Eerste Kamer verdeeld over
pensioenaanpassing
DE LAATSTE TOAST
Financiële situatie bedreigt
de woningbouw
MERLIJN EN DE WONDERBESSEN
L
Verdeeldheid in de Tweede Kamer
over voorgenomen huurverhoging
Shag die vóór ligt
r
<^Brieven aan
de redactie
WOENSDAG 19 DECEMBER 1956
In 1955 werd 128 miljoen
aan vermaak besteed
Parlementair commentaar
Vragen in Tweede Kamer
over produktie Hoogovens
In veehouderij neemt de
spanning tussen kosten
en opbrengsten toe
Hoofdbedrijfschap voor de
detailhandel geïnstalleerd
Pakketpost naar Hongarije
VERVOLGVERHAAL
DOOR JAKOB JAKOBI
Jeugdbende verdacht van
talloze inbraken
Riik keurt bouw van nieuw
RAI-gebouw niet goed
Amsterdamse paragnost
veroordeeld
Politie „zoekt" hem
zegt verdediger
(Van onze Kamerverslaggever)
INDIEN DE FINANCIEEL-ECONOMISCHE situatie ertoe leidt, dat de woning
bouw in het gedrang komt, dan moet voorrang worden verleend aan de bouw voor
arbeiderswoningen. Dat zei gisteravond de heer Andriessen (K.V.P.) bij de be
handeling van de begroting van Volkshuisvesting in de Tweede Kamer. Hij maakte
zich ook zorgen over de prijsstijging in de woningbouw. De heer Ten Hagen
(P.v.d.A.) wilde deze bestrijden door afremming van de particuliere bouw ten
gunste van de woningwetbouw. Algemeen vreesde men, dat het zeer moeilijk zou
worden op de kapitaalmarkt geld op te nemen voor de woningbouw. Het staat
daarom lang niet vast, dat alle woningbouwplannen kunnen worden uitgevoerd,
zei de heer Beerninck (C.H.U.) en het is dus zeer wel mogelijk, dat om financiële
redenen het aantal van 75.000 nieuwe woningen in 1957 niet wordt gehaald. De
heren Andriessen en Van Vliet (K.V.P.) vroegen of het mogelijk was gelden van
de rijksfondsen te reserveren om het woningbouwprogramma veilig te stellen.
Het nut de helft van de aangekondigde
huurverhoging van 25 percent te blok
keren, zag de heer B e e r n i n k (C.H.U.)
niet in. Hij zou de voorkeur geven aan een
huurverhoging van 15 percent zonder blok
kering. De heer Toxopeus (V.V.D.)
suggereerde een trapsgewijze huurverho
ging met 10 percent gedurende enige jaren
achtereen, al of niet met compensatie naar
de omstandigheden. In beginsel had de
heer B o m m e r (P.v.d.A.) tegen een huur
verhoging van 25 percent, waarvan de
helft wordt geblokkeerd, geen bezwaar
indien de verhoging gepaard gaat met een
volledige looncompensatie. De P.v.d.A. zou
haar standpunt pas definitief bepalen als
het desbetreffende wetsontwerp is inge
diend, waarbij er dan op zal worden gelet
of er voor de blokkering een hanteerbaar
systeem is gevonden en of de geblokkeer
de gelden inderdaad aan de woningver
betering ten goede zullen komen en of vol
doende rekening wordt gehouden met de
huurders van bedrijfspanden. De heer Van
Vliet wilde evenals de heer Bommer ook
waarborgen, dat bij looncompensatie we
gens huurverhoging ook degenen, die een
sociale uitkering ontvangen, compensatie
krijgen.
Somber gestemd was de heer Van E i -
bergen (A.R.) over de huren, want de
huren van de nieuwe woningwetwoningen
zijn volgens hem te duur voor de mensen,
waarvoor ze zijn bestemd. Een huurver
hoging voor oude woningen helpt dan
niet. Het systeem van blokkering van de
helft van de huurverhoging kon hij niet
toejuichen.
