Wat is het bijzondere van deze LONG RUN Filter King Size? TIL BRUGMAN ALS REALISTE Twee komische éénakters bij de Nederlandse Opera itJfSjJ iSr Toneel en ballet voor de jeugd Roman of parodie Litteraire Kanttekeningen Dalles over de hele linie De negen Muzen Waarom geen Nederlandse vertaling van het zangspel van Puccini Beroemde Miss „Ella" bleek verklede jongen! m ZATERDAG 23 FEBRUARI 1957 HAARLEMS DAGBLAD OPRECHTE HAARLEMSCHE COURANT 5 Prof. dr. W. F. Donath overleden Maandag uitvaart van de actrice Emma Morel Kerkelijk Nieuws Dat het een King Size is? Die zijn er meer. Dat het een King Size filter is Ook die zijn er meer. Het bijzondere is dit't Is een filter sigaret en toch een échte sigaret. Ja, een échte sigaret. Want het Long Run acetaat filter houdt wel alles tegen dat aan de mildheid afbreuk zou kunnen doen, maar laat het rijke aroma van de Amerikaanse tabakken volledig door. U proeft dat u rookt 20 stuks 85 ct EVA BONHEUR WERD EVA MALHEUR Decors Rotterdams Toneel prooi van baldadigheid NAVO-defensie niets dan een „schrikdraad"? Het dansende ezeltje Dansende Tom Poes HERINNER IK MIJ wel, dan is het op het stofomslag van haar „oorlogs"-roman „Spanningen" geweest, dat mevrouw Til Brugman haar lezerspubliek vergastte op een kijkje in haar romankeuken en bij die gelegenheid een beknopt recept van haar „spécialité de la maison" meegaf. Wat er letterlijk stond, weet ik niet meer, maar het kwam hierop neer dat de inhoud afhankelijk is van de idee, het vocabulaire van de inhoud en de stijl weer van dat vocabulaire. Jammer genoeg vermeldde de roman cière er niet bij, wat het nu wel was, dat de „idee" bepaalde. Maar dat zal wel het creatieve moment zijn. Hoe dan ook, de romans van mevrouw Brugman blijken be doeld te zijn als „ideeënromans" en dies heb ik mij, om via stijl en woordenkeus naarstiglijk tot het hoogste („de idee") op te klimmen, afgevraagd, welke conceptie ten grondslag zou liggen aan haar nieuwe roman „De Zeebruid" (uitgave W.B.). Nu, ik meen het, óók als dit Marseillaan- se avontuur als een parodie is bedoeld, te kunnen raden: zou het niet „ruwe bolster, blanke pit" zijn? Of, als parodie dan, een komische karikatuur van de ethisch-so- ciale roman? Blank-ideëel de idee, ge- durfd-realistisch de inhoud, wat losjes in de mond de taal en navenant de stijl (dat wil zeggen: bolsterige pit) ziedaar het recept, volgens hetwelk deze „zeebruid" bereid is. Men denke zich in: Marseille, een steeg in een wijk „waarom zich nog geen Le Corbusier had mogen bekommeren". Barre armoede. Verwilderde zeden. Grauw (in alle betekenissen). Donkere trapholen. Vunzige luchtjes. „Een wereld ingeklemd tussen het hemelse en het wereldse ge richt". Tot zover, in fraai-geciseleerde taal, die nog juist even het harde blauw van een strakke lucht kan doen plekken, de ouverture, tijdens welke de decors als het ware voor de ogen van de toeschou wers worden opgezet. Zó leeft men daar, in de Ruelle Printanière, tenhemelschrgi- end. Zó is het, het leven. Dat alles is ruwe bolster. De blanke pit vertoont zich aldra in het volle voetlicht: Stella Dubec. Nog geen bladzij verder, of zij heeft het in „dit verrotte stadshart" onmenselijk hard, de kleine Stel. Was haar inborst niet zo goed, we zouden met de jaren het ergste moeten vrezen. Maar dapper verweert de pit zich met bolsterige taal noodge dwongen natuurlijk in een wereld, waarin het ratsen en moeren, simmen en kloeten, schossen