MOEDIG VORST WON IN ONHEILSNACHT
HET HART VAN ZIJN VOLK.
KAN
Hoger tram- en bustarief aan
drie gemeenten toegestaan
25 - 60% KORTING
OPRUIMING
Eisenhower koos ontwapening
als kern van zijn boodschap
Oostenrijkers brachten laatste
eer aan geliefd president
Lange afstandsprojectielen en kern
wapens moeten onder controle komen
Edgar Tytgat overleden
HONDERDVIJFTIG JAAR GELEDEN
Explosie op kruitschip verwoestte
binnenstad van Leiden
Lodewijk hielp redders
Vragen van Kamerlid over
uitspraak der rechtbank
G. Klijn te Santpoort
viert zilveren jubileum
Voor Haarlem en Leiden nog geen beslissing
Gary Davis op erewoord
in Amerika toegelaten
Auto uit militaire colonne
door trein aangereden
Ir. Fritschij benoemd tot
directeur nutsbedrijven
te Nijmegen
Wat Kan Kan Kan Kan alleen
Twintigjarig bestaan van
Ver. van Wegenbouwers
Bloembollenpensioenfonds
verplicht gesteld
VRIJDAG 11 JANUARI 1957
HAARLEMS DAGBLAD OPRECHTE HAARLEMSCHE COURANT
„GEEN RAMP die onze Stad Leyden ooit onderging heeft immer kunnen evenaren
aan de allerverschrikkelijkste gebeurtenis welke haar op dezen Maandagmiddag
den 12. January een quartier over vier uuren trof. Op dat allernoodlottigst tijdstip
stond eensslags de Hemel in vollen vlamdie van zulk eenen verbazenden slag
gevolgd wierd, dat men zelfs te Amsterdam en andere plaatsen omtrent tien uuren
in de rondte den slag voelde, denkend dat 'er een Aardbeeving tvas geschied. In
Leyden zelve wierd ondertusscheii in ééne minuut omtrent een derde deel der
Stad een prooij van de akeligste verwoesting en den deerniswaardigsten jammer.
Een ontelbare menigte Huizen wierd plotseling in eenen puinhoop verwisseld of
van hunne Glazen en Daken beroofd, en allerwegen klonk hartverscheurend gewee
klaag en gesteun van honderden Burgers waaronder zeer veele aanzienlijke
Ingezetenen die geheel of ten deele onder de puin bedolven raakten, dan wel
door rondvliegende stukken Glas of Steenen gewond wierden".
In deze trant schildert een ooggetuige
ons „de deerniswekkende rampspoede" die
Leiden honderd vijf tig jaar geleden op
12 januari 1807 trof toen op het deftige
Rapenburg aldaar een groot kruitschip,
geladen met zevendertigduizend pond grof
buskx-uit, door onbekende oorzaak ontplof
te en de lucht inging. De gevolgen waren
vei-schrikkelijk. Over een oppervlakte van
tweehonderdvijftigduizend vierkante me
ter werden alle gebouwen ter weerszijden
van het Rapenburg met de grond gelijk
gemaakt of onherstelbaar beschadigd, ter
wijl verder in de stqd, tot op vele kilo
meters afstand, de ruiten sprongen en de
dakpannen weggeblazen werden.
„Ongelukkiglijk", zo vervolgt de kro
niek, „wierd dit deerlijk onheil nog met
een nieuwen ramp vermeerdei'd door het
ontstaan van Brand in de ternedergestorte
Huizen, die in weerwil van alle betoonde
waakzaamheid niet voor den volgenden
ogtend ten 6 uuren geheel en al was ge
blust". Deze omstandigheid belemmerde
de pogingen tot redding van de ongeluk-
kigen die in de puinhopen bedolven
waren. Wat evenwel „eenieder tot grooten
steun en bemoediging strekte", dat was
dat „Zijne Koninglijke Majesteit Louis
Napoléon, van de beklaaglijke gebeurenis
kennis genomen hebbende, reeds des
Avonds om K 9 uuren op het di-oevig Too-
neel des oi.geluks arriveerde, alwaar
Hoogstdezelve in eigen Persoon niet
slechts aanzienlijke belooningen ad Tien
Ducaten toezegde voor elke geredde
Mensche, maar ook, zonder eenig gevaar
te ontzien, op de onverschrokkendste
wijze zelf medewerkte tot de redding van
de Ellendelingen, terwijl hij de nabestaan
den met de aandoenlijkste blijken van
deelneming omringde".
