Bestuur van Produktschap voor
Siergewassen verdedigt beleid
Gevangenisstraf en ontzeggingen
geëist voor „rijden onder invloed"
Tweede Kamer kant zich tegen
verhoging luisterbijdrage
in uw woning
Critiek op de verdeling van de
politieke zendtijd
Minimum-exportprijzen
Bezwaren tegen ter visielegging
ute£ Mie/r, biüd'cfiUAhc/e/f!
7
Begrafenis W. H. Lieve
Burgemeester van Urk
ontslagen
Giro's 999 en 777
Kerkelijk Nieuws
Parlementair commentaar
Hongarije kreeg nieuw
politiestaat-decreet
HAARLEMSE RECHTBANK
MODERN BANKSTEL KLASSIEKE ZITKAMER
735.-
1040.-
WONINGINRICHTING
BEVERWIJK
VRIJDAG 21 DECEMBER 1956
Van onze Kamerverslaggever)
De Tweede Kamer heeft gisteren bij de voortgezette behandeling van de begroting
van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen allerlei radio-aangelegenheden besproken.
Er bleek een algemene tegenstand te bestaan tegen de aangekondigde verhoging van
de luisterbijdrage van f 12 tot f 15. De verhoging zou niet nodig zijn als de Wereld
omroep niet uit de luisterbijdragen wordt gefinancierd. Dat moet gebeuren uit de
staatskas, zeiden alle sprekers. Volgens ds. Van der Zaal (AR) is de Wereldomroep
krachtens geboorte een staatsomroep, die in het nest is gelegd van de particuliere om
roepverenigingen.
„De P.v.d.A. en de K.V.P. beheersen de
politiek in de radio. De minister moet zich
eens indenken in de plaats van een lid van
de C.H. of de V.V.D., die in de radio wordt
bestempeld als een min mannetje en niets
terug kan zeggen. Waar is de democratie in
de radio", vroeg jkvr. Wttewaal van
Stoetwegen (C.H.). „In een democra
tisch bestel is het diep beschamend, dat
alleen de P.v.d.A. en de K.V.P. door de
radio staatkundige voorlichting kunnen
geven", betoogde mevrouw F o r t a n i e r
De Wit (V.V.D.). „Er is geen eerlijke en
sportieve verkiezingsstrijd meer mogelijk.
Als de kleine partijen in de radio moeten
zwijgen is het voor de grote partijen een
koud kunstje om de verkiezingen te win
nen, maar ook een kunstje waar men in
een democratisch land koud van wordt".
Mevrouw Fortanier zei voorts dat bij de
verdeling van de kostbare zendtijd de ver
delende rechtvaardigheid zoek is. Hier is
het grondrecht van de vrije meningsuiting
in het geding. De P.v.d.A. en de K.V.P.
hebben door hun samenspel met de
V.A.R.A. en de K.R.O. onbeperkte moge
lijkheid tot politieke voorlichting. Reeds
tien jaren lang is de staatkundige voorlich
ting in de radio rooms-rood gekleurd. Van
de vijf omroepverenigingen zijn er drie
gebaseerd op een geloofsovertuiging, één
is algemeen. De V.A.R.A. heeft een poli
tieke basis. Dat de V.A.R.A. op de 70ste
verjaardag van prof. Oud vijf minuten
zendtijd beschikbaar heeft gesteld voor de
V.V.D. is een charmant gebaar, dat ge
waardeerd werd. Maar dat gebaar tekent
de toestand. Een democratisch staatsbestel
is niet mogelijk zonder alzijdige staatkun
dige voorlichting. Het recht van de vrije
meningsuiting moet in de omroep geen
voorrecht zijn van uitsluitend de P.v.d.A.
en de K.V.P.
Op een interruptie van de heer Van
Sleen (P.v.d.A.) antwoordde mevrouw
Fortanie rD e W i t (V.V.D.)„U hebt
de verkiezingen gewonnen, maar niet met
sportieve middelen, want dat zou beteke
nen: gelijke kansen voor alle partijen".
De heer Peters (K.V.P.) vroeg zich af
of in het huidige radiobestel de verdeling
van de politieke zendtijd een taak is van
de regering. Is er geen oplossing mogelijk
in de particuliere sector? Is het onmogelijk,
dat politieke partijen bij naastliggende
geestverwanten onderdak krijgen voor
politieke uitzendingen?
