Het Martelaarschap van Sint Sebastiaan
VERLAAT EERHERSTEL IN PARIJSE OPERA
LIET VELE WENSEN ONBEVREDIGD
UuCde aan Hendüfc £teu~iri
'J1'%L'
PHILIPS IN BUREN
I OVER DE NAAM VAN I
DE ADMIRAAL
Een duur boek
EEN LEERMEESTER VAN RIJKSWATERSTAAT
IN DE STRIJD TEGEN DE ONDERGRONDSE
OPMARS VAN DE ZOUTE NOORDZEE
kwelling
De invasie
van zont
Critisch Bulletin exit
I ONZE PUZZEL
Naast horen nu ook zien?
Daniël Frasnay maakte deze foto van
de scène in de Parijse Opera, waarin
Sint Sebastiaan naar de brandstapel
wordt gebracht.
door Fraiik Onnen
DE PARIJSE OPERA voert de
laatste jaren een beleid, dat
er eerder op gericht is be
paalde, minder verheven ten
densen van het huidige pu
bliek tegemoet te komen en
te vleien dan te bestrijden.
Men kan natuurlijk lang discus
siëren over de opvoedende
taken en dito verantwoorde
lijkheden van een directie
van een officiéél kunstinsti
tuut. Doch die discussies wor
den helaas vrij spoedig aca
demisch, zodra de cijfers en
begrotingsposten ter tafel ko
men. Met behulp van die
cijfers heeft een directeur van
Frankrijks eerste muziekthea
ter niet zo heel veel tijd meer
nodig om de argumenten te
vinden die zijn politiek ten
minste op de kortere termijn
zouden kunnen rechtvaar
digen. Een politiek, die hem
verbiedt experimenten met
nieuwe werken te wagen en
die hem noopt zijn geluk en
recettes maar liever te zoe
ken in het groots-gemonteer
de kijkspel la Folies Bergère
of Casiono de Paris, in welke
richting de Parijse Opera de
laatste tijd dan ook koerst
met steeds minder artistieke
scrupules en met steeds meer
commerciële voortvarendheid.
Het spektakel is
hier nummer één.
Dan komt het ver
haaltje. En cou
plet drie is - veel
later - de muziek.
De muziek van
van d'Aimunzio
in vals daj^
van protserii
GELET OP dat programma kan men (in beginsel) nog waar
dering voelen voor de nieuwe intendant George Hirsch, die
zeker van moed heeft blijk gegeven toen hy besloot als de pre
mière van dit seizoen „Le Martyre de Saint-Sébastien" van
Claude Debussy en de Italiaanse dichter Gabriel d'Annunzio op
het repertoire te plaatsen. Want inderdaad heeft dit grandioze
en aangrijpende werk sedert het ontstaan in 1911 zelden of nooit
de kansen gekregen die het naar ieder wist die de partituur
uit de concertzaal of van de grammofoon had leren kennen
Sn zo vele opzichten zo ruimschoots verdiende. d'Annunzio was
een der vreemdsoortigste poëten die deze eeuw misschien heeft
gekend. Naast enkele sublieme verzen heeft deze dichter (die
als zwarthemd Mussolini op zijn mars naar Rome vergezelde
en ook in de Italiaanse politiek in de tyden van het Fiume-
avontuur een rol van betekenis speelde) eveneens een respecta
bele massa litteratuur geproduceerd van een gezwollen en bom
bastisch gehalte, dat in onze dagen nu zeker wel moeilijk meer
te verteren valt.
Toen de danseres-declamatrice Ida Rubinstein, die vooral
ook als zeer vermogend kunstbeschermstcr in Parijs omstreeks
1910 een plaats van gewicht innam, de dichter, die hier als po
litiek banneling vertoefde,
verzocht een werk voor haar
te schrijven, ontstond een
tekstboek van zeer lange
adem, dat door Debussy in
zyn brieven echter geprezen
werd wegens zijn sublieme
letterkundige kwaliteiten en
hevige dramatische spannin
gen. Had Debussy, die overi
gens altijd van een feilloos
litterair onderscheidingsver
mogen had blijk gegeven,
zich ditkeer bij uitzondering
nu eens vergist? Men gevoelt
zich wel geneigd tot die veron
derstelling, wanneer men ooit
getracht heeft de mateloze lengten vol zwelgende exclamaties
van deze lyriek, die bij lezing ruim vier uren duurt, door te
worstelen.
