Tien jaar Academie voor voortgezet economisch onderwijs te Haarlem Monteur bouwde met de hand een personenauto Smeden in bollenstreek werken met élan aan praalwagens „De kapitein van Köpenick" rijk aan fijngeestige details SLOT DEFECT? Onontbeerlijk instituut tot vorming van kader voor het bedrijfsleven „Nuttig werk moet worden voortgezet" Oneven aan de redactie ZATERDAG 30 MAART 1957 HAARLEMS DAGBLAD OPRECHTE HAARLEMSCHE COURANT 11 A. Tibboel sprak voor bejaarden Haarlemse telefoonnet enige dagen gestoord Burgerlijke Stand DRUKTE VOOR HET BLOEMENCORSO FILM VAN HELMUT KAUTNER Toegangsprijs Frans Hals museum wordt 0,50 Wethouder Geluk Drie jaar geleden zat de heer J. A. Wey man, Anjelier straat 13 te Haarlem met zijn echtgenote en kinderen aan tafel. De heer Weyman is onderhoudsmonteur bij een grote autofabriek en daarom is het niet vreemd, dat hij onbewust een mooie ge stroomlijnde auto zat te tekenen. Toen de wagen-op-papier klaar was, toonde de heer Weyman het resultaat van zijn tekenvaar digheid aan zijn huisgenoten. Niet lang daarna kwam zijn uitroep: „Ik ga zo'n ding bouwen Het bleef niet bij deze uitroep, want de heer Weyman ging aan de slag. Avond aan avond stapte de autobouwer zijn schuurtje binnen, pakte het gereedschap en begon metalen te bewerken. Platen voor de carros serie werden met de hand omgebogen en in de juiste vorm gebracht. De autofabriek, bij wie de heer Weyman in dienst is, ver leende medewerking en stelde hem om schoonheidsfoutjes afgekeurde materialen ter beschikking, bijvoorbeeld: een bumper, lampeglazen en een stuur. Dikwijls waren deze materialen nog niet geheel afgewerkt, zodat de amateur-autobouwer er nog het nodige aan moest doen. Urenlang was de heer Heyman in het schuurtje aan het werk en langzaam vor derde de bouw. 's Avonds kwamen echt genote en kinderen even kijken naar het geknutsel van de autobouwer, voor wiens bouwcapaciteiten zij natuurlijk een diepe bewondering toonden. Drie jaar zijn verstreken sinds de heer Heyman in een speelse bui een auto zat te tekenen. En nu staat achter zijn woning een indrukwekkende „slee" in een schuur tje, dat de heer Heyman er maar voor het gemak omheen heeft gebouwd. Het werk is zover gevorderd, dat nog slechts de laat ste hand aan de auto moet worden gelegd. Daarom zal het gevaarte zaterdag met man en macht uit het schuurtje via achter tuintjes naar de straat worden gebracht. Dit kan niet zonder de medewerking van de buren, maar daarop kan de autobouwer vertrouwen: zij hebben reeds hun hulp toe gezegd. De auto is bijna vier meter lang en heeft slechts drie wielen: twee van voren en één van achter. De motor, die achterin is geplaatst, is een twee-cylinder JLO- motor, waarmee de heer Weyman zestig kilometer per uur denkt te halen. Het ge raamte voor de carrosserie is van hout en het dak is van gebogen houten spanten, eerst bedekt met een laag watten en daar na overspannen met kunstleer. Voor de voorruit gebruikte de autobouwer een af gekeurde achterruit van een merkauto. In de wagen zijn twee zitplaatsen voor vol wassenen en drie plaatsen voor kinderen. De geraamten van de stoeltjes zijn met plastic bekleed. De auto heeft reeds een merk gekregen: „home-made", dat zowel aan de voor- als achterzijde van de blauwe „slee" te lezen zal zijn. Het is echter nog niet zo ver, dat met de met de hand gebouwde auto zater dag al kan worden gereden. Want eerst moet de verkeerspolitie het maaksel scherp keuren. En trouwens: de heer Weyman vindt, dat de wagen perfect in orde moet zijn, voordat hij zich met vrouw en kin deren ermee op de weg waagt. Uiteraard heeft de autobouwer de afge lopen jaren met plezier aan zijn wagen ge knutseld. Maar nu begint het hem een beetje te vervelen. „Het duurt wel erg ADVERTENTIE „DE S L E U T E L S P E C I A L I S T" LANGE