Getracht whisky met etikettes van Engelse firma in handel te brengen „Krachten vooral richten op voorkoming van misdaad" Haarlems Dagblad Prof. mr. J. M. van Bemmelen: Aanmeldingsformulier Pianoleerlingen van Roel Riphagen Kerkconcert te Bloemendaal Orgel en mannenzang in Kloppersingelkerk Nijhoffs „De Ster van Bethlehem Aerdenhouts Vrouwenkoor zong in ridderzaal Roeiboot overvaren Nieuwjaarstentoonstelling „Bloemlust" te Lisse Opvoering in Heemstede „Regering dient Zuid- Molukken te erkennen" Niet op verkeer gelet en door bus aangereden Oudgediende voor de klas Politieschietwedstrijden op circuit U w u AO 2 DEUiiiVlBKR 19 5 6 HAARLEM5» UAU15LAU urKJbUMlli MAAKLEMSUHE CUUKAN l Ter gelegenheid van het veertigjarig be staan van de Reclasseringsraad te Haar lem is woensdagavond in de Kroonzaal van Brinkmann een bijeenkomst gehouden, waarop prof. mr. J. M. van Bemmelen, hoogleraar te Leiden, heeft gesproken over verleden, heden en toekomst van de reclas sering. De voorzitter mr. Th. F. Raedt heette onder meer welkom de commissaris der Koningin in de provincie Noordholland, dr. M. J. Prinsen, de burgemeesters van Bloe- mendaal, Haarlemmerliede en Spaarn- woude en Haarlemmermeer, de procureur- generaal bij het gerechtshof te Amsterdam, mr. A. A. L. F. van Dullemen, de president van de Haarlemse rechtbank, mr. A. M. baron van Tuyll van Serooskerken, enkele hoofdambtenaren van het departement van Justitie, verder mr. M. L. D. van Walsum, die de Reclasseringsraad van Almelo ver tegenwoordigde, de heer H. Ploeg uit Utrecht, die tot de oprichters van de Haar lemse raad behoorde en dokter P. J. K. J. Tervooren, die kort na de oprichting lid is geworden van de raad. Mr. Raedt gaf een schets van het gevan geniswezen en de reclassering in vorige eeuwen en deed mededelingen van het werk van de Reclasseringsraad te Haarlem in de afgelopen veertig jaar. In het bijzonder herdacht hij het werk van mr. J. N. J. E. Heerkens Thijssen, die van 1916 tot 1944 voorzitter is geweest en van de heer W. P. J. Overmeer, die van 1916 tot 1936 secretaris en daarna tot 1945 lid is geweest. Beiden hebben veel voor de reclassering en voor de mensheid gedaan. Nieuw startpunt „Ieder doel dat de mens bereikt vormt een nieuw startpunt en de som van al onze dagen is altijd weer een begin", aldus eindigt Lewis Mumford zijn boek over de verschillende verschijningsvormen van de mens. (The Transformations of Man). Dit geldt in sterke mate voor de reclassering zeide prof. mr. Van Bemmelen. In de eer ste plaats is zij er voortdurend op uit mensen een „nieuwe verschijningsvorm" te geven, mensen te transformeren, maar daarbij kiest zij ook zelf telkens weer een andere methode en andere hulpmiddelen. Indien zij dit niet zou doen, zou dat de geestelijke dood betekenen van de reclas sering, evenals het voor iedere mens, maar ook voor iedere staat, vereniging of orga nisatie het einde betekent, wanneer zij menen hun doel bereikt te hebben en niet naar nieuwe doeleinden en werkmethoden omzien. Aan het eind van de vorige eeuw is de gehele reclassering reeds bijna een keer deze verstikkingsdood gestorven, toen zij zich namelijk beperkte tot materiële hulpverlening, de zogenaamde schoenen en klompenreclassering. Gelukkig leverde in 1905 het kinder recht een nieuw startpunt, aldus vervolgde spreker. De geschiedenis van de reclas sering is slechts te begrijpen tegen de achtergrond van de gehele sociale en cul turele ontwikkeling. Daar deze in de twee de helft van de negentiende en ook in de twintigste eeuw leidde tot een steeds ver der gaande vereenzaming van het individu, zoals o.a. door Sombart is beschreven, heb ben de reclasseringsverenigingen begrepen, dat zij hun aandacht vooral moesten rich ten op de bestrijding van deze vereen zaming. Zij waren er derhalve niet meer op uit om iemand alleen