HET JONGENSEILAND DE BUIT BINNEN Acteur Paul Steenbergen morgen vijftig jaar Agenda voor Haarlem Voor de wegenbouw is per jaar honderd miljoen nodig Geen maximum-snelheid buiten bebouwde kom Eredoctoraat voor jhr. Tjarda Minister Algera zal beslissingen over IJ-tunnels bespoedigen Voorbeeld van moed, ernst en trouw in uren van benauwenis r J 4 HET LEVEN WAS ZIJN TONEELSCHOOL Middenstand klaagt over steeds zwaarder lasten HOOGTEZON H. 3. MAERTENS N.Y. Mej. dr. A. de Waal ridder Nederlandse Leeuw Nieuwe kampen voor Ambonezen Veilinglokaal-in-aanbouw stortte in MINISTER ALGERA: Autorijscholen VERVOLGVERHAAL DOOR MARK CROSS Kort nieuws DONDERDAG 21 MAART 1957 Vrijdag 22 maart viert de bekende to neelspeler en mede-directeur van het ge zelschap De Haagse Comedie de heer Paul Steenbergen zijn vijftigste verjaardag. Als toneelleider en als regisseur heeft hij de aandacht op zich weten te vestigen en hij neemt in het toneelleven in Den Haag een bijzondere positie in. Maar allereerst blijven de toneelbezoekers in hem toch de acteur zien en dat niet alleen in Den Haag, waar Steenbergen in de Koninklijke Schouwburg een vast en hem toegewijd publiek heeft gekregen, maar ook ver daarbuiten. Men kan zeggendat Paul Steenbergen van Groningen tot Maastricht en van Vlissingen tot Hengelo als een der eersten, zo niet als de eerste toneelspeler van de huidige generatie in Nederlandj wordt beschouwd. Ondanks die vermaard- j heid en ondanks de sympathie die de resi- j dentie hem toedraagt als „zijn acteur", is Paul Steenbergen een man, wie zijn bin nen- en buitenlandse successen niet naar het hoofd zijn gestegen. Twee factoren, die daartoe hebben bijgedragen zijn Steen bergens eerbied voor de toneelkunst en zijn liefde voor het metier van de acteur. Die genegenheid is pas in de loop der jaren ontstaan en gegroeid, want voor hem was het toneel aanvankelijk de meest ge wone zaak ter wereld, waarmee hij in zijn Huygens. Paul Steenbergen als Hamlet (met Heieen Pimentel), met Ida Wasserman en Myra Ward in de eerste Nederlandse opvoering van „Trijntje Cornelis" van prilste jeugd reeds vertrouwd was. Zijn vader was toneelspeler en werkte nu hier dan daar. Hij ging met Louis Bouwmeester mee op een tournee door Indonesië, om daarna weer met een eigen gezelschap zijn kansen te wagen. Het gezin reisde mee, ook de kinderen: de dochter Jo Steenbergen en de zoon Paul, die al vroeg op de plan ken kwamen te staan „om te helpen" als er ingevallen moest worden of als er een kinderrol in het stuk voorkwam. ER WERD, vooral in de provincie, ge speeld op donkere kleine toneeltjes in dorpscafé's en in uitspanningen met kale primitieve kleedkamertjes, waar iedere comfort ontbrak, op kermissen en in schouwburgtenten. Zo leerde hij al vroeg het bonte leven van een rondreizende toneelspelerstroep kennen uit een tijd, die voorgoed voorbij is, met stukken, die toen een onweerstaanbare aantrekkingskracht op het publiek uitoefenden. Er was een ander soort schouwburgbezoekers dan nu. Men speelde „De twee wezen", ,.De man met de wassen beelden", „De voddenraper van Parijs" en dergelijke. Daarin leerden broer en'zuster het vak, daarin werden ze neergezet tussen de coulissen met de op dracht er het beste van te maken, daar stonden zij voor de opgave mee te doen en zich zo. via een harde en onverbidde lijke praktijk de knepen en de trucs en de techniek van het vak eigen te maken. Een ander soort leerschool dan de „Academie voor Dramatische Kunst", die men in Am sterdam kan bezoeken. Een toneelschool opleiding heeft Paul Steenbergen nooit ge had. Grote verering had hij voor het spel van zijn zuster. Zij, die haar nog gekend hebben in de jaren, dat Cor van der Lugt Melsert met zijn Rotterdams Hofstadtoneel vaste bespeler van de Koninklijke Schouw burg was, weten welk een talentrijk actrice aan haar verloren ging. Men had de groot ste verwachtingen