INDERDAAD won Lodewijk Napoleon,
toen nog slechts kort heerser over ons
land en verre van gezien, door zijn op
treden in Leiden met één slag de harten
van het ganse.volk. „Met tranen in de
ogen hinkte de bleke, moeilijk lopende
man in zijn eenvoudig uniform gans den
langen onheilsnacht onvermoeid over de
puinen; hier vertroostend, daar een ge
wonde ondersteunend, dikwijls zelf aan
het graafwerk deelnemend bij het rosse
schijnsel der toortsen. Hij was iedereen
een lichtend voorbeeld", zegt prof. Knap
pert in zijn in 1907 verschenen boek over
de Leidse catastrofe.
Maar de koning deed meer dan troosten
en helpen. Hij commandeerde zijn gehele
lijfgarde en een groot deel van het garni
zoen uit Den Haag op om puin te ruimen.
De Haagse bakkers liet hij nachtenlang
doorwerken om brood voor Leiden te bak
ken, hetgeen Lodewijk goeddeels uit eigen
zak betaalde. Uit zijn privé-middelen
schonk hij nog eens dertigduizend gulden
voor de leniging van de eerste nood.
Tevens stuurde hij grote aantallen „metze-
laai-s en glazenzetters" naar de getroffen
stad, terwijl hij bovendien nog op de
avond van de ramp de leiding nam van
een nationale inzameling, welke het voor
die tijd reusachtige bedrag van 156.216
gulden en drie stuivers opbracht!
Hij stelde zelfs, zeer tegen de zin van
Koningin Plortense, het Huis ten Bosch,
ter beschikking van de daklozen.
Het ontbrak dan ook niet aan geestdrif
tige odes en lofzangen op de eerder zo im
populaire vorst. Overal barstten de dicht
aders open om Lodewijks moed en hulp
vaardigheid te loven.
Stadswijk weggevaagd
ONTZETTEND waren intussen de tafe
relen, die zich bij het reddingswerk af
speelden. In de directe omgeving van de
plaats waar het kruitschip gelegen had,
woonden vele Leidse hoogleraren, grote
kooplieden en andere aanzienlijke burgers
in hun statige grachtenhuizen, onder an
deren de professoren Kluit (een bekend
litterator) en Luzac, ds. Broes, de „apothe-
cax-" Bonte en de steeni-ijke families Hu-
bregts, Van Randwijck, Van Hoogstraten,
Van Staveren en vele anderen. Noch van
hen, noch van hun huizen, hun kostbare
kunstverzamelingen en boekerijen, heeft
men ooit een spoor teruggevonden. An
deren ontsnapten op wonderbaarlijke
wijze aan den dood, zoals de schepen Dorst
en professor Rau. Met het puingruis nog
in hun kleren, waren zij onder de eersten
die het reddingswerk aanpakten. Op één
na alle kerken in het Rapenburgkwartier,
waaronder ook de thans nog bestaande
Lodewijkskerk (toen als „saaijhal" in ge
bruik) werden ernstig beschadigd. Erger
was het lot dat de schoolkinderen trof:
zowel de drie openbare scholen als de
Departementale School, de „Jooden
School" en de „kostschool van jufvrouw
Schneiter' stortten in of werden door
brand geteisterd. Slechts enkele leerlingen
wist men te redden.