materieel te hel pen, ook niet alleen om iemand zedelijk te verbeteren door hem te wijzen op de kracht die er kan uitgaan van godsdienstige voor schriften, gesprekken of overpeinzingen, ja zelfs niet alleen om hem zedelijk te ver beteren door hem te bezoeken in de ge vangenis. De reclassering ging begrijpen, dat deze mensen, die tot misdrijf vervallen waren, in de eerste plaats ergens een ander nodig hadden, waaraan zij een hou-vast hadden, die naast hen wilde staan in hun moeilijkheden, die voor hun een vriend wilde zijn, en die hen zag als medeburgers, zij het dan ook als medeburgers, die tot dat burgerschap nog geheel of gedeeltelijk moesten worden opgevoed. Men sprak van „Citizens in the making". Daarbij zag men dan wel eens over het hoofd dat ook deze steun, die dan gewoon lijk bestond in hulp bij het zoeken naar werk, evenmin voldoende was als het hou- Tot de gasten op de bijeenkomst van de Reclasseringsraad te Haarlem be hoorden de Commissaris der Koningin in de provincie Noordholland, dr. M. J. Prinsen (midden) en de procureur- generaal bij het gerechtshof te Amster dam. mr. A. A. L. F. van Dullemen Rechts mr. Th. F. Raedt, voorzitter van de jubilerende raad. den van zedelijke vertogen, het samenlezen van de bijbel, het onderwijzen, het ver lenen van materiële steun. Van case-work had men nog niet gehoord. Onbekend was nog het beginsel dat men een ander mens alleen kan helpen door hem terug te wer pen op zijn eigen verantwoordelijkheid en hem vooral te helpen, door hem de ge legenheid te geven zijn moeilijkheden te bespreken en ze hem dan zoveel mogelijk zelf te laten oplossen met de hem gegeven krachten. Het is trouwens nog altijd een open vraag in hoever de reclassering met dat beginsel kan volstaan in het bijzonder in het geval van voorwaardelijke veroor deling, aldus prof. Van Bemmelen. Toch dringt deze methode steeds meer door. In 1917 kreeg de reclassering een tweede nieuw startpunt door de voorwaardelijke veroordeling en de daarbij behorende voor lichting van de rechter. Voorlopig lokte de rechter en het Openbaar Ministerie deze voorlichting echter alleen uit in gevallen, die daarvoor geschikt leken. Door de in voering van de psychopathenwetten in 1928 ontstond echter de noodzakelijkheid om ook over minder hoopgevende gevallen voorlichting in te winnen van psychiater en sociale werker (reclasseringsambtenaar). De reclassering maakte op die wijze in de eerste honderdvijfentwintig jaar van haar bestaan een aantal transformaties door. Oorspronkelijk was ze een op religieus- indeterministische basis opgebouwd stre ven tot zedelijke verbetering. Aan het eind van de negentiende eeuw werd zij een materialistische steunver lening en in het begin van de twintigste eeuw werd zij een op wetenschappelijke deterministische basis gegrondveste voor lichting van de rechter omtrent de toe komstmogelijkheden van de delinquent en een op diezelfde basis gefundeerde hulp en steunverlening, waarbij aansluiting ge zocht werd bij de mogelijkheden die de delinquent bood. Tevens richtte het streven zich op de „misdaadvoorkoming" in het algemeen, maar daarmede is men reeds aangeland bij de toekomst van de reclas sering. T oekomst Meer en meer zal deze zich niet slechts moeten richten op de preventie van mis daad, door niet slechts het individu te behandelen, maar gehele gezinnen en groe pen. Daarnaast behoudt natuurlijk de voor lichting over en de behandeling van het individu grote betekenis. Wij zullen op den duur de misdaad niet effectief voorkomen, wanneer wij de oorzaken van misdaad niet aanpakken. Dat kan alleen geschieden door veranderingen in de maatschappij en door het vermijden van fouten in de opvoeding van het kind in de vroege jeugd. Ook de reclassering heeft daarbij een taak, de regeringen eveneens, onder andere door meer dan tot dusver het