VEEESTRAAT 10 TEL. 11493 De wethouder van Sociale Zaken te Lisse, de heer A. Tibboel, heeft donderdag in het vergaderlokaal van de Gereformeerde Kerk te Lisse gesproken voor de afdeling Lisse van de Algemene Bond van Bejaarden. Hij belichtte de „goede oude tijd en de wereld- van-vandaag". De afdelingsvoorzitter, de heer G. Spaar garen, opende de bijeenkomst. De heer Tibboel ging na wat er in de afgelopen halve eeuw op sociaal terrein ten goede is veranderd. Spreker merkte op, dat vijftig jaar geleden nog vele misstanden heersten; ook de kerken schoten volledig te kort in hun taak. Vroeger had men in de kerk de zogenaamde „weduwenbank" Wanneer de dienst was afgelopen behoorden de wedu wen op te staan en ontvingen uit handen van de diakenen ten aanschouwe van de gehele gemeente een klein bedrag aan geld. Spreker ging ook nog even in op de strijd, die ds. Talma heeft gevoerd. Voorts be sprak hij uitvoerig de woningpolitiek, die de gemeente Lisse thans volgt. Lisse heeft in verhouding met andere overeenkomstige gemeenten in de bollenstreek, volgens de heer Tibboel, de meeste huizen gebouwd. Er zijn echter nog tientallen krotwoningen, die hoognodig moeten worden opgeruimd. In verband met omvangrijke werkzaam heden aan het telefoonkabelnet in Haar- 'em-noord en oost zullen verscheidene te lefoon-aansluitingen in deze gedeelten van de stad van maandag tot en met vrijdag lang en daarom moet er maar gauw een einde aan komen", vertelde de autobouwer, die er vast van overtuigd is, dat zijn auto goed zal rijden. „Waar is nog zo'n stevig gebouwde wagen te vinden?" vroeg hij. „Mijn wagen zal in degelijkheid met de beste Amerikaanse wagens kunnen con curreren", zei de heer Weyman, die het volste vertrouwen in zijn maaksel heeft. „Als hij goed rijdt, gaan we er tochten mee maken." Haarlem, 29 maart 1957 GEHUWD, 29 maart: S. Smit en J. M. Vaars. BEVALLEN van een zoon, 28 maart: P. RoodenburgSnoek; G. W. FluitsmaNau- ta; M. L. van LaarSpaargaren; 29 maart: Ghr. E. KramerHeeren; L. H. Joosten Olijve. BEVALLEN van een dochter, 27 maart: J. H. BuijsMeijer; 28 maart: P. J. Polman- Van den Berg; G. H. OutValbracht; C. W. M. VlottesSchilder; 29 maart: A. C. J. van Besou wW i 11 ek ens OVERLEDEN, 28 maart: A. Apelboom, 76 j., Kenaupark; J. W. E. WiebolsRohde, 82 jaar, Hazepaterslaan. Nu het comité voor het bloemencorso in de bloembollenstreek heeft besloten, de karavaan van bloemenwagens op 13 april, inplaats van op 27 april, door de dorpen Iiillegom, Lisse en Sassenheim te laten rijden, zijn de bouwers van de praal wagens met man en macht aan het werk gegaan om de geraamten van de wagens tijdig gereed te hebben. Reeds staan in de verschillende dorpen enkele geraamten klaar om op de dagen voor zaterdag 13 april te worden „aangekleed". Met corsoconsul Van Driel hebben wij een tocht door de bollenstreek gemaakt, waar overal de smeden werkzaam zijn aan het lassen van de ijzeren geraamten voor de praalwagens. In de grote H.B.G.-hal te Lisse ziet men al vele wagens „in de stro" staan. Alleen de hyacintentrossen moet er nog worden opgestoken. Bij een smederij te Iiillegom staat de wagen „De pauw" al klaar: een grote vogel met wijd-uitwaaie- rende staart, die gebouwd is op een tractor, j Voorts is bij deze smid een wagen van de j groep exporteurs op Frankrijk in aanbouw: „Marianne presenteert de lente". Voorop deze wagen komen twee Normandische meisjes, die voor deze gelegenheid uit Frankrijk overkomen, en achterop de wa gen zal Marianne zelf zetelen. Haar is de eer toebedeeld, de hoogste zitplaats in het gehele corso te hebben. Haar stoeltje is ruim vijf meter boven de begane grond en de ladderwagen van het Elektriciteitsbe drijf Hillegom-Lisse-Sassenheim, die ieder jaar bij de opstelling van het corso zulke goede diensten bewijst, zal