Aantal stille armen stijgt, nu levensonderhoud duurder wordt evraas SWEEr „De gulden van veler lijfrente of pensioen is nu nog 33 ct. waard" Akkerbouwers tonen bezorgdheid over arbeidsvoorziening ZWARTE WEDERGEBOORTE Geven aan wie niet vragen Nederlandse piloot nu Captain in Canada Directeur van Sociale Zaken: Vergadering L.T.B.-vakgroep Belastingheffing over gemiddelde van enige jaren bepleit Driemaal het „negervraagstuk Litteraire Kanttekeningen ZATERDAG 24 NOVEMBER 1956 HAARLEMS DAGBLAD OPRECHTE HAARLEMSCHE COURANT 3 Van dag tot dag DE SCHOLIER Bij grove tuinbouw dreigt vorstschade op te treden P.E.N. bestuur zal vertrouwenskwestie stellen Een dode en een gewonde bij ongeluk met tractor Prinses Irene te Leerdam Prins Bernhard te Genève Kerkelijk Nieuws SUCCES-AGENDA Het is niet waar, dat onze moderne maatschappij alle sociale onvolkomenhe den heeft gladgeschaafd en dat geen mens gebrek behoeft te lijden, wanneer hij dat niet uitdrukkelijk verkiest. Onze huidige samenleving heeft wel de sociale onrecht vaardigheden van boven af getracht uit te roeien, doch zij is daarbij niet verder gekomen dan tot een globale, formele so ciale ordening, die talrijke mogelijkheden openlaat tot schrijnende nooddruft. Dit is geen verwijt aan de maatschappij of aan de overheid. Het is slechts een con statering, die tegelijkertijd de vaststelling van een burgerlijke vrijheid wil zijn. Vrij heid is immers niet enkel een genieting - het kan ook een aan-zichzelf-overgeleverd - zijn betekenen, een op eigen benen staan, dat kan ontaarden in grote nood. Wie niet voldoende voor zichzelf kan zorgen, be taalt zijn vrijheid met armoede. Hij kan slechts tot minimale hoogte een beroep op de gemeenschap doen en is verder volko men afhankelijk van de omstandigheden. Allen die gehandicapt door het leven gaan - zieken, ouden van dagen, invaliden, geestelijk misdeelden, kleine neringdoenden zonder kapitaal, en wie nog meer bij deze categorie kunnen worden ingedeeld - wor den door de sociale maatschappelijke ze kerheid slechts zover geholpen, dat zij in leven blijven. Voor de rest staan zij alleen, en dikwijls hopeloos alleen. Men zou dit een euvel der vrijheid kun nen noemen, wanneer dit vrijheidsbeginsel niet tegelijkertijd een algemene maatschap pelijke plicht in het leven riep voor dege nen, die over volle capaciteiten en wel standskansen beschikken. De plicht der vrijheid is een plicht tot mededogen en hulpvaardigheid in vrije, maatschappelijke zelfwerkzaamheid. Wie in nood is, moet geholpen - wie in welstand is moet helper worden. Wij hebben de banier onzer vrijheid ge heven in een toornig protest tegen de on derdrukking der vrijheid in Hongarije. Onder diezelfde banier hebben wij de han den in elkander geslagen om de slachtof fers hulp te bieden. Doch spreekt de plicht der vrijheid slechts van hulp aan buiten landers? Of uitsluitend van liefde voor de prooi van spectaculaire politieke misda den? Wanneer wij zulks zouden menen, zouden wij die vrijheid jammerlijk slecht verstaan. Zij spreekt van algemene plichts betrachting ten opzichte van de noodlij dende medemens. Vrijheid genieten bete kent: de opdracht aanvaarden tot het medewerken aan de bevrijding uit nood en gebrek van allen die binnen ons bereik zijn. Binnen ons bereik kwamen de gevluchte slachtoffers van de Russische terreur. Wij ontvingen en hielpen hen. Binnen ons be reik echter zijn ook diegenen onder ons, die achter gesloten deuren hun armoede verbergen en zodoende van de dierbare, veelbezongen vrijheid slechts de bittere verlatenheid smaken. De armen en behoeftigen onder ons vor men geen in het oog vallende groep. Zij vechten niet tggen tanks in de straten, doch slechts tegen het nare spook van ge brek in hun besloten binnenkamer. Zij zijn geen inspirerend politiek symbool - maar nochtans een symbool: namelijk van de met dure