Het eindeloze verhaal, waarin de strijd van de eerste christe
lijke martelaren uil de tijden der grote Romeinse keizers wordt
bezongen, was overigens niet de enige oorzaak, die de zege van
„Le Martyre" (Het Martelaarschap van Sint Sebastiaan) tot dus
ver in de weg heeft gestaan. De geboorte van de partituur,
waarvoor Debussy de voor hem*onmogelijk korte tijd van slechts
enkele maanden ter beschikking was gesteld, ging ook al met
veel geestelijke pijnen en leed gepaard. En toen de muziek dan
toch eindelijk gereed was, kwam er nog eens een verbod van
de kerkelijke overheid, die bezwaren had tegen zekere al te
dichterlijke voorstellingen van d'Annunzio alsmede tegen het
feit dat de hoofdrol van de christelijke martelaar Sebastiaan
door een vrouw die bovendien van Joodsen bloede was zou
worden vertolkt.
Indertijd heeft men het dan ook by een enkele uitvoering ge
laten, doch een befaamde Franse criticus, Emile Vuillcrmoz,
sprak toen het woord dat „Le Martyre" beschouwd moest wor
den als Debussy's Parsifal, een Parsifal, die het verdiende dat
er een eigen Bayreuth voor zou worden opgericht. In principe
kon men dus slechts juichen om het denkbeeld nu de Parijse
Opera zelfs als dit „Bayreuth" aan te wijzen.
DOCH ZO die poging al met ernst werd overwogen, dan is
de realisatie toch wel goeddeels in die bedoelingen blijven ste
ken. Dat de bewerker van het tekstboek zijn schaar zonder par
don in d'Annunzio's gedicht had gezet, waarvan ruim tweederde
deel werd opgeofferd, zou men volslagen kunnen billijken, in
dien het verhaal nu, zo mogclyk, niet nóg wat onbegrijpelijker
was geworden dan het oorspronkelijk reeds leek. Doch het
hoofdbezwaar van deze opvoering school ongetwijfeld nog wel
in het klimaat van vaak protserige weelde, waarin men dit
mysteriespel had geplaatst en waardoor vooral de muziek wel
In een bijzonder vals daglicht werd gesteld. Technisch gespro
ken waren er zeker weer tal van stalen van toneelmeesterschap
te bewonderen, doch die opmerking kan men desgewenst ten
aanzien van de voorstellingen van een Lido-revue ook wel ma
ken. De geest, waardoor deze virtuositeiten in de mise-en-scène
echter werd beheerst, strookte niet en was voortdurend strijdig
met het karakter van het werk en de aard van de muziek na
tuurlijk in de eerste plaats.
Eén uitzondering: Ludmilla Tschcrina, die de onmenselyk
zware hoofdrol van Sint Sebastiaan vervulde. Deze danseres,
die ook al in verscheidene films is opgetreden, toonde zich hier
een actrice, die de talrijke obstakels van haar rol zo'n dan
sende scène bijvoorbeeld juist voor ze verbrand zal worden
door haar persoonlijke overtuigingskracht en haar geloof wist
te doen vergeten. De opera echter, waarin een vierhonderd ar
tiesten en figuranten (soms gelijktijdig) optreden, is grotendeels
een mislukking geworden, een mislukkig die Tscherina echter
nog van de volledige debacle heeft gered. Vanwege haar op-
■■•■■■■•■■■a
Ludmilla
Tscherina aan haar toilettafel.
