STAD DES LEVENS Herinneringen van Jan Greshoff De leerling van Doctor Marciolo „De Machinist" eerlijke en ontroerende film J Een boek om van te genieten Litteraire Kanttekeningen Broedergemeente gaat jubileren Kort en bondig ÊL PHILIPS,Infraphil' KERKELIJK LEVEN Opdat zij één zijn Voor goede en duurzame vloeren EDELHOUT vloerfin Fabrieksarbeider schiet op vrouwelijke collega Dader slaat de hand aan zichzelf Heringa Wuthrich ONS VERVOLGVERHAAL DOOR JOSEPH L. E1NANDER Speciaalzaak LABOR n.v. Ambonezen weigeren aangeboden brood Agenda voor Haarlem ZATERDAG 9 FEBRUARI 1957 IN GEEN TIJDEN heb ik van een boek zo hartgrondig genoten, heeft een lectuur mij zo volkomen geboeid, veroverd en verkwikt als „de verzameling van losse en luchtige persoonlijke herinneringen", die Greshoff dezer dagen onder de titel „Volière" bij Stols heeft doen verschijnen. Wie, hetzij vriend of vijand, Greshoff zoekt, kan hem, voor zover hij hem al niet in zijn vroegere werk in zijn critieken, essays, gedichten, aforismen en al wat verder uit zijn bezige pen vloeide, ontmoette hier vinden. Maar wie hem nu eindelijk gevangen meent te zien, als siervogel of als haantjepik, in de litteraire kooi, komt gelukkig bedrogen uit. Niet dat hij in deze briljante „mémoires" niet volstrekt aanwezig zou zijn. Integendeel. Juist omdat hij, hier als elders, zo ten volle „Greshoff" is, ontglipt hij opnieuw als groot wild aan de omsingeling van de handboekjesschrijvende drijvers, aan wie het, al hun nijver gespeur ten spijt, nog steeds niet is gelukt Greshoff waar dan ook litterair „onder dak" te brengen. I Waar Greshoff is, is beweging, geest, onbevangenheid, onvervaardheid, beschei denheid, stelligheid, voorbehoud, strijd baarheid, beschouwelijkheid, bewondering, afkeuring, redelijkheid, onredelijkheid, gulheid, distantie en in al deze kwali teiten (en nog vele, vele andere) een ver rukkelijke eenvoud en een onvoorwaarde lijke eerlijkheid. Hij was en bleef de non conformist, die er zijn leven lang voor ge past heeft de dupe te zijn van een stand punt, een dogma, een credo ofvan zichzelf. Elk voorschrift is voor hem een grafschrift. En aangezien doodbidders zeer bepaald niét tot zijn vrienden behoren, heeft hij zich de vrijheid veroorloofd een vrij man te zijn een „honnête Romme" (zoals Ter Braak het noemde) die is die hij is en daarvoor met alle plezier de volle verantwoordelijkheid aanvaardt. Met alle plezier, ja: als men onder „ple zier" de onvervangbare genoegdoening wil verstaan, die het „spel der spelen" hem verschaft. Greshoff en er is geen blad zijde in deze „Volière" of hij pinkelt en twinkelt ervan is één van de zeer zeld- zamen, die nog de heerlijke kunst van het spelen verstaat, met de ernst als inzet. Voor geen goud van de roem heeft" hij willen behoren tot de helden der letteren. De Shakespeariaanse narrenrol was hem genoeg. Bij de gratie van de vrijheid, die de zotskap hem veroorloofde, met. de vrij heid van de gratie, die zijn onbevangen geest siert, heeft hij waarheden aan de man gebracht, schoonheden onidekt, essen tialia van domme bijkomstigheden weten te onderscheiden, waarvoor onze littera tuur en onze cultuur hem niet dankbaar genoeg kan zijn. Heilige huisjes heeft hij nooit gekend, pluimstrijkerijen altijd ver acht, de gewichtigdoenerijen van de „recht- lijnigen" en hemelbestormers zijn lange schrijversleven door als een potsierlijk schouwspel gadegeslagen en van het hoog nodige commentaar voorzien. Nooit heeft hij, zoals de zelfverzekerden, zo precies geweten waar Abraham de mosterd haalt. Wie bij hem met „het" standpunt aan boord kwam, kon er donder op zeggen door hem gekielhaald te zullen worden. Nooit was voor Greshoff de teerling ge worpen. Elke dag stelde hem voor een Een, in ons land slechts bescheiden aan tal leden tellende kerkgemeenschap bestaat binnenkort niet minder dan vijfhonderd jaar. Begin