Eerste Kamer verdeeld over pensioenaanpassing DE LAATSTE TOAST Financiële situatie bedreigt de woningbouw MERLIJN EN DE WONDERBESSEN L Verdeeldheid in de Tweede Kamer over voorgenomen huurverhoging Shag die vóór ligt r <^Brieven aan de redactie WOENSDAG 19 DECEMBER 1956 In 1955 werd 128 miljoen aan vermaak besteed Parlementair commentaar Vragen in Tweede Kamer over produktie Hoogovens In veehouderij neemt de spanning tussen kosten en opbrengsten toe Hoofdbedrijfschap voor de detailhandel geïnstalleerd Pakketpost naar Hongarije VERVOLGVERHAAL DOOR JAKOB JAKOBI Jeugdbende verdacht van talloze inbraken Riik keurt bouw van nieuw RAI-gebouw niet goed Amsterdamse paragnost veroordeeld Politie „zoekt" hem zegt verdediger (Van onze Kamerverslaggever) INDIEN DE FINANCIEEL-ECONOMISCHE situatie ertoe leidt, dat de woning bouw in het gedrang komt, dan moet voorrang worden verleend aan de bouw voor arbeiderswoningen. Dat zei gisteravond de heer Andriessen (K.V.P.) bij de be handeling van de begroting van Volkshuisvesting in de Tweede Kamer. Hij maakte zich ook zorgen over de prijsstijging in de woningbouw. De heer Ten Hagen (P.v.d.A.) wilde deze bestrijden door afremming van de particuliere bouw ten gunste van de woningwetbouw. Algemeen vreesde men, dat het zeer moeilijk zou worden op de kapitaalmarkt geld op te nemen voor de woningbouw. Het staat daarom lang niet vast, dat alle woningbouwplannen kunnen worden uitgevoerd, zei de heer Beerninck (C.H.U.) en het is dus zeer wel mogelijk, dat om financiële redenen het aantal van 75.000 nieuwe woningen in 1957 niet wordt gehaald. De heren Andriessen en Van Vliet (K.V.P.) vroegen of het mogelijk was gelden van de rijksfondsen te reserveren om het woningbouwprogramma veilig te stellen. Het nut de helft van de aangekondigde huurverhoging van 25 percent te blok keren, zag de heer B e e r n i n k (C.H.U.) niet in. Hij zou de voorkeur geven aan een huurverhoging van 15 percent zonder blok kering. De heer Toxopeus (V.V.D.) suggereerde een trapsgewijze huurverho ging met 10 percent gedurende enige jaren achtereen, al of niet met compensatie naar de omstandigheden. In beginsel had de heer B o m m e r (P.v.d.A.) tegen een huur verhoging van 25 percent, waarvan de helft wordt geblokkeerd, geen bezwaar indien de verhoging gepaard gaat met een volledige looncompensatie. De P.v.d.A. zou haar standpunt pas definitief bepalen als het desbetreffende wetsontwerp is inge diend, waarbij er dan op zal worden gelet of er voor de blokkering een hanteerbaar systeem is gevonden en of de geblokkeer de gelden inderdaad aan de woningver betering ten goede zullen komen en of vol doende rekening wordt gehouden met de huurders van bedrijfspanden. De heer Van Vliet wilde evenals de heer Bommer ook waarborgen, dat bij looncompensatie we gens huurverhoging ook degenen, die een sociale uitkering ontvangen, compensatie krijgen. Somber gestemd was de heer Van E i - bergen (A.R.) over de huren, want de huren van de nieuwe woningwetwoningen zijn volgens hem te duur voor de mensen, waarvoor ze zijn bestemd. Een huurver hoging voor oude woningen helpt dan niet. Het systeem van blokkering van de helft van de huurverhoging kon hij niet toejuichen. Als maatregel ten behoeve van de mid dengroepen, die geen huurwoningen kunnen vinden in de met hun inkomen overeen stemmende huurklasse, opperde de heer voor middenstandswoningen niet te betalen aan de eigenaren-verhuurders, maar aan de huurders. Systeembouw De woningbouwproduktie dient te wor den vergroot door systeembouw. Met dat standpunt van minister Witte was de heer Andriessen het eens, maar hij vrees de, dat nu een nieuw Frans systeem zal worden bevoordeeld, terwijl grote bedra gen zijn geïnvesteerd in de Nederlandse systeembouw. Het Franse systeem zou met steun van de regering leiden tot een soort oneerlijke concurrentie. Ook de heer B e e r n i n k (C.H.U.) raadde de minister