Ondanks tegenstellingen goede samenwerking mogelijk Groen Co DE SAMENZWEERDERS MERLIJN EN DE WONDERBESSEN Dr. Drees: brede basis een voordeel „Grote partijen kunnen elkaar nauwelijks missen, hoe kwaad ze elkaar ook aankijken" 5 Haarlemse tram ramde te Amsterdam een vrachtauto Tienjarig bestaan UNO in Den Haag herdacht Centrale Verwarming Pow-R-Matic Oliebranders Acteur Johan Valk in Den Haag gehuldigd Jongen kwam niet thuis na Van school te zijn gestuurd VERVOLGVERHAAL^ [door Friedrich Bruegel Eet wat U wilt- Maar wees wel voorbereid als er iets „verkeerd valt" Plannen voor autosilo's Arbeiders bij Billiton in Suriname staken j, moderne Agenda voor Haarlem VRIJDAG 26 OKTOBER 1956 (Van onze parlementaire redacteur) In de door minister-president dr. Drees uitgesproken rede ter beantwoording van het algemeen politiek debat over de rege ringsverklaring, met inbegrip van hetgeen gezegd was over het „formatiedrama", was heel wat blijmoedigs te beluisteren. Weliswaar moest hij vaststellen, dat eigenlijk niemand in de Kamer tevreden was over het resultaat van de langdurige formatiepoging, maar men kon duidelijk uit de zin van zijn betoog opmaken, dat hij de kans groot achtte, dat binnen het kabinet wel degelijk een goede samenwerking mogelijk zou blijken te zijn en dat het met de tegenstellingen in de Kamer nog wel zou loslopen. Minister Drees ontkende geenszins, dat er tal van principiële tegen stellingen tussen de verschillende partijen bestaan, maar het ging hem toch te ver om in dat opzicht van onoverbrugbare kloven of afgronden te gewagen, zoals in het debat wel was gedaan. „De brede basis moge dan volgens prof. Romme een uit noodzaak ge boren basis zijn, een voordeel is toch in elk geval, dat er in het kabinet vele volksgroe pen vertegenwoordigd zijn. Het kabinet zal proberen te tonen, dat het ook in zulk een gemengd gezelschap niet behoeft te ont breken aan besluitvaardigehid bij het in het algemeen landsbelang te voeren beleid", aldus dr. Drees. De minister-president deelde de opvat ting van prof. Romme, dat er veranderin gen ten aanzien van de opvattingen inzake politieke samenwerking vgllen waar te nemen. Dr. Drees had zelf al meer dan eens verkondigd, het wel gezond te achten, indien men eens tot een andere indeling zou kunnen komen, dus bijvoorbeeld tot een kabinetssamenwerking hetzij zonder de P.v.d.A., hetzij zonder de K.V.P. De feiten tonen echter, dat dit op het ogenblik niet kan. Daarom gaf de minister-president voorlopig de voorkeur aan de brede basis in die zin, dat daardoor grote en verschil lende volksgroepen zich in 't kabinet ver tegenwoordigd weten, ook juist wanneer het gaat om kwesties, die ons gehele volk raken. Over de verhoudingen tussen P.v.d.A. en K.V-.P. merkte hij nog op: „Beide grote partijen kunnen elkaar nau welijks missen, hoe kwaad zij elkaar soms ook aankijken," Het is begrijpelijk, dat iemand, die van een dergelijk standpunt uit de politieke constellatie ziet, geenszins de zienswijze van dr. Bruins Slot (A.R.) kon delen, en even min die van pa-of. Romme, dat er werkelijk zulk een diepe kloof waarneembaar zou zijn tussen de denkbeelden van de P.v.d.A. enerzijds en die van de Anti-Revolutionai ren en de K.V.P. anderzijds. Zo vond dr. Drees de voorstelling van zaken omtrent de onoverbrugbare afstand tussen de door zijn partij en door anderen gekoesterde opvat