De heer Van Sleen (P.v.d.A.) was
van mening, dat A.R. en -C.H.U. zendtijd
zouden kunnen krijgen van de N.C.R.V. en
de V.V.D. van de A.V.R.O. Bij herhaling
heeft de A.V.R.O. echter bekendgemaakt,
volstrekt geen contact te wensen met een
politieke partij. Het vorig jaar heeft prof.
Oud in de Tweede Kamer nog uitvoerig
uiteen gezet, dat de A.V.R.O. geen liberale
omroep is en dat er tegen bepaalde
A.V.R.O.-uitzendingen van V.V.D.-zijde
beslist bezwaren bestaan.
Verboden film
„Was de krasse maatregel gewettigd om
de film „Stazione Termini" te verbieden
voor uitzending door de televisie", vroeg
jkvr. Wttewaal van Stoetwegen
(C.H.). „De maatregel kan niet worden ge
motiveerd met een beroep op de openbare
Op de algemene begraafplaats in Dor
drecht is onder grote belangstelling ter
aarde besteld het stoffelijk overschot van
de heer W. H. Lieve, in leven secretaris
van de Koninklijke Nederlandse Dambond.
Bij de plechtigheid waren onder meer aan
wezig vertegenwoordigers van de Inter
nationale Dambond, de Koninklijke Neder
landse Dambond en de provinciale af
delingen van de KNDB.
In de aula voerde eerst een zoon van de
overledene het woord. Hij gewaagde van
de grote activiteit van zijn vader, die hij
vooral ontplooide als het de damsport be
trof. De heer J. H. Willems, voorzitter van
de Internationale Dambond, zeide immer
veel vriendschap van de heer Lieve te
hebben ondervonden. De samenwerking
bij het organiseren van werelddamtoer-
nooien was altijd uitstekend.
Ook de voorzitter van de Koninklijke
Nederlandse Dambond, de heer A. C. Busch,
sprak een kort woord ter nagedachtenis
van wijlen de heer Lieve. Hij noemde hem
een pionier van de damsport. Namens de
districten Noordholland en Zeeland van de
KNDB spraken de heren G. L. Goetbloed
en O. J. B. van der Sleen. De heer D.
Meijers voerde het woord namens de Dor-
drechtse Damvereniging, waarvan wijlen
de heer Lieve eveneens secretaris is ge
weest.
Bij Koninklijk Besluit van 15 december
is aan G. Keijzer, met ingang van heden,
ontslag verleend als burgemeester der ge
meente Urk.
Op girorekening 999 ten name van het
nationale comité-Hulpverlening Hongaarse
Volk is tot heden ontvangen: f 3.728.443,99.
Het Nederlandse Rode Krui. ontving op
haar speciale girorekening 777 tot nu toe
f 4.094.087,10.
Geref. kerken art. 31 K.O.
Beroepen te Onnen (Gron.) (voor de miss.
arbeid op Borneo) J. v. Benthem te Hijken.
Chr. Geref. Kerken
Beroepen te Zwijndrecht M. C. Tanis te
Urk.
Ned. Herv. Kerk
Beroepen te Kockengen J. van der Haar te
Waddinxveen.
Geref. Kerken
Beroepen te Vries (Dr.) A. J. Jelsma, kand.
te Amsterdam.
orde of de goede zeden, want dan had de
film ook niet vertoond mogen worden in de
bioscopen". Er is toch nog zoiets als de
ouderlijke macht? De ouders kunnen met
een handomdraai de televisie uitschakelen.
Het soort censuur om films voor personen
boven de 18 jaar voor de televisie te ver
bieden, werpt vragen op. Denkt de minis
ter, dat alle toneelstukken of cabaretvoor
stellingen voor jonge mensen geschikt zijn?
De minister en zijn staatssecretaris moeten
meer vertrouwen hebben in de omroepver
enigingen en de degelijke aard van de ge
middelde Nederlandse vader en moeder",
aldus jkvr. Wttewaal.
Over het probleem van de commerciële
televisie wilde men niet veel zeggen omdat
minister Cals daarover een afzonderlijk
debat heeft toegezegd alvorens er iets
wordt beslist.
Omdat iedereen thans de mond vol heeft
over bestedingsbeperking en bezuiniging
deed de heer Willems (P.v.d.A.) een
goed woord voor de kunst, die niet de dupe
mag worden. De cultuur is het hart van de
gemeenschap, voegde de heer Verhoe
ven (K.V.P.) eraan toe. Hij drong erop
aan bij de verschillende loonronden niet te
vergeten om de kunstsubsidies te verhogen.