van haar, maar Jo Feit- Steenbergen stierf op zesentwintigjarige leeftijd, 26 april 1927. PAUL STEENBERGEN kan met warmte over haar spreken: „Zij was voor mij méér dan een voorbeeld. In die jaren dat wij als kinderen dorpen en kermissen afreisden had ik vaak het gevoel, dat ik het nooit zo zou kunnen als zij en soms denk ik wel eens, dat voor mij het toneelspelen pas ernst en werkelijkheid werd, dat ik pas begon te spelen, toen zij er niet meer was. Het was nog jaren later voor de toneel kunst mij dat openbaarde, wat méér dan metier iseens heeft Bets Ranucci- Beckman tegen me gezegd: „Toneelspelen moet je heel lang doen eer je gaat be seffen wat het betekent en wat het is." De waarheid van die woorden heb ik leren ervaren." Hij moest al vroeg alles kunnen wat nodig was: zingen en dansen zonodig en vele soorten rollen vervullen, vaak meer dan één in een stuk. Soms kwam er nog een triplure bij! Zo reisde Paul Steenber gen rond, bij Martin van Beem met diens eenakters, vervolgens weer bij zijn vader in Nijmegen. Als een jong acteur van ongeveer vijfentwintig jaar, in het seizoen 1932-'33. kreeg hij een engagement bij Cor van der Lugt Melsert aan het Rotterdams Hofstadtoneel. Het was in die jaren, dat ik hem voor het eerst zag optreden. Een ver schijning, die onmiddellijk de aandacht trok. Hij speelde Arnold vom Melchthal uit Unterwalden in Schiller's „Willem Teil", waarin Cor van der Lugt Melsert de titel rol vertolkte. Deze voorstelling was een zeer belangrijke, zij werd geregisseerd door Leopold Jessner van het Stadttheater in Berlijn. Hij maakte snel carrière, een paar keer moest hij grote rollen opnemen voor zieke collega's, weldra kreeg hij zelf zijn kansen. Toen Van der Lugt Melsert naar Amster dam ging en „Het Residentietoneel" onder leiding van Dirk Verbeek, Bets Ranucci- Beckman en Johan de Meester de bespe ling in de Koninklijke Schouwburg in Den Haag begon, was Steenbergen een der eer ste spelers. De periode, die op die bij het Hofstadtoneel volgde, zou hem reeds vóór 1940 tot de eerste acteur van dit gezel schap maken. Ook bij de Haagse Comedie kreeg hij deze positie. In 1950 werd hij bij dit gezelschap officieel in de directie op genomen, naast Cees Laseur. Een functie, die hij tot op heden vervult. Het is moeilijk in een zo kort bestek als dit, alle rollen te memoreren, waarmee Paul Steenbergen zijn groot talent heeft bewezen en bevestigd. Ik herinner mij - het blijft bij een zeer willekeurige en be slist onvolledige greep - zijn Koning in Anouilh's „Antigone", zijn prachtige ver tolking in Eugene O'Neill's „Rouw pas Electra" (met Fie Carelsen en Caro van Eyck), Romeo in Shakespeare's „Romeo en Julia" (met Caro van Eyck als Julia), zijn onvergetelijke Hamlet, die hij twee keer, de laatste keer als een zeer gegroeide en verdiepte creatie, op de planken bracht. Ik noem verder zijn vertolking van een der hoofdrollen in Sheridan's „Lessen in laster", de hoofdrol in Oscar Wilde's „De Ernst van Ernst", Gajev in Tsjechov's „De Kersentuin" (met Ida Wasserman), samen met Fie Carelsen het echtpaar Antropos in Thornton Wilder's „Met de hakken over de sloot", de Hertog van Altair in Christopher Fry's „Venus bespied" (met Elisabeth An dersen) en de hoofdrollen in Fry's „Het donker is licht genoeg", „Deze vrouw mag niet branden" en „De eerstgeborene", Von Wittenstein in „Ondine" van Giraudoux Dan denke men aan Fritz Hochwaelder's „Het heilige experiment", waarin Steen bergen de pater-provinciaal speelde. En wij herinneren ons nog levendig meer recente creaties: als de componist Sadley in Anna Bonacci's „Het uur der verrukking" (met Elisabeth Andersen als mrs. Sadley en Enny Meunier als Geraldine), als Frank Elgin in Clifford Odets' „Het meisje van buiten" (met Myra Ward), als Doc in Inge's „Kleine Sheba, kom terug", (met Ida Was serman als Lola), als Robert Dudley in Schiller's „Maria Stuart" (met Myra Ward als Elisabeth en Elisabeth Andersen als Mary), kolonel Bigna in Supervielle's „De kinderrover", als Hector in Giraudoux' „Er komt geen oorlog om Troje", als de pro fessor in Norman King's „In de schaduw van de twijfel" (met Ida Wasserman), de nar in De Ghelderode's „Escurial" (met Al- bert van Dalsum als de koning), Ornifle in Anouilh's „Ornifle" (met Enny Meunier), en zijn prestatie in O'Neill's „Een maan voor de misdeelden", samen met Myra Ward en Max Croiset. Zijn stijl is een zeer sterk doorgevoerd naturalisme, dat de mens laat zien, zonder enig dramatisch, zonder enig theatraal effect. In dit opzicht kan hij een verge lijking met de grootste krachten uit het buitenland glansrijk doorstaan. Ben van Eysselsteijn De vak- en standsraad van het Neder lands Verbond van Middenstandsvereni gingen heeft tijdens een in Utrecht ge houden vergadering gesproken over de ge volgen voor de middenstand van de beste dingsbeperking, de komende huurverho ging en het landbouwbeleid. In een resolu tie wordt gezegd dat de middenstand zowel ten gevolge van de bestedingsbeperking als door andere oorzaken steeds zwaarder wordt belast. Genoemd worden de belangrijke verhoging van de premie voor de vrijwil lige verzekerden bij de ziekenfondsen, de verschillende heffingen voor de Sociaal- Economische Raad, voor de produkt-, hoofdbedrijf- en bedrijfschappen, voor de Kamers van Koophandel en warenwet, de verhoging van de tarieven voor gas, elek triciteit en P.T.T., waardoor de midden stand, aldus de resolutie, veel zwaarder wordt getroffen dan de overige groepen van de bevolking, en de premie voor de algemene ouderdomswet. Voorts wordt ge zegd, dat bij de komende huurverhoging onderscheid dient te worden gemaakt tus sen woningen en bedrijfsruimten en dat de huurverhoging voor bedrijfsruimten dient te worden gesteld op ten hoogste 12/z per cent. De vergadering sprak voorts haar ern stige ongerustheid uit over de gevolgen van de verhoging van de melkprijs voor de melkslijters. Men wenste sanerings maatregelen in het melkslijtersbedrijf en maatregelen tegen rechtstreekse verkoop van melk door de boeren aan de consu ment. ADVERTENTIE VERKOOP en VERHUUR Nassaustraat 5 - Haarlem - Tel. 15220 Nieuwe Groenmarkt 2 - Haarlem - Tel. 15228 ADVERTENTIE De gehele RENAULT-personen- en vrachtwagen-collectie wordt u gedurende het weekend getoond door GARAGE DEN HOUT in de Haarlemmerhout. Houdt u een uurtje vrij Mej. dr. A. de Waal te Utrecht, oud- staatssecretaris van Onderwys, Kunsten en Wetenschappen, is benoemd tot ridder in de orde van de Nederlandse Leeuw. Voorts is aan mej. De Waal met ingang van 16 maart toegekend de persoonlijke titel van raadadviseur-honorair b(j het ministerie van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen. Het woonoord Lunetten te Vught, een deel van het vroegere concentratiekamp, waarin thans Ambonezen zijn onderge bracht en dat eigendom is van het mi nisterie van Oorlog, zal -worden ingericht tot magazijnruimte voor het leger. Twee honderd gezinnen uit dit woonoord wor den overgebracht naar het kamp Donzel te Nistelrode bij' Oss, dat in juli gereed komt. De overblijvende tweehonderd gezinnen zullen worden overgebracht naar nieuwe kampen in Capelle aan de IJsel, Leerdam, Vaessen en Winterswijk. In Pijnacker is het in aanbouw zijnde keuringsgebouw van de groenteveiling in gestort. De beide zijmuren bleken het ge wicht van de daarop rustende dakconstruc tie niet te kunnen dragen. De muren we ken uit en stortten in. Persoonlijke ongeluk ken deden zich niet voor. De minister van Verkeer en Waterstaat heeft aan de Eerste Kamer medegedeeld dat de voltooiing van het rijkswegennet, voor zover dat thans voor ogen staat, onge veer tweeduizend miljoen gulden zal vor deren. Teneinde de behoefte volgens de grove raming van de verkeerssituatie in 1970 enigermate te benaderen