tingen inzake bezitsvorming onevenredig aan de werkelijkheid. Volgens de minister-president bestaat niet de minste reden voor een paniekstem ming omtrent de economische toestand van ons land, noch voor beduchtheid voor een zijdige beperkingen op het gebied van het verbruik. Na enig voorbehoud te hebben gemaakt inzake het vraagstuk van de wo ningbouw wees dr. Drees op de hoge pro- duktie en de stijging van het nationale in komen. Hoogconjunctuur veroorzaakt echter zekere spanningen. Vandaar dat de kaspositie en de afneming van de devie zenreserves de aandacht verdienen. Maar de daardoor geëiste maatregelen worden getroffen. Tegen het inflatiegevaar zijn be perkingen van de overheidsuitgaven, van investeringen en van de consumptie in het algemeen zeer zeker vereist. Toch heeft de aankondiging van allerlei plannen op sociaal en cultureel gebied zin. Maar er moeten prioriteiten gesteld worden. Zo komt de verlaging van de leerlingenschaal eerst aan de beurt en pas later, wanneer dat dan kan, verhoging van de schoolplich tige leeftijdsgrens. Dr. Bruins Slot had het kabinet verweten tal van maatregelen nog niet definitief te hebben aangekondigd. Maar het was een vergissing dit toe te schrijven aan menings verschillen binnen het kabinet, die een voortzetting zouden zijn van meningsver schillen, die zich in het formatietijdperk hadden geopenbaard. Op 13 oktober waren de ministers beëdigd. Vijf dagen later was de kabinetsverklaring ontworpen, die op de 22 oktober werd vastgesteld. Het zou wat te veel gevergd zijn, als de ministers in zulk een korte tijd omtrent dit alles reeds tot een gemeenschappelijke beslissing had den moeten komen. Zo mogelijk zal er ten opzichte van diverse vraagstukken op het advies van de Sociaal-Economische Raad worden ge wacht. Over de kwestie van de omzetbe lasting op textiel en op suiker zal men echter reeds in de Memorie van Antwoord uitsluitsel krijgen. De kabinetsformatie Als voorzitter van een kabinet van ge mengde samensteling vond dr. Drees het niet bijster aantrekkelijk lang stil te staan bij de geschiedenis van de formatie. Zijns inziens was de lange duur van de formatie niet gelijk prof. Romme meende, bovenal een gevolg geweest van het bestaan van onoverbrugbare principiële verschillen. Het kwam dr. Drees namelijk eerder voor, dat de K.V.P. er ook thans nog niet zo vol komen anders over dacht als tien jaar ge leden. De diepste grond van de moeilijk heden zag hij meer in bepaalde in de jong ste tijd toegepaste strijd methoden. Prof .Romme kreeg ook nog een verwijt te horen over de manier, waarop hij in de eerste fase van de formatiepogingen-Drees plotseling met allerlei amendementen op het ontworpen regeringsprogramma de vijf knelpunten voor de dag was ge komen. Ter verklaring van het feit, dat hij, dr. Drees, aanvankelijk over die vijf knelpun ten niet meer had willen praten en later dan toch maar te dien opzichte tot con cessies bea-eid was gebleken, voerde hij tweeërlei aan. In de eerste plaats lag het voor de hand, dat er, als gevolg van de lange duur van de formatie-crisis, in een later stadium eerder bereidheid aanwezig was om hier en daar iets toe te geven dan uiteindelijk gedane concessies een geheel ander karakter, dan die aanvankelijk ver langd waren. Over de klacht van prof. Romme om trent aan zijn partij aangedaan onrecht, doordat zij in de sociaal-economische