Voorlopig geen rijbewijs
voor bromfietsers
RANG is alleen RANG als er
RANG
op staat
Alexander Smallens met het N.Ph.O.
Ingrijpende middelen nodig om
positie landbouw te verbeteren
„Tramlijn Begeerte" als „ballet"
Beperking der bestedingen zal niet
gelden voor Deltawerken
Verschillende factoren maken het
landbouwbedrijf zeer kwetsbaar
Enquêtecommissie wil haar
werk beëindigen
Onderzoek naar beleid in
Indië onuitvoerbaar
Faillissementen
Weekstaat Ned. Bank
Bankbiljetten in record-
tempo teruggekeerd
Parlementair commentaar
Prins Bernhard heeft
bronchitis
VOORZITTER H.M.v.L.:
Prinses Beatrix zal de
„Statendam" dopen
Erik Bruhn, een prachtige danseur noble
Bloemisten L.T.B. betalen
hogere contributies
Kerkelijk Nieuws
WOENSDAG 12 DECEMBER 1956
(Van onze Kamerverslaggever)
Minister Algera heeft gisteren in de Tweede Kamer bij de verdediging van de
begroting van Verkeer en Waterstaat meegedeeld, dat hij zijn standpunt nog niet
heeft bepaald over het verplicht stellen van een rijdiploma voor bromfietsers, hoewel
de Commissie Veiligheid Verkeer wel tot het instellen van een dergelijk diploma
heeft geadviseerd. De minister zal bevorderen, dat de beschermende maatregelen
voor voetgangers zo spoedig mogelijk worden ingevoerd. Een maximum-snelheid in
de bebouwde kom kan bijdragen tot vermindering van het aantal ongelukken. Voor
een maximum-snelheid buiten de bebouwde kom ziet de minister vooralsnog geen
aanleiding. De maatregel tot beperking van de maximum-snelheid voor bromfietsers
tot 40 km wil hij eerst eens laten doorwerken om de bromfietsers in de gelegenheid
te stellen te tonen, dat een verdere verlaging van de maximum-snelheid niet nodig is.
Er komt een wettelijke regeling voor
autorijscholen, indien daar geen grondwet
telijke bezwaren tegen bestaan. Indien dat
wel het geval zou zijn, is het de bedoeling
in het Wegenverkeersreglement strengere
bepalingen op te nemen voor het besturen
van auto's onder toezicht. Voor een wette
lijke regeling van de verhuur van auto's
zónder chauffeur gevoelt minister Algera
niet omdat tot dusverre niet is gebleken,
dat die huurauto's zich in minder goede
staat bevinden dan andere auto's.
In België 'heeft men ter beperking van
het benzineverbruik de maximum-snelheid
voor auto's gesteld op 70 km per uur. De
minister zal met de minister van Economi
sche Zaken overleg plegen of deze maat
regel ook voor Nederland doeltreffend zou
zijn. Zeer onaangenaam had het de minis
ter getroffen, dat voetbalsupporters in
Venlo een Duitse bus hadden gehuurd om
naar een wedstrijd in Amsterdam te gaan.
Tariefsverhoging N.S.
De aangekondigde tariefsverhoging bij de
spoorwegen is hoofdzakelijk een gevolg
van de verhoging van de lonen. Het gaat
erom de rentabiliteit te handhaven. Het
ligt niet in de bedoeling van minister Al
gera tariefsverhogingen van particuliere
vervoersondernemingen tegen te houden
als de kosten stijgen. Maar men moet niet
uitgaan van enkele kostenstijgingen, maar
van de totale uitkomsten van het bedrijf.
De binnenvaarttarieven mogen daarom
niet worden verhoogd omdat men in ge
breke is gebleven een inzicht te geven in
het geheel van de kosten en uitkomsten.
De beurtvaart heeft die gegevens wel ver
schaft en daarom mogen de beurtvaart-
tarieven met ingang van 1 januari met l2Vz
percent worden verhoogd.
Uit de Tweede Kamer was aandrang uit
geoefend tal van nieuwe projecten te doen
uitvoeren, die vele miljoenen zouden kos
ten. Die wensen zou minister Algera liever
De enquêtecommissie Regeringsbeleid
1940—1945 heeft aan de Tweede Kamer
verslag van haar werkzaamheden uitge
bracht. Zij stelt tevens voor, die werk
zaamheden te beëindigen.
Sinds haar eerste verhoor op 17 februari
1948 heeft zij tot 17 juli van dit jaar 1250
getuigen en/of deskundigen gehoord en
100.045 vragen gesteld.