plichten geladen, zuivere demo cratische beginselen, die uitgaan van de overtuiging dat humaniteit en broederlief de tot de natuurlijke inventaris ener de mocratische samenleving behoren. Wij doen een beroep op alle goede de mocraten, in naam van de vrije behoefti gen in ons midden. De inzameling voor de „stille armen" begint maandag. Moge het resultaat een demonstratie van waarlijke verbondenheid rondom de vrijheidsboom worden. Uw offer metselt mede aan de muur, waarachter de goede waarden onzer sa menleving veilig moeten blijven. ADVERTENTIE in ^et gezin wordt ook niet vergeten door de SINT. Voor hem viel de keuze op 'n magnifiek JONGF.NS-HORl.OGE. OERSTERK waar hij straks zo trots als een pauw mee rondstapt. JONGENSHORLOGES, die tegen een stootje kunnen, hebben wij in een grote collectie nieuwe modellen, reeds v.a. 19.25 BIJ vindt SINT het de kleine zaak met de grootste keuze Grote Houtstr- 49 - Haarlem - Tel. 20049 In de centra van grove tuinbouw dreigt ie vorst grote schade toe te brengen aan :le nog te veld staande wintergewassen. In het Geestmerambacht staat nog veel win- terkool te veld. Groenekool en andijvie staat nog buiten. In de Streek staan nog drie miljoen bloemkolen, die een waarde van één mil joen gulden vertegenwoordigen, te veld. Ruim negen miljoen bloemkolen passeer den reeds dc Grotebroeker veiling. ADVERTENTIE Bijna 20 jaar ij Cape van Rees uit Aerdenhout bij Haarlem piloot bij de K.L.M. Thans loodst hij zijn DC-6B met 58 passagiers van Montreal naar Mexico en Curasao. Voordat hij zich in 1952 voorgoed in St. Adele, Quebec vestigde, vloog Capt. van Rees reeds 3 jaar de transatlantische route naar Canada. „Jaren geleden", zegt Capt. van Rees, „rookte ik mijn eerste Sweet Caporal... sindsdien heb ik ze altijd gerookt. Ik hoop, dat jullie in Nederland ze even lekker vinden als ik". Originele ttrkloring ligt ter inzagt. Nederland schenkt het beste aan Canada, Canada schenkt het beste aan Nederland: CANADA'S FIRST CIGARETTB SINCE 1887 Een zuivere Virginia voor slechts 80 cent NA DE EERSTE manifestaties van het overweldigend hulpbetoon aan de vluchtelingen voor de Russische terreur in Hongarije, wier leed men hier in het Westen in grote solidariteit tracht te lenigen, vragen wij thans weer de aan dacht voor een groep mensen, van wie het leed wel minder spectaculair, maar zeker ook reëel is: de stille armen. De éne nood heft de andere niet op en de éne hulp kan de andere nooit uitsluiten. En de gedachte „nu dat ook nog" kan onmogelijk lang worden volgehouden, wanneer men beseft, dat een samenleving slechts bestaan kan, wanneer de éne mens zich steeds weer verantwoordelijk weet voor de ander. Op die verantwoordelijkheidszin moet telkens weer een beroep worden gedaan, want tal van noden blijven voort bestaan - ook al kan het verhaal erover eentonig worden. 'Onze Kerstinzameling is weer nodig genoeg, want er zijn nog vele stille armen. Hun aantal neemt eerder toe dan af, zei ons de directeur van Sociale Zaken, de heer D. H. Sue- rink. En van een predikant en een gezinshulpleidster hoorden wij verscheidene van die gevallen van persoonlijke nood, die moeilijk te verbergen vallen, al zou men het graag doen. „Elke dominee ontmoet er tegenwoordig nog genoeg in zijn wijk van wie hij weet, dat zij ternauwernood rondkomen en door onverwachte uitgaven aan de grond raken", zei ons ds. P. de Ruig, gereformeerd predikant in Haarlem-Noord. „Bejaarden met zo'n pensioentje van vroeger, of mensen die nu nog van de Noodwet en straks van de definitieve ouderdomsvoorziening trekken en daarbij nog een of andere oude schuld moeizaam trachten af te lossen, zonder hun kinderen erover te willen lastig vallen. Mensen, die vroeger van de huuropbrengst van een paar huisjes leefden, maar daar nu zeker niet meer mee komen. Gezinnen met veel kleine kinderen, die het normaliter