en snoeien, versliegeren en sjochtengaan ik houd mij strikt aan het vocabulaire van mevrouw Brugman van geen ophouden weet. Een muilpeer incasseert Stel maar één keer. Voor de rest wordt haar waar het zo te pas komt, de mond door opdoffers gesloten. Het is me daar wat, in die Printanière. Stel's oudere zuster Fabienne is een sloor, een dicrage (hetgeen boosaardig wijf betekent) en haar moeder een heutemeteut, die niet zo zui nig' aan de flep raakt, zodra haar twee ling Pierre en Michel twee peno^e jon gens ofwel haaië drukkerds het nako mertje Cesaartje in het geniep hebben gemold, waarna hij in de snijkamer van de Santé belandt (vanwege zijn poliep). En met Bertrand, Stel's dromerige broer, begint het algauw ook al falikant mis te lopen: de labbekak laat zich door een soortement anarchist lijmen om bommen te maken (ter verbetering van de wereld), hetgeen hem een jatje kost. Dat lijkt met elkaar veel, maar het is op geen stukken na alles. Wie zulks mocht menen, kent de achterbuurt niet. Neen, onze Stel met haar jen te toet krijgt nog heel wat meer te verduren, al houdt zij zich, wat het kwaad der wereld betreft, bewonderenswaardig sjakes. Ze droomt namelijk. Ze droomt de gcluksdroom van haar vader. Wij ontmoeten hem maar één keer, buiten het echtelijk huis (waar de zeerob niets meer te zoeken heeft). Maar die éne keer is voldoende om ons van zijn gouden hart en zijn liefde voor Stel te overtuigen. Op slag zijn we hem goedge zind, temeer waar wij het bange voorge voel krijgen, dat hij op zijn eerstvolgende reis een eerlijk zeemansgraf zal vinden. En zo blijft dan de arme, maar ferme Stel een prooi van zo'n „ribbemoos van een kerel met een opgevezen smoelwerk" als haar linke broer Michel en „een neetoor" als de bajesklant Pierre, die het alleen maar om moos (fris, lezer uw bargoens eens wat op!) is te doen. Ja, wat dat bargoens bo^ treft (gewestelijke taal is er óók wel wat bij) heeft mevrouw Brugman 'm van ka toen gegeven: gisse snees, goffer, daai, siepoog, sjoecht ravenaas, sjed, siene, mak kes - het kan niet op. Maar de lezer moet mij gbed begrij pen: er wordt in deze roman door één hand op twee violen gespeeld: één hooggestem de (de droom) en één jammerlijk ont stemde ('s levens zelfkant). Ja. zelfs op twee violen en een bas, bas, bas en een strijkstok waar geen haar op was het geen het mij op de parodie doet houden. Want ik heb me, alle ideeën ten spijt, niet aan de indruk kunnen ontworstelen „Bleke Bet" te zien opvoeren, maar dan niet door een Bouber, maar loor Royaards gespeeld. Anders gezegd: een „Kleine Inez" te le zen, zoals Willem van Iependaal haar zou getracteerd hebben. Of nog anders: bet. wat gewaagde verhaal aan te horen van een uit adellijke kringen gerecruteerde so ciale werkster, ten beste gegeven tijdens een kransje van een damesweldadigheids- club gevoelens, die mij nooi.t bekropen onder het lezen van een „Boefje", van de boeken over Koosje en Gijs, die wij aan mevrouw Zoomers-Vermeer te danken hebben, of als het móet van Querido's Jordaan, om maar te zwijgen van Charles- Louis Philippe's Bubu de Montparnasse. Moet ik hier -'.ze Stel wat ik al le zend letter voor "letter deed op de voet volgen tot haar dramatische einde toe? Of is het genoeg als ik vermeld, dat zij ten slotte na, allicht, het kwaad van de wereld tot de laatste bittere pil geslikt te hebben zó diep in „haar mijmerijen ver zinkt", dat ze zich als een argeloos