Hoge gasten in Rotterdam geestdriftig verwelkomd Moorse vorst zaaide sneeuw in Portugal Van dag tot dag "AKKERTJES" Rheumatiek? Het gunstige weer maakte schoonschip Vanmiddag zal ook de Prins zich bij hen voegen j Grote litteraire prijs voor Herman Teirlinck WOENSDAG 17 OKTOBER 1956 3 Een lïefdesgebaar Spit in Uw rug flitsen Uw klachten wegl De vogeltrek HET STAATSIEBEZOEK UIT LIBERIA Tocht door de havens Naar de „De Ruyter' In het Rijksmuseum Coco Tubman bezocht Madurodam T onijnenslachting „Bescherming Voetgangers" zendt ministers haar verlanglijst Rit met gestolen auto eindigde in een sloot Wilde staking te Hengelo is geëindigd Beroep op Amsterdamse gemeenteraad get werk der kinderpostzegels is met jg.n weldadig aandoende activiteit der schoolkinderen gisteren begonnen en het ■iet er naar uit dat ook de actie van dit jaar weer een klinkend succes zal worden. Niettemin mag in deze kolom een kleine aansporing niet achterwege blijven, aange ven de kinderpostzegelactie tussen de aan gelegenheden van dag tot dag een zeer belangrijke en aandacht-verdienende plaats inneemt. Wanneer men de ijver aanziet, waarmee schoolkinderen met de postzegels en prentbriefkaarten venten, kan men zich „iet onttrekken aan de indruk dat het doel in het algemeen de beste pro- ,gandisten vindt in de jeugd. Van lauw heid en plichtmatigheid weten deze jonge verkopers niet, zij sjouwen tot het pikke donker langs de deuren en laten zich door de onvermijdelijke afwijzingen niet uit het ve|d slaan. Sommige mensen zullen wel licht van mening zijn, dat de jeugdige ven ters lastig worden, en misschien op de herhaalde belletjes niet meer opendoen doch er is een uitstekend middel om dat bellen te voorkomen: postzegels en kaar ten kopen en de huisdeur voorzien van het zegeltje, waaruit blijkt dat men zijn keus reeds gemaakt heeft. Over het doel dezer postzegelactie is reeds veel gepubliceerd, zodat uitweidin gen overbodig zijn. De nadruk moge echter nogmaals worden gelegd op het feit, dat de opbrengst dient als noodzakelijke aanvul ling van datgene, wat de overheid ten koste legt aan de kinderbescherming. Dat aan het particuliere initiatief in deze aangelegenheid ruimte wordt gegeven, is een verheugende omstandigheid. De staat treedt coördinerend, regelend en toezicht houdend op, doch laat de finesses aan de particuliere instellingen over. Deze moetèn, in ruil voor die vrijheid, ongeveer 20 °/o bijdragen in de totale kosten. Voor deze 20% is de postzegelactie georganiseerd en de opbrengst komt dus zeer direct en on dubbelzinnig ten goede aan de twintigdui zend misdeelde kinderen, die ons land telt. Ziek, zwak, geestelijk of lichamelijk mis deeld, verwaarloosd, door a-sociale milieus op het slechte pad gebracht dit alles kan een kind overkomen en het mag in zijn nood en hulpeloosheid niet in de steek worden gelaten. Dat zovele gezonde kinderen thans het goede voorbeeld geven en in heilige ijver de deur plat lopen, moge vele ouderen die hart en beurs nog gesloten hielden ertoe bewegen mee te doen met het mas sale liefdesgebaar, dat door middel van deze actie wordt gemaakt in de richting van de kleinen, die liefde zo broodnodig hebben. ADVERTENTIE Gisteren ging de trek na negen uur nog door, hoewel het beeld wel veranderde. Later op de ochtend trokken geen vogels meer de zee over, maar zij kwamen uit zee terug landinwaarts gevlogen. Dit waren hoofdzakelijk troepjes spreeuwen en enkele leeuweriken. Hieruit blijkt, dat er gister morgen veel trek van spreeuwen over zee geweest is en geen of zeer weinig zeetrek van vinken, daar er geen enkele vink uit zee terug kwam vliegen. Tegen 12 'Jur verminderde de trekdrang bij de