De acht delen van het verslag omvatten
14.868 bladzijden, waarvan 4228 bladzijden
aan het eigenlijke verslag zijn gewijd, 8656
bladzijden aan verhoren en 1984 bladzijden
aan bijlagen.
Het punt, dat thans nog door de com
missie onderzocht moet worden, is: het
beleid betreffende de overzeese gebieds
delen, waaronder begrepen dat der Neder-
landsch-Indische regering. De commissie
heeft zich de vraag gesteld of zij deze op
dracht nog naar behoren kan uitvoeren.
Zij heeft daarbij wel overwogen of het
mogelijk zou zijn, dat onderzoek tot enkele
onderwerpen te beperken, maar is tot de
conclusie gekomen, dat dit niet verant
woord is, gezien de samenhang van de
gebeurtenissen en omdat iedere selectie
het verwijt van onvolledigheid oproept.
Zij meent 'derhalve, dat, wanneer dit punt
behandeld wordt, het in zijn geheel dient
te geschieden.
Het is evenwel voor de commissie komen
vast te staan, dat verreweg de meeste ge
tuigen over de gebeurtenissen, waarover
het bij dit onderzoek zou gaan, geen be
trouwbare verklaringen meer kunnen af
leggen. Voorts zijn velen, die gehoord zou
den moeten worden, gestorven.
Tenslotte kan gesteld worden, dat het
uitgesloten zal zijn, Indonesiërs te horen,
zonder hetwelk een onderzoek van dit
punt te eenzijdig zou zijn.
Zij verzoekt derhalve de Kamer haar te
ontheffen van de opdracht, vervat in dit
punt.
De Haarlemse rechtbank heeft dinsdag in
staat van faillissement verklaard:
A. Koolman, aannemer, Wijkerstraatweg
288, Velsen. Rechter-commissaris: mr. J. D.
Vink en curator: mr. A A. M. Leesberg,
advocaat en procureur, Vondellaan 20, Be
verwijk.
Wegens het verbindend worden van de
enige uitdelingslijst is geëindigd het fail
lissement van: M. van Bavinckhoven, Lange
Nieuwstraat 347, van beroep scheepsbouwer,
hoofdelijk aansprakelijke bestuurder van de
N.V. Ge.coma IJmuiden, i. o., te IJmuiden.
Rechter-commissaris: mr. N. Reeling Brou
wer en curator: mr. M. L. Swaab, Kuenen-
plein 48 te Beverwijk:
en van J. A. Schellings, Kennemerstraat
31, IJmuiden, van beroep scheepsbouwer,
hoofdelijk aansprakelijke bestuurder van de
N.V. Gecoma IJmuiden, i. o. gevestigd te
IJmuiden. Rechter-commissaris: mr. N. Ree
ling Brouwer en curator: mr. M. L. Swaab,
advocaat en procureur Kuenenplein 48 te
Beverwijk.
inwilligen dan weigeren, maar wegens de
noodzakelijke bestedingsbeperkingen zal in
de komende tijd het beleid niet zo voort
varend kunnen zijn. Indien men zijn ver
wachtingen hoog stelt zal men worden te
leurgesteld, maar indien men niets ver
wacht, zal het misschien nog meevallen.
De Delta-werken zullen niet onderhevig
zijn aan de bestedingsbeperking. Of de
Zuiderzeewerken worden beperkt is nog
een vraag.
Enkele Kamerleden hadden de vrees uit
gesproken, dat Rotterdam zal trachten het
nieuwe vliegveld Zestienhoven uit te brei
den. Zij meenden, dat in Nederland slechts
plaats is voor één groot vliegveld.
Minister Algera gaf de verzekering, dat
de regering aan de gemeente Rotterdam
duidelijk te kennen heeft gegeven dat voor
het vliegveld Zestienhoven de mogelijk
heden beperkt zijn. Aan een eventuele aan
drang van Rotterdam tot verdere uitbrei
ding zal de regering niet kunnen voldoen.
De minister was van mening, dat Schiphol
toereikend zal zijn om ook in de behoeften
van Rotterdam te voorzien, vooral wanneer
er door de rijksweg 4a een snellere ver
binding met Rotterdam tot stand komt.
