Weer U tegen het weer!
Verhoog Uw weerstand!
Defensieproblemen besproken
in de Eerste Kamer
Van dag tot dag
Afrekenen
rHoe is het ontstaan
WOENSDAG 20 MAART 1957
3
Heringa Wathrich
BLIKSEMAFLEIDERS
Merkwaardig antwoord
van Brits minister
Cairo wil Palestijns leger
terugsturen naar Gaza
Washington wil UNO-leger
niet in Gaza handhaven
Scheuring in de Franse
radicale partij vergroot
*1$ jo St
m
Hammarskjoeld voor
10 dagen naar het Nabije
Oosten
UNO-leger blijft in Gaza
zolang akkoord duurt
/rOp ds
raatótoel
Strategische plannen in de
tweede wereldoorlog
Onthullingen van Britse
historicus Butler
Dit woord:
BISSCHOP
Er is in de loop der wereldgeschiedenis
zoveel en zovaak onrecht gepleegd door het
ene volk tegen het andere, dat een afreke
ning zo die organisatorisch mogelijk
ware een beschamende balans te zien
zou geven waarbij noch een grens tussen
goeden en slechten, noch een daarop afge
stemde politieke koers voor de toekomst
zou kunnen worden afgelezen.
Natuurlijk realiseert men zich dit niet
op een bepaald tijdstip, wanneer men zelf
slachtoffer is van vreemde terreur. Dan
komt de zucht naar vergelding en wraak
de boventoon voeren en op dat moment
stippelt men voor zichzelf een koers uit,
die voor een groot deel door de idee van
„oog om oog" wordt bepaald. Op deze wijze
is de wereldpolitiek geladen met repre
sailles en rancunes, die op hun beurt nieu
we argumenten tot terreur en onrecht
kweken.
Wat in vroeger jaren geschiedde 'aan
wraakroepende misdragingen op bepaalde
tonelen van politieke en militaire verwik
kelingen, is niet altijd in volle omvang tot
de openbare bekendheid geraakt. En zeker
niet tot de kennis dergenen, die zelf be
hoorden tot de categorie der bedrijvers.
Wat Duitsers in de Tweede Wereld
oorlog misdeden, heeft echter tengevolge
van contact- en publikatiemiddelen des
tijds een algemene bekendheid, ook in
Duitsland zelf, verworven.
Diverse media werkten daartoe mede:
de film, de foto, de radio, het boek, het
toneelstuk. Anne Frank, bijvoorbeeld, is
door deze verbreidingsmogelijkheden tot
een wereldbekend symbool van Duitslands
slachtoffers geworden. Het kwaad was
zo groot dat niemand het ontkennen
kan. Ook in Duitsland niet, waar de ge
schiedenis van Anne Frank veler ogen
heeft geopend zo dat nog nodig ware.
De reactie op een dergelijke onweerspre
kelijke getuigenis tekent de karakters. Het
is volkomen te begrijpen, dat sommige
Duitsers de omvang en de ernst van de
Duitse misdaad blijven loochenen en goed
praten. Dat tekent hun karakter. Doch
even begrijpelijk is het, dat anderen in
dat land tot een beschaamde bekentenis
komen en opmerkelijk genoeg vindt men
deze eerlijke karakters vooral bij de Duit
se jeugd, die de laatste oorlog slechts bij
overlevering kent. In die overlevering
speelt het dagboek van Anne Frank, teza
men met andere onloochenbare getuigenis
sen, een grote rol; vooral ook, omdat Anne
Frank zelf tot de jeugd behoorde een
jeugd die onderging in een met rancunes
en represailles geladen tijd.
In Bergen-Belsen, bij het graf van Anne
Frank, hebben dezer dagen Duitse jonge
ren elkander de hand gedrukt. Nazi's zou
den hebben vastgesteld, dat het arische
en Joodse Duitsers waren, die hier zonder
rancunes vriendschap sloten. „Week der
Broederschap" heette de periode, waarin
deze pelgrimstocht van enkele duizenden
jongelieden uit Hamburg plaats had.
„Je bent niet tevergeefs gestorven", zei
een jonge Duitser boven het graf, waarin
30.000 slachtoffers der nazi's rusten.