vogels en pas seerden nog maar enkele troepjes. Over het binnen puin was ook de hele morgen regel matig trek van lijsters, spreeuwen, vinken, leeuweriken en houtduiven. Er vloog ook een troep van vijftig ganzen over en een ruigpootbuizerd. Op de post aan de Zeeweg werden van kwart voor elf tot twaalf uur geteldtwee hond erdvijf tig spreeuwen terug uit zee landinwaarts en zeshonderdvijftig spreeu wen in normale richting, elfhonderd vin ken, vijftig veldleeuweriken, veertig gras piepers, een merel en vier lijsters, tien honte kraaien en zeven roeken, enkele grasmussen, kneutjes, koolmezen, drie boerenzwaluwen, drie boompiepers, een zwarte roodstaart, drie buizerden en een boomvalk. De troep groenlingen, die al enkele dagen in de vlierbosjes langs de zeereep rondzwerft, is aangegroeid van 'waalf tot vijfentwintig en vanmorgen zelfs a' tot ongeveer zestig vogels. Vanmorgen, bij de veranderde, nu zuid-zuidwesten vind, en bewolking met wat lichte mot sen, was er maar geringe trek. Treft men zulk weer aan na een aantal slechte pngen, dan kan er nog een vrij goede trek bestaan, doordat de vogels opgehouden z'jn. Nu, na enige goede trekdagen, zijn er geen ophopingen ontstaan met het gevolg, bat maar enkele, reeds in het duin aan wezige vogels langs vliegen. Op de post aan de Zeeweg noteerde men vanmorgen |pt half negen zesentachtig spreeuwen, zes tien vinken, vijf veldleeuweriken, zeven gpaspiepers, een merel en een troep van vijftig kraaien, meest bonte kraaien en enkele kauwtjes. Vanmorgen is het staatsiebezoek van president William Tubman van Liberia voortgezet met een korte rijtoer door Rotterdam waar het presidentiële paar, vergezeld van Koningin Juliana en Prinses Beatrix, omstreeks elf uur arriveerde. De stoet bestond uit twee koninklijke en vijf volgauto's. Overal langs de route van de Beukelsdijk naar de Coolsingel stonden dichte rijen kijkers, die de hoge bezoekers hartelijk toewuifden. Op het bordes voor het stadhuis werd het gezel schap begroet door burgemeester mr. G. E. van Walsum en de Commissaris der Koningin mr. J. Klaassesz en dochtertjes van twee Rotterdamse wethouders die de dames bloemen aanboden. President Tubman inspecteerde vervolgens de erewacht, gevormd door een detachement mariniers waarna men zich naar de Burgerzaal begaf. Hier sprak de burgemeester een welkomstwoord en werden de overige leden van het college en van de raad aan de gasten voorgesteld. Door de vlaggende binnenstad werd ver volgens naar het gebouw van de roei- en zeilvereniging „De Maas" geneden waar men zich op de „Prinsesseplaat" inscheep te voor een tocht door de havens, die drie kwantier duurde. Door de Maastunnel werd naar het beursgebouw geredem Onderweg was er nog even gelegenheid Zadkine's beeld „venmoeste stad" in ogenschouw te nemen. Voor de beurs werd het gezelschap ont vangen door de voorzitter van het Afrika- Instituut, de heer Ph. A. J. Mees. De marinierskapel, op de trappen van het beursgebouw opgesteld, zorgde voor een vrolijke muzikale verwelkoming. Coco, het negenjarig dochtertje van de president van Liberia en haar vriendinne tje stonden met een veertigtal andere kin deren eveneens op het bordes. Na aan komst van de president vertrokken zij naar de „Rijndam" van de Holland-Ame- rika Lijn, waar voor hen een kinderpartij gegeven werd. In de grote zaal van de Kamer van Koophandel werd het noenmaal gebruikt. Aan het eind van de maaltijd bood de heer Mees de president een geschenk aan, een zeekaart van de Westkust van Afrika, da- De koningssloep langszij Hr. Ms. kruiser „De Ruyter" terend uit 1606 en vervaardigd door Jodo- cus Hondius uit Amsterdam, een van de befaamdste cartografen uit