In ongekend snel tempo zijn de bankbil
jetten, die rond de maandwisseling in cir
culatie zijn gebracht, naar de banken te
ruggekeerd. Dit blijkt uit de verkorte ba
lans van de Nederlandsche Bank per 10
december, waarop de chartale geldomloop
een vermindering laat zien van niet min
der dan f122 miljoen, waarmee de circu
latie is beland op f3874 miljoen. Deze in
krimping is zelfs nog groter dan de feite
lijke uitzetting geweest is van de maand
wisseling, een uitzetting die in vorige ja
ren wegens het St. Nicolaasfeest altijd een
bijzonder zwaar karakter droeg. Ditmaal
echter is in een keer de gehele uitzetting
en zelfs nog meer dan die uitzetting al
leen, ongedaan gemaakt. Hieruit blijkt wel
dat de circulatievermeerdering- -niet- zo
groot is geweest als bij de overgangvan
november naar december gebruikelijk is.
De banken hebben het geld nuttig kun
nen gebruiken om een aanzienlijke portie
van de dure voorschotten af te lossen. Deze
hebben daardoor een zeer behoorlijke ver-
(Van onze parlementaire redacteur)
Voor een veiTassing zorgde dinsdagmid
dag minister Hofstra. Hij kwam met een
reeks mededelingen voor de dag, die lieten
zien, hoeveel bedenkelijker de financiële
en economische toestand is geworden dan
kort geleden. Het waren indrukwekkende
cijfers, die hij de Kamer voor ogen hield.
Geheel onverwacht was overigens het ge
schetste beeld niet. Het onlangs gepubli
ceerde advies van de Sociaal-Economische
Raad omtrent een aantal te treffen maat
regelen om weer zo goed mogelijk orde op
zaken te stellen, had ons er immers reeds
op voorbereid. Nieuw was, dat de minis
terraad maandag besloten had in beginsel
dat advies op te volgen en dus het treffen
van de aanbevolen maatregelen zal bevor
deren. De daarin voorgestelde belasting
verhogingen met een batig saldo van onge
veer 65 miljoen gulden, zouden een onont
beerlijk bestanddeel van de verder nog
komende maatregelen uitmaken. Voor de
goede verstaanders was het wel overdui
delijk: er kon geen sprake van zijn, dat het
kabinet of minister Hofstra enige vermin
dering van de aanhangige belastingver
hogingen voor zijn verantwoording zou
nemen. Heb ik het wel, dan was het vooral
's ministers bedoeling diegenen, die nog
zouden willen proberen wat af te dingen
op het ter tafel liggende voorstel tot ver
hoging van de rechten op benzine en ge
distilleerd en vrijstelling van omzetbelas
ting voor textiel, hiervan af te houden. Men
wist in parlementaire kring te vertellen,
dat in het bijzonder de fractie van de
K.V.P. met een dergelijk plannetje rond
liep. Men zou een amendement willen in
dienen, om de verhoging van het bijzonder
invoerrecht op benzine en van de gedis
tilleerde accijns te beperken tot een bedrag
gelijk aan hetgeen de schatkist door de vrij
stelling van de omzetbelasting op textiel
zal derven. Kennelijk werd het van rege
ringszijde beter geacht dat voornemen in
de kiem te smoren. Vandaar het door
minister Hofstra gegeven „schot voor de
boeg".
Een uiteenzetting gelijk hij nu ten beste
gaf, was overigens, zeker in het stadium
waarin de behandeling van het wetsont
werp in kwestie verkeerde, zeer ongebrui-
kol j
Hij had wellicht eerst de algemene be
schouwingen kunnen afwachten om dan
pas, zo nodig, zijn zwaar geschut in stel
ling te brengen. Maar dan had hij waar
schijnlijk ten aanzien van een amendement
het „onaannemelijk" moeten laten horen.
Om dit te vermijden en om anderen, die
zich wellicht eveneens in een soortgelijke
geest zouden hebben uitgesproken als van
de zijde van de K.V.P. te verwachten viel,
daarvan af te houden, zal minister Hofstra
waarschijnlijk tot zijn verklaring zijn over
gegaan, die tevens een waarschuwing in
hield.
