Bij grote Haarlemse bedrijven
zijn eigen brandweren paraat
NEUROTONIC
In vele gevallen laat veiligheid
echter nog te wensen
WERK VAN SUZE ROBERTSON
ZENUWEN
Gem eenteraad
SLEUTEL WEG?
„Felison" exponeert
<^5rieven aan
cle redactie
E. Wolf v/h C. Bos
PERMANENT WAVE v.a. f. 15-
Aanmeldingsformulier
ZATERDAG 22 SEPTEMBER 1956
HAARLEMS DAGBLAD
OPRECHTE HAARLEMSCHE COURANT
9
Kleine gebreken
wordt U volledig de baas met
niet verdovend
maar genezend
Examens
Goed voorbeeld
Marinierskapel speelt voor
Sanatoriumfonds
Nieuwe Russische werken
op het programma
„Nieuwe avonturen van
Dik Trom" in Minerva
„DE SLEUTELSPECIALIST
Burgerlijke Stand
Bloemendaalse scholen
kweekten mooie planten
Fraai boekje over r.k. kerk
Overveen
Auto met wegschuifbaar
stalen dak
IN EEN ONLANGS geheel aan het
onderwerp „Gemeenten en gemeenschap"
gewijde aflevering van Economisch-statis-
tische berichten staat een uitermate lezens
waardig artikel van prof. dr. G. A. van
Poelje over de taak van de gemeenteraad.
Uitgangspunt voor zijn beschouwing vormt
het verslag van een routinevergadering
van de Rotterdamse raad, waarin 94 in
gekomen stukken en 72 voorstellen van
B. en W. zonder of met heel weinig dis
cussie werden afgedaan. Slechts over twee
zaken werd uitvoerig beraadslaagd. Gaat
men na wat gezegd is bij de voorstellen,
die tot een korte gedachtenwisseling aan
leiding gaven, dan blijkt dat van een be
strijding van het college van B. en W. geen
sprake is. De strekking van de bespre
kingen is klaarblijkelijk geen andere, dan
de betrokken wethouder in de gelegenheid
te stellen een enkele vraag in het open
baar te beantwoorden of een enkel element
van het voorstel nader toe te lichten. In
de regel weet het betrokken raadslid van
tevoren wel, wat de strekking zal zijn van
het antwoord. Vraag en antwoord komen
echter in de pers en daarmee onder de
publieke aandacht. Zo is een dergelijk
debat in wezen niets anders dan een ele
ment in het samenspel tussen volksver
tegenwoordiging en pers, dat essentieel is
voor de moderne democratische bestuurs
inrichting.
Professor Van Poelje stelt dan verder,
dat de raad in hoofdzaak in de commissies
zijn taak vervult. Daar wordt elk voorstel
grondig besproken en de debatten in de
commissies vormen voor B. en W. een
graadmeter of zij het voorstel al of niet
aan de raad zullen voorstellen. Gaan B. en
W. in weerwil van de mening der com
missies toch hun eigen weg dan ontstaan
er spanningen, zoals bijvoorbeeld een jaar
geleden in Haarlem het geval was in de
kwestie van de benoeming van de direc
teur van Openbare Werken. De samen
werking tussen de raad en B. en W. is
voor het grootste deel verplaatst van de
openbare vergaderingen naar de commis
sies en de raad is bij uitnemendheid het
orgaan geworden voor wat professor Van
Poelje het samenspel tussen volksvertegen
woordiging en pers als representante van
de openbare mening noemde. In dat licht
moet men ook de in deze omgeving in
zwang gekomen gewoonte zien om speciale
raadsvergaderingen, aan één onderwerp
gewijd zoals het wegenvraagstuk of de
woningbouw, te houden.
De eigen besturende taak van de ge
meenteraad is daarmee goeddeels verval
len. De gemeenteraad is vooral een con
trolerend orgaan geworden, hetgeen ook
al weer past in de formule welke professor
Bonger eens op de democratie toepaste:
gecontroleerd vertrouwen.