sector niet had gekregen, hetgeen haar zou zijn toegekomen, merkte de minister-president op, dat het op grond van de verkiezingsuit slag logisch was, dat er aan Financiën en Sociale Zaken ministers van de P.v.d.A. zouden blijven, en voorts, dat prof. Romme te weinig oog had voor de gelijkwaardige medezeggingschap in de ministerraad van alle leden van het kabinet. De geschetste indeling in sectoren achtte dr. Drees dan ook te willekeurig. De door prof. Romme voorgestane vér gaande bemoeiing der fracties bij kabinets formaties, ging minister Drees te ver, ook omdat op die manier niet voldoende ruimte zou overblijven voor hen, aan wie een por tefeuille wordt aangeboden, hun eigen be- leidswensen verwezenlijkt te zien. Over de positie van staatssecretarissen, over de partijverhoudingen en nog veel meer is tenslotte bij de replieken nog een en ander ter sprake gekomen. Mr. Burger (P.v.d.A.) verweerde zich tegen hen, die, gelijk prof. Romme, ver kondigd hadden, dat hij de richting van een vrijzinnige concentratie (samenwer king van P.v.d.A. en V.V.D.) op een uit zonderlijke manier had willen bevorderen. Ook liet hij uitkomen er geenszins op uit geweest te zijn op het allerlaatst de V.V.D. er toch weer uit te willen werken. Met hem had trouwens ook minister Drees duidelijk gemaakt, dat het nog geen uitgemaakte zaak is, dat het departement van Overzeese Rijksdelen moet en kan verdwijnen. Ook enige internationale kwesties maak ten nog deel van de beraadslagingen uit. De minister-president verheelde aller minst te beseffen, dat er helaas in en door Indonesië ergerlijke rechteloosheid heerst. Mogelijk zal, wanneer het ogenblik daar voor is aangebroken, getracht worden enige bemoeienis in dit verband van het Internationaal Gerechtshof te bereiken. Op het ogenblik is dit echter juridisch dermate onmogelijk, dat men de goede zaak. die men voorstaat met zulk een stap thans alleen maar zou schaden. In de Tweede Kamer vroeg prof. 8 Romme de minister-president hoe het kabinet erover denkt de zaak-Schmidt J aanhangig te maken by de U.N.O. ten- 5 einde een uitspraak te krijgen van het Internationaal Gerechtshof. Dr. Drees zei dat in 't proces-Schmidt een bedroevende rechteloosheid aan de dag is getreden, waarin de onschuld wordt miskend. Hy bracht hulde aan mevrouw Bouman voor de bekwaam heid, vasthoudendheid en moed, waar- mede zy haar taak heeft verricht. De j zaak-Schmidt komt nog in hoger beroep en daarom kan van Nederlandse zyde nog niet worden vastgesteld wat er ver der zal geschieden. Prof. Romme begreep dit antwoord niet. In antwoord op vragen van het Kamerlid Van R(jckevorsel is verklaard, dat de regering overtuigd is, dat het proces een opzettelijke rechtsverkrach ting is ter uitvoering van politieke doel- einden. Is het dan wel verantwoord op hoger beroep te wachten? Dr. Drees antwoordde, dat volgens het kabinet de kans op succes bij de U.N.O. kleiner is wanneer nog uitspraak moet i worden gedaan in hoger beroep. Men kan daar op het standpunt staan dat eerst de uitspraak in hoger beroep moet worden afgewacht. Na een dergelijke afwijzing is het moeilijk met succes opnieuw een beroep te doen op de U.N.O. De mening van het kabinet om trent het proces-Schmidt verschilt ech ter in geen enkel opzicht van die van prof. Romme, aldus dr. Rees. 8 a - s >xooococcccccc<xoooo<x>a)coooocoooooocooooooo3cioocx>oax>a