muisje in de val laat lokken door een louche fi guur, die haar aan boord van een... jacht weet te tronen, als onwetende bondgenoot van een smokkelaffaire in verdovende middelen? Ik geloof het niet. Genoeg is het te weten, dat de blanke pit ongeschonden 99 99 blijft en Stel aan alle boosaardigheid ont komt door in de golven een verlossende dood te vinden, die haar (willen we gelo ven) in de eeuwige droom met haar vader vereent. Genoeg is het, ter kenschetsing van taal en stijl, enkele willekeurige zin nen te citeren. Hier is er één: „Hou je kop dicht!" smeekte ze schier. „Als hij je hoort, trapt hij ons allebei een breuk". Of: „nee", begon ze hem uit te veteren, „ra- palje dat tegen een hulpeloos wrak de lef schopper uithangt en gaat sjezen, zodra de prinsemarij zich laat zien, kan van mij alleen nog een spoog in zijn laffe fizzele- mie krijgen". Om met mevrouw Brugman te spreken: „dalles over de gehele linie". Een parodie dus? Mocht onverhoopt „De Zeebruid" niét als zodanig bedoeld zijn, dan zou ik dit „gedurfde realisme" voor een verlitteratuurde roman ofwel smaak- bedervende lectuur moeten houden. Laten wij ons dus vermaken, ook al is mevrouw Brugman geen Cornelis Veth. C. J. E. Dinaux Cultureel verdrag In het ministerie van Buitenlandse Zaken te Bonn is vrij- drag een Belgisch-Westduits cultureel ver drag ondertekend. Expositie. Van heden af wordt in het Museum voor Land- en Volkenkunde in Rotterdam een tentoonstelling gehouden, gewijd aan Peru en Mexico. De Amster damse chirurg dr. H. Feriz, die in de be oefening van de Amerikaanse archeologie een hobby heeft gevonden en zich op dit gebied volgens ingewijden een goede naam verworven heeft, heeft het plan voor deze expositie geopperd. Op de leeftijd van 67 jaar is in Den Dol- der overleden prof. dr. W. F. Donath, oud hoogleraar aan de medische hogeschool te Batavia en wetenschappelijk medewerker van het Nederlands Instituut voor Preven tieve Geneeskunde te Leiden. Prof. Donath isoleerde in 1928 tezamen met prof. dr. B. C. P. Jansen het anti- beri beri-vitamine. Hij repatrieerde in 1938 en vestigde zich te Den Dolder. In 1939 werd hij medewerker aan het Insti tuut voor Moderne Veevoeding te Hoog land en in 1949 aan het Nederlands Insti tuut voor Preventieve Geneeskunde te Leiden. Prof. Donath publiceerde een groot aan tal artikelen over volksvoeding, voedings middelen en chemisch-fysiologische pro blemen in de tropen. Het stoffelijk overschot van de actrice mevrouw Emma Morel, die donderdag op 73-jarige leeftijd in Amsterdam overleed, zal maandag 25 februari tussen 10 uur en 12.30 uur zijn opgebaard in de Amster damse Stadsschouwburg, waar een cha- pelle ardente wordt ingericht. De rouw stoet zal omstreeks twaalf uur van daar vertrekken naar Westerveld. De Nederlandse Opera te Amsterdam is even afgestapt van de geijkte vormen van het repertoire. Vrijdagavond werd in de Stadsschouwburg de première van twee komische éénakters: „Gianni Schicchi" van Puccini en „Die Kluge" van Carl Orff gegeven. Volkomen nieuwe verschijningen op het vaderlands toneel zijn deze werken intussen niet. „Gianni Schicchi" was een der eerste proefstukken waarmee de af deling Opera van het Gemeentelijk Theaterbedrijf te Amsterdam vóór de oor log de grondslag legde voor een geregelde operacultuur in de hoofdstad. En met „Die Kluge" begon de Utrechtse Opera enkele jaren geleden haar kortstondig bestaan. Het is een ware vondst