LEXMGTON „Zonder voorbehoud en naar waarheid" V. "N Er -moeten normen komen voor de grootte van landbouwbedrijven Hongaren in ons land herdachten de vrijheidsstrijd van 1848 '"Hoe is het ontstaan?^ 10% KORTING Argumenten Kleine bedrijven zijn sociaal-economisch niet meer verantwoord Nederlandse gevallenen van het verzet geëerd ZATERDAG 16 MAAKT 1957 3 Van dag tot dag Minister Mansholt in Tweede Kamer: Rechtsbijstand aan minvermogenden Minister wil advocaten hiervoor honoreren Parlementair commentaar Vriendschap met roofdieren In Zuid-Limbin „Achilles" vlotgetrokken maar gekapseisd Eén dode bij onfortuinlijke berging Periodieke uitkeringen SOp de f CPraatétoel HAARLEMS MATRASSENHUIS Kerkelijk Nieuws Post van neergestorte Viscount verloren Dit woord: NIKKEL Dat de invoering van een maximumsnel heid geen onverdeelde instemming zou ont moeten bij de verschillende, bij het verkeer betrokken groeperingen in den lande, stond wel bij voorbaat vast. Het streven tot be veiliging van de verkeerswegen is vrijwel algemeen, doch men kan het moeilijk eens worden over de beste manier waarop dat zal moeten gebeuren. liet vraagstuk heeft vele facetten, waarbij grote belangen in het geding zijn. Er zijn daarbij verschillend gerichte belangen te onderscheiden, wat blijkt uit de mening van een aantal Ka mers van Koophandel, die tegen de maxi mumsnelheid ageren omdat het autover voer eronder zou lijden. De ANWB heeft een andere overweging, namelijk dat een maximumsnelheid van 50 km per uur de automobilisten zou aan sporen overal en altijd die 50 km te halen, zodat verkeersaders, die deze snelheid niet gedogen, nog gevaarlijker zouden worden. Voor dit laatste argument is iets te zeggen. Een aanvullend voorstel om de plaatse lijke autoriteiten bevoegdheid te geven na gelang de lokale omstandigheden plaatse lijk een maximumsnelheid voor te schrij ven, lijkt redelijker. Het argument van de Kamers van Koop handel doet niet prettig aan. Het auto- vrachtvervoer moet inderdaad zo efficiënt mogelijk zijn, maar ook bij die efficiency staat de veiligheidsfactor voorop. Kans op ongelukken is er altijd, maar de opvoering van die kans ten bate van de commerciële belangen zou een ontoelaatbare verwaarlo zing van essentiële, niet-commerciële, na melijk levensbelangen betekenen. Bovendien is het vrachtvervoer er niet bij gebaat, wanneer de onveiligheid wordt verhoogd. Want een ongeval houdt meer op dan een matige snelheid! Het discutabel onderwerp der maximum snelheid is met deze opmerkingen aller minst uitputtend behandeld en evenmin is daardoor een redelijk argument voor handhaving van de bestaande toestand ge leverd. De minister zal echter alle facto ren in het oog moeten houden, wanneer hij tot een aanvaardbare conclusie wil komen. En het met grote sprongen toenemende le vensgevaar zal daarbij toch in de eerste plaats richtsnoer moeten zijn. De minister van Justitie, prof. Samkal- den, is voornemens de wettelijke regeling voor de rechtsbijstand aan min- en onver- mogenden ingrijpend te wijzigen. Hij wil inschakeling van alle advocaten bij de hulp aan toegevoegde cliënten en deze rechts kundige bijstand, die tot dusverre pro deo werd verleend, ook honoreren. Het zal wegens de huidige financiële situatie niet mogelijk zijn meer dan 50 per zaak aan toegevoegde raadslieden te vergoeden. De minister is zich ervan bewust, dat dit bedrag in de meeste gevallen een onvol doende vergoeding zal zijn. Hij meent ech ter dat een dergelijke vergoeding te ver kiezen is boven handhaving van het be staande stelsel van werken zonder hono rering. Hij wil het voorgestelde bedrag niet in de wet vastleggen, maar bij algemene maatregel van bestuur bepalen. De bepaling, dat rechtsbijstand alleen kan worden verleend door advocaten, die drie jaar practijk hebben, wil de minister laten vervallen. De minister meent dat in een stelsel, waarbij alle advocaten zijn ingeschakeld, de huidige bureaus van consultatie, die die nen