moeten worden ingeschakeld om de lieftallige. Marianne op haar zetel te plaatsen. In Warmond is men druk doende de wa gen „Prins narcis" in elkaar te lassen en aan de Lisserdijk zijn twee werkstukken onder handen: de wagen van de Keuken hof en die van de Bond van Bloembollen veilingen. Op de eerste wagen zal Jacoba van Beieren plaats nemen tussen de torens van het Keukenhof-kasteel. Omringd door haar hofdames zal Jacoba uitkijken over het bollenland, terwijl op de „voorplecht" een valkenier-met-valk de jacht in vroeger dagen zal symboliseren. De bloemenwagen zal worden getrokken door een tractor met vliegende pijlen, als symbool van de vooruitgaande expoi't, en ovexdopende man den-met-bollen, die de kwekerij uitbeel den. Deze praalwagen is 3,60 meter breed en de Rolbx-ug over de Ringvaart heeft slechts een bi-eedte van 3,10 metei-, zodat het vervoer van dit gevaarte nog een moei lijkheid woi"dt. De wagen van de Bond van Bloembollenveilingen is getiteld: „Nacht in Venetië", en stelt een Venetiaanse brug voor, rijdende achter twee lange gondels. De lengte van het geheel is zeventien meter. Odysseus aan de mast In de veilinghal van de H.B.G. staan al twaalf wagens „in het stro". Onder meer: Odysseus, vastgebonden aan een mast en voorop, op een „bloemenrots", Penelope aan een spinnewiel. In de hal vindt men ook een wagen „Symfonie in x~ood en blauw" zo recht en strak van lijn, dat men er de zwier en charme, die de stijl van de ontwerper Van Driel kenmerken, tevergeefs in zal zoeken. En toch is deze ADVERTENTIE wagen ook een ontwerp van de heer Van Driel. De afdeling Lisse van „Bloembollen cultuur" zal vertegenwoordigd zijn met een zegewagen, getrokken door vier paarden: „De gladiool" zal zich presenteren met vier grote, rijdende toeven in de vorm van een gladiolentak. Tot 10 april zal aan deze wagens nog maar weinig aandacht worden besteed. Dan komen de mannen en vrouwen, die de geux-ende hyacintentrossen op het stro zul len steken om de laatste hand aan het bloemencorso te leggen. Een enerverende spanning zal voorafgaan aan het moment, dat de bloemenstoet zich zaterdag 13 april te Sassenheim om elf uur in beweging zal zetten. NIEMAND MINDER dan Helmut Kaut- ner tekent voor de regie van „De kapitein van Köpenick", het vermakelijkste bedrog uit het Duitsland van de eerste helft van deze eeuw, dat zelfs keizer Wilhelm harte lijk deed lachen toen hij er de juiste toe dracht van vernam. Het is niet de eerste maal, dat Kautner een humoristisch onder werp ter verfilming koos. Het meest bekend is zijn „Die letzte Brücke", de bevesti ging van een reputatie, welke hij zich met zijn in de oorlogsjaren gemaakte en sterk Frans georiënteerde film „Romanze in moll" verwierf. Over „Die letzte Brücke" behoef ik hier niet in herhaling te treden. Enige affiniteit met „De kapitein van Kö penick" zal men er niet in ontdekken. Veel schien heeft Kautner daar niet helemaal goed aan gedaan. Misschien heeft hij ons wat van het plezier in de kapitein ont nomen door ons zo met nadruk te wijzen op betrekkelijkheid ervan. Het ligt er maar aan hoe je het beziet. Kautner beziet vooral de keerzijde van de medaille. Hij geeft heel uitvoerig rekenschap van alles wat er ge beurde vóór dat eenvoudige mannetje, dat het in het leven zo weinig meezat, ertoe kwam zich in een kapiteinsuniform te ste ken, een twaalftal soldaten te requireren en ermee naar Köpenick te gaan, waar hij de burgemeester ai'resteerde en gevanke lijk naar Berlijn deed wegvoeren. En waar om hij dat deed? Omdat hij een pas wilde hebben, de enige mogelijkheid om buiten eerder herkent men de man van „Romanze Duitsland werk te vinden, nu hij in de in Moll" in de amusante kapiteinsgeschie- denis.Vooral dan door de fijngeestige detail lering, de zin voor nuance, de openbaar making