Voorbereidingen voor
bet onderzoek aan
de beide polen
voormens
.Hestee van
Ëevonden
Aanmerkelijke rijkdom aan wol en mineralen
in de binnenlanden van Australië
Amerika krijgt 65000
kilometer autostrada
ENGELSE GELDTAS GILT
ALS ZE GESTOLEN
OOK LONDEN ZIT MET
VERKEERSCHAOS
„Aap van het zuiden"
Internationale prijsvraag
voor sociologie
ONTDEKKINGSTOCHT VAN ACHTDUIZEND KILOMETER
NAAR HET HART VAN EEN VER WERELDDEEL
NEW YORK (Un. Press) Uit het weten
schappelijk jaaroverzicht van de Ameri
kaanse National Geographic Society blijkt,
dat gedurende het hele jaar 1956 voor
bereidingen zijn getroffen voor uitgebreide
onderzoekingen in de nabije toekomst.
Geleerden van meer dan veertig landen
hebben de plannen uitgewerkt en de uit
rusting klaargemaakt waarmee over de
hele wereld onderzoekingen zullen worden
gedaan en pogingen worden ondernomen
tot nieuwe ontdekkingen in het kader van
het Internationale Geofysische jaar, dat
van juli 1957 tot juli 1958 duurt. Nu al zijn
er expedities vertrokken. Speciaal in het
zuidpoolgebied zijn grootscheepse voorbe
reidingen getroffen.
De expedities van de operatie „Diep
vries" werden gesteund door een leger van
meer dan drieduizend mannen, twaalf
schepen en achtendertig vliegtuigen. In
het gebied van de Ross Zee werden twee
bases opgezet, een derde basis werd in
samenwerking met Nieuw Zeeland daar
dicht in de buurt gevestigd. In oktober
landde het eerste vliegtuig aan de pool en
werd begonnen met de bouw van een waar
nemingsbasis. In december bouwde men
nog drie waarnemingsposten: Marie Byrd
Land, aan de Weddell Zee en aan de Knox-
kust. België is aan de voorbereidingen be
gonnen voor een Zuidpool-expeditie, die in
1957 zal vertrekken. Australië, Argentinië,
Chili, Noorwegen, Japan, Frankrijk, Zuid-
Afrilca en Rusland hebben hun expedities
reeds laten vertrekken. De Engelsen heb
ben na aanvankelijke tegenslag zich genes
teld in Shackleton Base.
Tegen het jaareinde word bekend dat
Australische piloten een geweldige nieuwe
gletsjer hadden ontdekt en een nog niet in
kaart gebrachte baai in de ijs-drempel
(Ice-shelf Gulf), die een lengte zou hebben
van honderdzestig kilometers.
In het Noordpoolgebied werden de voor
bereidingen voltooid voor tweehonderd
twaalf observatieposten, die door dertien
landen zullen worden bemand. De Ver
enigde Staten, Denemarken, Canada en
Frankrijk zullen in Alaska, Groenland, het
Canadese poolgebied en op drijvende ijs-
eilanden in de Poolzee posten opzetten. De
Russen zullen de stromingen van de Atlan
tische Oceaan ten oosten van Groenland
bestuderen.
Een ander gebied van de voorbereidingen
voor het Internationaal Geofysische jaar-
werd in september werkelijkheid met het
vertrek van het Zweedse schip „Lomma
ren" dat uit Gothenburg vertrok om de
fluctuaties van kosmische straling te be
studeren. Deze reis was een deel van een
door Amerikaanse, Zweedse en Canadese
organisaties gesteund werkprogramma, dat
gegevens verzamelt over het voortdurende
bombardement van de atmosfeer van de
aarde door kleine kosmische deeltjes.
Vliegtuigen, ballonnen en raketten zullen
bij het onderzoek hiernaar worden inge
schakeld.
Een Mann-raket vliegtuig van de lucht
macht van de Verenigde Staten vestigde in
augustus een onofficieel hoogterecord van
honderdzesentwintigduizend voet (feet). In
november bereikte een ballon van de Ame
rikaanse marine een hoogte van zesen
zeventigduizend voet.
Het hele jaar door werd er hard gewerkt
aan het meest gedurfde van alle projecten:
de aardsatelliet. Het instrumentarium, dat
men in een dergelijke satelliet hoopt te
kunnen plaatsen, werd in december getest,
toen het in een raket tot op een hoogte
van honderdvijfentwintig mijl werd ge
schoten.