IIonderdvijftig doden
VAN het geweld der ontploffing kan
men zich een beeld vormen uit de be
schrijvingen van tijdgenoten, van wie er
een de volgende schildering geeft: „Onder
de menigvuldige verwonderlijke uitwerk
zelen van de uitbersting is op te mei-ken,
dat het Water van het Rapenburg zich
door de perzing zoo hoog verheeven heeft,
dat de gragt een oogenblik geheel leeg
was. Daarna is hetzelve, als uit de Lugt
komende, met magtig geweld neergestort
door de daakelooze Huizen, merkelijke
schadcns toebrengend aan de Meubilen en
Beddegoederen, hebbende dit veelen op
het denkbeeld gebracht, dat het een Wolk-
bx-euk was
Ook aan navrante details ontbrak het
niet: „Wijders is bij dit droef voorval ook
het plaizierjacht van Struil, dat over
het Kruitschip lag zijnde daar juist een
aantal van veertien Lieden ter maaltijd,
met Man en Muis weggeslingerd en nooit
teruggevonden, behalve eene der Dienst
boden, welke later, van onder de Puinen
gered en zeer bedwelmd zijnde, de ver
zuchting slaakde: „Ach, dat ik maar on
der de Dooden gebleven was
MEER DAN een week duurde het red
dingswerk. In totaal werden er 151 doden
geborgen. Van vele tientallen anderen zijn
zelfs de stoffelijke resten nooit gevonden.
Tweeduizend andere Leidenaars liepen
min of meer ernstige verwondingen op;
vele honderden anderen waren door de
ramp dakloos en brodeloos geworden,
maar van alle kanten stroomde hulp toe,
in geld en in natura. De vex-antwoordings-
lijsten zijn bewaard gebleven en daarin
vindt men menig ontroerend blijk van of
ferzin vermeld: Van Z.M. Koning Louis
Napoléon vele Brooden. Van het Amster
dams Genootschap Doctrina et Amicitiae
10 zak rijst, 10 zak gort. Van het land-
schapsbestuur Drenthe: „vele produkten,
waaronder twee zak gepelde garst, een le
vendig kalf, vijftig aggelen aardappels en
een kist hemden". Van een onbekende uit
Utrecht 4 hemden en 8 p. kinderkousen.
Van een der veendorpen tweehonderd ton
nen turf. Uit Gouda, Den Haag, Dordrecht
en HaaxTem werkhulp, Metzelaars en Tim-
merlieden". Officiex-en, onderofficieren en j
manschappen van de Grenadiers en an- i
dex-e wapens offerden het idee is niet. I
nieuw! een dag tractement of soldij, j
rijke Gecommitteerden en Regenten zelfs j
een jaar salaris. De Michiels van Kesse- j
nich en vele andere leden der landadelen
stelden hun landgoederen en kastelen open
voor de daklozen, de „toneelisten" van de
Koninklijke Franse Schouwburg in Den
Haag schonken hun verdiensten van een
werkdag plus de gehele boetepot van een
jaar (bevattende de boeten wegens te
laat komen, gemiste repetities e.d.). De
acteurs van de Hollandsche Schouwburg
in Amsterdam lieten dat niet op zich zit
ten en offerden met bi-eed gebaar „hun
nog te vordex-en aandeel in een voorheen
gegeven „Benifice-voorstelling". Het suc
ces van de nationale inzameling hebben
wij al vermeld; Amstex-dam alleen bracht
hiervoor ruim f 200.000 bijeen; Haaiiem
kwam met f 44.061 uit de collectebus. „Een
Haarlemse weêuw", zo lezen wij in het
afrekeningsx-apport, had haar bijdx-age in
het volgende gedicht gewikkeld:
„God weet, hoe zwaar 't mij valt om
zelfs maar Iets te geven, 'k Heb een
gering bestaan en kan bezwaarlijk
leven, 'k Voldoe toch aan mijn plicht
met een zeer klein geschenk Van
weinig stuivers slechts, 'k Geef die met
vreugd' en denk: Als ook de rijke Liên
naar hunnen staat zoo geven, zal Leide
zeker ras uit zijne Puin herleven".
DAT LAATSTE echter zou een vrome
wens blijken te zijn. De slechte tyden ver
hinderden de algemene herbouw van de
verwoeste patriciërshuizen, zodat het to
neel van de ramp jarenlang een ruïne
bleef. Pas veel later zyn op die kale vlakte
het Van der Werffpark aangelegd en de
verschillende academische laboratoria ge
bouwd, die nu het Rapenburg omzomen.
