Weer U tegen het weer! Verhoog Uw weerstand! Defensieproblemen besproken in de Eerste Kamer Van dag tot dag Afrekenen rHoe is het ontstaan WOENSDAG 20 MAART 1957 3 Heringa Wathrich BLIKSEMAFLEIDERS Merkwaardig antwoord van Brits minister Cairo wil Palestijns leger terugsturen naar Gaza Washington wil UNO-leger niet in Gaza handhaven Scheuring in de Franse radicale partij vergroot *1$ jo St m Hammarskjoeld voor 10 dagen naar het Nabije Oosten UNO-leger blijft in Gaza zolang akkoord duurt /rOp ds raatótoel Strategische plannen in de tweede wereldoorlog Onthullingen van Britse historicus Butler Dit woord: BISSCHOP Er is in de loop der wereldgeschiedenis zoveel en zovaak onrecht gepleegd door het ene volk tegen het andere, dat een afreke ning zo die organisatorisch mogelijk ware een beschamende balans te zien zou geven waarbij noch een grens tussen goeden en slechten, noch een daarop afge stemde politieke koers voor de toekomst zou kunnen worden afgelezen. Natuurlijk realiseert men zich dit niet op een bepaald tijdstip, wanneer men zelf slachtoffer is van vreemde terreur. Dan komt de zucht naar vergelding en wraak de boventoon voeren en op dat moment stippelt men voor zichzelf een koers uit, die voor een groot deel door de idee van „oog om oog" wordt bepaald. Op deze wijze is de wereldpolitiek geladen met repre sailles en rancunes, die op hun beurt nieu we argumenten tot terreur en onrecht kweken. Wat in vroeger jaren geschiedde 'aan wraakroepende misdragingen op bepaalde tonelen van politieke en militaire verwik kelingen, is niet altijd in volle omvang tot de openbare bekendheid geraakt. En zeker niet tot de kennis dergenen, die zelf be hoorden tot de categorie der bedrijvers. Wat Duitsers in de Tweede Wereld oorlog misdeden, heeft echter tengevolge van contact- en publikatiemiddelen des tijds een algemene bekendheid, ook in Duitsland zelf, verworven. Diverse media werkten daartoe mede: de film, de foto, de radio, het boek, het toneelstuk. Anne Frank, bijvoorbeeld, is door deze verbreidingsmogelijkheden tot een wereldbekend symbool van Duitslands slachtoffers geworden. Het kwaad was zo groot dat niemand het ontkennen kan. Ook in Duitsland niet, waar de ge schiedenis van Anne Frank veler ogen heeft geopend zo dat nog nodig ware. De reactie op een dergelijke onweerspre kelijke getuigenis tekent de karakters. Het is volkomen te begrijpen, dat sommige Duitsers de omvang en de ernst van de Duitse misdaad blijven loochenen en goed praten. Dat tekent hun karakter. Doch even begrijpelijk is het, dat anderen in dat land tot een beschaamde bekentenis komen en opmerkelijk genoeg vindt men deze eerlijke karakters vooral bij de Duit se jeugd, die de laatste oorlog slechts bij overlevering kent. In die overlevering speelt het dagboek van Anne Frank, teza men met andere onloochenbare getuigenis sen, een grote rol; vooral ook, omdat Anne Frank zelf tot de jeugd behoorde een jeugd die onderging in een met rancunes en represailles geladen tijd. In Bergen-Belsen, bij het graf van Anne Frank, hebben dezer dagen Duitse jonge ren elkander de hand gedrukt. Nazi's zou den hebben vastgesteld, dat het arische en Joodse Duitsers waren, die hier zonder rancunes vriendschap sloten. „Week der Broederschap" heette de periode, waarin deze pelgrimstocht van enkele duizenden jongelieden uit Hamburg plaats had. „Je bent niet tevergeefs gestorven", zei een jonge Duitser boven het graf, waarin 30.000 slachtoffers der nazi's rusten. De Hamburgse jongeren hebben blijk