wordt voor de wegenbouw een jaargemiddelde van hon- Minister Algera is voorlopig niet van plan een maximumsnelheid buiten bebouwde kommen in te voeren, zo deelt de bewindsman mee aan de Eerste Kamer. Het komt de minister raadzaam voor zijn standpunt omtrent het al of niet invoeren van een bromfietsdiploma thans nog niet definitief te bepalen. De minister is er geen voorstander van het recht, dat bij de in voorbereiding zijnde wijziging van het Wegenverkeersreglement zal worden toegekend aan bestuurders van politie- en brandweerauto's door een rood stoplicht te rijden, eveneens te verlenen aan chauf feurs van ambulance-auto's. De minister heeft laten nagaan of artikel 208 van de Grondwet, dat de vrijheid van onderwijs waarborgt, zich verzet tegen een ï-egeling waarbij het geven van autorijles sen aan voorwaarden wordt gebonden. Twee hoogleraren in het staatsrecht heb ben op verzoek van de minister een rap port uitgebracht. Daarin komen zij tot de conclusie dat er geen aanvaardbaar crite rium aanwezig is onderscheid te maken tussen onderwijs, vallende onder de wer king van artikel 208 van de Grondwet, en onderricht dat niet daaronder zou vallen. Overeenkomstig een door deze hoogleraren gedane suggestie zal de minister trachten deze vraag aan het oordeel van de rech ter te onderwerpen. De minister is voor nemens door middel van een proefproces een rechterlijke uitspraak uit te lokken. Mocht de Hoge Raad beslissen dat artikel 208 van de Grondwet het opleggen van voorwaarden aan rijschoolhouders niet in de weg staat, dan zal de minister zo spoe dig mogelijk een wetsvoorstel tot regeling van het autorijschoolwezen aanhangig ma ken. Intussen moet rekening worden ge houden met de mogelijkheid dat de bezwa ren, ontleend aan artikel 208, door de Hoge Raad zullen worden gedeeld. In ieder geval, ook als de beslissing in andere zin zou uitvallen, zal met de totstandkoming van een wet nog geruime tijd zijn ge moeid. Daarom is gezocht naar een an dere oplossing, die aan de voornaamste bezwaren, verbonden aan de bestaande toestand, op korte termijn tegemoet zou kunnen komen. Deze oplossing kan worden bereikt door een wijziging van het Wegen verkeersreglement in die zin, dat aan degene, die onder zijn toezicht een motor rijtuig doet besturen, speciale eisen van vakbekwaamheid worden gesteld. Een wijziging van deze strekking is in voorbe reiding. derd miljoen gulden nodig geacht. Voor de bouw van bruggen en tunnels wordt dit gemiddelde voor de eerste vijf tot zes jaar op ongeveer vijfenveertig mil joen gesteld. De belangrijkste objecten zijn de bruggen over de Merwede bij Gorin- chem, over de Nieuwe Maas bij IJselmon- de, over het Haringvliet bij Tiengemeten en de verbinding tussen de Noordoostpol der en Oostelijk Flevoland bij Zwolsehoek. Voorts is rekening gehóuden met de bouw van een verkeerstunnel in Noordholland. Wat de tunnelbouw betreft zegt de minis ter dat in de nabijheid van de I-Iembrug thans two~ tunnels zijn geprojecteerd, één voor de spoorweg AmsterdamZaandam even ten westen van de Hembrug, en één voor autoverkeer op enige, afstand ten oosten van de Hembrug. Aan de spoortun nel is de naam Hemtunnel gegeven. De autotunnel wordt als Coentunnel aange duid. De Zaanstreek, meent de minister, heeft de grootste Belangstelling voor de autotunnel, omdat het vervoer te water in sterke mate verdrongen is en nog ver der wordt verdrongen door vervoer over de weg. Het is de minister duidelijk, dat men reikhalzend uitziet naar vermindering van de bezwaren voor het vervoer over de weg, dat thans bij de ponten groot oponthoud ondervindt. Hij zal zijn beslissingen zoveel mogelijk bespoedigen, maar er zal niette min nog enige tijd voor overleg en overwe ging noodzakelijk zijn wegens de omvang en de ingewikkeldheid van deze vraagstuk ken. De Coentunnnel en de IJtunnel zul len zeer kostbaar zijn. Bovendien