Fa. B. ENGELENBERG Van dag tot dag Meerderheid in Tweede Kamer voor belastingvoorstellen Motie-Lucas wil belastingverhoging voor benzine tot één jaar beperken 3 Sanerïo: Suiker, benzine en jenever duurder OFFICIsLE VERKOOP SIKKERS LAKKEN Parlementair commentaar I „Geen spoor van hitleriaans antisemitisme in Egypte" Lilienthal telegrafeert aan minister Dulles Kolenprijzen in Europa elk jaar een percent omhoog Ook Chr. werkgevers achter prijsstabilisatiepolitiek Ongeluk in Belgische mijn Ongeschreven Morgen arriveren weer 500 Hongaren in ons land De besteding der gelden voor de vluchtelingen Hans Streuli gekozen tot president van Zwitserland DONDERDAG 13 DECEMBER 1956 Nu van regeringswege zulke ernstige ver maningen zijn gekomen ten aanzien van de noodzaak tot nationale bezuinigingen in verband met de economische toestand van ons land, klinken de gevarieerde eisen en toezeggingen tot loonsverhoging enigszins vreemd in de oren. In een zo onzekere economische situatie als die, welke wij thans beleven, doet immers de leuze „tering naar de nering" opgeld en daarin passen ogenschijnlijk slechts beperkingen en niet verhogingen van uitgaven. Men moet daarbij echter bedenken dat verschillende groepen werknemers gedu rende de achter ons liggende periode van welvaart en hoogconjunctuur tevergeefs om aanpassing van hun beloningen aan het loonpeil hebben gevraagd. Deze groepen hebben de tijd van voorspoed doorgebracht met vruchteloos onderhandelen en zijn thans, nu het vet van de soep is, lang zamerhand zover achtergeraakt dat hun eis tot aanpassing onredelijk gaat schijnen. Een voorbeeld van zulk een ontwikke ling geeft de situatie ten aanzien van de onderwijzerssalarissen, al zijn de onder wijzers niet de enige groep van achter blijvers. Het onderwijzend personeel heeft thans op een enigszins spectaculaire wijze van zijn ongenoegen blijk gegeven door massale protestvergaderingen. Zijn onge noegen lijkt allerminst ongemotiveerd. De salarisverhoging voor hogere ambtenaren die nu ook wellicht voor hoofdofficieren gaat gelden - moge dan niet de directe aanleiding tot deze betogingen zijn geweest, men kan zich voorstellen dat de onrust in onderwijskringen er door is toegenomen. Hoe men ook in dit tijdsbestek over be langrijke salaris- en loonsverhogingen mag oordelen, een feit is het dat de zorgelijke economische toestand niet enkel een kwes tie van geld is. Wanneer een bepaalde groep nuttige en broodnodige werkers, op welk gebied ook, wordt achtergesteld op een wijze die de leden van deze groep maatschappelijk op een discriminerende plaats stelt, zal het desbetreffende beroep reageren met een uittocht. Een uittocht naar andere beroepen, die lucratiever zijn en die aantrekkelijker voorwaarden bieden. Een dergelijke verschuiving kan niet in het belang der algemene economische situatie zijn, afgezien nog van de schade die het betreffende beroep zelf ervan ondervindt. Een gezonde economische toestand hangt niet louter af van deviezenvoorraden en handelsbalansen, doch evenzeer van aan vaardbare, stabiele verhoudingen op de trbeidsmarkt en gezonde omstandigheden in het loonpeil, die een zo efficiënt moge lijke nationale inspanning garanderen. Sanering van situaties, die aan deze eis niet voldoen, is een even stringente nood zaak als het herstel van welk euvel in de economische structuur ook. (Van onze Kamerver slag gever) Ofschoon er in het debat nog min of meer werd tegengestribbeld en de stemming werd uitgesteld tot hedenmiddag, kon gisteravond reeds met zekerheid worden vast gesteld dat een grote meerderheid van de Tweede Kamer het wetsontwerp zou aan nemen tot verhoging van de belasting op suiker, benzine en gedistilleerd. Suiker wordt met ingang van 1 januari weer onderworpen aan omzetbelasting, waardoor de prijs ongeveer 3Y2 cent per kilo zal stijgen. Het invoerrecht op benzine wordt met ingang