treden en haar waarlijk fenomenale prestaties verdient deze
voorstelling (waaraan ruim een half miljoen gulden ten koste
werd gelegd) dan ook te worden gezien en bijgewoond. Maar als
eerherstel van een der geniaalste partituren, die Claude Debussy
wellicht geschreven heelt, is deze onderneming smadelijk tekort
geschoten. En helaas moet men vrezen dat de laatste kansen
op een Bayreuth voor deze Parsifal voor de toekomst dan nu
wel definitief verkeken zullen zijn
Op 30 en 31 augustus en 2 september zal in Buren een open
luchtspel worden opgevoerd, dat op de tragische levensloop van
de oudste zoon van Prins Willem van Oranje, Philips Willem
van Nassau, graaf van Buren, betrekking heeft. Het is voor de
derde keer, dat de gemeenschap van Buren de organisatie van
een openluchtopvoering ter hand heeft genomen. De voorgaande
spelen handelden ook over historische onderwerpen. De spelen
worden opgevoerd op de plaats, waar zich eertijds het kasteel
van de graven van Buren bevond. Evenals bij de twee vorige
spelen is Th. van Westing de auteur. De regie is weer in handen
van de voordrachtkunstenares Miep de Leeuw.
i De heer C. Roodenburg vraagt
i ons op briefpapier, waarvan het
i hoofd vermeldt: Nederlandse Genea-
i logische Vereniging, contactdienst
i Haarlem opname van de volgende
beschouwing, aan welk verzoek wij
i gaarne voldoen, tevens naar de ru-
j briek „Onze Namen" verwijzend.
IN „Erbij" van 9 maart geeft dr. P. H. j
j Schroder „Een bijdrage ter herdenking
van.... Michiel Adriaanszoon de Rui-
ter, de Ruyter of de Ruijter?" Gaarne
.vil ik hierover enige opmerkingen ma-
ken. De meest voorkomende spelling
I van de familienaam van de grote admi-
raai is de Ruijter en niet de Ruiter.
Het merendeel van zijn brieven onder-
i tekende hij met Michiel A. de Ruijter.
Op deze manier geschreven komt de
j naam ook voor in het familieregister
van het geslacht De Ruijter, samenge-
steld door zijn dochter Cornelia. Ook
vele van Michiels tijdgenoten schreven
de Ruijter.
Taalkundig is dit juist, want de ze- t
ventiende eeuwse schrijfwijze in Hol-
land voor ui was in hel algemeen uij.
Hoewel in mindere mate werd ook ge-
schreven de Ruyter, zowel door de
vlootvoogd zelf als door anderen. De
j spelling de Ruiter komt maar heel wei-
nig voor in de vele brieven en geschrif-
j ten van en over Michiel de Ruijter. Het
Vlissingse comité „De Ruyterherden-
king" schrijft de Ruyter, een schrijfwij- j
ze die vooral later algemeen is ge- i
bruikt. De afstammelingen van Michiel
Adriaanszoon de Ruijter schrijven ook
nu hun naam als de Ruyter. In het
j adelsdiploma, dat de Deense koning
Frederik III in 1660 Michiel de Ruijter
verleende wordt een toespeling ge-
maakt op een Deens adellijk geslacht
Reuther, hoewel er in geen enkel op-
zicht enigerlei verwantschap met het
geslacht de Ruijter mee bestaat. Wel
was het de aanleiding tot latere fanta-
sieën. Michiel Adriaensz. ontleende zijn
familienaam de Ruijter niet aan zijn
vaders schoonvader, die ruiter in 's
lands dienst was geweest, maar de
naam Le Ruijter werd volgens recente
onderzoekingen door Michiels geslacht
in de vaderlijke lijn reeds vanaf om-
streeks 1450 gevoerd, toen zijn voor-
j ouders in de omgeving van Bergen op
Zoom woonden, waar zij tot de welge-
stelde boerenstand behoorden. Adriaen j
j Michielsz. de Ruijter huwde te Vlissin-
J gen op 20 maart 1601 met Aelken Jans-
dochter, geboortig van Vlissingen en
niet van Middelburg.