moeten toegangswegen worden aangelegd die even eens hoge kosten medebrengen. De oplossing van het vraagstuk van de Noordzeekanaal- en IJoeververbindingen wordt thans door twee omstandigheden be heerst. In de eerste plaats zijn het de fi nanciële moeilijkheden, die tot beperking van de uitgaven nopen en in de tweede plaats is er alle aanleiding uit de daarop betrekking hebbende cijfers af te leiden, dat de capaciteit van een nieuwe autotun nel in staat is in de verkeersbehoefte, ook bij een sterk groeiend verkeer, te voorzien, zeker voor de komende jaren. Daarbij komt, dat de Coentunnel en de IJtunnel in zekere mate eikaars functie kunnen over nemen. Maar terwijl Rick daar op wacht stond en goed uitkeek naar vijanden, sloop Bunkie met een andere Indiaan héél zachtjes en voorzichtig naderbijTussen de struiken verborgen loerde hij naar Rick, en zonder dat er een takje kraakte kwam hij steeds dichter bij de cowboy. Nog zag Rick, geen gevaar. Bunkie nam zijn boog en legde er een pijl op; toen spande hij de boog en legde aan. Het waren natuurlijk geen gevaarlijke pijlener zat geen punt aan, maar een balletje; anders zouden ze natuurlijk elkaar pijn kunnen doen. 25-26 „Gy hebt in omstandigheden, die voor het koninkrijk van historische betekenis waren, de zwaarste beslissingen kunnen nemen en naleven volgens normen en in zichten die gij uzelf verworven hadt en die u sieren als mens en als leidsman. Gij hebt verantwoordelijkheden aanvaard en tot het einde toe gedragen, die u zullen doen voortleven in 's lands geschiedenis als een voorbeeld van moed, ernst en trouw in uren van benauwenis. Daarnaast zijt gij door het aanzien dat ge geniet in inter nationale kring onder de eersten geteld die hebben kunnen meewerken tot het schep pen van internationale verhoudingen, die straks wellicht in de geschiedenis der vol keren als zegenrijke vernieuwing zullen bekend staan". Deze woorden sprak gisteren de promo tor, prof. dr. P. J. van Winter, in de der- tiende-eeuwse A-kerk te Groningen bij de promotie van jhr. mr. A. W. L. Tjarda van Starkenborgh Stachouwer tot ere doctor in de letteren en wijsbegeerte. Prof. Van Winter herinnerde in zijn levensschets van de promovendus aan diens Groninger jaren, aan zijn studie aan de universiteit, aan zijn jaren als Commis saris der Koningin in het gewest, waaraan zijn geslacht zovele diensten heeft be wezen, aan zijn werkzaamheden als presi dent-curator aan de universiteit, zijn stre ven als gezant in Brussel naar verhelde ring van de Nederlands-Belgische betrek kingen en zijn arbeid als gouverneur- generaal van Nederlandsch-Indië, „waar hij tenslotte zijn zwaarste gang zou moe ten gaan", aldus de promotor. „De senaat eert u als de man die in zijn persoonlijke levenshouding de kracht en de volharding vond tot de moed, de trouw en de waardigheid, waarmee gij de Neder landse naam hebt hoog gehouden in dagen van de zwaarste beproeving voor Ko ningin en koninkrijk en voor allen die zich daaraan verbonden weten. Hij eert u niet minder als de man, die met de kracht van zijn grote gaven van geest en karakter en met heel zijn erkend gezag Nederland heeft mogen en willen en kunnen dienen op het belangrijk gebied van de inter nationale betrekkingen, waarop wij in een nieuw bestel onze plaats moeten gaan innemen", zei prof. Van Winter, die voorts opmerkte, dat jhr. Van Starkenborgh zich een man getoond heeft voor wie ook de eisen van staatsmanschap gebonden zijn aan de bestaande en erkende structuur. Toen de Nederlandse vertegenwoordiging bij de NAVO moest worden geregeld kon den onze belangen veilig worden toever trouwd aan iemand van erkende be kwaamheid en groot gezag, die de werke lijkheid van het nationaal bestaan niet uit het oog zou verliezen en tevens construc tief zou weten te werken in een verband, waar op steeds nieuwe terreinen coördi natie en samenwerking moeten