van 7 januari verhoogd van f 16.65 per hectoliter tot f 24,25, waardoor de prijs aan de pomp meer dan 46 cent wordt. Het percentage van de motorrijtuigenbelasting, dat wordt toegepast op auto's, waarin andere brandstof dan benzine wordt ge bruikt, wordt verhoogd van 150 tot 220. De accijns op gedistilleerd wordt met ingang van 14 januari zoveel verhoogd, dat de prijs van een liter jenever van 35 percent alcohol ongeveer 86 cent duurder wordt. Textiel blijft vrijgesteld van omzetbelasting. In de begroting voor 1957 was echter nog gerekend op een opbrengst van 70 miljoen gulden aan omzetbelasting op textiel, omdat de vrijstelling tijdelijk gold tot 1 januari 1957. Het netto-voordeel voor de schatkist na de belastingverhoging op suiker, ben zine en gedistilleerd wordt daarom geschat op 65 miljoen gulden per jaar. ADVERTENTIE Ooclstraat 59 - Haarlem' .-'Tel. 15252 Aluminiumverf hifiebestandig LUXEMBURG (AFP) In de komende twintig jaren zal Europa steeds afhanke lijker worden van overzeese landen voor zijn grondstoffenvoorziening. Tevens moet een regelmatige stijging van de Europese kolenprijzen verwacht worden. Dit zijn de belangrijkste bevindingen van een bijeen komst van de commissie voor investeringen van de gemeenschappelijke vergadering der Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS) waarop gesproken is over de algemene doelstellingen op lange ter mijn van de gemeenschap. De commissie is verontrust over de ver wachte toeneming van de invoeren van grondstoffen in de komende jaren en over de te verwachten stijging van de kolen- prijs. Om te voorzien in de toenemende behoeften zal al het mogelijke worden ge- daaan, om de kolenwinning te ontwikke len, die vooral door gebrek aan arbeids krachten wordt beperkt, om het verbruik van cokes en schroot in de staalindustrie te verminderen en om zoveel mogelijk voor de huisbrandvoorziening cokes door briketten te vervangen. Volgens de des kundigen moet, over een lange periode, een gemiddelde stijging van de kolenprijs in de gemeenschap van 1 percent per jaar wor den verwacht. Het verbond van Protestants-Christe- 'ijke Werkgevers in Nederland heeft zich :n een ledenvergadering beraden over het advies van de Sociaal-Economische Raad inzake de bestedingen. Er is uitvoerig ge- snroken over het prijsstabilisatiebeleid van de regering, waarvoor minister Zijlstra de steun der industriële ondernemers heeft gevraagd. De vergadering stelde zich in beginsel achter het door de regering op basis van het SER-advies voorgestelde stabilisatiebeleid van prijzen en lonen. Met aandrang werd echter het bestuur ver zocht in het verdere overleg met de re gering verschillende bezwaren, welke aan de uitvoering van het prijsstabilisatie beleid, blijkens de praktijk in de afgelopen jaren, zijn verbonden, nader onder ogen te zien. Alleen de heer Vondeling (P.v.d.A.) ging zonder enig voorbehoud met de be lastingverhogingen akkoord omdat men nu reeds moet letten op uitgaven in de toe komst. Maar de overige sprekers gevoel den het allen als een bezwaar de regerings voorstellen te moeten beoordelen hoewel niet precies bekend is wat de verdere plannen zijn van de regering om tot de beperkingen van de bestedingen te komen door andere belastingverhogingen en be zuiniging. Daardoor kon men de thans voorgestelde belastingverhogingen niet af wegen in het geheel van de maatregelen. Het zou bijvoorbeeld mogelijk kunnen zijn volgens de heer Van Leeuwen (VVDj, dat men het bij het afwegen van alle be langen toch beter zou vinden wèl omzet belasting te heffen op textiel en dan zou het besluit tot definitieve vrijstelling voor barig zijn geweest. In weerwil van die bezwaren verklaarde de heer Lucas, dat de KVP toch voor de belastingverhoging op suiker, benzine en gedistilleerd zou stemmen, zodat met inbe grip van de steun van de P.v.d.A. minister Hofstra al zeker kon zijn