baar geen gevoel voor het boekhoudkundig kloppen der boeken. Zij willen de reke ning-courant der wereldgeschiedenis een voudig verscheuren en opnieuw beginnen, zonder nauwkeurige optekening van zon den en schuld, doch met vertrouwen in iets wat nooit een beslissende rol heeft mo gen spelen bij de vraag, hoe een beleid en hoe een politiek moest worden gericht: het goede in de mens. Wellicht is dat voor de wereldgeschiede nis de enige boekhouding, die een uitweg belooft. ADVERTENTIE Haarlem LONDEN (UP) De Engelse minister van Bevoorrading, Aubrey Jones, heeft in antwoord op vragen van de Labour-afge- vaardigde Philip Noel-Baker in het Lager huis verklaard, dat Engeland werkt aan de vervaardiging van een atoombom, waarvan de ontploffingen niet door de Russen kunnen worden waargenomen. Minister Jones weigerde te zeggen hoe veel atoombommen deze lente gedurende de proefnemingen in de Stille Oceaan tot ontDloffing zullen worden gebracht. Hij sprak slechts over „een beperkt aantal". Naar aanleiding hiervan vroeg Noel-Ba- ker: „Aangezien alle landen, die in het be zit zijn van atoomwapens onmiddellijk kunnen constateren, wanneer wij een atoomwapen tot ontploffing brengen, waarom weigert de minister dan derge lijke inlichtingen?" De minister antwoordde hierop: „Het be antwoorden van deze vraag zou neerkomen op het vergroten van de kennis van de vij and, wat ik niet in 's lands belang acht". Tot dusver waren er geen aanwijzingen, dat Engeland een „techniek" zou hebben gevonden, volgens welke atoomontploffin gen onopgemerkt door andere mogendhe den kunnen geschieden. Nog slechts een week geleden werd van Amerikaanse zijde gemeld, dat 36 uur voordien in de Sovjet-Unie een kernex plosie had plaats gehad. Van de zijde van het Engelse ministerie van Bevoorrading werd elk commentaar op deze interpretatie van de opmerking yan minister Jones geweigerd. CAïRO/WASHINGTON (AFP/Reuter) In Caïro verluidt, dat in Egypte voorberei dingen worden getroffen voor terugkeer van het „Palestijnse leger" naar het gebied van Gaza. Dit zou een onderdeel zijn van het Egyptische program om in de strook van Gaza de oude toestand te herstellen, zo meldt de correspondent van Belga. Met het overnemen van het gebied door het Palestijnse leger zou evenwel gewacht wor den tot de besprekingen van president Nasser met Hammarskjoeld achter de rug zijn, om te voorkomen dat de secretaris generaal van de UNO in een netelige po sitie zou komen. Het Palestijnse leger werd in 1956 op gericht. Het is een symbolische strijdmacht van duizend Palestijnse vluchtelingen, die met lichte wapens zijn uitgerust en die on der bevel van het Egyptische leger staan. Toen de Israëlische aanval in oktober be gon, trok dit leger naar Caïro. Abba Eban, de Israëlische ambassadeur in Washington, heeft na een gesprek met de Amerikaanse onderminister van Buiten landse Zaken Herter, verklaard dat Israel geen nieuwe granties van de Verenigde Staten heeft gevraagd, maar wel heeft aangedrongen op uitvoering van de belof ten die de Verenigde Staten hebben ge daan. Eban liet doorschemeren, dat de Ver enigde Staten het er niet mee eens zijn, dat de Uno de verantwoordelijkheid voor het gebied van Gaza moet behouden, ook al is het maar voor een zekere tijd. Volgens' Amerikaanse ambtenaren, kan het recht van Egypte op burgerlijk bestuur over Gaza niet worden betwist. Zij achten de terugkeer van het Egyptische burger lijke bestuur in Gaza niet in strijd met Israels „onderstellingen en verwachtin gen". Vraagtekens