gevangeniswezen, de psychopathenzorg, de reclassering en de kinderbescherming onder een eenhoofdige leiding te brengen en zijn krachten niet uitsluitend te richten op bestraffingen, re classering van kinderen en mensen die reeds tot misdaad vervallen zijn, maar ook en vooral op de voorkoming van misdaad. Hiervoor is meer een uitgebreide weten schappelijke bestudering van de oorzaken van misdaad noodzakelijk, een taak waarbij de universiteiten nog veel meer dan tot op heden het geval is, moeten worden inge- schakeld Nadat prof. Van Bemmelen een aantal vragen had beantwoord, sprak mr. Raedt woorden van dank tot de spreker. Postduiven in Krelagehuis Het rayon Zuid van de afdeling Haarlem van de Algemene Nederlandse Bond van Postduivenhouders houdt zondag 23 decem ber in het Krelagehuis te Haarlem een ten toonstelling van een groot aantal prachtige duiven en doffers. Des avonds heeft de prijsuitreiking plaats. Ondergetekende: Naam: Straat: Plaats: wenst zich met Ingang van te abonneren op OPRECHTE HAARLEMSCHE COURANT f 7.15 per kwartaal// 0.55 per week Handtekening: Doorhalen wat niet verlangd wordt. ZH die zich met ingang van 1 Januari 1957 per kwartaal abonneren, ontvangen de nummers tot en met 31 december 1956 gratis. Dit geldt alleen voor nieuwe kwartaalabonné's dus niet voor omzetting van week- in kwartaalabonnementen De werken, die pianoleerlingen van Roel Riphagen voor de woensdag in de muziek school van „Toonkunst" gegeven uitvoe ring hadden ingestudeerd, vormden een aantrekkelijk programma van klassieke, romantische en moderne muziek. De klas sieke idealen kwamen in het eerste deel van een Sonate in D van Jos. Playdn en in het tweede en derde deel van het Concert in C (K.V. 467) van W. A. Mozart tot uit drukking. De romantiek was door de Fan tasie opus 16 van Felix Mendelssohn, door twee Mazurka's en een Prelude van Fréde- ric Chopin en verder door twee Intermezzi van Johannes Brahms vertegenwoordigd. Als muziek, die in nieuwere tijden ont stond, waren „Mouvements perpétuels" van Francis Poulenc, drie delen uit „Childrens Corner" van Claude Debussy en Charmes van Federico -Mompou gekozen. De vertolkingen hebben er over het al gemeen toe geleid, dat aan al deze muziek indrukken werden gegeven, die het speci fieke karakter der composities gunstig deden uitkomen, nog wel onder de uit voeringsspanning, die toch altijd een tegenwerkende invloed laat gelden. Er wa ren voordrachten te horen, die van een goede grondslag getuigden, zoals die van het sonatedeel van Haydn, de fantasie van Mendelssohn en de werken van Chopin en voor de muziek van Poulenc kon een reeds bewust geworden persoonlijke muzikali teit toegepast worden. Bij het spelen van de concertfragmenten van Mozart was het de veroverde techniek, die speciaal de aan dacht trok en zo waren er meer voor drachten, waarover de leraar Roel Rip hagen tevreden kon zijn als het resultaat van zijn muzikaal-pedagogische arbeid, die ook de toehoorders ruime voldoening gaven. P. Zwaanswijk Het eerste concert van Aerdenhouts Vrouwenkoor onder leiding van zijn nieuwe dirigent Simon C. Jansen had woensdag avond onder grote belangstelling in de met kaarsen verlichtte ridderzaal van het Haar lemse Stadhuis plaats. De vertolking van de eenvoudige kerstcantate van Vincent Lübeck liet merken dat de bezetting van het ensemble er niet op achteruit is gegaan, al moesten wij toch even het moment af wachten waarop, na een al te forse inzet, een evenwicht van de stemmen tot stand kwam, waarop de kwaliteiten van klank gehalte en samenzang konden blijken. Op vallend was het solistische aandeel van een bijzonder fraai getimbreerde mezzo-so praan uit het koor. De cantate werd uitge voerd met begeleiding van strijktrio en piano. Het hoofdnummer van het concert was de kerstrapsodie van Benjamin Britten „A ceremony of