geweest van Puccini de burleske geschiedenis van Gianni Schicchi uit de Goddelijke Ko medie van Dante op te diepen. Deze dich ter verlclt namelijk hoe hij op zijn tocht door de hel de beruchte Florentijnse scha vuit Schicchi nntmoet, die daar de straf ondergaat voor zijn ongerechtigheden, vooral voor de vervalsing van het testa ment van de rijke Buoso Donati, wiens lijk hij liet verwijderen om daarna zelf voor stervende te spelen en aan de op geroepen notaris een nieuwe wilsbeschik king te dicteren, die uiteraard in zijn voordcel was. Om deze kern draait het hele geval, dat verder een stel inhalige verwanten in actie brengt, die ook niet geheel onschuldig zijn aan de falsificatie, want de familieleden hadden de zaak met Schicchi afgesproken. Later komen zij met hem overhoop te liggen, als zij er varen dat de erfenis toch hun neus voor bij gaat. Maar zonder „amore" kon Puc cini het niet stellen en zo werd dan een idylle in het libretto gevlochten, die hem gelegenheid gaf een verliefd stel „a la Tosca" te laten kwelen, op een manier die een open doekje verzekert. Overigens hoort men in deze buffa-opera een Puc cini die bij de Verdi van „Fallstafin de leer geweest is en rijkelijk de vruchten geplukt heeft van dit illustere voorbeeld. Zo werd het dan een Puccini op zijn best, geestig, onderhoudend en geraffineerd muzikaal. De regisseur Wolf-Dieter Lud- wig liet de actie gebeuren in een over laden decor. Het zou ons wat waard ge weest zijn het stuk in een meer synthe tische toneelschikking te zien, mede aan- Ned. Herv. Kerk Beroepen te Sommelsdijk A. Gooyer, kand. te Huizen (N.H.). Bedankt voor Middelharnis J. T. Doornenbal te Oene. Geref. Kerken Beroepen te Smilde J. Banga te Vleu- ten-De Meern. Geref. Gemeenten Beroepen te Moerkapelle W. Hage te Nunspeet. ADVERTENTIE In de vorige eeuw waren de perfecte ruiters en amazones van het circus precies zo inter nationaal beroemd als vandaag de filmster ren. Vooral de amazones, de paardrijdsters dus. werden toegejuicht door het publiek bezongen door dichters, door schilders uitge beeld. Er was natuurlijk veel naijver ond dat de beroemde Miss Ella een verkleed jongetje was geweest. Dit is ook een van de tientallen kijkies ach ter de schermen, waarover u kunt lezen in het circusa'bum ,,De Bonte Droom van het Circus". Eer. boeiend en afwisselend verhaal met talloze pentekeningen, vele prachtige de schone rijdsters. Zo wekte omstreeks 1R52 1 kleurenplaten er. plaatjes; geschreven door een zekere Miss Ella grote sensatie. Zij reed de circuskenners bij uitstek J. van Doveren „Danneau" en presteerde het daarbij om en Ered Thomas, vlug en vlinderlicht achtereenvolgens door vijftig dichtgeplakte hoepels te springen en in het maken van salto-mortales niet onder te doen voor de meest ervaren ruiteracro- baat. Alle andere vrouwelijke beroemdheden, die het nooit verder dan twintig hoepels hadden gebracht, verbleekten bij dit bericht. En ziet. de afgunst deed wonderen: na korte tijd presteerden alle dames hetgeen tot dan toe onmogelijk werd geacht, sprongen door meer dan vijftig hoepels, draaiden salto's alsof het niets meer was. Pas toen lekte uit, Voor slechts 2.50 kunt u dit boekwerk ko pen bij uw roomboterleverancier of direct bestellen per brief of briefkaart bij het Kantoor „Roomboteralbum", Postbus 47, Den Haag. U krijgt het album dan per omme gaande toegezonden onder rembours. Ver meld vooral duidelijk uw naam en