maart gaat de Evangelische Broedergemeente dit voor een protestantse kerk wel zeldzame jubileum gedenken. In ons land geschiedt dit op zondag 3 maart in twee bijzondere diensten, waartoe mede zullen worden uitgenodigd vertegen woordigers van verschillende andere ker ken en van een aantal verenigingen. Aan het eind van de dag zal het Heiligavond- maal worden gevierd. Een groep jongeren, die omstreeks het jaar 1455 dwars door Bohemen trok zou men kunnen beschou wen als de voorlopers van de Broederge meente. Zij hadden tegen de rooms-katho- lieke kerk verschillende bezwaren en wil den hiervan dan ook geen deel meer uit maken. Het was hen echter wel heel dui delijk, dat het goed en zelfs noodzakelijk is, dat christenen gemeenschap met elkaar onderhouden. Hun streven was er op ge richt een levend christendom te beleven, waarin de broederschap op de voorgrond zou treden. Deze „zoekers" hadden wel wat voor hun geloof over, hetgeen vooral dui delijk wordt wanneer men weet dat zij zich voornamen het armoedige leven van Chris tus te gaan lêiaèn. In allerlei opzichten hadden ze het verre van gemakkelijk. En kele jaren nadat ze met hun. zwerftocht waren begonnen het was toen maart 1457 kwam men tot de stichting van de Broedergemeente, de zogenaamde Unitas Fratrum. Dit had in stilte plaats in het Oostboheemse dorpje Kunwald. De leden van de nieuwe gemeenschap, die elkaar aan gingen spreken als „zuster" of „broeder" toonden zich zeer actief. Twee aan twee trokken de ongetrouwde broeders het land door om er hun prediking te brengen. Deze hield in wat Christus naar hun overtuiging aan zijn volgelingen leerde: boete en na volging, armoede en weerloosheid. Ook de zusters zaten niet stil. Zij gingen in haar omgeving zieken bezoeken en verzorgen, waardoor men kan stellen, dat hierdoor de eerste protestantse diaconia ontstond. Opdat zij één zijn Inmiddels ging men er toe over liederen te dichten, die dan gezamenlijk werden ge zongen. Zonder overdrijving kan hiervan worden gezegd, dat de koralen van de Bo heemse broeders een nieuwe vorm van godsdienstoefening schiepen. Zo werden gemeenten overtuigd gevormd in een een heid van geloof, gekenmerkt door broeder liefde en van de uiteindelijke verwachting van het bijbelwoord: „Opdat zij allen één zijn" Men had het wel verre van gemakkelijk. Lange tijd was de Boheemse Broederge meenschap een kerk waarin men maar al te goed ondervond wat vervolging bete kende. Maar desondanks bleef de geloofs- blijheid een der kenmerken van de geloofs gemeenschap. Door dit alles bleef groei niet uit. In het begin van de zestiende eeuw j telde men in Bohemen en Moravië reeds i 70.000 leden, die in 300 kerken bijeen kwa- men om daarin te kunnen luisteren naar j prediking uit een in de Boheemse taal uit- j <>Te duur<te oneconomisch.belemmert de gegeven catechismus. Reeds zeer spoedig 10 snelheid, enzovoort. Trouwens, denkt u dat zoiets nadat de hervormers waren opgestaan i dejpen kan? gjj de tegenwoordige snelheden werden met hep betrekkingen aangeknoopt. j>Ik weet het niet-.( zei dokter Malloway peinzend. PncLerr. teerlingen van Maarten Luther >;D0ch ik weet wèl een ding: tenzij men inderdaad revo- in Wurttemberg waren ook enkele broe- jutionaire middelen toepast, wordt het verkeer mensen- nieuwe worp: de waarheid van gisteren kon immers de leugen van vandaag en de mogelijkheid van morgen zijn! Dat lijkt misschien bedenkelijk veel op wispelturig heid, maar wie Greshoff gelézen heeft, weet hoeveel consequentheid er achter die zogenaamde grilligheid steekt, hoeveel gaafheid van levenshouding, hoeveel gees telijke zindelijkheid. Wie daarvoor geen oog heeft, is niet alleen de charme ont gaan van zijn werk en zijn persoon, hij heeft, eerlijk gezegd, geen notie van de onvervangbare plaats, die Greshoff in onze moderne letteren inneemt en zal altijd verstrikt raken in de