van kleine en ogenschijnlijk niet ter zake doende motieven, die nochtans het innerlijk blootleggen. Kautner blijkt namelijk nauwelijks genegen tot sterke effecten. Met „De kapitein van Köpenick" is hij er niet op uit geweest een film te maken, die de mensen doet schudden van het lachen. Hij probeert integendeel de gemoederen heel fijnzinnig te bespelen en ons te bewegen tot een glimlach, die voort duurt. Want hij maakt van de kapitein geen kluchtige held. Hij plaatst hem in een groteske situatie zonder uit het oog te ver liezen dat de man zelf die situatie niet ge wild heeft, er hoogstens de begeleidende omstandigheden voor heeft uitgebuit. Mis- OP 26 APRIL 1947 meldde Haai'lems Dagblad de oprichting van een nieuw Haarlems onderwijsinstituut: de Academie voor voortgezet economisch onderwijs, welke de toch al vele en gevarieerde opleidingsmogelijkheden in Zuid-Kennemerland met een nieuw type veiTijkte. Na tien jaar kan men op grond van de opgedane ervaringen en de ontvangen reacties inderdaad van een verrijking spreken, een geestelijk voordeel zowel voor de maatschappij als voor de betrokkenen die de Academie met goed gevolg bezochten. Degenen die in 1947 de Academie voor voortgezet economisch onderwijs oprichtten, hebben pionierswerk verricht. En hoewel men - helaas - na de eerste tien jaar nog niet kan zeggen, dat de Academie zich in haar eerste decennium zoveel burgerrecht heeft kunnen verwerven, dat haar toekomst in alle opzichten veilig is, het staat vast, dat uit een oogpunt van algemeen maatschappelijk belang de Academie voor voortgezet economisch ondex-wijs in de vorm waarin wij haar sedert 1947 kennen, niet alleen een zeer geslaagde, maar zelfs een noodzakelijke instelling is geworden voor allen die hun uitsluitend administratief-economische of technisch- economische kennis willen verdiepen tot een sociaal-economisch en wijsgerig-econo- misch inzicht. Op die gx-ondslag zag en ziet de Academie vooral als haar taak diegenen, die hun op leiding met het eindexamen van een mid delbare school (casu quo een hogere tech nische school) afgesloten hebben, een zo danige theox-etische ondergrond te geven, dat zij met een gescherpt inzicht in en een helder begrip van het hedendaags maat schappelijk bestel hun dagelijks werk kun nen verrichten. Die gedachte was niet nieuw, maar zij had tijd nodig om verwezenlijkt te kunnen worden. Reeds in 1915 schreef de Holland- sche Revue over de denkbeelden van de toenmalige dii-ecteur van de Haai-lemse Hogere Handelsschool, dr. A. Borgman: „Verder moet veel gebruik gemaakt wor den van het nog te i-egelen „voortgezet handelsonderwijs", dat in zekere zin buiten de school staat. Eerst ti-eden als leiders op de directeur met de leraren, terwijl de kosten geheel of grotendeels door de deel nemers aan de cursussen worden betaald. Schoolse dwang is bij dat onderwijs uit den boze; toewijding, belangstelling en vrijheid komen er voor in de plaats. Lang zamerhand nemen o u d-1 eerlingen de zaak ter hand en ziedaar, een band ge vormd tussen de school, de leerlingen en het leven". Dit citaat is zinrijk, want het zijn oud leerlingen geweest van de Hogere Handels van acht uur 's morgens tot vijf uur 's mid- school, de^ tegenwoordige H.B.S. A, die dags gestoord kunnen zijn. Storingen kunnen zich voordoen: op maandag in de Luciferstx-aat en aan de Mui- derslotweg tussen Luciferstx-aat en Oudaenstraat; dinsdag een gedeelte van de aansluitingen in de Gijsbrecht van Aem- stelstraat, Tesselschadestraat, Oudaen straat en Muiderslotweg; woensdag een ge deelte van de aansluitingen tussen Rijks straatweg, Vondelweg en Vergierdeweg; dondeixlag een gedeelte van de aansluitin gen in de Tesselschadestraat, Leeuwenda lerstraat en Gijsbrecht van Aemstelstraat; vrijdag een gedeelte van de aansluitingen