die tijd. Vanmiddag vertrokken de bezoekers naar het Huis Ten Bosch in Den Haag, waar ook Prins Bernhard, teruggekeerd van zijn Afrikaanse reis, zich bij hen zal voegen. Gistermiddag zijn duizenden Amster dammers getuige geweest van het schouw spel der varende koningsloep, waarmee de Koningin en haar gasten over het IJ naar de kruiser „De Ruyter" geroeid werden. De scheepvaart op het IJ was stilgelegd, toen de koningssloep, bemand met adel borsten van de De Ruyterkade koers zette naar de oorlogsbodem. Vlak bij de kruiser werden de riemen uit het water genomen en rechtop in de sloep gezet, terwijl deze langzaam naar de staatsietrap dreef. Op de „De Ruyter" werden de Koningin en de bezoekers begroet door de minister van Defensie, ir. C. Staf, de Commandant Zeemacht Nederland, schout bij nacht G. R. Fortuyn, en de commandant van de oor logsbodem, kapitein-ter-zee G. J. Plate- rink. Tamboers en pijpers speelden de parade mars, waarna de marinierskapel onder lei ding van majoor G. Nieuwland de volks liederen speelde. Intussen waren de vlag- De voorzitter van cle Coöperatieve Vei lingvereniging „Bloemenlust", de heer A. Berendsen biedt Koningin Juliana een orchidee aan. In het midden mevrouw Tubman. gen, waarmee het schip gepavoiseerd was, ingehaald en de Koninklijke standaard, als ook de vlag van Liberia, in de hoofdmast gehesen. Na de inspectie van de wacht en een rondgang over het schip begaven de gasten zich naar de kajuit, waar zij begroet wer den door de minister-president dr. W. Drees en minister J. M. A. H. Luns. In de salon werd daarna het noenmaal genuttigd. De dag werd besloten met een bezoek aan het Rijksmuseum waar onder meer de Vlaamse primitieven, de Italiaanse zaal en de Oudhollandse meesters met als apo theose de Nachtwacht, werden bezichtigd. Bij de journalisten die de rondgang volgden, bevonden zich ook twee Libe riaanse studenten, mej. Wiliette Martin, die röntgenologie studeert in Utrecht en mejuffrouw Florence Gadegbeku, die che mie in Leiden doet. Zij werken mee aan een klankbeeld, dat de wereldomroep van het bezoek van de president maakt en dat bestemd is voor de omroep in Liberia. Toen burgemeester d'Ailly het tweetal op merkte, stelde hij de dames aan Koningin ooccoccocoooooococcocccccooooccöQOO^ccoccqccoooooocoooo< In gezelschap van mevrouw Zinnincq Bergmann, de echtgenote van de hof maarschalk, hebben de negenjarige „Coco" WilhelminaTubman, het doch tertje van de president en haar 10-jarig vriendinnetje Bankie King, dinsdag een 8 bezoek aan de miniatuurstad Maduro- dam gebracht. 8 Hoewel Madurodam zondag officieel gesloten werd, was er ter gelegenheid van dit bijzondere bezoek voor gezorgd o dat er nog „leven" genoeg was. De trei- 8 nen reden af en aan, uit de toren van j Lange Jan kwamen tinkelende wijsjes van het carillon en op de grote ver- 8 keersweg was volop drukte. 8 Ruim anderhalf uur hebben de kin- 8 deren in Madurodam doorgebracht en 0 zich voortreffelijk geamuseerd. 8 Na afloop van de rondleiding kreeg 8 ieder van hen een pop in Hollandse klederdracht ten geschenke. XXX>DSOCCOCXXXX»OCX>DSOOOC<XXX>OCOOO(XXXXX»COOOCXXXXXXXX»D: De visvangst is er een be langrijk middel van bestaan. In het prille voorjaar, lang voordat onze lente begint, worden de kwalijke geuren van dit kostelijke voedsel uit de zee echter verdrongen door de zoete aroma van de bloeiende amandelbomen. Dan is het land overdekt met een smetteloos wit tapijt van kleine bloempjes. Volgens de overlevering heeft Algarve deze cultuur te danken aan het heimwee van een in noordelijker streken geboren prinses. In de tijd van de Arabische overheer sing, zo'n zes eeuwen geleden, had een Moorse vorst