Hij heeft hiermee de Kamer onder druk
gezet, zo kan men misschien beweren. Toch
geloof ik, dat hiertoe in dit geval geen
goede grond bestond. De Kamer moest we
ten, waar zij aan toe was, hoe het met de
financiële situatie gesteld is. En ook, hoe
het met de door het kabinet gekoesterde
plannen zit. Want van dit alles kan men
in de gegeven omstandigheden de beteke
nis van en de noodzaak tot aanneming van
het aanhangige voorstel tot belastingver
hoging niet losmaken. In hoeverre het wel
licht de voorkeur zou hebben verdiend, dat
de minister-president zelf bij deze gelegen
heid voor het parlementaire front zou zijn
gekomen, hetgeen mogelijk iets eleganter
ware geweest,, kan ik verder,, buiten be
schouwing laten, vooral ook, omdat het
duidelijk was, dat de minister van Finan
ciën door zijn ambtgenoten gemachtigd ge
weest moet zijn tot zijn optreden.
Het denkbeeld van prof. Romme om de
Kamerleden gelegenheid te verschaffen
mindering ondergaan van f214 tot f138
miljoen. Overigens laat de weekstaat dit- zich nader op de kersverse mededelingen
maal slechts weinig mutaties van betekenis tc bezinnen en dus de behandeling van het
zien. wetsontwerp een dag later te laten begin-
Een gedeelte van het aangekondigde
Russische programma van het vierde dins
dagavondconcert van het Noordhollands
Philharmonisch Orkest, dat door de opera
dirigent Alexander Smallens in de Haar
lemse Concertzaal werd gedirigeerd, is om
begrijpelijke redenen gewijzigd. De ouver
ture „Prins Igor" van Borodine en de Vijf
de Symfonie van Tsjaikofsky bleven ge
handhaafd, maar de moderne Russische
werken van Prokovjev en Khatsjahoerian
verdwenen van de lijst. Dit maakt dan dat
de cellovirtuoos Edmund Kurtz (evenals
Smallens een Rus van geboorte en thans
Amerikaans staatsburger) in plaats van
het verwachte concert van laatstgenoemde,
het bekende opus 104 (in b) van Dvorsjak
kwam vertolken. De omstandigheden heb
ben hiermee de bijzondere attractie van
deze avond teniet gedaan. Hiermee is in de
verste verte geen geringschatting bedoeld
voor het terecht beroemde celloconcert van
Dvorsjak. dat deze avond met ere als blik
semafleider diende. Indien er van onbe
haaglijkheid over het mislukte plan van
een uitegrale Russische avond sprake kan
zijn. dan geldt dit niet de oplossing, maar
de oorzaak.
Intussen werd het dan toch een Sla
vische avond, met werken uit de bloeitijd
van de nationale romantiek. Na een ver
klanking van de ouverture „Prins Igor"
door' Smallens energiek opgestuwd en
waarin de solo-klarinettist zich knapjes
weerde hoorde men dus het Celloconcert
dat Dvorsjak tijdens zijn verblijf in Ameri
ka in 1895 componeerde en waarvan het
heimwee naar Bohemen de grondtoon
vormt. Edmund Kurtz interpreteerde de
dankbare solopartij op een sonoor en goed
dragend instrument, speculerend op rustige
toonvorming. wat ook wel eens tot een te
kort aan spanning en romantische gloed
aanleiding gaf. De van nature nog al voort
varende dirigent moest zich daarbij in
binden en verspeelde aldus nogal eens een
effect van intensieve spanning, zo bijvoor
beeld in de dynamiek van de hoornpartijen.
Toch werden in het lyrische middendeel
nog de mooiste momenten bereikt. Ik meen
er ook op te mogen wijzen al heeft dit
met de uitvoering niet direct te maken
dat een betere verlichting van het voorplan
van het podium, waardoor men uit de zaal
de mimiek van de solist duidelijker kan
waarnemen, bevorderlijk zou zijn voor de
algemene indruk. Het oog wil ook wel wat.
cellist Edmund Kurtz
Alexander Smallens zette de Vijfde van
Tsjaikofsky vrijmoedig naar zijn hand.
Spanningverwekken betekent voor hem
het tempo opvoeren. Dat geldt dan als het
moderne middel om de innerlijke intensi
teit te vervangen, waarmee de romantici
vooral in de rustige compositiedelen een
uiterste emotionele expressie wisten te be
reiken. Tsaikofsky mag dan al nauwgezet
zijn tempo metronomisch aanduiden, zij
het een enkele keer met de bemerking dat
enige vrijheid veroorloofd is (con alcuna
licenza) Smallens trekt zich van die
metronoomcijfers niets aan: hij ageert naar
eigen impulsen en stuwt het geheel op
naar hoogtepunten die een uiterlijk effect
verzekeren. Hij wint het pleit in deze zin,
dat hij het orkest op kookpunt brengt en
dat het beoogde effect niet uitblijft. Ik ge
loof niet in deze soort opwinding, die van
een „Moderato assai e molto maestoso" een
voortvarend allegro maakt.