tegenspraak, waarin Greshoff zich met de volle ernst van het spel en een waar epicuristisch genot be geeft. Maar wiè er eenmaal de smaak van te pakken heeft, wie mèt hem kan be- -wonderen, liefhebben, verwerpen, fulmi neren en schoon schip maken, ondergaat zijn werk en dit rijpe, rijke, pittige boek der herinneringen niet het minst als een geestelijk bad, ook dan en daar, waar hij het niet met hem eens is. Geen schrij ver trouwens, met wie ik het liever eens oneens zou zijn dan met. hem, was het niet dat onze sympathieën, onze voorliefdes en voorwaardelijke standpunten vrijwel steeds samenvallen. Greshoff heeft in deze „gedenkschriften" een hulde gebracht aan Malraux, zijn lief de betuigd voor de zojuist gestorven Va- lery Larbaud., zijn vriendschap betoond mèt en zijn waardering uitgesproken vóór de figuren en het wakkere werk van Du Perron en Ter Braak (aan wie meer dan de helft van dit boek is gewijd). Hij heeft dat gedaan met een menselijke warmte, een gedifferentieerd onderscheidingsver mogen, een onafhankelijkheid en spits vondigheid van geest, die mèt elkaar dit geschrift tot een der waardigste, zo niet dè waardigste bijdrage stempelen tot onze „Kennis" van de voormannen van de Fo- ADVERTENTIE HAARLEM ZIJLSTRAAT 96 TEIÏL: 20340 rumgroep, waaraan onze moderne letter kunde oneindig meer is verschuldigd dan de epigonen kunnen waarmaken. Blad zijden zijn gewijd aan Van Schendel, Mars man en Slauerhoff en aan hun „biografen" 's-Gravensande, Terborgh en Lehning sprankelende bladzijden, onthullende blad zijden, waarvan ik de lectuur voor geen goud had willen missen, evenmin als van de kernachtige beschouwing over Jacques Bloem, die hem na aan het hart ligt. Ook ten aanzien van een voor onze litteratuur zo beslissende periode als de Forumtijd, waarbij Greshoff ten nauwste betrokken was, is er voor hem in de botte vereen voudiging tot. enkel-zwart en enkel-wit een uiterst gevarieerde schakering van „tus senkleuren". Nooit heeft Greshoff en daarom behoort hij zonder twijfel tot de lievelingsauteur van menigeen en is hij tevens zoveler vijand het er voor ge houden, dat twee maal twee per se vier moet zijn, in zijn litteraire waardering niet, in zijn vriendschappen niet, in zijn leven niet. Zelf heeft hij zich eens alweer niet zonder een zich in de narrenwijsheid ver kneukelende uitdagendheid een Jantje Contrarie genoemd, die menigeen (in de eerste plaats de zijne) voor voortreffelijke aanknopingspunten houdt van hun tegen deel. De paradox is hem dierbaar, de ver starring het verfoeilijkste verraad aan de geest dat men zich denken kan: men leze en geniete zijn uitnemende passage over de zogenaamde „littérature engagée" (die de schrijver met alle macht een „stand punt" wil opdringen in de maatschappe lijke controversen). Men leze wat hij te berde brengt over de „staat" en de dag bladpers, over de „steekneuzen" en de raakschrijvers. Ik heb van die hors-d' oeuvres gesmuld, omdat het Greshoff en alleen Greshoff is, die ze zo gepeperd en fris kan opdienen. Wie schrijft er nog zo puntig, zo simpel en met zoveel stijl als hij? Wie is er nog, die zo met hart en ziel een „lettré" is daarbij zo door en door een „honnête homme"? Greshoff was uniek en blèèf uniek. Lang zal men nog aan zijn huid trekken, terwijl tyij goed en wel in een andere is gekropen tot heil van een gezonde kunst der letteren. De 30-jarige G. S. uit Putten, die werk zaam was in een kofferfabriek te Harder wijk, heeft tijdens de middagpauze, na een woordenwisseling, op de 28-jarige plakster mcj. A. H. uit Harderwijk geschoten. S. heeft zich daarna met een schot van het leven beroofd. Tijdens het schaftuur in de fabriek had het meisje het misnoegen van S. opgewekt en hem, naar hij zei, beledigd. Hij richtte een pistool op haar en schoot haar in de borst. Zij liep naar buiten en werd in een naburig huis opgenomen. Zij is daarna