een Noorse, blonde en blauwogige prinses geschaakt en haar aan zijn al welvoorziene ha rem toegevoegd. Maar de Germaanse maagd kón niet wennen aan de als maar drukkende warmte en de eentonige gelijkmatigheid van het klimaat. Niets was in staat haar te troosten en on der de ogen van haar wan hopige meester dreigde zij weg te kwijnen. Dagenlang weigerde zij op te staan; lie ver droomde zij van haar woeste noorden dan iets te zien van deze afschuwelijke streek. Haar apathie ten opzichte van haar omgeving gaf de vorst gelegenheid een groots plan uit te voeren. Hij liet de uitgestrekte paleistuinen vol- planten met amandelboom pjes zoiets gaat in een overlevering spelenderwijs, nietwaar? In februari voltrok zich in de natuur het wonder van een schone verandering. Op een ochtend nam de vorst de verzwakte en vederlichte prinses in zijn armen en liep naar het raam. „Sneeuw!" riep de prinses verrukt. Van dat moment af schikte zij rich in haar lot en kreeg Al- garve zelfs lief. Aangezien wij Algarve niet in het voorjaar, doch in juli bezochten, hebben wij niet met eigen ogen van het bloe- menfeest genoten, noch met Volgens velen begint Afrika niet aan gene zijde van de Middellandse Zee, maar in Portugal, ten zuiden van de heuvelruggen van Monchique en Chaldeirao, dia een na tuurlijke barrière vormen tussen de Zuid-Portugese 'pro vincie Algarve en de rest van het land. Het mag een tikje overdreven zijn en toch zal de reiziger, als hij van een hoogte af zijn blik laat gaan over het stadje Olhao, licht kunnen denken een wijk van Algiers of Oran voor zich te zien. De kubusvormige, helwitte huizen, waarvan de dakterrassen via een buitenom lopende trap bereikbaar zijn en de als fijn kantwerk tegen de puurblauwe hemel afstekende palmen doen bepaald on-Europees aan. eigen neus de bedwelmende bloemengeur opgesnoven. In plaats daarvan sloeg ons bij het verlaten van de auto een hogelijk onaangename com binatie van luchtjes op de keel: visafval en riooldam- pen. Dat was pech, maar we zaten tenminste meteen mid den in de ernst van het Al- garviaanse leven, waardoor de herinnering van de ro mantische legende op slag naar de achtergrond werd gedrongen. De visafval was een onwel riekend bewijs van de sei zoensactiviteit. Het kostte weinig moeite om gedaan te krijgen wat we beoogden: mee te gaan op de tonijnen vangst, die wel eens „a toi- rada do mar", het stierenge vecht van de zee, wordt ge noemd. De tonijn kan opgroeien tot een formidabele knaap van tweeëneenhalve meter lengte en een gewicht van honderd vijftig kilo, maar snugger is hij echt niet. Daarop is de vangmethode gebaseerd. Vijf coöperaties van vissers ex ploiteren elk één geweldig en kostbaar net. Het is ongeveer vijf kilometer lang en ligt tot een diepte van twintig meter in zee, loodrecht op de kust. De mazen zijn een vierkante meter groot. Door middel van kurken drijvers is het net met allerlei hoeken op de zeebodem verankerd. De vis sen, die tegen de wind en de stroming in zwemmen, wat betekent, dat zij in de zomer maanden van oost naar west gaan, zien hun trek gestuit door het voor hen hangende net. Zij zouden er gemakke lijk doorheen kunnen, maar dat doen zij nu eenmaal niet. Zij zwenken af, komen in een hoek terecht, veranderen weer van richting en nog eens en nog eens en dan vinden de koplopers een uit weg. Weten zij veel, dat het een reusachtige fuik is! Zo belanden zij in een geheel door een net afgesloten ruim te van honderd meter in het vierkant, weer met die grote mazen. Nog zouden zij aan hun tragisch einde kunnen ontkomen, maar helaas, het dringt niet tot hun visse- hersens door, dat er vol doende ontsnappingsmoge lijkheden