carols" voor driestemmig koor en harp. Het is een suite van parafrasen op oude kerstzangen, ingeleid en ook be sloten door de gregoriaanse antifoon „Ho- die Christus natus est" (Heden is Christus geboren) als een processionaal gezang bij het opkomen en vertrekken van de uit voerders, alsof het geheel een liturgische handeling zou zijn. Bovendien wordt in de loop van de suite het zingen afgewisseld door een tussenspel voor harp, als een im provisatie op hetzelfde gregoriaanse thema. De liedbewerkingen zijn zeer verscheiden van vorm en zelfs van karakter, want naast ingetogen zangen wordt de typisch Engelse carol, die de uitbundige feestvreug de van de Britse kerstviering suggereert, als cantrastwerking aangewend. De origi nele melodieën blijven in Brittens bewer kingen steeds domineren, zelfs wanneer hij een motief contrapuntisch doorwerkt, re sulterend in een tweestemmige en later in een driestemmige canon. De uitvoering van het eigenaardige werk verliep vlot en trefzeker. Alleen de anti foon aan begin en slot miste het lenige zwevende ritme, dat men daar mocht ver wachten. Hieraan heeft echter ook de com ponist schuld, door het gregoriaans te no teren in modern notenschrift, wat tenslotte een compromis is ten dienste van hen die in de oude notatie niet thuis zijn. Het opge wekte „This little Babe", het geestdriftige „Deo gratias" en het zacht uitlopend slot maakten bijzonder veel indruk. Dé harpiste Saar Strumphler illustreerde met verzorgd en technisch zeer beheerst spel het in teressante werk. Van Britten naar Mendelssohn is een hele stap terug naar de geijkte formules van het klassieke romantisme Maar dankbaar voor de stemmen bleek het „Laudate pueri" van de Duitse meester ongetwijfeld.. Tenslotte heeft het koor ook nog drie oud-Neder landse kerstliederen in bewerkingen van Albert de Klerk gezongen. De reine inge togen sfeer die bereikt werd in „Het viel een hemels dauwe" was, geloof ik, wel het hoogtepunt van wat deze avond qua samen zang bereikt werd. Maar dat was dan ook bijzonder mooi. Aan het concert werd meegewerkt door het Trio Hesmerg: Ans Bouter, piano, Jan Hesmerg, viool en Eduard Biele, cello. Met het eerste Trio van Haydn en Opus 49 (d) van Mendelssohn handhaafde dit bekende ensemble glansrijk zijn reputatie. Aerdenhouts Vrouwenkoor heeft met dit concert de nieuwe fase van zijn bestaan beloftenrijk ingezet. Jos. de Klerk Heemstedenaar vrijgesproken van dood door schuld De Haarlemse rechtbank heeft een een- endertigjarige schipper, die zich veertien dagen geleden te verantwoorden heeft ge had wegens het veroorzaken van dood door schuld, en het niet verlenen van hulp betoon, vrijgesproken, omdat zij het ten- lastegelegde niet bewezen achtte. Op woensdagmiddag 27 juni hadden drie jongens uit Amsterdam in Halfweg een roeiboot gehuurd en waren gaan varen op de Ringvaart. De Heemstedenaar passeer de met zijn boot en de roeiboot is overva ren. De drie jongens raakten te water en een twaalfjarige is verdronken. Verdachte deelde mee, dat hij niet heeft gezien, dat er een roeiboot in de Ringvaart voer. La ter kon hij zich wel herinneren, dat er iets tegen zijn boot was gekomen, maar hij meende dat het een stuk hout was. Hem was ook ten laste gelegd, dat hij geen hulp verleend heeft. De Heemstedenaar merkte op niet gehoord te hebben, dat er om hulp geroepen is. Later zag hij wel dat er wat gebeurd was, maar toen was hij zo van streek, dat hij niet in staat was hulp te verlenen. De boot is honderd meter voorbij de plaats van overvaring op de wal gelopen, vermoedelijk doordat de schip per onbewust de motor heeft afgezet. Als op zovele concerten in deze tijd werd er ook op het kerkconcert, dat gisteravond door de christelijke muziekvereniging „Sursum" in de Nederlands Hervormde Kerk te Bloemendaal ten bate van het orgelfonds werd