van een meer derheid, zij het dat de heer Lucas een amendement indiende om de verhoging van de belasting op benzine voorlopig te beperken tot 1 januari 1959. Maar prof. Oud (WD) diende een motie in om in afwachting van de rege ringsvoorstellen tot beperking van de be stedingen voorlopig niets in de belastin gen te veranderen totdat alle te nemen maatregelen in onderling verband kunnen worden beoordeeld en men ook een inzicht kan hebben in de verhouding tussen be zuiniging en belastingverhoging. Tegen deze motie had de heer V o n d e- 1 i ng het bezwaar, dat uitstel van belas tingverhoging het begrotingstekort inmid dels groter maakt. Minister Hofstra schatte de duur van het uitstel op negen maanden. Daarom moest hij de motie vol strekt afwijzen. Hedenmiddag wordt over de motie gestemd. De zorgelijke financieel-economische toe stand weet de heer Van Leeuwen V.V.D.) weer aan de beloningsinflatie, de stijging van de beloningen, die uitgaat boven de stijging van de produktiviteit. Door de te sterk gestimuleerde koopkracht is een tekort op de betalingsbalans en de kapitaalmarkt ontstaan en wordt een op waartse druk op de prijzen uitgeoefend. De mededelingen van minister Hofstra over de zorgelijke financieel-economische toestand hadden daarom voor hem niets verrassend gehad. De noodzaak van die mededelingen van minister Hofstra kon prof. Oud niet in zien. De bedoeling was waarschijnlijk de Kamer onder druk de belastingverhogin gen te doen aanvaarden door alarm te ma ken. Maar met zulk een alarm moei men oppassen, want het ondermijnt het ver trouwen in de gulden, waardoor het te gendeel van de bestedingsbeperking wordt bereikt, want de mensen kopen dan liever goederen. De minister moet voortaan liever niet zo angstig zijn, dat hij in de Kamer geen meerderheid krijgt voor zijn voorstel len, want na vier maanden kabinetsforma tie stuurt men hem heus niet zo gauw naar huis. Prof. Oud had trouwens een beetje medelijden met minister Hofstra omdat hij een toestand heeft aangetroffen, waaraan hij geen schuld heeft. In de sterkste mate draagt daarvoor de minister van Economi sche Zaken, prof. Zijlstra, de verantwoor delijkheid, omdat hij de beloningen te sterk heeft laten stijgen zonder de prijzen vol doende in de hand te kunnen houden. De consequenties van de daardoor ontstane toestand moeten wij aanvaarden. Dat moet ook de oppositie. Wij moeten noodzakelij ke maatregelen nemen, ook al zijn ze on aangenaam. Maar men kan niet van de Kamer vergen, bepaalde maatregelen bij voorbaat te aanvaarden wanneer het ge heel van maatregelen tot beperking van de bestedingen niet bekend is, aldus prof. Oud, die er onaangenaam door getroffen was, dat minister Hofstra in zijn verkla ringen van dinsdag had betoogd» dat aan het advies van de Sociaal-Economische Raad niet moet worden getornd. Regeert de S.E.R. of de regering? Het is geen we tenschappelijk advies maar een belangen- compromis. En het afwegen van de ver schillende belangen is de taak van de re gering. Als het zo moet gaan, dat de S.E.R. bepaalt hoe het regeringsbeleid moet zijn, dan gaat men het gezag van de regering en de volksvertegenwoordiging onder mijnen. Minister Hofstra antwoordde hierop, dat met de voorstellen tot verhoging van de belasting op suiker, benzine en jene ver de regering niet had gewacht op het advies van de SER. Zijn verklaring van dinsdagmiddag' had de minister afgelegd om de Kamer zo goed mogelijk in te lich ten om de voorstellen tot belastingverho ging te kunne" beoordelen. Prijsverhogende werking Alweer met uitzondering van de PvdA werd van alle kanten als bezwaar *egen de verhoging van de bezinebelasting ge noemd. dat deze een prijsverhogend effect heeft, hetgeen in strijd is met de politiek van de prijsstabilisatie. Minister Hof stra was echter van mening, dat de door werking in de prijzen uitermate klein zal zijn. Ook