voor advisering en zo nodig distributie van zaken over de advocaten, kunnen worden gehandhaafd in de vorm en met ongeveer dezelfde taak die zij thans heb ben. (Van onze Kamerverslaggever De structuur van de Nederlandse land bouw is gebaseerd op het kleine bedrijf, een gevolg van de dichte bevolking en de afzetmogelijkheden in de omgeving. Die structuur brengt mee dat de Nederlandse landbouw wordt uitgeoefend door zelfstan dige ondernemers. In de Tweede Kamer verklaarde gisteren minister Mansholt dat de overheid de omstandigheden moet scheppen, waardoor de boer als zelfstandige ondernemer kan blijven werken. Dat is slechts mogelijk, als er een redelijke wel vaart heerst op de bedrijven. De overheid moet omstandigheden bevorderen waardoor de landbouw zich kan ontwikkelen. Dit doel kan men nastreven door midde len, die globaal werken en de ondernemer zoveel mogelijk vrijlaten, maar er zijn ook middelen die op een bepaald doel worden gericht. Die laatste middelen noemt men veelal socialistisch. Dat vond minister Mansholt echter onjuist, omdat het geen zaak is van principes, maar van doeltref fendheid. Naast globale middelen als voor lichting en prijspolitiek kent men reeds sedert lang het middel van de ruilverkave ling, dat diep ingrijpt, ook wel in het per soonlijke eigendom. Men kent ook de kwa liteitsvoorschriften, waarbij bepaalde kwa liteiten niet voor export worden toegelaten. De gerichte maatregelen bestaan dus reeds. Voor een doelbewust landbouwbeleid zullen volgens minister Mansholt echter beide middelen nodig zijn. Over het alge meen wilde minister Mansholt ermee ak koord gaan dat niets mag worden nage laten op het gebied van de globale maat regelen, maar zodra blijkt dat er gevaar ontstaat dat die maatregelen niet voldoende zijn of het bereiken van het doel onzeker maken, dan moet men ook zoeken naar andere methoden. Er zullen normen moeten worden gevon den voor de meest gewenste bedrijfsgroot- te. Dat betekent niet dat er moet worden gestreefd naar uitsluitend grote bedrijven. Het beleid moet echter wel gericht zijn op een zodanige grootte van de bedrijven dat zij sociaal-economisch verantwoord zijn. De industrialisatie werkt er thans toe mee dat kleine bedrijven niet meer aanlokkelijk zijn. Het garantieprijsbeleid zou volgens mi nister Mansholt geen zin hebben indien het niet tevens de mogelijkheid inhield van een (Van onze parlementaire redacteur) Toen minister Mansholt vrijdagmiddag de sprekers beantwoordde, die naar aan leiding van zijn begroting het woord had den gevoerd, was er slechts hier en daar op de Kamerbanken een afgevaardigde te ontdekken. Op het ogenblik is een gezel schap parlementariërs op weg naar de West en ook zijn er enige door bespre kingen elders in het buitenland afwezig. Terloops zinspeelde de minister dan ook even op het feit, dat de zaal om in agra rische termen te spreken zo dun be zaaid was, toen hij het er over had, dat de „algemene politicus" kennelijk de land bouwvraagstukken bijzonder moeilijk vindt en gcdacntenwisseling daarover maar liever aan landbouwdeskundigen overlaat. „Dat blijkt ook nu weer, want er zijn maar heel weinig algemeen-poli tieke voormannen aanwezig" merkte mi nister Mansholt op, hetgeen nog zeer hof felijk gezegd was. Maar hij verkeerde blijkbaar in een nogal vreedzame stem ming. Het leek er zelfs even op, alsof hij zijn politieke tegenstanders, de liberalen, aangenaam wilde stemmen. Hij merkte namelijk op dat ten onzent het landbouw bedrijf wordt uitgeoefend door zelfstan dige ondernemers, dat zulks ook zo zal moeten blijven en dat voor hen de arbeid slechts mogelijk is bij redelijke welvaart in eigen bedrijf, waar zij „in zo groot mo gelijke vrijheid" moeten kunnen werken. De overheid heeft tot taak hen hierbij te helpen. De minister wilde echter verder vooral geen politieke stokpaardjes van stal halen. Van „Prinzipienreiterei" moest hij ook niets hebben bij de beoordeling van de maatregelen die nodig