Jos. de Klerk
nen, had zeker zin. Doch zin had het ook.
dat mr. Burger er zorg voor droeg, dat men
zich eerst nog even vergewiste, of de mi
nister met deze wijziging in de regeling
van werkzaamheden akkoord kon gaan.
De minister van Financiën acht het im
mers onverantwoord, wanneer de in het
aanhangige ontwerp voorgestelde maatre
gelen niet met 1 januari 1957 zouden in
gaan. Daarom moest hij ook weten, of er
te dien opzichte niet juist de ene dag ver
traging, welke er door het ingaan op het
denkbeeld-Romme zou ontstaan, een kink
in de kabel zou komen. Het ging er name
lijk om, te weten of de Eerste Kamer nog
wel gelegenheid zou hebben het wetsont
werp zo tijdig te behandelen, dat het uiter
lijk op 31 december in het Staatsblad zal
kunnen komen. Gelukkig kon voorzitter
Kortenhorst inmiddels met behulp van een
„ijlbode" ingelicht, de geruststellende me
dedeling doen, dat de Eerste Kamer tus
sen Kerstmis en Oudejaar (op 27 decem
ber) het wetsvoorstel in het openbaar zal
behandelen. Toen was het minister Hof
stra mogelijk te verklaren, dat hij tegen
verwezenlijking van het denkbeeld-Romme
geen bezwaar had.
Prins Bernhard moet wegens een lichte
bronchitis op medisch advies enige dagen
het bed houden.
„Het lijkt wel, of het met de landbouw
niet meer wil, of het niettegenstaande veler
inspanning steeds sneller bergafwaarts
gaal. Dit te constateren is een ernstig feit.
En wanneer wij als Hollandse Maatschap
pij van Landbouw als doelstelling voeren
het bevorderen van de welvaart onder boe
ren en tuinders, dan dringt zich onmiddel
lijk de vraag op, of aan deze moeilijkheden
niets kan worden gedaan. Waarom zijn wij
als georganiseerde landbouw en waarom is
de overheid niet bij machte ook in de tien
duizenden agrarische gezinnen wat minder
zorgen te brengen? Een vraag, die in ons
land misschien onwezenlijk klinkt, doch
helaas een vraag, die allerminst zonder
reden wordt gesteld". Met deze in mineur
stemming gestelde woorden opende de
voorzitter van de Hollandse Maatschappij
van Landbouw, de heer J. C. Dijksen, van
morgen de algemene vergadering van deze
maatschappij, die vandaag in „Krasnapols-
ky" te Amsterdam wordt gehouden.
De heer Dijksen ging in zijn openings
rede uitvoerig in op de brandende kwesties,
die de gemoederen in de landbouw momen
teel bezighouden. De economische positie
van de agrariërs, de steeds nijpender wor
dende arbeidsvoorziening in de landbouw
en het vraagstuk van de ruimtelijke orde
ning werden in de beschouwing betrokken.
Nadat de voorzitter aandacht had ge
schonken aan de internationale toestand en
de vergadering enige ogenblikken stilte in
acht had genomen ter herdenking van de
leden, die de maatschappij in het afgelopen
jaar waren ontvallen, zei de heer Dijksen,
dat de landbouw een punt is genaderd,
waarvan men moet constateren, dat slechts
veelomvattende middelen nog een oplossing
ter verbetering van de situatie kunnen
brengen. Hij wees erop, dat een effectief
landbouwbeleid slechts gericht kan zijn op
Prinses Beatrix heeft het voornemen, de
doopplechtigheid van de nieuwe „Staten
dam" v^in de Holland Amerika Lijn te ver
richten. Deze doopplechtigheid geschiedt
gedurende de officiële proeftocht van het
schip, die zal worden gemaakt op 23 en 24
januari.