naar het Piusgesticht te Harderwijk ver voerd en later, omdat bleek dat het schot een long had geraakt, naar het sanatorium „Sonnevanck". Haar toestand is na opera tief ingrijpen zodanig, dat zij wel zal her stellen. S„ die eveneens naar buiten was ge lopen, overleed voordat er een dokter was gearriveerd. Lodo besloot, nog maar eens goed in de boeken van de doctor te gaan studeren misschien lukte 't hem dan, een goed recept te vinden. Want doctor Marciolo kon toch niet voor altijd daar als 'n doodgewone tulp blijven staan! Maar vóór hij aan 't studeren ging moest hij toch eerst nog voor het eten van de doctor zorgen. Dat toil zeggen: hij haalde water en begoot zorgvuldig de aarde, waarin de tulp stond. „Alstublieft, doctor!", zei hij bedeesd... 71-72 WIE ER TOT NU TOE niet van over- konsekwenties wilde ontlopen, ofschoon hij ADVERTENTIE Haarlem CENTRALE VERWARMING JOHNSON OLIEBRANDERS Pietro Germi, regisseur en titelrol speler van „De machinist" tuigd mocht zijn dat een film werkelijk kan ontroeren, zou deze week het Haar lemse Cinema-Palace theater moeten be zoeken om zichzelf gelogenstraft te zien. Hij maakt daar kennis met een film van de Italiaanse regisseur Pietro Germi „De machinist". Piètro Germi, een voor de meesten onzer onbekende naam. Maar een naam om te onthouden. Want niet alleen dat Pietro Germi een prachtige film heeft gerealiseerd, hij speelt er zelf ook nog de titelrol in en hij doet dat in de stijl van Vittorio de Sica: voortreffelijk. Hij heeft meer met zijn grote leermeester gemeen. Zijn aandacht is gericht op de gewone mensen, hun lief, hun leed, hun zorgen vooral en hun kommer. Liefderijk bejegent hij hen en brengt hun lotgevallen in beeld. Met een haast ver.fijnd waarnemingsver mogen laat hij ons de subtiele gemoeds schakeringen op het gezicht van zijn spe lers zien. Hij kiest juist die momenten, die uitdrukkingen en dat standpunt van de camera, waardoor zij direct duidelijk ma ken wat er moet omgaan in de mensen, wier levensverhaal hij vertelt. Niet alleen dus, dat hij zijn spelers zo doet opgaan in hun rol, dat zij de gewenste gemoeds ervaringen kunnen uitbeelden, nee, hij zorgt ook dat die uitbeelding ons voor ogen komt met onweerstaanbare ontroe ringskracht. Neem nu het jochie dat in de film de lieveling van zijn vader is. Hoe bespeelt Germi het expressieve gezichtje van deze knaap en vangt hij de meest uit eenlopende uitdrukkingen op, aangepast aan de situaties, waarin het ventje komt te verkeren. Natuurlijk, zo'n jochie is goud voor een filmer. Vind maar zo'n acteer talent! Maarslaag er ook maar in alle intenties met zo'n talentje te verwezen lijken en het geduldig te observeren tot het precies laat zien wat het moet._ Uit hon derden meters' celluloid worden' die mo menten uitgeknipt en later in de film in gevoegd. Èen bezigheid, die men niet ver moedt, wanneer men met het resultaat wordt geconfronteerd. WAT FILMEN is blijkt al uit het begin, waarin de beelden van een langs de rails voortijlende trein worden afgewisseld met die van dat kereltje, hollend om op tijd zijn vader af te halen. En dan leren we de machinist kennen en de verhoudingen in zijn gezin. Zorg genoeg! Een zoon, die nu niet bepaald goed wil, een dochter, die vóór haar huwelijk een baby verwachtte en de jongeman, met wie zij noodgedwon gen trouwt, niet liefheeft, omdat hij de dat later beter leert zien. De machinist verdrinkt zijn zorgen dan maar liever en moeder moet met wijsheid en tact onenig heden smoren, catastrofes voorkomen en allen op het rechte pad houden. De ruzies komen toch, de scènes en verbanning van dochter en zoon uit het ouderlijk huis. De machinist raakt dan wel diep in de put. Geschokt door de zelfmoord van een man die zich voor zijn trein wierp, rijdt hij door een onveilig sein, wordt gedegradeerd en raakt ook in de figuurlijke zin het spoor bijster. Het is zijn