volledig adres. De bijbehorende plaatjes ontvangt u gratis voor de rijksbotermerken. U vindt zo'n merk op elk pakje roomboter. (Natuurlijk ook op koelhuisboter). Neem een pakje extra voor de zondag 1 gezien het spel op zich zelve al zoveel drukte op de planken brengt. Overigens was er in het levendige samenspel heel veel te loven, al bleek dat enkele details nog niet vlot verliepen. Maar bij een première, zeker waar het een zó gecompliceerd samenspel betreft, dient men wel eens de goede bedoeling voor lief te nemen. Paolo Gorin heeft de hoofdfi guur vocaal en scenisch prachtig uitge beeld. Het was de sterkste creatie die wij ooit van hem te zien en te horen kregen. De vrij zwakke stem van Nelly Burbach viel tegen. Haar partner, de tenor Chris Schcffer, zong en acteerde briljant. Jo van de Meent was als „komische alte" patent en ook de lichte sopraan Louise de Vries liet zich voortreffelijk gelden. Siemen Jongsma beeldde raak een karakterfiguur uit en Guus Hoekman was de domincren- de figuur onder de op de erfenis beluste familieleden. Als karaktertypen waren Henk Angcnent en Gee Smith voor hun taak berekend. Bij de Zwitserse dirigent Georg Meyer berustte de muzikale leiding. Enkele schommelingen wist hij niet te voorkomen, maar hij realiseerde ook frap pante momenten, waarin fraai orkestspel te beluisteren was. „Gianni Schicchi" schijnt in de mode te zijn. Verleden week hoorden wij het werk (in Engelse ver taling) in het derde programma van de B.B.C. en een dag later zond een Duitse zender het in het Duits uit. Bij de Neder landse Opera hoorden wij het werk niet in hot Italiaans, ook niet in het Neder lands, wat voor de hand zou gelegen heb ben, daar de oorspronkelijke tekst in Flo rentijns dialect onoverkomelijke moeilijk heden biedt voor niet-Italianen, nee, men zong het in het Duits nota bene. Waar blijft in zo'n geval de consequentie? Geen Italiaans, dan in de eerste plaats Neder lands, dit zou een onwrikbare stelregel dienen te zijn. En het werk zou er bij een goede vertaling ook door kunnen winnen. „Die Kluge" werd door Carl Orff, die zeif zijn libretto schreef, geconcipieerd naar een sprookje van Grimm: het be kende verhaal van het slimme boeren meisje, dat do raadsels, opgegeven door de koning, oploste en aldus haar gevangen genomen vader de vrijheid verschafte, koningin werd en door haar wijsheid blij vend de liefde der koning won. Een schriel gegeven, dat in het karikaturale getrok ken is en bovendien opgefleurd wordt door een stel burleske nevenfiguren, die Shakespeare's narren voor de geest halen. De muziek is met haar obstinate motieven doorgaans vrij goedkoop, doch als grap te aanvaarden. Het lijkt wel of de componist voor de ensemblezangen van de neven figuren zich heeft laten inspireren door de Comedian Harmonists. Het is een grappig geval, dat echter wat te gerekt is in de bijzaken om voortdurend te boeien. Maar wie eens een plezierige avond wil beleven aan de mooie en muzi kaal sterke éénakter van Puccini zal in de moderne burleske sfeer van „Die Kluge" een verpozing vinden, die niet de minste inspanning kost. Men kan dan daarbij genieten van de keurige oplos singen van de rcgieproblcmen en van een zeer geanimeerd samenspel. Bovendien zal men Guus Hoekman bewonderen om zijn creatie van de boer, de bariton .Tos Burk- sen en de tenor Rudolf Kat om hun stra lende zang. Henk Angcnent. Gerard Holt- haus. Chris Taverne. Jan van Mautgem en