Wanneer de positie van de gemeente
raad gewijzigd is een verandering welke
onder meer tot gevolg heeft dat het ab
surd is te veronderstellen dat de raads
leden van alle gemeentezaken „het eerst"
op de hoogte moeten zijn! geldt dat na
tuurlijk evenzeer voor de functie van B.
en W. De gemeentelijke taken zijn zo veel
omvattend en ingewikkeld geworden, dat
liet voeren van het dagelijks beleid in de
grote gemeenten tot een dagtaak is uit
gegroeid. In Haarlem zelfs meer dan een
dagtaak, doch dat is een rechtstreeks ge
volg van de omstandigheid, dat langer dan
25 jaar het aantal wethouders hetzelfde is
gebleven, hetgeen niets met rationeel be
leid maar alles met politieke realiteit heeft
te maken. Toen burgemeester Reinalda in
1945 zijn taak begon gaf hij de kersverse
wethouders toen nog adviseurs de
raad: „De heren moeten eraan denken, dat
zij geen ambtenaren zijn en dus niet de
gehele dag in het Stadhuis achter een
bureau behoren te zitten". In de praktijk
is daar niets van terecht gekomen. De
wethouders zitten weliswaar niet de ge
hele dag achter een bureau, maar dan zijn
zij toch in het belang van de gemeente op
pad. In de praktijk is ook gebleken, dat
het bekleden van het wethouderschap als
nevenambt onmogelijk is geworden. Daar
in schuilt het gevaar, dat de wethouders
degraderln tot een soort super-ambte
naren, hetgeen in de hand wordt gewerkt
door het bijna permanent schijnen van hun
zittingsperioden. Dat laatste is minder een
gevolg van zetelvastheid dan van de hier
boven reeds gesignaleerde omstandigheid,
dat het wethouderschap tot een dagtaak
is geworden en daaraan zou in Haarlem
zelfs een vijfde wethouder niets verande
ren nog afgezien van de voordelen van
een continuëring van het eenmaal aan
vaarde persoonlijke beleid. Er zijn immers
maar heel weinig raadsleden die zich voor
een wethouderschap geheel van hun oor
spronkelijke beroepsuitoefening kunnen
vrijmaken. Zolang alles goed gaat behoeft
de stand van zaken nog zo nadelig niet te
zijn. Voorwaarde is slechts, dat de raad
zich, wanneer er bij voortduring aanlei
ding is tot critiek, ook hoofd der gemeente
weet te tonen.
Het zou ons intussen niet verwonderen
wanneer straks bij de algemene beschou
wingen over de Haarlemse ontwerpbegro
ting voor 1957 een der fractievoorzitters
deze wezenlijke verandering in de beteke
nis van de gemeenteraad tot uitgangs
punt nam.
Elk jaar gaan kostbare bedragen verloren door grote branden. Becijferingen hebben
uitgemaakt, dat tachtig percent van alle bedrijfsschade in ons land wordt veroorzaakt
door brand, die dikwijls ontstaat doordat de veiligheidsmaatregelen niet in acht wor
den genomen of niet tijdig kon worden ingegrepen. Niet altijd is in een grote fabriek
het nodige materiaal aanwezig om bij een begin van brand snel in te grijpen en ook
is het personeel niet altijd voldoende paraat. Voor ieder bedrijf worden eisen gesteld
aan de brandveiligheid, maar het blijkt, dat niet meer dan zes percent van alle
bedrijven in ons land aan die eisen voldoen. Tegenover dit lage percentage staan de
bedrijven, waar ruime aandacht aan de veiligheidsmaatregelen wordt geschonken.
Zo kunnen zeker tien bedrijven en instellingen in Haarlem worden genoemd, waar
reeds enkele jaren bedrijfsbrandweren werken, die toegerust met materiaal bij een
begin van brand in ieder geval de eerste maatregelen kunnen nemen.
Enkele van deze bedrijfsbrandweren zijn
voortgekomen uit de oorlog en later met
meer materiaal uitgerust. Er bestaat in de
meeste gevallen een goede samenwerking
met de vrijwillige brandweer, die de leden
van de bedrijfsbrandweren een opleiding
geeft en de directies voorlicht over de
noodzakelijke veiligheidsmaatregelen.
Doordat de brandweer met de opleiding
is belast, ontstaat een goede samenwerking
met de bedrijven, met als resultaat een zo
groot mogelijke brandveiligheid. In enkele
fabrieken oefent de brandweer een geregel
de controle uit, waarbij kennis wordt ge
nomen van de kritieke punten in de be
drijven, de doorgangen, het aantal aan
wezige brandkranen en de toegangswegen.
Dit heeft tot gevolg, dat de leiding van
de vrijwillige brandweer met de plaatse
lijke situatie goed op de hoogte is en bij
een eventuele brand snel kan ingrijpen.