worden tot stand gebracht. Dankwoord In zijn dankwoord richtte de jonge ere doctor zich eerst tot de Koningin. „Het waren de besluiten van Koningin Wilhelmina, vervolgens die van Uwe Ma jesteit, die de lijnen bepaald hebben, waarlangs mijn bestaan zich ontwikkelen v.. 11 „U begrijpt, juffrouw Wrayne, dat het tante en mij 11 zeer raadselachtig voorkwam. We begrepen niet, wat de bedoeling wel kon zijn. Maar een paar dagen latei', toen we het eigenlijk al weer vergeten hadden, deed er zich een ander nogal vreemd voorval voor. Dat was drie dagen geleden en ik was met mijn wagentje uitgegaan om te lunchen bij een vriendin van me. Toen ik om een uur of vijf thuiskwam, vertelde tante, dat ze weer een bezoeker had gehad. Ze zei, dat, nadat ik was weggegaan Maar Daphne viel haar in de rede en vroeg: „Hoe lang daarna?" „Ongeveer een half uur daarna. Hoezo?" „Vergeet dat maar voor het ogenblik. Vertel eens ver der." „Nu, er kwam een man aan de deur, goedgekleed en welbespraakt. Hij kwam van de.even kijken, dan kan ik het u precies vertellen." Zij haalde uit haar handtasje een stuk papier. „O ja, het was een ambtenaar van de afdeling Taxatie van de Dienst van Belastingen en Accijnzen. En aange zien hij zich kon legitimeren met een gedrukt stuk pa pier van zijn kantoor, aarzelde tante geen ogenblik hem toe te laten. Maar op uw gezicht zie ik al wat u ervan denkt." Daphne zat zachtjes te lachen. „Ik denk wel, dat ik weet wat hij kwam doen: hij wilde natuurlijk het huis zien, maakte tekeningen en nam de maat van iedere kamer van het huis. En na tuurlijk was hij een oplichter, net als die ander!" „Inderdaad, zo was het", zei Sheila Morstone, weer eens verbluft van het doorzicht van Daphne Wrayne. „En ik ben er toevallig achter gekomen, want ik ver dacht hem evenmin als tante het deed. Maar toen ik de volgende ochtend door High Street in Windycombe reed. passeerde ik daar toevallig de kantoren van de Belastin gen en Accijnzen, afdeling taxatie. Ik kwam op het denk beeld eens naar binnen te stappen en u kunt mijn ver bazing begrijpen, toen ik vernam, dat nog niemand bij mij thuis was geweest. Pas over een maand gaan ze met ons district beginnen. Juffrouw Wrayne wat kan dat toch allemaal betekenen?" Daphne leunde achterover in haar stoel, met haar vin gertoppen tegen elkaar, zoals zij steeds deed, wanneer I zij trachtte een moeilijk raadsel op te lossen. „Ja, dat zou ik ook wel willen weten, Sheila", ant woordde ze. „Het enige wat ik je op het ogenblik kan zeggén is, dat we te maken hebben met een paar zeer snuggere lieden. Er wórdt op het moment gewerkt aan hertaxatie, met het oog op de belasting. Je begrijpt nu waaróm ik het slim van die geheimzinnige meneer of groep vindt. Hij of zij willen kennelijk dolgraag je huis van binnen bekijken, maar waarom? De oude truc zou zijn geweest, als de bezoeker zich had aangediend als beambte van gas of electriciteit of iets dergelijks. Maar dit is véél slimmer. En zou je in Windycombe het Be lastingkantoor niet binnengestapt zijn, dan zou je nooit ontdekt hebben, dat die man een oplichter was. Op het ogenblik weet ik niet meer dan jij me verteld hebt. Is er nog meer vreemds gebeurd?" „Ja, drie dagen geleden. Farao, de hond, slaapt altijd in mijn kamer. Om twee uur 's nachts werd ik wakker, omdat hij gromde op de manier, die betekent, dat er iets is wat hem niet aanstaat. Hij stond bij het raam en daarom stapte ik mijn bed uit en liep naar hem toe. Ik vroeg wat er was, want ik spreek bijna met hem als met een mens, begrijpt u?" „En of," antwoordde Daphne lachend, „het is net als met mijn Patch. En ik denk, dat hij doorging met brom men als om te kennen te geven, dat hij je niet voor niets uit bed had gehaald?" „Zo was het, juffrouw Wrayne. Ik trok de gordijnen een beetje opzij en keek naar buiten. En Farao ging maar door met grommen. „Hij wilde maar zeggen, dat