gegeven, muziek ten ge hore gebracht, die de gedachten der toe hoorders richtte op het naderend Kerst feest. „Cantique de Noël" van Adams en de fantasie over „Stille Nacht" bewerkten een directe associatie daarmee, andere werken als de parafrase „Boven de ster ren" en „The holy City" of het fragment uit „Alcina" van G. F. Handel en de fanta sie over „Veilig in Jezus armen" zorgden voor een accentuering van de religieuze zin van de avond. Dit kon evenzeer gezegd worden van de „absolute" muziek, die ver vat was in een paar orgelwerken en com posities voor viool en altviool, omdat deze een puur en nobel karakter had. Het korps, dat vroeger gedirigeerd werd door de heer J. A. Meng. wordt thans door de heer C. Fijma geleid. Blijkens de uitvoe ringen streeft deze dirigent naar even wichtige vertolkingen met beheerste toon- vorming en met een rustige ontwikkeling. Dit beginsel kon goed dienstbaar gemaakt worden aan het spelen van de gekozen muziek. Uiteraard kreeg men hierdoor wel een eenzijdige indruk van de capaciteiten van het korps. Maar deze konden althans met de uitgevoerde composities een resul taat bewerken, dat tot ruime tevredenheid stemde. De samenklank van het korps viel te loven en ook voor wat de solisten van „Sursum" presteerden kon men respect hebben. Ik denk met voldoening terug aan de uitvoering van het „Andante" van G. Batiste en van „Verdi prati" uit „Alcina" van Handel, muziek, die schijnbaar een voudig is te spelen, maar die in werke lijkheid zware eisen stelt ten aanzien van zuiverheid, toonstabiliteit en klankafwe ging. Als solisten werkten aan dit concert mede de violiste Lida Langerveld en de altviolist Joop Halsema, die het Duo voor viool en altviool (K.V. 423) van W. A. Mozart en de Sonate in D voor viool, alt viool en orgel van Jean Marie Leclair tot uitvoering brachten, waarbij zij voor laatstgenoemd werk door de organist Piet Halsema begeleid werden. De muzikale bewogenheid van de violiste en die van de altviolist liepen nogal uiteen. Lida Langerveld speelde met een magyaars temperament en Joop Halsema met een ingetogener uitdrukkingskracht, hetgeen mij voor de uitgevoerde muziek wel zo gunstig voorkwam. Ik had beide solisten liever afzonderlijk gehoord. Piet Halsema combineerde met bekwame hand de strak ke orgelklank met het snarenspel. En als solist gaf deze organist nog uitstekende indrukken van ziin instrumentale be kwaamheid bij de vertolking van een Musette van Dendrieu, een Pavane van Bird en de Ciacona in d van Johann Pachelbel. P. Zwaanswijk Evenals verleden jaar werd ook thans in de gereformeerde kerk aan de Klopper singel een kerstconcert gegeven door de gecombineerde Haarlemse en Katwijkse Christelijke Mannenkoren, in samenwer king met het meisjeskoor „Jubilate" uit Den Haag dit keer. Bovendien werkte als begeleider en solist aan deze avond mee de stadsorganist Piet Kee. Afgezien van een korte „Cantate Domi no" van Hans Leo Hassler (eerste helft zestiende eeuw) bestond het aandeel van de beide mannenkoren uit een aantal lied bewerkingen, waaronder drie van de hand van de dirigent Bernard Verboom. Deze betrekkelijk eenvoudige zettingen bieden de zangers een dankbare aanleiding tot het tonen van de verzadigde sonoriteit, die de mannenzang kenmerkt. Zeer effectrijk was in „O, Heil'ge Nacht" de afwisseling van het meisjeskoor voor de coupletten en het „tutti" voor de refreinen. „Jubilate" liet zich zelfstandig horen in een „Benedictus" van Mozart, een annunciatiemotet van Purcell, een tweetal kerstliedbewerkingen en een fragment uit de kerstcantate van Cath. van Rennes. Over het algemeen werd er zeer zuiver gezongen en bleek de diri gent een uit de sfeer van het lied en de muzikale gang voortkomende nuancering te verkiezen boven de expressieve kunstjes van dubieus allooi, die men in de mannen zang nogal eens tegenkomt. Een