Pleidooi voor oudheidkundig museum in Haarlem Binnenkort geen NZH-bussen meer door dorpskern van Lisse Finse film, die karakter van een volk weerspiegelt V,DE GRAAUWE HENGST" Interessante suggestie met gevarieerde aspecten Naar aanleiding van „De onbekende soldaat" 15 De heer C. A. Schipper ere-Iid van HPC Hongaarse centra wor^n opgeheven Heemsteeds meisje op vrije voeten Om de Joco-beker Mr. D. Hanekuijk sprak voor B.A.B. over Nieuw- Zeeland Twee verkeersongelukken te Haarlem Op bevrijdingsmonument drukt nog grote schuld Burgerlijke Stand van Lisse Zandvoorts protest tegen radio-uitzendingen Burgerlijke Stand van Haarlëmmermeer Eerste steen gelegd voor Sint Josephschool H. Plant overleden Journalistieke onderschei ding voor Henk Leffelaar in de Verenigde Staten Burgerlijke Stand van Haarlem VRIJDAG 25 JANUARI 1957 HAARLEMS DAGBLAD OPRECHTE HAARLEMSCHE COURANT De heer H. C. Wieringa schrijft ons: „De oude Spaarnestad is vele musea rijk en' kan op grond hiervan op een inter nationale vermaardheid bogen. Wat men echter in vele historierijke steden vindt, maar in Haarlem vergeefs zal zoeken, is een oudheidkundig museum. Haarlems groei en ontwikkeling ge durende bijna acht eeuwen en zijn positie als centrum van Kennemerland, waarvan de geschiedenis tot zelfs in de Romeinse tijd teruggaat, zou een dergelijk museum zeker rechtvaardigen. Vooral nu de laatste jaren regelmatig belangwekkende vondsten gedaan worden i/c denk hierbij aan de vondsten in Santpoort, Bloemendaal en Veisen, bij de Kinderhuisvest, het Stadhuis en omgeving, de conciërgewoning op het Prinsenhof, de Nassaulaan en onlangs achter het pand in de Anegang waarbij een indrukwek kende collectie kannetjes en munten aan de oppervlakte kwam, ivordt het ont breken van een centraal punt, waar deze curiosa verder onderzocht en voor het nageslacht bewaard kunnen worden, als een groot gemis ervaren. De rechtmatige vinders zijn zeker bereid hun vondsten geheel of gedeeltelijk voor dit doel af te staan, terwijl het gemeente lijk archief en het Frans Halsmuseum, zon der twijfel over veel beschikken, dat de inhoud van dit museum lot een boeiende expositie kan maken. Ligt hier misschien voor het Gemeente bestuur in samenwerking met genoemde instellingen een taak? Voor een geschikte ruimte zijn, lijkt me, wel mogelijkheden: de Vleeshal, of anders de Hoofdwacht, Waag of Vishal." De heer H. C. Wieringa heeft hiermee een belangrijk probleem aangeroerd, dat door de daartoe gevoegde instanties en autoriteiten reeds enige tijd wordt be keken, zonder dat men kan spreken van een spoedig te verwachten oplossing. Het vraagstuk heeft namelijk tal van kanten en hangt samen met het gehele rn> eum- wezen in Haarlem. Men moet namelijk vooral in deze tijd van beperkingen uitgaan van twee punten: Welke musea zijn in Haarlem noodzakelijk en welke ruimten en mogelijkheden zijn op het ogenblik beschikbaar. Nu lijkt het ons voor geen tegenspraak vatbaar, dat Haar lem in de eerste plaats dringend behoefte heeft aan een museum voor hedendaagse beeldende kunst. De gemeente bezit reeds een aantrekkelijke en belangwekkende verzameling, welke echter bij gebrek aan passende tentoonstellingsruimte nog niet voldoende tot haar recht komt. Bovendien dient na de het vorig jaar zo geslaagde tentoonstellingen in de Vishal op korte termijn een vorm gevonden te worden voor deze in de toekomst te handhaven wisseltentoonstelliingen, waarvoor de Vis hal zo uitermate geëigend is gebleken. Dit wil niet alleen zeggen, dat de Vishal nu ook voor dat doel beschikbaar moet blij ven, maar ook dat er spoedig een conser vator dient benoemd te worden voor de moderne kunstverzamelingen van de ge meente, welke functionaris dan tevens be last kan worden met de organisatie van de genoemde tijdelijke exposities en an dere manifestaties. De Vishal zou men dan kunnen zien als de kern van het toekom stige museum voor moderne kunst. Is daarmee de bestemming van de Vishal min of meer door de omstandigheden be paald, hetzelfde is het geval met de Vlees hal. Dit gebouw werd bij wijze van proef en op verzoek van het gemeentebestuur door de stichting „Haarlems Bloei" geëx ploiteerd. De bedoeling was vooral na te gaan op welke wijze de Vleeshal op ver antwoorde wijze kon worden ontsloten ten bate van het Haarlemse culturele leven, waarbij