zoontje dat hem terug brengt van de dwalingen zijns weegs naar zijn oude vrienden en zijn vrouw, die haar zorgen nu wel heel zichtbaar aan hem gaat besteden, want hij wordt ziek. Een tikje onbegrijpelijk is het dat op kerst avond zijn huis volloopt met vrienden en bekenden, die hem komen opzoeken. Maar hij voelt zich al wat beter en viert het feest graag mee, verzoent zich met de naar haar man teruggekeerde dochter en zijn oudste zoon. Om, als iedereen naar de Nachtmis is en hij met zijn vrouw achter blijft, vermoeid maar gelukkig zijn bed op te zoeken, waar de dood hem verrast. Dat is het verhaal van „De machinist" zoals de film het vertelt. Een fictie dus, maar hoe gelijkend op wat men dagelijks om zich heen gebeuren ziet. En hoe prach tig aan ons voorgehouden zonder al te veel sentimentaliteit. Hoogstens wordt de dochter wat sterk aangezet in haar wanhoop, maar dat dit opvalt pleit eigen lijk alleen maar voor de beheersing, die Germi voor het overige aan de dag legt. De scènes tussen de machinist en zijn zoon tje zijn wel de mooiste van de film, met veel humor - het bezoek aan het politie bureau - onmiddellijk gevolgd door de uit- b'ffrétïYig viaiTiëweló thuis tegen zijn doch ter - wëlk een dynamiek en een „vey- 'dèlmg" 'vahrder:il?hóud in alle vormen' van bewogenheid - en dan in het bijzonder de laatste samenspraak „van man tot man" tussen de machinist en het haast te wijze kind. En dan moet ik ook nog even wijzen op de toepassing van het geluid: het lopen de kraantje in het café, dat de dorst op wekt en tastbaar maakt, het guitaar- muziekje dat de komst van het knaapje tussen de grote mensen telkens vertederend begeleidt. Ja, als men een werkelijke mooie film wil zien, hier is er een. Theorieën over wat; filmkunst is laat men er graag bij achterwege, hoezeer ze in „De machinist" worden bevestigd. ADVERTENTIE Spit Philips „Infraphil" weg pijn! PHILIPS „Infraphil" zo gemakkelijk in uw gezin met dieptewerking Dit infrarood bestra lingsapparaat kan ook met succes worden ge bruikt bij spierreuma- tiek, verstuikingen, ver wondingen, steenpuis ten, verkoudheid, win terhanden en -voeten. ders uit Bohemen. Onder hen waren het Michael Weisse, Johann Horn en Johan Augusta, die later zelfs leiders en bisschop pen van de gemeenschap werden. Mede hierdoor kwamen de leden van de gemeen schap tot de overtuiging, dat niet alleen het woordelijk navolgen van de Bergrede de gelovigen rechtvaardigt, dat het niet uitsluitend gaat om het woordelijk navol gen van de wet van cristus, maar dat het in het evangelie uiteindelijk vooral om ge nade en vergeving gaat. Dat het contact dat men heeft gehad met mannen als Luther, Zwingli en Calvijn hiertoe heeft bijgedra gen is wel duidelijk. Tegenover de vervol gingen, die men had te verduren van de Boheemse koningen stond de steun van de hoge adel. Het zou ons te ver voeren hierop uitvoerig in te gaan. Zij nog slechts ver meld, dat in 1619 dé adel vrijwel werd ver nietigd en dat als gevolg hiervan velen uit Bohemen en Moravië vluchtten. De mees ten hiervan sloten zich aan bij de Evan gelische Kerk in Duitsland. vijand nummer één." Hij vouwde de brief open, die hij aldoor in de hand had gehad. „Luister eens wat Galotti schrijft. Het is een merkwaardige brief. De eerste regels zal ik overslaan; die gaan over Susan. Maar daarna: .Mischien interesseert het u, waarde dokter, te ver nemen, dat ik in Europa bezig ben te studeren. Niet aan een universiteit, doch op straat. Sommige mensen zou den zeggen dat ik bezeten ben. Wel, het zij zo. Ik heb een idee, dat me niet meer loslaat. Doch ik ga stelsel matig te werk. Ik studéer en ik heb grote plannen voor de tijd, dat ik weer in de States terug zal zijn. Misschien zult u mij dan willen heipen. U zult mij reusachtige dien sten kunnen bewijzen. U, en allen die bezeten zijn." Dokter Malloway glimlachte. „Hier staal