Het Martelaarschap van Sint Sebastiaan VERLAAT EERHERSTEL IN PARIJSE OPERA LIET VELE WENSEN ONBEVREDIGD UuCde aan Hendüfc £teu~iri 'J1'%L' PHILIPS IN BUREN I OVER DE NAAM VAN I DE ADMIRAAL Een duur boek EEN LEERMEESTER VAN RIJKSWATERSTAAT IN DE STRIJD TEGEN DE ONDERGRONDSE OPMARS VAN DE ZOUTE NOORDZEE kwelling De invasie van zont Critisch Bulletin exit I ONZE PUZZEL Naast horen nu ook zien? Daniël Frasnay maakte deze foto van de scène in de Parijse Opera, waarin Sint Sebastiaan naar de brandstapel wordt gebracht. door Fraiik Onnen DE PARIJSE OPERA voert de laatste jaren een beleid, dat er eerder op gericht is be paalde, minder verheven ten densen van het huidige pu bliek tegemoet te komen en te vleien dan te bestrijden. Men kan natuurlijk lang discus siëren over de opvoedende taken en dito verantwoorde lijkheden van een directie van een officiéél kunstinsti tuut. Doch die discussies wor den helaas vrij spoedig aca demisch, zodra de cijfers en begrotingsposten ter tafel ko men. Met behulp van die cijfers heeft een directeur van Frankrijks eerste muziekthea ter niet zo heel veel tijd meer nodig om de argumenten te vinden die zijn politiek ten minste op de kortere termijn zouden kunnen rechtvaar digen. Een politiek, die hem verbiedt experimenten met nieuwe werken te wagen en die hem noopt zijn geluk en recettes maar liever te zoe ken in het groots-gemonteer de kijkspel la Folies Bergère of Casiono de Paris, in welke richting de Parijse Opera de laatste tijd dan ook koerst met steeds minder artistieke scrupules en met steeds meer commerciële voortvarendheid. Het spektakel is hier nummer één. Dan komt het ver haaltje. En cou plet drie is - veel later - de muziek. De muziek van van d'Aimunzio in vals daj^ van protserii GELET OP dat programma kan men (in beginsel) nog waar dering voelen voor de nieuwe intendant George Hirsch, die zeker van moed heeft blijk gegeven toen hy besloot als de pre mière van dit seizoen „Le Martyre de Saint-Sébastien" van Claude Debussy en de Italiaanse dichter Gabriel d'Annunzio op het repertoire te plaatsen. Want inderdaad heeft dit grandioze en aangrijpende werk sedert het ontstaan in 1911 zelden of nooit de kansen gekregen die het naar ieder wist die de partituur uit de concertzaal of van de grammofoon had leren kennen Sn zo vele opzichten zo ruimschoots verdiende. d'Annunzio was een der vreemdsoortigste poëten die deze eeuw misschien heeft gekend. Naast enkele sublieme verzen heeft deze dichter (die als zwarthemd Mussolini op zijn mars naar Rome vergezelde en ook in de Italiaanse politiek in de tyden van het Fiume- avontuur een rol van betekenis speelde) eveneens een respecta bele massa litteratuur geproduceerd van een gezwollen en bom bastisch gehalte, dat in onze dagen nu zeker wel moeilijk meer te verteren valt. Toen de danseres-declamatrice Ida Rubinstein, die vooral ook als zeer vermogend kunstbeschermstcr in Parijs omstreeks 1910 een plaats van gewicht innam, de dichter, die hier als po litiek banneling vertoefde, verzocht een werk voor haar te schrijven, ontstond een tekstboek van zeer lange adem, dat door Debussy in zyn brieven echter geprezen werd wegens zijn sublieme letterkundige kwaliteiten en hevige dramatische spannin gen. Had Debussy, die overi gens altijd van een feilloos litterair onderscheidingsver mogen had blijk gegeven, zich ditkeer bij uitzondering nu eens vergist? Men gevoelt zich wel geneigd tot die veron derstelling, wanneer men ooit getracht heeft de mateloze lengten vol zwelgende exclamaties van deze lyriek, die bij lezing ruim vier uren duurt, door te worstelen. Het eindeloze verhaal, waarin de strijd van de eerste christe lijke martelaren uil de tijden der grote Romeinse keizers wordt bezongen, was overigens niet de enige oorzaak, die de zege van „Le Martyre" (Het Martelaarschap van Sint