Op archeologisch gebied werden gedu
rende het afgelopen jaar belangrijke vond
sten gedaan. De beenderfossielen van een
mensachtig wezen, dat misschien tien mil
joen jaar geleden leefde, werden in Toscane
gevonden. De theorie dat de mens langer
op de aarde vertoefde dan men eerst ver
moedde wordt hierdoor versterkt. In Ne
braska werden eieren gevonden van een
veertig miljoen jaar geleden levende vogel.
In de Negev-woestijn vond men skeletten
van reptielen, die wellicht reeds honderd-
lachtig tot honderdnegentig miljoen jaar
geleden op de aarde rondkropen.
Romeinse villa's, amfitheaters, schepen
en beeldhouwwerken kwamen in Engeland,
Zwitserland, Duitsland, Oostenrijk, Portu
gal, Bulgarije en Joegoslavië aan het licht.
Opgravingen in Northumberland (Enge
land) brachten de uitgebrande fundamen
ten van het fort en het paleis van Koning
Edwin le voorschijn. Deense archeologen
vonden begraafplaatsen van Vikingen. In
de baai van Syracuse vonden duikers de
resten van een Griekse oorlogsvloot, die
eeuwen voor onze jaartelling vermoedelijk
in een storm verging.
In 1956 werd een atlas van de sterren
hemel voltooid, waarop voor het eerst tien
duizenden opeenhopingen van Melkweg
stelsels in kaart zijn gebracht.
Van linies naar rechts: schedel van een mensachtige aap, van de avstralopithecus
en van de moderne mens.
VEERTIG JAAR geleden werd er bij Pilt-
down in Engeland een mensenschedel
opgegraven, die een wereldsensatie ont
ketenen zou. Deskundigen schatten zijn
ouderdom op een half miljoen jaar, waar
mee deze halfversteende doodskop de
oudste rest van menselijk leve i zou zijn,
die men ooit had gevonden. Maar dit was
nog niet alles. Na nauwkeurige vergelij
kingen met andere schedels van mensen
en dieren kwamen de geleerden tot de
conclusie, dat de eigenaar van het
„doodshoofd van Piltdown" niemand an
ders geweest kon zijn dan de „missing
link" de laatste no-} ontbrekende scha
kel in de evolutieleer, volgens welke
de mens inderdaad van de apen zou af
stammen. Dat bewijs was dus nu gele
verd en natuurlijk baarde het groot op
zien. In alle landen wijdden kranten en
tijdschriften grote artikelen aan deze
wereldschokkende vondst. Volksuniversi
teiten, vrouwenclubs en jongelingsvereni
gingen organiseerden als om strijd lezin
gen over de betekenis van deze ontdek
king en zelfs de moppenblaadjes profi
teerden mee door het bedenken van
steeds gekkere apegrapjes. De Piltdown-
schedel was in één dag gemeengoed ge
worden!
ER WAREN echter ook geleerden, die
twijfelden. Met name koesterden zij arg
waan over de onderkaak van de „Pilt-
down"-mens, die er volgens hen eerder
„aapachtig" dan menselijk uitzag. Herhaal
delijk maten en onderzochten zij de ana
tomische kenmerken van de schedel, maar
er werd nooit iets gevonden, dat deze twij
fel zou rechtvaardigen. Er. al werd de strijd
over de authenticiteit van de „Piltdown"-
mens door de geleerden nog jaren voortge
zet, voor het lekenpubliek was het een
uitgemaakte zaak.
Totdat in 1955 twee Engelse vorsers met
de ontnuchterende mededeling kwamen,
dat de Piltdown-schedel een ordinaire ver
valsing was. Door middel van fluorproe-
ven hadden zij onomstotelijk vastgesteld,
dat de onderdkaak inplaats van een half
miljoen jaar ten hoogste vijftig eeuwen
oud kon zijn en bovendien aan een aap had
toebehoord. De schedel zelf was stellig van
veel oudere oorsprong, maar op zichzelf
bewees dat niets. Wie de geniale vervalsers
geweest zijn. die de wereld veertig jaar
lang bij de neus gehad hebben? Dat weten
alleen de insiders, de misleide oudheidkun
digen en anthropologen, die rotsvast in de
vondst geloofd hadden. Heel de schone
theorie van de gevonden „missing link"
stortte als een kaartenhuis ineen en stil
letjes werden de afgietsels en kopieën van
de Piltdown-schedel uit alle oudheidkundi
ge musea verwijderd.