Het contact met de brandweerdeskun
digen leidt er ook toe, dat de leiding
van een bedrijf als dit nodig is snel de
nodige hulp kan aanvragen, met een
opgave van de juiste ligging van de
vuurhaard. Juist deze snelle brand
melding is van groot belang en dik
wijls blijkt in de praktijk, dat veel
kostbare tijd verloren gaat door een
onvolledige of onjuiste opgave. Aan de
hand van een nauwkeurige brandmel
ding kan de leiding van een uitgerukte
ploeg al maatregelen nemen', zonder
zelf iets van de brand te hebben ge
zien.
Dikwijls zijn het de kleine gebreken, die
tot grote nadelige gevolgen leiden. Door de
controle van brandweerspecialisten komen
deze gebreken aan het licht, waardoor zij
kunnen worden verholpen en de veiligheid
in het bedrijf wordt verhoogd. In vele be
drijven staart men zich echter nog blind
op de kosten, die meestal met de verbete
ringen gepaard gaan, en niet altijd wordt
onder ogen gezien, dat een zo groot mo
gelijke brandveiligheid het bedrijf en de
mensen die daarin werken, alleen maar
ten goede kan komen. In andere bedrijven
worden. \vel de nodig,? „m&qfeegelen ge
nomen om bijvoorbeeld de premie voor
de brandverzekering zo laag mogelijk te
houden maar blijken deze in de praktijk
slechts weinig waarde te hebben, doordat
de blusmaterialen niet voldoende worden
verzorgd.
Ieder bedrijf dient aan de eisen op het
gebied van de brandveiligheid te voldoen
en voor bedrijven met meer dan dertig
man personeel is sinds verleden jaar tevens
het besluit bedrijfszelfbescherming van
kracht geworden. Dit besluit houdt onder
meer in, dat een hoofd van de bedrijfs
zelfbescherming moet worden aangewezen
Er dient een beschermingsplan voor het
bedrijf te worden opgesteld en de nodige
hulpploegen moeten worden gevormd en
geoefend. De bedrijven, die reeds een eigen
brandweer hadden doen opleiden, kunnen
deze uiteraard voor de wettelijk verplichte
bedrijfszelfbescherming inzetten.
Het blijkt, dat deze bedrijfsbescherming
bij vele bedrijven in Haarlem nog niet
bijster populair is. Want van de 150 in
aanmerking komende fabrieken en instel
lingen, heeft men in ongeveer tachtig ge
vallen werk gemaakt van de bedrijfszelf
bescherming. In overleg met de B.B. en de
vrijwillige brandweer werden ploegen ge
vormö voor blussings- en reddingswerk en
worden personeelsleden voor het e.h.b.o.
diploma opgeleid. De brandweer heeft
reeds diverse cursussen gegeven, waarbij
de personeelsleden werden opgeleid voor
brandwacht tweede klas. Er is echter veel
verloop en niet altijd wordt voldoende ge
oefend om de opgedane kennis in de prak
tijk toe te passen.
Het gemeentelijke hoofd van de bedrijfs
ADVERTENTIE
uw
het zenuwpreparaat dezer tijden
Amsterdam. (Gem. Universiteit). Geslaagd
voor het doctoraal examen economie de heer
H. E. Vroom, Amsterdam.
Leiden. Geslaagd voor het doctoraal oxa
men scheikunde H. M. Greven (cum laude)
M. S. Brouwer en U. Verstrijden (cum
laude), allen te Leiden; voor het doctoraal
examen experimentele natuurkunde J. M
J. Coremans te Leiden.
Gepromoveerd tot doctor in de wis- en
natuurkunde (cum laude) de heer H. F
Hameka te Oegstgeest en de heer C. A. F
Tuijnman te Leiden.
Utrecht. Geslaagd voor het doctoraal exa
men germaanse letteren: A. D. Kijlstra (cum
laude) te Utrecht; voor het kerkelijk examen
G. Wursten te Zwartsluis, J. G. Beerthuis te
Hiilversum, A. Kastelein te Zegveld en P. J
Bos te Veenendaal.
Utrecht. Tot doctor in de letteren en wijs
begeerte is gepromoveerd mej. L. Muller te
's Gravenhage.
zelfbescherming, de heer Bakker, houdt
ieder jaar een enquête onder de bedrijven,
waarin een opgave wordt gevraagd van de
samenstelling der hulpploegen en van het
materiaal, waarmee deze ploegen moeten
werken. Ook thans is zo'n enquête aan de
gang en hieruit zal blijken, of in Haarlem
het afgelopen jaar veel vorderingen op dit
gebied zijn tot stand gekomen.