voorzichtigheid aan, want de Fransen stel len lagere eisen aan de woningbouw dan de Nederlanders. De heer Van E i - bergen meende echter, dat er wel iets in zit. Men moet er geld in durven steken. Krotopruiming De oplossing van de woningnood wordt steeds moeilijker, merkte de heer Bom mer op, door de voortschrijdende krot opruiming. Daardoor loopt men niet snel op het tekort in. Nog steeds geniet de wo ningbouw te weinig voorrang. Industrie, handel en verkeer gaan nog steeds voor. De industrie legt ook met kapitaal beslag op een te groot deel van de bouwcapaciteit. Naar de mening van de heer Toxo peus is minister Witte niet doortastend genoeg geweest bij het zoeken naar wegen tot opheffing van de woningnood. In 1954 zijn meer woningen gereed gekomen dan in 1955. Daar zijn wel verontschuldigingen voor, maar daar schieten we niets mee op. Het ziet er naar uit, dat we nog wel 15 jaar met de woningnood zitten opgescheept en dat is te lang. Het debat, dat duurde tot ver na mid- V a n V1 i e t het denkbeeld de rijkspremie dernacht, wordt hedenavond voortgezet. De Eerste Kamer heeft dinsdag het ont werp van rijkswet, houdende goedkeuring van de op 11 december 1955 te Washington vastgestelde en op 8 december van dat jaar ondertekende overeenkomst betreffende de Internationale Financierings Maatschappij na enige discussie zonder hoofdelijke stem ming goedgekeurd. De C.P.N.-fractie liet haar „tegen" aantekenen. Daarna is het wetsontwerp tot regeling van het ziekenfondsvraagstuk voor bejaar den in behandeling genomen. In antwoord op enkele opmerkingen zei minister Suur- hoff, dat er een aantal onoverkomelijke bezwaren is tegen de instelling van een verplichte ziekenfondsverzekering voor de bejaarden. De thans voorgestelde regeling is inderdaad slechts een noodoplossing en brengt zeker geen oplossing voor het vraag stuk van de ziekenfondsverzekering als ge heel. Bij de beoordeling van de premie dient men in het oog te houden, dat een groot deel van de preventieve gezondheids zorg reeds door de overheid wordt bekos tigd. Het wetsontwerp werd zonder hoof delijke stemming aangenomen. Pensioenen Daarna begon de Eerste Kamer aan de behandeling van de pensioenwetten, met inbegrip van de aanpassing van het over- heidspensioen aan de uitkering volgens de algemene ouderdomswet. De heer Schipper (A.R.) zei over de aanpassing, dat er aanvankelijk in zijn fractie ernstige bezwaren tegen bestonden. Dat het algemeen belang een aantasting van de verkregen rechten zou rechtvaar digen is een zwak en nietszeggend argu ment geacht. Het is de vraag, of er in het particuliere bedrijfsleven van aanpassing sprake zal zijn. Over de voorgestelde wijziging in de be rekening van de weduwenpensioenen, waardoor deze worden gekoppeld aan de diensttijd van de ambtenaar, vroeg de heer Schipper de minister toe te staan, dat die ambtenaren, die destijds hebben nagelaten eerdere dienstjaren in te kopen, hiertoe alsnog in de gelegenheid te stellen. Het betreft enige duizenden ambtenaren. De heer Van Bruggen (C.H.U.) be toogde dat de aanpassing van de over- heidspensioenen wel degelijk discriminatie betekent. Heel zwaar zullen ook door de aanpassing de laagst gesalarieerde ambte naren worden getroffen. Aantasting van verkregen rechten kan wellicht formeel bij de wet worden gerechtvaardigd; het is ech ter de vraag, of dit ook geldt in materieel en moreel opzicht. De heer Van Lieshout (K.V.P.) ver klaarde, dat zijn fractie van mening is te moeten meewerken in deze kwestie om het algemeen belang, dat op het spel staat, hoewel in de fractie over de aanpassing geen eenstemmigheid bestaat. De heer De Wilde (V.V.D.) ontwikkel- Blijkens door het Centraal Bureau voor de Statistiek gepubliceerde cijfers is in 1955 128 miljoen (1954 114 miljoen) voor het bezoek aan vermakelijkheidsinstellingen (exclusief kermisbezoek) uitgegeven. Dat is 11,94 per inwoner 10,84 in 1954). Er werden 