De kunstenaars volgen meer hun hart dan
het materiële eigenbelang en daarom is het
de taak van de regering te zorgen, dat zij
niet gaan behoren tot de „vergeten groe
pen". De heer Fokkema (A.R.) had
ernstig bezwaar tegen het bedrag van 19
miljoen gulden, dat is uitgetrokken voor
jeugdvorming en volksontwikkeling, om
dat jeugdvorming de opvoeding raakt, het
geen niet de taak is van de staat. „In een
tijd van groeiend staatsdespotisme geeft de
stijging van de uitgaven voor de jeugdvor
ming te denken", zei hij.
Vandaag antwoorden minister Cals en
staatssecretaris Höppener.
(Van onze parlementaire redacteur)
De vrouwelijke afgevaardigden jkvr. mr.
Wttewael van Stoetwegen, lid van de C.H.
U. en mevrouw Fortanier-De Wit van de
V.V.D. plegen niet alleen de onderwerpen,
waarover zij het woord voeren, goed te be
heersen, maar tonen ieder op haar wijze,
dat zij over een flinke mate van onafhan
kelijkheidszin en tevens frisheid van geest
beschikken. Het was dan ook een genoe
gen donderdagmiddag naar dit tweetal te
luisteren, toen zij hartige en behartens-
waardige woorden over het radiobestel
spraken. Dat noemden zij in hoge mate
onbevredigend. Het valt onmogelijk goed te
praten, dat in feite de grootste twee par
tijen, dank zij volledig samenspel met de
achter die partijen staande omroepvereni
gingen, op politiek gebied in de ether de
dienst uitmaken. De heer Peters van de
K.V.P. wist naar aanleiding van de op
deze toestand door de twee spreeksters
geoefende critiek eigenlijk niets anders te
zeggen dan dat de overige politieke par
tijen, die dus in de radio niet of slechts
zeer zelden aan bod kunnen komen, maar
moeten wachten tot de Radiowet er zal
zijn. Trouwens, het weinige, dat de heer
Van Sleen, als woordvoerder van de P.v.d.
A. opmerkte, was evenmin bevredigend.
Jkvr. Wttewael heeft voorts nog de
vraag aangeroerd, hoe het te verdedigen
is. dat van regeringszijde de vertoning
door de televisie van de film „Eindstation"
verboden is, terwijl er in geval van televi
sieuitzendingen van ballet, cabaret en to
neel alleen repressief toezicht bestaat. Als
die film, die kennelijk toch niet als onze
delijk of staatsgevaarlijk wordt beschouwd,
minder geschikt zou zijn voor kinderen,
dan kan men het veilig aan de ouders
overlaten in de huiskamer het televisie
toestel af te zetten!
Met bijzondere belangstelling ziet men
thans het debuut van de nieuwe staats
secretaris van O.. K. en W.. mr. Höppener,
tegemoet, die waarschijnlijk zal antwoor
den. Of zal zijn minister hem nog te hulp
snellen?
a o v.«T>rK wr? F.
BOEDAPEST (Reuter). De Hongaarse
politie is voortaan gemachtigd personen,
die de openbare orde en in het bijzonder de
produktie in gevaar brengen, tot ten hoog
ste zes maanden in hechtenis te houden,
zonder dat het tot een proces komt. Dit
blijkt uit een decreet van de presidentiële
raad, dat donderdag in de staatscourant
is gepubliceerd. De Hongaarse pers heeft
er tot dusver geen gewag van gemaakt.
Bij het Produktschap vpor.^ Siergewassen
is een protest binneritrfekbmen van de "ver
eniging „De Tulp", dat door de Koninklijke
Algemene Vereniging voor Bloembollen
cultuur werd toegezonden. Hieruit bleek,
dat beide verenigingen protesteren tegen
het feit, dat de nieuwe minimum-export
prijzen van bloembollen niet ter visie zijn
gelegd. Het bestuur van het produktschap
stelde echter vast, dat de vertegenwoordi
gers van het bloembollenvak dit hadden
kunnen voorzien en tevens, dat in de toe
komst een zelfde gedragslijn zal moeten
worden gevolgd.
De voorzitter van het produktschap, dr.