Gerard Groot om hun komische ty peringen. En men zal het waarschijnlijk met. mij eens zijn, dat de vrouwelijke hoofdrol, vervuld door Marilyn Tyler, spoeltechnisch bijzondere eigenschappen bezit. De vocale middelen zijn echter te weinig glansrijk. De nukken van een pre mière waren ook in deze sprookjesklucht merkbaar aan schommelingen tussen „on der" en „boven". Maar het geheel werd toch zo, dat het publiek mot een onbe daarlijk applaus reageerde op de pres taties van acteurs, orkest, dirigent en regisseur. Jos. de Klerk (ADVERTENTIE) (gm Vrijdagavond ging in Breda het doek niet op voor de aangekondigde voorstelling van Heijermans' „Eva Bonheur" vanwege het ontstellende feit, dat een bende jon gens woensdagavond in een voormalig schoolgebouw aan de Dordtsestraatweg in Rotterdam-Zuid de aldaar opgeslagen decors en requisieten van Rotterdams To neel voor een deel kort en klein geslagen heeftDe „spullen" van Eva Bonheur werden het zwaarst beschadigd. Maar ook van „De volle waarheid", „De Kalktuin" en „De wilde eend" waren vele decorstuk ken en requisieten door de jonge vanda len onder handen genomen. Er is voor dui zenden guldens schade aangericht. Het is reeds de derde keer, dat baldadige jeugd, voor het merendeel afkomstig uit het zo genaamde Brabantse dorp achter het Zuid plein, zich met geweld toegang heeft ver schaft tot het als decor-depót ingerichte schoolgebouw. Ditmaal kende hun verniel zucht geen grenzen. Als dollemannen zijn de jongens te keer gegaan, nadat zij langs regenpijpen en dakgoten door een verbro ken venster waren binnengekomen. Tal van stijlmeubelen en andere, moeilijk ver vangbare requisieten, werden vertrapt en door elkaar gesmeten. Chiel de Me.v, de decorbouwer van Rotterdams Toneel, schatte de tijd voor reparatie en vernieu wing op enkele weken. Van de daders, die in leeftijd varieerden van acht tot vijftien jaar, werd een zevental door de gewaar schuwde politie nog in het schoolgebouw betrapt en na achtervolgingen in de chaos van toneelspullen, gegrepen. Op de scholen in de omgeving van het decor-depót wordt gezocht naar hun bentgenoten. (ADVERTENTIE) geven direct verlichting en zijn smakelijk! Imp. J. H. ran den Bosch 4 Co - Postbus 80S4 - Amsterdam Eerste Kamerleden vragen: In het Voorlopig Verslag over de defen- siebegotingen uiten vele leden der Eerste Kamer ernstige bezorgdheid over de NAVO. Gevaarlijk lijkt hun het Britse voornemen, twee van de vier in Duitsland gestationeer de divisies terug te nemen. Kan dit nog worden voorkomen en wat is daartoe ver richt? Naar aanleiding van een uitlating van generaal Gruenther spreekt men de laatste tijd wel over het verdedigings systeem van de NAVO als over een „schrik draad-defensie". Vele Kamerleden menen dat deze opvatting zeer wezenlijk afwijkt van de oorspronkelijke NAVO-conceptie. Zij vragen zich af of een en ander niet een onvermogen verbergt, de in het begin ge stelde defensieplannen te verwezenlijken. Sommige leden meenden, dat aan een grondige voorbereiding voor een totale oor logvoering nog te veel ontbrak. Met name dachten zij hierbij aan een inschakeling van de burgerbevolking, aan de bevorde ring van een volledige opbouw van de B.B., alsmede aan de regeling van het evacuatie probleem. De strijd in Hongarije had. zo betoogden zij, aangetoond, dat de tank niet een alver mogend wapen is, wanneer maar eerst de angst voor dit zware wapen is overwonnen. De ervaring had