aan de Jan Gijzenkade, Caninefatenstraat, Dietsveld en Vondelweg. De toegangsprijs tot het Frans Halsmu seum is, zoals wij gisteren berichtten, ver hoogd. Echter niet op een dergelijke dras tische wijze als men uit dit bericht heeft kunnen opmaken. De nieuwe toegangprijs die B. en W. van Haarlem de raad voor stellen te aanvaarden, bedraagt f 0.50 per persoon (in plaats van het abusievelijk ge noemde bedrag van f50). tenslotte de fundamenten voor de Acade mie, die een blijvend eei'bewijs voor de vooruitstrevende blik van dr. Box-gman vormt, hebben gelegd. Dat gebeux-de al lang voor 1947. In de jax-en 1936 en 1937 werd reeds aan de voorbereidingen gewerkt, in november 1938 begon het Instituut voor Economische leer gangen zijn werk en werd tevens de nota riële acte gepasseerd, waarbij de stichting, welke thans de Academie beheert, werd opgericht. De tweede wereldoorlog was er de oorzaak van, dat het tot 1947 zou duren voor de Academie haar eerste studenten kon ontvangen. Er is daartoe enorm veel werk vex-zet, inzonderheid door de in 1951 overleden heer Izaak Cransberg, wiens grote verdiensten voor de Academie met grote eerbied worden genoemd door de H.H.V.'ex-s die nu nog in het bestuur van de Academie zitting hebben: P. C. André de la Porte, J. Clausing, L. A. Bakker en E. B. Moolenaars en door de oud-leerlingen die nu mede het curatorium vormen: wet houder D. J. A. Geluk, B. G. Kernkamp en prof. dr. P. Kuin. Juiste beginselen Dat de beginselen, waarvan bij de stich ting van de Academie werd uitgegaan, juist bleken te zijn, kan worden afgeleid uit de omstandigheid, dat er in de praktijk van de afgelopen tien jaren maar heel weinig aan het leerplan en de algemene opzet van het instituut behoefde te woi-den gewijzigd. De grondgedachte der Academie is be paald door de ervaring, dat het in de ach ter ons liggende dertig jaren steeds duide lijker is geworden, dat een middelbare op leiding hoe goed ook - niet meer vol doende is voor het bekleden van hogere functies in het maatschappelijk en in het bijzonder in het economisch leven. Echter: niet iedereen is in staat universitaire studie te volgen. Voor deze geroepenen tot lei dende functies biedt de Academie de mo gelijkheid om uit te stijgen boven louter technische vakkennis - hoe belangrijk ook - en tot het verwerven van een breed in zicht in de samenhang der maatschappe lijke en economisch verschijnselen. Daarom vormt sociologie de samenbin dende factor van de maatschappelijke vak ken als economie, bedrijfseconomie, recht en statistiek en wordt er behalve sociologie ook economische geschiedenis en een in leiding tot wijsbegeerte gedoceerd. Dit leer plan voi-mt een redelijke basis voor de vorming van critische, zelf denkende men sen, naar het ideaal dat wijlen de heer I. Cransbex-g reeds voor ogen stond. Het nut tige effect van de Academie voor voort gezet economisch onderwijs is dan ook tweezijdig: het brengt de individuele cur sist op een hoger geestelijk plan, dat, al zal men er nooit van mogen verwachten, dat het onmiddellijk - zeer zeker wel in een niet te lang tijdsverloop - in materieel x-en- dement wordt omgezet, en het helpt mede aan een breed-ontwikkeld, geestelijk ruim denkend kader, waaraan op het ogenblik zo'n schreeuwende behoefte blijkt. Alleen op grond van de laatste omstan digheid had men een matex-ieel florissantere situatie bij de Academie mogen verwachten dan in werkelijkheid het geval is. Dit temeer, omdat docenten van naam hun beste krachten aan het instituut geven of hebben gegeven. Zowel de eerste rector, mr. J. Bierens de Haan, als de tegenwoor dige, di\ S. Elzinga, hebben zich zeer in gespannen om de Academie de culturele achtex-grond te geven die zij behoeft. Beiden zijn mannen van een grote eruditie, de tegenwoordige rector beschikt