Pleidooi voor oudheidkundig
museum in Haarlem
Binnenkort geen NZH-bussen meer
door dorpskern van Lisse
Finse film, die karakter van
een volk weerspiegelt
V,DE GRAAUWE HENGST"
Interessante suggestie met
gevarieerde aspecten
Naar aanleiding van „De onbekende soldaat"
15
De heer C. A. Schipper
ere-Iid van HPC
Hongaarse centra wor^n
opgeheven
Heemsteeds meisje
op vrije voeten
Om de Joco-beker
Mr. D. Hanekuijk sprak
voor B.A.B. over Nieuw-
Zeeland
Twee verkeersongelukken
te Haarlem
Op bevrijdingsmonument
drukt nog grote schuld
Burgerlijke Stand
van Lisse
Zandvoorts protest tegen
radio-uitzendingen
Burgerlijke Stand van
Haarlëmmermeer
Eerste steen gelegd voor
Sint Josephschool
H. Plant overleden
Journalistieke onderschei
ding voor Henk Leffelaar
in de Verenigde Staten
Burgerlijke Stand van
Haarlem
VRIJDAG 25 JANUARI 1957
HAARLEMS DAGBLAD OPRECHTE HAARLEMSCHE COURANT
De heer H. C. Wieringa schrijft ons:
„De oude Spaarnestad is vele musea rijk
en' kan op grond hiervan op een inter
nationale vermaardheid bogen. Wat men
echter in vele historierijke steden vindt,
maar in Haarlem vergeefs zal zoeken, is
een oudheidkundig museum.
Haarlems groei en ontwikkeling ge
durende bijna acht eeuwen en zijn positie
als centrum van Kennemerland, waarvan
de geschiedenis tot zelfs in de Romeinse
tijd teruggaat, zou een dergelijk museum
zeker rechtvaardigen.
Vooral nu de laatste jaren regelmatig
belangwekkende vondsten gedaan worden
i/c denk hierbij aan de vondsten in
Santpoort, Bloemendaal en Veisen, bij de
Kinderhuisvest, het Stadhuis en omgeving,
de conciërgewoning op het Prinsenhof, de
Nassaulaan en onlangs achter het pand in
de Anegang waarbij een indrukwek
kende collectie kannetjes en munten aan
de oppervlakte kwam, ivordt het ont
breken van een centraal punt, waar deze
curiosa verder onderzocht en voor het
nageslacht bewaard kunnen worden, als
een groot gemis ervaren.
De rechtmatige vinders zijn zeker bereid
hun vondsten geheel of gedeeltelijk voor
dit doel af te staan, terwijl het gemeente
lijk archief en het Frans Halsmuseum, zon
der twijfel over veel beschikken, dat de
inhoud van dit museum lot een boeiende
expositie kan maken.
Ligt hier misschien voor het Gemeente
bestuur in samenwerking met genoemde
instellingen een taak? Voor een geschikte
ruimte zijn, lijkt me, wel mogelijkheden:
de Vleeshal, of anders de Hoofdwacht,
Waag of Vishal."
De heer H. C. Wieringa heeft hiermee
een belangrijk probleem aangeroerd, dat
door de daartoe gevoegde instanties en
autoriteiten reeds enige tijd wordt be
keken, zonder dat men kan spreken van
een spoedig te verwachten oplossing. Het
vraagstuk heeft namelijk tal van kanten
en hangt samen met het gehele rn> eum-
wezen in Haarlem. Men moet namelijk
vooral in deze tijd van beperkingen
uitgaan van twee punten: Welke musea
zijn in Haarlem noodzakelijk en welke
ruimten en mogelijkheden zijn op het
ogenblik beschikbaar. Nu lijkt het ons
voor geen tegenspraak vatbaar, dat Haar
lem in de eerste plaats dringend behoefte
heeft aan een museum voor hedendaagse
beeldende kunst. De gemeente bezit reeds
een aantrekkelijke en belangwekkende
verzameling, welke echter bij gebrek aan
passende tentoonstellingsruimte nog niet
voldoende tot haar recht komt. Bovendien
dient na de het vorig jaar zo geslaagde
tentoonstellingen in de Vishal op korte
termijn een vorm gevonden te worden
voor deze in de toekomst te handhaven
wisseltentoonstelliingen, waarvoor de Vis
hal zo uitermate geëigend is gebleken. Dit
wil niet alleen zeggen, dat de Vishal nu
ook voor dat doel beschikbaar moet blij
ven, maar ook dat er spoedig een conser
vator dient benoemd te worden voor de
moderne kunstverzamelingen van de ge
meente, welke functionaris dan tevens be
last kan worden met de organisatie van
de genoemde tijdelijke exposities en an
dere manifestaties. De Vishal zou men dan
kunnen zien als de kern van het toekom
stige museum voor moderne kunst. Is
daarmee de bestemming van de Vishal
min of meer door de omstandigheden be
paald, hetzelfde is het geval met de Vlees
hal. Dit gebouw werd bij wijze van proef
en op verzoek van het gemeentebestuur
door de stichting „Haarlems Bloei" geëx
ploiteerd. De bedoeling was vooral na te
gaan op welke wijze de Vleeshal op ver
antwoorde wijze kon worden ontsloten ten
bate van het Haarlemse culturele leven,
waarbij men het woord „cultureel" in een
brede betekenis dient te verstaan. Ook
evenementen met een overwegende inslag
van ontspanning of van commercie kun
nen immers geboden worden op een peil,
dat het predikaat cultureel rechtvaardigt.
