Wat is het bijzondere van deze RUN Filter King Size ZW1TSAL Ruim zevenduizend boeren vragen inwilliging eisen Landbouwschap Afgedankte mijnenvegers verkocht Kwestie van beleid ONZE PUZZEL Van dag tot dag Geen „opmars naar Den Haag", doch rustig overleg aan vergadertafel Winterhanden ,Als u er een over hebt, dan wil ik hem graag hebben voor f 23,75" ^Praatótoel '"Hoe is het ontstaan?^. ZATERDAG 2 FEBRUARI 1957 3 Ingeschreven bedrag ten volle toegewezen Dat het een King Size is? Die zijn er meer. Dat het een King Size filter is Ook die zijn er meer. Het bijzondere is dit't Is een filter sigaret en toch een échte sigaret. Ja, een échte sigaret. Want het Long Run acetaat filter houdt wel alles tegen dat aan de mildheid afbreuk zou kunnen doen, maar laat het rijke aroma van de Amerikaanse tabakken volledig door. U proeft dat u rookt 20 stuks 85 ct genéést De kankertherapie van dr. W. A. G. van Everdingen Minister heeft nog niet beslist over verhoging watertarief Parlementair commentaar Op de Kerkelijk Nieuws OORZAAK V. J Dezer dagen heeft Prins Bernhard, toen hij op een voorrangsweg in zijn door een chauffeur bestuurde auto reed, ondervon den op welke wijze soms ernstig gevaar voor een auto-ongeluk kan ontstaan. De bestuurder van een tankauto zou namelijk in strijd met de verkeersregels gehandeld hebben, door zonder signaal te geven, uit een benzinestation de weg in kwestie te zijn opgereden, waardoor deze geheel ge blokkeerd werd. Alleen dank zij een vlug ge en behendige uitwijkbeweging van 's Prinsen chauffeur kon een aanrijding worden voorkomen. Hier was dus zeker sprake van een gelukkig beleid. Het valt echter moeilijk, hetzelfde te zeggen van hetgeen daarop is gevolgd. Zeker, op zichzelf was er niets tegen, eerder veel vóór, dat de Prins zich moeite heeft gegeven om de tankauto, welks chauffeur waarschijnlijk in overtreding was geweest en die doorgereden was, in te halen om deze, zij niet dan na enige moeite, tot stilstand te brengen. Had de Prins daarna degene, die bijna een onge luk veroorzaakt scheen te hebben, ver zocht mee naar de politie te gaan, dan ware dat ongetwijfeld juist geweest. Ge lijk hij trouwens ook, als aan dat verzoek geen gevolg zou zijn gegeven, het nummer van de tankauto had kunnen opnemen om vervolgens de politie van het gebeurde in kennis te stellen. Er gebeurde echter iets anders. De Prins maakte zich bekend en verzocht de chauf feur van de tankwagen zijn rijbewijs af te geven, waaraan-deze gevolg gaf. Nu wil het ons bepaald voorkomen, dat een derge lijk optreden van Prins Bernhard onjuist genoemd moet worden. Zijne Koninklijke Hoogheid bezit evenmin als welke andere burger in onze gemeenschap enig zedelijk recht om tot een dergelijke handeling over te gaan. Sterker nog, hij behoort wel tot de allerlaatsten, die aldus kunnen op treden. Allicht toch zal de wetenschap, dat het de Prins der Nederlanden is die een dergelijk „verzoek" doet, in negen van de tien gevallen de aangezochte zozeer „over donderen", dat hem de moed ontzinkt om zijnerzijds gebruik te maken van het recht dit verzoek af te wijzen. Het moet ons dan ook van het hart, dat wij deze prinselijke handeling minder ge slaagd vinden. Dit geldt overigens even zeer voor de vanwege het ministerie van Justitie aan een verslaggever verstrekte verklaring, dat de Prins „als ieder ander burger het recht heeft, om de identiteits papieren van een ander te vragen", terwijl het de ander vrij staat, aldus de woord voerder van het departement, deze te overhandigen of niet. Men begrijpe ons wel. Strikt juridisch genomen moge dit waar zijn, in