Een UNO-woordvoerder te Caïro heeft desgevraagd verklaard niet over inlichtin gen te beschikken, dat alle UNO-troepen vandaag de steden in de strook van Gaza zullen verlaten. De Egyptische gouverneur van Gaza zou dit hebben gezegd. Volgens radio-Caïro hebben de laatste onderdelen van de UNO-politie Gaza verlaten en stel lingen ingenomen langs de grens tussen Egypte en Israel. Volgens UNO-kringen zou het UNO-leger echter nog niet alle bevoegdheden aan de Egyptische autoritei ten hebben overgedragen. Een Israëlische patrouille heeft dinsdag een vuurgevecht van een uur geleverd met Jordaniërs, zo heeft een Israëlische leger- woordvoerder in Tel Aviv bekendgemaakt. De Jordaniërs waren in het gebied van de berg Hebron, ten zuiden van Jeruzalem met vee op Israëlisch gebied gekomen. Toen de Israliërs probeerden het vee over de grens terug te drijven, openden de Jordaniërs het vuur. Er vielen geen slachtoffers. PARIJS (UP) Het besluit van de Fran se minister van Defensie de 31-jarige hoofdredacteur van het weekblad van Pierre Mendès-France,Jean-Jacques Servan- Schreiber voor een militair tribunaal te dagvaarden, heeft de scheuring in de Fran se radicale partij vergroot. Minister Bourges-Maunoury behoort tot de vleugel, die krachtige maatregelen in Algerije wenst. Servan-Schreiber daaren tegen, die zes maanden als reserve-officier in Algerije heeft doorgebracht, publiceer de in zijn weekblad „l'Express" een serie artikelen, waarin het Franse leger van willekeur en wreedheid wordt beschuldigd. Slechts de hervormingen, die P.M.F. heeft voorgesteld, zouden zijns inziens de Franse positie in Algerije kunnen redden. Hij zal nu wegens „ondermijning van de moraal van het Franse leger" worden gedagvaard. Servan-Schreiber heeft reeds aangekon digd, ondanks „deze pogingen tot intimida tie" te zullen voortgaan met publiceren. De groepering van minister Bourges- Maunoury heeft daarentegen een felle bro chure waarin de beschuldigingen worden ontkend, van de hand van P. H. Simon het licht doen zien. Aan het einde van de maand komt in Parijs een speciaal congres van de radicale partij bijeen. Men vreest, dat de geschillen tot een nieuwe breuk zullen leiden. ADVERTENTIE Eén enkele dragée Davi- tamon 10 per dag heft vitaminetekorten radicaal op. Flacons van 50, 100 en 500 dragées Y"—», iim sj-iéf* Een 10 voor gexondheid hoge vitaminewaarde 19Êm. ORG'ANON OSS NEW YORK (Reuter/AFP) Voor zijn vertrek naar het Nabije-Oosten heeft Dag Hammarskjoeld in New York verklaard, dat hij misschien ook een bezoek aan Jeru zalem zal brengen. Hij zei dat zijn bespre kingen „verkennend" zullen zijn. „De kwes ties van onmiddellijk praktisch belang zijn die inzake de verantwoordelijkheid van de UNO voor het vrijmaken van het Suez- kanaal en die aangaande voortzetting van de activiteit van het UNO-leger in de strook van Gaza", aldus Hammarskjoeld in een schriftelijke verklaring die aan de pers werd verstrekt. Hammarskjoeld verwacht over tien da gen of twee weken weer terug te zijn. Hij hoopt dat zijn besprekingen er toe zullen leiden, dat in Gaza een toestand wordt ge schapen, die voor alle partijen, en ook Israel, bevredigend is. Op de vraag van een verslaggever, hoe lang het UNO-leger in Egypte zou blijven, antwoordde Hammerskjoeld:- „Zolang er overeenstemming bestaat over de nood zaak" van de aanwezigheid der UNO-troe pen. Voor zijn vertrek heeft Hammerskjoeld de permanente UNO-vertegenwoordiger van Nederland, de heer C. W. A. Schür- mann, ontvangen. De