De Hamburgse jongeren hebben blijk
baar geen gevoel voor het boekhoudkundig
kloppen der boeken. Zij willen de reke
ning-courant der wereldgeschiedenis een
voudig verscheuren en opnieuw beginnen,
zonder nauwkeurige optekening van zon
den en schuld, doch met vertrouwen in iets
wat nooit een beslissende rol heeft mo
gen spelen bij de vraag, hoe een beleid en
hoe een politiek moest worden gericht: het
goede in de mens.
Wellicht is dat voor de wereldgeschiede
nis de enige boekhouding, die een uitweg
belooft.
ADVERTENTIE
Haarlem
LONDEN (UP) De Engelse minister
van Bevoorrading, Aubrey Jones, heeft in
antwoord op vragen van de Labour-afge-
vaardigde Philip Noel-Baker in het Lager
huis verklaard, dat Engeland werkt aan
de vervaardiging van een atoombom,
waarvan de ontploffingen niet door de
Russen kunnen worden waargenomen.
Minister Jones weigerde te zeggen hoe
veel atoombommen deze lente gedurende
de proefnemingen in de Stille Oceaan tot
ontDloffing zullen worden gebracht. Hij
sprak slechts over „een beperkt aantal".
Naar aanleiding hiervan vroeg Noel-Ba-
ker: „Aangezien alle landen, die in het be
zit zijn van atoomwapens onmiddellijk
kunnen constateren, wanneer wij een
atoomwapen tot ontploffing brengen,
waarom weigert de minister dan derge
lijke inlichtingen?"
De minister antwoordde hierop: „Het be
antwoorden van deze vraag zou neerkomen
op het vergroten van de kennis van de vij
and, wat ik niet in 's lands belang acht".
Tot dusver waren er geen aanwijzingen,
dat Engeland een „techniek" zou hebben
gevonden, volgens welke atoomontploffin
gen onopgemerkt door andere mogendhe
den kunnen geschieden.
Nog slechts een week geleden werd van
Amerikaanse zijde gemeld, dat 36 uur
voordien in de Sovjet-Unie een kernex
plosie had plaats gehad.
Van de zijde van het Engelse ministerie
van Bevoorrading werd elk commentaar
op deze interpretatie van de opmerking
yan minister Jones geweigerd.
CAïRO/WASHINGTON (AFP/Reuter)
In Caïro verluidt, dat in Egypte voorberei
dingen worden getroffen voor terugkeer
van het „Palestijnse leger" naar het gebied
van Gaza. Dit zou een onderdeel zijn van
het Egyptische program om in de strook
van Gaza de oude toestand te herstellen,
zo meldt de correspondent van Belga. Met
het overnemen van het gebied door het
Palestijnse leger zou evenwel gewacht wor
den tot de besprekingen van president
Nasser met Hammarskjoeld achter de rug
zijn, om te voorkomen dat de secretaris
generaal van de UNO in een netelige po
sitie zou komen.
Het Palestijnse leger werd in 1956 op
gericht. Het is een symbolische strijdmacht
van duizend Palestijnse vluchtelingen, die
met lichte wapens zijn uitgerust en die on
der bevel van het Egyptische leger staan.
Toen de Israëlische aanval in oktober be
gon, trok dit leger naar Caïro.
Abba Eban, de Israëlische ambassadeur
in Washington, heeft na een gesprek met
de Amerikaanse onderminister van Buiten
landse Zaken Herter, verklaard dat Israel
geen nieuwe granties van de Verenigde
Staten heeft gevraagd, maar wel heeft
aangedrongen op uitvoering van de belof
ten die de Verenigde Staten hebben ge
daan. Eban liet doorschemeren, dat de Ver
enigde Staten het er niet mee eens zijn, dat
de Uno de verantwoordelijkheid voor het
gebied van Gaza moet behouden, ook al is
het maar voor een zekere tijd.
Volgens' Amerikaanse ambtenaren, kan
het recht van Egypte op burgerlijk bestuur
over Gaza niet worden betwist. Zij achten
de terugkeer van het Egyptische burger
lijke bestuur in Gaza niet in strijd met
Israels „onderstellingen en verwachtin
gen".