feite zou het toch wel een heel rare boel worden als wij allemaal op onze beurt, wanneer wij daartoe lust mochten hebben, er bij een onzer medeburgers op zouden aan dringen hun identiteitspapieren af te staan. In de uitlating van de departe mentswoordvoerder kunnen wij niets an ders zien dan een hoogst ongelukkige po ging om een minder gelukkig optreden van de Prins der Nederlanden in bescher ming te nemen. Dit noopt ons thans wel tot de hier kenbaar gemaakte critiek. Zulks in het vertrouwen dat ook Prins Bernhard zich voortaan zal weten te ont houden van iets dat naar de letter van het woord misschien wel niet machtsmis bruik mag heten, maar in feite toch ter dege neerkomt op verkeerd gebruik ma ken van zijn maatschappelijke positie. De regering staat voor een zeer moei lijke beslissing, die van grote invloed zal zijn op 's lands economie en de maat schappelijke welstand der Nederlandse be volking. Zij moet namelijk vandaag of morgen haar keus ten aanzien van het op lange termijn te volgen landbouwbeleid bekend maken en heeft daarbij niet alleen de gegevens en eisen uit landbouwkringen, doch ook de belangen van het overige Ne derlandse bedrijfs- en maatschappelijk le ven in acht te nemen. De landbouw is on tegenzeggelijk een zeer belangrijk onder deel onzer economie en neemt een aanzien lijk percentage van onze buitenlandse han del voor zijn rekening, doch daarnaast is hij, zoals alle Nederlandse bedrijvigheid uiteraard, nauw verweven met de alge mene welvaart. Dit laatste maakt het noodzakelijk, dat de regering nauwlettend acht geeft op de consumentenprijzen en bijvoorbeeld een sterke, algemene stijging der prijzen tegen gaat. Dit wil echter allerminst zeggen, dat de bij de landbouw betrokkenen zich in grotere mate dan hun landgenoten in an dere vakken van bedrijvigheid welvaarts beperkingen zouden moeten opleggen. Dit laatste wordt in de onlangs aan de regering gestelde eisen tot sanering dan ook door het Landbouwschap afgewezen, waarbij een loonsverhoging voor de landarbeid en een stijging in de kostprijsberekening wor den voorgesteld. Hoe de regering deze produktiekosten- verhoging aanvaardbaar wil maken in ver band met haar subsidiëringspolitiek, voor opgesteld dat zij de eisen van het Land bouwschap zal inwilligen, is de beleids kwestie waarvoor zij zich gesteld ziet. Sub sidiëring betekent hogere staatsuitgaven. Hogere staatsuitgaven brengen hogere be lastingen voor de gehele bevolking mee, aangezien men niet kan rekenen op een zodanige bezuiniging in het staatsapparaat, dat deze hogere uitgaven kunnen worden opgevangen. Minister Mansholt zal waarschijnlijk vol gende week in zijn Memorie van Antwoord over de begroting van zijn departement nadere mededelingen doen van de richting, die de regering wenst in te slaan. Doch aangezien het hier een onderdeel van het regeringsbeleid is dat ver buiten de land- bouwaangelegenheden van invloed zal zijn, is het te verwachten dat er in een op stapel staande kabinetsnota over de beperking der uitgaven, investeringen en bestedingen ook iets naders over de toekomst van onze landbouw zal worden medegedeeld. Schat kist promessen Het ministerie van Financiën deelt mede, dat op schatkistpromessen met een loop tijd van drie maanden tegen een disconto van 3 5/8 perecent, opvorderbaar 6 mei 1957, op 1 februari 1957 voor een totaal bedrag van f 79.700.000.