belangrijk aandeel in dit program ma had Piet Kee als organist. Reeds in werken van Zipoli, Paquin, Bach en Mo zart toonde hij opnieuw te beschikken over een welsprekende voordracht ene n kleur rijke, doch beheerste keuze van de re gisters. (Wel vind ik persoonlijk een her haling van beide onderdelen in het allegro uit Mozart's fantasie in f wat veel), zijn grootste troeven speelde hij echter uit als improvisator in een tweedelige fantasie over kerstliederen. In het eerste deel werd het lied „Hoe zal ik U ontvangen" dat eerder op de avond gezongen was regel voor regel gebracht met telkens een om speling van iedere fase. Na dit betrekke lijk eenvoudige preludium zette de orga nist het lied „Engelkens door het lucht ruim zweven" (eveneens reeds vocaal ten gehore gebracht) in de fluitstemmen in, gevolgd door een omspeling met lopende tweeëndertigsten, waardoorheen één enkele lange pedaaltoon als het ware de mistige hoornklank van het midwinterblazen sug gereerde. Een verwerking van het kop- motief van dit lied vormde de brug naar het Duitse kerstlied „O du Heilige", de vreugderijke verwondering van de herders aan de kribbe verklankend, waarvan de regels werden afgewisseld met de „engelen- stemmen" van het eerste lied in de dissant. Een fugatische verwerking van de eerste twee regels van het tweede lied leidde tot een, thans aaneensluitende, versie als apo theose van deze zinrijke en fantasierijke improvisatie. Sas Bunge Voor het eerst zal dit jaar niet de gebrui kelijke kersttentoonstelling van bloeiende bolbloemen in de Bloemlusthal te Lisse worden gehouden. Het wordt thans een nieuwjaarstentoon stelling en het aanzien der tentoonstelling zal daaronder zeker niet lijden, aangezien de kansen te groter zijn, dat men met een groot en kwalitatief uitstekend sortiment voor de dag kan komen. Deze tentoonstelling zal worden geopend op dinsdag 8 januari en geopend blijven tot en met zaterdag 12 januari 1957. Aan de tentoonstelling is een mechanisa- tie-show verbonden die in de aangrenzen de H.B.G.-hal te Lisse wordt gehouden. Mr. Chr. F. M. van Koppen, die namens een Duitser uit Wiedensbrück optreedt, heeft naar aanleiding van een in juni bij de Haarlemse rechtbank aanhangig ge maakte procedure van de whiskyfirma James Buchanan en Co Ltd te Glasgow en Londen, die het merk „Black and White" voert, een nieuwe procedure aanhangig ge maakt, waarbij de rechtbank gevraagd wordt te gelasten een andere Duitser in vrijwaring op te roepen. Hierover zullen op 30 januari pleidooien worden gehouden. Het proces van de En gelse firma, dat door mr. Rueb uit Den Haa in juni aanhangig is gemaakt, gaat over het vorderen van een schadeloosstelling van tachtigduizend gulden en het betalen van een dwangsom. Deze zaak is reeds van het begin van dit jaar aan de gang. Twaalf advocaten hebben in binnen- en buitenland (Zwitserland, België en Nederland) procedures gevoerd en in april j.l. was de zaak reeds voor een belangrijk deel afgedaan. Toen is in de drie landen op honderdduizend flessen, cap sules en flessluitingen beslag gelegd. Later is dan de civiele procedure gevolgd. Een bottelier uit Beverwijk kwam in het begin van het jaar tot de ontdekking, dat flessen, voorzen van etiketten van de fabriek uit Glasgow whisky bevatte van andere kwaliteit. Uit een onderzoek bleek, dat twee Duitsers, afkomstig uit Wiedens brück, grote hoeveelheden whisky naar Beverwijk stuurden. Daar werd de drank in flessen, voorzien van etiketten van het be drijf uit Glasgow, gebotteld en ook werden Onder auspiciën van het Bijzonder Ker- kewerk van de Hei-vormde Gemeente te Heemstede is woensdagavond in het Miner- va-theater een opvoering gegeven van „De ster van Bethlehem" door een groep leken- spelers onder regie van Wim Pauw. Deze opvoering die over de televisie werd uitgezonden belooft een