Tijdens een deze week in Parijs gehou
den kunstveiling heeft een in 1931 In
Lausanne gedrukte, rijk-bewerkte uit
gave van „De Metamorfosen" van de La
tijnse dichter Ovidius, voorzien van il
lustraties (etsen) van Pablo Picasso,
1.900.000 francs opgebracht.
JAPAN, PORTUGAL en INDIA hebben IN FEITE geeft deze visionaire Hendrik
samen met Nederland één vijand gemeen: Stevin, een zoon van de molenspecialist en
het zout der hun belagende zeeën. Ook zeilwagenmaker Simon Stevin, medewerker
daar breidt de mens zijn grondgebied uit van Prins Maurits, in zijn tijd tot fantast
ten koste van de zee en de lagunes en ook en onzinnig filosoof bestempeld, de nood-
daar wordt mét de vruchtbare cultuurgrond zaak tot drooglegging van de Zuiderzee en
het gevaar van de diepere zouthoudende tot het Deltaplan aan en reeds hij zag de
zandlagen binnengehaald. Nederland is een gevaren van het binnendringende zout door
„geosynclinaal dalingsgebied" zegt de de sluizen, die met het open water in ver-
bodemdeskundige en hij bedoelt daarmee binding stonden, onder ogen. 1-Iij waar
in feite, dat ons landje enige keren over- schuwde tegen het zout, dat bij Spaarndam,
spoeld is geweest met zout zeewater, dat Amsterdam en Rotterdam het vette land
grote hoeveelheden zand achterliet, dat op besprong, elke keer als er een schip bin-
grote diepte gebed ligt als een vaste, maar nenvoer en had er zelfs een oplossing voor,
niettemin zeer zilte fundering voor de erna die Rijkswaterstaat nu wéér overweegt:
komende afzettingslagen en dat vervolgens schutkolkbemaling!
allerlei geniepige aanvallen pleegt op de want WAT reeds in raDDorten is neer-
grond, die voor landbouw en tuinbouw zo n u? ïappouen is neei
prachtig geschikt lijkt, door telkens weer gelegd .en wellicht ten uitvoer zal komen,
zout op te zenden. Zout zand, dat tot een "gelijk het wegpompen van het zoute
dikte van wel tweehonderdvijftig meter on- *fte? Ult de havenkom van IJmuiden, door
daar een „zoutval" op te stellen bij de spui-
der Nederland begraven ligt voor de lijn
AmsterdamLeeuwarden, houdt vele her
sens bezig en vele tuinders en boeren in
onrust. Want het daarin verzamelde „fos
siele zeewater" komt op ongelegen momen
ten bovenkruipen in de nieuwe landaan-
winningen, waar het in de sloten doordringt
en zelfs in de greppels. Het zand wordt
dan wel afgedekt door klei of veen, dat in
latere tijdvakken der wordingsgeschiedenis
over het zilte zand werd gevleid, maar hier
en daar is dat laagje zo dun, dat een nijvere
greppelgraver in een ogenschijnlijk vrucht-
bare polder al op enige voeten diepte op
het brakke „kwelwater" stuit. Hier en daar
in Utrecht is die „kwel" een ware plaag
en moet er zelfs in de droogte van de
zomer dag en nacht gemalen worden om
die kwel buiten der boeren erf te bannen,
Vele plekken in de Wieringermeerpolder
hebben ettelijke jaren na het droogvallen
grote hinder van zoutwater gehad, want
het hoogteverschil met de aanvankelijk nog
zoute Zuiderzee was ruimschoots voldoen-
de om naast de natuurlijke kwel ook nog
een zoutwatertoevoer van het buitendijkse
zeewater naar binnen te persen.
De Zuiderzee is echter IJselmeer gewor-
den en verzoet. Het kwelwater in de pol-
öers zal dus minder zout worden en
het enorme voordeel van de Afsluitdijk, die
een binnenzee deed verzoeten, komt eigen-
lijk nu pas tot zijn recht en bewijst tevens
de juistheid van destijds aangevochten
theorieën, als zou het succes dezer afslui-
ting staan of vallen met een afsluitdijk.