bewezen, dat een bewa pend volksverzet met betrekkelijk eenvou dige middelen, gesteund door grondige kennis van het terrein, voor een indringer grote moeilijkheden oplevert en zijn be wegingsvrijheid aan banden legt. Deze leden wilden gaarne vernemen, of het tref fen van voorbereidingen voor zulk een volksverzet binnen de overwegingen van de regering en de generale staf liggen. In het begin van dit seizoen is Erik Vos benoemd tot artistiek leider van het door Cruys Voorbergh gestichte Nieuw Jeugd toneel, welk gezelschap sinds kort onder de naam „Arena" optreedt, in het bijzon der voor de leerlingen van lagere scholen, aldus een gedeelte van de taak van „Puck" overnemend. Het is verbazingwekkend, in de positie ve zin van het woord, hoe snel hij zich met de aard van zijn opdracht vertrouwd heeft gemaakt. Daarvan getuigde het door hemzelf geschreven en geregisseerde mu zikale blijspel voor kinderen „Het dansen de ezeltje" waarvan deze week de eer ste voorstellingen in Amsterdam werden gegeven op een wijze, die geen twijfel aan zijn geschiktheid voor dit moeilijke werk liet bestaan. Het is een vrolijke en blijkbaar danig opwindende geschiedenis, die zich af speelt op een open plek tussen een olijven- bos en een vijgenbos in het zonnige zui den. draaiend om het wonderezeltje Ar- lecho, dat gaat dansen zodra het muziek hoort en dan ook alras wordt „ontvoerd" door twee uiterst merkwaardige schurken. Zonder dat er ook maar in de verste ver te van navolging van dit filmverhaal sprake was, heb ik herhaaldelijk aan „De Roverssymfonie" moeten denken. Belang rijke rollen zijn verder toebedacht aan de jongedames Amalea en Azalea, die op de boeven verliefd zijn en die hard meewer ken om een voor alle partijen gelukkig slot te bereiken. Het lijkt mij een bijzonder gQed idee om uit te gaan van door beeldro mans en radiozangers vertrouwd gemaakte elementen in een onschuldige vorm voor de ontwikkeling der eenvoudige intrige, waarbij de grenzen van het voorstellings vermogen spelenderwijze worden uitge breid. Gelet op de sterke vereenzelvigings- drang van kinderen beneden de twaalf jaar moet men deze kunstzinnige „sane ring" van harte toejuichen. Misschien dat zij wel degelijk het spel kunnen onder scheden van de werkelijkheid, maar zij geloven er toch echt in en daarom kan men blij zijn dat zij hier opgaan in een sfeer van kerngezonde fantasie. Ja, Erik Vos heeft vat op de jeugd. Hij heeft er slag van zijn kleine publiek in onbedwingbare spanning en echt hartelijk aan 'het lachen te brengen. De verbale grapjes dringen niet of nauwelijks door, behalve wanneer ze gaan over dingen waarover men eigenlijk in het openbaar niet behoort te spreken.... Het lijkt mij allemaal pedagogisch verantwoord, want alleen zoetigheid maakt misselijke kinde ren. Dank zij de prima decors en kostuums van Bert Bennema worden de avonturen kleurig vertoond. Lisette van Meeteren gaf het ezeltje een aandoenlijke verschijning, die nog bekoorlijker werd als Henk Votel daar de gewenste dierlijk elegante bewe gingen aan verleende. Er werd trouwens over de hele linie met beheerste voortva rendheid toneelgespeeld: door Diny de Neef en Nanni Vermeer als de kibbelende, hippelende lachebekjes, door Paul Meyer en Kees Waterbeek als de domme goed hartigheid uitsprekende boosdoeners en door Albert van Vegten als het oude Poopje, die mij aan Vitalis uit „Alleen op de wereld" deed denken. Erik Vos schreef niet alleen