Aangenomen kan worden, dat het ge
meentebestuur de tijd gekomen acht om
De heer C. A. Schipper, die gedu—nde
ruim zeven jaar de bijzonder actieve voor
zitter van de Heemsteedse 7,wem- en Polo
club „H.P.C." is geweest, heeft thans op
doktersadvies voor deze functie moeten be
danken. Tijdens de jaarlijkse algemene
ledenvergadering, die woensdagavond in de
tuinzaal van het cafetaria-restaurant aan de
Binnenweg in Heemstede gehouden werd,
heeft hij dan ook als zodanig afscheid ge
nomen. waarbij uit de verschillende tot hem
gerichte toespraken duidelijk bleek, hoe
zeer dit gedwongen besluit door de vereni
ging wordt betreurd. Met algemene stem
men besloot men de heer Schipper tot ere
lid te benoemen, hetgeen hem in uiterst
waarderende bewoordingen werd medege
deeld door de ere-voorziter, de heer A. J.
Braam. Als voorziter zal hij worden opge
volgd door de heer i. van Rhijn.
Daarvoor hadden de secretaris en de pen
ningmeester hun gebruikelijke jaarverslagen
reeds voorgelezen. Uit het eerste bleek een
stijging van het ledental met 31 tot 362. ter
wijl het tweede een behoorlijk batig saldo
kon vermelden. Vervolgens reikte de heer
C. A. Schipper de diverse prestatieprijzen
uit, welke als volgt werden toegewezen: de
Hasper-medaille voor mevrouw Van de
Linde; 1 k.m.-wedstrijd voor F. van der
Eynde; de meisjes-aspiranlenprijs voor Hen-
ny Vlaanderen: de clubrecordbeker voor
Lize Remer: de jongens-aspirantenprijs voor
Kees van Staalen; cle schoolslagbeker voor
Wicky Hofman; het score-schild voor Jan v.
Dijk en de beste algemene prestatiebeker
voor Rudi Prins.
De bestuursverkiezingen vermeldden di
verse mutaties, doordat behalve de heer C.
A. Schipper ook de secretaris, de heer A. M.
Heerkens Thijssen en de heren M- Th. Mau-
ritz, J. J. Wensing en E. Vrugt zich niet meer
herkiesbaar hadden gesteld. In hun plaats
werden gekozen mejuffrouw A. Balk en de
heren B. van Rhijn, J. M. Bakker, P. van
Egmond. mr. E. F. Dijkstra, D. C. Grimmon
en W. van Groningen. De heer B. van Rhijn
werd door de vergadering als voorzitter be
noemd, de overige functies zullen nog in
het bestuur worden verdeeld.
Aan het slot van deze vergadering werd
de vereniging namens de jubileum-commis
sie nog een fraaie nieuwe clubvlag met een
gestyleerd embleem aangeboden door de
heer A. M. Heerkens Thijssen. Tijdens de
rondvraag informeerden verschillende leden
naar de vo irgenomcn En geland-trip. waar
op door de voorziter werd geantwoord, dat
deze nog geheel in het bestuur moet worden
behandeld.
zich over de toekomstige exploitatie van
de Vleeshal te beraden, daarbij gebruik
makende van de waardevolle ervaringen
van de laatste jaren. Zoveel is wel zeker:
men zal er naar streven de Vleeshal te
behouden als „open" huis voor de Haar
lemse gemeenschap. De ervaring heeft ge
leerd, dat dat in brede kringen op prijs
wordt gesteld.
Dat wil echter ook zeggen, dat de Vlees
hal niet gezien kan worden als een cen
trale plaats voor een vaste verzameling,
tenzij wellicht op de bovenverdieping. De
ruimte welke in het Waaggebouw beschik
baar is, zal waarschijnlijk niet toereikend
blijken voor de ongetwijfeld snel groeien
de collectie welke de heer Wieringa op het
oog heeft. Over de bestemming van de
Hoofdwacht durven wij ons, na de ge
bleken gevoeligheden op dat punt, niet
meer aan een voorspelling te wagen
Niet onder het stof
Dit alles betekent evenwel geenszins,
dat wij afwijzend zouden staan tegenover
de gedachte van de heer Wieringa. In
tegendeel: wij zijn ervan overtuigd, dat
een dergelijke collectie van grote waarde
voor de stad kan zijn. Het gaat er maar
om, dat én de ruimte wordt gevonden,
waarin een dergelijke verzameling tot
haar recht kan komen én dat bovenal een
vorm van expositie, beheer en exploitatie
wordt gevonden, welke erop gericht is
geen „dood" museum te krijgen, zoals he
laas met maar al te veel „oudheidkamers"
en dergelijke in den lande het geval is.