Met een even onverklaarbaar als onver
dedigbaar succes heeft het American Ballet
Theatre, gedurende een week op bezoek in
ons land, in zijn tweede programma (dins
dagavond irnde-Rotterdamse Schouwburg)
-de in 1952 gemaakte choreografische versie
door Valerie Bettis van het bekende toneel
stuk „Tramlijn Begeerte" van Tennessee
Williams vertoond. Dit „ballet" is om ver
scheidene redenen een onding. In de eerste
plaats is het volstrekt onbegrijpelijk voor
iemand, die het oorspronkelijke drama niet
kent. Ten behoeve van deze kennelijk als
vreemdelingen in theaterland beschouwden
is in het programmaboek een uitvoerige
beschrijving van de verhalende inhoud op
genomen. Het ware verstandig de bezoekers
tegelijk met het toegangsbewijs een zak
lantaarn te verstrekken, want men kan
deze handleiding vrijwel geen ogenblik
missen, als men althans precies wil weten
wat er op het toneel gaande is. Op een ge
geven moment ziet men bijvoorbeeld de
brute Stanley Kowalski nogal verwilderd
de tas van zijn zojuist op bezoek gekomen
schoonzuster Blanche overhoop halen.
Waarom? Om daar achter te komen moet
men haastig de gedrukte verklaring raad
plegen: „Hij kan niet aan het verlies van
de erfenis van zijn vrouw geloven". Daarop
geraakt Blanche in paniek, want: „hij vindt
daarbij toevallig enige aan haar gerichte
liefdesbrieven van haar gestorven echtge
noot
Dergelijke zaken kan men (gelukkig mis
schien) niet in de taal van het ballet uit
drukken. Waarom moest deze geschiedenis
in dansvorm worden naverteld? Degenen
die het toneelstuk misliepen, hebben hun
schade in de bioscoop kunnen inhalen. Wat
worden wij wijzer van dergelijke specula
ties op een herhaling van elders en met
andere middelen gewekte sensaties? Men
zou in het land van Balanchine toch meer
geloof in de eigen, zelfstandige mogelijk
heden van de danskunst hebben verwacht.
Valerie Bettis heeft getracht aan haar
„Tramlijn Begeerte" een specifiek karakter
te geven door een gedeelte van de hande
ling zich „in het innerlijk van Blanche
DuBois" te laten afspelen. In haar theorie
betekende dat blijkbaar een nieuwe dimen
sie. In feite was het een vage warboel met
zonderlinge „doodsgestalten" en „begeerte
schimmen". Deze krankzinnigmakende
„andere werkelijkheid" werd opgeroepen
met behulp van groen licht en een „sym
bolisch" gesol met verschuifbare deuren.
Om de diepere zin daarvan te doorgronden
behoefde men het programma nu eens niet
te raadplegen, want zulke dingen hebben
wij allemaal wel eens bij Freud (of anders
in de Readers Digest) gelezen!
En nu wij dank zij Valerie Bettis toch
op het terrein van de erotiek zijn terecht
gekomen: wat in de gedanste openbaringen
van zinnelijke liefde als schokkend werd
bedoeld, werkte bijna komisch. In verge
lijking met deze choreografe is Roland
Petit een durvend genie. Eigenlijk is deze
gedanste prikkellectuur belachelijk ouder
wets. Dat men er bij alle verbazing af en
toe toch door geboeid werd, was te danken
aan het formidabele talent van Nora Kaye,
dat hier intussen op artistiek beschamen
de wijze misbruikt werd. Wat bij John
Kriza elders als verruwing van de tech
niek aandoet, kwam hem in de rol van I
Stanley goed van pas. Scott Douglas was
als Mitch innemend en voor zijn taak be
rekend. Over de muziek van Alex North
kan ik niet oordelen, want eigenlijk heb
ik die nieLgehoord, hetgeen bij deze drie-
stuiversromantiek misschien een kwaliteit
uitmaakt.
Gelukkig bood de rest van het pro
gramma, hoewel niets nieuws bevattend,
ruimschoots compensatie. In de tweede
akte van „Het Zwanenmeer" op muziek
van Tsjaikofsky zag men een mooie Odette
van Rosella Hightower, die overigens niet
de stralende zekerheid van vroeger heeft
en enigszins koketteerde met wat men
lyrische expressie pleegt te noemen. Ik
heb de indruk dat haar talent niet tot
volle bloei wil komen in dit klimaat. In
ieder geval was de entourage niet .gunstig:
een rommelig en nogal onverschillig corps
de ballet, met een vreemde (door Anton
Dolin voorgeschreven) inmenging van
mannen. Ik geloof dat Rosella Hightower
een overgangsperiode doormaakt, zoekend
naar een vorm die haar tot een onverge
lijkbare „zwanenkoningin" (en meer dan
dat) zal maken. Met haar geweldige tech
niek want wie heeft zo'n miraculeus
evenwicht, wie handhaaft zo glorieus haar
attitudes in beweging? is alles mogelijk.
Scott Douglas was een competente partner.