Zelfs een behoorlijk gedenkteken kon er
niet op overschieten. Alles, wat nu nog
herinnert aan „Leidens donkerste uren"
is een onaanzienlyke gedenkplaat in de
wallekant van de gracht, waar eens het
kruitschip gelegen heeft. Vele Leidenaars
weten hem niet eens te vinden.
H. C.
Lodewijk Napoleon op de ruïne van
Leiden. Links wordt een der slacht
offers van de ramp uitgegraven.
(Gravure: A. A. Nunnink).
Rechts inhalen op de Rijksweg in
Haarlem mermeer
Het tweede Kamerlid de heer Burger
(P.v.d.A.) heeft aan de minister van Justi
tie de volgende vraag gesteld:
Indien het juist is. dat recent de rechtbank
te Haarlem een automobilist heeft veroor
deeld tot een maand hechtenis en vijf jaar
ontzegging van de rijbevoegdheid ter zake
van ï-cchts inhalen, wil de minister dan mede
delen, of eveneens een vervolging is inge
steld tegen en, zo ja, welke straf is opgelegd
aan de automobilist, die zich kennelijk aan
het niet zo zeldzaam voorkomende delict
heeft schuldig gemaakt van nodeloos links
rijden, ten gevolge waarvan het rechts inha
len blijkbaar mogelijk was?
Het betreft een uitspraak van de Haarlem
se rechtbank van 27 december, waarbij een
directeur van een bedrijf uit Brabant ver
oordeeld is tot twee héchtenisstraffen van
een maand en tot twee maal intrekken van
het rijbewijs gedurende vijf jaar wegens het
passeren van een auto aan de rechterkant en
het „snijden" van deze auto op de rijksweg
nummer 4 in de gemeente Haarlemmermeer
op woensdagmiddag 9 mei.
Bij de behandeling van de zaak is niet ge
bleken, dat de bestuurder van de andere
auto, een Haarlemmer, zich wegens een over
treding te verantwoorden heeft gehad.
Hedenmorgen is de heer G. Klijn, tech
nisch opzichtex--B bij het P.E.N. te Bloe-
mendaal, wonende Van Dalenlaan 115 te
Santpoort-station, ter gelegenheid van zijn
zilveren jubileum bij dit bedrijf door de
directie ontvangen en gefeliciteerd door de
directeur ir. J. den Boesterd, die hem een
gratificatie overhandigde. Van het provin
ciaal bestuur was er een bloemenhulde.
Hedenmiddag zal de heer Klijn te zijnen
huize namens de jubileumcommissie van
het P.E.N. gecomplimenteerd worden door
de heer G. E. Noordhof.
De venvoesting op het Rapenburg,
zoals een tijdgenoot haar zag. Op de
achtergrond de toren van de „Saaijhal",
thans de r.lc. Lodewijkskerk. Gravure
van L. Overbeek.
-NT
De ministers van Verkeer en Waterstaat worden ingevoerd, waarbij men meer gaat
en van Economische Zaken hebben op
grond van de negatieve bedrijfsresultaten
van de gemeentelijke vervoerbedrijven in
Amsterdam. Den Haag en Utrecht de door
deze gemeenten gevraagde tariefsverhogin
gen toegestaan. Daarentegen werd nog geen
beslissing genomen over de door de ge
meentelijke tram- en busbedrijven van
Rotterdam en Arnhem aangevraagde ta
riefswijzigingen en evenmin over het voor
stel tot tariefsverhoging, dat van de direc
tie van de NZH met betrekking tot de stads-
iijnen in Haarlem en Leiden is uitgegaan.
Zoals wij hebben gemeld, wenst de NZH
de enkele rit op de stadsbuslijn in Haarlem
en op de tramlijnen in Leiden van vijftien
op twintig cent te brengen en het overstapje
van twintig cent op een kwartje. In over
eenstemming daai'mee zullen niet meer ze
ven x-itten (in Leiden acht) op een kaart
van een gulden wox'den verstrekt, maar zes.
De weekkaarten en maandabonnementen
ondergaan een overeenkomstige verhoging.