Voor diverse bedrijven blijkt het echter
moeilijk een beschermingsplan op te stel
len. Een moeilijkheid vormen bijvoorbeeld
de confectiebedrijven. Deze werken groten
deels met vrouwelijk personeel, waaronder
veel verloop is. En het oefenen in blus-
singswerkzaamheden is nu eenmaal geen
vrouwelijke bezigheid en zal bij dames
van achttien of twintig jaar wel niet in de
gunst staan. Ook bij de directies van grote
hotel-restaurants heeft men zich nog niet
tot hoofdbrekens toe met het besluit be
drijfszelfbescherming beziggehouden, ter
wijl zieken- en bejaardentehuizen voorts de
nodige moeilijkheden opleveren.
Een van de instellingen, die op het ge
bied van de bedrijfsveiligheid een goed
voorbeeld geven, is het stadhuis. Onder de
ambtenaren bestaat een gunstige animo
voor het beschermingswerk. Zestien van
hen zijn reeds opgeleid tot brandwacht
tweede klas en acht e.h.b.o.-diploma's zijn
behaald. Twee reddingsploegen zijn ge
schoold onder leiding van twee ambte
naren, die als gediplomeerd instructeur op
treden. Op een oefenavond gaan de ambte
naren gekleed in een overall met op het
hoofd een brandhelm. Zij hebben de be
schikking over een spuit van een behoor
lijke capaciteit, die zowel gereden als ge
dragen kan worden. Dit werk is volkomen
vrijwillig, maar „wij hebben over mede
werking van de personeelsleden beslist
geen klagen", zeiden de heren J. Smit, chef
van de afdeling politie, brandweer en mili
taire zaken ten stadhuize, en J. J. Loer
akker, hoofd van de bedrijfszelfbescher-
min. „Integendeel zelfs, er bestaat een
goede belangstelling voor dit werk en in de
ploegen heerst een prettige teamgeest",
voegden zij daaraan toe.
Een bedrijf, waar eveneens ruime aan
dacht aan de veiligheid wordt geschonken,
is de drukkerij Joh. Enschedé en zn. Begin
van dit jaar heeft het bedrijf een motor
spuit aangeschaft, die een capaciteit heeft
van 2500 liter water per minuut. De twee
brandweerploegen bestaan uit totaal twin
tig man, die gestoken zijn in overall met
helm. De commandant van de bedrijfs
brandweer is tevens brandmeester bij de
vrijwillige brandweer. Iedere veertien da
gen houden deze brandweerlieden een
oefening. De controle is in dit bedrijf zeer
De Marinierskapel van de Koninklijke
Marine zal op 3 oktober in liet Concert
gebouw te Haarlem onder leiding van de
majoor der mariniers Gijsbert Nieuwland
het jaarlijkse concert ten bate van het
marine-sanatoriumfonds geven. De kapel
heeft enige in ons land nog onbekende
Russische werken op het programma ge
nomen en zal hiervan een tweetal op het
liefdadigheidsconcert uitvoeren.
Bij het bezoek van de Marinierskapel
aan Rusland heeft het hoofd van de Rus
sische militaire muziekkapellen, generaal
Petrov. de dirigent enige muziekwerken
geschonken. Van deze zal de kapel onder
meer spelen de ouverture tot de opera
„Kola Brunion" en „Comedian dance
beide van de componist Dimitri Kabalevs
ky, die in 1904 in Leningrad is geboren
en heeft gestudeerd aan het conservato
rium te Moskou. In het werk van deze
componist overheersen levensblije stem
mingen en de frisheid van het melodisch
element.
De ouverture wordt voorafgegaan door
Tschaikovsky's fraaie suite „De notenkra
ker" en wordt gevolgd door de „Wals-
fantasie" van Glinka en een Fantasie op
thema's van zeemansliedjes van Molutsof,
waardoor het eerste deel van het pro
gramma een geheel Russische inslag heeft.
Het tweede deel biedt „elck wat wils".
Gespeeld wordt ondermeer het geestige
Scherzo van Meindert Boekei, de „Clari-
netten-capriolen" van de majoor-rnuzikant
Schorer en de „Sabeldans en Gopak" van
Khachaturian.
Enkele leden van de bedrijfsbrandweer
van de n.v. Joh. Enschedé en Zn.
in actie.
ver doorgevoerd, dit met het oog op de
bankbiljetten, kostbare boekwerken en
reprodukties, die hier worden gedrukt. Bij
sommige werkzaamheden ziet een lid van
de eigen brandweer nauwlettend toe, zodat
het gevaar zo klein mogelijk blijft. In de
bedrijfsruimten hangen meer dan 150 blus-
apparaten en voorts zijn 75 brandkranen
met slangen en de nodige emmers aan
wezig. Een speciaal telefoonnummer wordt
vrijgehouden voor meldingen van brand en
ongevallen. Het bedrijf beschikt over een
e.h.b.o.-ploeg van ongeveer dertig gediplo
meerden en ook de bedrijfspolitie is in dit
veiligheidswerk getraind.