Als maatregel ten behoeve van de mid
dengroepen, die geen huurwoningen kunnen
vinden in de met hun inkomen overeen
stemmende huurklasse, opperde de heer
voor middenstandswoningen niet te betalen
aan de eigenaren-verhuurders, maar aan
de huurders.
Systeembouw
De woningbouwproduktie dient te wor
den vergroot door systeembouw. Met dat
standpunt van minister Witte was de heer
Andriessen het eens, maar hij vrees
de, dat nu een nieuw Frans systeem zal
worden bevoordeeld, terwijl grote bedra
gen zijn geïnvesteerd in de Nederlandse
systeembouw. Het Franse systeem zou met
steun van de regering leiden tot een soort
oneerlijke concurrentie. Ook de heer
B e e r n i n k (C.H.U.) raadde de minister
voorzichtigheid aan, want de Fransen stel
len lagere eisen aan de woningbouw dan
de Nederlanders. De heer Van E i -
bergen meende echter, dat er wel iets
in zit. Men moet er geld in durven steken.
Krotopruiming
De oplossing van de woningnood wordt
steeds moeilijker, merkte de heer Bom
mer op, door de voortschrijdende krot
opruiming. Daardoor loopt men niet snel
op het tekort in. Nog steeds geniet de wo
ningbouw te weinig voorrang. Industrie,
handel en verkeer gaan nog steeds voor.
De industrie legt ook met kapitaal beslag
op een te groot deel van de bouwcapaciteit.
Naar de mening van de heer Toxo
peus is minister Witte niet doortastend
genoeg geweest bij het zoeken naar wegen
tot opheffing van de woningnood. In 1954
zijn meer woningen gereed gekomen dan
in 1955. Daar zijn wel verontschuldigingen
voor, maar daar schieten we niets mee op.
Het ziet er naar uit, dat we nog wel 15
jaar met de woningnood zitten opgescheept
en dat is te lang.
Het debat, dat duurde tot ver na mid-
V a n V1 i e t het denkbeeld de rijkspremie dernacht, wordt hedenavond voortgezet.
De Eerste Kamer heeft dinsdag het ont
werp van rijkswet, houdende goedkeuring
van de op 11 december 1955 te Washington
vastgestelde en op 8 december van dat jaar
ondertekende overeenkomst betreffende de
Internationale Financierings Maatschappij
na enige discussie zonder hoofdelijke stem
ming goedgekeurd. De C.P.N.-fractie liet
haar „tegen" aantekenen.
Daarna is het wetsontwerp tot regeling
van het ziekenfondsvraagstuk voor bejaar
den in behandeling genomen. In antwoord
op enkele opmerkingen zei minister Suur-
hoff, dat er een aantal onoverkomelijke
bezwaren is tegen de instelling van een
verplichte ziekenfondsverzekering voor de
bejaarden. De thans voorgestelde regeling
is inderdaad slechts een noodoplossing en
brengt zeker geen oplossing voor het vraag
stuk van de ziekenfondsverzekering als ge
heel. Bij de beoordeling van de premie
dient men in het oog te houden, dat een
groot deel van de preventieve gezondheids
zorg reeds door de overheid wordt bekos
tigd. Het wetsontwerp werd zonder hoof
delijke stemming aangenomen.
Pensioenen
Daarna begon de Eerste Kamer aan de
behandeling van de pensioenwetten, met
inbegrip van de aanpassing van het over-
heidspensioen aan de uitkering volgens de
algemene ouderdomswet.
De heer Schipper (A.R.) zei over de
aanpassing, dat er aanvankelijk in zijn
fractie ernstige bezwaren tegen bestonden.
Dat het algemeen belang een aantasting
van de verkregen rechten zou rechtvaar
digen is een zwak en nietszeggend argu
ment geacht. Het is de vraag, of er in het
particuliere bedrijfsleven van aanpassing
sprake zal zijn.
Over de voorgestelde wijziging in de be
rekening van de weduwenpensioenen,
waardoor deze worden gekoppeld aan de
diensttijd van de ambtenaar, vroeg de heer
Schipper de minister toe te staan, dat die
ambtenaren, die destijds hebben nagelaten
eerdere dienstjaren in te kopen, hiertoe
alsnog in de gelegenheid te stellen. Het
betreft enige duizenden ambtenaren.