— is in geschreven. Dit bedrag is ten volle toegewezen. ADVERTENTIE RUIM ZEVENDUIZEND AGRARIëRS hebben vrijdagmiddag aan het slot van een agrarisch voorlichtingscongres in het Jaarbeursgebouw te Utrecht een resolutie aan genomen, waarin zij er bij de regering en de volksvertegenwoordiging op aandringen, de voorstellen van het Landbouwschap ter verbetering van de bestaanszekerheid der oeren, alsmede de maatregelen die daaruit voortvloeien, spoedig te verwezenlijken, óoorts wordt van de regering een snelle beslissing gevraagd inzake de maatregelen ten behoeve van de verleden jaar door wateroverlast getroffen boeren. Met een enthousiaste instemming hebben de uit alle delen van het land aanwezige boeren hun instemming met deze resolutie betuigd, nadat een achttal sprekers voor het massale publiek, dat de jaarbeurshallen vulde, een uiteenzetting hadden gegeven van de toe stand, waarin de Nederlandse landbouw thans verkeert. Het congres verliep in vol maakte orde: de nadruk werd erop gelegd, dat de agrariërs niet met dreigementen, bijvoorbeeld een massale optocht naar Den Haag, hun eisen dienen te verwezenlijken, doch door argumenten de regering en volksvertegenwoordiging van de rechtvaardig heid der landbouweisen moeten overtuigen. Het congres was belegd door de Christe lijke Boeren- en Tuindersbond en het Koninklijk Nederlands Landbouwcomité ter voorlichting van het Nederlandse volk. De Katholieke Boeren- en Tuindersbond kon niet aan het congres deelnemen, in verband met het agrarisch congres van de Katholieke Volkspartij, dat dezer dagen wordt gehouden. De minister van Land bouw, Visserij en Voedselvoorziening, dr. S. L. Mansholt, was verhinderd en had een telegram gezonden, waarin hij de verwach ting uitspreekt, dat de regering spoedig voorstellen met betrekking tot de eisen van het Landbouwschap zal doen (zoals gemeld is, deed het Landbouwschap in oktober 1956 een „ruk aan de bel" door op grond van berekeningen aan te tonen, dat de land bouw driehonderdvijftig miljoen gulden te kort was gekomen, welk tekort door een herwaardering vah de boerenarbeid moest worden teniet gedaan. Intussen is bekend geworden, dat de regering voor een bedrag van tweehonderd miljoen gulden aan de landbouweisen tegemoet wil komen. Voor de landarbeiders zal een tweede drie per cent loonsverhoging en twee percent meer vakantietoeslag worden ingevoerd. Ver wacht wordt, dat de minister van Land bouw, Visserij en Voedselvoorziening over een week zijn memorie van antwoord bij de Kamer zal indienen. De protesten van de ongeveer 7500 boeren op het voorlich tingscongres richtten zich op de eerste plaats tegen het „tergend langzaam tempo van overleg", dat op de eisen van het Landbouwschap is gevolgd. Op de tweede plaats uitte de vergadering haar bezwaren tegen de methode, waarop de regering dit overleg voert. „De georganiseerde landbouw houdt staande, dat de voorstellen van het Land bouwschap niets anders bedoelen, dan de werkelijke kostprijzen van het gemiddelde landbouwbedrijf in rekening brengen. Worden deze verlangens ingewilligd, dan wordt de agrarische producent slechts recht gedaan en wordt iets terugbetaald van de vele miljoenen, die de na-oorlogse jaren door de landbouwpolitiek de boeren zyn onthouden. De boeren vragen niet om steun, maar om de garantieprijzen te doen steunen op de juiste kostprijsberekenin gen." Deze woorden sprak de heer Chr. v. d. Heuvel, voorzitter van de Christelijke Boe ren- en Tuindersbond, bij de behandeling van de voorstellen, die de georganiseerde landbouw aan de regering heeft gedaan. De heer Van den Heuvel zei, dat de cijfers duidelijk aantonen, dat de Nederlandse boer zijn diensten aan de gemeenschap goedkoper verricht dan wie van zijn bui tenlandse collega's ook. Naar de mening van de heer Van den Heuvel, onder wiens