na de verhoging blijft in Europa Nederland het goedkoopste land voor ben zine. Ook de prijs van suiker noemde de minister in ons land betrekkelijk laag in vergelijking met andere landen. De tieer Van Dis (S.G.P.) verklaarde dat als het rijk niet zo met geld had ge smeten. verhoging van de belasting op sui ker en benzine niet nodig zou zijn. Met de verhoging van de accijns op gedistilleerd kon hij zich echter verenigen. Vandaag wordt over de motie-Oud, het amendement-Lucas en de regeringsvoor stellen gestemd. (Van onze parlementaire redacteur) Het „buiten-model" optreden van mi nister Hofstra met zijn dinsdag afgelegde verklaring, nog vóór de Kamer aan het woord kwam over het wetsontwerp tot definitieve vrijstelling van de omzetbelas ting op textiel en tot verhoging van het bijzonder invoerrecht op benzine en van de gedistilleerdaccijns, ontmoette wel critiek. Maar tenslotte is hij er toch ook weer niet bijzonder hard om aangevallen. Vooral niet nadat hij zich tegen sommiger verwijten op dit punt goed had kunnen verweren. Zo slaagde hij er in het bijzonder in duidelijk te maken, dat hij niet „buiten-model ge handeld had uit een nodeloze angst, dat zijn ontwerp het anders niet zou halen, ge lijk prof. Oud hem speciaal voor de voe ten had geworpen. Evenmin was hij er, naar hij betoogde, op uit geweest druk op de Kamer uit te oefenen. Terloops stip ik overigens aan, dat zijn verklaring en de daarin vervatte nadere mededelingen over de financiële en economische stand van zaken toch wel grote indruk hebben ge maakt. De Kamer, zo was wel tijaens de schriftelijke behandeling gebleken, wenste nog meer gegevens. Welnu, zij werd in dit opzicht op haar wenken bediend door de minister van Financiën met zijn verklaring. Zij bevatte nieuws, waarover de minister pas na afloop van het laatste mondeling overleg met de commissie van voorberei ding de beschikking had gekregen. Woensdagmiddag laat kwam er leven in de brouwerij toen prof. Oud uiteenzette, dat het toch veel juister zou zijn om de aanhangige voorstellen inzake belasting verhoging uit het wetsontwerp te verwij deren en aan te houden, tot de Kamer eerst aan de hand over de spoedig te verwachten regeringsnota over het gehele vraagstuk van de bestedingsbeperkingen zal zijn in gelicht. Tot zolang zou dan volgens deze afgevaardigde de huidige stand van zaken gehandhaafd dienen te worden. Dat zou dan neerkomen op een „zeer tijdelijke" verlenging van de huidige vrijstelling van omzetbelasting op textiel en suiker. Die redenering van prof. Oud, die een dien overeenkomstige motie indiende, leek wel plausibel. Maar toen de minister erop wees, dat van een „zeer tijdelijke" beperking niets terecht zou komen, aangezien de er varing leert, dat er wel een negental maan den mee gemoeid gaan, eer belastingvoor stellen van vérgaande betekenis, die als een geheel complex tot stand gebracht moeten worden, uiteindelijk wet worden, werd het duidelijk, dat hetgeen misschien plausibel kon schijnen dit in werkelijkheid geenszins was. Minister Hofstra beschikte bovendien nog over een ander argument ter bestrij ding van het denkbeeld-Oud. En wel over het ook al door de heer Lucas gebezigde ar gument van psychologische aard. Zou men namelijk thans de aanhangige belasting- verhogingsvoorstellen laten rusten, dan zou daardoor allicht toch weer in brede kring de indruk kunnen post vatten, dat het toch nog niet zo ernstig gesteld was met de fi nanciële toestand. Ofschoon de stemming over de motie-Oud tot vrijdagmiddag moest worden aange houden, viel na deze gedachtenwisseling al te voorspellen, dat zij geen schijn van kans had. In de Kamer leefde sterk het besef, dat hier het gelijk aan de kant van de mi nister was. Dit had hij zeker ook mede aan zijn verklaring van dinsdag te danken. Uit een psychologisch oogpunt gezien had deze haar uitwerking dus ter dege gehad! Zoeven