zijn en straks verder zullen zijn, opdat de landbouw zich zo goed mogelijk zal kunnen ontwikkelen. Die maatregelen zou men op hun eigen waarde en verdiensten hebben te beoor delen, los dus van principiële vooroor delen. Het klonk allemaal buitengewoon vrien delijk en tegemoetkomend. Of het zo steeds zal blijven, is een geheel andere kwestie. Intussen bleek de minister er ze ker niet op uit te zijn de tegenstellingen toe te spitsen. ADVERTENTIE Met zo'n grenzeloze liefde en geduld werkte de dompteur Sawade, dat hij in Vonden zelfs werd benoemd tot erelid van de Dierenbescherming. De levensloop van beroemde dierentemmers en andere circusfiguren kunt u lezen in het circusboek „De bonte droom van het Circus", waaruit de hier afgedrukte foto is overgenomen. U kunt dit album voor slechts f 2,50 kopen bij uw roomboter- leverancier of bestellen bij het Kantoor ,,Roomboteralbum", Postbus 1,7, Den Haag. De plaatjes ontvangt u gratis voor de rijksbotermerken. Op elk pakje roomboter treft u er een aan. Neem een pakje extra voor de zondag l structuurverbetering. Die verwachting is de rechtvaardiging van de steun aan de land bouw omdat daardoor de mogelijkheid be staat dat op den duur de steun overbodig wordt. Het stellen van vestigingseisen voor de landbouw vond minister Mansholt niet on redelijk. Naar zijn mening zullen zeker eisen mogen worden gesteld aan de per soon van de landbouwer, vooral omdat de grond in ons land zo kostbaar is en mil joenen worden besteed om het grondbezit uit te breiden. Op zichzelf zou minister Mansholt er geen bezwaar tegen hebben melk met een vetgehalte van 3,5 percent beschikbaar te stellen. Het ligt trouwens in de bedoeling dit op den duur te doen, maar op het ogenblik kwam het hem ongewenst voor. De volksgezondheid noopt er niet toe. De volle melk zou bovendien 6 a 7 cent per liter duurder zijn. Sedert januari is 8000 ton koelhuisboter in het binnenland geruimd en 6500 ton naar het buitenland verkocht. Indien die hoeveelheid van 6500 ton ook in het bin nenland had moeten worden afgezet, zou de prijs nog verder zijn gezakt. Door de export is de opbrengst groter geweest. Op een proefbedrijf wil minister Mans holt laten onderzoeken of een 48-urige werkweek mogelijk is in het veehouderij bedrijf. Dinsdag zet de minister zijn rede voort. ADVERTENTIE from America's Best Tobaccos STEEDS FAVORIET! De honderden Hongaarse vluchtelingen, die thans in ons land zijn opgenomen, hebben vrijdag de Hongaarse opstand van 1848 herdacht. In de Dierentuin in Den Haag kwamen de Hongaren uit Den Haag, Rotterdam, Utrecht, Dordrecht, Delft en Leiden bijeen. Een vijftiental leden van het voormalig Nederlands verzet woonde de bijeenkomst bij, die geopend werd met het zingen van het Hongaarse volkslied, waarna een ge vluchte Hongaarse journalist een kort ope ningswoord sprak. De heer J. Drop, vice-voorzitter van het district Den Haag van de Nationale Fede ratieve Raad van het Voormalig Vei'zet in ons land, hield vervolgens een toespraak. „Het doet ons goed, aldus de heer Drop, dat gij ook de Nederlandse gevallenen van het verzet wilt gedenken op de Waalsdor per vlakte, waar zovele Nederlandse ver zetsstrijders voor het fascistische vuurpelo ton vielen. Dat gij op uw herdenkingsdag bij onze gevallenen komt, vervult ons met grote ontroering. Gelooft ons, Hongaren", zo besloot de heer Drop, „Hongarije zal herrijzen. Wanhoopt niet, er is een God die leeft." Zijn toespraak werd vervolgens in het Hongaars vertaald. De Hongaren gingen ver volgens per autobus naar de Waalsdorper vlakte. Daar werd een krans van lelies, seringen en tulpen neergelegd bij het gedenkteken op de fusilladeplaats. Aan de krans waren een lint in de Hongaarse en een lint in de Nederlandse kleuren bevestigd. Na afloop van deze plechtigheid reden de Hongaren naar het Plein, waar een pe titie in het ministerie van Buitenlandse Zaken werd aangeboden, ter doorzending aan de Verenigde Naties. In de petitie wordt