traditie te wor den, een zeer zinrijke en verheugenswaar- riige traditie, welke men alleen al om haar inhoud zou kunnen toejuichen. De zuiver heid van Nijhoffs dramatische cyclus „Het heilig hout", waarvan „De ster van Beth lehem" de inzet vormt, is niet slechts naar de vorm. De eenvoudige versstructuur volgt wezenlijk uit het gegeven, dat hij dramatisch gestalte verleent: een bespiege ling van de betekenis van Christus bood schap voor de wereld, Zijn menswording, leven en lijden, dat de mens heeft vrijge kocht, opdat een nieuwe mens het eeuwig leven zou verwerven. Nijhoff ontvouwt zijn gedaheten daarover in wat men een medi tatie zou mogen noemen, want overwegend is in zijn spel een voortdurende bezinning op de verhouding van Christus tot de mens. Die bezinning wordt gepersonificeerd in een aantal figuren, wier aandeel aan de handeling maar betrekkelijk is: vrouwen uit Bethlehem, herders in het veld. Directer in de dramatische actie opgenomen is Eva, in wie wij de wereld ontmoeten, hakend naar bevrijding. En dan voltrekt zich ver der het kerstgebeuren zoals het is overge leverd met de ons vertrouwde verschijnin gen van Maria en Jozef, de koningen, He rodes. Een onzichtbaar koor leidt het spel in en sluit het af. De toeschouwers zelf vormen dat koor, daarmee getuigenis af leggend van hun elementaire verbonden heid met wat zich voor hen afspeelt, hun zang als een wekroep der herinnering en een belijdenis van hun geloof. De groep lekenspelers, die Nijhoffs spel opvoerde, hulde zich in anonimiteit. Om hun persoonlijke spelprestaties ging het niet meer: zij getuigden. Zij deden dat met alle overgave der vroomheid. Hun gestel tenis moest de onze worden en zo hebben wij de opvoering meebeleefd in een per soonlijke verhouding tot het wonder van Kerstmis en één wordend met allen, die er zich in verheugen. De zorg aan het decor, de costuums en regie besteed, ging ook op in die overgave van de enkeling aan het geheel, van de mens aan de goedheid van het Kind, van de christen aan Christus. De toneelwaarde liet zich niet meer afzon deren van de waarde der belijdenis. Het werd een rijke avond voor wie behoorden tot de toeschouwers in de zaal evenzeer als voor de spelers op het toneel. In eenvoud des harten vonden zij de weg naar de kribbe. Maar ook in de eenvoud van Nij hoffs ontroering, die zó glans en kleur kreeg, zó bevruchtend werkte op de ver beelding, zó het Kind bezong in een voor ieder verstaanbare taal. Wie dit alles ook wil meebeleven: van avond wordt de opvoering in het Minerva- theater herhaald. P. W. Franse de flessen naar België, Zwitserland en Nederlandse firma's gezonden. De Nederlandse bottelier zocht contact met de directie in Glasgow en een onder zoek werd ingesteld, waarbij aan het licht kwam, dat in Beverwijk gebotteld werd. Ook kwam men tot de ontdekking, dat er in Amsterdam, Zwitserland en België fles sen e.d. aanwezig waren en dat 't de be doeling was daarheen whisky te zenden, om de flessen onder de naam van „Black and White" in de handel te brengen. Dit is echter niet gelukt, omdat in ons land en in het buitenland beslag is gelegd. Atnb on-avo nd Grote spandoeken nr~t opschriften als „Ambon moet vrij" en „Ambon komt vrij" tooiden woensdagavond één der zalen van hotel „De Leeuwerik" te Haarlem, tijdens een Ambon-avond, die werd gehouden door de afdeling Haarlem en omstreken van de stichting „Door de eeuwen trouw". Op deze bijeenkomst sprak de heer F. Aponno, oud-voorzitter van de Ambonese militaire delegatie voor de belangen van ex-KNIL-militairen, over de achtergronden van de moeilijkheden in de kampen. De heer Aponno, die op bewogen en soms verbitterde toon sprak, schetste de achtergrond van de ontwikkeling voor de Ambonese KNIL-militairen, die na de oor log naar Nederland kwamen en daar door de Nederlandse regering werden