Wie een artistieke en historische verzame
ling beheert, moet meer de nadruk leggen
op de exploitatie dan op de conservatie:
men heeft niets aan een tentoonstelling
van stoffige documenten en vergeelde fo
lianten. Vooral met min of meer gespecia
liseerde verzamelingen doet men er daar
om goed aan een zodanige combinatie met
andere objecten te bereiken, dat er vol
doende verscheidenheid is om een groot
en uiteenlopend publiek blijvend te
boeien. Maar dat is nu juist voor de ar
cheologische verzamelingen welke de heer
H. C. Wieringa op het oog heeft geen pro
bleem. Het is ons niet onbekend gebleven,
dat dr. W. G. L. Wieringa gaarne een vas
te expositiegelegenheid zou vinden voor
zijn kostbare en kostelijke historische dio
rama's. Tot nu toe heeft steeds het ruimte
probleem verhinderd een goed onder
komen te vinden voor deze collectie, die
een grote wandlengde vereist. Maar er is
nog meer: de vereniging „Haerlem" heeft
nog altijd het plan om een oudheidkamer
in te richten. Het is dus begrijpelijk, dat
de heer H. C. Wieringa en velen met hem
zich afvragen of het dan niet mogelijk is
al deze initiatieven, activiteiten en voor
nemens te bundelen, opdat er iets werke
lijk waardevols wordt geschapen, dat én
de Haarlemmers én de toeristen als een
der belangrijkste bezienswaardigheden
van de stad zullen beschouwen.
Het ontvangstcentrum voor Hongaarse
vluchtelingen te Haarlem, gevestigd in
„Bethesda Sarepta" aan de Hazenaters-
laan, zal met ingang van maandag worden
opgeheven. Ook het ontvangstcentrum in
„Vijverduin" te Bloemendaal zal zijn
werkzaamheden beëindigen. Alle in de
centra tijdelijk gehuisveste vluchtelingen
zjjn intussen ondergebracht. Donderdag
avond zijn de laatste Hongaren uit het
centrum naar de „pleeggezinnen" ver
trokken.
Over de opheffing worden thans nog be
sprekingen gevoerd tussen de provinciale
Stichting voor maatschappelijk werk, het
Haarlems comité en de nationale federatie
voor vluchtelingenhulp. Het ligt wel in de
bedoeling met de in Haarlem onderge
brachte vluchtelingen contact te onderhou
den. De gedachten gaan uit naar het be
leggen van enkele bijeenkomsten per week,
die in een Hongaarse „sociëteit" kunnen
worden belegd. Op deze bijeenkomst zul
len de vluchtelingen de voor de aanpas
sing noodzakelijke vorming kunnen ont
vangen; deze ontmoetingen zijn tevens
nuttig voor het onderling contact tussen
de vluchtelingen.
Deze ontmoetings- en vormingsavonden
zullen vooralsnog in „Bethesda Sarepta"
worden gehouden, zolang „Meer en Bosch"
te Heemstede de gebouwen zelf niet in ge
bruik neemt. Hierover zullen in het begin
van de volgende week besprekingen wor
den gevoerd. Het Roode Kruis, dat het tij
delijke ontvangstcentrum heeft ingericht,
zal „Bethesda Sarepta" zoveel mogelijk
ontruimen. De ter beschikking gestelde
materialen, die in het gebouw niet meer
nodig zijn, zullen aan de eigenaars worden
geretourneerd.
Levenloos gevonden baby
Het diepgaande onderzoek, dat de Heem-
steedse politie heeft ingesteld naar de
herkomst van het lijkje van een de vorige
week vrijdag op een stukje land aan de
Sportparklaan aangetroffen pas geboren
baby, is thans onder leiding van de rcch-
ter-commissaris geëindigd.
Gebleken is, dat het kinderlijkje ter
plaatse is neergelegd door een ongehuwd
negentienjarig Heemsteeds meisje, dat haar
zwangerschap, evenals de bevalling, voor
haar omgeving had weten verborgen te
houden. Tengevolge van de primitieve om
standigeheden waaronder de bevalling
plaats had waarbij ook geen hulp aan
wezig was is de baby kort na de ge
boorte overleden. Het meisje heeft het
stoffelijk overschot daarna zelf op het
genoemde terrein verborgen. Nadat zij
aanvankelijk in arrest was genomen, is zij
thans op vrije voeten gesteld.
Gisteravond is een begin gemaakt met de
nederlaagwedstrijden om de Joco-beker,
waaraan door drie Haarlemse clubs wordt
deelgenomen: Park Soc., ADO en Kenne
merland, bekerhoudster.
Als eerste wedstrijd speelde Hof van Hol
land tegen B.C. „Park Soc.". De totaalstand
werd 9-3 voor Hof van Holland.
In hotel-café-restaurant „Boekenroode"
te Aerdenhout heeft mr. D. Hanekuijk uit
Wellington, thans wegens studiedoeleinden
weer tijdelijk in Nederland vertoevende,
dezer dagen voor een groot aantal le
den van de Vereniging Buurtbelang Aer-
denhout-Bentveld een interessante cause
rie gehouden over „Land en volk van
Nieuw-Zeeland". Mr. Hanekuijk stak
daarbij zijn enthousiasme voor dit land
geenszins onder stoelen of banken, en il
lustreerde zijn lezing met een aantal fraaie
kleurendia's en zwart-witplaatjes.