merkte ik op, dat er door prof. Oud's betoog leven in de brouwerij was ge komen. Dit lag nog in het bijzonder aan het politieke steekspel, dat hij ontketende metj bepaalde opmerkingen, die plots rnr. Bur ger in het harnas deden komen. De woordvoerder van de V.V.D. maakte deze opmerkingen over de positie van de Sociaal-Economische Raad en over de door het kabinet in verband met het advies van dat college aangenomen houding. „Re gering, regeer", was zijn parlementaire har- tekreet. Daartoe kwam hij, aangezien hij reden tot beduchtheid zag in de neiging om al te slaafs een dergelijk advies te willen opvolgen. Het dient volgens hem zo te zijn, dat de regering zelfstandig haar eigen be leid bepaalt en daaromtrent dan verder in overleg met de volksvertegenwoordiging CAIRO (AFP/Reuter) Alfred Lilien thal, voorzitter van de „commissie voor veiligheid en rechtvaardigheid in het Mid den-Oosten" heeft de Amerikaanse minis ter van Buitenlandse Zaken Dulles uit Cairo getelegrafeerd, dat hij in de behan deling van de Joden in Egypte geen spoor van „een hitleriaans anti-semitisme" heeft gevonden, zo meldt de correspondent van „Belga" in Cairo. Lilienthal heeft geduren de een week inlichtingen verzameld bij de Egyptische autoriteiten, het internationale Rode Kruis en Joodse godsdienstige leiders. Van een Jodenvervolging op grote schaal is hem niets gebleken. Voor zover hem be kend, zijn er 131 Joden gearresteerd en hebben er ongeveer 400 aanzegging ge kregen het land te verlaten. Aanvankelijk zijn er onrechtvaardigheden voorgevallen bij de toepassing van de veiligheidsmaat regelen, maar de autoriteiten doen nu hun best om misbruiken te voorkomen, aldus Lilienthal. Premier Ben Goerion van Israel heeft in een toespraak te Tel Aviv voorspeld, dat het huidige Russische bewind vroeger of later zal verdwijnen. Dan zullen wij weer kunnen verkeren met de twee miljoen Russische joden, van wie wij thans zijn afgesnedeh. Zij zullen ons nog eens helpen bij de opbouw van Israel", aldus Ben Goerion. „Wij moeten ook begrijpen dat de volken van Azië, van India tot Japan, niets weten van bijbelse tradities", aldus Ben Goerion. De secretaris-generaal van het Israë lische vakverbond, Pinhas Lavon, zei dat de Sovjet-Unie „bezig is het Midden- Oosten te veranderen in één grote opslag plaats van wapens, waarmede Israel moet worden vernietigd door het godsdienstig- fanatieke en fascistische nationalisme der Arabische militairistische kringen. LUIK, (Belga) In de Kolenmijn Bonne Esperance te Herstal zijn woensdag twee mijnwerkers, een Belg en een Italiaan, door een instorting bedolven. Men heeft weinig hoop, dat zij gered kunnen worden. ADVERTENTIE ADVERTENTIE FABRIEKEN TE LEEUWARDEN Geopend, e-12.30 en 14-iauur. Dinsd.lot i3U beslist. De vraag kan rijzen of de woord voerder van de V.V.D. zich bij het aanroe ren van deze kwestie wel voldoende reken schap gaf van zekere ontwikkelingen in ons maatschappelijk bestel, die mede op de positie van het kabinet en Kamers haar in vloed moeten hebben. Intussen zal het door hem, overigens slechts terloops, aangesne den probleem nog wel eens tot een nadere beschouwing, zowel binnen als buiten 's lands vergaderzaal, leiden. Overigens kon minister Hofstra er heel snedig op wijzen, dat hij met het aanhangige ontwerp juist niet als een gehoorzame dienaar van de Sociaal-Economische Raad was opgetreden: hij had het reeds ingediend voordat deze raad tot zijn advies was gekomen. In Amsterdam is een ten toonstelling uitgebroken die de ontwikkeling van het schrift in beeld brengt. Dit wil zeg gen: deze tentoonstelling geeft een overzicht van het moment af, waarop de mens iets ter hand nam om iets neer te zetten óp iets, tot het mo ment van heden. Dat eerste iets is vandaag aan de dag een super automa tic selffilling foutain pen ge worden. Het derde iets heet in onze tijd Non Plus Ultra