aan de Verenigde Na ties dringend gevraagd de Hongaarse zaak weer op de agenda te plaatsen, de Sovjet- Unie te verplichten uit Hongarije terug te trekken, de tegenwoordige communistische Hongaarse regering te verplichten de com missie van waarnemers der Verenigde Na ties te ontvangen, de interneringskampen op te heffen en de deportaties stop te zet ten. Voorts wordt gevraagd de Hongaarse communistische regering te verplichten de eisen na te komen, neergelegd in het Hand vest en in de resoluties van de Verenigde Naties. De 250 Hongaarse vluchtelingen, die in afwachting van hun vertrek naar Canada in Valkenburg verblijven, trokken in een stille stoet door de straten van het stadje en defileerden voor de burgemeester. De stoet werd geopend door een vaandeldra ger met de Hongaarse vlag. Daarna volg den drie kinderen in Hongaarse kleder dracht. Zij droegen een grote bloemen krans. Achter de kinderen werd de vlag van de opstand gedragen: de nationale driekleur, waaruit het communistische em bleem is verwijderd. Deze vlag wapperde in de novemberdagen boven de Kilian- kazerne te Boedapest. Zij werd door de Hongaren geschonken aan de Maastrichtse Kegelbond, die tijdens de hulpactie 8.000 voedselpakketten aan de Oostenrijkse vluchtelingenkampen afleverde. Bij het gedenkteken op de Cauberg, op gericht voor de gevallen verzetsstrijders uit de tweede wereldoorlog, werd het Hon gaarse volkslied gezongen. Na enkele mi nuten stilte werd de krans bij het monu ment neergelegd. Des middags gingen de Hongaren naar het geallieerde kerkhof te Margraten, waar een krans werd gelegd. Des avonds werd in Valkenburg een herdenkingsbijeenkomst gehouden. Ook in Sittard werd de Hongaarse vrij heidsstrijd uit 1848 herdacht. Er werden godsdienstoefeningen gehouden in de her vormde en de katholieke kerk. Daarna ging een stoet naar het kerkhof, waar de nage dachtenis van gevallen Nederlandse sol daten werd geëerd. Kalanosz Lajos droeg het gedicht „Op roep" van Petoefi, de Hongaarse vrijheids held voor. De Hongaarse vluchtelingen in ons land hebben gisteren de Hongaarse opstand van 1848 herdacht. Zij eerden de Nederlanders die in het verzet zijn gevallen dpor een kranslegging op de fusilladeplaats op de Waalsdorper- vlakte bij Den Haag. Leden van het voormalig Nederlands verzet hadden de wacht betrokken bij de graven. De Belgische sleepboot „Scaldis" heeft vannacht omstreeks kwart voor een, nog een uur voor hoog water, de Duitse kust vaarder „Achilles" vlotgetrokken, die in de nacht van woensdag op donderdag in dikke mist op de Westkappelse Zeedijk was vast gelopen. Het schip, dat op weg was naar Antwer pen, zou naar Vlissingen worden gesleept, waar het in het dok zou gaan, maar er deden zich onderweg ongelukken voor: op enige afstand uit de kust maakte de Duit ser plotseling slagzij, vermoedelijk tenge volge van een lek. De „Scaldis" moest loslaten en het zo juist geredde scheepje kwam met zijn negen opvarenden in een hachelijke positie, samen met vijf leden van de bergingsfirma L. Smit en Co. Het bergingsvaartuig „Dolfijn" bereikte het zinkende schip echter wel, maar toen een der personeelsleden van de fa. Smit, de heer Herbes wilde overstappen, kwam hij in het water terecht en verdronk. Zijn stof felijk overschot is hedenmorgen aange spoeld. De reddingboot „President Jan Wierds- ma" kon niet bij de „Achilles" komen, dat zou te gevaarlijk voor de reddingboot worden. Van het reddingstation Westkapelle heeft men met een wippertoestel acht mensen van de romp gehaald. Zij zijn In West kapelle aangekomen. (Van onze belastingmedewerker) Zoals we aan het einde van ons vorige artikel zeiden, staan we thans voor de periodieke uitkeringen. Het aangiftebiljet spreekt van „andere periodieke inkomsten". Waarom dat woord „andere" er bijkomt vermeldden we reeds. De meeste periodieke uitkeringen zijn n.l. voor de inkomsten belasting inkomen uit roerend kapitaal. Van de onder vraag 14 van het A-biljet en vraag 20 