Nieuw-Zeeland is acht keer zo groot als
Nederland en heeft een bevolking van
slechts twee miljoen zielen. Men wordt
dan ook direct getroffen door de „ruimte",
die dit land biedt. Nieuw Zeeland, dat uit
twee grote eilanden bestaat, heeft overwe
gend een zeeklimaat. Liet uiterste noorden
van het Noordeiland wordt echter geken
merkt door een subtropisch klimaat. Door
de vele zonneschijn afgewisseld met re
genperioden is de grond van nature
vruchtbaar en het is dan ook niet vreemd
dat Nieuw-Zeeland een landbouwstaat bij
uitnemendheid genoemd kan worden.
Zuivel, vlees en wol dragen in grote mate
bij tot de welvaart van het land. De hoge
levensstandaard brengt ook gevaren met
zich mee, maar ontsporingen blijven toch
uitzonderingen. Het aantrekkelijkste ge
bied van Nieuw-Zeeland ligt niet in de
steden doch daarbuiten op het platteland.
De Maori's, thans ongeveer 135.000 in ge
tal, hebben een gelijkberechtigde positie.
Dit volk levert een waardevolle bijdrage
tot het welzijn van dit land. De Maori
staat ook in cultureel opzicht op een hoog
peil.
De Nederlander voelt zich in Nieuw-
Zeeland over het algemeen goed thuis,
omdat hij dit land goed kan overzien. Toch
zal de emigrant ook moeilijkheden onder
vinden vooral op het gebied van de taal en
de huisvesting.
De emigrant dient zich goed te realise
ren dat met emigreren vaak een hecht en
gesloten levensverband wordt doorbroken
en dat men niet mag verwachten in het
nieuwe vaderland een pasklare gemeen
schap te vinden. Het komt er op aan een
gehele nieuwe situatie te aanvaarden. Men
voelt in Nieuw-Zeeland in het algemeen
weinig voor grootscheepse immigratiebe
wegingen, men is veel meer gesteld op ge
schoolde krachten, die men in dit land op
velerlei terrein goed kan gebruiken.
Mr. A. Bos, voorzitter van Buurtbelang
Aerdenhout-Bentveld dankte na afloop de
spreker voor zijn helder betoog, waarmede
het talrijk gehoor door een warm applaus
van harte instemde.
ADVERTENTIE
Op moutwijnbasis gestookt met
jeneverbessen. Geurig, zeldzaam
zacht.
Zo'n Graauwe Hengst op z'n tijd
brengt uit en thuis gezelligheid.
\Het beste paard van(de Schiedamsestal.
OPGERICHT 1714
De gemeenteraad van Lisse zal maandag
bijeenkomen ter bespreking van enige be
langrijke onderwerpen. Een daarvan is het
plan van de NZIIVM gezien het spoedig
in te voeren eenrichtingsverkeer door de
Lissese dorpskom alle bussen de zoge
naamde randweg te doen volgen. De
NZHVM ziet zich tot deze plannen genood
zaakt, doordat de Rijkswaterstaat in geen
geval bereid is. haar ontheffing te verlenen
om voor het busverkeer uit zuidelijke rich
ting gebruik te blijven maken van het
smalle gedeelte van de Heereweg.
Wel zal zij toestemming kunnen verkrij-
geen, haar bussen uit de richting Leiden
te laten doorrijden tot de Zwanendreef of
tot de Bondstraat, maar in geen geval ver
der dan het gemeentehuis. Zou de ver
voermaatschappij dus niet het randweg
traject willen volgen voor het busverkeer
in beide richtingen, dan zou voor het ver
keer uit zuidelijke richting moeten worden
gebruik gemaakt van secundaire wegen, die
voor het busverkeer volkomen ongeschikt
zijn. Enige proefroutes zijn gereden, onder
meer via de Kapelstraat en Kanaalstraat.
De conclusie was, dat in deze straten niet
met bussen kan worden gereden, daar zij te
smal zijn. Bovendien zouden verscheidene
gevaarlijke en onoverzichtelijke kruispun
ten moeten worden gepasseerd. Bij de over
weging het busverkeer in beide richtingen
via dé randweg te leiden, is voorts van be
lang het feit, dat Lisse zich voortdurend in
oostelijke richting uitbreidt en het Vier
kant het centrum niet meer is.
■~-eo?rr<xxxxr>yyyy>:<)Ccayyxx>yyz<yxccccGr-cc?cc&occccccr^
Van heden af wordt in het Lido- g
theater vertoond de Finse film „De on- 6
bekende soldaat". Deze. film was op het-?
laatste filmfestival te Cannes zoveel alsïj
een openbaring. Ze ib'ordt in neven- o
staand artikel geïntroduceerd door deg
Haarlemse Finland-kenner Ernst Dixon,
die op zijn reizen door het hoge Noor
den lange tijd in Finland verbleef en8
ons naar aanleiding van „De onbekende
soldaat" deze beschouwing over a ar dj
en karakter van het Finse volk deed?
toekomen.
o5»»33Daxx>3oax>ooooooooax>oooocoooDoocoooocooocc<xcx
„De onbekende soldaat" is een „men
selijke" oorlogsfilm, het verhaal van een
klein groepje mannen, dat vecht zonder
van vechten te houden, gewone mannen en
jongens, die de oorlog haten en hem toch
bedrijven.