Joegoslavische vice-president Voek- manovitsj Tempo wordt vandaag in Cairo verwacht zo verluidt in Belgrado. Hij zal een officieel bezoek van een week aan Egypte brengen en, naar verluidt, bij de Egyptische autoriteiten aandringen op ma tiging. In Oslo is bekendgemaakt, dat ook de Noorse regering bij Egypte op matiging ten aanzien van Israel heeft aangedrongen. Suggestie (AFP) De Canadese minister van Bui tenlandse Zaken Pearson, beveelt in het Amerikaanse maandblad „Foreign Affairst" de oprichting aan van een internationaal politieleger ten dienste van de UNO, dat zou moeten samenwerken met een „waak hond-commissie voor de vrede", die met werkelijke macht bekleed zou zijn om in geval van een conflict een onderzoek in te stellen. Pearson denkt niet aan een vaste strijdmacht, maar aan een „blijvend instru ment waarin gevechtseenheden van de le den-landen een zeker gezag van de UNO zouden kunnen krijgen en beschikbaar zou den zijn om op korte termijn politiële con trole-acties uit te voeren". De zes niet-vaste leden van de Veilig- Bij de behandeling van de begroting van Oorlog in de Eerste Kamer verklaarde mr. Vixseboxse (C.H.) dat Nederland thans 6 pet van zijn nationale inkomen besteedt aan de defensie. Voor Duitsland en België bedraagt het 5 pet, hetgeen hij aan de lage kant achtte voor deze landen. De Neder landse strijdmacht kan de vergelijking met die van de andere landen glansrijk door staan. De heer Vixseboxse betreurde het, dat ook bij de defensie groot gebrek bestaat aan technisch personeel. Het aantal vlieg tuigen, waarover Nederland beschikt, acht te de heer Vixseboxse wat de marine be treft, niet voldoende, vooral omdat reke ning moet worden gehouden met de over zeese rijksdelen. Bezuiniging mogelijk In zijn maidenspeech betoogde de heer De R ij k (P.v.d.A.) dat bezuinigingen bij de strijdkrachten zeer wel mogelijk zijn. Samenvoeging van luchtmacht en marine- vliegdienst zou tot de bestedingsbeperking bijdragen. Ook bestaat er aanleiding te overwegen of de geneeskundige dienst van de marine gevoegd kan worden bij die van leger en luchtmacht. Hij vroeg zich ook af of er redenen aanwezig zijn het aantal militaire attaché's uit te breiden. Zijn in Ankara en Stockholm wel Neder landse militaire attaché's nodig? Hij be pleitte inschakeling van onafhankelijke bedrijfseconomen bij het Nederlandse mili taire apparaat. De V.V.D.-senator mr. Van R i e 1 be toogde dat de omstandigheid dat een groot deel van het beroepspersoneel uitziet naar een andere betrekking bewijst, dat het minder goed gaat met onze strijdkrachten. Veel vrees bestaat op het ogenblik over een atoomoorlog en deze angst wordt dik wijls aangewakkerd met politieke oog merken. Mr. Van Riel achtte het evenwel niet uitgesloten dat Rusland op zeker ogen blik met conventionele wapens aanvalt. Hij drong er op aan deze conventionele bewapening niet te verwaarlozen. De heer A 1 g r a (A.R.) drong erop aan de civiele verdediging grondig ter hand te nemen, waarbij in het bijzonder gelet moet worden op transportproblemen en op de levensmiddelenvoorziening van de burger bevolking. Ook zal het vraagstuk van evacuaties op grote schaal bestudeerd moe ten worden. heidsraad zouden de contingenten voor dit leger moeten leveren. Pearson prijst het huidige UNO-leger als een „verbazingwek kend voorbeeld van internationale improvi satie", maar hij voegt hier aan toe: „We kunnen in gemoede geen tweede keer een dergelijk succes verwachten". Vele leden van de Nationale Reserve voelen zich