Hoogtepunt van dit programma een
der zeldzaamste gebeurtenissen in het dans
theater sinds jaren was het duet uit „De
Notenkraker" van Tsjaikofsky/Ivanov door
Lupe Serrano en de gelukkig herstelde Erik
Bruhn, een fonkelend pronkjuweel in wat
men de klassieke stijl van het ballet noemt.
Over de Chileense Lupe Serrano schreef
ik reeds met groot enthousiasme. Zij is een
ideale ballerina met lange lijnen, strak en
licht. Erik Bruhn, afkomstig van het Ko
ninklijk Deens Ballet, heeft als danseur een
fascinerende toneelpersoonlijkheid en be
schikt over een absoluut feilloze techniek.
Er is niets „wonderbaarlijks" aan zijn op
treden, zoals bij André Eglevsky, die door
een onvergelijkbaar „ballon" een natuur
lijke handicap overwint. Hij is eenvoudig
volmaakt. Of eigenlijk moet ik zeggen: door
een slechts bij volstrekte beheersing van
alle onderdelen van het vak te bereiken
vostelijke eenvoud volmaakt. Ieder voor
oordeel tegen, ja zelfs de gedachte aan
stuntwerk vervliegt hierbij. Ook in zijn
presentatie van de ballerina en in zijn pro
menade handhaaft hij een in toewijding
sterke allure.
Als sluitstuk van de avond diende een
reprise van „Rodeo" van Agnes de Mille,
een cowboydivertissement met geestig ge
bruik van volksdansen en charleston, waar
in Annabelle Gold heel grappig haar vrou
welijke charme door haar linkse imitatie
van mannelijkheid liet heenbreken. John
Kriza is in dit genre duidelijk op zijn best:
zijn „kampioen lassowerper" heeft een
sportieve onweerstaanbaarheid. Zodat er
een plezierig slot kwam aan merkwaardig
genoeg door de pas-de-deux onvergetelijke
avond. Alle voorstellingen van het Ameri
can Ballet Theatre worden door het Rot
terdams Kamerorkest begeleid, waarbij
afwisselend Joseph Levine en Jaime Leon
als dirigenten dienst doen.
David Koning
de instandhouding van een welvarende
boerenstand; deze kan pas bestaan, als de
landbouw een onmisbaar en integrerend
onderdeel van onze nationale economie
uitmaakt. Spreker meende, dat de slechte
oogstjaren 1954 en 1956 ontegenzeggelijk
hun stempel op de huidige economische
toestand hebben gedrukt; de boeren kun
nen onmogelijk de oogstrisico's als gevolg
van deze slechte weersomstandigheden
dragen.
Sprekende over de vermindering van het
aantal landarbeiders, zei de heer Dijksen,
dat de landbouwers gedwongen zijn tot een
vergaande bedrijfsrationalisatie. Mede door
de grote investeringen en de stijgende kost
prijzen is het landbouwbedrijf bijzonder
kwetsbaar geworden. Deze kwetsbaarheid
wordt eveneens veroorzaakt door de maat
regelen, waarmee het buitenland onze
agrarische export belemmert. Nog altijd
speelt de landbouw een belangrijke rol bij
deze export: het agrarische aandeel in de
uitvoer bedraagt ongeveer dertig percent.
Dat desondanks de economische positie van
de landbouw een ongunstig beeld vertoont,
rechtvaardigt de conclusie, dat de boer in
teveel gevallen slechts ten dele wordt be
loond. De kostprijzen zijn te laag berekend,
waardoor een drastische herziening van de
uitgangspunten bij de kostprijsberekening
noodzakelijk is geworden. De hiertoe door
het Landbouwschap ingediende voorstellen
spreken een duidelijke taal.
De voorzitter sprak over de geringere
kansen voor jonge boeren om een eigen
bedrijf uit te oefenen, daar onvoldoende
gronden mede als gevolg van de stede
lijke uitbreidingen beschikbaar zijn. Het
zou, aldus de heer Dijksen, een onredelijke
eis zijn, de industriële en stedelijke expan
sie in haar ontwikkeling te stuiten, doch
men mag verwachten, dat de verdreven
landbouwers een ruime schadevergoeding
wordt geboden. Spreker achtte het gewenst,
dat de georganiseerde landbouw in toe
nemende mate aandacht aan de ruimtelijke
ordening gaat schenken.