Donderdagavond omstreeks kwart voor elf is op de kruising Nassaukade-De Clercqstraat in Amsterdam een vrachtauto met aanhangwagen in botsing gekomen met een tram van de Noord-Zuidhollandse Vervoer Mij. van de dienst op Zandvoort. De vrachtwagencombinatie wilde vóór het uit drie wagens bestaande tramstel met bestemming Zandvoort, dat de brug af kwam, passeren. Vermoedelijk heeft de chauffeur de snel heid niet goed geschat, want het voor- balcon van de tram kwam tussen vracht wagen en aanhanger, waardoor het voor ste wielenstel van de tram ontspoorde. Het voorbalcon werd aan de rechterzijde gro tendeels ingedrukt, waarbij een ruit ver splinterde; ook de vrachtwagen kreeg materiële schade. Beide voertuigen konden op eigen kracht hun rit vervolgen. Er deden zich geen per soonlijke ongelukken voor. Het stadsver keer en de dienst op Zandvoort waren geruime tijd gestagneerd. In de Ridderzaal te Den Haag is don derdagavond de elfde verjaardag van de UNO gevierd met een bijeenkomst onder auspiciën van de Vereniging voor Inter nationale Rechtsorde. De ambassadeur van Pakistan, de begum Liaquat Ali Khan gaf een overzicht van de daadwerkelijke steun aan de UNO door haar land en de ziens wijzen, die als gevolg van eigen instelling en overtuiging daarbij naar voren zijn ge treden. Pakistan heeft zich daarbij laten leiden door zijn opvatting van de geest van het handvest, daarbij geïnspireerd door een voudig verlangen tot het bevorderen van internationaal wederzijds begrip en sa menwerking. De ambassadeur besloot met te zeggen, dat „in de tijd, waarin wij leven de UNO onmisbaar is en dat haar bruik baarheid buiten kijf is. De UNO te verster ken betekent de vrede dienen. Het verbre ken van de vrede zou verdoemenis voor de mensheid kunnen inhouden. Het kamerlid prof mr. I. A. Diepenhorst hield onder de titel „In worsteling voor de vrede" een diepgaande beschouwing over de ontwikkeling van het internationale recht en de groei van rechtsorde in de begrippen der volkeren. Hij constateerde, dat tot heden door de UNO tot de concrete rechtsorde weinig is bijgedragen en ook het oorlogsvraagstuk nog niet wordt be heerst. Toch zou het onjuist zijn thans naar „het ijle doodsklokje van de twijfel te luis teren, want men mag niet voorbij zien, wat wel bereikt is". Men mag bovendien nimmer voorbij zien hoeveel eeuwen het geduurd heeft voordat in de West-Europese landen de rechtsorde tot gelding kwam. De groei daarvan in jongere landen, het be grip, dat vrijheid en recht boven macht en willekeur uitgaan, gaat langzaam, want in de mens moet het rechtsgevoel gaan spre ken. Een uitvoerige beschouwing heeft het Tweede Kamerlid G. J. N. M. Ruygers ge wijd aan de hebzucht der naties en de mogelijkheden om tot een economie voor het menselijk geslacht te komen. Op voor namelijk historische interpretaties meent hij een weg te zien om via economische eenwording vrede en welvaart in de gehele wereld met behulp van de UNO te ver wezenlijken. ADVERTENTIE BLOEMENDAAL TELEFOON 22143 ADVERTENTIE Margriethet frisse blad van déze tijd, telt reeds jarenlang het grootste aantal lezeressen. Géén wonder: ieder jaar voegen de jongeren zich erbij want... Margriet" is véél gezelliger! De bek met de scherpe tanden wijd open, stond de monsterlijke draak nu vlak voor Merlijn, die daarbij wel 'n dwergje leekNog enkele seconden, en het beest zou hem in enkele happen verslinden. Maar Merlijn trok het elastiek van zijn katapult zo ver mogelijk uit, richtte, en liet het los. Zjjjiet! suisde de bes, en... pèngü... Met 'n harde tik kwam het ding midden op de kop van het monster terecht. „Rrrrwaaaauuuuwwwü, klonk een oorverdovende snauw van de draak, die ver in het rond klonk tussen de bergwanden. Merlijn kromp in elkaar en kneep zijn ogen dicht... 