Bankpost en men kan het krij gen in alle pastelkleuren met een geurtje Rêve d'Or. Maar dat tweede iets dat is moeilijker. Dat tweede iets is naar alle waax-schijnlijkheid precies hetzelfde gebleven. De tentoonstelling in Am sterdam heeft een verzame ling van interessante specimi na van schrifturen en schrijf materialen, alfabets en letter tekens, en noemt het totaal daarvan een overzicht van de cultuurgeschiedenis. Maar ik ben zo vrij dit laatste een te groot woord te noemen. Want ofschoon ik de betekenis van het schrift en het geschrevene voor de cultuur niet wil on derschatten, worstel ik toch met de opdringerige overtui ging, dat nog veel belangrijker voor de cultuur datgene is ge weest, wat niét geschreven is. Daarom koester ik het plan, een initiatief te nemen tot het- inrichten van een tentoonstel ling in het Instituut voor de Tropen te Amsterdam, zodra daar de laatste specimina van de expositie over het schrift naar buiten gedragen zijn. De nieuwe tentoonstelling zal een overzicht geven van wat de mensheid in de loop der tij den en nog veel eerder niét op schrift heeft gesteld en van de ontwikkeling, die het nièt-opschrijven door de eeuwen heen heeft doorge maakt. Men zal door deze ex positie een boeiend beeld krij gen van de invloed, die het verzwijgen en inslikken van briljante ideeën en ïraaie volzinnen gehad heeft op de klim der mensheid naar om hoog langs de sporten van de ladder der beschaving. Het spreekt vanzelf, dat het materiaal voor deze tentoon stelling slechts met de groot ste moeite bijeengebracht zal kunnen worden en uiteraard zal deze expositie niet volledig kunnen zijn, doch het vertrou wen is gegrond dat het totaal beeld de verrassende conclusie zal wettigen, dat de ontwikke ling der wereldgeschiedenis, zoals deze zich aan de hand van de feiten aan ons voor doet, zeer braaf en volgzaam gelopen heeft aan de hand van alles wat de mensen niét op schrift stelden en dat zij zich eigenlijk bar weinig heeft aan getrokken van datgene, wat wèl aan het perkament of pa pier werd toevertrouwd. In de tijd dat de Hunnen hunne Hunnebedden bouwden (of later), is er een soort van briefwisseling met bebeitelde stenen geweest. De medede lingen in deze keiharde brie ven bevorderden het contact tussen de geïsoleerd levende stammen van dierenhuiden dragers. Doch wat de geschie denis heeft aangetoond, is m deze briefwisseling niet te vin den. Als het ene stamhoofd aan het andere de schrifte lijke uitnodiging beitelde, met zijn ganse gemeenschap op vi site te komen voor een gezel lig babbeltje, dan dacht hij daarbij: als ze komen, slaan we hen tot moes. Maar dat schrééf hij niet. Na het moezen was er één stam minder op de wereld en het is zo doorgegaan. Maar in de brieven leest men daar niets van. De gebeitelde brieven wer den diplomatieke nota's op zegel, doch wat men in deze vergeelde documenten aan vriendelijks en hoffelijks kan lezen, is nooit tot feit ge worden. De historie voltrok zich achter het scherm van beschreven papieren langs lijnen van het ongeschrevene, het verzwegene, het fijntjes verborgen gehouden doch op permachtige spel der bedoe lingen en intenties. Wat een interessante tentoonstelling zou die tweede kunnen wor den! Wanneer men de mensheid en haar cultuur zou willen be oordelen naar haar geschrif ten, dan zou men haar zien oprijzen in een kleed, dat haar gestalte verhult en haar ge dachten en daden vertekent. De mensheid heeft door alle eeuwen heen de kunst van het schrijven verstaan, ook al waren haar technische mid delen in het begin primitief. Want de kunst van het schrij ven is steeds de kunst van het maskéren geweest, de kunst van het verbergen en vervor men. Wanneer men leest dat Koning Lodewijk de Elfde op zeker punt in de geschiedenis een brief met een ontroerende hulpbelofte aan Karei de Stoute doet toekomen, dan dwaalt men hevig wanneer men daaruit