men het woord „cultureel" in een brede betekenis dient te verstaan. Ook evenementen met een overwegende inslag van ontspanning of van commercie kun nen immers geboden worden op een peil, dat het predikaat cultureel rechtvaardigt. Aangenomen kan worden, dat het ge meentebestuur de tijd gekomen acht om De heer C. A. Schipper, die gedu—nde ruim zeven jaar de bijzonder actieve voor zitter van de Heemsteedse 7,wem- en Polo club „H.P.C." is geweest, heeft thans op doktersadvies voor deze functie moeten be danken. Tijdens de jaarlijkse algemene ledenvergadering, die woensdagavond in de tuinzaal van het cafetaria-restaurant aan de Binnenweg in Heemstede gehouden werd, heeft hij dan ook als zodanig afscheid ge nomen. waarbij uit de verschillende tot hem gerichte toespraken duidelijk bleek, hoe zeer dit gedwongen besluit door de vereni ging wordt betreurd. Met algemene stem men besloot men de heer Schipper tot ere lid te benoemen, hetgeen hem in uiterst waarderende bewoordingen werd medege deeld door de ere-voorziter, de heer A. J. Braam. Als voorziter zal hij worden opge volgd door de heer i. van Rhijn. Daarvoor hadden de secretaris en de pen ningmeester hun gebruikelijke jaarverslagen reeds voorgelezen. Uit het eerste bleek een stijging van het ledental met 31 tot 362. ter wijl het tweede een behoorlijk batig saldo kon vermelden. Vervolgens reikte de heer C. A. Schipper de diverse prestatieprijzen uit, welke als volgt werden toegewezen: de Hasper-medaille voor mevrouw Van de Linde; 1 k.m.-wedstrijd voor F. van der Eynde; de meisjes-aspiranlenprijs voor Hen- ny Vlaanderen: de clubrecordbeker voor Lize Remer: de jongens-aspirantenprijs voor Kees van Staalen; cle schoolslagbeker voor Wicky Hofman; het score-schild voor Jan v. Dijk en de beste algemene prestatiebeker voor Rudi Prins. De bestuursverkiezingen vermeldden di verse mutaties, doordat behalve de heer C. A. Schipper ook de secretaris, de heer A. M. Heerkens Thijssen en de heren M- Th. Mau- ritz, J. J. Wensing en E. Vrugt zich niet meer herkiesbaar hadden gesteld. In hun plaats werden gekozen mejuffrouw A. Balk en de heren B. van Rhijn, J. M. Bakker, P. van Egmond. mr. E. F. Dijkstra, D. C. Grimmon en W. van Groningen. De heer B. van Rhijn werd door de vergadering als voorzitter be noemd, de overige functies zullen nog in het bestuur worden verdeeld. Aan het slot van deze vergadering werd de vereniging namens de jubileum-commis sie nog een fraaie nieuwe clubvlag met een gestyleerd embleem aangeboden door de heer A. M. Heerkens Thijssen. Tijdens de rondvraag informeerden verschillende leden naar de vo irgenomcn En geland-trip. waar op door de voorziter werd geantwoord, dat deze nog geheel in het bestuur moet worden behandeld. zich over de toekomstige exploitatie van de Vleeshal te beraden, daarbij gebruik makende van de waardevolle ervaringen van de laatste jaren. Zoveel is wel zeker: men zal er naar streven de Vleeshal te behouden als „open" huis voor de Haar lemse gemeenschap. De ervaring heeft ge leerd, dat dat in brede kringen op prijs wordt gesteld. Dat wil echter ook zeggen, dat de Vlees hal niet gezien kan worden als een cen trale plaats voor een vaste verzameling, tenzij wellicht op de bovenverdieping. De ruimte welke in het Waaggebouw beschik baar is, zal waarschijnlijk niet toereikend blijken voor de ongetwijfeld snel groeien de collectie welke de heer Wieringa op het oog heeft. Over de bestemming van de Hoofdwacht durven wij ons, na de ge bleken gevoeligheden op dat punt, niet meer aan een voorspelling te wagen Niet onder het stof Dit alles betekent evenwel geenszins, dat wij afwijzend zouden staan tegenover de gedachte van de heer Wieringa. In tegendeel: wij zijn ervan overtuigd, dat een dergelijke collectie van grote waarde voor de stad kan zijn. Het gaat er maar om, dat én de ruimte wordt gevonden, waarin een dergelijke verzameling tot haar recht kan komen én dat bovenal een vorm van expositie, beheer en exploitatie wordt gevonden, welke erop gericht is geen „dood" museum te krijgen, zoals he laas met maar al te veel „oudheidkamers" en dergelijke in den lande het geval is. Wie een artistieke en historische verzame ling beheert, moet meer de nadruk leggen op de exploitatie dan op de conservatie: men heeft niets aan een tentoonstelling van stoffige