114 miljoen plaatsbewijzen gekocht (10,7 per bewoner (10,4)). Hiervan betrof 57 percent bioscoopbezoek (58 percent). Van elke gulden, die het publiek uitgaf, betaalde het gemiddeld 19 cent belasting. De totale belastingopbrengst bedroeg 27 miljoen. de een aantal bezwaren tegen de uitgangs punten van de algemene ouderdomswet. Hij kon zich neerleggen bij de aanpassing, die voortvloeit uit de aanvaarde ouderdoms wet. De heer Geugjes (C.P.N.) meende, dat door de aanpassing de overheid haar toezeggingen aan haar ambtenaren niet nakomt. De heer Van Wingerden (P.v.d.A.) noemde het een algemeen belang, dat het pensioen met de uitkering van de A.O.W. niet het loon overschrijdt of benadert van een nog niet gepensioneerde. Het door de overheid gekozen systeem van een alge mene toeslag biedt voorts groter rechts zekerheid dan het tot dusverre gevolgde. Op de achtergrond blijft de gedachte, dat het een interimregeling is, evenals die voor de gewijzigde berekening van 't weduwen- pensioen. De heer D e r k s e n (K.V.P.) merkte op, dat bij vele van de leden der K.V.P.-fractie geen enthousiasme bestaat om de wetsont werpen aan te nemen. Persoonlijk zou voor hem de aanpassing volstrekt onaanvaard baar zijn geweest, indien in de tegelijker tijd ingediende pensioenwetten daarvoor geen compensatie zou zijn gegeven. Boven dien moet het totaal van regelingen als een interim-maatregel worden gezien, daar im mers een totaal nieuwe pensioenwet in voorbereiding is. Minister Struycken zal de sprekers in eerste termijn vandaag antwoorden. (Van onze parlementaire redacteur) Minister Cals toonde zich dinsdagmiddag weer eens een vaardig debater. Hij was vo rige week zowel binnen als buiten de Ka mer, het laatste in het bijzonder op het demonstratief congres over de onderwij zerssalarissen, geducht onder vuur geno men. Tegen allerlei ten dele onbillijke aanvallen, speciaal wat zijn beleid inzake het salariëringsvraagstuk betreft, heeft hij zich met krachtige argumenten tegen veel ongerijmdheden in de hem naar het hoofd geslingerde verwijten weten te verweren. Na eerst al met een reeks veelzeggende cijfers te hebben aangetoond, hoe onjuist het is te beweren, dat de regering te wei nig voor het onderwijs zou over hebben, slaagde hij er vervolgens in goed te laten voelen op welk een onverantwoordelijke manier er, vooral in een aantal van de on derwijzersvakorganen, is uitgepakt. De eenzijdig gekleurde geschiedschrijving over de gang van zaken met betrekking tot de houding van de regering inzake de sala riëring zowel van de onderwijzers als van de leraren, dwong minister Cals een boek je open te doen over hoe het werkelijk ten opzichte van de salarisvoorstellen is toege gaan. Reeds uit dit gedeelte van het betoog moet het de onbevooroordeelde luisteraars duidelijk zijn geworden, dat de voorstelling van zaken als zou van de zijde der regering opzettelijk bij de behandeling van het sala- risvraagstuk in het georganiseerd overleg getraineerd zijn, in strijd met de werkelijk heid moet worden genoemd. Zonder dat de minister in dit stadium precies getallen kon noemen, kon hij toch wel aantonen, dat de regering een redelijk standpunt in deze aangelegenheid inneemt. Zij staat trouwens mijns inziens sterk doordat zij haar voorstellen grondt op een rapport van salarisdeskundigen. Van belang was zeker ook, dat de Kamer thans kon vernemen, dat overeenkomstig het daarvoor door mi nister Cals gevoerde pleidooi, door de mi nisterraad zaterdag besloten is tot verder gaande voorstellen inzake de salariëring van onderwijzers. Wat deze precies inhou den kon nu nog niet bekend gemaakt wor den. De minister was er intussen van over tuigd, dat de Kamer met hetgeen de rege ring van zins is, zeker zal instemmen. Ook hetgeen omtrent de lerarensalaris sen werd meegedeeld maakte een alles zins redelijke indruk. Dat minister Cals bo vendien nog kon bekend maken, dat het kabinet