Hoge gasten in Rotterdam
geestdriftig verwelkomd
Moorse vorst zaaide sneeuw in Portugal
Van dag tot dag
"AKKERTJES"
Rheumatiek?
Het gunstige weer
maakte schoonschip
Vanmiddag zal ook de Prins zich
bij hen voegen
j
Grote litteraire prijs
voor Herman Teirlinck
WOENSDAG 17 OKTOBER 1956
3
Een lïefdesgebaar
Spit in Uw rug
flitsen Uw klachten wegl
De vogeltrek
HET STAATSIEBEZOEK UIT LIBERIA
Tocht door de havens
Naar de „De Ruyter'
In het Rijksmuseum
Coco Tubman bezocht
Madurodam
T onijnenslachting
„Bescherming Voetgangers"
zendt ministers haar
verlanglijst
Rit met gestolen auto
eindigde in een sloot
Wilde staking te Hengelo
is geëindigd
Beroep op Amsterdamse
gemeenteraad
get werk der kinderpostzegels is met
jg.n weldadig aandoende activiteit der
schoolkinderen gisteren begonnen en het
■iet er naar uit dat ook de actie van dit
jaar weer een klinkend succes zal worden.
Niettemin mag in deze kolom een kleine
aansporing niet achterwege blijven, aange
ven de kinderpostzegelactie tussen de aan
gelegenheden van dag tot dag een zeer
belangrijke en aandacht-verdienende
plaats inneemt.
Wanneer men de ijver aanziet, waarmee
schoolkinderen met de postzegels en
prentbriefkaarten venten, kan men zich
„iet onttrekken aan de indruk dat het
doel in het algemeen de beste pro-
,gandisten vindt in de jeugd. Van lauw
heid en plichtmatigheid weten deze jonge
verkopers niet, zij sjouwen tot het pikke
donker langs de deuren en laten zich door
de onvermijdelijke afwijzingen niet uit het
ve|d slaan. Sommige mensen zullen wel
licht van mening zijn, dat de jeugdige ven
ters lastig worden, en misschien op de
herhaalde belletjes niet meer opendoen
doch er is een uitstekend middel om dat
bellen te voorkomen: postzegels en kaar
ten kopen en de huisdeur voorzien van het
zegeltje, waaruit blijkt dat men zijn keus
reeds gemaakt heeft.
Over het doel dezer postzegelactie is
reeds veel gepubliceerd, zodat uitweidin
gen overbodig zijn. De nadruk moge echter
nogmaals worden gelegd op het feit, dat de
opbrengst dient als noodzakelijke aanvul
ling van datgene, wat de overheid ten koste
legt aan de kinderbescherming.
Dat aan het particuliere initiatief in deze
aangelegenheid ruimte wordt gegeven, is
een verheugende omstandigheid. De staat
treedt coördinerend, regelend en toezicht
houdend op, doch laat de finesses aan de
particuliere instellingen over. Deze moetèn,
in ruil voor die vrijheid, ongeveer 20 °/o
bijdragen in de totale kosten. Voor deze
20% is de postzegelactie georganiseerd en
de opbrengst komt dus zeer direct en on
dubbelzinnig ten goede aan de twintigdui
zend misdeelde kinderen, die ons land telt.
Ziek, zwak, geestelijk of lichamelijk mis
deeld, verwaarloosd, door a-sociale milieus
op het slechte pad gebracht dit alles kan
een kind overkomen en het mag in zijn
nood en hulpeloosheid niet in de steek
worden gelaten.
Dat zovele gezonde kinderen thans het
goede voorbeeld geven en in heilige ijver
de deur plat lopen, moge vele ouderen
die hart en beurs nog gesloten hielden
ertoe bewegen mee te doen met het mas
sale liefdesgebaar, dat door middel van
deze actie wordt gemaakt in de richting
van de kleinen, die liefde zo broodnodig
hebben.
ADVERTENTIE
Gisteren ging de trek na negen uur nog
door, hoewel het beeld wel veranderde.
Later op de ochtend trokken geen vogels
meer de zee over, maar zij kwamen uit zee
terug landinwaarts gevlogen. Dit waren
hoofdzakelijk troepjes spreeuwen en enkele
leeuweriken. Hieruit blijkt, dat er gister
morgen veel trek van spreeuwen over zee
geweest is en geen of zeer weinig zeetrek
van vinken, daar er geen enkele vink uit
zee terug kwam
vliegen. Tegen 12
'Jur verminderde
de trekdrang bij
de vogels en pas
seerden nog maar
enkele troepjes.