Was die beschermende kolos er niet ge-
komen - de polders van Noordholland en
ook van het IJselmeer zelf zouden een
kostbare en blijvende hinder hebben onder-
vonden van het binnendringende zoute
water.
ER woedt in Nederland onder
gronds en langs de dijken maar
ook achter de bureaus en de teken
borden, een stille maar daarom
niet minder verbeten oorlog tegen
een erfvijand der lage landen
Het zout. Het zout, dat uit zee wel
lend de polders bedreigt en de
drinkwaterwinning, dat bij trein
ladingen tegelijk bijwijze van
„retourvracht" binnenstroomt,
elke keer als de koopvaardijsche
pen door de sluizen van IJmuiden
of Den Helder uitgaan en binnen
varen, dat de benedenrivieren op
kruipt en dat als een eeuwig-
actieve „vijfde colonne" onder
Nederlands bodem op de loer ligt
in de dikke zandpakketten, welke
in vroegere perioden door de
zee daar werden opgestapeld. Zout
en tuinbouw zijn eikaars verwoe
de tegenstanders, zout en drink
water eikaars moordenaars. De
Algemene Dienst van de Rijks
waterstaat heeft onder meer tot
taak en plicht deze dreigende
kwelling, die zich uit als „kwel"
een beter woord is nauwelijks
denkbaar te verlichten en zo
mogelijk uit te schakelen. Wat daar
alzo bij komt kijken, wil dit arti
kel vertellen. Als hulde ook aan een
zeventiende-eeuwse geleerde, die
al het Delta-plan en de inpoldering
der Zuiderzee adviseerde.
MAAR HOLLAND houdt zijn grote zout-
importen. Het voorbeeld van de IJmuidense
sluizen, die bij elke schutting een lading
zout binnenbrengen, genoeg om een trein
van twintig wagons mee te vullen, is be
kend en berucht. Bij Rotterdam dringt het
zoute water langzaam doch zeker de be
neden-Maas en Rijn op en de zoetwater-
grens terug en door de duinwateronllrek- sluizen, werd door Hendrik Stevin uitvoe-
king aan het duin, krijgt het zout uit de rig beschreven: hij wilde laten „malen
Noordzee de kans de zoetwaterbei onder door mensch, beest of wigtige waetermoo-
het duingebied terug te stuwen. len" in de schutkolken en de voorhaven
(bij de uitgang naar de Zuiderzee bijvoor-
YVAAR DAN nog bij komt, (lat Neder- beeld) volhouden met zoetwater, om aldus
land steeds verder „zakt" en hel drukver- een buffer te vormen. Maar hij gaat ver
schil tussen open zee en binnendijks (of der: „Het beste middel: de Zuijderzee af te
„achterduins") land elke seconde groter sluiten en soet te laten worden, waer
wordt. Het Deltaplan, dat de aanvalslijn bovendien veel goede gront te maecken sou
van de zee wil inkorten, heeft dus vooral sijn". Is het niet wonderlijk, dat onze Rijks-
ook in dit verband een histo- waterstaat een zo oude, zo
rische betekenis en het infil- 1 Hl visionaire leermeester heeft
trcren van het duin niet zoet jjjj(0 JliWCi HlS êehad. die ettelijke spijkers
t u:: Qp ^Qp gUoeg( maar jn zjjn
rivierwater, dat bij Jutfaas
wordt opgepompt en bij Lei
duin en Castricum in het
waterwingebied vloeit, is een
prachtige tegenzet tegen de
ondergrondse opmars van de
Noordzee, die reeds menige
drinkwalerpomp in liet duin
brak water deed opzuigen,
zodat de dorstige mens de
vlucht moest nemen.
HOLLANDS POLEIALAND
X zoL>Tw*rei» - .NS; -
ZyZ'' YI
I ONDCORuATCNDE L»6tH
Fig 1 SC HE MAT 1SCH HyDROL-OGISCH PROFIEL DOOR HOLLADID.