41-42 In de Koninklijke Schouwburg in Den Haag is de acteur Johan Valk donderdag avond, ter gelegenheid van het feit dat hij veertig jaar toneelspeler is, op zeer harte lijke wijze gehuldigd. Aan de huldiging op het met vele bloemstukken gevulde toneel was een opvoering voorafgegaan van „Or- nifle", van Jean Anouilh, in een vorig seizoen door de Haagsche Comedie vele malen opgevoerd. Johan Valk speelt daarin de rol van Machetu, de vriend van Ornifle, v/elke laatste rol werd vertolkt door Paul Steenbergen. Ook thans hebben de vele bezoekers zich zeer vermaakt met het stuk. Johan Valk werd bij zijn opkomst in het eerste bedrijf op zeer hartelijke wijze toe gejuicht. Onder de „regie" van de directeur van de Koninklijke Schouwburg, de oud acteur Bob van Leersum, is Johan Valk, nadat aan de bijvalsbetuigingen aan het slot der opvoering een einde was gekomen, op feestelijke en warme wijze gehuldigd. De jubilaris had op een zetel in het mid den van het toneel plaats genomen. Rond om hem en aan zijn voeten de actrices van de Haagsche Comedie, daaromheen directie en acteurs van het gezelschap, vertegen woordigers van andere gezelschappen en organisaties. De Haagse wethouder van Onderwijs en Kunstzaken, de heer J. van Zwijndregt was de eerste, die woorden van gelukwens tot Johan Valk richtte. Hij noemde hem onder meer een ras-acteur en bood een groot bloemstuk aan. Dr. Van Gelder sprak een hartelijk woord namens de Haagse Kunststichting, zijn woorden vergezellende met bloemen en een ge schenk in enveloppe. Cees Laseur sprak niet als directeur maar namens het werk comité en bood Johan Valk een album met de handtekeningen van hen, die aan het huldeblijk een geschenk onder couvert hadden deelgenomen. Fie Carelsen sprak namens de collega's. Zij herinnerde eraan, dat zij Valk reeds veertig jaar geleden op het toneel heeft meegemaakt. Hij was toen een slaaf en zij een slavin. Korte tijd later was zij in „De pastoor van Neuvilette" in de schouwburg op het Leidseplein in Am sterdam grootmoeder en de jubalaris haar •kleinzoon. Zij bood namens de collega's een statief voor een filmtoestel en een tele-lens aan. Vervolgens werden geschenken van bewonderaars en van bewonderaarsters aangeboden, waarna Albert van Dalsum enige hartelijke woorden sprak. Hij bood de jubilaris eveneens een geschenk aan. Nadat nog een aantal collega's hun geluk wensen had aangeboden en een groot aan tal telegrammen van collega's en bewon deraars was voorgelezen, dankte Johan Valk voor de waarderingen en zei te hopen nog lang voor het Haagse publiek in de Haagsche Comedie en in de Koninklijke Schouwburg te kunnen spelen. De commissaris van politie, chef afdeling kinderpolitie te 's-Gravenhage verzoekt namens de vader opsporing, aanhouding en terugbrenging van de veertienjarige Robert Keij, geboren te 's-Gravenhage. De jongen is op 23 oktober om elf uur van school ge stuurd en is sedertdien spoorloos; een on geluk wordt gevreesd. Signalement: lang 1.74 meter (lijkt on geveer achttien jaar oud), blond haar, bleek gelaat, draagt bril, flink postuur; kleding: bruin colbertjasje, donkerbruine broek, grijze trui, kaki overhemd, beige sokken, lage bruine schoenen. in het begin. Maar bovendien hadden de onbekende. /y Als om te voorkomen, dat zij nog iets zou zeggen, riep hij luid: Mooi, dat doet me genoegen, dat doet me werkelijk genoegen. Tot morgen dus!, waarna hij de verbinding verbrak. Toen zij weer voor het raam zat, besefte zij dat hij uitsluitend opgebeld had om iets te kunnen zeggen over Josefs zaak. Ik heb hem verraden, dacht zij. Het gevoel van schaamte en afkeer jegens haar zelf was zó groot, dat zij bang werd in een hi ilkramp uit te barsten. Maar wat had ze anders kunnen zeggen? Zij mocht haar baan tje niet verliezen. Zonder geld zou zij geen van beiden kunnen helpen. Een paar minuten lang staarde zij gedachtenloos voor zich uit. Toen mompelde zij zachtjes: Hun spel is ge meenniet het mijne. Misschien zouden zij wel van hem geëist hebben om haar geen werk meer te geven. Zij was tenslotte de zuster van een om politieke redenen gearresteerde. Het zou best mogelijk kunnen zijn, dat zij haar in het oog hielden, dat zij haar schaduwden. Helena keek uit het raam om te zien of er op straat soms een rechercheur stond. De straat was echter verlaten. In het tegenover haar flat staande huis, van waar men haar kamers goed in het oog zou kunnen houden, viel niets vreemds op te merken. De tandarts was kennelijk nog aan het werk. Er brandde tenminste licht op zijn kamer. In het huis daarnaast leunde de dikke vrouw, wier naam Helena niet kende, uit het raam en knikte haai- vrien delijk toe. Ik moet 'niet hysterisch worden, dacht zij, terwijl zij het raam sloot. De buitenlucht had haar verfrist. Zij voelde zich niet meer beschaamd, maar ze was grenze loos treurig. Die stemming zou zij nooit meer kunnen ontvluchten, meende zij. Wat geschied was, greep dieper in dan de Duitse bezetting. Het was door haar huid tot in haar diepste innerlijk doorgedrongen. Helena had de lamp op haar bureautje aangedaan, zo dat haar kamer schemerig verlicht was. De dikke ak- tentas deed haar denken aan het telefoongesprek met Prochazka. Wat hij gezegd had, beangstigde haar echter niet meer en zij vroeg zich af of ze Kosek zou opbellen of niet. Voordat ze echter hierover in het reine kon komen, ging de bel van de voordeur over. Het licht op de gang brandde nog niet. Het was een Vrij luid zei hij: Ik kom van het Districts Comité voor Instructie. Mag ik binnenkomen? Fluisterend voeg de hij er echter aan toe: Ik heb een boodschap voor u. Ze liet hem in de zitkamer. Hii ging naast de boeken kast zitten, zodat het licht niet op hem viel. Wilt u uw jas niet uittrekken? vroeg Helena. Hij knoopte met de ene hand zijn jas los en hield met de andere zijn hoed vast. Ik moet zo direct weer weg. Ik ben inderdaad lid van het Instructie Comité, maar niet voor dit district. Ik.hij aarzelde even, doch liet er toen snel op vol gen: Ik heb nieuws van uw broer. Hij zei dat het drin gend was. Hij haalde een stukje papier van onder de band om zijn hoed te voorschijn en gaf het aan Helena. Ze keek hem onderzoekend aan en vroeg toen: Hoe moet ik nu weten of u inderdaad van mijn broer komt? De man begon te lachen. Ik ben gevangenisbewaker. Dit is mijn vrije avond. Ik heb