Over het binnen
puin was ook de
hele morgen regel
matig trek van
lijsters, spreeuwen, vinken, leeuweriken
en houtduiven. Er vloog ook een troep van
vijftig ganzen over en een ruigpootbuizerd.
Op de post aan de Zeeweg werden van
kwart voor elf tot twaalf uur geteldtwee
hond erdvijf tig spreeuwen terug uit zee
landinwaarts en zeshonderdvijftig spreeu
wen in normale richting, elfhonderd vin
ken, vijftig veldleeuweriken, veertig gras
piepers, een merel en vier lijsters, tien
honte kraaien en zeven roeken, enkele
grasmussen, kneutjes, koolmezen, drie
boerenzwaluwen, drie boompiepers, een
zwarte roodstaart, drie buizerden en een
boomvalk. De troep groenlingen, die al
enkele dagen in de vlierbosjes langs de
zeereep rondzwerft, is aangegroeid van
'waalf tot vijfentwintig en vanmorgen zelfs
a' tot ongeveer zestig vogels. Vanmorgen,
bij de veranderde, nu zuid-zuidwesten
vind, en bewolking met wat lichte mot
sen, was er maar geringe trek. Treft
men zulk weer aan na een aantal slechte
pngen, dan kan er nog een vrij goede trek
bestaan, doordat de vogels opgehouden
z'jn. Nu, na enige goede trekdagen, zijn er
geen ophopingen ontstaan met het gevolg,
bat maar enkele, reeds in het duin aan
wezige vogels langs vliegen. Op de post
aan de Zeeweg noteerde men vanmorgen
|pt half negen zesentachtig spreeuwen, zes
tien vinken, vijf veldleeuweriken, zeven
gpaspiepers, een merel en een troep van
vijftig kraaien, meest bonte kraaien en
enkele kauwtjes.
Vanmorgen is het staatsiebezoek van president William Tubman van Liberia
voortgezet met een korte rijtoer door Rotterdam waar het presidentiële paar,
vergezeld van Koningin Juliana en Prinses Beatrix, omstreeks elf uur arriveerde.
De stoet bestond uit twee koninklijke en vijf volgauto's. Overal langs de route
van de Beukelsdijk naar de Coolsingel stonden dichte rijen kijkers, die de hoge
bezoekers hartelijk toewuifden. Op het bordes voor het stadhuis werd het gezel
schap begroet door burgemeester mr. G. E. van Walsum en de Commissaris der
Koningin mr. J. Klaassesz en dochtertjes van twee Rotterdamse wethouders die
de dames bloemen aanboden. President Tubman inspecteerde vervolgens de
erewacht, gevormd door een detachement mariniers waarna men zich naar de
Burgerzaal begaf. Hier sprak de burgemeester een welkomstwoord en werden
de overige leden van het college en van de raad aan de gasten voorgesteld.
Door de vlaggende binnenstad werd ver
volgens naar het gebouw van de roei- en
zeilvereniging „De Maas" geneden waar
men zich op de „Prinsesseplaat" inscheep
te voor een tocht door de havens, die drie
kwantier duurde. Door de Maastunnel werd
naar het beursgebouw geredem Onderweg
was er nog even gelegenheid Zadkine's
beeld „venmoeste stad" in ogenschouw te
nemen.
Voor de beurs werd het gezelschap ont
vangen door de voorzitter van het Afrika-
Instituut, de heer Ph. A. J. Mees.
De marinierskapel, op de trappen van
het beursgebouw opgesteld, zorgde voor
een vrolijke muzikale verwelkoming.
Coco, het negenjarig dochtertje van de
president van Liberia en haar vriendinne
tje stonden met een veertigtal andere kin
deren eveneens op het bordes. Na aan
komst van de president vertrokken zij
naar de „Rijndam" van de Holland-Ame-
rika Lijn, waar voor hen een kinderpartij
gegeven werd.
In de grote zaal van de Kamer van
Koophandel werd het noenmaal gebruikt.
Aan het eind van de maaltijd bood de heer
Mees de president een geschenk aan, een
zeekaart van de Westkust van Afrika, da-
De koningssloep langszij Hr. Ms.
kruiser „De Ruyter"
terend uit 1606 en vervaardigd door Jodo-
cus Hondius uit Amsterdam, een van de
befaamdste cartografen uit die tijd.