Vraagtekens
Een UNO-woordvoerder te Caïro heeft
desgevraagd verklaard niet over inlichtin
gen te beschikken, dat alle UNO-troepen
vandaag de steden in de strook van Gaza
zullen verlaten. De Egyptische gouverneur
van Gaza zou dit hebben gezegd. Volgens
radio-Caïro hebben de laatste onderdelen
van de UNO-politie Gaza verlaten en stel
lingen ingenomen langs de grens tussen
Egypte en Israel. Volgens UNO-kringen
zou het UNO-leger echter nog niet alle
bevoegdheden aan de Egyptische autoritei
ten hebben overgedragen.
Een Israëlische patrouille heeft dinsdag
een vuurgevecht van een uur geleverd met
Jordaniërs, zo heeft een Israëlische leger-
woordvoerder in Tel Aviv bekendgemaakt.
De Jordaniërs waren in het gebied van de
berg Hebron, ten zuiden van Jeruzalem met
vee op Israëlisch gebied gekomen. Toen de
Israliërs probeerden het vee over de grens
terug te drijven, openden de Jordaniërs
het vuur. Er vielen geen slachtoffers.
PARIJS (UP) Het besluit van de Fran
se minister van Defensie de 31-jarige
hoofdredacteur van het weekblad van Pierre
Mendès-France,Jean-Jacques Servan-
Schreiber voor een militair tribunaal te
dagvaarden, heeft de scheuring in de Fran
se radicale partij vergroot.
Minister Bourges-Maunoury behoort tot
de vleugel, die krachtige maatregelen in
Algerije wenst. Servan-Schreiber daaren
tegen, die zes maanden als reserve-officier
in Algerije heeft doorgebracht, publiceer
de in zijn weekblad „l'Express" een serie
artikelen, waarin het Franse leger van
willekeur en wreedheid wordt beschuldigd.
Slechts de hervormingen, die P.M.F. heeft
voorgesteld, zouden zijns inziens de Franse
positie in Algerije kunnen redden. Hij zal
nu wegens „ondermijning van de moraal
van het Franse leger" worden gedagvaard.
Servan-Schreiber heeft reeds aangekon
digd, ondanks „deze pogingen tot intimida
tie" te zullen voortgaan met publiceren.
De groepering van minister Bourges-
Maunoury heeft daarentegen een felle bro
chure waarin de beschuldigingen worden
ontkend, van de hand van P. H. Simon het
licht doen zien.
Aan het einde van de maand komt in
Parijs een speciaal congres van de radicale
partij bijeen. Men vreest, dat de geschillen
tot een nieuwe breuk zullen leiden.
ADVERTENTIE
Eén enkele dragée Davi-
tamon 10 per dag heft
vitaminetekorten radicaal
op. Flacons van 50, 100
en 500 dragées
Y"—»,
iim
sj-iéf*
Een 10 voor gexondheid
hoge vitaminewaarde
19Êm.
ORG'ANON OSS
NEW YORK (Reuter/AFP) Voor zijn
vertrek naar het Nabije-Oosten heeft Dag
Hammarskjoeld in New York verklaard,
dat hij misschien ook een bezoek aan Jeru
zalem zal brengen. Hij zei dat zijn bespre
kingen „verkennend" zullen zijn. „De kwes
ties van onmiddellijk praktisch belang zijn
die inzake de verantwoordelijkheid van de
UNO voor het vrijmaken van het Suez-
kanaal en die aangaande voortzetting van
de activiteit van het UNO-leger in de
strook van Gaza", aldus Hammarskjoeld in
een schriftelijke verklaring die aan de pers
werd verstrekt.
Hammarskjoeld verwacht over tien da
gen of twee weken weer terug te zijn. Hij
hoopt dat zijn besprekingen er toe zullen
leiden, dat in Gaza een toestand wordt ge
schapen, die voor alle partijen, en ook
Israel, bevredigend is.
Op de vraag van een verslaggever, hoe
lang het UNO-leger in Egypte zou blijven,
antwoordde Hammerskjoeld:- „Zolang er
overeenstemming bestaat over de nood
zaak" van de aanwezigheid der UNO-troe
pen.
Voor zijn vertrek heeft Hammerskjoeld
de permanente UNO-vertegenwoordiger
van Nederland, de heer C. W. A. Schür-
mann, ontvangen.