concludeert dat deze twee nobele figuren op deze vriendschappelijke wijze wereldgeschiedenis maakten. Want de wereldgeschiedenis werd gemaakt door het ver raad van Lodewijk, die in het geheim de vijanden van Karei steunde. En wat betekenden de hooggestemde proclamaties van de Franse Revolutie, die daverden van' gelijkheid, van vrijheid, van broederschap? Zij brachten niet onder woor den wat hun schrijvers be doelden: dood aan degenen die meer hebben dan wij, haat aan degenen die zich niet onder ons schikken, onvrij heid voor allen die onze op vatting van vrijheid niet hul digen. Zo tekent zich de loop der historie allerminst in wat de mensen schreven. Doch het grootste bezwaar tegen de leuze der Amsterdamse ten toonstelling is wel dit; dat zij een afdeling telt waar de ver bazingwekkende mededeling wordt gedaan: „zonder schrift geen moderne tijd". Want, ofschoon men zich moeilijk kan voorstellen hoe onze tijd zou zijn wanneer thans nog steeds niet het schrift zou zijn uitgevonden, het is aan geen twijfel onder hevig dat hij niettemin toch onze eigen, moderne tijd zou zijn. Een tijd waarin de dingen enigszins anders zouden zijn geproportioneerd waarin een ander mens zou leven en een andere levenswijze opgeld zou doen, weliswaar. Doch een tijd die even mo dern en even hedendaags zou zijn als deze, en wellicht niet veel minder genoeglijk. Wie zal het zeggen? Men kan het de holbewoner van eertijds immers moeilijk euvel duiden, dat hij meende met de uitvinding van het vuur het uiterste uiterste van het menselijk kunnen te heb ben bereikt. En dat hij geens zins het verlangen voelde, er over naar huis te schrijven. Deze moderne mens uit de toen hypermoderne oertijd schreef niets, omdat hij niet wist wat schrijven was. Doch hij maakte een stuk cultuurgeschiedenis dat in zijn betekenis zelden is geëvenaard. En daarom moeten we hém vooral op onze tentoonstelling hebben. J. L. 0/? de Beentjes Vroeger zat ik me bij de lessen in de natuurlijke historie op school iedere keer weer af te vragen van wie toch dat ge raamte zou zijn geweest, dat daar in een hoek van het lokaal stond. Ik herinner me nog goed, dat ik er in momenten van ge ringe concentratie op het lesonderwerp hele theorieën over opbouwde. Op een of ander moment moet er een man om al die beenderen hebben gezetendie griezelige schedel moet bedekt zijn geweest met een gezicht, dat vriendelijk kon kijken, of ver liefd, of ernstig onderzoekend in de spiegel bij de kapper. Misschien had de eigenaar zelf ook wel, lang geleden, bij nattehis- lessen op zijn school met enig afgrijzen naar een geraamte zitten kijken en zich af gevraagd hoe dal er gekomen was. Het idee, dat hij zelf nog eens in een gelijke rol zou optreden, kwam toen niet bij hem op, natuurlijk. Ik kom hier op, omdat ik vorig week voor het eerst een Röntgenfoto van mijzelf heb gezien. Het was een leerzame ervaring. Ieder mens denkt met een zekere vreugde van zichzelf, dat hij iets heel aparts is, ge heel anders dan andere mensen, anders geconcipieerd, opgebouwd en afgemaakt. Maar dan komt zo'n foto op tafel. In dit geval van een been en een voet. Nu had ik me nooit bewust gerealiseerd, dat ik ook een geraamte bezit. U wel? Heus, u hebt het ook. Al die beentjes en benen met ver schillende namen, die we vroeger op school zonder enige passie uit het hoofd leerden en opzegden, zitten ook werkelijk in ons. Ik kon ze allemaal zien: tenen, die in uit gebeende staat nog onaantrekkelijker zijn dan zoals we ze iedere dag daar beneden zien, voetwortelbeentjes en middenvoets beentjes (wat onbelangrijk uitziende, non chalant gesneden kiezels), een ingenieus passende enkel en daarboven dan het been zelf, dat er kloek en stevig uitziet, maar toch eigenlijk niet sterk genoeg om de hele rest van het lichaam op ie dragen. Het was overigens een voet, die op geen enkele ma nier verschilde van