A. J. Verhage, wees er op, dat het principe
van het prijzensysteem door de Commissie
van Bijstand met alle vertegenwoordigers
van het bloembollenvak is besproken. Hier
bij zijn termijnen genoemd voor de uitwer
king, namelijk prijsvaststelling omstreeks
half november en bespreking in het bestuur
van het produktschap omstreeks eind no
vember, met de bedoeling de verordening
gepubliceerd te krijgen voor het einde van
het jaar. Hierin zit te weinig speling om
nog een ter visielegging toe te staan. De
minister heeft de prijzen op 12 december
goedgekeurd, hetgeen betekent, dat ze pas
12 januari officieel zullen worden gepubli
ceerd. Zou daar nog een maand ter visie
legging tussen komen, dan zou de export
pas in februari weten waar men aan toe
was. En dat terwijl de exporteurs in begin
januari al op reis gaan.
Men heeft dit alles dus kunnen weten
en mag de bestuursleden en de voorzitter
van het produktschap geen verwijten ma
ken. In het antwoord wordt zelfs geschre
ven: „Wanneer de minimumexportprijzen
zullen worden vastgesteld aan de hand van
het verloop van de handel voor het volgend
seizoen in het binnenland, zal deze ge
dragslijn ook niet zonder schade voor de
bloembollenexport kunnen worden ge
vólgd".
Dr. Verhage wees er verder nog op, dat
het bestuur van het produktschap het plan
niet heeft ontworpen, maar dat dit door de
organisaties zelf is geschied en dat allen
er mede hebben ingestemd.
Hierna hebben de bestuursleden hun me
ning gezegd. De heer Kralt zei dat het be
stuur „gedegradeerd, gedevalueerd en voor
dictator" uitgemaakt was. De heer De Vroo-
men noemde de grootste grief, dat de leden
van de verenigingen niet zijn gehoord.
„Men heeft er drieëneenhalve week tijd
voor gehad!" merkte dr. Verhage op, „als
men geen tijd heeft om binnen deze termijn
antwoord te geven dan wordt het werken
toch wel moeilijk." Ook hadden de bestu
ren volgens de heer De Vroomen de taak
om de leden beter in te lichten over de
gang van zaken in het produktschap.
De bespreking van de wijziging van de
minimumexportprijzen leverde voldoende
stof op tot discussie, omdat de heer Van
Dam het ondernemen van pogingen bepleit
te om de prijsafspraken met de Amerikaan
se organisaties ongedaan te maken. Deze
waren nu niet meer nodig volgens hem, om
dat er een ander systeem van minimum
prijzen is, dat zelf al een garantie tegen
dumping is. Het bestuur voelde hier wel
iets voor, zodat dr. Verhage het volgend
jaar omstreeks mei naar Amerika hoopt
te gaan.
Vervolgens werd de conceptverordening
over de prijzen goedgekeurd. Hierna stelde
dr. Verhage de vraag aan de orde, of de
minimum exportprijzen ter visie moeten
worden gelegd. De heer A. J. Braam stel
de daama voor om artikel 100 in de wet
op de P.B.O. van toepassing te doen zijn.
Niemand verklaarde zich hier tegen.
Tenslotte kwamen nog enkele hamer-
punten aan de orde, waarna het bestuur
afscheid nam van de heer A. P. van Nes,
die onder meer oud-bestuurslid van het
Produktschap voor Siergewassen is ge
weest.
Bij de donderdagmorgen gehouden zit
ting van de Haarlemse rechtbank, gepre
sideerd door mr. A. M. baron van Tuyll
van Serooskerken, heeft de officier van
Justitie, mr. dr. R. W. H. Pitlo, gevangenis
straffen van vier en zes weken geëist, als
mede ontzeggingen van de bevoegdheid
motorrijtuigen te besturen voor de tijd van
twee jaar, tegen een 50-jarige veehouder
uit Velsen, een 37-jarige meubelfabrikant
uit Assendelft en een 35-jarige koopman
uit Alkmaar, die ervan verdacht werden
onder invloed van alcohol te hebben ge
reden in auto's. Tegen een 19-,jarige stu
dent uit Delft, die wegens hetzelfde feit
terechtstond, eiste mr, dr. Pitlo vrijspraak.
De president heeft de uitspraak voor alle
vier gevallen op 3 januari bepaald.