De Joegoslavische vice-president Voek-
manovitsj Tempo wordt vandaag in Cairo
verwacht zo verluidt in Belgrado. Hij zal
een officieel bezoek van een week aan
Egypte brengen en, naar verluidt, bij de
Egyptische autoriteiten aandringen op ma
tiging. In Oslo is bekendgemaakt, dat ook
de Noorse regering bij Egypte op matiging
ten aanzien van Israel heeft aangedrongen.
Suggestie
(AFP) De Canadese minister van Bui
tenlandse Zaken Pearson, beveelt in het
Amerikaanse maandblad „Foreign Affairst"
de oprichting aan van een internationaal
politieleger ten dienste van de UNO, dat
zou moeten samenwerken met een „waak
hond-commissie voor de vrede", die met
werkelijke macht bekleed zou zijn om in
geval van een conflict een onderzoek in te
stellen. Pearson denkt niet aan een vaste
strijdmacht, maar aan een „blijvend instru
ment waarin gevechtseenheden van de le
den-landen een zeker gezag van de UNO
zouden kunnen krijgen en beschikbaar zou
den zijn om op korte termijn politiële con
trole-acties uit te voeren".
De zes niet-vaste leden van de Veilig-
Bij de behandeling van de begroting van
Oorlog in de Eerste Kamer verklaarde mr.
Vixseboxse (C.H.) dat Nederland thans
6 pet van zijn nationale inkomen besteedt
aan de defensie. Voor Duitsland en België
bedraagt het 5 pet, hetgeen hij aan de lage
kant achtte voor deze landen. De Neder
landse strijdmacht kan de vergelijking met
die van de andere landen glansrijk door
staan.
De heer Vixseboxse betreurde het, dat
ook bij de defensie groot gebrek bestaat
aan technisch personeel. Het aantal vlieg
tuigen, waarover Nederland beschikt, acht
te de heer Vixseboxse wat de marine be
treft, niet voldoende, vooral omdat reke
ning moet worden gehouden met de over
zeese rijksdelen.
Bezuiniging mogelijk
In zijn maidenspeech betoogde de heer
De R ij k (P.v.d.A.) dat bezuinigingen bij
de strijdkrachten zeer wel mogelijk zijn.
Samenvoeging van luchtmacht en marine-
vliegdienst zou tot de bestedingsbeperking
bijdragen. Ook bestaat er aanleiding te
overwegen of de geneeskundige dienst van
de marine gevoegd kan worden bij die
van leger en luchtmacht. Hij vroeg zich
ook af of er redenen aanwezig zijn het
aantal militaire attaché's uit te breiden.
Zijn in Ankara en Stockholm wel Neder
landse militaire attaché's nodig? Hij be
pleitte inschakeling van onafhankelijke
bedrijfseconomen bij het Nederlandse mili
taire apparaat.
De V.V.D.-senator mr. Van R i e 1 be
toogde dat de omstandigheid dat een groot
deel van het beroepspersoneel uitziet naar
een andere betrekking bewijst, dat het
minder goed gaat met onze strijdkrachten.
Veel vrees bestaat op het ogenblik over
een atoomoorlog en deze angst wordt dik
wijls aangewakkerd met politieke oog
merken. Mr. Van Riel achtte het evenwel
niet uitgesloten dat Rusland op zeker ogen
blik met conventionele wapens aanvalt.
Hij drong er op aan deze conventionele
bewapening niet te verwaarlozen.
De heer A 1 g r a (A.R.) drong erop aan
de civiele verdediging grondig ter hand te
nemen, waarbij in het bijzonder gelet moet
worden op transportproblemen en op de
levensmiddelenvoorziening van de burger
bevolking. Ook zal het vraagstuk van
evacuaties op grote schaal bestudeerd moe
ten worden.
heidsraad zouden de contingenten voor dit
leger moeten leveren. Pearson prijst het
huidige UNO-leger als een „verbazingwek
kend voorbeeld van internationale improvi
satie", maar hij voegt hier aan toe: „We
kunnen in gemoede geen tweede keer een
dergelijk succes verwachten".