de voet van het ge raamte in de klas, indertijd. Precies zo'n voet ook als u heeft, en uw vroxiw en uw kinderen, hoewel allemaal in misschien iets verschillende maten. Deze foto van mijn voet heeft echt iets voor me betekend. Af en toe als ik zit te lezen, nu, kijk ik nieuwsgierig en ook wat afkerig naar die voet en realiseer me dat al die lelijke beentjes daar nu rustig op hun plaats liggen. Ik beweeg, als ik in het bad zit, een teen en probeer me voor te stellen welke wonderlijke beweging zich nu daar binnen afspeelt. En op het ogen blik, al typend, leg ik al mijn vingers kruislings over elkaar en zit in mijn eentje te lachen bij het idee aan de mallotige aan blik, die de kootjes nu op zo'n Röntgen foto zouden vertonen. Buiten loopt juist de buurman van de B.B. langs het raam; een nare, preciese lacher is hij, maar denk. die dunne lippen weg, die bolle ogen, die kromme neus en die te grote oren, en wat blijft er over? De schedel van het geraamte in de nattehuis-klas. Een ontmoedigende gedachte. En hier komt het knappe buurmeisje néén, nu denk ik niet verder. Ik wil niet meer. Het is ook eigenlijk niet leuk. Het buurmeisje hééft vast geen geraamte. Ze is alleen maar zo mooi van buiten. En wat dom maar dat is weer een heel ander onderwerp waar we eens op een andere keer over moeten praten. E. Romayn Woensdagavond is uit Utrecht de vierde extra trein naar Wenen vertrokken om Hongaarse vluchtelingen te halen. Het materieel was wederom ter beschikking ge steld door de Nederlandse Spoorwegen: een slaaprijtuig en een restauratierijtuig had den de Wagon-Lits hiervoor geleverd. De Hongaarse organisaties in ons land hebben voor een groep ervaren tolken ge zorgd, die de reis meemaken. Velen van hen doen dit reeds voor de derde keer. Een team van Rode Kruis-helpsters kwam in Venlo in de trein. De leiding van het me dische team ligt in handen van dr. Bankij uit Venlo, die ook al twee transporten uit Wenen heeft begeleid. Vermoedelijk zal deze trein met ruim 500 vluchtelingen in de loop van vrijdag in ons land terugkeren. Het Nederlands Comité Hulpverlening Hongaarse volk heeft een aantal beslissin gen genomen aangaande de gelden, die tot nu toe op giro 999 zijn binnengekomen. Aan de Nederlandse Federatie voor Vluch telingenhulp werd een bedrag toegewezen van maximaal 1.1 miljoen gulden ter dek king van de kosten, verbonden aan de ont vangst, voeding, legering en kleding van de 2000 Hongaren, die thans in ons land zijn opgenomen. Voorts heeft de vergadering zich beraden omtrent een voorstel van een hiertoe spe ciaal in het leven geroepen Nederlands comité in Wenen voor de oprichting van een middelbare school voor de Hongaarse jeugd. Er zou een aantal leerlingen en leraren van een Hongaarse school, die na genoeg in zijn geheel uit Hongarije is ge vlucht, kunnen worden geplaatst. De ver gadering besloot in principe akkoord te gaan met de aankoop van een voor dit doel geschikt pand en tot beschikbaar stellen van de gelden voor de inrichting. In totaal is hiermee f 650.000,gemoeid. De vergadering achtte het echter niet verantwoord, uit de middelen van het na tionaal comité de exploitatie te bekostigen, zodat het genoemde bedrag slechts zal worden uitgekeerd, indien het Nederlands comité in Wenen uit Oostenrijkse of inter nationale fondsen de exploitatie gedurende de komende vijf jaren kan verzekeren. Postverzending naar Hongarije Volgens door de PTT ontvangen berich ten is postverzending naar Hongarije tot nader order weer mogelijk via Tsjecho- Slowakije. De verzending zal heden bij wijze van proef beginnen voor gewone cor respondentie. Met vertraging moet reke ning worden gehouden. BERN (AFP) - De 64-jarige Hans Streuli is gekozen tot president van de Zwitserse bondsrepubliek voor 1957 als opvolger van dr. Marcus Feldmann

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1956 | | pagina 5