zijn. Tot de ruste loos zoekende dieren een tweede opening ontdekken: nogmaals een fuik. Deze uit weg leidt naar de „copa final", het eindnet, dat heel fijne mazen heeft. Daarom heen liggen de barkjes in een vierkant van vijftig bij vijf tig meter. De bootjes waren in positie gekomen rondom de copa final en men had ons aange raden ons op een bepaald teken stevig aan de mast vast te houden. Op een gegeven moment wij zagen nog niets, maar de vissers wisten, dat het net behoorlijk vol moest zijn - kwam dat teken, een schrille fluittoon. En toen ontwikkelde zich voor onze ogen een angstwekkend en tegelijk grandioos schouw spel. Onder het zingen van bizarre, Moors klinkende lie deren, werd rondom het net gehaald. Het duurde minuten en voorlopig wees niets op de aanwezigheid van een grote buit, want in doodsangst ble ven de tonijnen zo dicht mo gelijk bij de bodem van het net. Plotseling veranderde de zee zonder overgang in een woest kolkende mallemolen. De prachtige zilveren vissen schoten als bliksemschichten in vertwijfeling door elkaar heen. De ogenschijnlijk logge lichamen bewogen zich weer galoos sierlijk en sneller dan stekelbaarsjes. Zij beukten het water met hun machtige staarten en in een minimum van tijd waren wij doornat en overdekt met schuim. Ge fascineerd keken wij toe. Harpoenen en haken flitsten in de zon en aan alle kanten werden zieltogende vissen aan boord getrokken. Er stond nu nog een meter wa ter boven het net en de to nijnen spartelden als een verwarde hoop in het midden ervan. Daar sprongen ver scheidene vissers in zee en gingen hun prooi in hun eigen element te lijf. Eén klap van een staart zou min stens een arm- of beenbreuk betekenen, maar er gebeurde niets deze mannen ver stonden hun werk. „Een goede vangst", zei onze buurman in de bark, „honderddrieëndertig stuks." Zij haalde wel niet bij het record van vorig jaar, toen met één trek zeshonderdvijf enveertig tonijnen werden buitgemaakt, maar de con- servenfabriek van Vila Real kon toch weer vooruit. Wij gaven geen commen taar, voelden ons ellendig in onze natte kleren en gruw den nog van de doorgestane emotie. Nee, het zou lang duren, voordat we ons tegoed zouden doen aan tonijnen vlees, dachten we, al wordt het nóg zo door fijnproevers geprezen. Als we ooit nog eens de kans krijgen naar Algarve te gaan, hopen we dat te doen in de tijd van de bloeiende amandelbomen. J. F. Kemming Juliana voor, die belangstellend informeer de naar hun studie en hen daarbij veel succes toewenste. Ook de president drukte de hand van zijn beide landgenoten die al vier jaar in ons land studeren. De president vertelde, toen het gezel schap de thee gebruikte, dat men in Libe ria bezig is, een eigen museum in te rich ten en er een collectie van voornamelijk moderne kunst bijeen te brengen. Dit mu seum zal volgend jaar worden geopend. De Nederlandse Vereniging tot Bescher ming van Voetgangers heeft telegrammen gezonden aan de ministers van Verkeer en Waterstaat, van Justitie, van Sociale Za ken en Volksgezondheid en van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen, waarin zij de wens uitspreekt, dat de ministers elk op hun terrein al het mogelijke zullen doen ter bevordering van de verkeersveiligheid. Aan de minister van Verkeer en Water staat wordt gevraagd „een complex van maatregelen, dat aan alle weggebruikers met inbegrip van de kwetsbare voetgangers redelijke kansen zal geven op lijfsbehoud, waarop zij als burgers aanspraak mogen maken". Een van deze maatregelen zou volgens de vereniging de wederinvoering van snelheidsbeperking zijn. Aan de minister van Justitie wordt een gestrenge bestraffing van de veroorzakers der