De heer Van Bruggen (C.H.U.) be
toogde dat de aanpassing van de over-
heidspensioenen wel degelijk discriminatie
betekent. Heel zwaar zullen ook door de
aanpassing de laagst gesalarieerde ambte
naren worden getroffen. Aantasting van
verkregen rechten kan wellicht formeel bij
de wet worden gerechtvaardigd; het is ech
ter de vraag, of dit ook geldt in materieel
en moreel opzicht.
De heer Van Lieshout (K.V.P.) ver
klaarde, dat zijn fractie van mening is te
moeten meewerken in deze kwestie om het
algemeen belang, dat op het spel staat,
hoewel in de fractie over de aanpassing
geen eenstemmigheid bestaat.
De heer De Wilde (V.V.D.) ontwikkel-
Blijkens door het Centraal Bureau voor
de Statistiek gepubliceerde cijfers is in 1955
128 miljoen (1954 114 miljoen) voor het
bezoek aan vermakelijkheidsinstellingen
(exclusief kermisbezoek) uitgegeven. Dat
is 11,94 per inwoner 10,84 in 1954). Er
werden 114 miljoen plaatsbewijzen gekocht
(10,7 per bewoner (10,4)). Hiervan betrof
57 percent bioscoopbezoek (58 percent).
Van elke gulden, die het publiek uitgaf,
betaalde het gemiddeld 19 cent belasting.
De totale belastingopbrengst bedroeg 27
miljoen.
de een aantal bezwaren tegen de uitgangs
punten van de algemene ouderdomswet. Hij
kon zich neerleggen bij de aanpassing, die
voortvloeit uit de aanvaarde ouderdoms
wet.
De heer Geugjes (C.P.N.) meende,
dat door de aanpassing de overheid haar
toezeggingen aan haar ambtenaren niet
nakomt.
De heer Van Wingerden (P.v.d.A.)
noemde het een algemeen belang, dat het
pensioen met de uitkering van de A.O.W.
niet het loon overschrijdt of benadert van
een nog niet gepensioneerde. Het door de
overheid gekozen systeem van een alge
mene toeslag biedt voorts groter rechts
zekerheid dan het tot dusverre gevolgde.
Op de achtergrond blijft de gedachte, dat
het een interimregeling is, evenals die voor
de gewijzigde berekening van 't weduwen-
pensioen.
De heer D e r k s e n (K.V.P.) merkte op,
dat bij vele van de leden der K.V.P.-fractie
geen enthousiasme bestaat om de wetsont
werpen aan te nemen. Persoonlijk zou voor
hem de aanpassing volstrekt onaanvaard
baar zijn geweest, indien in de tegelijker
tijd ingediende pensioenwetten daarvoor
geen compensatie zou zijn gegeven. Boven
dien moet het totaal van regelingen als een
interim-maatregel worden gezien, daar im
mers een totaal nieuwe pensioenwet in
voorbereiding is.
Minister Struycken zal de sprekers in
eerste termijn vandaag antwoorden.
(Van onze parlementaire redacteur)
Minister Cals toonde zich dinsdagmiddag
weer eens een vaardig debater. Hij was vo
rige week zowel binnen als buiten de Ka
mer, het laatste in het bijzonder op het
demonstratief congres over de onderwij
zerssalarissen, geducht onder vuur geno
men. Tegen allerlei ten dele onbillijke
aanvallen, speciaal wat zijn beleid inzake
het salariëringsvraagstuk betreft, heeft hij
zich met krachtige argumenten tegen veel
ongerijmdheden in de hem naar het hoofd
geslingerde verwijten weten te verweren.