„De onbekende soldaat" is een Finse
film. Er komen maar weinig Finse films
in ons land, ondanks het feit dat er in het
land van de zestigduizend meren talrij
ke worden gemaakt deze film is bij
voorbeeld al de vijfentwintigste van regis
seur Edvin Laine. Het is hier niet de be
doeling een oordeel over deze film te ge
ven, slechts om enige achtergronden te be
lichten. Misschien zal men zich aanvan
kelijk ergeren aan de uniformen der
Finse soldaten, die namelijk van het aan
ons zo bekende Duitse model zijn. Toch
zal het goed kunnen stemmen te zien hoe
de Finse soldaat zijn uniform bewust slor
dig draagt. Om tenminste op die manier
zijn individualiteit te tonen. Die enorme
individuele inslag blijkt ook uit het verzet
van de Fin tegen de voor een goed leger
onontbeerlijke discipline. Zeer tragische,
maar ook uiterst komische scènes zijn aan
dit gegeven gewijd. Het sterke karakter
van de mensen, die van oudsher ieder voor
zich in de eindeloze bossen van het grote
Finland hun bestaan hebben opgebouwd,
buigt zich niet voor een brallende officier.
Een typisch voorbeeld hiervan is de figuur
van Lehto. die een zijns inziens onzinnig
disciplinair bevel weigert op te volgen en
dan gestraft wordt met op wacht staan.
Wanneer een paar vijandelijke jagers laag
over komen en alle soldaten hun toevlucht
zoeken in de loopgraven, blijft hij temid
den van inslaande projectielen kaarsrecht,
als een vlees geworden stukje Finse on
verzettelijkheid. staan. „Ze moesten toch
zo nodig bevelen geven", zegt hij. „laat
ze dan maar zien wat er van komt".
Deze Finse rolprent heeft een lange
voorgeschiedenis. De laatste oorlog heeft
•zich in al zijn verschrikkingen aan het
volk van Suomi getoond. Toch en misschien
wel juist daarom heeft het twaalf jaar
moeten duren voordat men het waagde
met een film de herinnerig aan deze zwar
te tijd op te roepen. „De onbekende sol
daat" is ontstaan uit het gelijknamige boek
van Vainö Linna, die er ook jaren voor
nodig heeft gehad zijn beeld van de Finse
soldaat in de oorlog te voltooien. De door
hem beschreven gebeurtenissen spelen zich
af in de oorlog die voor Finland van 1941
tot 1944 duurde. In tegenstelling tot de
korte worsteling van het Finse volk in de
winter van 1939 tot 1940, voltrok zich deze
strijd zonder dat de ogen van de gehele
wereld erop gericht waren. De schrijver
heeft zich echter met politieke beschou
wingen niet opgehouden. „Ik schilderde
een groepje mensen, dat ik probeerde te
laten leven, zodat men ook zou kunnen
zien. wie het waren die hier stierven", zei
hij er zelf van. De film maakte evenals het
boek in Finland een geweldige opgang.
Dat het Finse volk „De onbekende sol
daat" accepteerde was een bewijs voor de
eerlijkheid ervan. Want deze Noorderlin
gen, die men zo weinig over de oorlog
hoort spreken, zouden zeker niet warm
zijn gelopen voor een romantisch beeld
van de hel, die ze bijna stuk voor stuk van
nabij hebben,gékend. Maar in Vainö Lin-
ria's werk herkenden ze zichzelf. Daarom
krijgen wij1 *8ok in deze film bij uitstek
de gelegenheid om iets te zien van de ty
pische geaardheid van het Finse volk. Wat
de Finnen zelf „sisu" noemen, de wil om
iets, waarmee ze bezig zijn. door te drijven,
komt er vele malen in tot uiting. Ook de
natuurlijkheid, waarmee de dood aanvaard
wordt. En het verlangen om zichzelf eens
helemaal te buiten te gaan blijkt wanneer
de soldaten tijdens een periode van rust
zelf aan het alcohol brouwen slaan.
Geschreven door een arbeider uit een der
Finse steden, die zelf aan het front niet
meer dan soldaat was, is het louter het
verhaal geworden van één peloton. De
soldaat in de voorste linies komt er in uit
als een. die zijn verschrikkelijke taak dik
wijls vloekend volbrengt en die zoals de
schrijver zegt „heldenmoed, het vaderland
en dergelijke grote woorden aan zijn laars
lapt. Bepakt en bezakt, met zijn bontmuts
op zijn hoofd, zijn geweer op zijn rug, pa
tronen in zijn jaszak, en een oud stukje
brood in zijn broodtas. speelde hij zijn rol
in het grote drama. Zo was hij wanneer
hij achter een steen of een heuveltop zich
inspande de wachtende dood te trotseren.
En toen hij overwonnen terugkeerde, zijn
uniform aan flarden en met de herinnering
aan zijn gestorven kameraden als het enige
overgeblevene, trok hij zijn mond tot een
glimlach".
Hoewel slechts zeer weinigen iets van de
moeilijke Finse taal zullen kunnen ver
staan, is het toch de moeite waard er af
en toe even met bijzondere aandacht naar
te luisteren. Want hoewel in deze zeer
realistische film niet bepaald moeite is
gedaan mooi te spreken, blijkt er toch uit,
welke bijzondere plaats het Fins door zijn
harmonische klankrijkheid onder de talen
der wereld inneemt.
