Tien jaar Academie voor voortgezet
economisch onderwijs te Haarlem
Monteur bouwde met de hand
een personenauto
Smeden in bollenstreek werken
met élan aan praalwagens
„De kapitein van Köpenick"
rijk aan fijngeestige details
SLOT DEFECT?
Onontbeerlijk instituut tot vorming
van kader voor het bedrijfsleven
„Nuttig werk moet
worden voortgezet"
Oneven aan
de redactie
ZATERDAG 30 MAART 1957
HAARLEMS DAGBLAD OPRECHTE HAARLEMSCHE COURANT
11
A. Tibboel sprak voor
bejaarden
Haarlemse telefoonnet
enige dagen gestoord
Burgerlijke Stand
DRUKTE VOOR HET BLOEMENCORSO
FILM VAN HELMUT KAUTNER
Toegangsprijs Frans Hals
museum wordt 0,50
Wethouder Geluk
Drie jaar geleden zat de heer J. A. Wey
man, Anjelier straat 13 te Haarlem met zijn
echtgenote en kinderen aan tafel. De heer
Weyman is onderhoudsmonteur bij een
grote autofabriek en daarom is het niet
vreemd, dat hij onbewust een mooie ge
stroomlijnde auto zat te tekenen. Toen de
wagen-op-papier klaar was, toonde de heer
Weyman het resultaat van zijn tekenvaar
digheid aan zijn huisgenoten. Niet lang
daarna kwam zijn uitroep: „Ik ga zo'n
ding bouwen
Het bleef niet bij deze uitroep, want de
heer Weyman ging aan de slag. Avond aan
avond stapte de autobouwer zijn schuurtje
binnen, pakte het gereedschap en begon
metalen te bewerken. Platen voor de carros
serie werden met de hand omgebogen en
in de juiste vorm gebracht. De autofabriek,
bij wie de heer Weyman in dienst is, ver
leende medewerking en stelde hem om
schoonheidsfoutjes afgekeurde materialen
ter beschikking, bijvoorbeeld: een bumper,
lampeglazen en een stuur. Dikwijls waren
deze materialen nog niet geheel afgewerkt,
zodat de amateur-autobouwer er nog het
nodige aan moest doen.
Urenlang was de heer Heyman in het
schuurtje aan het werk en langzaam vor
derde de bouw. 's Avonds kwamen echt
genote en kinderen even kijken naar het
geknutsel van de autobouwer, voor wiens
bouwcapaciteiten zij natuurlijk een diepe
bewondering toonden.
Drie jaar zijn verstreken sinds de heer
Heyman in een speelse bui een auto zat te
tekenen. En nu staat achter zijn woning
een indrukwekkende „slee" in een schuur
tje, dat de heer Heyman er maar voor het
gemak omheen heeft gebouwd. Het werk
is zover gevorderd, dat nog slechts de laat
ste hand aan de auto moet worden gelegd.
Daarom zal het gevaarte zaterdag met man
en macht uit het schuurtje via achter
tuintjes naar de straat worden gebracht.
Dit kan niet zonder de medewerking van
de buren, maar daarop kan de autobouwer
vertrouwen: zij hebben reeds hun hulp toe
gezegd.
De auto is bijna vier meter lang en
heeft slechts drie wielen: twee van voren
en één van achter. De motor, die achterin
is geplaatst, is een twee-cylinder JLO-
motor, waarmee de heer Weyman zestig
kilometer per uur denkt te halen. Het ge
raamte voor de carrosserie is van hout en
het dak is van gebogen houten spanten,
eerst bedekt met een laag watten en daar
na overspannen met kunstleer. Voor de
voorruit gebruikte de autobouwer een af
gekeurde achterruit van een merkauto. In
de wagen zijn twee zitplaatsen voor vol
wassenen en drie plaatsen voor kinderen.
De geraamten van de stoeltjes zijn met
plastic bekleed.
De auto heeft reeds een merk gekregen:
„home-made", dat zowel aan de voor- als
achterzijde van de blauwe „slee" te lezen
zal zijn. Het is echter nog niet zo ver, dat
met de met de hand gebouwde auto zater
dag al kan worden gereden. Want eerst
moet de verkeerspolitie het maaksel scherp
keuren. En trouwens: de heer Weyman
vindt, dat de wagen perfect in orde moet
zijn, voordat hij zich met vrouw en kin
deren ermee op de weg waagt.
Uiteraard heeft de autobouwer de afge
lopen jaren met plezier aan zijn wagen ge
knutseld. Maar nu begint het hem een
beetje te vervelen. „Het duurt wel erg
ADVERTENTIE
„DE S L E U T E L S P E C I A L I S T"
LANGE VEEESTRAAT 10 TEL. 11493
De wethouder van Sociale Zaken te Lisse,
de heer A. Tibboel, heeft donderdag in het
vergaderlokaal van de Gereformeerde Kerk
te Lisse gesproken voor de afdeling Lisse
van de Algemene Bond van Bejaarden. Hij
belichtte de „goede oude tijd en de wereld-
van-vandaag".
De afdelingsvoorzitter, de heer G. Spaar
garen, opende de bijeenkomst. De heer
Tibboel ging na wat er in de afgelopen
halve eeuw op sociaal terrein ten goede is
veranderd. Spreker merkte op, dat vijftig
jaar geleden nog vele misstanden heersten;
ook de kerken schoten volledig te kort in
hun taak. Vroeger had men in de kerk de
zogenaamde „weduwenbank" Wanneer de
dienst was afgelopen behoorden de wedu
wen op te staan en ontvingen uit handen
van de diakenen ten aanschouwe van de
gehele gemeente een klein bedrag aan geld.