leiding het congres stond, dient mede hierom snel een einde te komen aan de onzekerheid. Spreker was van mening, dat door de in de na-oorlogse jaren gevoerde prijspolitiek geen oogst- risico's konden worden gedragen. In de ADVERTENTIE In het wetenschappelijk tijdschrift voor geneeskunst en volksgezondheid „De Ge neeskundige Gids" van deze week, zijn thans de klinische resultaten gepubliceerd van de kankertherapae zoals deze door de Nederlandse arts-specialist dr. W. A. G. van Everdingen is ontwikkeld en door de medische kliniek van de universiteit te Keulen beproefd. zuivel was een ongunstige factor, dat de garantieprijs van de melk de werkelijke prijs is geworden. Jarenlang zijn de kost prijsberekeningen, waarop de prijzen van de landbouwprodukten werden gebaseerd, lager uitgevallen dan zij in werkelijkheid waren, doordat met de eigenaarslasten, de ondernemersfunctie van de boer en de door hem verrichte handenarbeid onvoldoende rekening werd gehouden. Vlucht uit landarbeid „Nu is aangetoond, dat bij deze bereke ningen van onjuiste uitgangspunten is uit gegaan, dienen de fouten te worden her steld, niet in termijnen, doch ineens", zei de voorzitter, die vervolgens de gelijkstel ling van de landarbeidersionen met verge lijkbare groepen bepleitte. Deze gelijkstel ling is noodzakelijk om een landarbeiders bevolking op het platteland werkzaam te houden. Behalve de achterstelling in be loning zijn de aanlokkelijke voorzieningen in de steden - „de recreatieoord-achtige in richting van fabrieken, de vrije zondag en de algemene hang naar de stad" - oorzaak van de vlucht uit de landarbeid, waardoor het platteland dreigt te worden ontvolkt. Ir. C. S. Knottnerus, voorzitter van het Koninklijk Nederlands Landbouw Comité, sprak over: „De landbouw deelt niet in de welvaart". Hij schetste de ongunstige om standigheden, zoals de weersinvloeden en de afhankelijkheid van de buitenlandse markten, die mede van invloed zijn bij de prijsbepaling van landbouw-produkten. „Een geringe daling in de consumenten prijs kan de winst van de boer teniet doen", aldus spreker. De heer Knottnerus wees erop, dat de bijdrage van de land bouw in onze economie niet mag worden verwaarloosd. Nog altijd bedraagt het agrarisch aandeel in de export ongeveer een derde. Aan de hand van cijfers liet spreker uitkomen, dat de kosten in het landbouwbedrijf veel sneller zijn gestegen dan de inkomsten. Mr. B. W. Biesheuvel, algemeen secreta ris van de C.B.T.B., zei - sprekende over de loon. en prijspolitiek - dat de welvaart in de afgelopen jaren mede mogelijk, is geworden door het goedkope voedsel, dat de Nederlandse boer heeft geleverd. „We hebben ons verheugd op een welvaart, die ten dele op schyn heeft berust," aldus mr. Biesheuvel, die voorts inging op het vraag stuk van de bestedingsbeperking. Naar de mening van spreker is ten onrechte de indruk gewekt, dat de landbouw de prys- stabilisatiepolitiek van de regering in de war dreigt te brengen. Het tegendeel achtte spreker het geval. Uitvoerig ging ir. M. A. Geuze, voorzitter van de Zeeuwse Landbouwmaatschappij in op de structuur van de Nederlandse landbouw, waarin hij scherp van leer trok tegen diegenen, die onze landbouw met „achterlijk" bestempelen. Vele maatrege len worden genomen om de structuur van de landbouw gezond te maken. Ter staving hiervan diene het bedrag van 154 miljoen gulden, dat in 1955 in cultuurtechnische werken - ruil- en herverkavelingen - werd geïnvesteerd. Het vraagstuk van de te kleine bedrijven wordt grondig bestudeerd; mogelijkheden ter vergroting van de pro- duktiviteit worden