Ernst Dixon
Jeugdige wielrijder tegen tram
gebotst
Op het Houtplein te Haarlem is donder
dagmiddag omstreeks halfvijf een elfjarige
jongen tegen een tram gereden. Vermoe
delijk met een schedelbasisfractuur is hij
naar het St. Elisabeths Gasthuis vervoerd;
zijn toestand was vanmorgen nog ernstig.
De jongen fietste op de Baan en wilde
in de richting van het Lorentzplein rijden.
Juist vóór een auto, die van de Dreef
kwam, stak hij de weg over en daarna
heeft hij vermoedelijk omgekeken. Daar
door heeft hij waarschijnlijk niet gezien,
dat op het Houtplein een tram reed, ko
mende uit de Tempeliersstraat. De jongen
reed tegen de treeplank van.de eerste wa
gen van de vier. Ernstig gewond is hij per
ziekenauto naar het Gasthuis overgebracht.
Getuigen van het ongeval wordt ver
zocht zich in verbinding te stellen met de
verkeerspolitie voor het verstrekken van
inlichtingen.
Een vijfenzeventigjarige Haarlemmer
wilde donderdagmiddag om ruim drie uur
het Soendaplein bij de Floresstraat over
steken. Hij heeft te laat gezien, dat uit de
richting stad een auto naderde en werd
aangereden. Met een lichte hersenschud
ding is de gewonde naar het ziekenhuis
Sint Joannes de Deo overgebracht.
B. en W. van Lisse zijn ervan overtuigd,
dat de omlegging speciaal bij de winkeliers
aan het Vierkant en de Heereweg geen gun
stig onthaal zal vinden. Gemeend wordt
echter, dat deze omlegging juist moet wor
den geacht. Het college is met vervoer
maatschappij van oordeel, dat het busver
keer niet langs secundaire wegen dient te
worden geleid. Met de nieuwe te volgen
route is de bevolking van Lisse meer ge
diend. De nieuwe stopplaatsen bij het
kruispunt Oranjelaan, Heereweg, bij het
kruispunt HeerewegLaan van Rijckevor-
sel en bij het punt KanaalstraatGladiolen-
straat liggen meer binnen het bereik van
de bewoners.
De volgende overwegingen zijn voorts
van belang: elke ontlasting van het verkeer
over de Heereweg is welkom; het verdwij
nen van de bushaltes op het Vierkant zal
vermoedelijk een inperking van de hand
over hand toenemende en uiterst ongewen
ste ordeverstoringen aldaar met zich bren
gen; de halteplaatsen voor beide busrich
tingen blijven bij elkaar, hetgeen bij een
handhaving van het huidige traject niet
het geval zou zijn. De middenstanders, wier
bedrijven aan het Vierkant of Heereweg
zijn gevestigd, vrezen echter, dat de gevol
gen van de busomlegging in hun omzet dui
delijk te zien zal zijn.
De NZHVM heeft het gemeentebestuur
verzocht mede te werken aan de verplaat
sing van de haltes en het aanleggen van
halteplaatsen met wachthuisjes en geleide-
hekken. De vervoermaatschappij wil de ge
bruikelijke voorwaarden zien toegepast: een
derde van de kosten voor de gemeente. B.
en W. hebben hiertegen ernstige bezwaren.
Het college acht het gewenst, dat de maat
schappij de kosten van verplaatsing geheel
voor haar rekening neemt. B. en W. stel
len de raad daarom voor het verzoek om
financiële medewerking door de NZHVM
van de hand te wijzen.
Binnenkort geen
Gemeentebestuur wil resterende
bedrag oninbaar verklaren
Op het voortreffelijke bevrijdingsmonu
ment te Lisse, vervaardigd door de beeld
houwer Stauthamer en geplaatst op het
kruispunt OranjelaanHeereweg, drukt
nog steeds een schuld van 2368,52. B. en
VV. menen, dat dit bedrag thans oninbaar
moet worden geacht. Het college consta
teert, dat de bevolking van Lisse een een
maal genomen initiatief niet heeft voltooid,
hetgeen als een blijvende beschaming voor
de bevolking moet worden aangemerkt, al
dus B. en W.
Destijds werd in Lisse het comité „Oor
logsmonument Lisse" opgericht. Men ging
ervan uit, dat de ingezetenen het totaal
bedrag van 6758, nodig voor de aankoop
van het monument, bijeen zou brengen.
Reeds was geld bijeengebracht. Het comité
kwam echter nog een bedrag van driedui
zend gulden tekort, voor welk bedrag men
een renteloos voorschot aan de gemeente
vroeg. Op dit voorschot werd in 1952 afge
lost 310, in 1953 200 en in 1954 121,48.
Sinds dat jaar kwamen geen ontvangsten
bij het comité meer binnen, zodat er een
schuld aan het gemeentebestuur restte van
2368,52.
Wanneer in Lisse niet zo'n rumoer was
ontstaan rond het beeld - er waren inter
pellaties in de raad van de zijde der S.G.P.
en vele inwoners waren het niet eens met
de keuze - zou het comité waarschijnlijk
het benodigde bedrag bijeen hebben ge
kregen.
