En of... Chief Whip op ieders lip!
MEUBEL
Kwestie-Cyprus drijft Britse
regering in het nauw
Van dag tot dag
Correcties
Oppositie dringt aan op de terugkeer
van aartsbisschop Makarios
raatótoel
Onderwijs
vernieuwing
DONDERDAG 21 FEBRUARI 1957
3
Proces tegen dr. Adams zal
op 12 maart beginnen
Britse koninklijke bezoek
aan Portugal geëindigd
rm a*ch*i$hop or crmamakawos hi
Politieke moord op Syriër
in Beiroet
Dader werd door politie
bij achtervolging gedood
€)p de
Al 35 jaar de beste Virginia!
Amerikaanse havenarbei
ders hebben het werk hervat
Sukarno's „conceptie"
is nogal dwingend
N. Guinea in UNO
Afro-Aziatische steun
voor Indonesië
A merika strikt neutraal
woningtextiel
ongekend
grote
tor tering
Russisch veto in de
Veiligheidsraad
Bemiddelingsmissie naar
Kasjmir gaat niet door
Examens
Vb
De Engelse regering heeft met de thans
vaststaande inkrimping van haar strijd
krachten een „coup de théatre" volvoerd,
die zowel grote instemming als scherpe
wrevel zal ontmoeten.
Het is inderdaad een spectaculaire af
wijking van de lijn, die de militaire over
heden van het westelijke bondgenootschap
zo gaarne stug hadden volgehouden, en
aan de andere kant een niet minder spec
taculaire tegemoetkoming aan de oppositie,
die van mening is dat de defensiebedra
gen een te zware last betekenen voor een
economisch in kritieke omstandigheden
verkerend land.
Als men de inkrimping op de keper be
schouwt, en daarbij in overweging neemt
dat de overblijvende strijdkrachten zullen
worden gereorganiseerd en herbewapend
volgens de modernste opvattingen, dringt
zich de gedachte op dat per saldo de fi
nanciële bezuiniging niet zo heel groot
zal zijn. Doch de betekenis van deze in
krimping moet hoofdzakelijk worden ge
zocht in de psychologische uitwerking er
van. Het is in de eerste plaats een tacti
sche manoeuvre, die de burger ervan zal
overtuigen dat zijn zware offers en zijn
afnemende welvaart niet door een buiten
verhoudingen gegroeid militair apparaat
zullen worden opgeslokt. Het is een zeer
belangrijk facet van de huidige Britse re-
geringspolitiek, dat rekening wordt ge
houden met de „man in de straat", die nog
kort geleden de débacle van een militaire
actie moest verstouwen en wiens sympa
thie voor de krijg niet erg groot meer is.
Begin maart zal onze minister van Bui
tenlandse Zaken zich naar Bonn begeven
om met zijn Westduitse collega aangelegen
heden te bespreken, die als „hangende pro
blemen" tussen Nederland en West-Duits-
land worden gekenmerkt. De betrekkingen
met onze oosterburen zijn na de oorlog
sneller en op gemakkelijker wijze genor
maliseerd dan men indertijd onder in
druk van de oorlogsgebeurtenissen zou
hebben kunnen verwachten. De ontwikke
lingen op internationaal-politiek gebied,
culminerend in de splitsing tussen Oost en
West en de daaruitvolgende politiek-mili-
taire aaneensluitingen, zijn aan deze vlotte
verbroedering niet vreemd geweest, doch
het is daarbij toch speciaal de groot-Euro-
pese gedachte, die haar stimulerende in
vloed heeft gehad op het begraven van de
strijdbijl der na-oorlogse rancune.
Deze inter-Europese gedachte wist tal
rijke problemen uit, die in vroeger tijd de
betrekkingen tussen naties konden vergif
tigen. De kwestie van de grenscorrecties
zou daaronder moeten vallen. Deze grens
wijzigingen hebben een zo uitgesproken
corrigerend karakter gehad, dat niet van
„landwinst" of „annexatie" kon worden
gesproken. De Duitse pers stelt zich echter
in meerderheid op het standpunt, dat Ne
derland een annexatie heeft gepleegd en
dat teruggave van de ingelijfde „gebieden"
een eis van rechtvaardigheid is. Het is wel
merkwaardig dat West-Duitsland voor
vechter der Europese gedachte deze cor
rectie nog steeds niet kan zien als een bij
drage tot normalisatie van een verouderde
grenssituatie tussen landen, die in het
groot-Europese plan de souvereiniteitsge-
dachte en het daarbijbehorende chauvinis
me en nationalisme hebben afgezworen.