Vele leden van de Nationale Reserve
voelen zich teleurgesteld en verongelijkt
door de afschaffing van dit instituut. De
minister is hier schuldig, zei de heer Algra,
wegens het ontbreken van een strak be
leid in deze zaak.
Prof. Diepenhorst (A.R.) was van
oordeel dat bij de affaire van majoor K.
teveel instanties zijn betrokken. Hij drong
aan op een spoedige herziening van het
militair tucht- en strafrecht.
Ook mr. Sassen (K.V.P.) sprak over
het militaire tucht- en strafrecht. Hij
merkte op dat de exclusiviteit van de
militaire rechtspraak niet te ver mag gaan.
Het verheugde hem dat de minister de
theorie van een „schrikdraaddefensie" met
kracht van de hand heeft gewezen en
eveneens de mening heeft verworpen dat
een dun waarschuwingsscherm zonder
enige wezenlijke afweerkracht voldoende
zou zijn.
De stelling van de minister, dat uit
niets blijkt dat de Amerikanen voornemens
zijn hun strijdkrachten in Europa te ver
minderen, achtte de heer Sassen een uit
lating die te ver gaat. Evenals de andere
sprekers hadden gedaan vroeg hij de mi
nister, mee te delen wat er nu eigenlijk
over de inkrimping van de Engelse strijd
krachten op het continent is besloten.
De staatssecretaris voor Marine heeft na
zijn terugkeer uit Amerika verklaard, dat
80 pet van de Nederlandse marine in tijd
van oorlog gebruikt zal worden voor het
beveiligen van de NAVO-konvöoien.
Slechts 20 pet, zou dus een nationale taak
toegewezen krijgen. Deze verhouding acht
te mr. Sassen bedenkelijk vooral daar de
vloot toch de opgave heeft de havens en
de wateren die dienen voor de onontbeer
lijke aanvoer van over zee te beveiligen.
Teveel ambtenaren?
De heer Sassen wilde niet op verlaging
van de militaire uitgaven aandringen maar
de beschikbare middelen moeten zo effi
ciënt mogelijk worden gebruikt. Uiterste
zuinigheid is gewenst en in dit opzicht
vroeg mr. Sassen zich af of een aantal van
21.000 ambtenaren op het ministerie van
Oorlog niet aan de hoge kant is. Voor 1957
bedraagt dit aantal zelfs 25.000. Voor ma
rine zijn deze cijfers respectievelijk 8300
en 9000.
De heer M a e n e n (K.V.P.) achtte de
kostwinnersvergoeding onbillijk omdat zij
het karakter van een ondersteuning draagt.
Hij keerde zich tegen een gelijkstelling van
kerkelijke vertegenwoordigers en leden van
het Humanistisch Verbond bij de geeste
lijke verzorging van militairen.
Minister Staf zal de sprekers vandaag
antwoorden.
KOM OVER DE BRUG
Guido Bartolini kreeg er op
een goede dag genoeg van. Hij
had vijfentwintig jaar van zijn
werkzaam leven niets anders
gedaan dan met een pontje
van de ene kant van de Arno
naar de andere varen. Hij was
de man, die de dorpjes An-
chetta en Vallina met elkaar
verbond. Een druk verkeer is
er niet, weinig vreemdelingen
dwalen zo ver van de grote
weg af, zodat Guido het met
zijn boot best af kon. Het
kwam maar zelden voor, dat
twee auto's tegelijk naar de
overkant moesten. Dan was
het nodig twee tochten te ma
ken, want de pont kon er
slechts een tegelijk dragen.
In de warme zomermaanden
had Guido zijn werk met geen
ander willen ruilen. Hij liet
dan zijn hoofd en hals lekker
bruin branden en zijn krach
tige longen hadden onder het
roeien wel zoveel reserve aan
lucht, dat hij zijn passagiers
kon onthalen op een schallen
de aria. Maar 's winters wan
neer het water van de Arno
hoog tegen de oevers stond en
de eens zo snelle stroom
kwaadaardig tegen de flank
van het vaartuig sloeg, kwam
hij dikwijls doodop aan de
andere kant. Waarom bouw
den de provinciale autoriteiten
hier geen brug? Een deel van
de bouwkosten zou immers
aan tolgelden in de schatkist
terugvloeien?