documenten en vergeelde fo lianten. Vooral met min of meer gespecia liseerde verzamelingen doet men er daar om goed aan een zodanige combinatie met andere objecten te bereiken, dat er vol doende verscheidenheid is om een groot en uiteenlopend publiek blijvend te boeien. Maar dat is nu juist voor de ar cheologische verzamelingen welke de heer H. C. Wieringa op het oog heeft geen pro bleem. Het is ons niet onbekend gebleven, dat dr. W. G. L. Wieringa gaarne een vas te expositiegelegenheid zou vinden voor zijn kostbare en kostelijke historische dio rama's. Tot nu toe heeft steeds het ruimte probleem verhinderd een goed onder komen te vinden voor deze collectie, die een grote wandlengde vereist. Maar er is nog meer: de vereniging „Haerlem" heeft nog altijd het plan om een oudheidkamer in te richten. Het is dus begrijpelijk, dat de heer H. C. Wieringa en velen met hem zich afvragen of het dan niet mogelijk is al deze initiatieven, activiteiten en voor nemens te bundelen, opdat er iets werke lijk waardevols wordt geschapen, dat én de Haarlemmers én de toeristen als een der belangrijkste bezienswaardigheden van de stad zullen beschouwen. Het ontvangstcentrum voor Hongaarse vluchtelingen te Haarlem, gevestigd in „Bethesda Sarepta" aan de Hazenaters- laan, zal met ingang van maandag worden opgeheven. Ook het ontvangstcentrum in „Vijverduin" te Bloemendaal zal zijn werkzaamheden beëindigen. Alle in de centra tijdelijk gehuisveste vluchtelingen zjjn intussen ondergebracht. Donderdag avond zijn de laatste Hongaren uit het centrum naar de „pleeggezinnen" ver trokken. Over de opheffing worden thans nog be sprekingen gevoerd tussen de provinciale Stichting voor maatschappelijk werk, het Haarlems comité en de nationale federatie voor vluchtelingenhulp. Het ligt wel in de bedoeling met de in Haarlem onderge brachte vluchtelingen contact te onderhou den. De gedachten gaan uit naar het be leggen van enkele bijeenkomsten per week, die in een Hongaarse „sociëteit" kunnen worden belegd. Op deze bijeenkomst zul len de vluchtelingen de voor de aanpas sing noodzakelijke vorming kunnen ont vangen; deze ontmoetingen zijn tevens nuttig voor het onderling contact tussen de vluchtelingen. Deze ontmoetings- en vormingsavonden zullen vooralsnog in „Bethesda Sarepta" worden gehouden, zolang „Meer en Bosch" te Heemstede de gebouwen zelf niet in ge bruik neemt. Hierover zullen in het begin van de volgende week besprekingen wor den gevoerd. Het Roode Kruis, dat het tij delijke ontvangstcentrum heeft ingericht, zal „Bethesda Sarepta" zoveel mogelijk ontruimen. De ter beschikking gestelde materialen, die in het gebouw niet meer nodig zijn, zullen aan de eigenaars worden geretourneerd. Levenloos gevonden baby Het diepgaande onderzoek, dat de Heem- steedse politie heeft ingesteld naar de herkomst van het lijkje van een de vorige week vrijdag op een stukje land aan de Sportparklaan aangetroffen pas geboren baby, is thans onder leiding van de rcch- ter-commissaris geëindigd. Gebleken is, dat het kinderlijkje ter plaatse is neergelegd door een ongehuwd negentienjarig Heemsteeds meisje, dat haar zwangerschap, evenals de bevalling, voor haar omgeving had weten verborgen te houden. Tengevolge van de primitieve om standigeheden waaronder de bevalling plaats had waarbij ook geen hulp aan wezig was is de baby kort na de ge boorte overleden. Het meisje heeft het stoffelijk overschot daarna zelf op het genoemde terrein verborgen. Nadat zij aanvankelijk in arrest was genomen, is zij thans op vrije voeten gesteld. Gisteravond is een begin gemaakt met de nederlaagwedstrijden om de Joco-beker, waaraan door drie Haarlemse clubs wordt deelgenomen: Park Soc., ADO en Kenne merland, bekerhoudster. Als eerste wedstrijd speelde Hof van Hol land tegen B.C. „Park Soc.". De totaalstand werd 9-3 voor Hof van Holland. In hotel-café-restaurant „Boekenroode" te Aerdenhout heeft mr. D. Hanekuijk uit Wellington, thans wegens studiedoeleinden weer tijdelijk in Nederland vertoevende, dezer dagen voor een groot aantal le den van de Vereniging Buurtbelang Aer- denhout-Bentveld een interessante cause rie gehouden over „Land en volk van Nieuw-Zeeland". Mr. Hanekuijk stak daarbij zijn enthousiasme voor dit land geenszins onder stoelen of banken, en il lustreerde zijn lezing met een aantal fraaie