niets meer of minder dan dat ik ook be zeten ben," zei hij langzaam. „Misschien is het ook wel zo." Hij zuchtte. „De grens tussen een roeping en een bezetenheid is smal, wist u dat, meneer Richardson?" Hij stond op. „Het allerbeste met Susan," zei hij. ..Ik houd haar onder strenge controle, zoals we hebben afgesproken." George drukte de hand, die hem werd toegestoken. „Ik dank u," zei hij met warmte. „En. hij aarzelde zoe- kend naar woorden. „Kijk eens, dokter Malloway, ik Herrnhutters 1 kan het allemaal niet zo goed onder woorden brengen Bijna een eeuw later bevindt zich onder als u, maar ik voel dat.... ik weet dat uw denkbeelden hen, die in het geheim vertrekken, de le- j juist zijn. Wat dat verkeer betreft, bedoel ik. Dit onge- ken prediker Christiaan David. Als verblijf- iuk heeft ook mij een soort van inzicht gebracht. Ik plaats kiest hij met een aantal volgelingen 1 bedoel.och, misschien komt het nooit zover. Maar als de emigrantenkolonie Hermhut bij Graaf u en die Galotti iets willen doen, iets van plan zijn dan zou ik u beiden graag helpen. Als ik kan, tenminste." „Wie weet," zei dokter Malloway. „Ik vraag me ai wat Galotti zal doen als hij terug is." Wat Galotti deed toen hij terug was, betekende niets meer en niets minder dan een sensatie voor de New Yorkse zakenwereld. En hoe hij erin slaagde de zaak op poten te krijgen, was voor veie doorgewinterde zaken mensen in de States een van de grootste raadselen hun ner praktijk. von Zinsendorf. Hier krijgt de Broederge meente een nieuwe opdracht, namelijk die van de zending onder de heidenen De Broederkerk, die ook in ons land een plaats heeft gevonden is geen kerk met ontelbare leden geworden. Maar zij, die door de Herrnhutters op de zendingsterreinen zijn bereikt vormen ongetwijfeld „een schare die niemand tellen kan". Galotti bewaarde zijn geheim zorgvuldig, doch enkele mensen kregen het niettemin van hem te horen en onder hen was dokter Malloway een der eersten. De dokter vernam het op een winderige herfstavond, nadat hij ge volg gegeven had aan een dringende uitnodiging van de Zuid-Amerikaan om met hem te dineren. Zij zaten na dien in Galotti's New Yorkse flat. Dokter Malloway kon niet nalaten, nu en dan met grote verwondering naar zijn gastheer te kijken. Galotti was veranderd. Zijn bruine gezicht had een zachtere, mildere uitdrukking gekregen en zijn bewegingen waren beheerster dan voox-heen. Het was, zo stelde de dokter vast, alsof de Zuid-Amerikaan menselijker, begrijpender en nadenkender was geworden en dokter Malloway vroeg zich af, of dit wel uitsluitend het gevolg kon zijn van Galotti's bezoek aan zijn vaderland en zijn ouderlijk huis. Hij vermoedde dat de schok van het ongeluk met Susan bij deze xnan eigenschappen naar voren had geroepen, die totdantoe in zijn binnenste gesluimerd hadden.... of wellicht door de harde praktijk van het Amerikaanse zakenleven waren onderdrukt. De dokter interesseerde zich zeer voor dit probleem, enerzijds doordat hij zich als gedegen medicus altijd verdiepte in de psychologische verschijnselen bij zijn patiënten en bij degenen, met wie hij in aanraking kwam, doch anderzijds vooral omdat zijn nieuwsgierigheid gewekt werd in verband met de ophanden zijnde onthullingen van Galotti. Want dat deze man hem deze avond onthullingen zou doen, stond vast. Dat was i-eeds gebleken uit de manier, waarop Galotti hem had ontvangen. „Dokter Malloway," had de Zuid-Amerikaan gezegd in de hal van het Mayfair-restaurant, „u beseft niet hoe belangrijk deze avond zou kunnen worden voor mij.... voor ons beiden. Ik heb eens een beroep op uw hulp ge daanen ik herhaal thans dit beroep. Kom, aan tafel zal ik u mijn avonturen in Europa vertellen." Het werd een vreemde avond voor dokter Malloway. Hij maakte kennis met een man, die hij nooit had kun nen vermoeden in de huid van de donkere, beweeglijke en