In een federatief gereorganiseerd Europa
zouden dergelijke correcties schering en
inslag zijn en niet meer „het hart van de
natie" mogen raken, aangezien de nationale
grenzen daarin slechts administratieve be
tekenis zouden mogen hebben.
Het is te hopen dat minister Luns in
Bonn niet met een wederopleving van een
ouderwets en eng nationalisme te maken
krijgt. Want dat zou de intenties van de
Westduitse regering ten aanzien van een
Europese ordening in een teleurstellend
licht plaatsen.
ADVERTENTIE
(Van onze correspondent in Londen)
Het is bijna een jaar geleden, dat de
Britse regering aartsbisschop Makarios, de
woordvoerder en beweerde leider van de
opstandige Cyprioten, heeft verbannen in
de hoop dat nieuwe politieke leiders naar
voren zouden komen, met wie kon worden
onderhandeld. Die verwachting is ijdel ge
bleken. De regering leek later bereid met
Makarios te gaan praten, als hij de terreur
openlijk zou hebben veroordeeld. Maar
toen de Britse regering hem in zijn ver
banningsoord de nieuwe, door Lord Rad-
cliffe uitgewerkte, constitutionele voor
stellen liet voorleggen, weigerde Makarios
het hoge woord te spreken. Volgens de
oppositie, op wiens verzoek het Lagerhuis,
voor het eerst na de Suez-actie, een debat
over Cyprus hield, heeft de verbanning
van Makarios tot niets geleid. Integendeel,
hij is een nationale held geworden, wiens
aanwezigheid op Cyprus onontbeerlijk is.
De regering heeft bij herhaling ver
klaard, dat de terreur op het punt stond
ineen te storten. Desondanks gaan de aan
slagen door. Ook thans werd van re
geringszijde gezegd, dat men optimistischer
dan ooit is. Zodra de terreur de kop zal
zijn ingedrukt, zouden de Turkse en Griek
se Cyprioten bereid zijn tot samenwerking,
zonder welke een oplossing onmogelijk
lijkt. De regering liet bij de publikatie van
de Radcliffe-voorstellen doorschemeren,
dat het eiland eventueel tussen Turken en
Grieken zou moeten worden verdeeld.
Deze mogelijkheid wil zij openlaten, maar
zij acht deze oplossing weinig aantrekke
lijk.
Labour eist dat Makarios onmiddellijk in
vrijheid wordt gesteld, omdat er vroeg of
laat toch met hem moet worden gepraat.
Regering en oppositie zijn het er echter
over eens, dat in ieder geval een periode
van beperkt zelfbestuur moet voorafgaan
LONDEN (Reuter/AFP) Het proces
tegen dr. John Bodkin Adams, de arts uit
Eastbourne, die ervan wordt verdacht wel
gestelde patiënten door toediening van
overmatige doses van verdovende midde
len om het leven te hebben gebracht, met
het oogmerk zich hierdoor te verrijken (hij
v/as begunstigde in testamenten der over
ledenen), zal waarschijnlijk in de loop van
de volgende maand te Londen beginnen.
De verdachte is woensdag, vergezeld van
verdediger, voor de rechter van de „Old
Baily", de voornaamste Londense straf-
rechtbank, verschenen. De verdediger
vroeg uitstel van het proces tegen zijn
cliënt. De rechter stemde hier mede in en
bepaalde dat het proces op 12 maart zal
beginnen.
LISSABON (AFP/UP) Het officiële
bezoek van koningin Elisabeth en de hertog
Van Edinburgh aan Portugal is woensdag
avond geëindigd met een galadiner, dat de
koningin aan boord van het jacht „Britan
nia" in de Taag aan de president van Por
tugal, Lopes, aanbood.
Voor het diner begon werd een vuurwerk
afgestoken, dat eindigde met een brandende
Britse kroon, het Portugese wapen en een
vurig „God Save The Queen".