gepropageerd. Tenslotte wijdde ir. Geuze uit over de sociale eman cipatie van de boerenstand, waarbij hij met klem waarschuwde tegen een ontvolking van het platteland door de trek naar de stad. Maatregelen zullen moeten worden genomen, ook in het culturele vlak, om redelijke verhoudingen tussen landbouw en industrie, stad en platteland te handhaven. Een viertal sprekers belichtte de positie van respectievelijk akkerbouw, de zand- bedrijven, de veenkoloniën en de vee houderij. De heer W. van Zijverden uit de Haarlemmermeer sprak over de moeilijke positie van de akkerbouw in het westen, mede door de onteigening van landbouw gronden en de nabijheid van de grote ste den met hun industrie ontstaan. Aan de Koningin werd tenslotte een telegram gezonden, waarin de aanwezige boeren hun aanhankelijkheid betuigden. De minister van Economische Zaken heeft toestemming verleend tot verhoging van de gastarieven in een vijftigtal ge meenten, waaronder Amsterdam, Den Haag, Utrecht, Deventer, Tilburg, Breda, Gouda en Rijswijk. Over de aanvragen tot verhoging van de elektriciteitstarieven en de tarieven voor water heeft de mi nister nog geen beslissing genomen, be houdens in het geval van Amsterdam, waar de elektriciteitstarieven mogen wor den verhoogd. SCHILDER WILM WOUTERS 70 JAAR Woensdag 6 februari zal de schilder Wilm Wouters zeventig jaar worden. Wou ters werd in Den Haag geboren, maar reeds op jeugdige leeftijd ging hij naar Amsterdam, waar hij leerling werd der Rijksacademie van Beeldende Kunsten on der professor Derkinderen en de profes soren Van der Waay en Dake. In 1930 werd zijn werk met een prijs uit het Wil link van Collenfonds bekroond. Hij is lid van de maatschappij „Arti et Amicitiae". KRUISWOORDPUZZEL Horizontaal: 1. land in Europa, 8. lichaams deel, 9. hond, 10. klein kind, 11. voorzetsel, 13. deel van de bijbel (afk.), 14. zilt vocht, 16. onbepaald voornaamw., 17. ongaarne, 18. zwak, 20. waarmerk, 22. stuk hout, 23. ont kenning (Eng.), 24. bakje, 26. jongensnaam, 27. alpenroos. Vertikaal: 1. ternauwernood, 2. zwaardvis, 3. voorzetsel, 4. zacht, 5. gewicht (afk.), 6. tel woord. 7. zonder nut, 11. platte gebakken steen, 12. appel. 14. katoen ener lamp of kaars. 15. oude lap, 19. jongens naam, 21. hok, 23. nieuw (Gr.), 25. voornaamwoord, 26. soort onderwijs (afk.). Om in aanmerking te komen voor een van de drie geldprijzen ad 7.50, 5 en 2.50, dient men uiterlijk dinsdag 17 uur de oplos sing in te zenden aan een van onze bureaus in Haarlem, Grote Houtstraat 93 en Soenda- plein; in IJmuiden. Lange Nieuwstraat 427. De oplossing van de vorige puzzel: „Wees u-zelf!" zei ik tot iemand, maar hij kon niet: hij was niemand. de Genestet. Prijswinnaars: f 7.50: B. Reinders, ger. of burgerweeshuis, Olieslagerslaan 5 Haar lem; f5: mevrouw E. Otter-Postma, Hof dijklaan 72 Driehuis; f 2.50: mevrouw T. v. Dalen-Zelle, Stationsweg 62, Velsen. (Van onze parlementaire redacteur) De ten behoeve van de hogere ambtena ren met een tenslotte nog verrassend stem- menverschil bereikte zegepraal, waardoor zij met terugwerkende kracht van 1 september verhoging van hun salarissen krijgen, was wel bovenal te danken aan wat daarvoor, zakelijk bezien, kon pleiten. Het gaat tenminste moeilijk aan te bewe ren, dat minister Struycken vrijdagmiddag nog een sterk overtuigend pleidooi voor een ongewijzigde goedkeuring van de voor dit doel bestemde begrotingspost van 10 miljoen heeft aangevoerd. Zelf heeft de minister trouwens achteraf wel het gevoel gehad, dat hij te zeer aan zijn papier vast zat en dat hij waarschijnlijk beter zou heb ben gedaan