besloten heeft de salarisverbete ring, die het aan de hogere ambtenaren ten goede wil laten komen, niet voor mi nisters en staatssecretarissen te doen gel den, was, vooral ook uit een psychologisch oogpunt bezien, heel gelukkig. Dit kan im mers mede bevorderlijk zijn om tevens de ontstemming, die de vorige week ook in 's lands vergaderzaal merkbaar was, zoal niet geheel te doen verdwijnen dan toch aanmerkelijk te doen verminderen. Overigens was het een eigenaardig ver schijnsel, dat bij de bespreking van het onderwijsbeleid en van de begroting van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen de minister van dat departement zo lang bij het hele vraagstuk van de overheidssalaris- sen moest stilstaan. Soms had het er zelfs wat van, als of er een mini-ter van Salaris sen aan het woord was. Maar mr. Cals zag zich door de gang van zaken wel genoopt aldus te werk te gaan. Mocht hij er inder daad in geslaagd zijn een welwillender stemming in de Kamer te kweken, dan mag zijn ambtgenoot Struycken, die in februari bij de verdediging van zijn begroting wel heel wat over het salarisbeleid te horen zal krijgen, hem hiervoor wel erkentelijk zijn. Het Tweede Kamerlid de heer Neder- horst heeft aan de minister van Econo mische Zaken de volgende schriftelijke vragen gesteld: 1. Is het de minister be kend, dat de Koninklijke Nederlandse Hoogovens de walserijproduktie van dikke en dunne platen enigermate hebben moe ten verminderen als gevolg van een lagere bevoorrading met olie? 2. Kan de minister reeds overzien in hoeverre de inperking van de produktie van de Hoogovens haar invloed zal doen gelden op andere indus trieën (scheepsbouw en dergelijke) en, indien dit laatste het geval is, acht de minister het dan niet noodzakelijk tijdig maatregelen te treffen, waardoor in ieder geval de olievoorziening van deze voor onze welvaart primaire industrieën veilig wordt gesteld en deze industrieën door de olie maatschappijen met absolute prioriteit worden bediend? De heer R. Visser, voorzitter van de Groninger Zuivelbond, heeft in zijn ope ningsrede tijdens de algemene ledenver gadering te Groningen felle critiek geuit op het onlangs verschenen SER-rapport over de gedifferentieerde melktoeslag. De heer Visser noemde het rapport veel te theoretisch en voor de veehouders onaan vaardbaar. Hij is van mening dat de spanningen tussen produktiekosten en opbrengst voor de veehouderij steeds groter worden. De stemming onder de veehouders is dan ook alles behalve welwillend, aldus de heer Visser. Volgens bestuursmededelingen heeft ir. Ritzema, directeur van de Coöperatieve Condensfabriek te Leeuwarden, volgens een bericht in de Friese bladen opge merkt, dat de „Condens" in het noorden een organisatie nastreeft van verschillende groeperingen. Reeds beheren, aldus de bestuursmede delingen, de „Condens" en de Drentse „Domo" gezamenlijk de coöperatieve melk fabriek „De Ommelanden" in Groningen. Besprekingen om deze organisatie verder uit te breiden zij-n gaande. Men hoopt door uitbreiding van deze concentratie te be reiken, dat de melkprijs in het noorden hoger komt te liggen. Het hoofdbedrijfschap detailhandel is dinsdag tijdens een openbare vergadering in het gebouw van de Sociaal-Economische Raad te 's-Gravenhage officieel geïnstal leerd. De staatssecretarissen van Binnen landse en Economische Zaken, de heren Schmelzer en Veldkamp, en de voorzitter van de Sociaal-Economische Raad, prof. dr. mr. F. de Vries, hielden na de installatie toespraken. Toen eindelijk de slaapdrank was uitgewerktwat keken toen de soldaten van Morabix op hun neus! Ze waren ontwapend en werden bewaakt door de woedende burgers. Ook Morabix was ontwaakt. Woedend keek hij naar de gewapende burgers om hem heen en naar Merlijn, die hem in het bijzijn van allen beschuldigde, terwijl koning Bardowijn, op zijn troon gezeten, streng toekeek. Het spelletje van de boze Morabix was uit; hij