De heer Dijksen vroeg zich af, of het geen
tijd wordt, op het gebied van de organisatie
in de landbouw de noodzakelijke zelfbe
heersing te gaan opbrengen. „Als ik denk
aan de p.b.o.-organisaties, de vele com
missies, die permanent en ad hoe werkzaam
zijn, met van iedere levensbeschouwelijke
richting de vertegenwoordigers van werk
gevers en werknemers dan rijst de vraag,
of deze organen niet te veel logge en onbe
stuurbare lichamen worden, die op praat-
parlementen gaan gelijken", aldus de heer
Dijksen, die tenslotte zei, dat de positie van
de H.M.v.'L. gezond is. Het ledental blijft
stijgen, hetgeen niet wegneemt, dat een
contributieverhoging noodzakelijk is ge
worden.
Het lag in de bedoeling, dat minister S.
L. Mansholt op deze vergadering een in
leiding zou houden, doch in verband met
het feit, dat de landbouwbegroting nog in
de Tweede Kamer moet worden behandeld,
kon de minister aan zijn toezegging geen
gevolg geven.
Op de dinsdagmiddag in „De Leeuwerik"
te Haarlem gehouden algemene vergade
ring van de vakgroep Bloemkwekers der
Katholieke Land- en Tuinbouwbond is uit
voerig gesproken over de vraag of met
het oog op de instelling van de Nederland
se Katholieke Bloemistenvakbond deze
vakgroep van de L.T.B. kan worden opge
heven. Een desbetreffend bestuursvoorstel
was echter niet aan de orde. Overigens
meende de voorzitter, de heer J. Elders,
in tegenstelling tot de mening van enige
leden, dat opheffing thans nog niet wense
lijk was; het hoofdbestuur is hiertoe trou
wens slechts competent. De voorgestelde
wijziging van de indeling der kringen ont
lokte critiek, voornamelijk van de kringen
Aalsmeer en de Veenstreek. In afwijking
van het voorstel zullen aan de laatste kring
enige afdelingen van kring Aalsmeer wor
den toegevoegd. De heer J. Elders werd
herkozen tot voorzitter. De vakgroep ging
akkoord met een contributieverhoging;
voor de bloementeelt onder glas wordt de
contributie gebracht van f 30 op f 40 per
h.a. en voor de vollegi'onds bloementeelt
van f 12 op f 15 per h.a.
Na aandacht te hebben geschonken aan
organisatorische aangelegenheden noemde
de voorzitter de resultaten van de bloe
misterij in het afgelopen jaar niet ongun
stig. Beangstigend noemde hij de stijging
van de uitgaven. De financiële weerstand
van de kwekers vermindert echter. Het be
drijfsleven kan geen behoorlijke reserves
vormen en hoewel jaar op jaar wordt ge
pleit voor een betere fiscale ï'egeling
schijnt de regering voor alle redelijke ar
gumenten doof, aldus spr.
Ned. Herv. Kerk
Beroepen te Havelte J. B. Bork te Retran-
chement. Bedankt voor Heerlen—Heerier-
heide J. E. L. Brummelkamp te Westervoort.
Geref. Kerken
Beroepen te Sellingen J. van der Klaauw,
kand. te Noordwijk aan Zee; te Rotterdam
Kralingen L. J. Boeijinga te 's-Gravenzande.
Clir. Geref. Kerken
Tweetal te Ulrum M. Drayer te Drachten
en P. H. van Marrum te Nieuw-Amsterdam.
Tweetal te Zaandam H. W. Eerland te Lisse
en W. de Joode te Ede. Tweetal te Zwijn-
drecht J. van Doorn te Ermelo en M. C.
Tanis te Urk. Beroepen te Biezelinge W.
Meijnhout te Franeker; te Steenwijk R. Slof-
stra te Harderwijk. Bedankt voor Nieuwpoort
en voor Zaamslag M. C. Tanis te Urk.
Geref. Gemeenten
Tweetal te Barneveld W. Hage te Nunspeet
en H. van Gilst te Dirksland. Tweetal te
Middelburg J. B. Bel te Krabbendijke en
W. C. Lamain te Grand-Rapids (Ü.S.A.).
Beroepen te Veenendaal H. Rijksen te Vlaar-
dingen, die bedankte voor Zeist. Beroepen
te Ridderkerk H. van Gilst te Dirksland. die
bedankte voor Dordrecht en voor Giessen-
dam.
ADVERTENTIE
Het merk RANG staat duidelijk op iedere Rangrol, alsook op het beschermend omhulsel van ieder Rangetje
RANG, een product van de Kingfabrieken