De koningin en de hertog zullen vandaag
naar Engeland terugvliegen. Onderweg zul
len zij Oporto, Purtugals beroemde wijn
centrum aandoen voor een kort bezoek.
ttf
Ou v* \Vmv? MA'V -etui#
f t»*
De Griekse posterijen hebben een post
zegel in omloop gebracht met de beel
tenis van de Grieks-orthodoxe aarts
bisschop van Cyprus, Makarios. Onder
het portret staat de volgende verkla
ring van Winston Churchill uit 1907:
„Ik ben van mening dat het vanzelf
spreekt dat het volk van Cyprus, dat
van Griekse afkomst is, zijn inlijving,
bij wat zijn moederland kan worden
genoemd, beschouwt als een ideaal, dat
ernstig, vroom en vurig moet worden
gekoesterd".
aan de in uitzicht gestelde zelfbeschikking.
Groot-Brittannië werpt zich op als be
schermer van de Turkse minderheid, die
het Radcliffe-plan, onder zekere voorwaar
den, zou aanvaarden. Onberaden stappen
zouden kunnen leiden tot een openlijke
botsing tussen Griekenland en Turkije,
waardoor de zuidoost-flank van de NAVO
onmiddellijk zou worden bedreigd.
NAVO-basis?
Volgens de oppositie heeft de Suez-actie
ondubbelzinnig aangetoond dat het eiland
waardeloos is als een uitsluitend Britse
basis. De operatie tegen Port Said moest,
wegens gebrek aan diepe havens op Cyprus
van Malta uit worden geleid. Daar boven
dien de Britse troepen uit Jordanië en
Libië zullen verdwijnen, bestaat er, vol
gens Labour, nauwelijks reden voor de
instandhouding van een Brits steunpunt
temidden van een vijandige bevolking. De
oppositie stelt voor de Britse basis te ver
vangen door een NAVO-basis. Men denkt
aan een klein, gemengd garnizoen bestaan
de uit Britse en eventueel ook Ameri
kaanse troepen, alsmede Turkse en Griek
se strijdkrachten onder een NAVO-com-
mandant. Indien op deze wijze Turkije
wordt beveiligd tegen een bedreiging van
haar zuid-flank, acht men het mogelijk dat
Turkije zijn verzet opgeeft tegen het plan
van Radcliffe en tegen volledige zelfbe
schikking, die over een aantal jaren zal
moeten volgen. Misschien vindt ook de
Britse regering dit wel de beste methode
om geleidelijk een eind te maken aan een,
op den duur, onhoudbare koloniale heer
schappij over een in wezen Europese be
volking. Het is echter de vraag of zij het
tegenover haar aanhangers aandurft, zo
kort na de terugtocht uit Port Said, weer
een machtspositie in het Nabije Oosten,
van hoe twijfelachtige waarde ook, op te
geven.
BEIROET (UP) - De uitgeweken Syrische
politicus kolonel Ghassan Jedid is in Beiroet
in de Libanon door moordenaarshand ge
vallen. De dader kwam zelf even later om
in een gevecht op de daken der huizen met
de politie.
Kolonel Jedid, in Syrië tweemaal ter
dood veroordeeld en sedertdien in asyl in
de Libanon, reed met zijn auto door Bei
roet, toen een hagel van mitrailleurkogels
hem trof. Een taxichauffeur achtervolgde
de pleger van de aanslag een trap op, maar
ook hem troffen kogels uit de mitrailleur
en hij bleef gewond liggen. Daarop ont
stond een achtervolging door de politie
over de daken der huizen, waarbij de Sy
riër werd neergeschoten.
Het bleek, dat de dader zeker Izzet Shaat
was, die wekenlang zijn slachtoffer heeft
gevolgd tot hij de kans kreeg zijn daad te
volvoeren. In de straat, waar Shaat het
salvo op Jedid afgaf, zijn tal van kogels
gevonden van Syrische makelij, die uit het
productiejaar 1956 zijn.
Jedid werd in Syrië veroordeeld wegens
moord op een officier en wegens een sa
menzwering tot omverwerping van de
Syrische regering.
Reuter weet te melden, dat Jedid een
vooraanstaand lid is geweest van de Syri
sche volkspartij, een anti-communistische
organisatie, die thans in Syrië verboden is.
Onze moedertaal
CHIEF WHIP
NEW YORK (Reuter) De Amerikaan
se vakbond van. havenarbeiders, de Inter
national Longshoremens Association, heeft
zijn 45.000 aangesloten stakende leden aan
de oostkust der Verenigde Staten van Mai
ne tot Virginia gelast het werk heden te
hervatten. Woensdag was het de achtste
dag van de staking. Er is overeenstemming
bereikt over een nieuw arbeidscontract.