Hij schreef ontelbare brie
ven, stak talrijke bezoeken af
en liet zelfs de regering in
Rome niet met rust. „Zo een
voudig is het niet, signor Bar-
Wanneer er in ons land bruggen moeten worden gebouwd,
laten we dat in alle gerustheid over aan knappe ingenieurs
van Rijkswaterstaat. Een Italiaanse veerman echter heejt een
dergelijk karwei alleen opgeknapt, ten koste van zijn leven.
tolini", werd hem telkens weer
gezegd en men legde hem in
gewikkelde berekeningen voor.
Guido begreep dat niet, wilde
dat niet begrijpen. En toen
hij voor de zoveelste maal een
negatief antwoord kreeg, be
sloot hij zelf te handelen.
„Guilia!" riep hij het huis
in, „waar is het spaarbank
boekje?" Zijn vrouw haalde
het onder een stapeltje linnen
goed vandaan en reikte het
hem vol bange voorgevoelens
over. Guido sloot zich een hele
namiddag op, krabbelde aller
lei papieren vol cijfers en
knikte tenslotte voldaan. Het
moest kunnen.
Zo begon de dramatische ge
schiedenis van een eenmans-
bruggenbouw. Twee jaar lang
stroopte Guido alle pakhuizen
van metaalhandelaren in een
wijde omtrek af. Hij sleepte
veertig ton staal naar de Arno,
kilometers draad, honderden
palen, wagenladingen balken.
Wat hij tweedehands op de
kop kon tikken was altijd nog
goed genoeg voor een brug,
die wel nooit een bijzonder
zware belasting zou krijgen.
Hij werkte als een koppel bier
brouwerspaarden: hoewel Gui
lia op mooie dagen wel eens
zijn plaats in de veerboot
overnam, moest hij toch meest
al ook nog die taak voor zijn
rekening nemen.
Af en toe kwamen er eens
mensen uit de stad kijken. Zij
hadden zijn ruwe plannen
goedgekeurd, min of meer
overtuigd, dat zij toch nooit
zouden worden verwezenlijkt.
Maar het wonder aan de Arno
geschiedde: de brug groeide,
week na week, maand na
maand. En twee jaar nadat hij
de eerste paal in de grond had
geslagen, stond hij nogmaals
met zijn pet in de hand voor
de hoge heren. „Wilt u maar
eens komen kijken? De brug
kan officieel worden geopend."
Geen Delftse ingenieur had
het eenmanskarwei kunnen
verbeteren. Er werden metin
gen verricht en hoofden ge
schud inderdaad, wat hier
tot stand was gebracht kon het
officiële stempel van gebruik-
waardigheid niet worden ont
houden. De burgemeesters van
Anchetta en Vallina, lang ge
scheiden door het water van
de rivier, liepen elkaar over
de nieuwe brug tegemoet en
hun handdruk, precies in het
midden, hield een belofte in
van een betere toekomst voor
een eindelijk „opengelegde"
streek. Opengelegd door het
initiatief en het zwoegen van
één man, Guido Bartolini.
Twee maanden daarna stierf
Guido.
Hij had te veel van zijn
krachten gevergd. Zolang hij
bezig bleef, merkte hij niet
hoe uitgeput hij was. Wanneer
hij 's avonds in bed lag, wilde
de slaap soms in geen uren
komen, zo oververmoeid was
zijn lichaam. Och, dat zou wel
weer overgaan....
Het ging niet over. Tijdens
de hoogst vleiende toespraken
van allerlei hoogwaardigheids
bekleders voelde hij zijn benen
onder zich trillen. Nervositeit,
natuurlijk. Hij was een een
voudig man, niet gewend aan
zoveel eerbetoon. Enkele dagen
daarna kon hij 's morgens niet
opstaan. Langzaam sukkelde
hij achteruit.
Guilia Bartolini is met vier
kinderen in haar huisje
zwaar onder de hypotheek
schuld achtergebleven. Zij
int nu de tolgelden, bij tien
lires tegelijk. Er moeten heel
wat mensen en voertuigen over
de honderdtwintig meter lange
hangbrug gaan, voordat zij
enigszins aan een weekloon
komt.