zeker niet slecht hebben maar ineens door ziekte van de vader of de moeder in een moeilijk parket komen. En laten we ook eens denken aan de kleine zakenmensen, die hun enige hulp in het bedrijf zoveel moeten betalen dat er voor henzelf steeds minder overblijft. Een bakker, die zijn bedrijfje nog slechts met moeite weet staande te houden tegen de concurrentie van de groten. Het rendement is heel klein geworden en als alleen zijn oven kapot gaat dan hangt hij Ten hemel schreiende nood, zoals vroe ger, vindt men niet meer, maar tegen de algemene welvaart steken deze geval len toch zeer scherp af. En het is juist die algemene welvaart, die ons in staat stelt, er iets aan te doen. „IK KEN een gezin met kinderen, die nog geen van allen verdienen, maar dat tot voor kort werkelijk geen krimp had. Toen neeft de oudste zoon ergens een be smettelijke ziekte opgelopen, waarmee hij zó twee broertjes aanstak. En nu ligt een deel van dat gezin ergens in een sana torium in een andere provincie. In hoe verre de kosten daarvan dan ook door verzekering gedekt mogen worden, de rei zen erheen en wat er meer bij zulke be zoeken te pas komt, jagen het gezin ook op onverwacht hoge kosten. Zoiets merkt men opeens als men er op bezoek komt. Er zijn nieuwe schoenen nodig of er moet dringend eens een nieuw vloerkleed ko men. maar het gebeurt niet. want het kan eenvoudig niet. En men ziet de boel achter uitgaan. Onze diaconieën zijn er altijd op uit om zulke dingen tijdig te ontdekken, want deze mensen komen heus niet bij óns. Voorkomen is in dit geval veel beter dan genezen. Maar vind ze maar eens! Vele van deze mensen denken er eenvou dig niet aan om anderen met hun nood lastig te vallen". Geen reserves DEZELFDE ervaring vertelde ons zuster C. H. M. Speijer van de „Stichting Chris telijke Gezinshulp der samenwerkende kerken van Haarlem en omstreken". Met haar assistente, mej. G H. Keizer, leidt zij de afdeling acute hulp voor de gezin nen. terwijl elders in de stad zuster E. Caré voor dezelfde stichting de hulp voor chronische zieken en bejaarden regelt. Bij de gezinnen waar haar mensen komen, treft men er ook herhaaldelijk een, dat het altijd met een minimum heeft weten te redden, maar geen enkele financiële weer stand heeft, wanneer er slagen vallen. „Neem bijvoorbeeld een gezin, waarvan de vader door een of andere kwaal maar weinig geld thuisbrengt en waarvan de moeder, die het ontbrekende met een of andere bijverdienste trachtte aan te vul len, ziek wordt De kosten van onze ge zinshulp worden tegenwoordig geheel via1 de GGD betaald, maar er blijven genoeg zorgen over. En toch zie ie vaak dat men dit tegenover de gezinshulp tracht te ver bergen. Zij eet mee aan tafel, zodat daar als het even kan méér van moet worden gemaakt, dan het gezin gewoon was. Maar ondertussen weten zij niet hoe zij rond moeten komen". DE GANG naar Sociale Zaken wordt volgens zuster Speijer heus niet altijd al leen verhinderd door eergevoel, maar ook omdat men beducht is voor verhaal op de kinderen. Dat vindt men speciaal onder oudere mensen. Zij willen tot alle prijs voorkomen, dat de kinderen erbij betrok ken worden. „Zo heb je wel van die oudere dames, die nog liever een paar kost gangers nemen, dan daartoe over te gaan. Ên zo'n kostganger stelt natuurlijk zijn eisen, zodat er maar een minimum over blijft om van te leven. En als zo'n vrouw dan ook nog ziek wordt, dan wordt alles wel heel erg penibel." De directeur van Sociale Zaken zei ons: ..Hoeveel klachten over de toenemende duurte hoort men al niet van mensen, die het helemaal niet slecht hebben. Hoe denkt men dan, dat mensen het bolwerken, die van een lijfrente of een pensioen moeten leven, dat nog altijd op de oude waarde van de gulden gebaseerd is? Diezelfde gulden is namelijk nu nog zoiets als drip- en-dertig cent waard. De lonen en de riikspremies