kleurendia's en zwart-witplaatjes. Nieuw-Zeeland is acht keer zo groot als Nederland en heeft een bevolking van slechts twee miljoen zielen. Men wordt dan ook direct getroffen door de „ruimte", die dit land biedt. Nieuw Zeeland, dat uit twee grote eilanden bestaat, heeft overwe gend een zeeklimaat. Liet uiterste noorden van het Noordeiland wordt echter geken merkt door een subtropisch klimaat. Door de vele zonneschijn afgewisseld met re genperioden is de grond van nature vruchtbaar en het is dan ook niet vreemd dat Nieuw-Zeeland een landbouwstaat bij uitnemendheid genoemd kan worden. Zuivel, vlees en wol dragen in grote mate bij tot de welvaart van het land. De hoge levensstandaard brengt ook gevaren met zich mee, maar ontsporingen blijven toch uitzonderingen. Het aantrekkelijkste ge bied van Nieuw-Zeeland ligt niet in de steden doch daarbuiten op het platteland. De Maori's, thans ongeveer 135.000 in ge tal, hebben een gelijkberechtigde positie. Dit volk levert een waardevolle bijdrage tot het welzijn van dit land. De Maori staat ook in cultureel opzicht op een hoog peil. De Nederlander voelt zich in Nieuw- Zeeland over het algemeen goed thuis, omdat hij dit land goed kan overzien. Toch zal de emigrant ook moeilijkheden onder vinden vooral op het gebied van de taal en de huisvesting. De emigrant dient zich goed te realise ren dat met emigreren vaak een hecht en gesloten levensverband wordt doorbroken en dat men niet mag verwachten in het nieuwe vaderland een pasklare gemeen schap te vinden. Het komt er op aan een gehele nieuwe situatie te aanvaarden. Men voelt in Nieuw-Zeeland in het algemeen weinig voor grootscheepse immigratiebe wegingen, men is veel meer gesteld op ge schoolde krachten, die men in dit land op velerlei terrein goed kan gebruiken. Mr. A. Bos, voorzitter van Buurtbelang Aerdenhout-Bentveld dankte na afloop de spreker voor zijn helder betoog, waarmede het talrijk gehoor door een warm applaus van harte instemde. ADVERTENTIE Op moutwijnbasis gestookt met jeneverbessen. Geurig, zeldzaam zacht. Zo'n Graauwe Hengst op z'n tijd brengt uit en thuis gezelligheid. \Het beste paard van(de Schiedamsestal. OPGERICHT 1714 De gemeenteraad van Lisse zal maandag bijeenkomen ter bespreking van enige be langrijke onderwerpen. Een daarvan is het plan van de NZIIVM gezien het spoedig in te voeren eenrichtingsverkeer door de Lissese dorpskom alle bussen de zoge naamde randweg te doen volgen. De NZHVM ziet zich tot deze plannen genood zaakt, doordat de Rijkswaterstaat in geen geval bereid is. haar ontheffing te verlenen om voor het busverkeer uit zuidelijke rich ting gebruik te blijven maken van het smalle gedeelte van de Heereweg. Wel zal zij toestemming kunnen verkrij- geen, haar bussen uit de richting Leiden te laten doorrijden tot de Zwanendreef of tot de Bondstraat, maar in geen geval ver der dan het gemeentehuis. Zou de ver voermaatschappij dus niet het randweg traject willen volgen voor het busverkeer in beide richtingen, dan zou voor het ver keer uit zuidelijke richting moeten worden gebruik gemaakt van secundaire wegen, die voor het busverkeer volkomen ongeschikt zijn. Enige proefroutes zijn gereden, onder meer via de Kapelstraat en Kanaalstraat. De conclusie was, dat in deze straten niet met bussen kan worden gereden, daar zij te smal zijn. Bovendien zouden verscheidene gevaarlijke en onoverzichtelijke kruispun ten moeten worden gepasseerd. Bij de over weging het busverkeer in beide richtingen via dé randweg te leiden, is voorts van be lang het feit, dat Lisse zich voortdurend in oostelijke richting uitbreidt en het Vier kant het centrum niet meer is. ■~-eo?rr<xxxxr>yyyy>:<)Ccayyxx>yyz<yxccccGr-cc?cc&occccccr^ Van heden af wordt in het Lido- g theater vertoond de Finse film „De on- 6 bekende soldaat". Deze. film was op het-? laatste filmfestival te Cannes zoveel alsïj een openbaring. Ze ib'ordt in neven- o staand artikel geïntroduceerd door deg Haarlemse Finland-kenner Ernst Dixon, die op zijn reizen door het hoge Noor den lange tijd in Finland verbleef en8 ons naar aanleiding van „De onbekende soldaat" deze beschouwing over a ar dj en karakter van het Finse volk deed? toekomen. o5»»33Daxx>3oax>ooooooooax>oooocoooDoocoooocooocc<xcx „De onbekende soldaat" is een „men selijke" oorlogsfilm, het verhaal van een