teleurgesteld en verongelijkt door de afschaffing van dit instituut. De minister is hier schuldig, zei de heer Algra, wegens het ontbreken van een strak be leid in deze zaak. Prof. Diepenhorst (A.R.) was van oordeel dat bij de affaire van majoor K. teveel instanties zijn betrokken. Hij drong aan op een spoedige herziening van het militair tucht- en strafrecht. Ook mr. Sassen (K.V.P.) sprak over het militaire tucht- en strafrecht. Hij merkte op dat de exclusiviteit van de militaire rechtspraak niet te ver mag gaan. Het verheugde hem dat de minister de theorie van een „schrikdraaddefensie" met kracht van de hand heeft gewezen en eveneens de mening heeft verworpen dat een dun waarschuwingsscherm zonder enige wezenlijke afweerkracht voldoende zou zijn. De stelling van de minister, dat uit niets blijkt dat de Amerikanen voornemens zijn hun strijdkrachten in Europa te ver minderen, achtte de heer Sassen een uit lating die te ver gaat. Evenals de andere sprekers hadden gedaan vroeg hij de mi nister, mee te delen wat er nu eigenlijk over de inkrimping van de Engelse strijd krachten op het continent is besloten. De staatssecretaris voor Marine heeft na zijn terugkeer uit Amerika verklaard, dat 80 pet van de Nederlandse marine in tijd van oorlog gebruikt zal worden voor het beveiligen van de NAVO-konvöoien. Slechts 20 pet, zou dus een nationale taak toegewezen krijgen. Deze verhouding acht te mr. Sassen bedenkelijk vooral daar de vloot toch de opgave heeft de havens en de wateren die dienen voor de onontbeer lijke aanvoer van over zee te beveiligen. Teveel ambtenaren? De heer Sassen wilde niet op verlaging van de militaire uitgaven aandringen maar de beschikbare middelen moeten zo effi ciënt mogelijk worden gebruikt. Uiterste zuinigheid is gewenst en in dit opzicht vroeg mr. Sassen zich af of een aantal van 21.000 ambtenaren op het ministerie van Oorlog niet aan de hoge kant is. Voor 1957 bedraagt dit aantal zelfs 25.000. Voor ma rine zijn deze cijfers respectievelijk 8300 en 9000. De heer M a e n e n (K.V.P.) achtte de kostwinnersvergoeding onbillijk omdat zij het karakter van een ondersteuning draagt. Hij keerde zich tegen een gelijkstelling van kerkelijke vertegenwoordigers en leden van het Humanistisch Verbond bij de geeste lijke verzorging van militairen. Minister Staf zal de sprekers vandaag antwoorden. KOM OVER DE BRUG Guido Bartolini kreeg er op een goede dag genoeg van. Hij had vijfentwintig jaar van zijn werkzaam leven niets anders gedaan dan met een pontje van de ene kant van de Arno naar de andere varen. Hij was de man, die de dorpjes An- chetta en Vallina met elkaar verbond. Een druk verkeer is er niet, weinig vreemdelingen dwalen zo ver van de grote weg af, zodat Guido het met zijn boot best af kon. Het kwam maar zelden voor, dat twee auto's tegelijk naar de overkant moesten. Dan was het nodig twee tochten te ma ken, want de pont kon er slechts een tegelijk dragen. In de warme zomermaanden had Guido zijn werk met geen ander willen ruilen. Hij liet dan zijn hoofd en hals lekker bruin branden en zijn krach tige longen hadden onder het roeien wel zoveel reserve aan lucht, dat hij zijn passagiers kon onthalen op een schallen de aria. Maar 's winters wan neer het water van de Arno hoog tegen de oevers stond en de eens zo snelle stroom kwaadaardig tegen de flank van het vaartuig sloeg, kwam hij dikwijls doodop aan de andere kant. Waarom bouw den de provinciale autoriteiten hier geen brug? Een deel van de bouwkosten zou immers