De gevolgen van de staking, die de han
del verscheidene miljoenen dollars gekost
moet hebben, deden zich reeds gevoelen in
de industrie. Een aantal spoorwegmaat
schappijen staakte het vrachtvervoer naar
de stilgelegde havens-
Vóór de staking uitbrak was er in begin
sel overeenstemming tussen werkgevers en
werknemers bereikt over een loonsverho
ging van 32 dollarcent per uur.
DJAKARTA (ANP) De correspondent
van het ANP in Djakarta heeft woensdag
van gewoonlijk welingelichte kringen ver
nomen, dat president Sukarno, die tevens
opperbevelhebber der strijdkrachten is, de
staat van oorlog en beleg voor heel Indo
nesië zal afkondigen, als zijn „conceptie
om de democratie in Indonesië te redden"
door de politieke partyen mocht worden
afgewezen.
Naar alle waarschijnlijkheid zullen de
religieuze partijen, die tezamen -een kleine
meerderheid in het parlement vormen,
Sukarno's plannen, die donderdagavond
openbaar zullen worden gemaakt, verwer
pen in verband met de eventuele deel
neming van de communisten in het nieuw
te vormen kabinet.
NEW YORK (Reuter en UP) Het 27
landen tellende Afrikaans-Aziatische blok
zal Indonesië steunen bij diens verzoek
om „goede diensten" aan de UNO voor een
regeling van het Nederlands-Indonesische
geschil over westelijk Nieuw-Guinea, al
dus werd woensdag meegedeeld.
„Het is het gevoelen van de groep, dat
wij de Indonesische motie moeten steunen",
zei de Jordaanse ambassadeur Abdel Mo-
nem Rifa'i, voorzitter van de groep, aan
het einde van een bijeenkomst over dit
onderwerp.
De kwestie van Nieuw-Guinea zal door
de voornaamste politieke commissie van
de Algemene Vergadering na afloop van
het debat over Cyprus onder handen wor
den genomen. Woordvoerders van Indo
nesië hebben meegedeeld, dat zij aan de
UNO „goede diensten" zullen vragen in
het geschil.
Dr. Victor Andreas Belaunde van Peru,
de voorzitter van de politieke commissie
der UNO-assemblee, heeft woensdag ver
klaard te verwachten dat het debat over
het geschil tussen Nederland en Indonesië
inzake Nieuw-Guinea minstens vier zit
tingen van de commissie zal duren.
Naar verluidt willen westelijke dele
gaties het debat uitstellen tot de volgende
zitting van de Assemblee wegens de grote
drukte door andere vraagstukken en de
nadering van de streefdatum voor het
einde van de huidige zitting.
Het was óók voorjaar, des
tijds. Ik zat in de klas en de
onderwijzer gaf natuurken-
nisles. Hij beschikte daartoe
over een fraai gekleurde
plaat, die het skelet van een
kat in schrille tegenstellingen
van blauw, wit en zwart
weergaf. Hij noemde de sier
lijk gevormde beenderen van
het ontvelde dier één voor
één, ze daarbij aanwijzend
met een dunne stok, en leefde
in de verwachting, dat wij de
opbouw van het geraamte als
een boeiende herinnering
zouden bewaren doch het
was voorjaar en boven het
matglas der ramen wiegden
de pril ontsproten aprilsprui-
ten van een lindeboom, en het
was vlak na het etensuur, en
de klas was vervuld van een
wollendekenachtige loomheid.
Bij de eerste korte ribben
viel ik in slaap.
De onderwijzer tilde mij
behoedzaam aan één oor uit
de bank en leidde mij over de
gang naar de kamer van het
opperhoofd, dat destijds nog
vaak bovenmeester heette,
ofschoon zijn kamer op par
terre was.
De bovenmeester keek mij
geruime tijd met grote be
langstelling aan, trok aan zijn
linker oorlel en kreeg daar
door blijkbaar een goed idee.
Zijn gezicht verhelderde en
hij keerde zich naar zijn boe
kenkast, waaruit hij een
groen bandje liefkozend tot
zich nam.
De beschuldiging luidt:
„slapend aangetroffen" zei
hij vriendelijk. Welke les
was het?
Natuurkennis, ant
woordde ik naar waarheid.