klein groepje mannen, dat vecht zonder van vechten te houden, gewone mannen en jongens, die de oorlog haten en hem toch bedrijven. „De onbekende soldaat" is een Finse film. Er komen maar weinig Finse films in ons land, ondanks het feit dat er in het land van de zestigduizend meren talrij ke worden gemaakt deze film is bij voorbeeld al de vijfentwintigste van regis seur Edvin Laine. Het is hier niet de be doeling een oordeel over deze film te ge ven, slechts om enige achtergronden te be lichten. Misschien zal men zich aanvan kelijk ergeren aan de uniformen der Finse soldaten, die namelijk van het aan ons zo bekende Duitse model zijn. Toch zal het goed kunnen stemmen te zien hoe de Finse soldaat zijn uniform bewust slor dig draagt. Om tenminste op die manier zijn individualiteit te tonen. Die enorme individuele inslag blijkt ook uit het verzet van de Fin tegen de voor een goed leger onontbeerlijke discipline. Zeer tragische, maar ook uiterst komische scènes zijn aan dit gegeven gewijd. Het sterke karakter van de mensen, die van oudsher ieder voor zich in de eindeloze bossen van het grote Finland hun bestaan hebben opgebouwd, buigt zich niet voor een brallende officier. Een typisch voorbeeld hiervan is de figuur van Lehto. die een zijns inziens onzinnig disciplinair bevel weigert op te volgen en dan gestraft wordt met op wacht staan. Wanneer een paar vijandelijke jagers laag over komen en alle soldaten hun toevlucht zoeken in de loopgraven, blijft hij temid den van inslaande projectielen kaarsrecht, als een vlees geworden stukje Finse on verzettelijkheid. staan. „Ze moesten toch zo nodig bevelen geven", zegt hij. „laat ze dan maar zien wat er van komt". Deze Finse rolprent heeft een lange voorgeschiedenis. De laatste oorlog heeft •zich in al zijn verschrikkingen aan het volk van Suomi getoond. Toch en misschien wel juist daarom heeft het twaalf jaar moeten duren voordat men het waagde met een film de herinnerig aan deze zwar te tijd op te roepen. „De onbekende sol daat" is ontstaan uit het gelijknamige boek van Vainö Linna, die er ook jaren voor nodig heeft gehad zijn beeld van de Finse soldaat in de oorlog te voltooien. De door hem beschreven gebeurtenissen spelen zich af in de oorlog die voor Finland van 1941 tot 1944 duurde. In tegenstelling tot de korte worsteling van het Finse volk in de winter van 1939 tot 1940, voltrok zich deze strijd zonder dat de ogen van de gehele wereld erop gericht waren. De schrijver heeft zich echter met politieke beschou wingen niet opgehouden. „Ik schilderde een groepje mensen, dat ik probeerde te laten leven, zodat men ook zou kunnen zien. wie het waren die hier stierven", zei hij er zelf van. De film maakte evenals het boek in Finland een geweldige opgang. Dat het Finse volk „De onbekende sol daat" accepteerde was een bewijs voor de eerlijkheid ervan. Want deze Noorderlin gen, die men zo weinig over de oorlog hoort spreken, zouden zeker niet warm zijn gelopen voor een romantisch beeld van de hel, die ze bijna stuk voor stuk van nabij hebben,gékend. Maar in Vainö Lin- ria's werk herkenden ze zichzelf. Daarom krijgen wij1 *8ok in deze film bij uitstek de gelegenheid om iets te zien van de ty pische geaardheid van het Finse volk. Wat de Finnen zelf „sisu" noemen, de wil om iets, waarmee ze bezig zijn. door te drijven, komt er vele malen in tot uiting. Ook de natuurlijkheid, waarmee de dood aanvaard wordt. En het verlangen om zichzelf eens helemaal te buiten te gaan blijkt wanneer de soldaten tijdens een periode van rust zelf aan het alcohol brouwen slaan. Geschreven door een arbeider uit een der Finse steden, die zelf aan het front niet meer dan soldaat was, is het louter het verhaal geworden van één peloton. De soldaat in de voorste linies komt er in uit als een. die zijn verschrikkelijke taak dik wijls vloekend volbrengt en die zoals de schrijver zegt „heldenmoed, het vaderland en dergelijke grote woorden aan zijn laars lapt. Bepakt en bezakt, met zijn bontmuts op zijn hoofd, zijn geweer op zijn rug, pa tronen in zijn jaszak, en een oud stukje brood in zijn broodtas. speelde hij zijn rol in het grote drama. Zo was hij wanneer hij achter een steen of een heuveltop zich inspande de wachtende dood te trotseren. En toen hij overwonnen terugkeerde, zijn uniform aan flarden en met de