Na eerst al met een reeks veelzeggende
cijfers te hebben aangetoond, hoe onjuist
het is te beweren, dat de regering te wei
nig voor het onderwijs zou over hebben,
slaagde hij er vervolgens in goed te laten
voelen op welk een onverantwoordelijke
manier er, vooral in een aantal van de on
derwijzersvakorganen, is uitgepakt. De
eenzijdig gekleurde geschiedschrijving over
de gang van zaken met betrekking tot de
houding van de regering inzake de sala
riëring zowel van de onderwijzers als van
de leraren, dwong minister Cals een boek
je open te doen over hoe het werkelijk ten
opzichte van de salarisvoorstellen is toege
gaan. Reeds uit dit gedeelte van het betoog
moet het de onbevooroordeelde luisteraars
duidelijk zijn geworden, dat de voorstelling
van zaken als zou van de zijde der regering
opzettelijk bij de behandeling van het sala-
risvraagstuk in het georganiseerd overleg
getraineerd zijn, in strijd met de werkelijk
heid moet worden genoemd. Zonder dat de
minister in dit stadium precies getallen
kon noemen, kon hij toch wel aantonen,
dat de regering een redelijk standpunt in
deze aangelegenheid inneemt. Zij staat
trouwens mijns inziens sterk doordat zij
haar voorstellen grondt op een rapport van
salarisdeskundigen. Van belang was zeker
ook, dat de Kamer thans kon vernemen,
dat overeenkomstig het daarvoor door mi
nister Cals gevoerde pleidooi, door de mi
nisterraad zaterdag besloten is tot verder
gaande voorstellen inzake de salariëring
van onderwijzers. Wat deze precies inhou
den kon nu nog niet bekend gemaakt wor
den. De minister was er intussen van over
tuigd, dat de Kamer met hetgeen de rege
ring van zins is, zeker zal instemmen.
Ook hetgeen omtrent de lerarensalaris
sen werd meegedeeld maakte een alles
zins redelijke indruk. Dat minister Cals bo
vendien nog kon bekend maken, dat het
kabinet besloten heeft de salarisverbete
ring, die het aan de hogere ambtenaren
ten goede wil laten komen, niet voor mi
nisters en staatssecretarissen te doen gel
den, was, vooral ook uit een psychologisch
oogpunt bezien, heel gelukkig. Dit kan im
mers mede bevorderlijk zijn om tevens de
ontstemming, die de vorige week ook in
's lands vergaderzaal merkbaar was, zoal
niet geheel te doen verdwijnen dan toch
aanmerkelijk te doen verminderen.
Overigens was het een eigenaardig ver
schijnsel, dat bij de bespreking van het
onderwijsbeleid en van de begroting van
Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen de
minister van dat departement zo lang bij
het hele vraagstuk van de overheidssalaris-
sen moest stilstaan. Soms had het er zelfs
wat van, als of er een mini-ter van Salaris
sen aan het woord was. Maar mr. Cals zag
zich door de gang van zaken wel genoopt
aldus te werk te gaan. Mocht hij er inder
daad in geslaagd zijn een welwillender
stemming in de Kamer te kweken, dan mag
zijn ambtgenoot Struycken, die in februari
bij de verdediging van zijn begroting wel
heel wat over het salarisbeleid te horen zal
krijgen, hem hiervoor wel erkentelijk zijn.
Het Tweede Kamerlid de heer Neder-
horst heeft aan de minister van Econo
mische Zaken de volgende schriftelijke
vragen gesteld: 1. Is het de minister be
kend, dat de Koninklijke Nederlandse
Hoogovens de walserijproduktie van dikke
en dunne platen enigermate hebben moe
ten verminderen als gevolg van een lagere
bevoorrading met olie? 2. Kan de minister
reeds overzien in hoeverre de inperking
van de produktie van de Hoogovens haar
invloed zal doen gelden op andere indus
trieën (scheepsbouw en dergelijke) en,
indien dit laatste het geval is, acht de
minister het dan niet noodzakelijk tijdig
maatregelen te treffen, waardoor in ieder
geval de olievoorziening van deze voor onze
welvaart primaire industrieën veilig wordt
gesteld en deze industrieën door de olie
maatschappijen met absolute prioriteit
worden bediend?