potsierlijk geklede Zuid-Amerikaan. Een man die op een onwaarschijnlijke, doch niettemin onmiskenbare ma nier geïnspireerd was tot grote initiatieven, die zich met ootmoed had overgegeven aan een roepstem uit het raadselachtige niemandsland en zijn zieleleven en ten- volle bereid was zijn ganse energie en kracht te geven aan datgene, wat hem als taak geopenbaard was. Hij hoorde het enigszins onsamenhangende doch daar door niet minder boeiende relaas van een dolzinnig lij kende kruistocht door Europa, een dwaze reis in een krankzinnig tempo, ondernomen met één enkel fascine rend doel; namelijk om een antwoord te vinden op de vraag, die Galotti als een obsessie vergezelde: Waar ligt de oplossing van het conflict tussen mens en verkeer? Galotti had de drukste steden van het oude Europa bezocht: Parijs, Berlijn, Marseille, Rome, Milaan, Londen, Amsterdam, Kopenhagen, Oslo, Brussel en tientallen andere. Hij had gesproken met burgemeesters en politie commissarissen, ingenieurs en directeuren van vervoers maatschappijen. Hij had statistieken verzameld en foto's gekocht, tekeningen en plattegronden opgevraagd en lit teratuur achterhaald. 1-Iij had vele nachten niet geslapen, doch de eenzartxe uren in hotels doorgebracht met het schrijven van aantekeningen en het uitwerken van ideeën. 1-Iij had op drukke kruispunten gestaan en zie kenhuizen bezocht, waar gewonden en doden van ver keersongelukken \Varen binnengebracht. Hij had met po- litie-agenten en verkeersbrigades gediscussieerd en was meermalen in wanhopige strijdvragen verwikkeld geraakt, waaraan hij zich met zijn bruisende voortvarendheid bleken te zijn. „Het is veel erger dan iemand van ons beseft," zei Galotti, terwijl hij zijn slanke, bx-uine handen op het sneeuwwitte tafellaken aan weerskanten van zijn bord legde. „Europa krioelt. Europa kookt over, dokter Mal loway, en niemand weet hoe het probleem moet worden aangevat. Niemand heeft een vooruitziende blik en geen mens komt met radicale verbeteringsplannen. Men pompt steeds maar door nieuwe stromen vervoermiddelen op de al overbelaste wegenmen legt in snel tempo nieuwe wegen aan, die precies dezelfde nadelen hebben als de oude. Bent u ooit in Holland geweest?" Dokter Malloway schudde het hoofd. Hij had even het visioen van een smal strookje land aan het Engelse Kanaal, waar de mensen heerlijke boter konden maken en meestal op klompen tussen bloemenvelden liepen. (Wordt vervolgd). Radio's voor bejaarden. Onder leiding van de voorzitter van de Nederlandse Bond voor Ouden van Dagen is een comité ge vormd, dat radiotoestellen wil inzamelen voor bejaarden die zich de aanschaffing van een radio niet kunnen veroorloven en geen geld hebben voor radio-distributie. Voorts wil men in deze actie invalide bepaarden betrekken, die geen contact hebben met de buitenwereld. Het comité is gevestigd: Ellen horst 1, Zuidwijk, Rotterdam. Hij kan het niet laten. In Sittard heeft de politie een Duitser uit Aken aangehou den, die pas veertien dagen op vrije voelen was, nadat hij vier jaar gevangenisstraf ach ter de rug had wegens autodiefstallen. De man had in Geilenkirchen een auto gestolen, waarmee hij via de grensovergang te Schin- veld naar'Nedcrland was gekomen. Hij is ter beschikking van de Duitse politie gesteld. Naar Australië. De „Johan van Olden- barnevelt" zal dinsdag met 1450 emigranten naar Australië vertrekken. Hierbij bevinden zich 170 Hongaren. Uitgewezen. De rijkspolitie heeft in Terschuur twee Duitse jongens van 16 en 17 jaar aangehouden, die allebei een pistool bij zich hadden. Zij zeiden uit ontevredenheid over hun werk in de mijnen in het Ruhr- gebied van huis weggelopen te zijn. De knapen, die uit Gelsenkirchen afkomstig waren, zijn aan de Duitse grenspolitie over geleverd. Industrialisatie. De minister van Eco nomische Zaken, prof. Zijlstra, heeft op het industrieterrein te