kon zich er niet uitpraten en moest wel toegeven dat de beschuldiging van Merlijn waar was133-134 Met ingang van lieden wordt het pakket- postverkeer met Hongarije heropend. Al leen gewone postpakketten kunnen worden aangeboden. Geschenkzendingen, inhou dende voedsel, kleren en dergelijke, zijn zonder beperking van het gewicht toege laten (mits een maximum van 20 kg niet wordt overschreden). Ze zullen in het al gemeen vrij van invoerrechten worden uit gereikt. In de gegeven omstandigheden kan de PTT voor deze pakketten geen aanspra kelijkheid aanvaarden. ADVERTENTIE De nieuwe BM shag van VAN NELLE ligt vooraan. In smaak, in geur, in kwaliteit De pure (langeVirginia tabak rolt gemakkelijk. U zult genieten van deze nieuwe VAN NELLE shag yn Hij begreep natuurlijk heel goed, dat hij daar- door koud en harteloos zou lijken, maar hij kon werkelijk niet weg. Hij was midden in een probleem, en dat moest hij erst uitwerken. Dat werk kon hij niet zomaar onderbreken. Irene moest begrijpen, dat het om hun toekomst ging. Zeker, het was afschuwelijk van zo nabij zulke verschrikkelijke dingen mee te maken, maar hij had ook verplichtingen tegen over zijn werk. Hij las de brief verder uit en legde haar toen neer. Gedachtenloos pakte hij de tweede enveloppe op. Het was een grote, zware enveloppe. Ja, hoe zou hij zijn verloofde kunnen helpen? Wittekindt scheurde de enveloppe open. Er kwam een stuk stevig papier uit. Hij draaide het omHet was een foto. Wat moet ik daar nu mee? dacht hij, maar toen leek het alsof zijn hart stilstond. Het was Irene, zijn ver loofde! Irene, in avondkleding. Zij stond lachend naast een goed uitziende jonge man in rok en het was duide lijk, dat zij het samen opperbest konden vinden. Irene keek de man tenminste diep en enigszins koket in de ogen. Wittekindt bleef naar de foto staren. Ze was met blitz- licht genomen, dat kon je duidelijk zien. Ze was dus 's avonds uit gegaan. Ze ging met andere mannen om, zonder hem er iets van te zeggen! Hij scheurde de enveloppe verder open. Er zat niets meer in. Niet de naam van de afzender, noch een begeleidend briefje. Het poststempel was onleesbaar. Wat zou dat te betekenen hebben? Hij voelde zijn wantrouwen opkomen. Waarom had Irene hem niets over deze avond geschreven? En wie was die man? Wittekindt ging voor het venster staan en staarde naar buiten. Hij dacht aan vroeger, toen eens een hevige ruzie bijna een einde aan zijn vertrouwen in de toekomst had gemaakt, toen hij daaraan bijna tenonder was gegaan. Slechts langzaam was hij er weer bovenop gekomen en toen had hij Irene Wittstock leren kennen. Ogenblikke lijk was de liefde in hem ontbrand. Hij had het gevoel gekregen, dat zijn leven weer zin en inhoud had ge kregen. Hij was weer vol vertrouwen en het begrip van kameraadschap gaf hem sterkte. Irene's liefde had hem onbeschrijfelijk gelukkig gemaakt en met nieuwe kracht was hij aan de studie getogen. Hij was blij, dat hij zijn inzinking volkomen de baas was geworden en dat een harmonisch leven op hem wachtte. En nu dit! Wie kon die foto gestuurd hebben? Zou er Vertaald uit het Duits Copyright: Cosmopress, Génève Oorspr. titel: „Toen de champagne werd geserveerd" iemand zijn, die hem wilde waarschuwen? Zou hij ogen blikkelijk naar Berlijn gaan en Irene tekst en uitleg vragen? Of zou het slechts één of andere flauwe grap zijn? Hij hield het niet langer uit. Hij liep de straat op en begon doelloos rond te dwalen. Hij kon nu eenmaal dit wantrouwen niet verdragen! Het ene moment was hij weer wat rustiger misschien was alles een vergissing, misschien had Irene er een normale verklaring voor. Maar het andere moment bekroop de twijfel hem weer. De wereld bestaat uit leugen en bedrog, maar jij, ge boren wetenschapsman, bemerkt het niet Tenslotte kwam hij tot de overtuiging, dat het waar schijnlijk het beste zou zijn de dingen voorlopig maar op hun beloop te laten. Hij was