herinnering aan zijn gestorven kameraden als het enige overgeblevene, trok hij zijn mond tot een glimlach". Hoewel slechts zeer weinigen iets van de moeilijke Finse taal zullen kunnen ver staan, is het toch de moeite waard er af en toe even met bijzondere aandacht naar te luisteren. Want hoewel in deze zeer realistische film niet bepaald moeite is gedaan mooi te spreken, blijkt er toch uit, welke bijzondere plaats het Fins door zijn harmonische klankrijkheid onder de talen der wereld inneemt. Ernst Dixon Jeugdige wielrijder tegen tram gebotst Op het Houtplein te Haarlem is donder dagmiddag omstreeks halfvijf een elfjarige jongen tegen een tram gereden. Vermoe delijk met een schedelbasisfractuur is hij naar het St. Elisabeths Gasthuis vervoerd; zijn toestand was vanmorgen nog ernstig. De jongen fietste op de Baan en wilde in de richting van het Lorentzplein rijden. Juist vóór een auto, die van de Dreef kwam, stak hij de weg over en daarna heeft hij vermoedelijk omgekeken. Daar door heeft hij waarschijnlijk niet gezien, dat op het Houtplein een tram reed, ko mende uit de Tempeliersstraat. De jongen reed tegen de treeplank van.de eerste wa gen van de vier. Ernstig gewond is hij per ziekenauto naar het Gasthuis overgebracht. Getuigen van het ongeval wordt ver zocht zich in verbinding te stellen met de verkeerspolitie voor het verstrekken van inlichtingen. Een vijfenzeventigjarige Haarlemmer wilde donderdagmiddag om ruim drie uur het Soendaplein bij de Floresstraat over steken. Hij heeft te laat gezien, dat uit de richting stad een auto naderde en werd aangereden. Met een lichte hersenschud ding is de gewonde naar het ziekenhuis Sint Joannes de Deo overgebracht. B. en W. van Lisse zijn ervan overtuigd, dat de omlegging speciaal bij de winkeliers aan het Vierkant en de Heereweg geen gun stig onthaal zal vinden. Gemeend wordt echter, dat deze omlegging juist moet wor den geacht. Het college is met vervoer maatschappij van oordeel, dat het busver keer niet langs secundaire wegen dient te worden geleid. Met de nieuwe te volgen route is de bevolking van Lisse meer ge diend. De nieuwe stopplaatsen bij het kruispunt Oranjelaan, Heereweg, bij het kruispunt HeerewegLaan van Rijckevor- sel en bij het punt KanaalstraatGladiolen- straat liggen meer binnen het bereik van de bewoners. De volgende overwegingen zijn voorts van belang: elke ontlasting van het verkeer over de Heereweg is welkom; het verdwij nen van de bushaltes op het Vierkant zal vermoedelijk een inperking van de hand over hand toenemende en uiterst ongewen ste ordeverstoringen aldaar met zich bren gen; de halteplaatsen voor beide busrich tingen blijven bij elkaar, hetgeen bij een handhaving van het huidige traject niet het geval zou zijn. De middenstanders, wier bedrijven aan het Vierkant of Heereweg zijn gevestigd, vrezen echter, dat de gevol gen van de busomlegging in hun omzet dui delijk te zien zal zijn. De NZHVM heeft het gemeentebestuur verzocht mede te werken aan de verplaat sing van de haltes en het aanleggen van halteplaatsen met wachthuisjes en geleide- hekken. De vervoermaatschappij wil de ge bruikelijke voorwaarden zien toegepast: een derde van de kosten voor de gemeente. B. en W. hebben hiertegen ernstige bezwaren. Het college acht het gewenst, dat de maat schappij de kosten van verplaatsing geheel voor haar rekening neemt. B. en W. stel len de raad daarom voor het verzoek om financiële medewerking door de NZHVM van de hand te wijzen. Binnenkort geen Gemeentebestuur wil resterende bedrag oninbaar verklaren Op het voortreffelijke bevrijdingsmonu ment te Lisse, vervaardigd door de beeld houwer Stauthamer en geplaatst op het kruispunt OranjelaanHeereweg, drukt nog steeds een schuld van 2368,52. B. en VV. menen, dat dit bedrag thans oninbaar moet worden geacht. Het college consta teert, dat de bevolking van Lisse een een maal genomen initiatief niet heeft voltooid, hetgeen als een blijvende beschaming voor de bevolking moet worden aangemerkt, al dus B. en W. Destijds werd in Lisse het comité „Oor logsmonument Lisse" opgericht. Men ging ervan uit, dat de ingezetenen het totaal bedrag van 6758, nodig voor de aankoop van het monument, bijeen zou brengen. Reeds was geld bijeengebracht. Het comité kwam echter nog een bedrag van driedui zend gulden tekort, voor welk