De heer R. Visser, voorzitter van de
Groninger Zuivelbond, heeft in zijn ope
ningsrede tijdens de algemene ledenver
gadering te Groningen felle critiek geuit
op het onlangs verschenen SER-rapport
over de gedifferentieerde melktoeslag. De
heer Visser noemde het rapport veel te
theoretisch en voor de veehouders onaan
vaardbaar.
Hij is van mening dat de spanningen
tussen produktiekosten en opbrengst voor
de veehouderij steeds groter worden. De
stemming onder de veehouders is dan ook
alles behalve welwillend, aldus de heer
Visser. Volgens bestuursmededelingen heeft
ir. Ritzema, directeur van de Coöperatieve
Condensfabriek te Leeuwarden, volgens
een bericht in de Friese bladen opge
merkt, dat de „Condens" in het noorden
een organisatie nastreeft van verschillende
groeperingen.
Reeds beheren, aldus de bestuursmede
delingen, de „Condens" en de Drentse
„Domo" gezamenlijk de coöperatieve melk
fabriek „De Ommelanden" in Groningen.
Besprekingen om deze organisatie verder
uit te breiden zij-n gaande. Men hoopt door
uitbreiding van deze concentratie te be
reiken, dat de melkprijs in het noorden
hoger komt te liggen.
Het hoofdbedrijfschap detailhandel is
dinsdag tijdens een openbare vergadering
in het gebouw van de Sociaal-Economische
Raad te 's-Gravenhage officieel geïnstal
leerd. De staatssecretarissen van Binnen
landse en Economische Zaken, de heren
Schmelzer en Veldkamp, en de voorzitter
van de Sociaal-Economische Raad, prof. dr.
mr. F. de Vries, hielden na de installatie
toespraken.
Toen eindelijk de slaapdrank was uitgewerktwat keken toen de soldaten van
Morabix op hun neus! Ze waren ontwapend en werden bewaakt door de woedende
burgers.
Ook Morabix was ontwaakt. Woedend keek hij naar de gewapende burgers om
hem heen en naar Merlijn, die hem in het bijzijn van allen beschuldigde, terwijl
koning Bardowijn, op zijn troon gezeten, streng toekeek.
Het spelletje van de boze Morabix was uit; hij kon zich er niet uitpraten en moest
wel toegeven dat de beschuldiging van Merlijn waar was133-134
Met ingang van lieden wordt het pakket-
postverkeer met Hongarije heropend. Al
leen gewone postpakketten kunnen worden
aangeboden. Geschenkzendingen, inhou
dende voedsel, kleren en dergelijke, zijn
zonder beperking van het gewicht toege
laten (mits een maximum van 20 kg niet
wordt overschreden). Ze zullen in het al
gemeen vrij van invoerrechten worden uit
gereikt. In de gegeven omstandigheden kan
de PTT voor deze pakketten geen aanspra
kelijkheid aanvaarden.
ADVERTENTIE
De nieuwe BM shag van VAN NELLE ligt vooraan.
In smaak, in geur, in kwaliteit
De pure (langeVirginia tabak rolt gemakkelijk.
U zult genieten van deze
nieuwe VAN NELLE shag
yn Hij begreep natuurlijk heel goed, dat hij daar-
door koud en harteloos zou lijken, maar hij
kon werkelijk niet weg. Hij was midden in een
probleem, en dat moest hij erst uitwerken. Dat
werk kon hij niet zomaar onderbreken. Irene moest
begrijpen, dat het om hun toekomst ging. Zeker, het was
afschuwelijk van zo nabij zulke verschrikkelijke dingen
mee te maken, maar hij had ook verplichtingen tegen
over zijn werk. Hij las de brief verder uit en legde haar
toen neer. Gedachtenloos pakte hij de tweede enveloppe
op. Het was een grote, zware enveloppe. Ja, hoe zou hij
zijn verloofde kunnen helpen?
Wittekindt scheurde de enveloppe open. Er kwam een
stuk stevig papier uit. Hij draaide het omHet was
een foto.