Een kat zonder vel. Been
tjes.
Hij knikte.
Vervolgens sloeg hij het
boek open en citeerde: „De
droge opsomming van feite
lijkheden werkt geestdodend
op het kind. Het speelt daar
bij slechts de rol van werke
loos toehoorder en laat de
onderwijzer voor zich waar
nemen en oordelen. Wat de
kennis der natuurlijke histo
rie aanbelangt, dient de on
derwijzer zijn pupillen de
voortbrengselen der natuur te
doen waarnemen zoals zij
zich vertonen". Hij keek
mij aan.
Hebt gij wel eens een
skelet zien lopen in de vrije
natuur?
Ik moest bekennen dat mij
dit nooit was overkomen.
Alzo! zei hij triom
fantelijk (het was 1927).
Een kat is een kat. Geen ske
let. En gij komt er in de we
reld niet verder mede, indien
gij het juiste aantal ribben
kent van een kat, terwijl nie
mand deze kan waarnemen.
Ik neem aan, dat gij slaperig
zijt geworden omdat die rib
ben u van generlei belang le
ken. Gij hadt gelijk. Dit
boekjeen hij klopte er
op met de vlakke hand,
bevat de nieuwe paedogie
van 1906. Ik houd mij daar
aan. Ik wenste wel, dat al
onze onderwijzers zulks de
den. Luister wat het zegt:
„Wanneer men een kind tot
mens opvoedt, worden al
zijne vermogens ontwikkeld
en geoefend. Voedt men het
echter op voor een bepaald
beroep of een bepaalde, spe
cialistische kennis, dan stelt
men slechts die krachten in
werking, die voor de uitoefe
ning daarvan vereist worden
en andere, die daarbij niet
van pas komen, laat men
sluimeren en verlammen. De
school dient niet op te voeden
voor een maatschappelijke
specialisatie, doch voor het
leven. Het kind moet mens
worden. Zie hierover uitvoe
riger mijn boekje „Van Kind
tot Mensch". Nou ja, dat doet
er niets toe. „Ik ben van me
ning, dat een kind in de eer
ste plaats moet worden ge
oefend in zijn natuurlijk
heden. Krijgt het slaap, laat
het slapen. Doch zorg tevoren,
dat uw methode van les-
geven het geen slaap doet
krijgen. Krijgt het echter
nochtans slaap, dan betekent
dit dat de natuur een wijle
rust voor zijn pupil ver
langt".
Dus hij had me dóór
moeten laten slapen, zei
ik verongelijkt.
Helaas, ja. Ik biedt u
namens de school onze ver
ontschuldigingen aan. Maar
verder nu met ons boekje.
Hier staat een voorbeeld van
een les in natuurkennis vol
gens de moderne methoden
van 1906. Luister. „De onder
wijzer wijst op een levend
schepsel, dat zich in zijn
hand bevindt en vraagt: hoe
heet dit diertje? Waarom
noemt ge het een vogel?
Waarom noemt ge het een
kanarievogel? Welke zijn
zijne ledematen? Wat heeft
hij aan den kop? Uit hoeveel
zichtbare delen bestaat deze
snavel? Wat doet de kanarie
vogel met zijn snavel? Heb
ben alle kanarievogels
navels?
Navels? vroeg ik voor
alle zekerheid.
Hij glimlachte fijntjes.
Neen, snavels. De twee
essen vielen samen. Navels
hebben zij niet en zo ziet ge,
hoe door deze methode on
willekeurig de belangstelling
der leerlingen gewekt wordt.
Verder. „Waartoe dienen de
ogen van de kanarievogel?
Waarmede is de kanarievogel
bedekt? Waarom? Waarmede
vliegt hij? Waarmede loopt
hij als hij niet vliegt? Hoe
veel tenen bevinden zich aan
de rechterpoot? En aan de
linker? Hoeveel tenen heb
ben tien kanarievogels? Draai
je om, Adolf, en beschrijf de
kanarievogel. Noem mij ver
volgens iets op, waarin de
kanarievogel van de kikvors
verschilt. En iets, wat hij
met de kikvors gemeen heeft.
Dit alles wil slechts een wenk
zijn, hoe men bij de behande
ling van schepsels uit het
dierenrijk de vermogens der
kinderen kan oefenen. Men
zal zelf het aantal vragen ge
makkelijk kunnen vermeer
deren. Dit is alles goed en
wel, zult ge zeggen, lieve le
zer, maar waar blijven wij
als wij op deze wijze de oli
fant zouden willen aandui
den?"