NU ECHTER, nauwelijks een jaar later,
komt zich opnieuw een ontdekker van de
„missing link" aandienen en wel op veel
betere gronden. Het is de Afrikaanse hoog
leraar dr. Raymond A. Dart van de uni
versiteit van Witwatersrand bij Johannes
burg. die in Transvaal beer.derresten van
een tot nu toe onbekende „voormens" ge
vonden heeft, die hij betitelt als de „aus-
tralopithecus africanus" („aap van het zui
den"). Dit wezen, dat door dr. Dart in het
zojuist verschenen jaarverslag van het
„Smithsonian Institute" beschreven wordt,
zou samen met de al langer bekende „Ja-
va-mens" en de „Neanderthaler" de keten
tussen de moderne mens en zijn aapachtige
voorzaten voltooien. Hij heeft „een bijna
menselijk lichaam en idem hersenen". Hij
liep rechtop en Improviseerde reeds wa
pens en gereedschappen, die hij met zijn
handen gebruikte. Waarschijnlijk kon hij
wel geluiden uitstoten maar r.iet praten.
Het betreft hier dus „een gemengd we
zen, half aap en half mens, dat de lacune
tussen de levende apen en de mens van
heden volkomen zou kunnen opvullen".
Hoe dr. Dart tot zijn ontdekking geko-
mens is, wordt in „L'homme la recherche
de ces ancêtres" onthuld. Van dit belang
wekkende boek van de Franse paleontho-
loog Ar.dré Senet is enkele weken geleden
onder de titel „De mens op zoek naar zijn
voorouders" een uitstekende Nederlandse
vertaling verschenen.**) „In de twinti
ger jaren", zo leest men daarin
„worden er bij afgravingen van oude leem-
groeven in zuidwest-Transvaal herhaalde
lijk fossiele beenderresten gevonden van
prehistorische oorsprong, waaronder ver
schillende schedels van tot nu toe onbeken
de bavianen-soorten. Dr. Raymond Dart,
professor in de anatomie in Witwatersrand.
laat zich al deze vondsten opsturen en on
derzoekt ze met grote belangstelling. Te
gen het einde van 1924 zendt men hem een
paar stukjes van een schedeldak, die de
hoogleraar in grote opwinding brengen. Hij
werkt zes weken lang vrijwel dag en nacht
door om het fossiel te reinigen, maar die
moeite wordt rijkelijk beloond. De schedel
is zeer merkwaardig: praktisch geen bo-
venoogkuilsrand en geen s'~rke wal aan
het achterhoofd. Hij is ook niet afgeplat.
Het achterhoofdsgat, waardoor het rugge-
merg van de hersenen in de wervelkolom
loopt, zit evenals bij de mens, vrij ver
naar voren, veel meer in ieder geval dan
bij de mensachtige apen. Dit wijst erop,
dat de eigenaar van deze schedel rechtop
liep. op zijn achterpoten: een typisch men
selijke eigenschap. Het gelaat lijkt boven
dien op dat van een modern kind, vooral
wat betreft de structuur van de reus en de
ogen. En de tanden zijn heel merkwaardig:
volkomen identiek aan het melkgebit van
een zesjarig kind! De laatste en meest af
doende aanwijzing, dat dit wezen geen aap
meer was, vindt Dart echter in de hersen
holte. Hij meet namelijk een schedelir.houd
van ruim zeshonderd kubieke centimeter:
„iets meer dus dan diie van en gorilla en
een chimpansee".
Dart's rapport over dc vondst (die hij
Het Italiaanse instituut „Luigi Sturzo"
schrijft een internationale prijsvraag uit
voor een sociologische verhandeling. Het
onderwerp daarvan moet zijn „Methodo
logische betekenis en normatieve waarde
der zogenaamde sociologische wetten. Ver
gelijking met de natuurkundige, econo
mische en ethische wetten". Voor de beste
inzending is een prijs van vijfhonderd
duizend lire beschikbaar. Het instituut is
gevestigd in Rome, Via Delle Coppelle 35.
voorzichtigheidshalve nog maar als „aap
van et zuiden" betitelt) wekte grote ver
ontwaardiging in vakkringen. De weinige
geleerden, die er aandacht aan besteedden,
meenden dat het hier alleen maar een aap
van een onbekend, uitgestorven type be
trof, waarbij van verwantschap met de
mens geen sprake kon zijn. In Engeland
nam het debat zelfs een verheven, lin
guïstische koers. Men bekommerde zich
weinig over de soort van aap, die Dart
ontdekt had. Men vergaf hem zelfs dat hij
er een voorvader van de mens in wilde
zien, maar dat de hooggeleerde Engelse
debaters onvergeeflijk toescheen was het
feit, dat Dart zijn aapmens gedoopt had
met een latijnse naam, samengesteld uit
twee Griekse oerwoorden!