bedrag men een renteloos voorschot aan de gemeente vroeg. Op dit voorschot werd in 1952 afge lost 310, in 1953 200 en in 1954 121,48. Sinds dat jaar kwamen geen ontvangsten bij het comité meer binnen, zodat er een schuld aan het gemeentebestuur restte van 2368,52. Wanneer in Lisse niet zo'n rumoer was ontstaan rond het beeld - er waren inter pellaties in de raad van de zijde der S.G.P. en vele inwoners waren het niet eens met de keuze - zou het comité waarschijnlijk het benodigde bedrag bijeen hebben ge kregen. In 1954 verzocht het comité reeds aan het gemeentebestuur de schuld kwijt te schelden. Het college achtte toen het juiste ogenblik nog niet gekomen; B. en W. stel den het comité moreel verplicht, het ont brekende bedrag aan te zuiveren. Het comité heeft inderdaad pogingen onder nomen, de ontbrekende gelden bijeen te krijgen, hetgeen echter niet is gelukt. Het comité „Oorlogsmonument Lisse" heeft thans weer om kwijtschelding van de schuld gevraagd. B. en W. stellen de raad voor - zij het met tegenzin - de nog res terende schuld oninbaar te verklaren. GEBOREN: Johanna Aletta. d. van J. J. de Jong en D. van den Berg; Wilhelmus Theo- dorus. z. v. C. J. Ruigrok en G. J. Groot; Gerardus Joseph Mattheus Leonardus, z. v. G. J. Beelen en P. C. M. Vreeburg. OVERLEDEN: Cornelis Langeveld, oud 68 jaren; Cornelia Klootwijk, weduwe van L. Bouwman, oud 74 jaren; Adrianus Leonar dus Joseph van Dijk, echtgenoot van M. G. A. Kuster, oud 34 jaren; Antje Bulk, wed. v. C. van Parijs, oud 80 jaren. ONDERTROUWD: A. W. Wijnands en P. L. Onderwater. De gemeenschap Zandvoort van het Hu manistisch Verbond heeft de volgende mo tie gepubliceerd, waarin zij protesteert te gen radio-uitzendingen als „Dit is uw le ven" door de Vara. De gemeenschap meent, dat bij dergelijke uitzendingen de mense lijke waardigheid wordt opgeofferd aan de sensatiehonger van het publiek. Zij heeft op haar deze week gehouden huishoude lijke vergadering besloten aan dit protest zoveel mogelijk publiciteit te geven. GEBOREN: Neeltje, d. v. C. M. Breure en A. W. van Leeuwen; Mia Brigitte, d. v. K. A. Piet en H. Mehagnoul; Gerrit, z. v. J. Koel man en A. Oudekerk; Gerhard Wouter, z. v. W. van Turenhout en J. C. W. Dekker; Ma ria Geertruida, d. v. J. J. Fontaine en J. K. Doeswijk; Joanne Christina, d. v. G. J. Schuurman en A. Chr. Stam; Roland Ger hard, z, v. A. Lageveen en S. F. Numan; 01- ga, d. v. G. J. Hoffman en M. B. A. Meegdes; Willem, z. v. W. Kamerman en G. Lammers; Gerarda Elisabeth Maria, d. v. J. Zelden- thuis en E. W. van Wouw; Ronny, z. v. A. Kaslander en H. J. Spitse; Catharina Gerar da Maria, d. v. J, Th. Ruijgrok en G. J. van Tongeren; Johanna Jacoba, d. v. T. van den Boogaard en B. A. Wilhelmis; Dirk Berend, z. v. J. H. Sparnaaij en D. van der Galiën; Petronella Margaretha Maria, d. v. J. J. Brands en P. H. Bosman. ONDERTROUWD: R. P. Hinz en L. Kla ver; J. de Groot en D. Steenbergen; J. van Verseveld en P, van Luiing; C. Moolhuijsen en W. van Tienderen; J. H. Loogman en J. G. Blesgraaf. GEHUWD: J. A. Mulder en J. C. Duwel; L. J. van Gulik en A. M. de Lely; G. Zekveld en G. van der Maarl. OVERLEDEN: Maria van Rijssel, 20 jaar, ongeh.; Gerrit Cornelis Blom, 82 j., wedn. v. A. van der Moren; Gerharda Alberta Nout, 88 j., wed. v. P. de Koekkoek. VEEMARKT LEIDEN. Leiden, 25 jan. Aanvoer: 2 stieren, 60 melkkoeien, 180 vette koeien, 60 varekoeien, 30 vette kalveren, 91 nuchtere kalveren, 200 vette schapen, 1946 vette lammeren, 20 var kens (zeugen), 324 schrammen, 330 biggen, 1 paard, 6 geiten. Totaal 3250. Notering: melkkoeien f970—1.080; vette koeien (schoon) f2.603.25; varekoeien f600800; vette kalveren f2.503.10 per kg levend gewicht; nuchtere kalveren f 1.30 1.60 per kg levend gewicht: vette schapen f80125; Vette lammeren f90128; drach tige zeugen f275350, schrammen f 65105, biggen f4052. Handel: voor vette koeien goed; voor melkkoeien kalm; varekuoien kalm; voor vette kalveren vlot; voor nuchtere kalveren stug; vette lammeren en vette schapen ma tig; zeugen, schrammen en biggen zeer ma tig. Grote aanvoer van schapen. Hedenmorgen is tijdens een korte plechtig heid aan de Bloemendaalseweg 139 te Bloe mendaal door pastoor dr. A. A. Olierook van de parochie Allerheiligste Drieëenheid de eerste steen gelegd vo'or het in aanbouw zijnde nieuwe schoolgebouw