Wat moet ik daar nu mee? dacht hij, maar toen leek
het alsof zijn hart stilstond. Het was Irene, zijn ver
loofde! Irene, in avondkleding. Zij stond lachend naast
een goed uitziende jonge man in rok en het was duide
lijk, dat zij het samen opperbest konden vinden. Irene
keek de man tenminste diep en enigszins koket in de
ogen.
Wittekindt bleef naar de foto staren. Ze was met blitz-
licht genomen, dat kon je duidelijk zien. Ze was dus
's avonds uit gegaan. Ze ging met andere mannen om,
zonder hem er iets van te zeggen! Hij scheurde de
enveloppe verder open. Er zat niets meer in. Niet de
naam van de afzender, noch een begeleidend briefje. Het
poststempel was onleesbaar.
Wat zou dat te betekenen hebben? Hij voelde zijn
wantrouwen opkomen. Waarom had Irene hem niets
over deze avond geschreven? En wie was die man?
Wittekindt ging voor het venster staan en staarde naar
buiten. Hij dacht aan vroeger, toen eens een hevige ruzie
bijna een einde aan zijn vertrouwen in de toekomst had
gemaakt, toen hij daaraan bijna tenonder was gegaan.
Slechts langzaam was hij er weer bovenop gekomen en
toen had hij Irene Wittstock leren kennen. Ogenblikke
lijk was de liefde in hem ontbrand. Hij had het gevoel
gekregen, dat zijn leven weer zin en inhoud had ge
kregen. Hij was weer vol vertrouwen en het begrip van
kameraadschap gaf hem sterkte. Irene's liefde had hem
onbeschrijfelijk gelukkig gemaakt en met nieuwe kracht
was hij aan de studie getogen. Hij was blij, dat hij zijn
inzinking volkomen de baas was geworden en dat een
harmonisch leven op hem wachtte.
En nu dit! Wie kon die foto gestuurd hebben? Zou er
Vertaald uit het Duits Copyright: Cosmopress, Génève
Oorspr. titel: „Toen de champagne werd geserveerd"
iemand zijn, die hem wilde waarschuwen? Zou hij ogen
blikkelijk naar Berlijn gaan en Irene tekst en uitleg
vragen? Of zou het slechts één of andere flauwe grap
zijn?
Hij hield het niet langer uit. Hij liep de straat op en
begon doelloos rond te dwalen. Hij kon nu eenmaal dit
wantrouwen niet verdragen! Het ene moment was hij
weer wat rustiger misschien was alles een vergissing,
misschien had Irene er een normale verklaring voor.
Maar het andere moment bekroop de twijfel hem weer.
De wereld bestaat uit leugen en bedrog, maar jij, ge
boren wetenschapsman, bemerkt het niet
Tenslotte kwam hij tot de overtuiging, dat het waar
schijnlijk het beste zou zijn de dingen voorlopig maar
op hun beloop te laten. Hij was misschien wel te ner
veus. het vele werk.en dan nog zorgen om Char
lotte. Dit alles maakten zijn gedachten niet al te helder.
Best mogelijk, dat hij alles te tragisch opvatte.
Voordat hij naar bed ging, dwong hij zichzelf Irene
nog een brief te schrijven, een vrij korte brief, maar niet
koel. Hij hoopte, zo schreef hij, over ongeveer veertien
dagen te komen. Charlotte moest die twee weken er
maar het beste van maken en zonder hem uit haar
moeilijkheden zien te komen. Terwijl hij deze woorden
schreef, zweefde steeds Irene's beeltenis voor zijn ogen.
Het gaf hem een zeker gevoel van rust
Ze waren de hele avond bij de Amthors geweest:
Dorothea Werdohl, Irene Wittstock en Termühlen. De
anders zo levenslustige mevrouw Amthor was geheel
van haar stuk; ze zag er bleek en nerveus uit. De dag
was voor haar weer bijzonder zwaar geweest en het
afschuwelijke noodlot, dat hen de laatste weken achter
volgde, had iedereen somber gestemd. Mevrouw Amthor
kon de verhoren op het hoofdbureau van politie nau
welijks meer verdragen. Iedereen, die op het verjaar
dagsfeestje was geweest, had nu al de gang naar Muck
gemaakt. En steeds weer werden dezelfde vragen ge
steld: Heeft u soms een bepaald vermoeden, wie die
moord gepleegd kan hebben? Was u er van op de
hoogte, waaruit zijn zaken bestonden? Met wie werd
Albertz de laatste tijd vaak gezien? Heeft u niet iets
verdachts opgemerkt? Steeds hetzelfde, in verschillende
bewoordingen. Steeds verdachtmakingen, steeds weer
een onderzoekhet viel moeilijk langer te verdragen.