DE AUSTRALOPITHECUS wordt in de
ban gedaan. Maar in 1934 ontdekt een an
dere vorser, de medicus Robert Broom, bij
Johannesburg skeletdelen van een andere
voorhistorische halfmens, die sterk gelij
ken op Dart's „aap van het zuiden". Ande
re vondsten volgen en in 1938 komt Broom,
dank zij een ondernemende schooljongen,
in het bezit van een stuk gehemelte en een
paar tanden, die de keten sluiter.. Drie
maanden later schrijft de wetenschappe
lijke medewerker van de Illustrated Lon
don News in zijn blad naar aanleiding van
deze vondsten: „Er is geen ontbrekende
schakel meer".
Na de tweede wereldoorlog worden de
opgravingen hervat. Broom en Dart gaan
samenwerken en vinden nog vele resten
van Zuidafrikaanse aapmensen, die alle
een sterke verwantschap tonen niet de
aus-txalopithecus van 1924. Dart heeft
sindsdien ruim honderd specimen blootge
legd voor hij zich opnieuw aan een open
bare verdediging van zijn afstammings-
theorie waagde. Dat een zo gezaghebbende
wetenschappelijke instelling a's het Smith
sonian Institute die theorie thans in zijn
officiële jaarverslag heeft opgenomen, be
wijst, dat het pleit welhaast definitief be
slecht lijkt. De „missing link" is gevonden
en de oudheidkunde heeft zich gerevan
cheerd voor de blamage van de „Pilt
down "-mens!
H. C.
In het anthropologisch instituut van
de universiteit van Amsterdam bewaart
professor De Tree echter r.cg altijd als een
curiosum, een afgietsel van de „Piltdowr."-
schedel.
Ar.dré Senet: „De mens op zoek naar
zijn voorouders", uitgeverij Foreholte te
Voorhout.
ENGELSE bladen hebben
deze week melding gemaakt
van een nieuw technisch
snufje in de strijd tegen de
misdaad: een tas met inge
bouwde sirene, die begint
te loeien wanneer een on
verlaat haar probeert te
stelen. De laatste tijd is het
aantal „holdups" - overval
len op banklopers en der-
gelijken - in Engeland ont
stellend toegenomen en
meestal gaan de bedrijvers
van dit soort diefstallen zo
snel en geraffineerd in hun
werk dat de politie door
gaans machteloos is.
Nu echter heeft een 64-
jarige Londenaar, Harry
Adler geheten, een leren
geldtas van zijn vinding
gedemonstreerd, die aan dit
euvel naar men hoopt een
einde zal maken. Het is
naar het uiterlijk een nor
male aktetas, maar in de
handgreep zitten een paar
contacten ingebouwd die in
verbinding staan met een
ingewikkelde alarminstal
latie in de zijwand. Graait
nu een onverlaat zo'n tas
met geld of juwelen uit de
hand van de rechtmatige
eigenaar, dan begint hel
ding ogenblikkelijk hart
verscheurend te gillen. Dit
oorverdovende lawaai duurt
twee uur aan één stuk door,
maar dat is nog niet alles.
Twee minuten nadat de on
fortuinlijke rovers hun buit
aan het slachtoffer ontrukt
hebben, krijgen zij een an
dere onprettige verrassing;
een verblindende, verstik
kende straal traangas, die
uit het binnenste van de
tas naar buiten geperst,
wordt.
Op een persconferentie
over zijn nieuwe vinding
heeft de heer Adler dezer
dagen in Londen meege
deeld, dat er geen gevaar
bestaat, dat de rechtmatige
eigenaar van zo'n tas per
ongeluk zelf de alarminstal
latie in werking stelt. Maal
ais hij de tas loslaat, dan is
zelfs de geringste beweging
voldoende om een pande
monium van gekrijs te ont
ketenen. Alleen met een
speciale sleutel lean men de
tas dan weer tot zwijgen
brengen.