Sebastiaan) tot dus ver in de weg heeft gestaan. De geboorte van de partituur, waarvoor Debussy de voor hem*onmogelijk korte tijd van slechts enkele maanden ter beschikking was gesteld, ging ook al met veel geestelijke pijnen en leed gepaard. En toen de muziek dan toch eindelijk gereed was, kwam er nog eens een verbod van de kerkelijke overheid, die bezwaren had tegen zekere al te dichterlijke voorstellingen van d'Annunzio alsmede tegen het feit dat de hoofdrol van de christelijke martelaar Sebastiaan door een vrouw die bovendien van Joodsen bloede was zou worden vertolkt. Indertijd heeft men het dan ook by een enkele uitvoering ge laten, doch een befaamde Franse criticus, Emile Vuillcrmoz, sprak toen het woord dat „Le Martyre" beschouwd moest wor den als Debussy's Parsifal, een Parsifal, die het verdiende dat er een eigen Bayreuth voor zou worden opgericht. In principe kon men dus slechts juichen om het denkbeeld nu de Parijse Opera zelfs als dit „Bayreuth" aan te wijzen. DOCH ZO die poging al met ernst werd overwogen, dan is de realisatie toch wel goeddeels in die bedoelingen blijven ste ken. Dat de bewerker van het tekstboek zijn schaar zonder par don in d'Annunzio's gedicht had gezet, waarvan ruim tweederde deel werd opgeofferd, zou men volslagen kunnen billijken, in dien het verhaal nu, zo mogclyk, niet nóg wat onbegrijpelijker was geworden dan het oorspronkelijk reeds leek. Doch het hoofdbezwaar van deze opvoering school ongetwijfeld nog wel in het klimaat van vaak protserige weelde, waarin men dit mysteriespel had geplaatst en waardoor vooral de muziek wel In een bijzonder vals daglicht werd gesteld. Technisch gespro ken waren er zeker weer tal van stalen van toneelmeesterschap te bewonderen, doch die opmerking kan men desgewenst ten aanzien van de voorstellingen van een Lido-revue ook wel ma ken. De geest, waardoor deze virtuositeiten in de mise-en-scène echter werd beheerst, strookte niet en was voortdurend strijdig met het karakter van het werk en de aard van de muziek na tuurlijk in de eerste plaats. Eén uitzondering: Ludmilla Tschcrina, die de onmenselyk zware hoofdrol van Sint Sebastiaan vervulde. Deze danseres, die ook al in verscheidene films is opgetreden, toonde zich hier een actrice, die de talrijke obstakels van haar rol zo'n dan sende scène bijvoorbeeld juist voor ze verbrand zal worden door haar persoonlijke overtuigingskracht en haar geloof wist te doen vergeten. De opera echter, waarin een vierhonderd ar tiesten en figuranten (soms gelijktijdig) optreden, is grotendeels een mislukking geworden, een mislukkig die Tscherina echter nog van de volledige debacle heeft gered. Vanwege haar op- ■■•■■■■•■■■a Ludmilla Tscherina aan haar toilettafel. treden en haar waarlijk fenomenale prestaties verdient deze voorstelling (waaraan ruim een half miljoen gulden ten koste werd gelegd) dan ook te worden gezien en bijgewoond. Maar als eerherstel van een der geniaalste partituren, die Claude Debussy wellicht geschreven heelt, is deze onderneming smadelijk tekort geschoten. En helaas moet men vrezen dat de laatste kansen op een Bayreuth voor deze Parsifal voor de toekomst dan nu wel definitief verkeken zullen zijn Op 30 en 31 augustus en 2 september zal in Buren een open luchtspel worden opgevoerd, dat op de tragische levensloop van de oudste zoon van Prins Willem van Oranje, Philips Willem van Nassau, graaf van Buren, betrekking heeft. Het is voor de derde keer, dat de gemeenschap van Buren de organisatie van een openluchtopvoering ter hand heeft genomen. De voorgaande spelen handelden ook over historische onderwerpen. De spelen worden opgevoerd op de plaats, waar zich eertijds het kasteel van de graven van Buren bevond. Evenals bij de twee vorige spelen is Th. van Westing de auteur. De regie is weer in handen van de voordrachtkunstenares Miep