ontslagen uit de krijgsdienst. Het ambtenarengerecht in Den Haag heeft destijds dit ontslag on rechtmatig genoemd, maar in hoger beroep werd de regering door de Centrale Raad van Beroep in Utrecht in het gelijk gesteld. Daarmee werden de Ambonezen met hun families, volgens de heer Aponno, een groep mensen zonder status of rechtsposi tie en gedegradeerd tot armlastigen. „Wij zijn geen politici, maar eisen slechts recht", meende de heer Aponno, die vervolgens een parallel trok met de toestand in Hon garije. Hij was van mening, dat Ambon zes jaar geleden een zelfde onrecht was gedaan, als nu ten opzichte van het Hon gaarse volk geschiedde, en dat de Neder land--' positie in Indonesië gehandhaafd wordt op de ruggen van de Ambonezen. De spanning, waarin de Ambonezen in Neder land leven kan gemakkelijk leiden tot ex cessen". Dit is de naakte waarheid over het leven in de kampen", riep hij uit. „On danks de sociale voorzieningen van de Ne derlandse regering kan men ons niet van het denkbeeld verlossen, dat wij lastpos ten zijn". De heer Aponno besloot zijn toespraak met de woorden: „De regering kan ons het beste helpen door de republiek der Zuid- Molukken te erkennen. Dan is recht ge daan". Na de pauze sprak mevrouw L. S. Lokol- lo, echtgenote van „de gevolmachtigd mi nister der Republiek Zuid-Molukken" over de gevechten op Ceram, die naar zij mee deelde nog steeds gevoerd worden tussen de geregelde troepen van de republiek In donesië en modern bewapende Ambonezen met de steun van Alfoeren, die slechts met pijl en boog gewapend zijn. „De republiek Indonesië zendt nog steeds nieuwe troepen naar Ceram. Wij zijn hier dankbaar voor, want daardoor krijgen wij wapens". Aan wapens was geen, aan medicamenten wel gebrek op Ceram. Om hierin te voorzien wordt een kerstactie voorbereid. „Als u geld geeft, zorgen wij wel, dat er medicamenten op Ceram komen", zei spreekster, die haar toespraak besloot met het uitspreken van de overtuiging, dat Ambon eens vrij zal komen. De bijeenkomst werd geopend en ge sloten door de voorzitter van de afdeling Haarlem van „Door de eeuwen trouw", mr. A. Boers en werd opgeluisterd met muziek van de Zuid-Molukken, die werd uitgevoerd door het orkestje „Suara Leli- sa". Een zesentachtigjarige voetganger uit Lisse stak woensdag zonder op het verkeer te letten ter hoogte van de Veldhorststraat in Lisse de Heereweg over. De chauffeur van een naderende autobus der NZHVM trachtte, door hevig te remmen en naar links uit te wijken een aanrijding te voor komen. De rechterkant van de bus raakte de voet ganger, die hierdoor tegen het wegdek werd gesmakt. Met een gebroken linker bovenarm is het slachtoffer naar een zieken huis in Leiden vervoerd. Afscheid. Op 1 januari zal de acteur Louis Borel, verbonden aan het Nieuw Ne derlands toneelgezelschap, met wederzijds goedvinden deze toneelgroep verlaten. Tachtig jaar is mevrouw Catherine Voeffray en nog steeds staat zij voor de klas, tegenwoordig in het Zwitserse plaatsje La Crettaz, waar zij tegelijk oma voor de kleintjes is. Mevrouw Voeffray staat al 63 jaar voor allerlei klassen in die buurt. Zij begon haar loopbaan in 1894Toen verdiende zij veertig gulden per maand. De tijden zijn wel veranderd maar zij is jong van hart gebleven omdat, zo zegt zij, steeds met de jeugd omgaat. De foto toont „de juffrouw" voor de klas. Zaterdagmiddag 22 december zullen op de politieschietbanen binnen het circuit in Zandvoort de jaarlijkse schietwedstrijden tussen de Zandvoortse politie en leden van de Nationale Reserve, afdeling Zandvoort worden gehouden. Negen schutters zullen van beide groepen deelnemen. Een grote wisselbeker en vele fraaie prijzen, die na afloop in paviljoen „De Vijverhut" zullen worden uitgereikt, zijn beschikbaar gesteld.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1956 | | pagina 19