„De mensen hebben Guido
altijd voor gek verklaard", zei
ze treurig, terwijl ze een biljet
van tien lire, zes cent, in de
zak van haar schort liet glij
den. „Ze begrepen niet, dat hij
een ideaal had."
Ze is een plomp gebouwde
vrouw van even vijftig met
een goedig gezicht. Haar huis
je mag dan voor een belang
rijk deel eigendom van de
bank zijn, ze onderhoudt het
met evenveel zorg als vroeger
en is vastgesloten de hypo
theekschuld binnen zo kort
mogelijke tijd af te lossen.
Wordt er dan helemaal niet
geholpen? Hier is toch door
een man een stuk gemeen-
schapswerk van belang tot
stand gebracht? Is het billijk,
dat hij hiervoor al zijn spaar
geld heeft moeten opofferen
en zijn schamel bezit heeft
moeten belasten?
„Het zal wel terecht komen",
meende de burgemeester van
Vallina, aan wie ik deze vra
gen stelde. „De ambtelijke ma
chine werkt in Italië nu een
maal niet zo snel, maar ik ver
wacht zeker nog dit jaar de
beslissing."
„En wat zal die inhouden?"
Hij lachte en schoot de peuk
van zijn zelfgerolde sigaret
tussen zijn vingers weg. „Dat
betekent alles voor Guilia en
de kinderen. Ten eerste een
belangrijke tegemoetkoming in
de kosten, waardoor het huisje
weer vrij zal komen. En ten
tweede, misschien nog van
groter betekenis: een levens
lang jaargeld, niet al te royaal,
maar toch voldoende om van
rond te komen." Hij knikte
vastberaden. „Dacht u, dat wij
Guido en zijn weduwe in de
steek zouden laten? Nooit! La
ten ze in Rome nou maar eens
over de brug komen!"
billis
J. J. FRemming
IIIIIIIIIIDlDll^
Bezuinigen
Iedereen die van aard minder blijmoedig
is dan ik moge van deze tijd zeggen wat
hij wil, hij moge hem beter of slechter vin
den dan vroeger of dan vóór de oorlog of
dan „mijn jonge jaren"; niemand zal met
recht kunnen ontkennen dat wij het heel
ver gebracht hebben in de kunst van het
vinden van mooie nieuwe woorden voor
stokoude niet-zo-mooie begrippen.
Onze ambassadeur in Liberia doet het
zelfde als vroeger onze consul of op z'n
mooist „zaakgelastigde"; onze dame in de
huishouding doet hetzelfde als vroeger ons
dienstmeisje; de typiste is secretaresse ge
worden; de eerste klerk staffunctionaris;
de reiziger sales-manager. Iedereen is er
tevreden mee en daarom is er niets tegen
doch alles vóór te zeggen. Armenzorg is
Sociale Zorg en dat schijnt - behalve voor
enkelen die het een zorg is - voor de mees
ten een zorg minder te zijn, ofschoon arm-
toen en arm-nu even arm is.
Nu hebben wij in Nederland „bestedings
beperking" gekregen. Het is een lelijk
woord en ge vraagt u af hoe ze 't in
's hemelsnaam bedacht hebben. Maar het
is erin gegaan als koekWie nog gewoon -
net als vroeger - bezuiniging zegt, wordt
niet eens meer verstaan. Maar het is écht,
doodgewoon bezuiniging. En helemaal niets
anders.
Ik althans heb met die bestedingsbeper
king evenveel last als met de bezuiniging
vroeger. Een heel mensenleven lang, van
het eerste dubbeltje weekgeld tot thans,
even voor de drempel van de hoogeerwaar
dige ouderdom, worstel ik met bestedings
beperking. Er is nog nooit één week in mijn
leven geweest waarin ik niet ver over het
door mij 's maandags opgestelde beste
dingsschema ben gegaan. Vroeger was het
een half ons drop meer dan bruintje theo
retisch kon trekken. Heden-tendage is het
een complex van dingen die je niet laten
kunt, die mij de bestedingsdas omdoen.