Fig 2. LEMGTE PROF IEL DOOR
(EN ONZER GROTE RIVIEREN NA
BIJ DE KUST
OPEN
WATER
MOEILIJK DOORLATENDE
ALLUVIALE LAGEN (»!»-
ILINP1 PIKT»
"T™™V
ONDOORLAT(NDE TER
TIAIRE LAGEN, (T«R DE
LF RICLft IR DILUVIUM J
Fig. 4.
SOO* AOO m'. DOORLATENDE
DILUVIALE ZANOEN
OlEPE KWEL IN EEN POLDER
De strijd tegen het zout is op boven
staande tekeningenreeks uitgebeeld.
Figuur 1 geeft de opdringende Noordzee
weer, die onder het duin doorkruipt,
maar deels gestuit wordt door een
„damwand" van zoet water De gear
ceerde lijn boven het polderland stelt
de laag veen of klei voor, die in wisse
lende dikte de cultuurgrond vertegen
woordigtTekening 2 verbeeldt het of
fensief van het zoute zeewater in de
monding der rivieren, waar een „zout-
wig" steeds dieper landinwaarts trekt.
Op figuur 3 is duidelijk gemaakt, hoever
deze zoutwaterwig de zoutwatergrens al
in de omgeving van Rotterdam heeft
teruggedrongen. Figuur 4 tenslotte toont
de kwel in de polders, waar een durende
infiltratie van brak water plaats heeft.
Het open ivater levert zout water, het
oude land zoet water.
tijd ervan werd verdacht
spijkers op laag water te zoe
ken?
Wij zullen hem nog even
volgen in zijn ideeën over
Zeeland en de benedenrivie
ren. Hoe nu de Zeeusche
en Maesstroomen tot sulc
eynde aen te tasten sijn, dat
sullen wij (om niet het hemt
over de roc of anders geseyt,
Het lijkt ccn strijd van men- om niet te veel were teevens
sen met moderne middelen - van afsluit- overhoop te halen) seggen, als de Zuyder-
dijken en Deltaplannen, maar in de Kouink- zee van de Noortsee afgescheyden en ten
lijke Bibliotheek van Den Haag berust een grooten deele lant sal sijn, so gij het dan
oude foliant, waarin het „Wiskonstlch en noch en niet en cont versinnen.Zie-
Filosofisch Bedrijf" van Hendrik Stevin is daar: het Deltaplan in allereerste conceptie!
geboekstaafd, een bedryf, waarmee deze
„heer van Alphen en Schrecvendrccht" INMIDDELS heeft Nederland in het ver-
reeds in 1667 beschreef, hoe „liet gewelt en leden niet naar Hendrik Stevin willen luis-
vergif der Noortsee uyttct Vereenigt Ne- teren. Nu móét het wel, want de opmars
dcrland te verdrijven zij, met alle brac- van het zout is te ernstig geworden. Pre-
water uyt Holland, Zeclant ende West ventieve middelen als het rechtstreekse be-
Fricslant te weren". En „ooc hoe alle noo- malen van de zoutbronnen, daar waar zij
_dig binne tot Macs en Rynwater te maecken uit de Noordzee binnenstromen, zijn in
5 en te onderhouden sij." studie, het „zoetwaterscherm" in de duinen
wordt binnenkort verstevigd door de infil
tratie met rivierwater en zo zijn er meer
middelen denkbaar.