burgerkleding aangetrokken, om u dit briefje te kunnen brengen. Maar ik moet nu heus weg. Niemand heeft u toch gezien? Weest u maar gerust, niemand heeft mij gezien. Helena vroeg zich af, of zij de man een antwoord mee zou geven. Maar ze voelde er niets voor om in zijn aan wezigheid het briefje te lezen. Dat wilde ze pas doen, als ze weer alleen zou zijn. Heus, u hoeft niet bang te zijn, zei de man gerust stellend. Ze zullen me niet pakken. Ik kom nog wel eens terug.misschien over een weekof nog eer der.... ongeveer om deze tijd.... Heeft u soms een boodschap voor u broer? Ja, zei Helena. Zoudt u hem willen zeggen, dat oom Kosek en ik alles doen, wat in ons vermogen ligt? Hij herhaalde de boodschap en stond toen op. Heus, ik moet nu gaanMaakt u zich maar geen zorgen om mij Ze liep met hem mee naar de voordeur. Hij gaf haar een hand en vertrok. Ze holde terug naar het raam en wilde het open doen om hem na te kunnen kijken. Nee, dat zou niet verstan dig zijn! Ze schoof de gordijnen dicht en stak alle lam pen aan. Toen ging zii achter haar schrijftafel zitten en streek het papiertje glad. De boodschap luidde: Ga naar Rastignacs flat. Neem alle foto's mee. Identificeer de onbekende. Laat één van ons beiden het resultaat weten. Er is haast bij! Met ons naar omstandigheden goed. J. Helena begreep direct wat Josef bedoelde. Rastignac was de naam, die zij Jan gegeven hadden, toen hij zo duidelijk bewondering aan de dag legde voor deze held uit de verhalen van De Balzac. De ongeïdentificeerde foto's konden alleen maar betrekking hebben op de foto's van Antonin. Het zou niet moeilijk zijn die te vinden, want het was steeds Jans gewoonte geweest om op de achterkant aantekeningen te krabbelen. Als zij er in zou slagen, achter Antonins werkelijke naam te komen, dan was dat een wapen in hun handen en dan zouden zij niet volkomen weerloos zijn. Zou zij direct naar Jans kamer gaan? Mevrouw Pollak zou haar ongetwijfeld wel helpen. Maar zij zou natuur lijk ook kunnen opbellen. Neen, dat was te gevaarlijk. Zij moest zelf gaan. Maar er woonden nog meer mensen bij mevrouw Pollak, en die zouden 's avonds waarschijn lijk wel thuis zijn en zij kon mevrouw Pollak toch niet in gevaar brengen? Morgenochtend, ja, dan zou zij gaan; wanneer de huurders naar hun werk zouden zijn. Maar Josef had geschreven, dat er haast bij was. Eigenlijk mocht zij dus niet langer wachten! Helena besloot dus direct te gaan, maar eerst belde ze nog Kosek op om een afspraak te maken. Ja, zij kon tüssen negen en tien uur wel even langs komen. Ik heb je trouwens wat te vertellen. Zijn stem klonk ter neergeslagen en nerveus. Helena vroeg zich af, of zij het briefje van Josef nu moest verscheuren, of dat zij het mee moest nemen om aan oom Kosek te laten zien. Ze sloot haar ogen en pro beerde of zij het onthouden had. Toen zij het woord voor woord kende, verbrandde ze het. Op weg naar mevrouw Pollak repeteerde zij wat ze zou moeten zeggen om in het bezit van de foto's te komen. Jan moest de kiekjes aan haar gegeven hebben, om te bewaren, want anders had de politie ze wel in beslag genomen. Toen herinnerde zij zich plotseling, dat Jan haar eens verteld had, dat hii al zijn foto's in een ebonieten doos bewaarde. Dat had hij haar gezegd, toen ze hem een foto van haarzelf gegeven had. Ik berg haar op in de ebonieten doos, had hij gezegd. (Wordt vervolgd). ADVERTENTIE Zorg voor Renniesl Met Digestif Rennies bij de hand geeft zelfs de hevigste zuurbrand u geen zorgen meer. Die blussen Rennies van de ene minuut op de andere, 'n Wonder die Rennies! En zo eenvoudig om in te nemen gewoon laten smelten op de 'ong, zonder water of wat ook. 