Bij het postbedrijf en de Nederlandse
spoorwegen wordt eveneens grote aan
dacht aan de bedrijfsveiligheid besteed,
met als resultaat dat personeelsleden voor
de brandbestrijding zijn opgeleid. Tot het
stationspersoneel behoren 27 geoefende
brandweerlieden en dertig gediplomeerde
e.h.b.o.'ers. Op het station zijn veertig blus-
apparaten aanwezig en de brandweerploeg
beschikt eveneens over een motorspuit. Er
worden geregeld oefeningen gehouden,
maar de ploeg behoefde nog niet in actie
te komen.
Deze en enige andere grote bedrijven
hebben de bedrijfsveiligheid zo hoog moge
lijk opgevoerd, ter bescherming van het
bedrijf, maar vooral van de mensen, die
erin moeten werken.
Het zijn vooral de kleinere bedrijven,
waar de veiligheid te wensen overlaat en
de personeelsleden, die deel uitmaken van
de hulpploegen, niet altijd voldoende zijn
geoefend. En voorts wordt het inwinnen
van adviezen bij de vrijwillige brandweer
achterwege gelaten. De grote bedryven en
instellingen geven in deze wel het goede
voorbeeld.
Martin Vinjee's Jeugdtoneel heeft met de
opvoeringen van de toneelbewerking van
Joh. C. Kievits bekende jongensboeken,
waarin de uiterst levendige Dik Trom als
held fungeert kennelijk zoveel succes ge
had, dat men het eerste stuk ijlings door
een tweede heeft laten volgen. En de faam
die dit bijzondere kind nu reeds meer dan
een halve eeuw geniet is er de oorzaak
van geweest, dat het vervolg, hetwelk
woensdagmiddag onder de titel „Nieuwe
avonturen van Dik Trom" in het Minerva-
theater werd opgevoerd, opnieuw voor een
uitverkochte zaal zorgde.
Het eerste stuk was nog in staat bij de
volwassen toeschouwer enige herinnerin
gen op te roepen aan het boek, dat hij
eveneens in zijn jongensjaren „verslonden"
heeft; bijvoorbeeld door de scènes met
veldwachter Flipsen en de gevangen kar
per en in het derde bedrijf het tafereeltje,
waarin de gierige Mulder door de schoor
steen de stuipen op het lijf wordt gejaagd.
In deze nieuwe bewerking is van dit alles
geen sprake meer. De niet met name ge
noemde schrijver heeft voor dit manuscript
alleen de roemruchte Dik Trom en zijn
vriendje Jan Tromp in verschillende
situaties bijeen gebracht en verder zijn
fantasie in beperkte mate aan het werk
gezet. Het resultaat werd dan ook geheel
volgens het beproefde recept bereikt. Ach
tereenvolgens werden de schooljuffrouw,
de schoolopziener en Betje van de burge
meester geducht in de maling genomen,
welke tafereeltjes hun bekroning vonden
in de gebruikelijke ren- en struikelpar
tijen, met als „originele" climax het spook
je spelen in witte lakens gehuld. Zodat
ook deze opvoering niet in staat is geweest
ons reeds eerder omschreven oordeel over
dit ensemble te herzien. Het is een gezel
schap, waarvan de prestaties gemakkelijk
door iedere serieuze amateurvereniging ge
ëvenaard kunnen worden, zo niet over
troffen. Maar de kinderen hebben zich
weer uitbundig geamuseerd en hun spon
tane reacties veroorzaakten een allerge
noeglijkst kabaal, dat voor de spelers een
teken moet zijn geweest, dat hun pogingen
ten minste van die zijde zonder enig voor
behoud volledig werden gewaardeerd.