om wat meer voor de vuist weg te spreken. Dan voelt hij zich, naar ik meen te weten, meer op zijn gemak. In de toekomst zal hij dus die toch al te pre fereren methode dienen te volgen. Overi gens zou het in het algemeen aan de kleur en betekenis van de gedachtenwisseling in onze volksvertegenwoordiging slechts ten goede kunnen komen, indien, zoals in het Engelse Lagerhuis, voorlezing van rede voeringen uitgezonderd als het gaat om aanhalingen of vermelding van cijferma teriaal verbonden zou zijn. Maar dan is het ook nodig, dat bijvoorbeeld bij de mon delinge behandeling van een begroting niet weer alles en nog wat te berde wordt ge bracht en men zich slechts tot de grote lij nen zou bepalen. Dat zou mogelijk zijn als niet een bedenkelijk conservatisme van bijkans alle afgevaardigden en, meer nog, de nationale zucht naar perfectionisme daarvoor beletselen zouden zijn. Overigens dient erkend, dat, afgezien dan van de ministeriële bijdrage, deze keer het debat werkelijk een levendig karakter had en in menig opzicht op een behoorlijk peil stond. Met de kampioensprijs ging hierbij, hetgeen trouwens niet zo verwon derlijk is, prof. Oud strijken. Hij beschikt niet alleen over een rijke ervaring, maar is bovendien als weinig anderen volkomen thuis in de parlementaire en constitutio nele spelregels. Het was beslist een genot, waar te nemen, hoe hij in zekere zin de fractie van de Partij van de Arbeid schaak mat zette, toen hij heel nuchter de consti tutionele positie vaststelde, zoals hij dat noemde. Het salarisbeleid is een kabinets aangelegenheid en nu beleefden wij het merkwaardige schouwspel, dat de grootste groep in de Kamer, die van de P.v.d.A., niets meer of minder dan een frontaanval ondernam op het door haar leider, minis terpresident dr. Drees, aangevoerde en vijf partijgenoten-ministers tellende kabinet. De heer Blom (P.v.d.A.) mocht dan wel beweren, dat prof. Oud de kwestie schro melijk had opgeblazen, doch terecht kreeg hij hierop te horen, dat prof. Oud niets an ders had gedaan dan de feiten te consta teren en aan de hand daarvan de constitu tionele positie te bepalen. Tot twee keer toe sprak prof. Oud in dit verband zijn grote verbazing uit, dat de minister-pre sident gedurende deze gedachtenwisseling afwezig bleef in plaats naast zijn belaagde ambtgenoot Struycken plaats te nemen. Minister Struycken had hierop kunnen antwoorden, dat de minister-president door een vergadering van de ministerraad over de kwestie van de gemeenschappelijke Europese markt en Euratom verhinderd was, en dat hij, mr. Struycken, niet slechts minister van Binnenlandse Zaken, maar bovendien vice-minister-president is. In die hoedanigheid kon men dus in hem de plaatsvervanger van de minister-president zien. Hij zei dat echter niet. Misschien is het mogelijk, dat in zijn onderbewustzijn nog de herinnering leefde aan bezwaren, die de minister-president, naar verluidt, aanvankelijk zelfs in vrij sterke mate, te gen de begrotingspost in kwestie zou heb ben gekoesterd. Dat zulks nu niet meer het geval was en dat men hier inderdaad te maken had met een zaak, welke voor reke ning kwam van het gehele kabinet, staat overigens onomstotelijk vast. Even komt bij mij de ondeugende vraag op, of wel licht ook de fractie van de P.v.d.A. last had van een soortgelijke werking van haar onderbewustzijn, gezien de door haar aan genomen houding. Hoe het zij, minister Struycken bleef halsstarrig volharden in het niet met zo veel woorden stellen van de portefeuille- zo al niet de kabinetskwestie. Misschien moet men hierachter eveneens een ziens wijze van