Vanmiddag vertrokken de bezoekers
naar het Huis Ten Bosch in Den Haag,
waar ook Prins Bernhard, teruggekeerd
van zijn Afrikaanse reis, zich bij hen zal
voegen.
Gistermiddag zijn duizenden Amster
dammers getuige geweest van het schouw
spel der varende koningsloep, waarmee de
Koningin en haar gasten over het IJ naar
de kruiser „De Ruyter" geroeid werden.
De scheepvaart op het IJ was stilgelegd,
toen de koningssloep, bemand met adel
borsten van de De Ruyterkade koers zette
naar de oorlogsbodem. Vlak bij de kruiser
werden de riemen uit het water genomen
en rechtop in de sloep gezet, terwijl deze
langzaam naar de staatsietrap dreef.
Op de „De Ruyter" werden de Koningin
en de bezoekers begroet door de minister
van Defensie, ir. C. Staf, de Commandant
Zeemacht Nederland, schout bij nacht G.
R. Fortuyn, en de commandant van de oor
logsbodem, kapitein-ter-zee G. J. Plate-
rink.
Tamboers en pijpers speelden de parade
mars, waarna de marinierskapel onder lei
ding van majoor G. Nieuwland de volks
liederen speelde. Intussen waren de vlag-
De voorzitter van cle Coöperatieve Vei
lingvereniging „Bloemenlust", de heer
A. Berendsen biedt Koningin Juliana
een orchidee aan. In het midden
mevrouw Tubman.
gen, waarmee het schip gepavoiseerd was,
ingehaald en de Koninklijke standaard, als
ook de vlag van Liberia, in de hoofdmast
gehesen.
Na de inspectie van de wacht en een
rondgang over het schip begaven de gasten
zich naar de kajuit, waar zij begroet wer
den door de minister-president dr. W.
Drees en minister J. M. A. H. Luns.
In de salon werd daarna het noenmaal
genuttigd.
De dag werd besloten met een bezoek
aan het Rijksmuseum waar onder meer de
Vlaamse primitieven, de Italiaanse zaal en
de Oudhollandse meesters met als apo
theose de Nachtwacht, werden bezichtigd.
Bij de journalisten die de rondgang
volgden, bevonden zich ook twee Libe
riaanse studenten, mej. Wiliette Martin,
die röntgenologie studeert in Utrecht en
mejuffrouw Florence Gadegbeku, die che
mie in Leiden doet. Zij werken mee aan
een klankbeeld, dat de wereldomroep van
het bezoek van de president maakt en dat
bestemd is voor de omroep in Liberia.
Toen burgemeester d'Ailly het tweetal op
merkte, stelde hij de dames aan Koningin
ooccoccocoooooococcocccccooooccöQOO^ccoccqccoooooocoooo<
In gezelschap van mevrouw Zinnincq
Bergmann, de echtgenote van de hof
maarschalk, hebben de negenjarige
„Coco" WilhelminaTubman, het doch
tertje van de president en haar 10-jarig
vriendinnetje Bankie King, dinsdag een
8 bezoek aan de miniatuurstad Maduro-
dam gebracht.
8 Hoewel Madurodam zondag officieel
gesloten werd, was er ter gelegenheid
van dit bijzondere bezoek voor gezorgd
o dat er nog „leven" genoeg was. De trei-
8 nen reden af en aan, uit de toren van
j Lange Jan kwamen tinkelende wijsjes
van het carillon en op de grote ver-
8 keersweg was volop drukte.
8 Ruim anderhalf uur hebben de kin-
8 deren in Madurodam doorgebracht en
0 zich voortreffelijk geamuseerd.
8 Na afloop van de rondleiding kreeg
8 ieder van hen een pop in Hollandse
klederdracht ten geschenke.
XXX>DSOCCOCXXXX»OCX>DSOOOC<XXX>OCOOO(XXXXX»COOOCXXXXXXXX»D:
De visvangst is er een be
langrijk middel van bestaan.
In het prille voorjaar, lang
voordat onze lente begint,
worden de kwalijke geuren
van dit kostelijke voedsel uit
de zee echter verdrongen
door de zoete aroma van de
bloeiende amandelbomen.
Dan is het land overdekt met
een smetteloos wit tapijt van
kleine bloempjes.