passen zich nog wel aan, maar dit soort rentes en vele premies blijven stabiel. Dus naarmate de kosten van le vensonderhoud stijgen vraag maar aan de eerste de beste huisvrouw aantal stille armen toe." neemt het De heer Suerink zeide het niettemin te betreuren, dat er ten aanzien van Sociale Zaken vaak nog zoveel weerstanden be staan. Tal van mensen, die men graag zou helpen, zien de dienst nog in de geest van tientallen jaren geleden. „Uit die tijd van honderd turven en een hemd, zoals ik het altijd noem", verduidelijkte hij. „Alleen al aan de naamsveranderingen van onze dienst kan men zien hoe er geprobeerd is om de druk, die op die naam ligt, weg te krijgen. Van Burgerlijk Armbestuur werd het Maatschappelijk Hulpbetoon en van Maatschappelijk Hulpbetoon werd het So ciale Zaken. En nog altijd komen ver scheidene mensen, die we nu juist graag zouden helpen, niet bij ons", aldus de directeur. „Men ziet dit vaak nog niet als een recht, waarvoor men zelf belasting betaald heeft." Vooral de bejaarden DE MEESTE stille armen vindt men naar de overtuiging van de heer Suerink onder de bejaarden. De rijksuitkering is thans ongeveer f 1404 per echtpaar per jaar. En daarmee trachten velen zich op een bovenkamertje te redden. Maar als zij naar een rusthuis moeten, komen zij er niet meer uit want de pensionprijs is on geveer f 190 per maand. „Natuurlijk valt er dan met Sociale Zaken te praten, maar zij komen slechts schoorvoetend. Als zij komen", aldus de directeur. Hij erkende, dat eigen verdiensten of vrees voor onmiddellijk verhaal op de kin deren vaak ook een gang naar Sociale Za ken verhinderen, hoe soepel men daar bij deze dienst in vele gevallen ook tegenover staat Zo blijven er velen, die juist tussen de mazen van de sociale voorzieningen door gaan en ten behoeve van wie een beroep op de Haarlemmers telkenjare weer nodig blijft. „Ons bestuur meent uiting te moeten geven aan zyn vrees voor onvoldoende arbeidsvoorziening. Dit is een van de meest zorgelijke problemen in de land bouw. Door de zuigkracht van de industrie met zyn aantrekkelijke arbeidsvoorwaar den worden steeds meer arbeiders uit de landbouw weggetrokken. Ook de zoons uit de kleine boerenstand, die in het verleden een belangrijke bijdrage leverden in de arbeidsvoorziening in de landbouw, komen al minder voor de landbouw beschikbaar." Deze woorden sprak de heer H. A. Giesen, voorzitter van de Vakgroep Akkerbouwers der Katholieke Land- en Tuinbouwbond in zijn vanmorgen gehouden openingsrede op de algemene vergadering van deze vak groep, die vandaag in café-restaurant Brinkmann te Haarlem wordt gehouden. De heer Giesen wees erop. dat het aandeel van de agrariërs in onze beroepsbevolking geleidelijk daalt: van twintig percent in 1929 tot 12,9 percent in 1954. Ons bestuur heeft zich ernstig afgevraagd, aldus de voorzitter, of de landbouw in enkele jaren niet zodanig tekort aan arbeiders zal krij gen, dat de uitoefening van het boeren bedrijf onmogelijk wordt gemaakt. De voorzitter stelde, dat de landbouw een deel van de moeilijkheden kan op lossen door mechanisatie en extensivering. Hij wees erop, dat nog een ander middel aan de hand was gedaan: de samenvoeging van kleine bedrijven. Spr. vroeg zich af, of dit middel niet de opoffering van een gezonde boerenstand met zich brengt, met voorbijzien van alle sociale aspecten. De boerenbedrijven worden tot mechanisatie gedwongen, doch de boeren moeten hier toe ook de mogelijkheid krijgen. De tegen woordige belastingwetgeving staat hen hierbij danig in de weg. De voorzitter be pleitte ian ook een belastingheffing over het gemiddelde van verscheidene jaren een geluid, dat geregeld in de landbouw wordt gehoord. De heer Giesen meende, dat voldoende redenen aanwezig waren voor de stimulering van de industrie in de na-oorlogse jaren. Hij betwijfelde echter, of in deze richting