er heus iets was en dat, als jij het niet kon zien, hij het wél kon?" „Juist, wat bent u goed op de hoogte van honden! Ik stond daar wel vijf minuten de tuin af te zoeken, want het was niet erg donker. De nacht was stil en er was zelfs geen zuchtje. Plotseling zag ik iets bewegen tussen het struikgewas bij de muur. Ik voelde, dat Farao, die nog steeds veelbetekenend gromde, er op af wilde. Ik ben er van overtuigd, dat er inderdaad iemand, in de tuin was en dat hij zich niet vergiste. Daarom ging ik zachtjes met hem naar beneden, deed de voordeur open en toen schoot hij als een pijl uit de boog over het grasveld Weer gromde hij toen hij in het struikgewas rondliep" „En de deur was open, terwijl je daar in de hal stond?", vroeg Daphne, een beetje scherp. „Nee, want dadelijk nadat ik Farao had laten lopen, deed ik de ketting-weer op de deur en wachtte. Ik be sefte, dat het een val kon zijn en dat er nog iemand bij het huis zou kunnen zijn, die er op loerde naar binnen te komen!" „O, dan was het goed", zei Daphne, met evenveel goed keuring in haar stem als in de blik, waarmee zij naar Sheila keek. „En wat gebeurde er toen?" „Na een minuut of tien kwam Farao terug. Z'n hele gedrag wasJa, hoe moet ik het eigenlijk zeggen?" „Zullen we maar zeggen, dat hij ontevreden was over zichzelf, maar toch gerustgesteld leek?", vroeg Daphne. „Hij probeerde je te zeggen, dat er iemand in de tuin was geweest, maar dat hij geen kans had gezien hem te pakken te krijgen, hè?" „Ja, zo was het. Toen ik de deur weer gesloten had en naar mijn kamer was gegaan, posteerde hij zich weer voor het venster, wat hij als regel nooit doet, alsof hij wilde zeggen, dat ik rustig kon gaan slapen en dat hij, als er iemand tevoorschijn zou komen, het mij dadelijk zou laten weten". „En kwam die iemand terug?" „Nee. Maar toen ik mij 's ochtends gekleed had en Fa rao uitgelaten had, begon hij te blaffen. Hij rende van het huis de tuin en in dan weer terug. Hij wilde er mee zeggen, dat ik mee moest gaan en zelf eens komen kij ken. U weet hoe honden dat kunnen doen. Dus ik ging achter hem aan en vond in het struikgewas waar ik iets had menen te zien bewegen, een groot stuk rauw vlees. Gelukkig heb ik Farao van zijn jeugd af aan erop ge traind nooit voedsel van iemand anders dan van tante en mij aan te nemen. Ik dank de hemel ervoor, want toen ik het stuk vlees meenam naar de dokter en het door hem liet onderzoekennu, u kunt zich wel voorstel- 'en, wat er mee was, juffrouw Wrayne". „Het was natuurlijk vergiftigd?" „De dokter zei, dat als Farao ervan gegeten zou heb- on, het arme dier in minder dan vijf minuten dood zou ijn geweest". Er viel een ogenblik stilte. Daphne keek ernstig. „Wat heb je tegen de dokter gezegd?" vroeg ze ten- lotte. „Heb je hem op de hoogte gebracht van de vreem- e gebeurtenissen?" (Wordt vervolgd). 99 zou. Deze besluiten riepen tot taken die ik beschouwen mocht als panden van vorste lijk vertrouwen. Gunstbewijzen zijn mij, zowel ambtelijk als persoonlijk, door Uwe Majesteit en uwe koninklijke moeder overvloedig geschonken. Zij waren bron nen van voldoening en schraagden in zor genvolle tijden". Hij zei voorts verheugd te zijn dat deze samenkomst belegd was in de stad van zijn geboorte en opvoeding, de stad waar zijn ouders hun leven doorgebracht heb ben, de hoofdplaats van het gewest waar hij meer dan acht jaar als Commissaris der Koningin werkzaam was geweest. Vervolgens sprak jhr. Van Starkenborgh over zijn komst in Indië. Doelbewust werd er naar gestreefd de bevolking naar hoger peil te brengen. Aan haar verheffing werd ten koste gelegd wat de zwaarbelaste ge meenschap dragen kon. Dit beleid, aldus spreker, was ingegeven niet door sociaal motief alleen, de drang om zwakken bij te staan, maar tevens door inzicht in de toekomst der betrekkingen tot het moeder land. Ingezien werd dat Indië niet voor