Volgens de overlevering
heeft Algarve deze cultuur te
danken aan het heimwee van
een in noordelijker streken
geboren prinses. In de tijd
van de Arabische overheer
sing, zo'n zes eeuwen geleden,
had een Moorse vorst een
Noorse, blonde en blauwogige
prinses geschaakt en haar
aan zijn al welvoorziene ha
rem toegevoegd. Maar de
Germaanse maagd kón niet
wennen aan de als maar
drukkende warmte en de
eentonige gelijkmatigheid
van het klimaat. Niets was in
staat haar te troosten en on
der de ogen van haar wan
hopige meester dreigde zij
weg te kwijnen. Dagenlang
weigerde zij op te staan; lie
ver droomde zij van haar
woeste noorden dan iets te
zien van deze afschuwelijke
streek.
Haar apathie ten opzichte
van haar omgeving gaf de
vorst gelegenheid een groots
plan uit te voeren. Hij liet de
uitgestrekte paleistuinen vol-
planten met amandelboom
pjes zoiets gaat in een
overlevering spelenderwijs,
nietwaar? In februari voltrok
zich in de natuur het wonder
van een schone verandering.
Op een ochtend nam de vorst
de verzwakte en vederlichte
prinses in zijn armen en liep
naar het raam. „Sneeuw!"
riep de prinses verrukt. Van
dat moment af schikte zij
rich in haar lot en kreeg Al-
garve zelfs lief.
Aangezien wij Algarve niet
in het voorjaar, doch in juli
bezochten, hebben wij niet
met eigen ogen van het bloe-
menfeest genoten, noch met
Volgens velen begint Afrika niet aan gene zijde van de
Middellandse Zee, maar in Portugal, ten zuiden van de
heuvelruggen van Monchique en Chaldeirao, dia een na
tuurlijke barrière vormen tussen de Zuid-Portugese 'pro
vincie Algarve en de rest van het land. Het mag een tikje
overdreven zijn en toch zal de reiziger, als hij van een
hoogte af zijn blik laat gaan over het stadje Olhao, licht
kunnen denken een wijk van Algiers of Oran voor zich te
zien. De kubusvormige, helwitte huizen, waarvan de
dakterrassen via een buitenom lopende trap bereikbaar
zijn en de als fijn kantwerk tegen de puurblauwe hemel
afstekende palmen doen bepaald on-Europees aan.
eigen neus de bedwelmende
bloemengeur opgesnoven. In
plaats daarvan sloeg ons bij
het verlaten van de auto een
hogelijk onaangename com
binatie van luchtjes op de
keel: visafval en riooldam-
pen. Dat was pech, maar we
zaten tenminste meteen mid
den in de ernst van het Al-
garviaanse leven, waardoor
de herinnering van de ro
mantische legende op slag
naar de achtergrond werd
gedrongen.
De visafval was een onwel
riekend bewijs van de sei
zoensactiviteit. Het kostte
weinig moeite om gedaan te
krijgen wat we beoogden:
mee te gaan op de tonijnen
vangst, die wel eens „a toi-
rada do mar", het stierenge
vecht van de zee, wordt ge
noemd.
De tonijn kan opgroeien tot
een formidabele knaap van
tweeëneenhalve meter lengte
en een gewicht van honderd
vijftig kilo, maar snugger is
hij echt niet. Daarop is de
vangmethode gebaseerd. Vijf
coöperaties van vissers ex
ploiteren elk één geweldig en
kostbaar net. Het is ongeveer
vijf kilometer lang en ligt tot
een diepte van twintig meter
in zee, loodrecht op de kust.
De mazen zijn een vierkante
meter groot. Door middel van
kurken drijvers is het net
met allerlei hoeken op de
zeebodem verankerd. De vis
sen, die tegen de wind en de
stroming in zwemmen, wat
betekent, dat zij in de zomer
maanden van oost naar west
gaan, zien hun trek gestuit
door het voor hen hangende
net. Zij zouden er gemakke
lijk doorheen kunnen, maar
dat doen zij nu eenmaal niet.
Zij zwenken af, komen in een
hoek terecht, veranderen
weer van richting en nog
eens en nog eens en dan
vinden de koplopers een uit
weg. Weten zij veel, dat het
een reusachtige fuik is! Zo
belanden zij in een geheel
door een net afgesloten ruim
te van honderd meter in het
vierkant, weer met die grote
mazen. Nog zouden zij aan
hun tragisch einde kunnen
ontkomen, maar helaas, het
dringt niet tot hun visse-
hersens door, dat er vol
doende ontsnappingsmoge
lijkheden zijn. Tot de ruste
loos zoekende dieren een
tweede opening ontdekken:
nogmaals een fuik. Deze uit
weg leidt naar de „copa
final", het eindnet, dat heel
fijne mazen heeft. Daarom
heen liggen de barkjes in een
vierkant van vijftig bij vijf
tig meter.