In 1954 verzocht het comité reeds aan
het gemeentebestuur de schuld kwijt te
schelden. Het college achtte toen het juiste
ogenblik nog niet gekomen; B. en W. stel
den het comité moreel verplicht, het ont
brekende bedrag aan te zuiveren. Het
comité heeft inderdaad pogingen onder
nomen, de ontbrekende gelden bijeen te
krijgen, hetgeen echter niet is gelukt.
Het comité „Oorlogsmonument Lisse"
heeft thans weer om kwijtschelding van de
schuld gevraagd. B. en W. stellen de raad
voor - zij het met tegenzin - de nog res
terende schuld oninbaar te verklaren.
GEBOREN: Johanna Aletta. d. van J. J. de
Jong en D. van den Berg; Wilhelmus Theo-
dorus. z. v. C. J. Ruigrok en G. J. Groot;
Gerardus Joseph Mattheus Leonardus, z. v.
G. J. Beelen en P. C. M. Vreeburg.
OVERLEDEN: Cornelis Langeveld, oud 68
jaren; Cornelia Klootwijk, weduwe van L.
Bouwman, oud 74 jaren; Adrianus Leonar
dus Joseph van Dijk, echtgenoot van M. G.
A. Kuster, oud 34 jaren; Antje Bulk, wed. v.
C. van Parijs, oud 80 jaren.
ONDERTROUWD: A. W. Wijnands en P.
L. Onderwater.
De gemeenschap Zandvoort van het Hu
manistisch Verbond heeft de volgende mo
tie gepubliceerd, waarin zij protesteert te
gen radio-uitzendingen als „Dit is uw le
ven" door de Vara. De gemeenschap meent,
dat bij dergelijke uitzendingen de mense
lijke waardigheid wordt opgeofferd aan de
sensatiehonger van het publiek. Zij heeft
op haar deze week gehouden huishoude
lijke vergadering besloten aan dit protest
zoveel mogelijk publiciteit te geven.
GEBOREN: Neeltje, d. v. C. M. Breure en
A. W. van Leeuwen; Mia Brigitte, d. v. K. A.
Piet en H. Mehagnoul; Gerrit, z. v. J. Koel
man en A. Oudekerk; Gerhard Wouter, z. v.
W. van Turenhout en J. C. W. Dekker; Ma
ria Geertruida, d. v. J. J. Fontaine en J. K.
Doeswijk; Joanne Christina, d. v. G. J.
Schuurman en A. Chr. Stam; Roland Ger
hard, z, v. A. Lageveen en S. F. Numan; 01-
ga, d. v. G. J. Hoffman en M. B. A. Meegdes;
Willem, z. v. W. Kamerman en G. Lammers;
Gerarda Elisabeth Maria, d. v. J. Zelden-
thuis en E. W. van Wouw; Ronny, z. v. A.
Kaslander en H. J. Spitse; Catharina Gerar
da Maria, d. v. J, Th. Ruijgrok en G. J. van
Tongeren; Johanna Jacoba, d. v. T. van den
Boogaard en B. A. Wilhelmis; Dirk Berend,
z. v. J. H. Sparnaaij en D. van der Galiën;
Petronella Margaretha Maria, d. v. J. J.
Brands en P. H. Bosman.
ONDERTROUWD: R. P. Hinz en L. Kla
ver; J. de Groot en D. Steenbergen; J. van
Verseveld en P, van Luiing; C. Moolhuijsen
en W. van Tienderen; J. H. Loogman en J.
G. Blesgraaf.
GEHUWD: J. A. Mulder en J. C. Duwel;
L. J. van Gulik en A. M. de Lely; G. Zekveld
en G. van der Maarl.
OVERLEDEN: Maria van Rijssel, 20 jaar,
ongeh.; Gerrit Cornelis Blom, 82 j., wedn. v.
A. van der Moren; Gerharda Alberta Nout,
88 j., wed. v. P. de Koekkoek.
VEEMARKT LEIDEN.
Leiden, 25 jan. Aanvoer: 2 stieren, 60
melkkoeien, 180 vette koeien, 60 varekoeien,
30 vette kalveren, 91 nuchtere kalveren, 200
vette schapen, 1946 vette lammeren, 20 var
kens (zeugen), 324 schrammen, 330 biggen,
1 paard, 6 geiten. Totaal 3250.
Notering: melkkoeien f970—1.080; vette
koeien (schoon) f2.603.25; varekoeien
f600800; vette kalveren f2.503.10 per kg
levend gewicht; nuchtere kalveren f 1.30
1.60 per kg levend gewicht: vette schapen
f80125; Vette lammeren f90128; drach
tige zeugen f275350, schrammen f 65105,
biggen f4052.
Handel: voor vette koeien goed; voor
melkkoeien kalm; varekuoien kalm; voor
vette kalveren vlot; voor nuchtere kalveren
stug; vette lammeren en vette schapen ma
tig; zeugen, schrammen en biggen zeer ma
tig. Grote aanvoer van schapen.
Hedenmorgen is tijdens een korte plechtig
heid aan de Bloemendaalseweg 139 te Bloe
mendaal door pastoor dr. A. A. Olierook van
de parochie Allerheiligste Drieëenheid de
eerste steen gelegd vo'or het in aanbouw
zijnde nieuwe schoolgebouw van de Sint
Josephschool.