Nieuwe Pekela de ma chinefabriek „Oost-Groningen", een doch teronderneming van een machinefabriek te Arnhem, officieel geopend. Voor Oost-Gro ningen in het algemeen en Nieuwe Pekela in het bijzonder is deze vestiging als onder deel van de industrialisatie van betekenis. Hogere boeten. Bij de Tweede Kamer is ingediend een wetsontwerp tot verhoging van de boetenmaxima ingevolge de Rijtij- denwet. De maxima worden in dit ontwerp verdubbeld, zodat zij weer in overeenstem ming zijn met de waarde, die de geldseen- heid van thans hp.eft.. S.E.R. De Sociaal-Economische Raad heeft tot plaatsvervangend voorziter, als op volger Vande "héér H, Oosterhuis, benoemd de heer C. W. van Wingerden, voorzitter van het N.V.V. en lid van het dagelijks be stuur van de raad. Tot lid van het dagelijks bestuur is benoemd de heer J. Lageveen, secretaris van het N.V.V. ADVERTENTIE SMYRNA- en SOEDANWERK OVERHEMDEN en DASSEN Haarlem - Rijksstraatweg 127 - Tel. 24642 Een aantal Ambonezen uit het woonoord te Westkapelle heeft het brood geweigerd, dat hun werd verstrekt door het Interker kelijk Comité tot Hulpverlening. Een reden werd niet opgegeven. Het schijnt, dat zij thans over genoeg geld beschikken om zelf voedsel te kopen, zodat het hun eer te na komt het voedsel als gift te aanvaarden. ZATERDAG 9 FEBRUARI Minerva: „Serenade", 14 jaar, 7 en 9.15 u. Frans Hals: „Buiten loert de dood", 14 jaar, 7 en 9.15 uur.Studio: Kaiser Waltzer", alle leeft., 'l en 9.15 uur. Lid«: „Don't knock the rock", 14 jaar, 7 en 9.15 uur; „De helden zijn vermoeid", 18 jaar, 23.30 uur. Luxor: „Tra peze'. alle leeft., 7 en 9.15 uur. Rembrandt: „Cgrnaval in Wien", 14 jaar, 7 en 9.15 uur. Cinema Palace: „De machine", 14 jaar, 7 en 9.15 uur. Roxy: „Pioniers van het westen", 14 jaax*, 7 en 9.15 uur. Stadsschouwburg: Wim Ibo's Triangel-cabaret m.m.v. Wim lbo, Hetty Blok, Sophie Stein e.a., 8 uur. ZONDAG 10 FEBRUARI Minerva: „Serenade", 14 jaar, 2, 4.15, 7 en 9.15 uur. Frans Hals: „Buiten liert de dood", 2, 4.30. 7 en 9.15 uur. Roxy: „Pioniers van het westen", 14 jaar, 2, 4.15, 7 en 9.15 uur. Studio: „Das Land des Lachelns", alle leef tijden, 10 uur; „Keiser Waltzer", alle leeft., 2, 4.15, 7 en 9.15 uur. Lido: „Hongaarse Rhap- sodie", 18 jaar, 11 uur; „Don't knock the Rock", 14 jaar, 2, 4.15, 7 en 9.15 uur. Luxor: „Trapeze", alle leeft., 2, 4.15, 7 en 9.15 uur. Cinema Palace: „De machinist" 14 jaar, 2, 4.15. 7 en 9.15 uur. Rembrandt: „Het ver loren continent", alle leeft.. 11 uur; „Carna val in Wien". 14 jaar, 2, 4.15, 7 en 9.15 uur. Stadsschouwburg: Hoofdstad-Operette met „Die lustige Witwe", 2 en 8 uur. Concertge bouw: Dik Trom en z'n aap, 2.30 uur. O.R.G.- Centrum: A. R. de .Tong draagt voor uit D. 10, „Een spel van vuur tegen vuur", 10.30 uur. Bakenessergracht 63: Wijdingsdienst van het Rozekruizersgenoolschap, 10.30 uur. Kerk Willielminaplein: Dr. F. Boerwinkel uit Driebergen over het protestantse kloos ter in Taizé, 7 uur. Zuidcrkapel: F. Nic- meyer, 10 uur; Ds. J. Visser, 5 uur; Jeugd dienst, 8 uur. MAANDAG 11 FEBRUARI Minerva: „Als de dauw hangt, komt er regen", 18 jaar, 8.15 uur. Frans Hals: „Bui ten loert de dood", 14 jaar, 2.30 en 8 uur. Lido: „Don't knock the rock", 14 jaar, 2, 4.15, 7 en 9.15 uur. Luxor: „Trapeze", alle leeft.. 2, 7 en 9.15 uur. Rembrandt: „Carnaval in Wien". 14 jaar, 2, 4.15, 7 en 9.15 uur. Cinema Palace: „De machinist", 14 jaar, 2, 4.15, 7 en 9.15 uur. Roxy: „Rassenhaat", 14 jaar, 2.30. 7 e_n 9.15 uur. Studio: „Het woord", 18 jaar. 2.15, 7 en 9.15 uur. Stadsschouwburg: Nieuw Nederlands Toneelgezelschap met „De vrouw met het rode haar", 8.15 uur. Frans Hals museum: Prof. dr. H. Oldewelt spreekt voor Volksuniversiteit over „Instinct en gewoonte in het leven van de menr", 8 uur. Zang en Vriendschap: Vragenavond van de grotere wereld, 8 uur.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1957 | | pagina 6