van het B-biljet bedoelde perio dieke uitkeringen kennen de wettelijke voorschriften eigenlijk geen andere catego- riën dan de drie in het biljet genoemde. Het zijn echtscheidingsuitkeringen, uit keringen van de overheid, die niet als loon moeten aangegeven worden en tenslotte de uitkeringen van familiestichtingen e.d. Wat echtscheidingsuitkeringen zijn be hoeven we niet te vertellen. Het woord spreekt voor zichzelf. Als uitkeringen van de overheid noemt het biljet invaliditeits- en ouderdomsuit- keringen, studiebeurzen welke niet behoe ven te worden terugbetaald. Alleen over deze studiebeur zen een enkel woord. Studie beurzen, die perio dieke uitkeringen geven, doch wel door de belastingplichtige moeten worden terugbetaald, behoeven niet te worden aan gegeven. Het zijn geldleningen waarvan zowel de uitlening als de terugbetaling ge heel buiten de inkomstenbelasting om gaan. Het betreft hier alleen studiebeurzen, die de belastingplichtige zelf ontvangt en niet behoeft terug te betalen. Over een studie beurs, die het studerende kind zelf ont vangt, spreken we hier onder nog wel. De uitkeringen van familiestichtingen zijn alleen zulke, waarop geen recht be staat. Is de stichting tot de uitkering ver plicht, dan hebben we weer te doen met opbrengst van roerend kapitaal. Tot zover de „andere periodieke uit keringen". Onder vraag 15 van het A- biljet en vraag 21 van het B-biljet vindt de aangever gelegenheid op te geven zijn aan deel in de opbrengst van een onverdeelde boedel, waartoe hij gerechtigd mocht zijn. Hiertoe behoren niet alleen de inkomsten uit een boedel, waarvan de deelhebbers zijn overeengekomen hem onverdeeld te laten, maar ook de inkomsten die komen uit een boedel, die nog niet afgewikkeld is. In de tijd tussen het openvallen van een boedel en de verdeling kunnen coupons vervallen, huren geïnd worden enz. Veelal komen zulke inkomsten voorlopig onder het be heer van een notaris, maar ze vormen voor de deelhebbers aan de boedel niettemin belastbaar inkomen, ieder voor zijn deel. De notaris ontvangt de dividenden, renten en huren immers namens de deelgerechtig- den tot de boedel. Nu maken we een kleine sprong en zien eerst naar vraag 18 van het A-biljet en vraag 24 van het B-biljet. Daar gaat het over inkomen van kinderen, dat bij het inkomen van de aangever geteld moet wor den. Bijgeteld moet worden het inkomen van kinderen, voor wie recht op kinder aftrek bestaat, behalve voor zover dit in komen loon of salaris is. Het bij te tellen inkomen moet het eigen inkomen van de kinderen zijn. Inkomen, dat de aangever geniet krachtens wettelijk vruchtgenot, moet als zijn eigen inkomen worden aar^fc gegeven. Heeft, om ten slotte nog op dit onderwerp terug te komen, een studerend kind uit keringen uit een studiebeurs, die hij niet behoeft terug te betalen, dan zijn die uit keringen inkomen voor hem. Is het kind meerderjarig, dan behoeft de vader de uit keringen niet aan te geven, als zij zo groot zijn, dat de aanspraak op kinderaftrek ver loren gaat. Is het kind minderjarig, zodat de ouder het wettelijk vruchtgenot heeft, dan zijn de uitkeringen eigen inkomen van hem, maar blijft dus de kinderaftrek on aangetast, omdat immers het kind geen eigen inkomen heeft. (Zie voor kinderaftrek deze rubriek in ons blad van 23 en 27 februari j.l.) 1 Een vader Het was een enigszins verknipte, maar niet onvriendelijke man, die me met een verraste uitroep staande hield. Hij gaf zichzelf een krachtige dreun tegen het voorhoofd en zeide: „Ik denk eerst nog bij m'n eigen, ik denk is-tie het nou, denk ik, want ik kon je niet meteen thuisbrengen, maar. nou zie ik toch dat je het ben". Hij stak mij gul de hand toe en ik druk te die hartelijk, want ik vond het echt wel een zindelijke figuur. Maar ik wist niet wie hij was, hetgeen ik hem omzichtig mededeelde. Hij verklaarde ronduit Stavenuiter te heten - je weet wel, de vader van Nel. „Ik ken Nel ook niet", zei ik, maar daar moest hij