misschien wel te ner veus. het vele werk.en dan nog zorgen om Char lotte. Dit alles maakten zijn gedachten niet al te helder. Best mogelijk, dat hij alles te tragisch opvatte. Voordat hij naar bed ging, dwong hij zichzelf Irene nog een brief te schrijven, een vrij korte brief, maar niet koel. Hij hoopte, zo schreef hij, over ongeveer veertien dagen te komen. Charlotte moest die twee weken er maar het beste van maken en zonder hem uit haar moeilijkheden zien te komen. Terwijl hij deze woorden schreef, zweefde steeds Irene's beeltenis voor zijn ogen. Het gaf hem een zeker gevoel van rust Ze waren de hele avond bij de Amthors geweest: Dorothea Werdohl, Irene Wittstock en Termühlen. De anders zo levenslustige mevrouw Amthor was geheel van haar stuk; ze zag er bleek en nerveus uit. De dag was voor haar weer bijzonder zwaar geweest en het afschuwelijke noodlot, dat hen de laatste weken achter volgde, had iedereen somber gestemd. Mevrouw Amthor kon de verhoren op het hoofdbureau van politie nau welijks meer verdragen. Iedereen, die op het verjaar dagsfeestje was geweest, had nu al de gang naar Muck gemaakt. En steeds weer werden dezelfde vragen ge steld: Heeft u soms een bepaald vermoeden, wie die moord gepleegd kan hebben? Was u er van op de hoogte, waaruit zijn zaken bestonden? Met wie werd Albertz de laatste tijd vaak gezien? Heeft u niet iets verdachts opgemerkt? Steeds hetzelfde, in verschillende bewoordingen. Steeds verdachtmakingen, steeds weer een onderzoekhet viel moeilijk langer te verdragen. En daarbij hield de commissaris hoegenaamd geen reke ning met persoonlijke gevoelens Albertz was nu een maal een goede huisvriend geweest, precies zoals Irm- gard Christensen, Christian Werdohl en Kotter, die nog steeds in het Huis van Bewaring zat. Amthor had in het begin van de avond gepoogd het gezelschap enigszins te kalmeren. Met Termühlen had hij nog eens het geval-Kötter uit-en-te-na besproken en hij was daarbij tot de conclusie gekomen, dat hij ten tweede male een verzoek tot voorlopige invrijheidstel ling moest indienen. De argumenten van de politie waren nauwelijks houdbaar. Alléén uit het feit, dat in zijn bedrijf cyaannatrium werd gebruikt, zou men af kunnen leiden, dat hij mogelijkerwijs de moord had gepleegd. Ik vind het meer dan absurd, zei tenslotte Irene Wittstock, dat men verband legt tussen de moord op Albertz en de dood van Irmgard Christensen. Het rustigste van allen was nog mevrouw Werdohl. Lieve hemel, zei ze, dat laat mij eerlijk gezegd vrij koud. Ik heb de laatste tijd zélf al zó veel moeten doormaken, dat het noodlot van anderen mij nauwelijks meer kan interesseren. Dit klinkt nauurlijk wel hard, maar Ze maakte haar zin niet af. Iedereen zweeg. Het was de eerste keer sedert het overlijden van haar man, dat Dorothea 's avonds haar huis verlaten had. Ze was de afgelopen weken anders geworden, stiller, beschouwen- der van aard. Termühlen trok kalm aan een sigaret. Hij was wat achteraf gaan zitten, zodat hij in alle rust het kleine gezelschap kon beschouwen. Mevrouw Werdohl zat in het half-donker en ondersteunde haar hoofd met de han den. Termühlen moest of hij nu wilde of niet steeds aan het foto-album denken als hij naar haar keek. Ook nu zou er van mevrouw Werdohl een voortreffelijke foto te maken zijn, meende hij. Behalve een paarlen- collier droeg zij geen sieraad op haar donkere rouw kleding. Toch ging er iets fascinerends van haar uit, vooral omdat zij het zwarte haar tot diep in haar nek had gekamd. (Wordt vervolgd). Een knaap zou zelfs achtendertig inbraken hebben gepleegd Negen jongens van omstreeks twintig jaar hebben voor de rechtbank te Rotter dam terecht gestaan, omdat zij „een on telbaar aantal inbraken" gepleegd zouden hebben, zoals de officier van Justitie het uitdrukte. „Voor duizenden guldens hebben ze schade aangericht". Enkelen van hen hadden 20 tot 25 in braken voor hun rekening genomen in