Deze nieuwe school zal verrijzen achter
het huis. waarin vroeger de familie Ignatius
Bispinck gewoond heeft en waarin deze
school thans tijdelijk is ondergebracht, be
nevens in een paar houten lokalen. De plech
tigheid werd bijgewoond door de kapelaans,
tal van parochianen, het hoofd van de Sint
Josephschool. de heer G. J. Bartelsman, het
onderwijzend personeel en de tweehonderd
dertig leerlingen: de kinderen waren in het
bezit van een gekleurde ballon.
Nadat pastoor Olierook de steen had gewijd
en ingemetseld zongen de leerlingen een lied
over de narigheden verbonden aan deze
noodschool en de hoop op betere tijden in
een mooi nieuw schoolgebouw.
De nieuwe school zal vijf klassen en een
aula bevatten. Aangezien er in september
een zesde klas bij zal komen, zullen, als de
nieuwe school in september 1957 klaar zal
zijn, de houten barakken voorlopig ook nog
als klasselokalen dienst doen. In Den Haag
liggen al sedert mei 1956 de plannen ter
goedkeuring voor de verdere uitbreiding
van deze school tot negen klassen en nog 'n
gymnastieklokaal. Als er in september een
zesde klasse bijkomt, zal de school twee
honderdtachtig leerlingen tellen. Architect
van deze nieuw te bouwen school is de
heer H. C. van der Leur uit Nijmegen, aan
nemer is Philips' Bouwbedrijf uit Haarlem.
Het hoofd van de school toonde zich zeer
verheugd dat aan de noodtoestand van zijn
school nu binnen afzienbare tijd een einde
zal komen.
Na het zingen van het feestlied gingen
de ballonnen de lucht in en de leerlingen
wachten nu in spanning wie de aan het op
laten verbonden wedstrijd zal winnen.
Te Bennebroek is in de leeftijd van vijfen
zestig jaar overleden de heer H. Plant een
•bekend dahliakweker in ons land. Hij was
een kenner van dahlia's, hetgeen niet alleen
tot uiting kwam in zijn bedrijf, waar hij vele
soorten kweekte, maar ook in zijn arbeid als
lid van de keuringscommissies van de Ko
ninklijke Algemene Vereniging voor Bloem
bollencultuur en van de Koninklijke Neder
landse Maatschappij voor Tuinbouw en
Plantkunde. In Haarlem en in Aalsmeer
keurde hij dikwijls dahlia's totdat ziekte hem
belette dit werk voort te zetten. Ook had hij
vele malen zitting in jury's en leidde hij
cursussen.
In kringen der Hervormde gemeente van
Bennebroek was de heer Plant een geziene
figuur. Een groot aantal jaren heeft hij met
bijzondere toewijding de functie van koster
vervuld. Hij was voorzitter van de Christe
lijke Zangvereniging „Soli Deo Gloria" te
Bennebroek en maakte deel uit van het kies
college der Hervormde gemeente.
Maandagmiddag zal zijn stoffelijk over
schot op de protestantse begraafplaats te
Bennebroek ter aarde worden besteld; om
een uur wordt een rouwdienst in de Her
vormde kerk gehouden.
Mr. Henk Leffelaar, oud-Haarlemmer en des
tijds initiatiefnemer van het Interscholaire
Jeugdtournooi, is thans als redacteur van de
Daily Times te Gainesville in de Amerikaan,
se staat Georgia werkzaam. Deze week is
hem door de jury van de Ernie Pyle Memo
rial Award een eervolle vermelding toege
kend voor een reeks artikelen (zesentwintig
reportages over het leven in dorpen en ge
huchten) onder de titel „Northeast Georgia
Profiles".
De jury ontving meer dan honderd inzen
dingen ter beoordeling. Leffelaar, die ge
ruime tijd aan ons blad heeft meegewerkt
voor hij als afgestudeerde naar Amerika ver
trok, was een der elf journalisten aan wie
deze jaarlijkse onderscheiding ten deel viel.
De reeks ..Profiles" verscheen wekelijks ge.
durende zes maanden in genoemde courant.
Haarlem, 24 januari 1957
ONDERTROUWD, 23 jan.: G. Kramer en
G. Zijp.
GEHUWD. 24 jan.: C. Ligthart en A. J.
Hilterman; S. Giezen en J. M. van der Lub-
be; D. H. A. Kooij en C. W. den Hartog; H.
Verkerk en J. H. Stolte.
BEVALLEN van een zoon, 23 jan.: M. A.
SassenKoopman; 24 jan.: W. van den
BroekBooms.
BEVALLEN van een dochter, 23 jan.: A.
H. M. DautzenbergVan Bree; J. M. Wij-
nantsSpee; M. B. G. Smit—Keurentjes;
C. C. LugtPoulen; A. G. F. Ty-'ten—Roe-
lofs; 24 jan.: A. C. Drogtrop—Janssen.
OVERLEDEN, 22 jan.: C. Maurice, 80 j.,
Kennemerstraat; J. H. M. Blijdorp, 10 jaar,
Terheidestraat; M. A. DreijerKooijman,
34 j„ Kamperlaan: 23 jan.: H. Fortgens, 63 j.,
Jan Stuijtslraat; F. W. Kooien, 82 j., Jans
straat.