bovendien over een rijke onderwijs-organisatorische en onderwijs-pedagogische ervaring en opende bovendien meer dan eens ruime vergezichten op het soms wel eens wat benauwde Nedei-landse schooiert inzondex-- heid ook op dat van de handelsschool. Daarnaast stond en staat een staf van do centen, wie het ideële belang van de vor ming van goed bedrijfskader meer ter harte gaat dan de vex-goeding welke zij voor hun lesuren ontvangen. Niet overal begrip Men zou echter kunnen stellen, dat nog lang niet ovex-al het inzicht is doox-gedron- gen, dat het op de man aankomt en niet op de diploma's. Dat geldt zowel voor de leei'lingen als voor het bedrijfsleven. Ten aanzien van de leexdingen moet men toe geven, dat de praktijk wel heeft bewezen, dat de Academie niet zozeer als een onmid dellijk aansluitend vervolg op de H.B.S. fungeert, maar als een onderwijsinstelling, welke vooral iets te zeggen heeft tot jonge en ook wel oudere mensen, die de schooltijd al enige jax-en achter de rug heb ben. Voor de jongex-en geldt vooral, dat zij bevrijd willen zijn van de lasten en on zekerheden van de militaire dienstplicht- Het bestuur van de Academie verliest evenwel niet uit het oog, dat vele begaaf den, die op grond van hun belangstelling tot potentiële cursisten gerekend zouden kunnen worden, in deze tijd reeds in aan zienlijke mate worden belast met werk zaamheden en functies. Er is nu eenmaal op alle terreinen van het maatschappelijk leven een schrikbarend tekort aan mensen die bereid zijn verantwoordelijkheid te dragen. De besten worden daardoor vaak al vroeg in beslag genomen voor allerlei organisatorisch werk of hebben betrek kingen roelke hen veel langer in beslag nemen dan achtenveertig uren per loeek. Tenslotte mag m.en ook niet voorbijzien aan het feit, dat het aangaan van een drie jarig cursusverband, waarin twee avonden per week college wordt gelopen en dat de overige avonden in beslag neemt met vak litteratuurstudie en het voorbereiden en uitwerken van scripties, een zeer groot offer betekent voor mensen met vaak een jong gezin tot hxin zorg. Vaak is het zo, dat men wanneer men enige tijd in het bedrijfsleven werkzaam is, tot de ontdekking komt, dat men juist dat inzicht, dat denkvermogen mist, dat voor een kwalitatieve taakvervulling on ontbeerlijk is. Niet het eventueel te be reiken hogere salax-is of de hogere trede op de maatschappelijke ladder, maar de be hoefte aan een verruimd inzicht vormt de beste stimulans voor de cursisten van de Academie. Intussen blijven in vele gevallen de materiële gevolgen niet uit. De rector, dr. Elzinga, heeft een kleine enquête onder de oud-cursisten ondernomen, waaruit blijkt, dat van de zestig personen die het getuig schrift na een driejarige cursus verwier ven, er tenminste dertien waren die een materieel succes bereikten. Er waren er ook, die gelukkig waren omdat, zoals zy schreven, hun werk in een ander vlak was gekomen. Belangstellende Kamerleden Jammer genoeg kan men niet anders dan constateren, dat de waarde van deze Aca demie, die voor de gehele provincie Noord holland en voor een deel van Zuid-Holland van zo eminent belang is, door het be drijfsleven wordt onderschat, terwijl an- dei-zijds de overheid slechts zeer schoor voetend stimulerend optreedt. Er waren Kamex-leden, die bij de schriftelijke voor- bex-eiding van de rijksbegroting voor 1956 blijk gaven het grote belang van de Haar lemse Academie in te zien en op subsi diëring aandrongen. De minister week in zijn antwoord uit naar een nog te ver schijnen rapport van een staatscommissie, die zich met het economisch-administra- tief onderwijs bezighoudt. Het aarzelen van het rijk heeft evenwel tot gevolg, dat ook lagex-e bestuursorganen niet royaal zijn met hun subsidies. Gedurende enige jaren werd een provinciale subsidie