Donderdag lijkt het er nog op dat ik het
schema met glans halen zal, maar dan
ontmoet ik vrijdag altijd, net als ik een
restaurant binnen wil gaan, wel een dame
uit mijn kennissenkring, die daar toevallig
óók wil gaan eten. Als heer ga je dan niet
samen met haar aan één tafeltje zitten en
laat haar haar eigen rekening betalen.
Waar of niet? En het zijn altijd dames die
graag een glas sherry of een glas wijn
drinken en die meer van zwezerik dan van
osselapjes houden.
Trouwens, wanneer ge dan eens bij xiit-
zondering zo'n dame niet ontmoet, dan
is er elke week toch wel iemand jarig, die
je nu net niet met voor f3.50 tulpen kunt
afdoen. U hebt op uw verjaardag van hem
net een kokteelsjeker van ten minste drie
tientjes gehad. Niet dat u ooit kokteels
sjeekt en het ding ligt nog ongebruikt on
der in de kast, maar twee bosjes tulpen
kan dan echt niet.
Ik zou zo xvel door kunnen gaan met
tientallen budgetver storende factoren, maar
u begrijpt mij wel: elke week is er wel iets
en daar helpt geen lieve Hofstra aan.
Ik vind bestedingsbeperking een reuze-
indrukwekkend woord, maar bezuinigen is
er niet bij. Te veel dam.es-met-zwezerik en
iedere week op z'n minst één verjaardag.
Hebt dat nu niet, excellentie?
Elias
LONDEN (Reuter). In Londen is het
tweede deel van het werk „Grand Strate
gy" van de Britse historicus profes
sor J. R. M. Butler verschenen, dat
gaat over de periode van september
1939, het uitbreken van de oorlog, tot juni
1941, de Duitse inval in Rilland. Uit het
werk blijkt, dat vele Britse marineleiders
de beschieting van Franse oorlogsbodems
te Mers-El-Kebir in juli 1940 door Britse
oorlogsschepen een „betreurenswaardige
blunder" achtten. Bij deze actie werden
drie Franse slagschepen en een grote tor-
pedobootjager buiten gevecht gesteld: der
tienhonderd Fransen lieten het leven. Het
doel van het Britse optreden was te voor
komen, dat de Franse schepen door Duits
land en Italië zouden worden gebruikt, na
de nederlaag van Frankrijk.
Prof. Butler schrijft voorts over Brits-
Franse plannen voor een „semi-vreed-
zame" invasie van Noord-Noorwegen en
Zweden in maart 1940. De plannen werden
op 12 maart door de Britse regering goed
gekeurd. Het doel van de invasie was
hulpverlening aan Finland tegen de Sov
jet-Unie en tegelijkertijd bescherming van
het ertsgebied in Noord-Zweden tegen een
Duitse of een Russische aanval. De plan
nen gingen niet door, omdat de Finnen de
Russische vredesvoorwaarden aanvaard
den en het voorwendsel voor de aanval,
steun aan Finland, dus verviel.
Uit Butler's boek blijkt, dat Groot-Brit-
tannië, twee weken voor de Duitse aanval
op de Sovjet-Unie, heeft overwogen de
Russische olieraffinaderijen te Bakoe
(Azerbeidsjan) te laten bombarderen door
toestellen, die hun basis te Mosoel, in Irak,
hadden. De Britten wilden de Russen er
op deze wijze van weerhouden concessies
aan Duitsland te doen. Het plan ging niet
door, omdat de Duitsers in juni 1941 de
aanval op Sovjet-Rusland begonnen.
Het woord bisschop is in vroege tijd
ontleend aan de laat-latijnse vorm bis-
copus, die terug te voeren is tot de oor
spronkelijke, welke episcopus luidde.
Het woord epi-scopus betekent letter
lijk: opziener, als term in de Christelijke
kerk. In 1 Tim. 3 2 leest men dat de
opziener der gemeente een onberispelijk
man moet zijn, nuchter, bezonnen,
slechts eenmaal gehuwd, zedig, gastvrij,
bekwaam, geen drinker en vechter. Dat
het woord episcopus tot biscopus werd,
vindt zijn parallel in het woord apothe-
ca dat vervormd werd tot botteca, Ita
liaans bottega, Frans boutique. De be
ginklinker sleet blijkbaar in de gespro
ken taal meer en meer af, doordat het
Recent er niet op viel.