verkeersonveiligheid gevraagd. Aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid vraagt de vereniging maatregelen om te bevorderen, dat alle be rijders van gemotoriseerde voertuigen wettelijk worden verplicht een verzekering tegen wettelijke aansprakelijkheid te sluiten. Aan de minister van Onderwijs, Kun sten en Wetenschappen tenslotte verzoekt de vereniging te bevorderen, dat aan de technische hogescholen in Delft en Eind hoven leerstoelen worden opgericht in de technische mogelijkheden tot beveiliging van weggebruikers. Deze leerstoelen zou den tevens dienstbaar moeten zijn aan het werk van een op te richten adviescentrum inzake verkeersproblemen. Zes Hilversumse knapen', één van 18, drie van 17, één van 15 en één van 14 jaar, hebben een geparkeerde bestelauto wegge nomen en zijn ermee naar de Belgische grens gereden. Het plan was naar België te gaan. Weliswaar hadden zij geen geld, maar wel een banjo en zij meenden met dit muziekinstrument bij onze zuiderburen de kost te kunnen verdienen. In Zundert, vlak bij de grens, reden zij met de bestel auto in een sloot. Dat liep nogal goed af, want de wagen werd slechts licht bescha digd. De knapen zetten de tocht te voet voort en slaagden erin ongemerkt op Bel gisch grondgebied te komen. Het duurde echter niet lang of zij werden door een rijkswacht aangehouden, die de comman dant van de rijkspolitie in Zundert, waar de auto inmiddels in de sloot was aange troffen, waarschuwde. Het zestal werd over de grens gezet, waar de rijkspolitie al stond te wachten. De jongens werden naar Hil versum teruggebracht. De banjo hadden zij bij hun avonturen verspeeld. De maandag bij de kant- en kousen- fabriek n.v. De Jong en Van Dam te Hen gelo uitgebroken wilde staking is geëin digd. De besprekingen tussen directie en ondernemingsraad hebben ertoe geleid dat het personeel in de toekomst een aandeel in de winst zal krijgen. Binnen vier weken zal het aandeel over het afgasloten boek jaar worden uitgekeerd. Enige Amsterdamse hoogleraren, letter kundigen, predikanten en anderen hebben in een adres aan de Amsterdamse gemeen teraad verzocht de gemeente-arbeiders, die na de staking in het voorjaar van 1955 werden ontslagen, weer in dienst te nemen. Adressanten hebben vernomen, dat de Centrale Raad van Beroep inzake het ont slag van vijf Amsterdamse gemeente arbeiders de uitspraak van het gemeente lijk scheidsgerecht bevestigd heeft. Het hoger beroep betreffende 57 soortgelijke ontslagzaken is op grond van deze uit spraak ingetrokken. Adressanten zijn van mening het inzicht te vertolken van een grote groep van de Amsterdamse bevolking, die pijnlijk ge troffen is door het streng en definitief ka rakter van de genomen beslissing. Zij doen daarom een dringend beroep op de raad, de ontslagenen alsnog weer in gemeente dienst op te nemen. Het adres is ondertekend door: Ben Al- bach, Piet Bakker, prof. dr. B. Becker, mr. J. M. Bierens de Haan, R. Blijstra, dr. J. van Breemen, ds. J. J. Buskes, prof. dr. N. A. Donkersloot, prof. dr. R. van Dijk, prof. dr. J. J. Fahrenfort, dr. A. S. Groen, M. Groen-Van Beverwijk, J. ten Have, prof. dr. W. G. Hellinga, Rika Hopper, dr. J. F. de Jongh, prof. dr. W. J. Kooiman, Hildo Krop, ds. K. H. Kroon, ds. F. Kuiper, douarière H. Laman Trip-De Beaufort, Bertus van Lier, prof. dr. D. Loenen, prof. dr. J. van Loghem, dr. P. Meertens, mr. L. Mok, dr. H. Musaph, prof. dr. G: G. van Niftrik, dr. O. Noordenbos, prof. dr. J. Presser, A. Radecker-Ter Herkei, prof. dr. J. M. Romein, dr. A. Romein-Verschoor, ir. F. E. Samson, dr. J. Suys, dr. S. J. Suys- Reitsma, ds. H. A. Visser, A. Viruly, dr. V. van