aan tolgelden in de schatkist terugvloeien? Hij schreef ontelbare brie ven, stak talrijke bezoeken af en liet zelfs de regering in Rome niet met rust. „Zo een voudig is het niet, signor Bar- Wanneer er in ons land bruggen moeten worden gebouwd, laten we dat in alle gerustheid over aan knappe ingenieurs van Rijkswaterstaat. Een Italiaanse veerman echter heejt een dergelijk karwei alleen opgeknapt, ten koste van zijn leven. tolini", werd hem telkens weer gezegd en men legde hem in gewikkelde berekeningen voor. Guido begreep dat niet, wilde dat niet begrijpen. En toen hij voor de zoveelste maal een negatief antwoord kreeg, be sloot hij zelf te handelen. „Guilia!" riep hij het huis in, „waar is het spaarbank boekje?" Zijn vrouw haalde het onder een stapeltje linnen goed vandaan en reikte het hem vol bange voorgevoelens over. Guido sloot zich een hele namiddag op, krabbelde aller lei papieren vol cijfers en knikte tenslotte voldaan. Het moest kunnen. Zo begon de dramatische ge schiedenis van een eenmans- bruggenbouw. Twee jaar lang stroopte Guido alle pakhuizen van metaalhandelaren in een wijde omtrek af. Hij sleepte veertig ton staal naar de Arno, kilometers draad, honderden palen, wagenladingen balken. Wat hij tweedehands op de kop kon tikken was altijd nog goed genoeg voor een brug, die wel nooit een bijzonder zware belasting zou krijgen. Hij werkte als een koppel bier brouwerspaarden: hoewel Gui lia op mooie dagen wel eens zijn plaats in de veerboot overnam, moest hij toch meest al ook nog die taak voor zijn rekening nemen. Af en toe kwamen er eens mensen uit de stad kijken. Zij hadden zijn ruwe plannen goedgekeurd, min of meer overtuigd, dat zij toch nooit zouden worden verwezenlijkt. Maar het wonder aan de Arno geschiedde: de brug groeide, week na week, maand na maand. En twee jaar nadat hij de eerste paal in de grond had geslagen, stond hij nogmaals met zijn pet in de hand voor de hoge heren. „Wilt u maar eens komen kijken? De brug kan officieel worden geopend." Geen Delftse ingenieur had het eenmanskarwei kunnen verbeteren. Er werden metin gen verricht en hoofden ge schud inderdaad, wat hier tot stand was gebracht kon het officiële stempel van gebruik- waardigheid niet worden ont houden. De burgemeesters van Anchetta en Vallina, lang ge scheiden door het water van de rivier, liepen elkaar over de nieuwe brug tegemoet en hun handdruk, precies in het midden, hield een belofte in van een betere toekomst voor een eindelijk „opengelegde" streek. Opengelegd door het initiatief en het zwoegen van één man, Guido Bartolini. Twee maanden daarna stierf Guido. Hij had te veel van zijn krachten gevergd. Zolang hij bezig bleef, merkte hij niet hoe uitgeput hij was. Wanneer hij 's avonds in bed lag, wilde de slaap soms in geen uren komen, zo oververmoeid was zijn lichaam. Och, dat zou wel weer overgaan.... Het ging niet over. Tijdens de hoogst vleiende toespraken van allerlei hoogwaardigheids bekleders voelde hij zijn benen onder zich trillen. Nervositeit, natuurlijk. Hij was een een voudig man, niet gewend aan zoveel eerbetoon. Enkele dagen daarna kon hij 's morgens niet opstaan. Langzaam sukkelde hij achteruit. Guilia Bartolini is met vier kinderen in haar huisje zwaar onder de hypotheek schuld achtergebleven. Zij int nu de tolgelden, bij tien lires tegelijk. Er moeten heel wat mensen en voertuigen over de honderdtwintig meter lange hangbrug gaan, voordat zij enigszins aan een weekloon komt. „De mensen hebben Guido altijd voor gek