De tax-iefsveiTioging in Amsterdam moet
nog door de gemeenteraad worden goedge
keurd. Zoals gemeld zal daar een geheel
ander tariefsysteem dan het gebruikelijke
Albanië wijst Joegoslavische
legatiesecretaris uit
BELGRADO (Reuter) Albanië heeft
zonder opgaaf van reden de eerste secre
taris van de Joegoslavische legatie in
Tirana tot persona non grata verklaard,
meldt het Joegoslavische persbureau Tan-
jug.
betalen naarmate men langer van bus of
tram gebruik maakt, een soort sectiestelsel
naar tijdsduur in plaats van naar afstand.
Het basistarief zou dertig cent per twintig
minuten worden.
In Utrecht worden de enkele-i-itprijzen
op twintig cent gebracht, met recht van
overstappen. De knipkaart wordt dan ze
ven x-itten voor een gulden, waarbij men
overigens moet bedenken dat de Utreohtse
buslijnen als x-egel aanzienlijk korter zijn
dan de Haarlemse.
De tariefsverhoging bij de Haagse Tram
weg Maatschappij zal variëren van 25 tot
Bij zijn aankomst te New York verklaar
de Gary Davis het KLM-vliegtuig, dat hem
van Amsterdam naar New York bracht,
niet te zullen verlaten als de Amerikaanse
autoriteiten zijn „wex-eldpaspoort" niet zou
den erkennen.
De immigratieautoriteiten hebben dit
echter geweigerd en Davis gevraagd zijn
Amerikaans paspoort te laten zien. Hij kon
echter slechts zijn „wereldpaspoort" tonen
en moest daarom aan boord van het vlieg
tuig blijven, dat donderdagmiddag weer
naar Nederland zou vertrekken. Het vlieg
tuig mag niet tanken als er nog een pas
sagier aan boord is. Ook moet het toestei
schoongemaakt woi-den en dat kan niet ge
beuren zolang er nog een passagier in zit.
De directeur van de immigratiedienst
van New York, Edward Shaughnessy, deel
de mee, dat Gary Davis voorwaardelijk (op
ei-ewoox-d) in Amerika is toegelaten. Deze
voorwaardelijke toelating betekent geen er
kenning van de geldigheid van het wereld
paspoort van Davis, zo voegde hij er aan
toe. De toelating werd door de wereldbur
ger zelf beschouwd als „de beste toepas
sing van de verklaring der UNO over de
rechten van de mens, welke onder meer
voorziet in de mogelijkheid om zich vrij
in de wex-eld te verplaatsen". Hij was ver
der van mening, dat het hier een „feite
lijke erkenning" van zijn wereldpaspoort
betreft.
Donderdagavond omstreeks kwart over
zes is op een onbewaakte overweg onder
Acht te Eindhoven een militaire vracht
wagen door de personentrein 's Hertogen
bosch-Eindhoven aangereden. De wagen
werd door de trein op het tweede spoor
geworpen, maar de chauffeur bleef onge
deerd. De verongelukte auto was de zesde
wagen in een militaire colonne, die de
overweg passeerde.
De raad der gemeente Nijmegen heeft
woensdagavond met algemene stemmen tot
30 8-.:^ ^.hebben, dat
een enkele rit met overstapbevoegdheid,
ir. P. D. J.
welke on het osenblik 20 rent knri A rent FritschiJ> hoofdingenieur bij de Provinciale
ADVERTENTIE
in de
bij
I. KAN - JUWELIER - HORLOGER
BARTELJORISSTRAAT 2 - TEL. 13004 - HAARLEM
WASHINGTON (Reuter) President
Eisenhower heeft donderdag in zijn jaar
lijkse boodschap over de stand van zaken
in de Verenigde Staten („State of the
Union") op een gemeenschappelijke verga
dering van het Congres gevraagd om steun
voor zijn voorstellen om communistische
agressie in het Midden-Oosten te weer
staan. Ik verklaar opnieuw, aldus de pre
sident, dat deze kwestie van vitaal en on
middellijk belang is voor de veiligheid en
vrede van de vrije wereld.