Was senaar, Delft, Voorburg en Rotterdam, een zelfs 38. De meesten van hen waren nooit eerder veroordeeld; sommige alleen voor „Joy-riding". De eisen waren tegen de 21-jarige scheepstuigen J. M. S., zijn 20-jarige broer M. S. en de 21-jarige kantoorbediende R. N. ieder drie jaar gevangenisstraf met af trek. Tegen de 22-jarige B. W. van drie jaar jeugdgevangenis; tegen de 22-jarige matroos J. "an G. en de 22-jarige loswerk- man Th. S. tweeënhalf jaar gevangenis straf; tegen de 22-jarige monteur D. ae W. een jaar en negen maanden met aftrek, tegen de 22-jarige matroos A. C. van der G. en de 21-jarige classificeerder C. M. L. anderhalf jaar met aftrek. De advocaten merkten op, dat de jongens niet gestolen hebben om de buit, maar om de zucht naar avontuur. Zjj be toogden dat een lang verblijf in dé ge vangenis hen geen goed zou doen. De uitspraak is op 27 december. De rijksgoeclkcuring voor de bouw van een nieuw RAI-gebouw, dat geprojecteerd was op het Westerscheldeplein te Amster dam, is afgewezen. Geen enkele mogelijk heid bestaat er op dit ogenblik de goed keuring van het rijk voor de bouw te krij gen. Aldus deelde de wethouder voor Publieke Werken van Amsterdam, mr. G. van 't Huil, •tijdens de begrotingsdebatten der Amster damse raad mede. B. en W. van de Hoofdstad kunnen hier mee geen genoegen nemen, vanwege het grote belang dat met de totstandkoming van dit miljoenencomplex voor stad en land is gemoeid. Heden hebben afgevaardigden van de Amsterdamse Kamer van Koophandel, van het RAI-bestuur en van het college van B. en W. nogmaals een bespreking ge had met de minister van Verkeer en Water staat. Op een later tijdstip zal met de mi nister van Economisceh Zaken over deze materie van gedachten worden gewisseld. Hoewel ook de financiën op dit ogenblik zorgen bai-en, zullen B. en W. blijven aan dringen op de rijksgoedkeuring, opdat de voorbereidingen doorgang kunnen vinden. Wegens het onbevoegd uitoefenen van de geneeskunde heeft de Amsterdamse recht bank een bekende paragnost-magnetiseur uit de hoofdstad, de 47-jarige A. A. H., in hoger beroep tot acht weken voorwaarde lijke hechtenis met een proeftijd van twee jaar, alsmede een geldboete van duizend gulden veroordeeld. Veertien dagen geleden had de officier bevestiging van het vonnis van de kanton rechter, acht weken onvoorwaardelijk, ge- eist. Beklaagde's verdediger sprak er bij die gelegenheid zijn bevreemding over uit, dat juist zijn cliënt die algemeen als een bonafide magnetiseur geldt steeds weer door de politie „gezocht" wordt, terwijl andere, veel duisterder figuren onder de zo genaamde paragnosten, aldus de raadsman, ongemoeid gelaten worden. Al tweemaal eerder zijn H. geldboeten opgelegd wegens het onbevoegd uitoefenen der geneeskunde. Hij zette echter zijn (drukke) praktijk voort, omdat hij er naar eer en geweten van overtuigd is, dat dui zenden bij zijn behandeling baat gevonden hebben, zoals hij voor de rechtbank ver klaarde. De laatste tijd had deze paragnost drup pels voorgeschreven en flesjes medicijnen verkocht. Een politiedeskundige verklaarde na onderzoek, dat de stoffen, op de etiket ten vermeld, niet in die medicijnen aan wezig waren, of zodanig verdund, dat hun aanwezigheid niet aangetoond kon worden. (Verkort weergegeven) Krupp. In de hoop dat er meer in hun pen zullen kruipen om mevrouw L. K.-J. te bedanken voor het welkomstwoord aan Krupp, wil ik hiermee mijn volle in stemming betuigen. Afgezien nog van het natuurlijk allerbe- la i/grijkste feit, dat we hier een vijand binnen onze grenzen zouden toestaan de at mosfeer te verontreinigen, is daar dan weer eens het probleem van onze recreatie. Het handjevol natuurvrienden onder ons? Belachelijk om daarmee rekening te hou den. Was het niet minister Staf, die ons onze adoratie voor „bloempjes en gras sprietjes" verweet? M. v. H.—S.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1956 | | pagina 6