de Leeuw. i De heer C. Roodenburg vraagt i ons op briefpapier, waarvan het i hoofd vermeldt: Nederlandse Genea- i logische Vereniging, contactdienst i Haarlem opname van de volgende beschouwing, aan welk verzoek wij i gaarne voldoen, tevens naar de ru- j briek „Onze Namen" verwijzend. IN „Erbij" van 9 maart geeft dr. P. H. j j Schroder „Een bijdrage ter herdenking van.... Michiel Adriaanszoon de Rui- ter, de Ruyter of de Ruijter?" Gaarne .vil ik hierover enige opmerkingen ma- ken. De meest voorkomende spelling I van de familienaam van de grote admi- raai is de Ruijter en niet de Ruiter. Het merendeel van zijn brieven onder- i tekende hij met Michiel A. de Ruijter. Op deze manier geschreven komt de j naam ook voor in het familieregister van het geslacht De Ruijter, samenge- steld door zijn dochter Cornelia. Ook vele van Michiels tijdgenoten schreven de Ruijter. Taalkundig is dit juist, want de ze- t ventiende eeuwse schrijfwijze in Hol- land voor ui was in hel algemeen uij. Hoewel in mindere mate werd ook ge- schreven de Ruyter, zowel door de vlootvoogd zelf als door anderen. De j spelling de Ruiter komt maar heel wei- nig voor in de vele brieven en geschrif- j ten van en over Michiel de Ruijter. Het Vlissingse comité „De Ruyterherden- king" schrijft de Ruyter, een schrijfwij- j ze die vooral later algemeen is ge- i bruikt. De afstammelingen van Michiel Adriaanszoon de Ruijter schrijven ook nu hun naam als de Ruyter. In het j adelsdiploma, dat de Deense koning Frederik III in 1660 Michiel de Ruijter verleende wordt een toespeling ge- maakt op een Deens adellijk geslacht Reuther, hoewel er in geen enkel op- zicht enigerlei verwantschap met het geslacht de Ruijter mee bestaat. Wel was het de aanleiding tot latere fanta- sieën. Michiel Adriaensz. ontleende zijn familienaam de Ruijter niet aan zijn vaders schoonvader, die ruiter in 's lands dienst was geweest, maar de naam Le Ruijter werd volgens recente onderzoekingen door Michiels geslacht in de vaderlijke lijn reeds vanaf om- streeks 1450 gevoerd, toen zijn voor- j ouders in de omgeving van Bergen op Zoom woonden, waar zij tot de welge- stelde boerenstand behoorden. Adriaen j j Michielsz. de Ruijter huwde te Vlissin- J gen op 20 maart 1601 met Aelken Jans- dochter, geboortig van Vlissingen en niet van Middelburg. Tijdens een deze week in Parijs gehou den kunstveiling heeft een in 1931 In Lausanne gedrukte, rijk-bewerkte uit gave van „De Metamorfosen" van de La tijnse dichter Ovidius, voorzien van il lustraties (etsen) van Pablo Picasso, 1.900.000 francs opgebracht. JAPAN, PORTUGAL en INDIA hebben IN FEITE geeft deze visionaire Hendrik samen met Nederland één vijand gemeen: Stevin, een zoon van de molenspecialist en het zout der hun belagende zeeën. Ook zeilwagenmaker Simon Stevin, medewerker daar breidt de mens zijn grondgebied uit van Prins Maurits, in zijn tijd tot fantast ten koste van de zee en de lagunes en ook en onzinnig filosoof bestempeld, de nood- daar wordt mét de vruchtbare cultuurgrond zaak tot drooglegging van de Zuiderzee en het gevaar van de diepere zouthoudende tot het Deltaplan aan en reeds hij zag de zandlagen binnengehaald. Nederland is een gevaren van het binnendringende zout door „geosynclinaal dalingsgebied" zegt de de sluizen, die met het open water in ver- bodemdeskundige en hij bedoelt daarmee binding stonden, onder ogen. 1-Iij waar in feite, dat ons landje enige keren over- schuwde tegen het zout, dat bij Spaarndam, spoeld is geweest met zout zeewater, dat Amsterdam en Rotterdam het vette land grote hoeveelheden zand achterliet, dat op besprong, elke keer als er een schip bin- grote diepte gebed ligt als een vaste, maar nenvoer en had er zelfs een oplossing voor, niettemin zeer zilte fundering voor de erna die Rijkswaterstaat nu wéér overweegt: komende afzettingslagen en