De veehouder uit Velsen zou op 3
november onder invloed van alcohol in
een auto gereden hebben op de Drie-
huizerkerkweg te Velsen. Na aanhou
ding door een politieagent had de ver
dachte verklaard tien borrels te hebben
gedronken, maar later beperkte hij dit
aantal tot vijf of zes. Een bloedproef
wees uit, dat zich 1,95 promille alcohol
in verdachte's bloed bevond.
De officier van Justitie achtte het ten
laste gelegde bewezen. „Verdachte zat
versuft en wezenloos in zijn auto met
een dik en rood gezicht. Hier is sprake
van dronkenschap eerder dan van lichte
onbekwaamheid". Hij eiste een gevan
genisstraf van zes weken en twee jaar
ontzegging.
Vüf borrels
Op 30 oktober reed de meubelfabrikant
met zijn auto over de provinciale weg van
de Hembrug naar Limmen, waarbij een
ADVERTENTIE
één onzer nieuwste bankstellen
T
Hoewel de fabrieken levertijden vragen van 3 tot 6 maan
den, kunnen wij u door onze tijdige, zeer grote inkopen,
vele modellen uit voorraad leveren in prijzen van
ƒ585.— tot ƒ1850.—
Comfortabele schuimrubber stof
fering. Blank, ceder of zwart
kersenhout, bekleed met wollen
stof in contrastkleuren
Royale 3 zits-bank en 2 fauteuils,
bekleed met zuiver wollen
velours in selecte kleuren
hoofdagent had geconstateerd, dat de wa
gen zigzaggend over de weg reed. De
hoofdagent is de auto nagereden in een
tankauto. Na de meubelfabrikant te hebben
aangehouden onder verdenking van te veel
alcohol te hebben gebruikt, werd hij naar
een politiebureau gebracht, waar de ver
dachte weigerde een bloedproef te laten
nemen. Hij was die dag met zakenrelaties
in Amsterdam geweest en zou naar zijn
zeggen vijf borrels hebben gedronken. De
bloedproef had hij niet laten nemen, om
dat hij dit vernederend vond.
De officier van Justitie meende, dat de
verdachte zeker in „kennelijke staat" was
en memoreerde het feit, dat hij kort te
voren in Amsterdam ook eens is aange
houden op grond van dezelfde verdenking.
Ook tegen hem eiste mr. dr. Pitlo een ge
vangenisstraf van zes weken en twee jaar
ontzegging.
De raadsvrouwe van verdachte, mevrouw
mr. H. S. J. M. Felhoen Kraal-Otto, meen
de, dat haar cliënt al genoeg gestraft was
doordat hij sinds 30 oktober zijn rijbewijs
kwijt is. Hij had de auto hard nodig om
dat hij de door hem gefabriceerde meubel
tjes zelf in zijn wagentje rondbracht en hij
zich geen bodedienst of chauffeur kon per
mitteren. Bovendien had haar cliënt toe
gegeven, dat hij dronken geweest was.
Mevrouw mr. Felhoen Kraal-Otto vroeg
ten behoeve van de meubelfabrikant een
kleine geldboete met eventueel een korte
tijd van ontzegging, met daarnaast even
tueel een lange voorwaardelijke periode
van ontzegging.
Geen bloedproef
Een 35-jarige koopman uit Alkmaar was
samen met een andere koopman op 6 no
vember 's avonds laat met een snelle sport
wagen in de buurt van Koog aan de Zaan
tegen een lichtmast gereden, waarbij de
inzittende koopman gewond geraakt was.
Een hoofdagent van politie zag kort na
het ongeval beide mannen slingerend over
de weg lopen en had hen aangehouden
Daarbij meende hij te moeten constateren,
dat beiden onder de invloed van alcohol
waren. De verdachte zelf verklaarde, dat
hij bij cafébezoek in Amsterdam diezelfde
dag slechts koffie, cola en drie biertjes had
gedronken. Hij zou op de weg bij Koog aan
de Zaan verblind geweest zijn door een
tegenligger, waardoor zijn wagen tegen de
lichtmast was gereden. Getuigen verklaar
den echter geen tegenliggers te hebben
gezien. Later meende de verdachte dat hij
ook wel verblind kon zijn door een licht-
reflex.
Bij de aanhouding waren er ook nog
enige strubbelingen geweest. De hoofd
agent had beide kooplieden naar dè auto
terug willen sturen, maar de verdachte had
er op gestaan naar een dokter te gaan,
omdat zijn vriend gewond was. De agent
had de gewonde op een hekje laten zitten
om zelf een auto te gaan halen. Toen dit
nogal lang duurde, waren beide mannen
naar een dichtbijzijnd politiebureau ge
strompeld.