De bootjes waren in positie
gekomen rondom de copa
final en men had ons aange
raden ons op een bepaald
teken stevig aan de mast vast
te houden. Op een gegeven
moment wij zagen nog
niets, maar de vissers wisten,
dat het net behoorlijk vol
moest zijn - kwam dat teken,
een schrille fluittoon. En toen
ontwikkelde zich voor onze
ogen een angstwekkend en
tegelijk grandioos schouw
spel. Onder het zingen van
bizarre, Moors klinkende lie
deren, werd rondom het net
gehaald. Het duurde minuten
en voorlopig wees niets op de
aanwezigheid van een grote
buit, want in doodsangst ble
ven de tonijnen zo dicht mo
gelijk bij de bodem van het
net.
Plotseling veranderde de
zee zonder overgang in een
woest kolkende mallemolen.
De prachtige zilveren vissen
schoten als bliksemschichten
in vertwijfeling door elkaar
heen. De ogenschijnlijk logge
lichamen bewogen zich weer
galoos sierlijk en sneller dan
stekelbaarsjes. Zij beukten
het water met hun machtige
staarten en in een minimum
van tijd waren wij doornat
en overdekt met schuim. Ge
fascineerd keken wij toe.
Harpoenen en haken flitsten
in de zon en aan alle kanten
werden zieltogende vissen
aan boord getrokken. Er
stond nu nog een meter wa
ter boven het net en de to
nijnen spartelden als een
verwarde hoop in het midden
ervan. Daar sprongen ver
scheidene vissers in zee en
gingen hun prooi in hun
eigen element te lijf. Eén
klap van een staart zou min
stens een arm- of beenbreuk
betekenen, maar er gebeurde
niets deze mannen ver
stonden hun werk.
„Een goede vangst", zei
onze buurman in de bark,
„honderddrieëndertig stuks."
Zij haalde wel niet bij het
record van vorig jaar, toen
met één trek zeshonderdvijf
enveertig tonijnen werden
buitgemaakt, maar de con-
servenfabriek van Vila Real
kon toch weer vooruit.
Wij gaven geen commen
taar, voelden ons ellendig in
onze natte kleren en gruw
den nog van de doorgestane
emotie. Nee, het zou lang
duren, voordat we ons tegoed
zouden doen aan tonijnen
vlees, dachten we, al wordt
het nóg zo door fijnproevers
geprezen. Als we ooit nog
eens de kans krijgen naar
Algarve te gaan, hopen we
dat te doen in de tijd van de
bloeiende amandelbomen.
J. F. Kemming
Juliana voor, die belangstellend informeer
de naar hun studie en hen daarbij veel
succes toewenste. Ook de president drukte
de hand van zijn beide landgenoten die al
vier jaar in ons land studeren.
De president vertelde, toen het gezel
schap de thee gebruikte, dat men in Libe
ria bezig is, een eigen museum in te rich
ten en er een collectie van voornamelijk
moderne kunst bijeen te brengen. Dit mu
seum zal volgend jaar worden geopend.
De Nederlandse Vereniging tot Bescher
ming van Voetgangers heeft telegrammen
gezonden aan de ministers van Verkeer en
Waterstaat, van Justitie, van Sociale Za
ken en Volksgezondheid en van Onderwijs,
Kunsten en Wetenschappen, waarin zij de
wens uitspreekt, dat de ministers elk op
hun terrein al het mogelijke zullen doen
ter bevordering van de verkeersveiligheid.
Aan de minister van Verkeer en Water
staat wordt gevraagd „een complex van
maatregelen, dat aan alle weggebruikers
met inbegrip van de kwetsbare voetgangers
redelijke kansen zal geven op lijfsbehoud,
waarop zij als burgers aanspraak mogen
maken". Een van deze maatregelen zou
volgens de vereniging de wederinvoering
van snelheidsbeperking zijn.
Aan de minister van Justitie wordt een
gestrenge bestraffing van de veroorzakers
der verkeersonveiligheid gevraagd.