De Verenigde Staten kunnen een vijand
die een aanval op hen onderneemt, „zwaar
straffen", zo vervolgde de president. Er
worden in de Verenigde Staten voortdurend
doelmatiger wapens, waarvan er sommige
een verbazingwekkend vermogen hebben,
ontwikkeld.
Eisenhower legde grote nadruk op het
streven naar een aanvaardbare ontwape
ningsovereenkomst met de Sovjet-Unie. Wij
zijn bereid elke betrouwbare overeenkomst
aan te gaan die aan de neiging naar steeds
veiTiietigender kernwapens een einde
maakt. „In de wereld wordt het aanzwel
lende en begrijpelijke getij van nationalis
me gekenmerkt door een wijdverbreide re
actie op en opstand tegen tirannie, onrecht
vaardigheid, ongelijkheid en annoede.
Mannen, vrouwen en zelfs kinderen, die
een dorst naar vrijheid gemeen hebben,
stellen hun geest tegenover kanonnen en
tanks", zo zei hij.
De president bepleitte nauwe samenwer
king met de bondgenoten op allerlei gebied,
gericht op het versterken van de algemene
kracht en welvaart in de vrije wereld.
Eisenhower betuigde zijn instemming met
het streven van de Westeui-opese landen
om te komen tot een gemeenschappelijke
markt en samenwerking op het gebied van
de kernenex-gie.
De potentiële kracht van de onafhanke
lijk geworden volken in Azië en het Verre
Oosten acht Eisenhower een nieuwe pijler
voor de stabiliteit en de vrede in de we
reld, „als zij hun onafhankelijkheid kun
nen behouden".
„De Verenigde Staten kurmen zonder
samenwerkende buurlanden hun eigen vei
ligheid en welzijn niet handhaven, omdat
de Amerikaanse belangen de gehele wereld
omvatten. In de tweede plaats hebben wij
gemeenschappelijke belangen met elk volk
in de vrije wereld en ten derde vereist de
onderlinge afhankelijkheid van deze be
langen eei'bied voor de i-echten en de vrede
van alle volken", aldus Eisenhower. Deze
beginselen vormen het motief voor het
Amerikaanse optreden in de UNO, zo
zei hij.
Ten aanzien van het ontwapeningsvraag-
stuk verklaarde de president: „Een gezonde
en gewaarborgde overeenkomst inzake
opengestelde luchtruimen, ongewapende
schildwachten in de lucht en een verminde
ring van de bewapening zou een waarde-
volle bijdrage tot een duurzame vrede in
de komende jaren leveren. Wij zijn bereid
elk beti-ouwbaar akkoord aan te gaan,
waardoor aan de ontwikkelingsgang van
steeds vernietigender wordende kernwa
pens een einde wordt gemaakt, de ontwik
keling van ruimteprojectielen en satellie-
De Vlaamse kunstschilder Edgar Tytgat
Is de afgelopen nacht in zijn woning in
Sint Lambrechts-woluwe op zevenenzeven-
tigjarige leeftijd overleden. Hy is 28 april
1879 te Brussel geboren.
Tytgat bezocht de Academie van Schone
Kunsten in Brussel. Hij was lid van de
Vrije Academie van België (Stichting Ed-
mond Picard), lid van de Koninklijke
Vlaamse Academie, commandeur in de Or
de van Leopold II en officier in de Leo
poldsorde en de Kroonorde. Als schilder,
etser en illustrator laat Edgar Tytgat een
belangrijk oeuvre na: meer dan vijfhonderd
schilderijen, een honderdtal aquarellen en
talrijke tekeningen en etsen.
Tytgat begon als impressionist. Zijn
vroegste wei-k dateert uit 1905. Tijdens de
eerste wereldoorlog verbleef hij in Londen.