Inmiddels wordt de klei
ne werkplaats van de uit
vinder der alarmtassen in
May fair reeds overstroomd
niet bestellingen. Grote
verzekeringsmaatschap
pijen hebben al bekend ge
maakt, dat zij aanzienlijke
reducties op hun premie
heffingen zullen toestaan
voor kwitantielopers en
dergelijken, die een gillen
de geldlas gebruiken. Een
klein model alarmtas - met
voldoende ruimte voor het.
onderbrengen van driedui
zend bankbiljetten - kost
slechts tien gulden. Grotere
modellen zijn leverbaar
voor vijfentwintig tot veer
tig gulden. Maar ze zijn niet
overal te koop, zegt de heer
Adler, wiens ogen er als
gevolg van de vele traan
gasdemonstraties nogal wa
terig uitzien - „want wij
willen niet dat ze in ver
keerde handen terecht ko
men".
„Is er al eens een overval
gepleegd op iemand, die
een van uw tassen droeg?"
„Helaas nog niet", zegt
de uitvinder, „want dat zou
de mooiste reclame voor
mij zijn. Voorlopig heb ik
trouwens orders genoeg,
eigenlijk meer dan ik aan
kan". En dan pakt hij. ten
teken dat de persconferen
tie ten einde is, een klein
zwart valiesje waaruit op
datzelfde ogenblik een oor
verscheurend gegil opstijgt,
dat iedereen op de vlucht
dr ij !'t
OP EEN REIS van zesduizend kilometer
door de lucht en tweeduizend kilometer
per auto en nog eens drieduizend voet naai
de diepte in de zinkmijnen van Broken
Hill, de zilveren stad in de woestijn in het
achterland van Nieuw Zuid-Wales, heb ik
een voor mij geheel vreemd Australië le
ren kennen. In de binnenlanden van Cen
traal Queensland sloeg een verlammende
hitte van meer dan honderdtien graden in
mijn gezicht. In het dode hart van Austra
lië bij Alice Springs sprak ik met de zwar
te Abo's (inboorlingen) van de Arunta-
stam, wier kleurige schilderijen voor meer
dan vierhonderd gulden per stuk van de
hand gaan. Ik dronk in Blackall het zacht-
zoete lauwe water van de Artesische bron
nen. Dit Australië heeft een fascinerende
grootheid en uitgestrektheid, een schrik
aanjagende verlatenheid, wordt geken
merkt door grillige vormen en fantastische
kleuren, maar het herbergt een rijkdom,
waarvan zelfs de nizam van Hyderabad
niet heeft kunnen dromen en het ademt
een gelukzaligheid, die het naar wij ver
onderstellen mogen het paradijs evenaart.
De rijkdom ligt in de wol en de mine
ralen. Ik heb op de jaarlijkse tentoonstel
ling van landbouw en veeteelt van Syd
ney vele keren de edele merinorammen ge
zien, die voor vijftigduizend gulden van
de hand gingen. De kampioen werd er ge
plaatst op een podium en bewaakt als
(Van onze correspondent in Washington)
De Amerikaanse regering heeft een
enorm verkeersplan onder handen geno
men. Men gaat namelijk vijfenzestigdui
zend kilometer aan moderne wegen aan
leggen: autostrada's met slechts een be
perkt aantal toegangen en een zodanig nel
van overbruggingen en tunnels dat men,
zonder te hoeven wachten voor stoplich
ten, van het ene eind van Amerika naar
het andere zal kunnen rijden.
De centrale regering betaalt verreweg
het grootste deel van de kosten van dit.
nieuwe plan en het Congres moest er dan
ook aan te pas komen om zijn goedkeuring
te hechten aan een project, dat bij elkaar
honderdnegentig miljard gulden zal kos
ten. Dit is het grootste wegenplan, ooit ter
wereld aangenomen.
In de betreffende wet is echter één ding
„vergelen". Nergens is bepaald, dat er geen
recdameborden langs al die nieuwe wegen
mogen komen. De verhuurders, ontwer
pers, timmerlieden en schilders van recla
meborden zijn hierover natuurlijk zeer
voldaan. Er is echter een machtig man. die
de strijd heeft aangebonden tegen dit
„gouden kalf" van de reclamebureaus. Ilij
heet Robert Moses en heeft een belangrijk
aandeel gehad in de aanleg van de vele
„parkwegen" in de omgeving van New
York. Langs die parkwegen ziet men geen
enkel reclamebord.