moet worden verder gegaan. Wat betreft de prijsvaststelling stelde de voorzitter, dat de landbouw evenals de industrie recht heeft op de kostprijs voor de produkten en op de volle waar dering van de arbeid in de landbouw. Als hiervan wordt uitgegaan zou dit een stap in de goede richting kunnen betekenen In zijn rede schonk de heer Giesen aan dacht aan de „enorme schade", die door de vele regens is ontstaan. Ook in het westen, waar de waterhuishouding beter dan in andere delen van ons land is ge regeld, zijn slechtere oogstresultaten ge boekt dan in voorgaande jaren. De graan opbrengsten zijn aanzienlijk beneden nor maal en bovendien brengen de produkten veelal door schot, kleurverlies of te hoog vochtgehalte de normale prijzen niet op. De erwtenopbrengst is in Noordholland zeer slecht Voorts is in jaren niet zo'n slechte kwaliteit vlas geoogst. Ook met de aardappeloogst is het niet rooskleurig ge steld. De heer Giesen liet een ernstige waar schuwing horen tegen het kopen van land bouwmachines volgens het afbetalings systeem, daar soms meer dan twintig per cent rente moet worden betaald. Hij wees op de instelling van de bedrijfseconomi sche afdeling der L.T.B., die op dit gebied waardevolle adviezen zal kunnen verstrek ken. De voorzitter releveerde de eisen, die het Landbouwschap ten opzichte van het garantiebeleid heeft gesteld. Dit beleid is tot heden ontoereikend geweest, met het gevolg dat de landbouw onvoldoende re- Naar wij vernemen zal het bestuur van het Nederlandse P.E.N.-centrum naar aan leiding van de gebeurtenissen der laatste weken tegen begin januari een buitenge wone ledenvergadering bijeenroepen. Op deze vergadering zal het bestuur, na zijn beleid te hebben verdedigd, de vertrou wenskwestie stellen. Eind volgende week zal het bestuur overigens in een perscommuniqué een overzicht geven van wat er zich in de vereniging heeft afgespeeld en van de resultaten daarvan. Voor het lidmaatschap van het PEN- centrum Nederland hebben thans ook be dankt: Jan Elburg, A. J. D. van Oosten, dr. S. C. Regtdoorzee Greup-Roldanus. Een dode bij verkeersongeluk te Veenendaal Het 6-jarige jongetje Paultje Kusters uit Slenaken en zijn oom E. Lensen uit Heijenrath zijn vrijdagmiddag tegen vijf uur van een tractor gevallen, waardoor het jongetje werd gedood en de bestuurder ernstig gewond. De heer Lensen reed over een stoppelveld met een wagen hout. Waar schijnlijk door de gladheid van het terrein is de wagen geslipt. De tractor werd toen meegesleurd. Het jongetje werd dodelijk getroffen door het stuur van de tractor. De bestuurder moest onder de tractor worden uitgehaald. Vrijdagavond is de manufacturer J. Val kenburg uit Veenendaal bij het onvoor zichtig oversteken van de Stationsstraat te Woudenberg aangereden door een bestel auto, bestuurd door de heer E. uit Soest. Het slachtoffer werd 25 m meegesleurd en was op slag dood. Hii laat een vrouw en twaalf kinderen achter. Prinses Irene heeft vrijdag een bezoek gebracht aan de glasfabriek „Leerdam". Zij werd daarbij vergezeld door zeven leerlingen van de vijfde klas van het Baarns lyceum. Na de glasfabriek bezich tigd te hebben bracht het gezelschap een bezoek aan het glasmuseum in Leerdam. Bij het vertrek ontvingen de gasten een souvenir. Prins Bernhard is vrijdagavond per vliegtuig te Genève aangekomen, waar hij een bijeenkomst van de „Fondation Euro- péenne de la Culture" zal bijwonen. (AFP) Ned. Herv. Kerk Beroepen te Rhenen (toez.) Joh. Dijkstra te Westerhaar. Geref. Kerken onderh. art. 31 K.O. Bedankt voor OegstgeestlValkenburg R. Brands te Bergentheim. 