Daarna keerde hij terug naar België en
vestigde zich in de plaats waar hij nu
gestorven is. Omstreeks 1927 maakte hij
zich de stijl eigen, waardoor hij vooral
bekendheid heeft gekregen, een stijl in een
wat verhalende, naïeve trant. Hij maakte
reeksen houtsneden en illustraties bij
legenden en sprookjes. Zijn onderwerpen
vond hij in de folkloi'e, in de entourage
van kermissen en circussen en in zijn om
geving. Vele van zijn schilderijen bevatten
autobiografische gegevens. Zijn werkwijze
werd gekarakteriseerd door een zekere
onbeholpenheid, een natuurlijke argeloos
heid, humor en speelse fantasie. Zijn colo-
riet, van grote zuiverheid en fijn 'gescha
keerd, doet soms aan Matisse en Vuillard
denken.
ten op basis van wederkerigheid onder
controle wordt gebracht en een verminde
ring van de bewapening, de strijdkrachten
en de last van de militaire uitgaven uit-
voerbaar wordt gemaakt".
Laatste wapen
Diplomatieke waarnemers beschouwen
deze eerste officiële verklaring, dat de Ver.
enigde Staten bereid zijn over het toezicht
op de ontwikkeling van langeafstandspro-
jectieien te ondei-handelen, als het belang
rijkste punt uit Eisenhowers program. Naar
verluidt zou Eisenhower van mening zijn,
dat zijn vooi-stel tenslotte zou kunnen wor
den uitgebreid tot een poging om te komen
tot een algemeen verbod op de vervaardi
ging en het gebruik van lange-afstands-
raketten, waaronder het intercontinentale
pi-ojectiel, waarvan de baan van tevoren
nauwkeurig is bepaald. Dit projectiel, dat
„het laatste wapen" wordt genoemd, zai
volgens militaire deskundigen met een wa
terstofbom duizenden mijlen kunnen af
leggen.
De president liet in zijn van tevoren op
gestelde boodschap een passage weg, waar
in hij zou aankondigen, dat de Verenigde
Staten bereid zijn in de UNO verdere voor.
stellen te doen. De perschef van het Witte
Huis, Hagerty, maakte later bekend, dat
de president nog steeds van plan is, het
ontwapeningsvraagstuk in de UNO te be
handelen. Hij kon geen officiële reden
geven, waarom de president de passage had
weggelaten, doch hij zei te menen dat I
Eisenhower tijd had willen sparen.
Volgens de Amerikaanse UNO-delegatie
zullen de Verenigde Staten volgende week
bij de UNO-Assemblée in New York
nieuwe voorstellen inzake de ontwapening j
indienen.
De voorstellen voor de binnenlandse po-
litiek, die de president noemde, oxnvatten
nieuwe wetgeving om de bux-gerrechten
van negers in de zuidelijke staten te ver
zekeren en uit te breiden, maatx-egelen om
de inkomsten van de boeren te verbeteren,
scholen te bouwen, de natuurlijke hulp
bronnen te beschermen en de voordelen
van de huidige wetten op de gezondheid,
het onderwijs en de sociale voorzieningen
uit te breiden. De president merkte hierbij
op, dat veel van de nu voorgestelde maat
regelen vorig jaar reeds aan het Congres
waren voorgesteld, doch nog niet zijn af-
gehandeld.
De Nedex-landse Vereniging van Wegen
bouwers zal op 16 januax-i haar 20-jarig
bestaan viex-en. Zij werd in 1937 opgericht
met het doel de gemeenschappelijke be
langen der wegenbouwers te behartigen,
Naar op een heden te 's-Gravenhage ge
houden persconferentie werd meegedeeld,
zijn bij deze vereniging thans 150 onder
nemingen aangesloten, die in 1955 voor een
bedrag van bijna 175 miljoen aan wegen
bouwwerken en onderhoudswerk uitvoer
den én die werk verschaffen aan ongeveer
50.000 personen.
Sedert 3 oktober 1941 houdt de vereni
ging zich bezig met de opleiding van uit
voerders en hoofduitvoerdex-s, van straten,
makers en van het personeel dat de we-
genbouwmachines bedient. Deze opleiding
berust bij de „Stichting Bevox-dering We
genbouw" en staat onder leiding van de
Heemstedenaar P. C. Zanen. De vakoplei
ding van machinisten geschiedt thans in
een kamp te Ede.