Aan de minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid vraagt de vereniging
maatregelen om te bevorderen, dat alle be
rijders van gemotoriseerde voertuigen
wettelijk worden verplicht een verzekering
tegen wettelijke aansprakelijkheid te
sluiten.
Aan de minister van Onderwijs, Kun
sten en Wetenschappen tenslotte verzoekt
de vereniging te bevorderen, dat aan de
technische hogescholen in Delft en Eind
hoven leerstoelen worden opgericht in de
technische mogelijkheden tot beveiliging
van weggebruikers. Deze leerstoelen zou
den tevens dienstbaar moeten zijn aan het
werk van een op te richten adviescentrum
inzake verkeersproblemen.
Zes Hilversumse knapen', één van 18, drie
van 17, één van 15 en één van 14 jaar,
hebben een geparkeerde bestelauto wegge
nomen en zijn ermee naar de Belgische
grens gereden. Het plan was naar België
te gaan. Weliswaar hadden zij geen geld,
maar wel een banjo en zij meenden met
dit muziekinstrument bij onze zuiderburen
de kost te kunnen verdienen. In Zundert,
vlak bij de grens, reden zij met de bestel
auto in een sloot. Dat liep nogal goed af,
want de wagen werd slechts licht bescha
digd. De knapen zetten de tocht te voet
voort en slaagden erin ongemerkt op Bel
gisch grondgebied te komen. Het duurde
echter niet lang of zij werden door een
rijkswacht aangehouden, die de comman
dant van de rijkspolitie in Zundert, waar
de auto inmiddels in de sloot was aange
troffen, waarschuwde. Het zestal werd over
de grens gezet, waar de rijkspolitie al stond
te wachten. De jongens werden naar Hil
versum teruggebracht. De banjo hadden zij
bij hun avonturen verspeeld.
De maandag bij de kant- en kousen-
fabriek n.v. De Jong en Van Dam te Hen
gelo uitgebroken wilde staking is geëin
digd. De besprekingen tussen directie en
ondernemingsraad hebben ertoe geleid dat
het personeel in de toekomst een aandeel
in de winst zal krijgen. Binnen vier weken
zal het aandeel over het afgasloten boek
jaar worden uitgekeerd.
Enige Amsterdamse hoogleraren, letter
kundigen, predikanten en anderen hebben
in een adres aan de Amsterdamse gemeen
teraad verzocht de gemeente-arbeiders, die
na de staking in het voorjaar van 1955
werden ontslagen, weer in dienst te nemen.
Adressanten hebben vernomen, dat de
Centrale Raad van Beroep inzake het ont
slag van vijf Amsterdamse gemeente
arbeiders de uitspraak van het gemeente
lijk scheidsgerecht bevestigd heeft. Het
hoger beroep betreffende 57 soortgelijke
ontslagzaken is op grond van deze uit
spraak ingetrokken.
Adressanten zijn van mening het inzicht
te vertolken van een grote groep van de
Amsterdamse bevolking, die pijnlijk ge
troffen is door het streng en definitief ka
rakter van de genomen beslissing. Zij doen
daarom een dringend beroep op de raad,
de ontslagenen alsnog weer in gemeente
dienst op te nemen.
Het adres is ondertekend door: Ben Al-
bach, Piet Bakker, prof. dr. B. Becker, mr.
J. M. Bierens de Haan, R. Blijstra, dr. J.
van Breemen, ds. J. J. Buskes, prof. dr. N.
A. Donkersloot, prof. dr. R. van Dijk, prof.
dr. J. J. Fahrenfort, dr. A. S. Groen, M.
Groen-Van Beverwijk, J. ten Have, prof.
dr. W. G. Hellinga, Rika Hopper, dr. J. F.
de Jongh, prof. dr. W. J. Kooiman, Hildo
Krop, ds. K. H. Kroon, ds. F. Kuiper,
douarière H. Laman Trip-De Beaufort,
Bertus van Lier, prof. dr. D. Loenen, prof.
dr. J. van Loghem, dr. P. Meertens, mr. L.
Mok, dr. H. Musaph, prof. dr. G: G. van
Niftrik, dr. O. Noordenbos, prof. dr. J.
Presser, A. Radecker-Ter Herkei, prof. dr.
J. M. Romein, dr. A. Romein-Verschoor, ir.
F. E. Samson, dr. J. Suys, dr. S. J. Suys-
Reitsma, ds. H. A. Visser, A. Viruly, dr. V.
van Vriesland, prof. dr. W. F. Wertheim,
mr. H. P. L. Wiessing, Th. Wink, J. Winte-
rink, Sam de Wolff, Jan van Zutphen en
drs. W. Ph. Pos.