van de Sint Josephschool. Deze nieuwe school zal verrijzen achter het huis. waarin vroeger de familie Ignatius Bispinck gewoond heeft en waarin deze school thans tijdelijk is ondergebracht, be nevens in een paar houten lokalen. De plech tigheid werd bijgewoond door de kapelaans, tal van parochianen, het hoofd van de Sint Josephschool. de heer G. J. Bartelsman, het onderwijzend personeel en de tweehonderd dertig leerlingen: de kinderen waren in het bezit van een gekleurde ballon. Nadat pastoor Olierook de steen had gewijd en ingemetseld zongen de leerlingen een lied over de narigheden verbonden aan deze noodschool en de hoop op betere tijden in een mooi nieuw schoolgebouw. De nieuwe school zal vijf klassen en een aula bevatten. Aangezien er in september een zesde klas bij zal komen, zullen, als de nieuwe school in september 1957 klaar zal zijn, de houten barakken voorlopig ook nog als klasselokalen dienst doen. In Den Haag liggen al sedert mei 1956 de plannen ter goedkeuring voor de verdere uitbreiding van deze school tot negen klassen en nog 'n gymnastieklokaal. Als er in september een zesde klasse bijkomt, zal de school twee honderdtachtig leerlingen tellen. Architect van deze nieuw te bouwen school is de heer H. C. van der Leur uit Nijmegen, aan nemer is Philips' Bouwbedrijf uit Haarlem. Het hoofd van de school toonde zich zeer verheugd dat aan de noodtoestand van zijn school nu binnen afzienbare tijd een einde zal komen. Na het zingen van het feestlied gingen de ballonnen de lucht in en de leerlingen wachten nu in spanning wie de aan het op laten verbonden wedstrijd zal winnen. Te Bennebroek is in de leeftijd van vijfen zestig jaar overleden de heer H. Plant een •bekend dahliakweker in ons land. Hij was een kenner van dahlia's, hetgeen niet alleen tot uiting kwam in zijn bedrijf, waar hij vele soorten kweekte, maar ook in zijn arbeid als lid van de keuringscommissies van de Ko ninklijke Algemene Vereniging voor Bloem bollencultuur en van de Koninklijke Neder landse Maatschappij voor Tuinbouw en Plantkunde. In Haarlem en in Aalsmeer keurde hij dikwijls dahlia's totdat ziekte hem belette dit werk voort te zetten. Ook had hij vele malen zitting in jury's en leidde hij cursussen. In kringen der Hervormde gemeente van Bennebroek was de heer Plant een geziene figuur. Een groot aantal jaren heeft hij met bijzondere toewijding de functie van koster vervuld. Hij was voorzitter van de Christe lijke Zangvereniging „Soli Deo Gloria" te Bennebroek en maakte deel uit van het kies college der Hervormde gemeente. Maandagmiddag zal zijn stoffelijk over schot op de protestantse begraafplaats te Bennebroek ter aarde worden besteld; om een uur wordt een rouwdienst in de Her vormde kerk gehouden. Mr. Henk Leffelaar, oud-Haarlemmer en des tijds initiatiefnemer van het Interscholaire Jeugdtournooi, is thans als redacteur van de Daily Times te Gainesville in de Amerikaan, se staat Georgia werkzaam. Deze week is hem door de jury van de Ernie Pyle Memo rial Award een eervolle vermelding toege kend voor een reeks artikelen (zesentwintig reportages over het leven in dorpen en ge huchten) onder de titel „Northeast Georgia Profiles". De jury ontving meer dan honderd inzen dingen ter beoordeling. Leffelaar, die ge ruime tijd aan ons blad heeft meegewerkt voor hij als afgestudeerde naar Amerika ver trok, was een der elf journalisten aan wie deze jaarlijkse onderscheiding ten deel viel. De reeks ..Profiles" verscheen wekelijks ge. durende zes maanden in genoemde courant. Haarlem, 24 januari 1957 ONDERTROUWD, 23 jan.: G. Kramer en G. Zijp. GEHUWD. 24 jan.: C. Ligthart en A. J. Hilterman; S. Giezen en J. M. van der Lub- be; D. H. A. Kooij en C. W. den Hartog; H. Verkerk en J. H. Stolte. BEVALLEN van een zoon, 23 jan.: M. A. SassenKoopman; 24 jan.: W. van den BroekBooms. BEVALLEN van een dochter, 23 jan.: A. H. M. DautzenbergVan Bree; J. M. Wij- nantsSpee; M. B. G. Smit—Keurentjes; C. C. LugtPoulen; A. G. F. Ty-'ten—Roe- lofs; 24 jan.: A. C. Drogtrop—Janssen. OVERLEDEN, 22 jan.: C. Maurice, 80 j., Kennemerstraat; J. H. M. Blijdorp, 10 jaar, Terheidestraat; M. A. DreijerKooijman, 34 j„ Kamperlaan: 23 jan.: H. Fortgens, 63 j., Jan Stuijtslraat; F. W. Kooien, 82 j., Jans straat.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1957 | | pagina 11