In het veelgelezen „Harper's Magazine"
heeft Moses een fel en voortreffelijk arti
kel gepubliceerd. Nog is het niet te laat. zo
meent hij, maar wil men voorkomen dat
Amerika's natuur verfomfaaid zal worden,
dan moet het Congres zo spoedig mogelijk
de wegemvet amenderen. Wanneer men
zou bepalen, dat er geen reclameborden
mogen komen, dichter bij de weg dan
tweehonderd meter, dan zou men in feite
de nieuwe wegen voor ontsiering behoeden
en dan zouden miljoenen automobilisten
véle uren doorbrengen in een mooie en niet
verknoeide natuur. De strijd over zulk een
amendement zal hevig worden. Veler fi
nanciële belangen zijn in het geding. De
reclamebureaus betogen dat de vrijheid
der Amerikanen bedreigd wordt wanneer
zij hun eigen grond niet langer zouden mo
gen verhuren voor het plaatsen van recla
meborden. Maar hun tegenstanders houden
vol dat het hier gaat om geestelijke waar
den en om de schoonheid van het land. Zij
kunnen zich beroepen op een recente uil-
spraak van het Opperste Gerechtshof, die
luidt: „Het begrip van openbaar welzijn is
breed en veelomvattend. De waarden, die-
dat begrip vertegenwoordigt, zijn zowei
geestelijk als lichamelijk, zowel esthetisch
als financieel. Het ligt binnen de macht
van een wetgevend lichaam om le bepalen,
dat een gemeenschap mooi en gezond moei
zijn, ruim en schoon, harmonieus en goed
bewaakt...." Indien Moscs de plannon
van de reclamebureaus onmogelijk zal kun
nen maken, zal dit een teken zijn, dal c'e
dollar niet altijd oppermachtig is in dit
land.
Onze correspondent in Australië, Jan D. Rempt, heeft zojuist een tocht met
vijfenveertig journalisten uit zeventien landen in vijf werelddelen door de bin
nenlanden van Australië gemaakt. Op deze rondreis, die acht dagen duurde,
heeft het internationale gezelschap meer dan achtduizend kilometer afgelegd
in een DC-4 skymaster van Trans-Australian Airlines en in particuliere auto's
naar verre uithoeken, waar geen gebaande wegen zijn. Het vliegtuig was spe
ciaal gecharterd door het Australische Wolbureau dat de journalisten, met
onze correspondent als enige Nederlandse verslaggever, had uitgenodigd tot
deze ontdekkingsreis om hun een indruk te geven van het achterland. De
tocht, die in Melbourne in het uiterste zuiden begon, leidde naar de federale
hoofdstad Canberra, het achterland van Nieuw Zuid Wales, het centrale bin
nenland van Queensland en vandaar naar het dode hart van Australië in het
noordelijk territorium, waar een ontmoeting met Abo's (inboorlingen) en een
jacht op kangoeroe's tot de hoogtepunten van deze reportagereis behoorden.
Het vliegtuig, dat voor dit bijzondere doel afweek van de normale vliegroute,
leidde onze correspondent ook over het Zoutmeer van Eyre en over de ge
vreesde Simpsonwoestijn, die nog de geheimen bewaart van vroegere ontdek
kingsreizigers. Onze correspondent zal in enkele artikelen verslag uitbrengen
Ni ri-, 'V. GTL N'
mm
iwsSSSSMSSjy
Australië is nog het land van de cowboys. Onze correspondent fotografeerde deze
schapendrijvers te paard in het schapenstation Bundemar, waar vijfentwintig
duizend schapen grazen op veertigduizend hectaren.
(Vun onze correspondent, in Londen)
Zoals alle grote steden, lijdt ook Londen
aan een teveel aan auto's. In vijf jaar tijd
is het aantal parkerende wagens in cen
traal Londen met zesenvijftig percent toe
genomen. Op enkele uitzonderingen na zijn
de Londense straten nauw, hetgeen de ver
keerschaos in de hand werkt. Er is thans
een moedig plan uitgewerkt door een com
missie van deskundigen, waarin echter
merkwaardig genoeg de automobielorgani
saties niet vertegenwoordigd waren, welke
de regering aanbeveelt de helft van de
parkerende auto's uit de binnenstad te
verjagen. Dagelijks staan daar veertigdui
zend auto's aan de kant van de weg. De
grootste boosdoeners zijn de automobilis
ten, die hun wagen de hele dag voor hun
kantoor op straat laten staan.