Hij hield even op en keek
mij vol vex-wachting aan.
Dat dacht ik ook, zei
ik weifelend.
Welnu. „Deze vraag is
geen antwoord waard, omdat
het ieder gezond denkend
mens dadelijk zal invallen,
dat men niet altijd de dieren
naar de kinderen, maar ook
vaak de kinderen naar de
dieren kan meenemen".
Hij lachte en knikte.
Ik zag hoe hij verder bla
derde in het groene boekje
en hier en daar kleine delen
las. Niet alles bleek echter
het citeren waard, en ik be
gon reeds weer slaap te krij
gen, toen hij met een felle
blik opnieuw ging voorlezen:
„Wees altijd opgeruimd,
wanneer ge de taak van op
voeder op uw schouders hebt
genomen. Waarom, lezer, zijt
ge vaak zo neerslachtig?"
Het schijnt iets met de
salarissen te maken te heb
ben, zei ik, doch de boven
meester las haastig verder.
„Uwe levensomstandig
heden, zegt ge? Gij dwaalt!
De grond van uwe neerslach
tigheid ligt altijd bij uzelf.
Een man met een gezonde
geest moet zich vrij weten te
maken van zijn omstandig
heden. Ergert u niet aan de
veronderstelde ondeugden
uwer leerlingen. Zij hebben
namelijk geen ondeugden. Gij
denkt dat zij die hebben. Wat
gij als ondeugden ziet, zijn
spontane uitingen van hun
jeugdige overmoed. Gij moet
de jongelieden niet een wille
keurige gedragslijn voor
schrijven en iedere afwijking
daarvan als een vergrijp aan
rekenen. Denk niet dat gij on
feilbaar zijt en dat de jeugd
alles heeft te slikken wat gij
meent dat goed voor hen is.
Gij onderwijzers zijt vaak de
grondleggers van de ondeug
den uwer leerlingen".
Nou, nou, zei ik sus
send.
Hij klapte het boekje dicht
en zei vriendelijk: Gaat
terug naar uwe klasse en
tracht belang te stellen in de
zoveelste rib, waarmede die
man u en uwe klassegenoten
gelieft te vervelen. Wanneer
ge opnieuw slaap mocht krij
gen, slaap gerust. Mocht die
skelettenmaniak u wekken,
zegt dan eenvoudig: „Laat
mij rusten en lees het groene
boekje uit 1906 van Salz-
mann, Wat Een Opvoeder
Moet- Leeren, bladzijde 65 on
deraan. Gij vindt het in de
boekenkast van de boven
meester".
Ik ging terug naar mijn
klasse, waar de sfeer nog lo
mer was en de ribben der kat
onontwarbaar waren gewor
den. Ik zette mij in de bank,
althans ik wilde zulks doen,
doch tot mijn verbazing zat ik
reeds, voordat ik was gaan
zitten. Ik schrok wakker.
En de onderwijzer stond
vlak voor mij, met een boos
aardige grijns. Alle kinderen
keken lachend naar mij. En
hij zei:
Een kwartier heb je ge
slapen. Dat zijn vijftien mi
nuten. Een kat heeft zestig
ribben en beenderen. Zestig
maal vijftien is negenhon
derd. Schrijft negenhonderd
maal de volzin: „ik ben een
slaapkop". Morgenochtend
klaar. En als je het waagt nog
één oog dicht te doen, stuur
ik je naar de bovenmeester.
Laat mij rusten, be
gon ik, doch ik hield bijtijds
op.
Want ik twijfelde plotseling
aan het bestaan van het
groene boekje.
J. L.
We hebben naar ik uit verschillende
indicaties heb afgeleid, sedert korte of
lange tijd weer een nieuwe spelling. Nu,
het werd dan ook hoog tijd, want die an
dere ging alweer een jaar of wat mee, en
tenslotte heeft de mens behoefte aan en
recht op een weinig afwisseling.
Laat ik ronduit toegeven, dat het pro
bleem voor mij overigens zuiver acade
misch is: mijn fouten verbetert de zetter
en een enkele maal zelfs de corrector.
Maar de onderwijzers, dat besef ik terdege,
zijn te beklagen en het meest nog de kin
deren.