En daarbij hield de commissaris hoegenaamd geen reke
ning met persoonlijke gevoelens Albertz was nu een
maal een goede huisvriend geweest, precies zoals Irm-
gard Christensen, Christian Werdohl en Kotter, die nog
steeds in het Huis van Bewaring zat.
Amthor had in het begin van de avond gepoogd het
gezelschap enigszins te kalmeren. Met Termühlen had
hij nog eens het geval-Kötter uit-en-te-na besproken en
hij was daarbij tot de conclusie gekomen, dat hij ten
tweede male een verzoek tot voorlopige invrijheidstel
ling moest indienen. De argumenten van de politie waren
nauwelijks houdbaar. Alléén uit het feit, dat in zijn
bedrijf cyaannatrium werd gebruikt, zou men af kunnen
leiden, dat hij mogelijkerwijs de moord had gepleegd.
Ik vind het meer dan absurd, zei tenslotte Irene
Wittstock, dat men verband legt tussen de moord op
Albertz en de dood van Irmgard Christensen.
Het rustigste van allen was nog mevrouw Werdohl.
Lieve hemel, zei ze, dat laat mij eerlijk gezegd
vrij koud. Ik heb de laatste tijd zélf al zó veel moeten
doormaken, dat het noodlot van anderen mij nauwelijks
meer kan interesseren. Dit klinkt nauurlijk wel hard,
maar
Ze maakte haar zin niet af. Iedereen zweeg. Het was
de eerste keer sedert het overlijden van haar man, dat
Dorothea 's avonds haar huis verlaten had. Ze was de
afgelopen weken anders geworden, stiller, beschouwen-
der van aard.
Termühlen trok kalm aan een sigaret. Hij was wat
achteraf gaan zitten, zodat hij in alle rust het kleine
gezelschap kon beschouwen. Mevrouw Werdohl zat in
het half-donker en ondersteunde haar hoofd met de han
den. Termühlen moest of hij nu wilde of niet
steeds aan het foto-album denken als hij naar haar keek.
Ook nu zou er van mevrouw Werdohl een voortreffelijke
foto te maken zijn, meende hij. Behalve een paarlen-
collier droeg zij geen sieraad op haar donkere rouw
kleding. Toch ging er iets fascinerends van haar uit,
vooral omdat zij het zwarte haar tot diep in haar nek
had gekamd.
(Wordt vervolgd).
Een knaap zou zelfs achtendertig
inbraken hebben gepleegd
Negen jongens van omstreeks twintig
jaar hebben voor de rechtbank te Rotter
dam terecht gestaan, omdat zij „een on
telbaar aantal inbraken" gepleegd zouden
hebben, zoals de officier van Justitie het
uitdrukte. „Voor duizenden guldens hebben
ze schade aangericht".
Enkelen van hen hadden 20 tot 25 in
braken voor hun rekening genomen in Was
senaar, Delft, Voorburg en Rotterdam, een
zelfs 38. De meesten van hen waren nooit
eerder veroordeeld; sommige alleen voor
„Joy-riding".
De eisen waren tegen de 21-jarige
scheepstuigen J. M. S., zijn 20-jarige broer
M. S. en de 21-jarige kantoorbediende R.
N. ieder drie jaar gevangenisstraf met af
trek. Tegen de 22-jarige B. W. van drie
jaar jeugdgevangenis; tegen de 22-jarige
matroos J. "an G. en de 22-jarige loswerk-
man Th. S. tweeënhalf jaar gevangenis
straf; tegen de 22-jarige monteur D. ae W.
een jaar en negen maanden met aftrek,
tegen de 22-jarige matroos A. C. van der
G. en de 21-jarige classificeerder C. M. L.
anderhalf jaar met aftrek.