Indien de regering het plan aanvaardt,
zal het gedaan zijn met het kosteloos par
keren. In een aantal wegen en straten zal
dan in het geheel niet meer mogen worden
geparkeerd en in andere zal voor het par
keren een hoog tarief worden berekend,
namelijk drieënhalve gulden voor een och
tend. Daarnaast wordt dan voorgesteld om
in de allerdrukste stadsdelen gecontroleer
de parkeerzones in te voeren, waar alleen
korte tijd mag worden stilgehouden. Par
keermeters zullen dit moeten regelen. De
eerste twee uur zullen dertig cent per uur
kosten, maar wie deze periode overschrijdt
zal vijf gulden boete moeten betalen. Bo
vendien kunnen de wagens, die de twee
uur-grens hebben overschreden, door de
politie worden weggesleept. Voorgesteld
wordt met dit drastische systeem een proef
te nemen in de noordwest-hoek van het
deftige Mayfair, waar normaal dertien
honderdvijftig wagens geparkeerd staan,
welk aantal tot de helft zal worden terug
gebracht.
De beroemde, statige pleinen met hun
vele historische gevels zullen onvermijde
lijk worden ontsierd door grote aantallen
parkeermeters, door speciale bewakers te
controleren. Ook de karakteristieke zij
straten met hun vaak prachtige herenhui
zen zullen niet aan de plaatsing van de
parkeermeters kunnen ontkomen. De auto
mobilist zal zijn shilling in de gleuf moeten
doen, welke hem het recht zal geven twee
uur te parkeren. Zodra deze periode ver
streken is, zal er een signaal in rood en
geel op de wijzerplaat van de meter ver
schijnen, de bewaker zet dan de automobi
list ogenblikkelijk op de bon. Een strook
papier zal aan de wagen worden bevestigd,
waarin hem wordt meegedeeld, dat hij bij
de gemeente is aangebracht, aan wie hij
rechtstreeks de boete zal moeten betalen.
Aanbevolen wordt ook eventueel het
Amerikaanse systeem van parkeren op het
voetpad over te nemen. Bestelauto's,
vrachtwagens en voertuigen behorende tot
openbare diensten worden vrijgesteld van
het gebruik van de parkeermeters. In de
speciale parkeerzones zullen straathande
laren worden geweerd. Later zullen er ook
in de eigenlijke city (het gebied rond de
Eank) twee gebieden voor proefneming
met het nieuwe parkeersysteem worden
afgebakend. Op de hoofdwegen zal een
algeheel parkeerverbod gelden. De moei
lijkheid is, waar ruimte te vinden voor de
verbannen twintigduizend wagens, waar
voor geen plaats meer zal zijn in de bin
nenstad. Zij zullen in de toch al drukke
wijken daaromheen een goed heenkomen
moeten vinden, zodat gevreesd wordt, dat
het nieuwe systeem alleen maar zal leiden
tot een verplaatsing van de verkeerschaos!
Het ideaal zou natuurlijk zijn, dat auto
mobilisten hun wagens aan de rand van de
stad verlaten en verder reizen per bus of
ondergrondse. Vandaar dat overwogen
wordt om in de nabijheid van de stations
der ondergrondse en van de einpunten der
bussen grote parkeerterreinen aan te leg
gen. Maar het reizen van en naar Londen
wordt dan hcogst omslachtig en het voor
deel dit per auto te doen twijfelachtig.
Miljoenen Londenaren verknoeien reeds
dagelijks vele uren door de enorme af-
kroonjuwelen. Maar op mijn reis zag ik
op een der grootste schapenstations van
Australië en van de wereld een hele rij
van dergelijke wandelende wolbalen de
loopplank van de schapenstal afkomen. In
hun grijzige vachten mocht ik later mijn
vingers begraven, de blanke wol ontbloten
en het goudgele wolvet voelen. Ik greep
vijftigduizend gulden bij de horens. Later,
in de zilveren stad in het midden der woes
tijn, die haar afsluit van de beschaafde
wereld, zag ik drieduizend voet onder de
grond het zinklood hakken uit de gangen
in een moordende hitte door zwoegende
arbeiders, die aan het eind der week met
driehonderd, soms vijfhonderd gulden
(meer dan het driedubbele van het norma
le basisloon) naar huis gaan. Daar zag ik
de andere rijkdom van Australië, aan mijn
voeten, in stukken en brokken.