De raadsman van verdachte, mr. C. Berk
houwer, had een getuige a décharge gedag
vaard in de vorm van een coasterkapitein,
die by de Hembrugpont met beide koop
lieden in de auto mee mocht rijden naar
zijn schip in Zaandam. Daar hadden de
kapitein en de verdachte, die technische
belangstelling had, het gehele schip be
zichtigd en een gesprek gevoerd over tech
nische details. De verdachte had een glaas
je limonade gedronken, zijn vriend een
bessenjenevertje. Dit verhaal werd door de
laatste bevestigd. Alleen de limonade werd
door hem aangeduid met de naam van een
bekend Deens bier, hetgeen enige ver
warring schiep. Later bleek echter, dat
onder dezelfde naam ook een soort gazeuse
in de handel rvas, die de gastvrije kapi
tein de koopman had aangeboden.
De officier van Justitie noemde in zijn
requisitoir enige opmerkingen door beide
kooplieden bij de aanhouding gemaakt,
lijken op een „dronkemansverhaal". Ook de
kwestie van het verblind zijn achtte mr.
dr. Pitlo onwaarschijnlijk. „Beide heren
zijn in Amsterdam urenlang het ene café
in, 't andere uitgegaan. Daarbij zullen heus
wel meer biertjes gedronken zijn dan
enige kopjes koffie, wat cola en drie bier
tjes" meende hij. Ook vond hij het merk
waardig, dat de verdachte geweigerd had
een bloedproef te laten nemen. Op grond
hiervan vroeg hij een gevangenisstraf van
vier weken en twee jaar ontzegging.
Volgens de raadsman van verdachte, mr.
C. Berkhouwer, hing de hele zaak af van
appreciaties. Soms kan het gebeuren, dat
men in een auto zonder aanwijsbare oor
zaak van de weg af geraakt. Dat zijn
cliënt dezelfde avond nog een intelligent
gesprek over scheepvaarttechnische dingen
kon voeren, achtte hij een bewijs ten gun
ste van de koopman. Ook legde hij de
nadruk op het feit, dat beide mannen niet
hebben willen vluchten, maar naar een
politiebureau waren gegaan, nadat de
agent vertrokken was. Ten aanzien van de
gewenstheid van de bloedproef bestaan in
juridische en medische kringen verschil
lende meningen en de huisarts van zijn
cliënt had hem tevoren eens het laten
nemen van een bloedproef afgeraden. Op
grond hiervan zei mr. Berkhouwer, dat
naar zijn mening vrijspraak zou moeten
volgen.
Gin-cola of cola-gin
Een 19-jarige student uit Delft had op 16
juni bij een vriend in Haarlem een etentje
gehad, tezamen met 36 jongens en meisjes.
Daarbij waren sterke dranken gebruikt,
maar de verdachte zelf verklaarde niet
meer te hebben gedronken dan één sherry
en één gin-cola Na de maaltijd was ver
dachte met een vriend en twee meisjes in
een auto naar het station gereden.
Daarbij was hij verdwaald en op de
hoek van de Korte Jansstraat en de Jans
straat in Haarlem was hij in aanraking
gekomen met een voor hem van links
komende auto. Bij een nadien genomen
bloedproef was een alcoholpercentage van
1,35 promille vastgesteld.
De officier van Justitie meende, dat de
verklaring van verdachte niet kon kloppen.
Een percentage van 1,35 promille moet
veroorzaakt zijn door meer dan één gin-
cola („was het geen cola-gin?") en een
sherry. Overigens was dit percentage be
neden de grens, waarbij gezegd moet wor
den, dat men geen auto naar behoren kan
besturen. Ten aanzien van de aanrijding
was verdachte in zoverre onschuldig, dat
hij van rechts kwam en dus voorrang had.
Er bleef van de tenlastelegging dus slechts
het feit over, dat de student bij het kruis
punt te hard zou hebben gereden. Op grond
van getuigenverklaringen bleek dit echter
niet het geval geweest te zijn en daarom
meende mr. dr. Pitlo, dat vrijspraak moest
volgen.
De raadsman, mr. H. J. F. M. Hüffer
sloot zich hierbij aan en toonde op grond
van berekeningen aan, dat verdachte's
wagen geen grote snelheid gehad kon heb
ben.