De advocaten merkten op, dat de
jongens niet gestolen hebben om de buit,
maar om de zucht naar avontuur. Zjj be
toogden dat een lang verblijf in dé ge
vangenis hen geen goed zou doen.
De uitspraak is op 27 december.
De rijksgoeclkcuring voor de bouw van
een nieuw RAI-gebouw, dat geprojecteerd
was op het Westerscheldeplein te Amster
dam, is afgewezen. Geen enkele mogelijk
heid bestaat er op dit ogenblik de goed
keuring van het rijk voor de bouw te krij
gen.
Aldus deelde de wethouder voor Publieke
Werken van Amsterdam, mr. G. van 't Huil,
•tijdens de begrotingsdebatten der Amster
damse raad mede.
B. en W. van de Hoofdstad kunnen hier
mee geen genoegen nemen, vanwege het
grote belang dat met de totstandkoming van
dit miljoenencomplex voor stad en land is
gemoeid. Heden hebben afgevaardigden van
de Amsterdamse Kamer van Koophandel,
van het RAI-bestuur en van het college
van B. en W. nogmaals een bespreking ge
had met de minister van Verkeer en Water
staat. Op een later tijdstip zal met de mi
nister van Economisceh Zaken over deze
materie van gedachten worden gewisseld.
Hoewel ook de financiën op dit ogenblik
zorgen bai-en, zullen B. en W. blijven aan
dringen op de rijksgoedkeuring, opdat de
voorbereidingen doorgang kunnen vinden.
Wegens het onbevoegd uitoefenen van de
geneeskunde heeft de Amsterdamse recht
bank een bekende paragnost-magnetiseur
uit de hoofdstad, de 47-jarige A. A. H., in
hoger beroep tot acht weken voorwaarde
lijke hechtenis met een proeftijd van twee
jaar, alsmede een geldboete van duizend
gulden veroordeeld.
Veertien dagen geleden had de officier
bevestiging van het vonnis van de kanton
rechter, acht weken onvoorwaardelijk, ge-
eist. Beklaagde's verdediger sprak er bij
die gelegenheid zijn bevreemding over uit,
dat juist zijn cliënt die algemeen als een
bonafide magnetiseur geldt steeds weer
door de politie „gezocht" wordt, terwijl
andere, veel duisterder figuren onder de zo
genaamde paragnosten, aldus de raadsman,
ongemoeid gelaten worden.
Al tweemaal eerder zijn H. geldboeten
opgelegd wegens het onbevoegd uitoefenen
der geneeskunde. Hij zette echter zijn
(drukke) praktijk voort, omdat hij er naar
eer en geweten van overtuigd is, dat dui
zenden bij zijn behandeling baat gevonden
hebben, zoals hij voor de rechtbank ver
klaarde.
De laatste tijd had deze paragnost drup
pels voorgeschreven en flesjes medicijnen
verkocht. Een politiedeskundige verklaarde
na onderzoek, dat de stoffen, op de etiket
ten vermeld, niet in die medicijnen aan
wezig waren, of zodanig verdund, dat hun
aanwezigheid niet aangetoond kon worden.
(Verkort weergegeven)
Krupp. In de hoop dat er meer in
hun pen zullen kruipen om mevrouw L.
K.-J. te bedanken voor het welkomstwoord
aan Krupp, wil ik hiermee mijn volle in
stemming betuigen.
Afgezien nog van het natuurlijk allerbe-
la i/grijkste feit, dat we hier een vijand
binnen onze grenzen zouden toestaan de at
mosfeer te verontreinigen, is daar dan
weer eens het probleem van onze recreatie.
Het handjevol natuurvrienden onder ons?
Belachelijk om daarmee rekening te hou
den. Was het niet minister Staf, die ons
onze adoratie voor „bloempjes en gras
sprietjes" verweet?
M. v. H.—S.