ontvangen, welke evenwel weer werd ingetrokken toen het bedrijfsleven niet in voldoende mate be langstellend bleek. Het gemeentebestuur van Haarlem ten slotte ziet het belang van de Academie zeer wel in, maar kan onder de huidige omstandigheden niet veel vex-der gaan dan de ter beschikking stelling van de accom modatie van H.B.S. A en een subsidie van vijftienhonderd gulden. Velsen geeft drie honderd gulden, Heemstede, Bloemendaal en Zandvoort elk vijftig gulden per uit die gemeenten afkomstige cursist en de Kamer van Koophandel tenslotte tweehonderd- vijftig gulden. Wanneer men dan nog be denkt, dat de cursusgelden op een sociaal aanvaardbaar niveau worden gehouden en in vergelijking met andere opleidingen aan de lage kant zijn, kan men zich wel voor stellen, dat het indertijd door de H.H.V.'ers bijeengebrachte garantiefonds niet onaan getast is gebleven. De Academie mag het in de afgelopen tien jaar dan niet gemakkelijk hebben ge had: de beginselen waarop zij berust zijn nimmer ondergraven. Integendeel: in Gro ningen, Arnhem en Enschedé, straks ook in Rottex-dam zijn instituten gekomen die hetzelfde doel nastreven en die dat, naar het zich laat aanzien, in een wat gunstiger klimaat doen dan tot nu toe in Haarlem het geval was. De beste wens welke men de tienjarige dan ook bij haar verjaardag kan meegeven, is, dat ook hier het getij moge keren en dat men in Kennemerland spoedig toont te beseffen welk een prachtig ontwikkelingsinstituut men in de Academie voor voortgezet economisch onderwijs bezit. De Haarlemse wethouder van Onderwijs, de heer D. J. A. Geluk, schrijft ons: „Bij het tienjarig bestaan van de Acade mie voor voortgezet economisch onderwijs wil ik gaarne nog eens openlijk uitspreken van hoeveel betekenis deze opleiding voor tal van jonge mensen in deze stad is. Het einddiploma van een H.B.S. wordt door de meeste jongelui, die een betrekking in het bedrijfsleven verwerven, aangevuld met de zogenaamde praktijddiploma's, die een meer gespecialiseerde vakstudie voor boekhouden en talen betekenen. Deze di ploma's hebben directe praktische beteke nis en worden dus meestal financieel geho noreerd en in de eerste plaats gevraagd. Voor enigszins leidende functies of func ties waar een wat ruimer inzicht verlangd wordt is een bredere ontwikkeling zeer ge wenst. Voor hen die niet in de gelegenheid zijn een universitaire studie te volgen, be doelt de academie een gelegenheid te geven zich deze bredere vorming te verschaffen. Het einddiploma van de Academie voor vooi'tgezet economisch ondex-wijs moge dus wellicht niet die dix-ecte financiële resul taten opleveren, zij geeft aan jongelui die verder kunnen komen op leidinggevende posten echter die opleiding die daarvoor toch wel zeer gewenst is. Het initiatief dat tien jaar geleden door de H.H.V. werd genomen, tot oprichting van deze academie, heeft ook eldei-s de aandacht getrokken en tot gevolg gehad, dat o.a. in Groningen en Arnhem soortge lijke opleidingen zijn gesticht. Het is te betreuren dat noch het rijk, noch de provincie, tot nu toe bereid gevon den zijn de academie financieel mogelijk te maken, zodat deze afhankelijk is van de subsidie van de gemeente Haarlem en enkele andere gemeenten en van de helaas te schaarse bijdragen van het bedrijfsleven. De academie heeft, gezien het aantal af gestudeerden, in deze 10 jaar haar be staansrecht bewezen. Zij maakt op dit mo ment financieel een moeilijke tijd dooi\ Ik moge de wens uitspreken dat zij binnen kort ook van de zijde van het rijk en de provincie de noodzakelijke financiële mede werking zal kunnen verkrijgen, opdat zij haar nuttig werk in deze stad zal kunnen blijven voortzetten. i Heimat zelf nergens aan de slag kon komen, gezien zijn strafregistei\ Want het mannetje had zich aan enige kleine ver