verklaard", zei ze treurig, terwijl ze een biljet van tien lire, zes cent, in de zak van haar schort liet glij den. „Ze begrepen niet, dat hij een ideaal had." Ze is een plomp gebouwde vrouw van even vijftig met een goedig gezicht. Haar huis je mag dan voor een belang rijk deel eigendom van de bank zijn, ze onderhoudt het met evenveel zorg als vroeger en is vastgesloten de hypo theekschuld binnen zo kort mogelijke tijd af te lossen. Wordt er dan helemaal niet geholpen? Hier is toch door een man een stuk gemeen- schapswerk van belang tot stand gebracht? Is het billijk, dat hij hiervoor al zijn spaar geld heeft moeten opofferen en zijn schamel bezit heeft moeten belasten? „Het zal wel terecht komen", meende de burgemeester van Vallina, aan wie ik deze vra gen stelde. „De ambtelijke ma chine werkt in Italië nu een maal niet zo snel, maar ik ver wacht zeker nog dit jaar de beslissing." „En wat zal die inhouden?" Hij lachte en schoot de peuk van zijn zelfgerolde sigaret tussen zijn vingers weg. „Dat betekent alles voor Guilia en de kinderen. Ten eerste een belangrijke tegemoetkoming in de kosten, waardoor het huisje weer vrij zal komen. En ten tweede, misschien nog van groter betekenis: een levens lang jaargeld, niet al te royaal, maar toch voldoende om van rond te komen." Hij knikte vastberaden. „Dacht u, dat wij Guido en zijn weduwe in de steek zouden laten? Nooit! La ten ze in Rome nou maar eens over de brug komen!" billis J. J. FRemming IIIIIIIIIIDlDll^ Bezuinigen Iedereen die van aard minder blijmoedig is dan ik moge van deze tijd zeggen wat hij wil, hij moge hem beter of slechter vin den dan vroeger of dan vóór de oorlog of dan „mijn jonge jaren"; niemand zal met recht kunnen ontkennen dat wij het heel ver gebracht hebben in de kunst van het vinden van mooie nieuwe woorden voor stokoude niet-zo-mooie begrippen. Onze ambassadeur in Liberia doet het zelfde als vroeger onze consul of op z'n mooist „zaakgelastigde"; onze dame in de huishouding doet hetzelfde als vroeger ons dienstmeisje; de typiste is secretaresse ge worden; de eerste klerk staffunctionaris; de reiziger sales-manager. Iedereen is er tevreden mee en daarom is er niets tegen doch alles vóór te zeggen. Armenzorg is Sociale Zorg en dat schijnt - behalve voor enkelen die het een zorg is - voor de mees ten een zorg minder te zijn, ofschoon arm- toen en arm-nu even arm is. Nu hebben wij in Nederland „bestedings beperking" gekregen. Het is een lelijk woord en ge vraagt u af hoe ze 't in 's hemelsnaam bedacht hebben. Maar het is erin gegaan als koekWie nog gewoon - net als vroeger - bezuiniging zegt, wordt niet eens meer verstaan. Maar het is écht, doodgewoon bezuiniging. En helemaal niets anders. Ik althans heb met die bestedingsbeper king evenveel last als met de bezuiniging vroeger. Een heel mensenleven lang, van het eerste dubbeltje weekgeld tot thans, even voor de drempel van de hoogeerwaar dige ouderdom, worstel ik met bestedings beperking. Er is nog nooit één week in mijn leven geweest waarin ik niet ver over het door mij 's maandags opgestelde beste dingsschema ben gegaan. Vroeger was het een half ons drop meer dan bruintje theo retisch kon trekken. Heden-tendage is het een complex van dingen die je niet laten kunt, die mij de bestedingsdas omdoen. Donderdag lijkt het er nog op dat ik het schema met glans halen zal, maar dan ontmoet ik vrijdag altijd, net als ik een restaurant binnen wil gaan, wel een dame uit mijn kennissenkring, die daar toevallig óók wil gaan