de minister-president zoeken. In de laatste jaren is aan hem en verschil lende van zijn mede-ministers meer dan eens verweten, dat te veel het zware ge schut dreigen met de portefeuille kwes tie in stelling werd gebracht. Minister Struycken liet tenslotte wel merken dat hij enerzijds er veel voor voelde om precies te zeggen, waarop het zou staan als de Ka mer een verantwoord personeelsbeleid on mogelijk zou maken. Maar anderzijds achtte hij het juister de Kamer slechts op zakelijk gronden te laten beslissen. Wel nu, tenslotte bleek, dat hij zich deze „weelde" ook kon veroorloven, doordat uiteindelijk alle Anti-revolutionairen en alle K.V.P.'ers op één na met de regering meegingen en dat zich verder met de V.V.D. en de communisten ook nog twee C.H. afgevaardigden aan die zijde schaar den. Aldus kwam het tot een overwinning- met 77 tegen 55, een overwining die door minister Struycken zeker met een zucht van verlichting in de wacht gesleept werd. ccocoocooic»oocccococ<xoco3c<xxxx»cxox>^cc<xx>cccccoccc<xxxxxx»occoococc<x>xccoocc<xcocccocooo3coccccccc>ococoocxi Bij de te Alkmaar gehouden verkoping door de Domeinen van een negental afgedankte mijnenvegers van de Koninklijke Marine, waren 59 inschrijvingen. Koper werd de Dumpfirma M. Caransa en Co. te Amsterdam, die het hoogste bod had gedaan van 378.969 gulden. De firma heeft de mijnenvegers voor de sloop gekocht. Er bestond voor deze verkoping grote belangstelling. Ruim tweehonderd personen vulden de zaal van „Het Wapen van Heemskerk". De belangstelling kwam hoofdzakelijk van de zijde der slopers en de metaal- handel, maar er xvaren ook biedingen van liefhebbers die er van droomden een oude mijnenveger tot woonschip om te bouwen. Hun biedingen bleven echter te laag. Een club studenten bood f 500 voor een boot, met de bedoeling er een clublokaal van te maken. Een scholier uit Vlaardingen bood f 150 en een 17-jarige jongen uit Den Helder schreef „Als u er een over hebt, dan wil ik hem graag hebben voor f 23.75. U zult er wel om lachen", zo voegde hij er aan toe „Doch wie niet waagt die niet wint". Er werd hartelijk om ge lachen. De biedingen voor de mijnenvegers afzonderlijk liepen op tot f 42.500. Het bod voor negen stuks samen, varieerde van f176.500 tot f378.969. Er waren geen inschrijvingen uit het buitenland. De koper, de heer Caransa, deelde mede dat hij het bod gedaan had namens de combinatie autobedrijf J. van der Veldt te Sloten, Groka Bleiswijk en zijn compagnon Zwaaff te Amsterdam. Hij verkocht direct reeds een der mijnenvegers door aan de firma Oosterwijk te Amsterdam, hoofdaannemer van de Deltawerken, die het vaartuig gaat gebruiken voor vervoer van zijn personeel. cccccocccccoccco^oo«>cccoxccox>ccccoccccoxccccccco»cccoxcoccocccccco» Van de lucht alleen kan je niet leven Luchtvaartmaatschappijen adverteren bij voorkeur hun culinaire organisatie. Boven Madrid een kopje koffie, tussen Brussel en Keulen een huzarenslaatje, over de Alpen vier gangen met een halve fles champagne. Wat zij aanprijzen is niet hun snelheid, regelmatigheid en veiligheid, maar hun lekkerheid. De beste advertentie zou zijn: u stijgt op, u eet en u komt weer neer. Voor landvaste restaurants wordt dit een benauwende concurrentie. Wat baat hun het verse kopje koffie, het huzarenslaatje, ja het overvloedige maal van vier gangen en een keur van wijnen? De enige oplossing is, de luchtvaart maatschappijen te bestrijden op hun eigen terrein. „Restaurant Le Gourmet. Ons speciaal diner, exquis menu. Bij de prijs inbegrepen: retourvlucht naar Athene". Waarschijnlijk komt straks het Oudhol