grijpen schuldig gemaakt, die hem in de gevangenis deden belanden. Eenmaal eruit zag hij geen kans meer als achtenswaardig burger in de maatschappij te worden op genomen. Hij had van de gevangenis directeur geleerd dat er niets mooiers is dan het (Pruisisch) militairisme. Hij was ook niet dom. Hij zag heel goed welk een uitwerking het uniform van de garde-sol- daten had op de brave burger. En zo rijpte in hem het idee zich zo'n uniform aan te schaffen en er een pas mee te bemachtigen. De affaire in Köpenick verliep vlot. Al leenin Köpenick werden geen passen uitgereikt. Alles was tevergeefs. Maar de operette-achtige arrestatie van de burge meester maakte het mannetje op slag tot de held van de dag. Hij gaf zichzelf bij de politie aan op voorwaarde.... dat hij een pas zou krijgen. Men stopte hem weer achter de tralies. Tot keizer Wilhelm de hand over zijn hart streek en de „kapitein" gi-atie verleende. DE KOMEDIE in Köpenick treft men heel achteraan in de film. Ik vraag mij af of dat wel juist is geweest, want Kautner slaagt er niet in naar dat hoogtepunt toe te werken. Hij schildert ons het levenslot van de verschoppeling zeer uitvoerig, maar hoe geestig vaak en vol sfeer, de man wordt pas belangrijk op het ogenblik dat hij zijn uniform aantrekt. Daarop zitten we eigen lijk te wachten. Welbewust gaat Kautner zo op de voorgeschiedenis in. Zijn poging de kapitein binnen te halen in de sfeer van de lichte tragiek mislukt evenwel. Geen ernstige mislukking, geen fiasco, want daarvoor vinden we hem van meetaf aan te sympathiek. Maar hij is nu eenmaal het symbool geworden van een andere waar heid dan de tragische, die hij in werkelijk heid best geweest kan zijn. Hij represen teert het komische, de belachelijkmaking van het uiterlijk effect. En omdat Kautner het niet helemaal heeft aangedurfd zijn film naar die teneur te trekken, schiet hi; zijn doel soms voorbij en worden er accen ten gelegd, waar ze niet hoi-en. Dan is d& film de geschiedenis van het costuum, waarin de kapitein was gestoken. Ze is nie? een chax-ge op dat costuum. Door zic.'x minder op de charge dan op de dramatise ring van het lot van de kapitein te concen treren laat Kautner kansen schieten. Ge lukkig dat hij het metier genoeg verstaat om ons in elk geval aangenaam bezig te houden. Hij speelt het klaar ons telkens met geestige details te verrassen. Het slot van de film vooral is het best. Daar wordt ons dan ook een rekonstruktie voorgezet van de historische anekdote, die precies zo is als we verlangden. Zo écht, dat we nau welijks beseffen hoe knap dat in elkaar is gezet. En in die begoocheling is tevens de waardering uitgedrukt, welke men kan voelen voor Heinz Rühmann, beslist een van zijn beste prestaties leverend als de legendarische Hauptmann Wilhelm Voigd. P. W. Franse ADVERTENTIE DE EERSTE COOP. ASSOCIATIE VOOR UITVAARTVERZORGING u* ZIJLWEG 63 - TELEFOON 15141 (2 LIJNEN) Verzorging van begrafenissen, crematies en transporten. Werkt uitsluitend in het belang van haar opdrachtgevers. Rouwkamers, Aula en Koffiekamers (Verkort weergegeven) Sera. Naar aanleiding van een artikel in uw blad: „Veertig jaren ai'beid "van pi-of. E. van Slogteren als „bollendokter" In de laboratoria worden diex-en gebruikt (misbruikt) om sei'a tegen bollenziekten te verkrijgen. Het is het publiek meestal niet bekend, dat van de slachtoffers van de vivisectie; een aantal dat bij de 20 mil joen dieren per jaar loopt, .90 percent lou ter voor commerciële doeleinden wordt ge bruikt. Het geeft mij daarom een wrange smaak in de mond, wanneer ik mij reali seer, dat maar al te dikwijls tulpen en nar cissen, enz., woi-den gekweekt ten koste van onnoemelijk leed van deze kleine schepselen Gods. T. CRAVMANS.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1957 | | pagina 11