dat vervolgens schutkolkbemaling! allerlei geniepige aanvallen pleegt op de want WAT reeds in raDDorten is neer- grond, die voor landbouw en tuinbouw zo n u? ïappouen is neei prachtig geschikt lijkt, door telkens weer gelegd .en wellicht ten uitvoer zal komen, zout op te zenden. Zout zand, dat tot een "gelijk het wegpompen van het zoute dikte van wel tweehonderdvijftig meter on- *fte? Ult de havenkom van IJmuiden, door daar een „zoutval" op te stellen bij de spui- der Nederland begraven ligt voor de lijn AmsterdamLeeuwarden, houdt vele her sens bezig en vele tuinders en boeren in onrust. Want het daarin verzamelde „fos siele zeewater" komt op ongelegen momen ten bovenkruipen in de nieuwe landaan- winningen, waar het in de sloten doordringt en zelfs in de greppels. Het zand wordt dan wel afgedekt door klei of veen, dat in latere tijdvakken der wordingsgeschiedenis over het zilte zand werd gevleid, maar hier en daar is dat laagje zo dun, dat een nijvere greppelgraver in een ogenschijnlijk vrucht- bare polder al op enige voeten diepte op het brakke „kwelwater" stuit. Hier en daar in Utrecht is die „kwel" een ware plaag en moet er zelfs in de droogte van de zomer dag en nacht gemalen worden om die kwel buiten der boeren erf te bannen, Vele plekken in de Wieringermeerpolder hebben ettelijke jaren na het droogvallen grote hinder van zoutwater gehad, want het hoogteverschil met de aanvankelijk nog zoute Zuiderzee was ruimschoots voldoen- de om naast de natuurlijke kwel ook nog een zoutwatertoevoer van het buitendijkse zeewater naar binnen te persen. De Zuiderzee is echter IJselmeer gewor- den en verzoet. Het kwelwater in de pol- öers zal dus minder zout worden en het enorme voordeel van de Afsluitdijk, die een binnenzee deed verzoeten, komt eigen- lijk nu pas tot zijn recht en bewijst tevens de juistheid van destijds aangevochten theorieën, als zou het succes dezer afslui- ting staan of vallen met een afsluitdijk. Was die beschermende kolos er niet ge- komen - de polders van Noordholland en ook van het IJselmeer zelf zouden een kostbare en blijvende hinder hebben onder- vonden van het binnendringende zoute water. ER woedt in Nederland onder gronds en langs de dijken maar ook achter de bureaus en de teken borden, een stille maar daarom niet minder verbeten oorlog tegen een erfvijand der lage landen Het zout. Het zout, dat uit zee wel lend de polders bedreigt en de drinkwaterwinning, dat bij trein ladingen tegelijk bijwijze van „retourvracht" binnenstroomt, elke keer als de koopvaardijsche pen door de sluizen van IJmuiden of Den Helder uitgaan en binnen varen, dat de benedenrivieren op kruipt en dat als een eeuwig- actieve „vijfde colonne" onder Nederlands bodem op de loer ligt in de dikke zandpakketten, welke in vroegere perioden door de zee daar werden opgestapeld. Zout en tuinbouw zijn eikaars verwoe de tegenstanders, zout en drink water eikaars moordenaars. De Algemene Dienst van de Rijks waterstaat heeft onder meer tot taak en plicht deze dreigende kwelling, die zich uit als „kwel" een beter woord is nauwelijks denkbaar te verlichten en zo mogelijk uit te schakelen. Wat daar alzo bij komt kijken, wil dit arti kel vertellen. Als hulde ook aan een zeventiende-eeuwse geleerde, die al het Delta-plan en de inpoldering der Zuiderzee adviseerde. MAAR HOLLAND houdt zijn grote zout- importen. Het voorbeeld van de IJmuidense sluizen, die bij elke schutting een lading zout binnenbrengen, genoeg om een trein van twintig wagons mee te vullen, is be kend en berucht. Bij Rotterdam dringt het zoute water langzaam doch zeker de be neden-Maas en Rijn op en de zoetwater- grens terug en door de duinwateronllrek- sluizen, werd door Hendrik Stevin uitvoe- king aan het duin, krijgt het zout uit de rig beschreven: hij wilde laten „malen Noordzee de kans de zoetwaterbei onder