De minister van Openbaar Onderwijs in
Brussel en de minister van Onderwijs,
Kunsten en Wetenschappen in Den Haag
hebben, na kennisneming van het advies
van de jury voor de toekenning van de
Prijs der Nederlandse Letteren, besloten
deze prijs voor 1956 toe te kennen aan de
auteur Herman Teirlinck in Brussel. De
uitreiking van de prijs zal op zaterdag 27
oktober in de ridderzaal te Den Haag door
Koningin Juliana worden verricht in tegen
woordigheid van autoriteiten en genodig
den. De jury voor de toekenning van de
prijs was als volgt samengesteld: Maurice
Gilliams, lid en voorzitter, Jan Engelman,
Karei Jonckheere, prof. dr. P. Minaeraa,
Achilla Mussche en prof. dr. G. Stuiveling,
leden, dr. R. de Meyer in Brussel en H. J.
Michael in Den Haag, secretarissen. De
schrijver Herman Teirlinck werd op 24
februari 1879 in St. Jans Molenbeek bij
Brussel geboren. Hij maakte deel uit van
de Koninklijke Vlaamse Academie en is
Herman Teirlinck
een der laatste overlevenden van de litte
raire beweging „Van nu en straks", aan
vankelijk een zusterbeweging van de
„Nieuwe Gids", waarin hij omstreeks de
eeuwwisseling was verenigd met een aantal
Vlaamse jongeren. Tot deze beweging be
hoorden ook Karei van de Woestijné, Stijn
Streuvels, August Vermeylen, Cyriel Buys-
se, Prosper van Langendonck en Toussaint
van Boelaere. Onze litteraire criticus
C. J. E. Dinaux, schreef hierover bij Teir-
lincks vijfenzeventigste verjaardag in 1954:
„Geen twijfel aan, of het is met z'n allen
geweest, dat zij de grenzen van het pro
vincialisme doorbraken in een vurig-en-
thousiaste stormloop; dat zij aan het
Vlaamse ontvankelijke hart een critische
geest, aan die geest een verstrekkende roe
ping en aan die roeping de macht van het
wooi-d meegaven: van het Vlaamse woord,
dat wilde gaan klinken .voor het forum van
Europa".
Teirlinck studeerde aan de universiteiten
van Brussel en Gent. Na een ambtsperiode
aan het Brussels stadsbestuur kreeg hij in
1928 opdracht aan de Belgische prinsen les
in Nederlands te geven; hij is nu nog
leraar aan het hof van België. Teirlinck
was particulier adviseur van koning Albert
en thans leidt hij het letterkundig „Nieuw
Vlaams tijdschrift". Hij is voorts directeur
van het Hoger Instituut voor Sierkunsten
in Brussel en adviseur van de regering bij
het „Nationaal ^oneel" van België. Zijn
letterkundig werk is omvangrijk en zeer
verscheiden. Het omvat gedichten, novel
len, romans en toneelstukken. Zijn publi
caties zijn: „De wonderbare wereld" (1902),
„Het stille gesternte" (1903), „De doolage"
(1905), „De zon" (1907), „Meneer Serjans-
zoon, orator didacticus" (1908), „Het ivoren
aapje" (1908), „Maria Speermalie" (1941),
„Het gevecht met de engel (1953) en „Gal
gemaal" (1955). Zijn toneelstukken zijn:
„De vertraagde film" (1922), „Ave" (1923),
„Ik dien" (1924), „De man zonder lijf"
(1925), „Elckerlyc" (1937) en „De ekster
op de gang" (1938). In 1955 verscheen een
uitgave van zijn verzameld werk. In 1925
werd aan Teirlinck de Belgische Staatsprijs
voor toneellitteratuur toegekend. Wij cite
ren tenslotte nogmaals onze criticus voor
letteren: „Een halve eeuw schrijversleven
lang, bleef hij die hij was: éen, die er zich
diep van bewust is, dat hij leeft op een vul
kaan. Het leven als onverwoestbare vrucht
baarheid, als ondoorgrondelijke geheimzin
nigheid, het leven als noodlot en zinnestre-
ling is er hem te liever om. Hij omspeelde
het met zijn ironie, hanteerde het met zijn
woordkunst, beleed het met zijn natuur
drift"..