ADVERTENTIE
LANGE VEERSTRAAT 10 - TEL. 11493
„Felison" exposeert in Velsen tot 1 ok
tober werk van Suze Bisschop-Robertson
(18551922), dat al eerder vertoond werd
op grotere exposities, die nog niet zo lang
geleden gehouden werden. Ik mocht naar
aanleiding van die te Amsterdam al een
vergelijking maken van Suze Robertsons
werk met het vroege van Van Gogh. Op
deze veel kleinere tentoonstelling viel nu
een overeenkomst nog veel sterker op dan
voorheen. Het kleine doek „Kerk te Ba-
thenburg" heeft zelfs iets van latere Van
Goghs. De kleuren mogen dan wel ver
staan van die heldere van Van Goghs
werk uit de Provence, deze kleuren wer
den op dezelfde positieve wijze neergezet
en begrensd door een onverbiddelijke te
kening. Suze Robertsons werk is donker
maar niet duister te noemen. Het grijs van
het gelaat van het „Meisjeskopje met groe
ne jurk" (no. 1) is een duidelijke kleur, in
dit geval zo gezien als gevolg van een be
paald licht op het model. Wanneer in en
kele doeken de kleuren naar soort en sterk
te wat dicht bijeen liggen, zal de eerste
indruk die van duisterheid kunnen zijn,
bij nader beschouwen blijkt echter weer
dat de schakeringen moeilijk vaag ge
noemd kunnen "worden.
Doorgaande op een vergelijking met Van
Goghs vroege werk zou men dat van Suze
Robertson rijker kunnen noemen. Het heeft
dan echter zijn hoogste kwaliteit bereikt
en zal toch nooit die faam over de wereld
genieten gelijk Van Goghs oeuvre heeft.
Suze Robertson heeft zelf eens gezegd:
,,De kleur is mij hoofdzaak". Het is dus
duidelijk dat er oorzaken aanwezig waren
voor deze door mij zo geziene positiviteit.
Het expressionistische karakter, dat som
mige harer schilderijen hebben, is dus veel
minder het gevolg van een bewust willen,
niet vrij van een zekere toevalligheid. De
dikke verfkorst kan gezien worden als
resultaat van het steeds opnieuw weer
proberen tot kleur te komen.
Toch geloof ik dat veel meer verlangd
werd door Suze Robertson dan in de eer-
HAARLEM, 21 september 1956
GEHUWD: 21 sept., H. J. Dieben en K. A.
E. Pliester; H. Geesink en R. J. van Norde.
BEVALLEN van een zoon: 20 sept., G. J.
DekkerSeijdel; E. de GrootVisser; M. J.
KandelaarJanmaat; 21 sept., J. W. Snieenk
—van Gog.
BEVALLEN van een dochter: 20 sept., M.
van WanrooijMuntinga; G. Brijsvan Zo
meren; 21 sept., Th. I. de MeyTames; P. M.
VosseKuenen.
OVERLEDEN: 19 sept., A. Kuik, 53 j„
Hazepaterslaan; N. van der Linden, 65 j.,
Hazepaterslaan; L. C. van Brero, 80 j., Jan
Stuijtstraat; 20 sept., J. Perkter Horst, 60
j., Kennemerstraat.
ste plaats kleur. Aan het hier geëxposeer
de „Moeder en kind" is een tekening voor
af gegaan die daarvan getuigt. De instel
ling tegenover het onderwerp is van men
selijker aard. De realisatie van Suze Ro
bertsons gevoelens in kleur blijkt haar
moeilijk te vallen. Het resultaat echter kan
een meer omvattend kunstwerk worden,
omdat het los kwam van het individuele.
Suze Robertson was een in haar tijd uit
zonderlijke figuur. Zij verstond het te
schilderen zoals men dat in haar tijd ver
langde, maar ging eigenzinnig een van
het algemene van die dagen afwijkende
kant op. Groot contact met tijdgenoten
heeft ze niet gehad. Ze kende het werk
van de in België werkende Nederlander
Jacob Smits en in verfbehandeling was er
wel enige overeenkomst tussen beider
werk. Suze Robertsons mogelijkheden la
gen echter ruimer en ook was zij toch iets
minder verankerd aan een bepaalde schil
derwijze. Haar moeizaam tóch bereikte re
sultaten gaven geen aanleiding tot navol
ging.
BOB BUYS
(Verkort weergegeven)
Om De Kaap. De tegenwoordige Unie
van Zuid-Afrika werd vroeger algemeen
De Kaap genoemd. Mensen gingen naar
De Kaap, schepen voeren om De Kaap
Maar nu zegt het A.N.P. en lees ik in uw
krant, dat de schepen varen om Kaap de
Goede Hoop. Dat zou m.i. juist zijn, als
deze kaap de zuidpunt van Afrika was
maar ze bevindt zich aan de westkust. De
Portugese ontdekker noemde de zuidpunt
van Afrika Kaap Agulhas, d.i. Naaldkaap
omdat de naald van het kompas daar toen
het ware noorden aanwees en er dus geen
deviatie (miswijzing) was.
