewekt man, parochie herder in Overveen. Tijdens zijn pastoraat is de te klein geworden jongensschool met een fraaie nieuwe vleugel vergroot. Een grote en een kleine klok werden gewijd ter vervanging van de in de oorlog ge roofde. Zijn portret in 1950 door professor Otto B. de Kat geschilderd betekende een belangrijke aanwinst voor de rij van pas toorsportretten, die deze kerk bezit. ADVERTENTIE De vice-president van de Ford Motor Company heeft bijzonderheden bekend ge maakt van de nieuwe modellen 1957 van Ford. Er komt onder meer een auto met een automatisch intrekbaar stalen dak. Het dak kan automatisch worden weg geschoven in de bagageruimte. Het glijdt achteruit naar beneden op rails, die zich aan de zijkant bevinden, waarna het bagageruim zich weer sluit. De gehele bediening geschiedt elektrisch. De nieuwe modellen van Ford zullen in Amerika ongeveer 3 percent duurder zijn dan die van 1956. ADVERTENTIE Salon de Coiffure PERMANENT- WAVE vanaf 15.— Grote Houtstraat 71rd. boven Hunkemöller-Lexis - Tel. 19157 Tiède Cap-waves enz. De dagen worden weer korter, de avonden langer. Geen aan genamer en nuttiger avondlectuur dan HAARLEMS DAGBLAD - OPRECHTE HAARLEMSCHE COURANT De overgrote meerderheid is reeds abonné. Mocht gij daartoe nog niet behoren, meld u dan nog heden aan. Ondergetekende: Naam: Straat: Plaats: wenst zich met ingang van te abonneren op Haarlems Dagblad OPRECHTE HAARLEMSCHE COURANT per kwartaal/per week Handtekening: Doorhalen wat niet verlangd wordt. Zij die zich met ingang van t oktober 1956 per kwartaal abonneren, ontvangen de nummers tot en met 29 september 1956 gratis. Dit qeldt alleen voor nieuwe kwartaalabonné's, dus niet voor omzetting van week- in kwartaalabonnementen

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1956 | | pagina 3