eten. Als heer ga je dan niet samen met haar aan één tafeltje zitten en laat haar haar eigen rekening betalen. Waar of niet? En het zijn altijd dames die graag een glas sherry of een glas wijn drinken en die meer van zwezerik dan van osselapjes houden. Trouwens, wanneer ge dan eens bij xiit- zondering zo'n dame niet ontmoet, dan is er elke week toch wel iemand jarig, die je nu net niet met voor f3.50 tulpen kunt afdoen. U hebt op uw verjaardag van hem net een kokteelsjeker van ten minste drie tientjes gehad. Niet dat u ooit kokteels sjeekt en het ding ligt nog ongebruikt on der in de kast, maar twee bosjes tulpen kan dan echt niet. Ik zou zo xvel door kunnen gaan met tientallen budgetver storende factoren, maar u begrijpt mij wel: elke week is er wel iets en daar helpt geen lieve Hofstra aan. Ik vind bestedingsbeperking een reuze- indrukwekkend woord, maar bezuinigen is er niet bij. Te veel dam.es-met-zwezerik en iedere week op z'n minst één verjaardag. Hebt dat nu niet, excellentie? Elias LONDEN (Reuter). In Londen is het tweede deel van het werk „Grand Strate gy" van de Britse historicus profes sor J. R. M. Butler verschenen, dat gaat over de periode van september 1939, het uitbreken van de oorlog, tot juni 1941, de Duitse inval in Rilland. Uit het werk blijkt, dat vele Britse marineleiders de beschieting van Franse oorlogsbodems te Mers-El-Kebir in juli 1940 door Britse oorlogsschepen een „betreurenswaardige blunder" achtten. Bij deze actie werden drie Franse slagschepen en een grote tor- pedobootjager buiten gevecht gesteld: der tienhonderd Fransen lieten het leven. Het doel van het Britse optreden was te voor komen, dat de Franse schepen door Duits land en Italië zouden worden gebruikt, na de nederlaag van Frankrijk. Prof. Butler schrijft voorts over Brits- Franse plannen voor een „semi-vreed- zame" invasie van Noord-Noorwegen en Zweden in maart 1940. De plannen werden op 12 maart door de Britse regering goed gekeurd. Het doel van de invasie was hulpverlening aan Finland tegen de Sov jet-Unie en tegelijkertijd bescherming van het ertsgebied in Noord-Zweden tegen een Duitse of een Russische aanval. De plan nen gingen niet door, omdat de Finnen de Russische vredesvoorwaarden aanvaard den en het voorwendsel voor de aanval, steun aan Finland, dus verviel. Uit Butler's boek blijkt, dat Groot-Brit- tannië, twee weken voor de Duitse aanval op de Sovjet-Unie, heeft overwogen de Russische olieraffinaderijen te Bakoe (Azerbeidsjan) te laten bombarderen door toestellen, die hun basis te Mosoel, in Irak, hadden. De Britten wilden de Russen er op deze wijze van weerhouden concessies aan Duitsland te doen. Het plan ging niet door, omdat de Duitsers in juni 1941 de aanval op Sovjet-Rusland begonnen. Het woord bisschop is in vroege tijd ontleend aan de laat-latijnse vorm bis- copus, die terug te voeren is tot de oor spronkelijke, welke episcopus luidde. Het woord epi-scopus betekent letter lijk: opziener, als term in de Christelijke kerk. In 1 Tim. 3 2 leest men dat de opziener der gemeente een onberispelijk man moet zijn, nuchter, bezonnen, slechts eenmaal gehuwd, zedig, gastvrij, bekwaam, geen drinker en vechter. Dat het woord episcopus tot biscopus werd, vindt zijn parallel in het woord apothe- ca dat vervormd werd tot botteca, Ita liaans bottega, Frans boutique. De be ginklinker sleet blijkbaar in de gespro ken taal meer en meer af, doordat het Recent er niet op viel.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1957 | | pagina 5