99 HET TOEVAL HEEFT gewild, dat mij in enkele weken tijds een drietal boeken een bloemlezing, een historische studie en een roman onder de ogen kwam dat één en hetzelfde thema bespeelt. In elk van deze drie heb ik het „lift every voice and sing.horen weerklinken, het „laat iedere stem zich verheffen en zingen een lied van vertrouwen, dat het duister ver leden ons leerde" het tot nationaal ne gerlied geworden gedicht van James Wel don Johnson. Meer dan een halve eeuw is het geleden dat hij het schreef, vierhon derd jaar nadat de eerste „zonen van Afri ka" in de Amerikaanse koloniër als werk- vee 'Verden geïmporteerd. Het duister ver leden, lang is de weg van slavernij tot vrijheid, van vrijheid to„ gelijkwaardig heid. van de Negerhut van Oom Tom tot de moderne negerlitteratuur. Elke stap bete kende een zweepslag, elke mijlpaal een nieuwe vernedering, elke 1 /omming een hooo o1" verlossing. En nog is hij niet ten einde, de lijdensweg, de zwarte weg. Buiging na buiging kan men hem volgen in de indrukwekkende historische studie, die dr. J. W. Schulte Nordholt de dich ter. die destijds onder de schuilnaam W. S. Noordhout debuteerde met zijn in Duitse gevangenschap geschreven verzenbundel „Het bloeiend steen" onder de titel „Het volk dat in duisternis wandelt" bij Van Loghum Slaterus deed verschijnen. Men moet méér zijn dan een historicus, men moet een dichter zijn, om als deze auteur bet zakelijke geschiedkundige gegeven, het dode document, het nuchtere getal, het ver geten schriftuur, te bezielen tot de taal van één stem. die voor honderdduizenden spreekt: de stem van de ..nikker" in zijn wanhoop en trots, zijn pijn en onbuigzaam heid. Schulte Nordholt heeft niet als zo- velen geïdealiseerd. Met de objectiviteit van een geleerde, de geloofsovertuiging van een christen, het menselijk meegevoel van een dichter, heeft hij het „lange, kleur rijke. trieste en hoopvolle verhaal geschre ven van mensen tussen mensen", van ne gers tussen blanken, verworpenen tussen j voorrechten. ..Een zwarte Odyssee" heeft hij zijn boek genoemd, kennelijk om zich te distanciëren van het droog-wetenschap- pelijke vertoog. Inderdaad: het is een Odyssee geworden, dit eminente boek, door het donker verleden van een gekweld volk een zwerftocht, waarop de mens op zoek is naar de mens, naar de „family of man". Aldus opgezet en uitgewerkt heeft deze studie niet het karakter van een aan klacht gekregen van zwart tegen blank. Maar onvermijdelijk werden de naakte fei ten van vier eeuwen negergeschiedenis, hoezeer verwikkeld tot een niet enkel met goede bedoelingen op te lossen probleem, tot een beroep op het menselijk geweten, dat te dringender gaat klinken, waar het de neger zélf is. die spreekt, die zingt, wee klaagt en juicht, getuigt van zijn bittere rampzaligheid en onwankelbaar geloof in de uiteindelijke erkenning van zijn mense lijke volwaardigheid. Van hetgeen daarvan tot woord is ge worden hij monde van negerschrijvers kan men een aantal ontroerende proeven vin den in de bloemlezing, die Manuel van Loggem in samenwerking met Otto Ster man onder de titel „Meesters der negerver telkunst" (Meulenhoff) samenstelde. De keuze moest uiteraard beperkt blijven tot het korte verhaal. Maar al zwijgen hier dus de stemmen der dichters, al moest de ADVERTENTIE Alle benodigdheden voor uw bij de „Succes-dealer" voor Haarlem en omstreken: Zijlstraat 90 ,£faarlem Tel. 11161 serves heeft kunnen kweken, waardoor te weinig kan worden geïnvesteerd. Een ge volg van dit beleid is tevens, dat de land bouw onvoldoende het hoofd zal kunnen bieden aan risico's. Nadat de voorzitter was ingegaan op de internationale land bouwsituatie, belichtte hij enige aspecten van de export. Tenslotte sprak hij een spe ciaal welkomstwoord tot drs. N. H. M. W van Wersch, die mr. G. J. Vermeulen als secretaris van de LTB is opgevolgd. machtige epische golf van de neger-roman kunst aan deze anthologie voorbijgaan, in haar historische rangschikking is deze bloemlezing tot een klankbord geworden van een onnoemelijk leed, een bitter pro test, een langzaam ontwakend zelfver trouwen, een onkwetsbare