A. L. C. BEEKMAN
(Inderdaad reikt de westelijker gelegen
uitloper van de Zuidafrikaanse provincie
„Kaap Die Goeie Hoop" verder zuidwaarts
dan het Kaapse schiereiland. Kaap Agul
has is evenwel lager en minder indruk
wekkend dan de rots van Kaappunt. De
naam Kaap De Goede Hoop is overigens
van zee uit aan het gehele voorgebergte
gegeven, zonder een vast punt te bedoelen.
De Portugese ontdekker Bartholomeu Diaz
sprak in 1486 van Stormkaap, maar zijn
koning gaf, met het oog op de verwach
ting dat de weg naar Indië spoedig gevon
den zou worden, de voorkeur aan de naam
Kaap De Goede Hoop, later en tot heden
toe, kortweg De Kaap. Red.).
Flor all akeuring
Ook dit jaar heeft de vereniging „Floralia
afdeling Bloemendaal van de Kon. Ned
Maatschappij voor Tuinbouw- en Plant
kunde aan alle leerlingen van de Bloemen
daalse lagere scholen en kleuterklassen in
de wijken Bloemendaal, Overveen, Aerden-
liout en Vogelenzang, circa dertig scholen
in totaal, in de maand mei Floraliaplanten
uitgereikt, die op dinsdag en woensdag aan
de jury's ter keuring moesten worden inge
zonden. Hoewel er dit jaar wegens de slech
te zomer niet zo'n goed resultaat werd ver
wacht, bleek dit uiteindelijk nog zeer be
vredigend te zijn, want ook dit jaar werd
weer ongeveer een gemiddelde van 70
bereikt en er werden zeer veie goede plan
ten ingezonden.
Het was een fleurig gezicht toen de kin
deren met hun planten naar school kwa
men. In totaal waren er ongeveer 4500
planten uitgereikt, die waren aangekocht
bij de kwekerij „Duinlust" te Overveen
Voor een deel is dit hoge percentage, dat
ondanks de slechte weersomstandigheden
bereikt werd, te danken aan het feit, da
elk kind dat een plantje inzendt op zijn
minst een troostprijsje ontvangt. Op elke
tien ingezonden planten wordt bovendien
een eerste, tweede en derde prijs 'uitge
reikt. Door het toekennen van zovele prij
zen, wordt de deelname gestimuleerd. Deze
talrijke beloningen zijn natuurlijk op zich
zelf heel pleziering voor de kinderen, maar
Floralia" heeft met deze keuringen toch
nog een ideëler doel. Het ligt in de bedoe
ling bij de jeugdige deelnemers en deel
neemsters liefde voor de natuur aan te
kweken en vooral ook dat zij voor de par
ken en de particuliere tuinen meer eerbied
zullen hebben. „Floralia" heeft dus ook een
pedagogische taak en naar wij van een van
de bestuursleden vernamen, zijn er op dit
gebied al heel aardige resultaten bereikt
Dit is een reden temeer, waarom het Flo
raliawerk zoveel steun ondervindt van de
overheid, de schoolbesturen, de oudercom
missies en ook van de ouders zelf.
Het bestuur van de Bloemendaalse afde
ling van de vereniging „Floralia", dat dit
werk al 25 jaar doet, ondervindt ook steeds
zeer veel medewerking van het onderwij
zend personeel, hetgeen zeer op prijs wordt
gesteld. De onderlinge samenwerking is
ook altijd heel goed, zodat de keuringen in
een prettige sfeer geschieden.
Ter gelegenheid van het honderdjarig
bestaan van de Parochiekerk te Overveen
is bij de drukkerij Sint Jacobs-Godshuis
te Haarlem van de hand van de heer J. A.
M. Bijvoet, stammende uit een bekend oud
Overveens geslacht van blekers en later
ook kwekers, een keurig verzorgd en door
de schrijver met kennis van zaken samen
gesteld boekje verschenen over de geschie
denis van deze parochie. De titel luidt „Bij
het eeuwfeest van de Parochiekerk, toe
gewijd aan O. L. Vrouw Onbevlekt Ont
vangen te Overveen 18561956"; het boek
je werd onder andere aan alle parochianen
uitgereikt.
Deze Overveense kerk kan terugzien op
een rijke historie en in dit jubileumboekje
is nu de geschiedenis van de parochie, haar
kerk en haar viertal herders in die afge
lopen honderd jaar vastgelegd, voorafge
gaan door de geschiedenis van de statie
Overveen (opgericht tegen het einde van de
zeventiende eeuw). Zoals wij al eerder
vermeldden is het oude gebouw bij de
bouw van de huidige kerk in 1856 ver
dwenen.