door mensch, beest of wigtige waetermoo- het duingebied terug te stuwen. len" in de schutkolken en de voorhaven (bij de uitgang naar de Zuiderzee bijvoor- YVAAR DAN nog bij komt, (lat Neder- beeld) volhouden met zoetwater, om aldus land steeds verder „zakt" en hel drukver- een buffer te vormen. Maar hij gaat ver schil tussen open zee en binnendijks (of der: „Het beste middel: de Zuijderzee af te „achterduins") land elke seconde groter sluiten en soet te laten worden, waer wordt. Het Deltaplan, dat de aanvalslijn bovendien veel goede gront te maecken sou van de zee wil inkorten, heeft dus vooral sijn". Is het niet wonderlijk, dat onze Rijks- ook in dit verband een histo- waterstaat een zo oude, zo rische betekenis en het infil- 1 Hl visionaire leermeester heeft trcren van het duin niet zoet jjjj(0 JliWCi HlS êehad. die ettelijke spijkers t u:: Qp ^Qp gUoeg( maar jn zjjn rivierwater, dat bij Jutfaas wordt opgepompt en bij Lei duin en Castricum in het waterwingebied vloeit, is een prachtige tegenzet tegen de ondergrondse opmars van de Noordzee, die reeds menige drinkwalerpomp in liet duin brak water deed opzuigen, zodat de dorstige mens de vlucht moest nemen. HOLLANDS POLEIALAND X zoL>Tw*rei» - .NS; - ZyZ'' YI I ONDCORuATCNDE L»6tH Fig 1 SC HE MAT 1SCH HyDROL-OGISCH PROFIEL DOOR HOLLADID. Fig 2. LEMGTE PROF IEL DOOR (EN ONZER GROTE RIVIEREN NA BIJ DE KUST OPEN WATER MOEILIJK DOORLATENDE ALLUVIALE LAGEN (»!»- ILINP1 PIKT» "T™™V ONDOORLAT(NDE TER TIAIRE LAGEN, (T«R DE LF RICLft IR DILUVIUM J Fig. 4. SOO* AOO m'. DOORLATENDE DILUVIALE ZANOEN OlEPE KWEL IN EEN POLDER De strijd tegen het zout is op boven staande tekeningenreeks uitgebeeld. Figuur 1 geeft de opdringende Noordzee weer, die onder het duin doorkruipt, maar deels gestuit wordt door een „damwand" van zoet water De gear ceerde lijn boven het polderland stelt de laag veen of klei voor, die in wisse lende dikte de cultuurgrond vertegen woordigtTekening 2 verbeeldt het of fensief van het zoute zeewater in de monding der rivieren, waar een „zout- wig" steeds dieper landinwaarts trekt. Op figuur 3 is duidelijk gemaakt, hoever deze zoutwaterwig de zoutwatergrens al in de omgeving van Rotterdam heeft teruggedrongen. Figuur 4 tenslotte toont de kwel in de polders, waar een durende infiltratie van brak water plaats heeft. Het open ivater levert zout water, het oude land zoet water. tijd ervan werd verdacht spijkers op laag water te zoe ken? Wij zullen hem nog even volgen in zijn ideeën over Zeeland en de benedenrivie ren. Hoe nu de Zeeusche en Maesstroomen tot sulc eynde aen te tasten sijn, dat sullen wij (om niet het hemt over de roc of anders geseyt, Het lijkt ccn strijd van men- om niet te veel were teevens sen met moderne middelen - van afsluit- overhoop te halen) seggen, als de Zuyder- dijken en Deltaplannen, maar in de Kouink- zee van de Noortsee afgescheyden en ten lijke Bibliotheek van Den Haag berust een grooten deele lant sal sijn, so gij het dan oude foliant, waarin het „Wiskonstlch en noch en niet en cont versinnen.Zie- Filosofisch Bedrijf" van Hendrik Stevin is daar: het Deltaplan in allereerste conceptie! geboekstaafd, een bedryf, waarmee deze „heer van Alphen en Schrecvendrccht" INMIDDELS heeft Nederland in het ver- reeds in 1667 beschreef, hoe „liet gewelt en leden niet naar Hendrik Stevin willen luis- vergif der Noortsee uyttct Vereenigt Ne- teren. Nu móét het wel, want de opmars dcrland te verdrijven zij, met alle brac- van het zout is te ernstig geworden. Pre- water uyt Holland, Zeclant ende West ventieve middelen als het rechtstreekse be- Fricslant te weren". En „ooc hoe alle noo- malen van de zoutbronnen, daar waar zij _dig binne tot Macs en Rynwater te maecken uit de Noordzee binnenstromen, zijn in 5 en te onderhouden sij." studie, het „zoetwaterscherm" in de duinen wordt binnenkort