fierheid van alle stadia, die de negerziel moest door strijden om zich van de doem der verdruk king te bevrijden en zich, aan de andere kant, voor zelfoverschatting te hoeden. „Ik herinner mij", schreef de negerlei der Frederick Douglass ruim een eeuw ge leden, „de ketting, de muilkorf, de bloedi ge zweep". Veel moest worden vergeven, van ouder op kind, veel moest worden ver geten, veel leed dat van de armoede en de rechteloosheid, van de seggregatie en de lynchpartij moest duldzaam worden ge dragen, aleer de neger!itteratuur zich bo ven de problematiek van het gekleurde ras kon verheffen om uitdrukking te geven aan het algemeen-menselijke. Want al is de „zwarte wedergeboorte" in volle gang, zó lang is het nog niet geleden, dat Claude Mckay (één der stimulerende dichters der Harlem Renaissance") zijn negertragedie in het aangrijpende „Outcast" bezong: „Iets in mij ging verloren, voor goed en als een geest moet ik mijn levensweg gaan temidden der aardse kinderen een af gezonderd wezen". Er is in alle neger- poëzie, in alle negerproza evenzeer, een on- '.ertoon van schrijnende melancholie. Maar wie yel eens in de bloemlezing gebladerd heeft van Fransschrijvende negerdichters, die Sédar Senghor samenstelde of in de gebundelde vertalingen, die Janheinz Jahn onder de titel „Schwarzer Orpheus" uitgaf, kent ook het andere: het ontembare levens ritme, dat driftig genoeg in het donkere bloed is blijven kloppen om er een ver moeide civilisatie mee te kunnen verjon gen. De roman, waarop ik doelde, is „Jokoen- da, het zwarte licht" (Uitgeverij Kosmos) van Arnold Krieger, die zijn Afrikaans epos, (zijn derde) „Geliebt, gejagt und unvergessen" doopte. Gelukkig heeft de vertaler C. J. Kelk deze wat snorkende titel, die dit respectabele boek wat te dicht in de buurt van Margaret Mitchell's veel gelezen en overschatte „Gejaagd door de wind" brengt, niet overgenomen. Ook Krie ger idealiseert. Wie zijn vroegere werk zijn beide Zuidafrikaanse romans en zijn geromantiseerde levensbeschrijving van de H- igaarse vrijheidsheld en dichter Petöfi kent, weet dat hij niet geheel en al vrij is van pathos. Maar hij is dan ook de man van het. „schlagende Herz", het kloppende mensenhart, zoals hij tijdens het Hitler- bewind zijn dichtbundel betitelde, om daar mee een klinkend antwoord te geven op de propagandistische brabbeltaal van Goering, die van de schrijvers een „ijzeren hart" had geëist. Hoezeer het hem ernst was met dat „kloppende hart" spreekt ondubbelzin nig uit zijn van 1951 daterende manifest „Kracht door liefde", waarmee hij zich onvoorwaardelijk aan de zijde van Albert Schweitzer schaarde. In het nawoord van „Jokoenda" (dat in de Nederlandse ver taling niet werd opgenomen), heeft hij geen twijfel gelaten aan zijn bedoeling met deze negerroman. Liza Jokoenda, het zwar te licht, dit geroofde vorstenkind, dat aan haar slavernij ontvluchtte om een lijdens weg .iaar vrijheid en menselijkheid te gaan, was voor hem symbool: voor het duister dat invalt, zodra de mensenliefde, de Christelijke naastenliefde, zwijgt. Afri ka wordt overschaduwd door de „zwarte wolk" van het rassenvraagstuk. Waar in de wereld valt die schaduw niet? „Maar" ik citeer Krieger woordelijk „ook Europa is een duister werelddeel geworden, waarin niet alleen de slaapziekte van de apathie woedt, maar niet minder de schurft van de collectivisering, de epidemie van de zielsvervlakking, de infectie met angst- stoffen". Afrika, Jokoenda, dit zwarte licht, was voor hem „een omweg naar Europa", dat hij te elfder ure hoopt te redden door een geestelijk „Lambarene" een herbe zinning op de fundamentele waarden van een Christ^ijke geloofsbelijdenis. Aldus gelezen kan men de zedelijke betekenis van deze grootscheepse roman moeilijk overschatten. Q. J. E. Dinaux

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1956 | | pagina 5