Die kinderen hebben het toch al niet
gemakkelijk met de taal. Ik heb dat pas
weer eens meegemaakt, al had dat dan
niets met de spelling te maken. In de trein
die mij welwillend vervoerde zat namelijk
een klein jongetje, met een stuk of wat
ouders bij zich. Het kereltje had zo al het
een en ander ondernomen, maar er mocht
niet veel en daarom zat hij zich nu grim
mig te vervelen. Toen schoot hem opeens
iets te binnen, waarvan hij zichtbaar op
bloeide. Hij sprak tot die ouders: „Als ik
een leeuw was zal ik je opvreten".
De vader was niet zozeer geschokt door
de carnivoristische strekking van deze
mededeling, als door de zonde tegen de
taal.
„Zou ik je opvreten", zei hij opvoedend.
„Jij niet, ik", zei het jongetje, in zijn
recht getast.
Als ik een leeuw was, ZOU ik je opvre
ten", verklaarde de vader.
„Jij bent geen leeuw", zei het jongetje
beducht.
„Zeg nou: als ik een leeuw was, ZOU ik
je opvreten", zei de vader.
Het jongetje deed het maar.
„Opeten", zei de moeder.
„Watte?", vroeg het jongetje.
„Opéten", zei de moeder, „zeg nou: als
ik een leeuw was, zou ik je opeten".
„Als ik een leeuw was zal ik je opeten",
zei het jongetje.
„ZOU ik je opvreten", zei de vader.
„Opeten", zei de moeder.
„Nou ja", zei de vader, „het gaat om
z o u".
„Het gaat om fatsoenlijke woorden", zei
de moeder.
„Dus hoe moet het nou?", sprak de vader
opmonterend.
„Zeg het nou eens helemaal goed", zei
de moeder animerend.
Maar het jongetje zweeg en staarde
tobberig in de toekomst.
Jac. van der Ster
(ADVERTENTIE)
G eopende- ii3o enrt-awr. Dinsd.lot iau sar
Bij de behandeling van de kwestie
Kasjmir heeft de Veiligheidsraad woens
dag de Sovjet-amendementen op de vier
mogendheden-resolutie (volgens welke de
Zweed Jarring als bemiddelaar naar India
en Pakistan zou worden gestuurd) met
twee tegen één stem en acht onthoudingen
verworpen. Daarop sprak de Sovjet-afge
vaardigde Sobolev zijn veto uit over de
resolutie, die door negen landen was goed
gekeurd en waarbij Zweden zich van
stemming had onthouden. De afgevaardig
den van de V.S. en Groot-Brittannië had
den tevoren felle kritiek op de Russische
amendementen geleverd.
Onmiddellijk na de stemming dienden
de Verenigde Staten een nieuwe resolutie
in, waarin Jarring wordt verzocht samen
met de Indiase en Pakistaanse regering
elk voorstel te onderzoeken, dat zijns in
ziens kan bijdragen tot de oplossing van de
kwestie-Kas j mir.
Voordien had Sobolev verklaard dat de
Sovjet-Unie de grondgedachte aanvaard
de, dat Jarring met de twee regeringen in
overleg zou treden voor een vreedzame
oplossing van het probleem, maar dat nie
mand kon geloven dat het gebruik van een
legermacht een dergelijke oplossing zou
brengen.
Volgens de Amerikaanse resolutie, die
ook mede door Australië, Cuba en Enge
land werd ingediend zoals het geval was
met de tevoren verworpen ontwerp-reso-
lutie, zou Jarring voor zijn opdracht een
bezoek moeten brengen aan India en Pa
kistan en niet later dan 14 april verslag
aan de raad moeten uitbrengen.
De raad besloot vervolgens de vergade
ring tot hedenavond te verdagen.
De Russische afgevaardigde Sobolev ver
klaarde nog, dat de nieuwe resolutie
slechts een herhaling van de vorige was,
die onaanvaardbaar was voor India. Hij
zou genoopt zijn er tegen te stemmen.
AMSTERDAM (Gemeentelijke Universi
teit): Bevorderd tot arts: M. Rietveld en P.
A. van Uchelen, beiden te Amsterdam. Arts
examen le gedeelte: mejuffrouw C. E. Titu-
laer en de heren Oe Po Liam, Tan Tjoh
Liam, W. Büthker en P. L. M. Lichtveld,
allen te Amsterdam.