de tekst maar ook de pittige Scène uit „Het dansende ezeltje" van Erik Vos door de jeugdtoneelgroep „Arena". muziek voor enkele erg leuke liedjes en ter begeleiding van de door hem voorbeel dig ingestudeerde kleine pantomimes. Het spel gaat aan één stuk door en ook dat is een voortreffelijk beginsel. Ook het Scapino Ballet is dezer dagen met een nieuw programma voor het voet licht gekomen, dat ik eveneens in Amster dam heb gezien. Marten Toonder heeft voor dit qua doelstelling unieke ensemble één van zijn „strips"-vei'halen met de nog altijd populaire Tom Poes als hoofdper soon bewerkt, Jan Masséus schreef de mu ziek en Jean Rebel belastte zich met de choreografie. „Tom Poes en de wonder spiegel" is een bezienswaardige aanwinst, die er zeker toe kan bijdragen de jeugd de ogen te openen voor de uitdrukkings mogelijkheden van de dans. Het uitermate geschikte gegeven is eenvoudig en mis schien juist daardoor zo overtuigend in beweging uitgewerkt. De vermenging van het vertrouwd humoristische met het sprookjesachtige is volledig geslaagd. Uit gangspunt is het vermogen van een vijver in een geheimzinnig bos om spiegelbeel den tot zelfstandig leven te brengen, waar door de machten van goed en kwaad wor den verdubbeld, maai tevens zulke buiten gewone stervelingen als de dikke Ollie B. Bommel en de parmantige Markies de Cantecleer in zonderlinge verwarring ge raken. Jean Rebel is erin geslaagd het verhaal duidelijk te ontwikkelen, daarbij van een minimum aan gesproken commentaar ge bruik makend. Over het algemeen vond hij sfeerscheppende en karakteristieke dans- motieven. Koddige of suggestieve pantomi me deed de rest om het. succes te verzeke ren. Mieke Last vervulde op kwieke wijze de titelrol. Marten Toonder verzorgde zelf de aankleding, enigszins in tekenfilmstijl, maar overigens beantwoordend aan de verwachtingen. Ik zou eigenlijk niet weten, wat men ten aanzien van een kinderballet nog meer mag wensen, behalve dan een sterkere techniek van de uitvoerenden: ik geloof namelijk, dat een zekere mate van onberispelijke virtuositeit de indruk van het wonderbaarlijke kan verhogen. Ondanks de aanwezigheid van enkele buitenlandse gasten kan men op dat laat ste gebied niet wedijveren met wat door de andere Nederlandse beroepsballetten, hoe sterk die onderling ook verschillen, wordt gepresteerd. Dat is begrijpelijk, maar toch wel jammer. De blijvende me dewerking van Francine Chkliar is al een hele verbetering. Maar voor een enigszins aanvaardbare uitvoering van „Carnaval" van Michael Fokine op muziek van Robert Schumann schieten de krachten in alle op zichten tekort, zowel in dansvaardigheid, als in het vermogen tot het oproepen van een romantische sfeer en het verlenen van reliëf aan een typering. Len Martin, die dit divertissement in vereenvoudigde richting naar gegevens van de Engelse balletdanse res Peggy van Praagh heeft ingestudeerd, kan mij als danser in de rol van Harlekijn geenszins imponeren. Ivan Baptie (hier als Pierrot) heeft mij evenmin door bijzondere kwaliteiten getroffen. De inleiding, een warrig betoog over de commedia dell'arte, leek mij weinig dienstig. „Scapino" is geen balletgroep voor volwassenen. De ballet ten uit het „goede" repertoire zal men, ook als die voor de jeugd geschikt blijken te zijn, aan de hoger ontwikkelde gezelschap pen moeten overlaten. David Koninz

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1957 | | pagina 7