landse restaurant „d'Eetceucken 't Vlie- ghen Anno 1903" op de gedachte, het maal te serveren in authentiek out-hollantse vliegtuyghen, in historische klederdracht. Kortom, de gebroeders Wright en meneer Fokker verdienen een aparte plaats in het gulden boek der kookkunst. De combinatie van snelle beweging door de bovenlucht en gratis eten schijnt op de een of andere manier onafwendbaar geworden te zijn. Ik vraag me af, of vogels op dezelfde manier over hun migratie den ken? „Kom, spreeuw, laat ons naar Cairo vliegen". „Wat krijg ik te eten?" „Direct na het opstijgen een vette worm. Tussen Eindhoven en Brussel een brom vlieg. Bij Parijs een smeuïge rups". En anders doet die spreeuw het niet en blijft rustig in Nederland doodvriezen. Wanneer de combinatie van vliegen en consumeren verder ons denken blijft be heersen, zou ruimtevlucht met enorme keukenproblemen gepaard gaan. „Deze aardsatelliet cirkelt ieder etmaal vier maal om de aarde heen. Boven Azië schildpad soep, boven Europa een bros kuikentje met rode wijn, boven Amerika kalfsoesters met doperwten, en boven de polen ijs". De eerste raketvlucht naar Mars krijgt een gigantisch maal te verwerken met likeur, klapsigaren en papieren mutsen, zodat de hemelreizigers als ze uitstappen vele kilo's zwaarder geworden zijn en een deuk in. de nieuwe planeet maken. Helaas zal op aarde toenemende snel heid van het vliegtuig de mogelijkheden tot consumptie ernstig beperken. Driemaal- zo-snel-als-het-geluid eist van de stewar dess bovenmenselijke voortvarendheid om het dessert nog vóór de landing geser veerd te krijgen. Anders moeten de passa giers hun koffie en kaas maar in het vlieg veld-restaurant nuttigen. Of de piloot doet het hele traject een keer of drie heen en weer, tot ze van tafel opstaan, aangezien pogingen van de passagiers om vóór het einde van de vlucht het gratis maal toch maar naar beneden te slikken, tot indiges tie kunnen leiden. Advertenties zouden daarom tactvol1 die nen te vermelden: „wij landen niet voor het op is". Herman Fortuin ADVERTENTIE Imp. J. H. vin den Botdi Co - Postbuj 8054 - Amsttrdjr» Ned. Herv. Kerk Beroepen te Westerhaar (O.) E. M. Pan- nekoek te Ochten (Geld.). te Papen- drecht A. Baars te Mastenbroek (O.). te Moerdijk J. van Woerden, vicaris te Krimpen a. d. IJssel. Aangenomen naar Havelte (toez.) J. B. van Bork te Sluis- Retranchement. Benoemd tot hulppred. te Rotterdam-Charlois ds. W. Lourens te Geervliet. Aangenomen de benoeming tot hulpprediker te Ankeveen G. Jansma, a.s. emeritus pred. te Zaamslag. Geref. Kerken Beroepen te Zuidhorn J. van der Zanden te Murmerwoude. te Drijber E. Haver kamp, kand. te Grootegast. te Lexmond E. Haverkamp, kand. te Grootegast. Geref. Kerken onderh. art. 31 K.O. Beroepen te Pernis B. J. F. Schoep, kand. te 's-Gravenhage. Het voorvoegsel oor- komt ook voor in de onbetoonde vorm er- en in de vorm oer-. Er is slechts een zevental woorden in onze taal, dat met dit voor voegsel is samengesteld en een daarvan is: oorzaak. Daarin heeft oor- een ver sterkende betekenis: het woorddeel zaak moet worden opgevat in de zin van het latijnse causa. In deze betekenis zegt Ruunsbroec: God is orsake aire creatu ren, dus God is de oergrond van al het geschapene. Wij gebruiken het woord in de zin van: datgene wat noodzakelijk tot een bepaald gevolg moet leiden. Het ver schil met het woord reden is dat oor zaak aangeeft: waardoor iets geschiedt en reden: waarom iets gedaan wordt. Oorzaak wijst vooruit naar een gevolg, reden wijst terug op een grond.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1957 | | pagina 5