Repressief echter is er ook al veel te
doen: het Noordzeekanaal wordt meer
malen met zoet water uit het IJselmeer
doorgespoeld en bij Schardam nabij Hoorn
wordt regelmatig zoet water binnengelaten
om de polders op peil te houden. Langs
geofysische weg wordt het zoutgehalte van
de ondergrondse zandlagen vastgesteld -
men leidt daartoe een elektrisch veld door
de diepere grondlagen en kan aan de hand
van de weerstand vaststellen, hoe hoog dit
zoutgehalte is. Op deze wijze komt de
Rijkswaterstaat er steeds duidelijker ach
ter, dat Hendrik Stevin gelijk had, dat het
Deltaplan dringende noodzaak wordt en
dat de Afsluitdijk tussen Den Oever en
Zurich een bijzonder rendabele geldbeleg
ging is. Waterstaatsingenieurs dragen hun
kennis en adviezen uit over Japan, Portu
gal en India en het zout, de erfvijand van
alle lage landen, die een wat obscuur geo
logisch verleden hebben en daar hun zoute
ondergrond aan wijten, wordt aldus met
man, macht en veel geld bestreden.
De uitgave van het „Critisch Bulletin",
maandblad voor letterkundige critiek, zal
deze maand met bet afsluiten van de lo
pende jaargang worden gestaakt. In 1930
werd het tijdschrift opgericht door Antho-
nie Donker. Na de oorlog maakten R. Blij-
stra, Karei Jonckheere, N. P. van Wijk
Louw en Paul Rodenko deel uit van de re
dactie. Tijdens de oorlog werd het „Cri
tisch Bulletin" door de Duitsers verladen.
Overal in ons land vindt u, (vaak op
borden langs de wegen) een zeer bekend
advies. NNu was ergens zo'n bord met
losse, ingeschoven letters omgewaaid, en
alle letters lagen door elkaar. De man, die
dit weer herstellen moest, wist er geen
raad mee, zodat hij ongeduldig werd en
er tenslotte maar van maakte:
E „Vrolijke engelse bochelaren"
Dit was niet de bedoeling. Hoe had hij het
dan wél moeten doen?
Om in aanmerking te komen voor een
van de drie geldprijzen ad f 7,50, f 5 en
f 2,50, dient men uiterlijk dinsdag 17 uur
de oplossing in te zenden aan een van onze
bureaus in Haarlem, Grote Houtstraat 93
en Soendaplein; in IJmuiden: Lange
Nieuwstraat 427.
De invulling van ons vorig diagram
heeft heel wat lezers als geboren puzzel
fabrikanten doen kennen. Het hoogste
aantal bloemen-, planten- en bomen-
namen, dat bereikt werd, was 15. Drie in
zenders haalden dit aantal en wij hebben
de drie prijzen bij loting aan hen toege
wezen. Fl. 7,50: J. H. Bosker, Westerhout-
straat 7, Haarlem. Fl. 5,W. P. J. Ente,
v. Nesstraat 39, Haarlem. Fl. 2,50: J.
Fortgcns, Jansweg 6, Haarlem.
Een Italiaanse uitvinder heeft meege
deeld, dat hij een grammofoonplaat heeft
uitgevonden, die niet alleen muziek ten ge
hore brengt, doch bovendien de uitvoeren
den te zien geeft, en dat alles met een
speciale draaitafel en een gewoon tv-toe-
stel. De uitvinder, Antonio Bubbiani, is een
29-jarige boekhouder. Zijn grammofoon
plaat heeft twee „groeven" naast elkaar,
al zijn het meer beeldstroken, zij het van
minimale breedte: de ene is een gewone
geluidsgroef, de tweede is een groei van
een honderdste millimeter breedte, waarop
het beeld is gefotografeerd. Terwijl nu de
plaat met grote snelheid (3.000 omwente
lingen per minuut) draait, tast een foto-
elektrische cel beide groeven af. Terwijl
het geluid door de verstex-ker en luidspi-e-
ker ten gehore gebi-acht wordt, gaan de
impulsen van de beelgi'oef naar het beeld
scherm. Bubbiani zegt, dat de fabi-icage
van dergelijke grammofoonplaten zeer
goedkoop kan zijn, en dat een plaat van
dei'tig centimeter niet meer dan negen gul
den hoeft te kosten. De di'aaitafel die nodig
is, zou ongeveer driehonderd gulden kos
ten. Het systeem is volgens de uitvinder
nog niet volmaakt, want op het ogenblik
is de maximale speelduur drie minuten.