't Tabletje opgelost zuurbrand geblust. Enkele Rotterdamse firma's in het bouw bedrijf hebben plannen om door het bou wen van „autosilo's" een oplossing te vin den voor het parkeer- en stallingprobleem in de grote steden. Zij hebben met elkaar de „Combinatie Autosilo Holland" gevormd. De „Sicomatic" te Zürich, die zes jaar ge leden begonnen is met het ontwerp van dit stallingsysteem, heeft een contract met deze combinatie gesloten. In enkele andere landen was dit reeds gebeurd. Vorig jaar werd in Karlsruhe reeds een autosilo ge opend. Een autosilo is een gesloten gebouw met vijf tot veertig verdiepingen, waarin de auto's naast en boven elkaar worden op geborgen. Daarbij gebruikt men een geheel automatische verrijdbare lift. De ontwer pers menen, dat het voordeel van een auto silo boven een torengarage is, dat het grondoppervlak veel kleiner is. De plannen zijn in ons land nog in een voorbereidend stadium, maar er zou volgens de organi satoren in Utrecht. Den Haag, Eindhoven, Delft, Arnhem en Rotterdam belangstelling voor autosilo's bestaan. PARAMARIBO. De arbeiders van de Billitonmaatschappij in Suriname hebben donderdagmiddag het werk neergelegd om hun eisen inzake lotsverbetering kracht bij te zetten. Zij hadden tevoren een aambod van de maatschappij tot tien percent loons verhoging met ingang van november ver worpen. De arbeiders eisen een collectief arbeidscontract en een loonsverhoging van 45 percent. Naar verluidt krijzen zij financiële steun van de Caribische Mijnwerkersfederatie, waarin de Caribische, Amerikaanse en Canadese bonden verenigd zijn. Het aan tal arbeiders bij de Billiton in Suriname be draagt ongeveer 1500. ADVERTENTIE VRIJDAG 26 OKTOBER Studio: „John en Julie", alle leeft., 7 en en 9.15 uur. Lido: „Het trottoir". 18 jaar, 7 en 9.15 uur. Luxor „Johnny Concho", 14 jaar, 7 en 9.15 uur. Rembrandt: Anastasia, de laatste dochter van de tsaar", 14 jaar, 7 en 9.15 uur. Roxy: „De gemaskerde ruiter", 14 jaar, 7 en 9.15 uur. Cinema Palace: „De terugkeer van Lemmy Caution", 14 jaar, 7 en 9.15 uur. Frans Hals: „Door het dolle heen", alle leeft., 7 en 9.15 uur. Minerva: „Geen liefde duurt eeuwig", 18 jaar, 8.15 uur. Stadsschouwburg: 8 uur, Toneelgezel schap Puck voor geloof en weten op met „Cycloon" 3 antwoordt niet". ZATERDAG 27 OKTOBER Studio: „John en Julie", alle leeft., 2.15, 7 en 9.15 uur. Lido: „Het trottoir", 18 jaar, 2, 4.15, 7 en 9.15 uur. Luxor: „Johnny Con cho", 14 jaar, 2, 4.15, 7 en 9.15 uur. Rem brandt: „Quastasia, de laatste dochter van de tsaar", 14 jaar, 2, 4.15, 7 en 9.15 uur. Roxy: „De gemaskerde ruiter", 14 jaar, 2.30, 7 en 9.15 uur. Cinema Palace: „De terugkeer van Lemmy Caution", 14 jaar, 2, 4.15, 7 en 9.15 uur. Frans Hals: „Door het dolle heen", alle leeft., 2.30, 7 en 9.15 uur. Minerva: „Puutje en Anton", alle leeft., 2.30 uur. „Geen liefde duurt eeuwig", 18 jaar, 7 en 9.15 uur. Stads schouwburg: Rotterdams Toneel met „De kalktuin", 8 uur. Gem. Concertgebouw: Jaar lijkse uitvoering Haarlemse Postfanfare, 8 uur.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1956 | | pagina 7