Op omvangrijke wijze maakt de vereni
ging de laatste jaren propaganda voor een
nauwere samenwerking tussen overheid
en bedrijfsleven bij het ixitvoeren van het
wegenbouwpi-ogramma, terwijl zij ook
meewerkt aan het in 1956 opgerichte Stu
diecentrum voor Wegenbouw, dat beoogt
door een intensieve uitwisseling van gege
vens de techniek van de wegenbouw te
verbeteren.
Op verzoek van de organisaties van
werkgevers en werknemers in het bloem-
bollenbedrijf heeft de staatssecretaris van
Sociale Zaken met ingang van 1 februari
voor de mannelijke werknemers van 18
t/m 64 jaar, werkzaam in deze bedrijfstak,
het deelnemen in het bedrijfspensioen
fonds voor het bloembollenbedrijf verplicht
gesteld.
In dit te Haarlem gevestigde pensioen
fonds, dat reeds in 1931 is opgericht, rxemen
ongeveer 14.350 werknemei's deel.
Met inbegrip van dit pensioenfonds is
het aantal bedi'ijfspensioenfondsen, waarin
de deelneming op grond van de wet be
treffende verplichte deelneming in een be
drijfspensioenfonds verplicht is gesteld,
thans gestegen tot 22.
(Van onze correspondent in Wenen)
Donderdag is president Theodor Körner
met alle eer, die een staatshoofd past, naar
zyn laatste rustplaats gedragen. Sinds
keizer Frans Josef heeft men in Oosten
rijk nooit met zoveel belangstelling en zo
veel oprechte droefheid afscheid genomen
van het hoofd van de staat.
De plechtigheid in de grote zaal van het
Weense gemeentehuis werd geopend met
de treurmars uit de „Eroïca" van Beet
hoven. Tegenover de katafalk had zich
het episcopaat van Oostenrijk opgesteld,
onder leiding van de aartsbisschop, die de
absoute verrichtte.
Een indrukwekkende afscheidsrede
hield de bondskanselier Raab, die Körner
reeds als jong officier aan het Italiaanse
front had leren kennen. Hij herinnerde
onder meer aan een poging tot algemene
staking in Wenen: toen de stakers begon
nen waren de tramrails en de straten op
te breken, verscheen opeens Körner als
burgemeester, geheel alleen en zonder be
scherming van de politie. Hij sprak met de
stakers en wist hen ervan te overtuigen
dat zij de staking moesten opheffen. Raab
besloot zijn afscheidsrede met de woorden:
„Wanneer zijn stoffelijk overschot voor
de laatste maal door de straten trekt van
die stad, waarvan hij zoveel heeft gehou
den, dan zal de bevolking van Wenen en
van geheel Oostenrijk hem dank*®
zijn werk en voor zijn voorbeeld".
Langs de straten van de binnenstad
stond het zwart van mensen. Meer dan
een kwart miljoen Oostenrijkers waren
opgekomen om afscheid van hun presi
dent te nemen.
Achter de wagen met de baar liepen
enkele familieleden en de chauffeur van
de president, Semrad, die hem reeds 40
jaar geleden als oppasser aan het front
en in de kazerne had gediend en die hij
later als chauffeur in zijn dienst had ge
nomen.
Terwijl een militair muziekkorps met
omfloerste trommels en vaandels treur
muziek speelde, trok de rouwstoet een uur
lang door de straten van de binnenstad.
Bijna alle bisschoppen en abten van Oos
tenrijk liepen in de stoet mee, gevolgd
door de buitenlandse diplomaten in hun
met gouden tressen versierde uniformen.
In de eerste rij van de diplomaten schreed
naast de regerende vorst van Liechten
stein, ook de Nederlandse gezant mr. E.
Star Busman, als persoonlijk vertegen
woordiger van Koningin Juliana, van
Prinses Beatrix en tevens van Groot
vorstin Charlotte van Luxembui'g.
Op het Schwax-zenbergplein formeerde
zich een kleinere stoet, die zich per auto
naar het centrale kerkhof begaf, waar het
stoffelijk overschot onder twaalf schoten
van de zware artillerie in een eregrnf voor
staatshoofden w»H hn>