Pastoor Josephus Theodoi-us van Galen,
die thans te Overveen werkzaam is, is de
twaalfde pastoor sinds 1697 en de vierde
sinds de bouw der kerk in 1856. Deze kerk
in Gotische bouwstijl opgetrokken, werd
tijdens het pastoraat van pastoor Gijsber-
tus Schoonderbeek (18541887) gebouwd
door architect Th. Molkenboer, in zijn tijd
een alom geprezen kerkebouwer. In korte
tijd brachten de parochianen het enorme
bedrag van f 20.000 bijeen, waarbij de
vier kerkmeesters Ant. Neelissen, A. H.
Prinsen, Franc, van Velsen en Ant. Roozen
een belangrijk aandeel leverden.
De vierde april 1855 vond in „Van ouds
het Raadhuis" de aanbesteding plaats. Er
waren vijf inschrijvingen binnengekomen,
variërende tussen f 80.000 en f 59.500. De
begroting was op f 52.800 gesteld. Laagste
inschrijver was H. J. Sebil uit Haarlem
voor f 58.600 en tenslotte werd het werk
aan hem gegund.
Op 24 september 1856 werd de kerk door
mgr. Franciscus Jacobus van Vree plech
tig ingewijd en dit feit wordt thans op
feestelijke wijze herdacht.
Pastoor Schoonderbeek werd opgevolgd
door pastoor Lambertus ten Brink (1887
1924) die een geboren leidersfiguur was en
in Overveen veel tot stand heeft gebracht.
Hij vierde in deze parochie zijn gouden
priesterfeest op 15 augustus 1916.
Zijn opvolger werd pastoor G. van Nie-
kerk, een herder met een blijde en zacht
moedige natuur die bij zijn parochianen
zeer gezien was. Tijdens zijn pastoraat
kwam het parochiehuis „Domi" tot stand,
het latijnse woord voor huis, maar tevens
een herinnering aan de vader van de pas
toor, Dominicus van Niekerk. Op 31 augus
tus 1947 moest hij noodgedwongen door
blindheid van zijn parochianen afscheid
nemen.
Thans, sedert 1947 is pastoor Van Galen,
een kunstzinnig, opgewekt man, parochie
herder in Overveen. Tijdens zijn pastoraat
is de te klein geworden jongensschool met
een fraaie nieuwe vleugel vergroot. Een
grote en een kleine klok werden gewijd
ter vervanging van de in de oorlog ge
roofde. Zijn portret in 1950 door professor
Otto B. de Kat geschilderd betekende een
belangrijke aanwinst voor de rij van pas
toorsportretten, die deze kerk bezit.
ADVERTENTIE
De vice-president van de Ford Motor
Company heeft bijzonderheden bekend ge
maakt van de nieuwe modellen 1957 van
Ford. Er komt onder meer een auto met
een automatisch intrekbaar stalen dak.
Het dak kan automatisch worden weg
geschoven in de bagageruimte. Het glijdt
achteruit naar beneden op rails, die zich
aan de zijkant bevinden, waarna het
bagageruim zich weer sluit. De gehele
bediening geschiedt elektrisch.
De nieuwe modellen van Ford zullen in
Amerika ongeveer 3 percent duurder zijn
dan die van 1956.
ADVERTENTIE
Salon de Coiffure
PERMANENT- WAVE vanaf 15.—
Grote Houtstraat 71rd.
boven Hunkemöller-Lexis - Tel. 19157
Tiède Cap-waves enz.
De dagen worden weer korter, de avonden langer. Geen aan
genamer en nuttiger avondlectuur dan
HAARLEMS DAGBLAD - OPRECHTE HAARLEMSCHE COURANT
De overgrote meerderheid is reeds abonné. Mocht gij daartoe
nog niet behoren, meld u dan nog heden aan.
Ondergetekende:
Naam:
Straat:
Plaats:
wenst zich met ingang van
te abonneren op Haarlems Dagblad
OPRECHTE HAARLEMSCHE COURANT
per kwartaal/per week
Handtekening:
Doorhalen wat niet verlangd wordt.
Zij die zich met ingang van t oktober 1956 per kwartaal abonneren, ontvangen
de nummers tot en met 29 september 1956 gratis. Dit qeldt alleen voor nieuwe
kwartaalabonné's, dus niet voor omzetting van week- in kwartaalabonnementen