Vriesland, prof. dr. W. F. Wertheim, mr. H. P. L. Wiessing, Th. Wink, J. Winte- rink, Sam de Wolff, Jan van Zutphen en drs. W. Ph. Pos. De minister van Openbaar Onderwijs in Brussel en de minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen in Den Haag hebben, na kennisneming van het advies van de jury voor de toekenning van de Prijs der Nederlandse Letteren, besloten deze prijs voor 1956 toe te kennen aan de auteur Herman Teirlinck in Brussel. De uitreiking van de prijs zal op zaterdag 27 oktober in de ridderzaal te Den Haag door Koningin Juliana worden verricht in tegen woordigheid van autoriteiten en genodig den. De jury voor de toekenning van de prijs was als volgt samengesteld: Maurice Gilliams, lid en voorzitter, Jan Engelman, Karei Jonckheere, prof. dr. P. Minaeraa, Achilla Mussche en prof. dr. G. Stuiveling, leden, dr. R. de Meyer in Brussel en H. J. Michael in Den Haag, secretarissen. De schrijver Herman Teirlinck werd op 24 februari 1879 in St. Jans Molenbeek bij Brussel geboren. Hij maakte deel uit van de Koninklijke Vlaamse Academie en is Herman Teirlinck een der laatste overlevenden van de litte raire beweging „Van nu en straks", aan vankelijk een zusterbeweging van de „Nieuwe Gids", waarin hij omstreeks de eeuwwisseling was verenigd met een aantal Vlaamse jongeren. Tot deze beweging be hoorden ook Karei van de Woestijné, Stijn Streuvels, August Vermeylen, Cyriel Buys- se, Prosper van Langendonck en Toussaint van Boelaere. Onze litteraire criticus C. J. E. Dinaux, schreef hierover bij Teir- lincks vijfenzeventigste verjaardag in 1954: „Geen twijfel aan, of het is met z'n allen geweest, dat zij de grenzen van het pro vincialisme doorbraken in een vurig-en- thousiaste stormloop; dat zij aan het Vlaamse ontvankelijke hart een critische geest, aan die geest een verstrekkende roe ping en aan die roeping de macht van het wooi-d meegaven: van het Vlaamse woord, dat wilde gaan klinken .voor het forum van Europa". Teirlinck studeerde aan de universiteiten van Brussel en Gent. Na een ambtsperiode aan het Brussels stadsbestuur kreeg hij in 1928 opdracht aan de Belgische prinsen les in Nederlands te geven; hij is nu nog leraar aan het hof van België. Teirlinck was particulier adviseur van koning Albert en thans leidt hij het letterkundig „Nieuw Vlaams tijdschrift". Hij is voorts directeur van het Hoger Instituut voor Sierkunsten in Brussel en adviseur van de regering bij het „Nationaal ^oneel" van België. Zijn letterkundig werk is omvangrijk en zeer verscheiden. Het omvat gedichten, novel len, romans en toneelstukken. Zijn publi caties zijn: „De wonderbare wereld" (1902), „Het stille gesternte" (1903), „De doolage" (1905), „De zon" (1907), „Meneer Serjans- zoon, orator didacticus" (1908), „Het ivoren aapje" (1908), „Maria Speermalie" (1941), „Het gevecht met de engel (1953) en „Gal gemaal" (1955). Zijn toneelstukken zijn: „De vertraagde film" (1922), „Ave" (1923), „Ik dien" (1924), „De man zonder lijf" (1925), „Elckerlyc" (1937) en „De ekster op de gang" (1938). In 1955 verscheen een uitgave van zijn verzameld werk. In 1925 werd aan Teirlinck de Belgische Staatsprijs voor toneellitteratuur toegekend. Wij cite ren tenslotte nogmaals onze criticus voor letteren: „Een halve eeuw schrijversleven lang, bleef hij die hij was: éen, die er zich diep van bewust is, dat hij leeft op een vul kaan. Het leven als onverwoestbare vrucht baarheid, als ondoorgrondelijke geheimzin nigheid, het leven als noodlot en zinnestre- ling is er hem te liever om. Hij omspeelde het met zijn ironie, hanteerde het met zijn woordkunst, beleed het met zijn natuur drift"..

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1956 | | pagina 5