In de heuvels, die als naaldbergen om
hoog steken in het vlakke landschap, is
elk bekend mineraal te vinden, maar in
de mijnen van de zilveren stad, graaft
men tegenwoordig alleen nog maar naar
het zink-lood-erts. De arbeiders verdienen
daarmee goud. Sommigen hunner glipt het
echter aan het eind der week snel door de
vingers in de speelholen. Deze zijn offi
cieel verboden, maar de overheid laat ze
met open ogen toe als een uitlaat voor hen,
die onder de grond hun spieren stalen en
daarmee vertier zoeken in het dobbelspel.
Op een avond glijdt vijftigduizend gulden
en meer door hun vingers. Ik zag één man
in twee seconden duizend gulden winnen.
Zijn rechterhand omknelde een dikke bun
der bankbiljetten. In de volgende seconde
had hij ze al aan de moloch geofferd. Hij
bleef onbewogen.
AUSTRALIë is een land met vele aspec
ten. Er zijn talloze Nederlandse immigran
ten, die dit ontkennen. Zij zien alleen de
eucalyptusbomen. Zij zien alleen de grote
stad. Zij zien alleen het platteland. Zij
wonen her en der, maar zij weten niet wat
het land verbergt, want de afstanden zijn
onmetelijk en hun voeten kunnen hen niet
brengen naar de plekken, waar de natuur
zich heeft uitgeleefd in een grilligheid, die
de stoutste verbeelding overtreft. Ik heb
streken bezocht waar de beschaving ver
spreid is en ik heb plaatsen gezien, waar
zij is neergevallen op één punt waar geen
wegen zijn en waar stofwolken het uit
zicht belemmeren. Er is geen warmte, er
is kokende hitte. Er wonen op zulke plek
ken tien mensen, maar er snellen tiendui
zenden kangoeroe's door de velden. Over
dit land liggen de artesische bronnen ver
spreid, die uit duistere diepten hun bijna
kokend water uitstorten in de geulen, die
naar verdroogde plekken leiden!
Wie overigens mocht denken, dat deze
plekken geheel worden geschuwd door de
immigranten, vergist zich. Het is waar, dat
de meeste immigranten zich vestigen in de
dichterbevolkte gebieden, die men voor
namelijk vindt langs de kusten van dit
werelddeel. Maar het is even waar, dat
zich ook in de uithoeken, in de verlaten
streken, op schapenstations en in de zilve
ren stad van Nieuw Zuid Wales, Neder
landers bevinden. Zij wonen in plaatsen,
waar de cafés nog zwaaideuren hebben,
die in het Amerikaanse wilde westen
slechts filmdecors inplaats van werkelijk
heid zijn. In de binnenlanden van Austra
lië heerst nog de sfeer van de cowboys.
Zij zijn deel van het land, dat verdroogt
onder de zon.
Door dit land trokken nauwelijks hon
derd jaar geleden de ontdekkingsreizigers:
Thomas Mitchell, Charles Stuart, Ludwig
Leichhardt, Burke en Wills en vele ande
ren. Zij hadden geen vliegtuigen en geen
auto's. Zij legden met inspanning van al
hun krachten en opoffering van hun leven
de woestenij open, waar thans honderd-
dertig miljoen schapen en vijftien miljoen
stuks vee grazen in een oneindigheid, die
zó groot is, dat men uren kan vliegen en
dagen kan rijden, zonder er ook maar één
levend wezen te zien.
standen, die zij naar en van hun werk moe
ten afleggen. De economische schade, die
dit oplevert, loopt in de miljarden. Het
komt door de monsterachtige afmeting,
welke de stad in de afgelopen eeuwen heeft
aangenomen. Woonwijken en kantoren lig
gen kilometers van elkaar af. Er zijn dui
zenden forensen, die zelfs meer dan hon
derd kilometer moeten afleggen en dage
lijks drie uur en langer onderweg zijn.
Daarom is de vijfdaagse werkweek, welke
voor de meeste kantoren en bedrijven in
het Londense gebied geldt, allerminst luxe.
Twee vrije dagen vormen zeker een ver
goeding voor het vermoeiende gejacht en
gesjouw van elke dag.
De algemene klacht is dat de regering
totmitoe niets positiefs heeft gedaan om de
verkeers misère op te lossen.