eerst hartelijk om lachen, doch toen begon er iets verwijtends in zijn blik boven te drijven „Dat is nou niet aardig", meende hij. „Dat het afgegaan is tussen jullie, alla, dat heeft me waarachtig gespeten en ik zal ook niet ontkennen, dat de schuld groten deels bij Nel l'ag, hoewel nou ook weer niet helemaal, maar goed, dat is toch geen reden om mekaar nou niet meer te willen kennen!" „Een misverstand"riep ik. „U ziet me werkelijk voor iemand anders aan". Hij weifelde en sloot peinzend het lin keroog, tenoijl hij me door de wimpers van het half dichtgeknepen rechteroog schat tend bekeek. Het ken", zei hij vervolgens. „Ik dacht ook eerst nog bij m'n eigen, ik dacht is-tie het nou of is-tie het niet, want ik kon je niet meteen thuisbrengen. Nou, neem me dan niet kwalijk, maar je lijkt sprekend op de vroegere galant van mijn dochter Nel. Hij was sigarenmaker. Hij werkte voor z'n eigen. Hij rees ook zelf met zijn sigaren. Een treurig geval eigenlijk. Nel schijnt een keertje m.et een ander uit ge weest te zijn, wat natuurlijk geen pas geeft, en hij heeft ze gesnapt. Hoe gaat dat. Ik geloof niet, dat er verder wat achter stak, maar ja, het ene woord haalde het andere uit en zodoende. Ben u ook in het sigaren- vak?" „Nee", zei ik. „O. het kon roezen, omdat u ook dat bleke wel hebt. Ben u getrouwd of verloofd? Ik vraag het, omdat u wel een net persoon lijkt en als u toch vrije jongen ben, dan zou ik zeggen kom es aan. Misschien kon het wat worden tussen u en Nel, vooral omdat Nel toch toevallig weer vrij meisje is en u ook in het sigarenvak benWant dat is toch wel toevallig. Affijn, ik woon daar aan de overkant, boven de slager. Stavenuiter, twee maal bellen. Mocht u nog van gedachten veranderen, altijd wel kom. En dat zeg ik waarachtig niet om- het vrije roken, hoewel de kosten voor jullie natuurlijk veel lager leggen. Nou, tot ziens, zal ik dan maar zeggen". Hij reikte mij warm de hand. Aan de overkant wees hij nog eens op zijn huis deur. En hij stak twee vingers omhoog. Jac. van der Ster ADVERTENTIE VOORSEIZOEN-SCHOONMAAK Laat reeds NU uw MATRASSEN REPAREREN, bijvullen of overtrekken. Slechts korte tijd geven wij H. DE GRAAFF GROTE HOUTSTRAAT 103 TEL. 11485 Geref. kerken art. 31 K.O. Beroepen te Uithuizen J. Strating, kand. te 's-Gravenhage. Aangenomen naar Nieuwer-Amstel B. J. F. Schoep, kand. te 's-Gravenhage, die be dankte voor Drogeham, Garrelsweer-Ap- pingedam en voor Pernis. Ned. Herv. Kerk Beroepen te Zaamslag (toez.) J. G. van Ieperen te Wemeldinge. Bedankt voor Waarder J. C. Stelwagen te Hillegersberg. Geref. Kerken Beroepen te Zwolle (vac. G. Lugtigheid) H. van Benthem te Wieringerwerf. Aangenomen naar Vries C. W. de Bruij- ne, kand. te Zaandam. Chr. Geref. Kerken Beroepen te Nieuwpoort E. Venema te Maassluis. Geref. Gemeenten Tweetal te Veenendaal H. van Gilst te Dirksland en K. de Gier te 's-Gravenhage. Evang. Luth. Kerk Beroepen te Nijmegen A. Steinhart, kand. en hulpprediker te Haarlem. Het donderdag bij Manchester neerge storte Engelse Viscount-lijnvliegtuig had Nederlandse post aan boord voor Midden- Engeland en Ierland. Deze post, welke als verloren moet worden beschouwd, werd in de late avond van woensdag en op donderdagmorgen vroeg hier te lande ge post. Het metaal, dat men nikkel noemt, dankt zijn naam aan de mineraloog Cronstedt, die het ontdekte. Hjj ont leende die aan het reeds bestaande woord Kupfernickel, de naam die Duitse mijnwerkers gaven aan erts waaruit men vergeefs trachtte koper te winnen. Dat dit niet gelukte, schreven zij toe aan een boze geest, die zij Nickel noemden. In het Nederlands komt nikker voor in de betekenis: watergeest, duivel. Precies dezelfde verwantschap is er tussen het metaal kobalt en het woord kobold: spook, gedrocht. De mijnwerkers ge loofden n.l. ook dat de kobolds het zil- I ver stalen en daarvoor een minderwaar dig metaal in de plaats stelden.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1957 | | pagina 5