verstevigd door de infil tratie met rivierwater en zo zijn er meer middelen denkbaar. Repressief echter is er ook al veel te doen: het Noordzeekanaal wordt meer malen met zoet water uit het IJselmeer doorgespoeld en bij Schardam nabij Hoorn wordt regelmatig zoet water binnengelaten om de polders op peil te houden. Langs geofysische weg wordt het zoutgehalte van de ondergrondse zandlagen vastgesteld - men leidt daartoe een elektrisch veld door de diepere grondlagen en kan aan de hand van de weerstand vaststellen, hoe hoog dit zoutgehalte is. Op deze wijze komt de Rijkswaterstaat er steeds duidelijker ach ter, dat Hendrik Stevin gelijk had, dat het Deltaplan dringende noodzaak wordt en dat de Afsluitdijk tussen Den Oever en Zurich een bijzonder rendabele geldbeleg ging is. Waterstaatsingenieurs dragen hun kennis en adviezen uit over Japan, Portu gal en India en het zout, de erfvijand van alle lage landen, die een wat obscuur geo logisch verleden hebben en daar hun zoute ondergrond aan wijten, wordt aldus met man, macht en veel geld bestreden. De uitgave van het „Critisch Bulletin", maandblad voor letterkundige critiek, zal deze maand met bet afsluiten van de lo pende jaargang worden gestaakt. In 1930 werd het tijdschrift opgericht door Antho- nie Donker. Na de oorlog maakten R. Blij- stra, Karei Jonckheere, N. P. van Wijk Louw en Paul Rodenko deel uit van de re dactie. Tijdens de oorlog werd het „Cri tisch Bulletin" door de Duitsers verladen. Overal in ons land vindt u, (vaak op borden langs de wegen) een zeer bekend advies. NNu was ergens zo'n bord met losse, ingeschoven letters omgewaaid, en alle letters lagen door elkaar. De man, die dit weer herstellen moest, wist er geen raad mee, zodat hij ongeduldig werd en er tenslotte maar van maakte: E „Vrolijke engelse bochelaren" Dit was niet de bedoeling. Hoe had hij het dan wél moeten doen? Om in aanmerking te komen voor een van de drie geldprijzen ad f 7,50, f 5 en f 2,50, dient men uiterlijk dinsdag 17 uur de oplossing in te zenden aan een van onze bureaus in Haarlem, Grote Houtstraat 93 en Soendaplein; in IJmuiden: Lange Nieuwstraat 427. De invulling van ons vorig diagram heeft heel wat lezers als geboren puzzel fabrikanten doen kennen. Het hoogste aantal bloemen-, planten- en bomen- namen, dat bereikt werd, was 15. Drie in zenders haalden dit aantal en wij hebben de drie prijzen bij loting aan hen toege wezen. Fl. 7,50: J. H. Bosker, Westerhout- straat 7, Haarlem. Fl. 5,W. P. J. Ente, v. Nesstraat 39, Haarlem. Fl. 2,50: J. Fortgcns, Jansweg 6, Haarlem. Een Italiaanse uitvinder heeft meege deeld, dat hij een grammofoonplaat heeft uitgevonden, die niet alleen muziek ten ge hore brengt, doch bovendien de uitvoeren den te zien geeft, en dat alles met een speciale draaitafel en een gewoon tv-toe- stel. De uitvinder, Antonio Bubbiani, is een 29-jarige boekhouder. Zijn grammofoon plaat heeft twee „groeven" naast elkaar, al zijn het meer beeldstroken, zij het van minimale breedte: de ene is een gewone geluidsgroef, de tweede is een groei van een honderdste millimeter breedte, waarop het beeld is gefotografeerd. Terwijl nu de plaat met grote snelheid (3.000 omwente lingen per minuut) draait, tast een foto- elektrische cel beide groeven af. Terwijl het geluid door de verstex-ker en luidspi-e- ker ten gehore gebi-acht wordt, gaan de impulsen van de beelgi'oef naar het beeld scherm. Bubbiani zegt, dat de fabi-icage van dergelijke grammofoonplaten zeer goedkoop kan zijn, en dat een plaat van dei'tig centimeter niet meer dan negen gul den hoeft te kosten. De di'aaitafel die nodig is, zou ongeveer driehonderd gulden kos ten. Het systeem is volgens de uitvinder nog niet volmaakt, want op het ogenblik is de maximale speelduur drie minuten.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1957 | | pagina 18