onbeperkte duur onder Nederlandse voog dij zou staan. Voor de nationalisten was politieke zelfstandigheid geen verder, maar onmiddellijk doel. Voor de onrijp heid der gemeenschap om zich geheel met eigen krachten te besturen, hadden zij geen oog. Naarmate de buitenlandse drei ging toenam hadden zij hun actie in en buiten de vertegenwoordigende lichamen opgevoerd. Eind februari 1942 was de vijand ver in de archipel doorgedrongen. Het* gezag verbrokkelde, de maatschappij verloor haar samenhang. Nog geen twaalf jaren na het oorlogseinde lijken deze her inneringen verhalen uit een ver verleden, zei jhr. Tjarda. Een ander tijdperk is inge treden. Gebleven echter is de verweven heid der belangen van het moderne westen en de Aziatische en Afrikaanse volken van wie Indonesië en verscheidene andere bestaan in nieuw verworven onafhanke lijkheid. Vervolgens schetste jhr. Tjarda de wen ding die zich door de oorlog in ons buiten lands beleid voltrokken heeft: die van een zelfstandigheid naar een zich verbinden met andere landen. Nadat de rector magnificus, prof. dr. J. A. Ariens Kappers, een dankwoord had ge sproken, werd in de aula van de universi teit een receptie gehouden. De eersten, die de eredoctor gelukwensten, waren de Ko ningin en de Prins, die daarna naar het vliegveld Eelde reden, vanwaar zij per vliegtuig naar Soesterberg terugkeerden. „Evert Kupers-oord". Het „Evert Ku- pers-oord" in Amersfoort, het thans in aan bouw zijnde nieuwe vakantieoord van het N.V.V., zal volgend jaar aprilmei in ge bruik worden genomen. De aangesloten bon den, die reed.1; een belangrijk deel van de bouwkosten bijeenbrachten, hebben ook gelden beschikbaar gesteld om in het nieuwe gebouw 'n „Coen van der Lende-bibliotheek" te kunnen onderbrengen. Op deze wijze wil men tegelijk met Kupers de oud-secretaris van het N.V.V. eren. Vertalersgenootschap. Tot secretaris van het Nederlands Genootschap van Ver talers is benoemd de heer I. J. Citroen in Hil versum. Donderdagavond 4 april houdt het genootschap in Krasnapolski in Amsterdam een discussieavond met als onderwerp: „De beoordeling van de vertaler en zijn werk". Afgebrand. Woensdagavond is de krat- tenfabriek van de firma P. Koopen te Bo- venkarspel afgebrand. Het vuur werd aan gewakkerd door de felle wind, zodat ook de brandweren van Enkhuizen en Grootebroek assistentie bij het blussingswerk moesten verlenen. De oorzaak van de brand is nog onbekend. DONDERDAG 21 MAART Roxy: „Het mystei'ie van de cobra", 18 j., 7 en 9.15 u. Frans Hals: „De gewetenlozen". 18 jaar, 7 en 9.15 uur. Studio: „Schuldig bloed.", 18 jaar, 6.45 en 9.15 uur. Lid»; „Ands- tasia", alle leeftijden, 7 en 9.15 uur. Luxor: „Bloed in die zon", 14 jaar, 7 en 9.15 uur. Rembrandt: „Sissi", alle leeftijden, 7 en 9.15 uur. Cinema Palace: „De schaduw op het dak", 14 jaar, 7 en 9.15 uur. Minerva: Voor Bijzonder Kerkewerk Herv. Gem. Heem stede de film „Het woord" van Kaj Munk, 8.15 uur. Concertgebouw: Piano-recital door Gloria Sharaff, 8 uui\ Zuiderkapel: J. Klein Haneveld, 8 uur. VRIJDAG 22 MAART Minerva: „De wereld der stilte", alle leeft., 8.15 uur. Studio: „Mijn kleine Hongaarse Piroschka", alle leeft., 2.15, 7 en 9.15 uur. Rembrandt: „Sissi", alle leeft., 2, 4.15, 7 en 9.15 uur. Cinema Palace: „Duivel in zijde", 18 jaar, 2, 4.15, 7 en 9.15 uur. Frans Hals: „Het geheim van de vijf graven", 14 jaar, 2.30, 7 en 9.15 uur. Roxy: „El Paso", 14 jaar, 2.30, 7 en 9.15 uur. Lido: „In de sloppen van een wereldstad", 18 jaar, 2, 4.15, 7 en 9.15 u. Luxor: „Mannen in het wit", 18 jaar, 2, 7 en 9.15 uur. Concertgebouw: Achtste concert serne V, N.Ph.O. o.l.v. Bernard Hadtink. Solist Jo Juda, viool, 8 uur. Paul Chr. van Westering bespreekt het concei't om 7.30 uur voor Volksuniversiteit. St. Bavo: „Tot vijf over twaalf", film over Hitier, 18 jaar, 8 u.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1957 | | pagina 6