Spreker ging ook nog even in op de strijd,
die ds. Talma heeft gevoerd. Voorts be
sprak hij uitvoerig de woningpolitiek, die
de gemeente Lisse thans volgt. Lisse heeft
in verhouding met andere overeenkomstige
gemeenten in de bollenstreek, volgens de
heer Tibboel, de meeste huizen gebouwd.
Er zijn echter nog tientallen krotwoningen,
die hoognodig moeten worden opgeruimd.
In verband met omvangrijke werkzaam
heden aan het telefoonkabelnet in Haar-
'em-noord en oost zullen verscheidene te
lefoon-aansluitingen in deze gedeelten van
de stad van maandag tot en met vrijdag
lang en daarom moet er maar gauw een
einde aan komen", vertelde de autobouwer,
die er vast van overtuigd is, dat zijn auto
goed zal rijden. „Waar is nog zo'n stevig
gebouwde wagen te vinden?" vroeg hij.
„Mijn wagen zal in degelijkheid met de
beste Amerikaanse wagens kunnen con
curreren", zei de heer Weyman, die het
volste vertrouwen in zijn maaksel heeft.
„Als hij goed rijdt, gaan we er tochten mee
maken."
Haarlem, 29 maart 1957
GEHUWD, 29 maart: S. Smit en J. M.
Vaars.
BEVALLEN van een zoon, 28 maart: P.
RoodenburgSnoek; G. W. FluitsmaNau-
ta; M. L. van LaarSpaargaren; 29 maart:
Ghr. E. KramerHeeren; L. H. Joosten
Olijve.
BEVALLEN van een dochter, 27 maart: J.
H. BuijsMeijer; 28 maart: P. J. Polman-
Van den Berg; G. H. OutValbracht; C. W.
M. VlottesSchilder; 29 maart: A. C. J. van
Besou wW i 11 ek ens
OVERLEDEN, 28 maart: A. Apelboom,
76 j., Kenaupark; J. W. E. WiebolsRohde,
82 jaar, Hazepaterslaan.
Nu het comité voor het bloemencorso in
de bloembollenstreek heeft besloten, de
karavaan van bloemenwagens op 13 april,
inplaats van op 27 april, door de dorpen
Iiillegom, Lisse en Sassenheim te laten
rijden, zijn de bouwers van de praal
wagens met man en macht aan het werk
gegaan om de geraamten van de wagens
tijdig gereed te hebben. Reeds staan in de
verschillende dorpen enkele geraamten
klaar om op de dagen voor zaterdag 13
april te worden „aangekleed".
Met corsoconsul Van Driel hebben wij
een tocht door de bollenstreek gemaakt,
waar overal de smeden werkzaam zijn aan
het lassen van de ijzeren geraamten voor
de praalwagens. In de grote H.B.G.-hal te
Lisse ziet men al vele wagens „in de stro"
staan. Alleen de hyacintentrossen moet er
nog worden opgestoken. Bij een smederij te
Iiillegom staat de wagen „De pauw" al
klaar: een grote vogel met wijd-uitwaaie-
rende staart, die gebouwd is op een tractor,
j Voorts is bij deze smid een wagen van de
j groep exporteurs op Frankrijk in aanbouw:
„Marianne presenteert de lente". Voorop
deze wagen komen twee Normandische
meisjes, die voor deze gelegenheid uit
Frankrijk overkomen, en achterop de wa
gen zal Marianne zelf zetelen. Haar is de
eer toebedeeld, de hoogste zitplaats in het
gehele corso te hebben. Haar stoeltje is
ruim vijf meter boven de begane grond en
de ladderwagen van het Elektriciteitsbe
drijf Hillegom-Lisse-Sassenheim, die ieder
jaar bij de opstelling van het corso zulke
goede diensten bewijst, zal moeten worden
ingeschakeld om de lieftallige. Marianne op
haar zetel te plaatsen.
In Warmond is men druk doende de wa
gen „Prins narcis" in elkaar te lassen en
aan de Lisserdijk zijn twee werkstukken
onder handen: de wagen van de Keuken
hof en die van de Bond van Bloembollen
veilingen. Op de eerste wagen zal Jacoba
van Beieren plaats nemen tussen de torens
van het Keukenhof-kasteel. Omringd door
haar hofdames zal Jacoba uitkijken over
het bollenland, terwijl op de „voorplecht"
een valkenier-met-valk de jacht in vroeger
dagen zal symboliseren. De bloemenwagen
zal worden getrokken door een tractor
met vliegende pijlen, als symbool van de
vooruitgaande expoi't, en ovexdopende man
den-met-bollen, die de kwekerij uitbeel
den. Deze praalwagen is 3,60 meter breed
en de Rolbx-ug over de Ringvaart heeft
slechts een bi-eedte van 3,10 metei-, zodat
het vervoer van dit gevaarte nog een moei
lijkheid woi"dt. De wagen van de Bond van
Bloembollenveilingen is getiteld: „Nacht
in Venetië", en stelt een Venetiaanse brug
voor, rijdende achter twee lange gondels.
De lengte van het geheel is zeventien
meter.
Odysseus aan de mast
In de veilinghal van de H.B.G. staan al
twaalf wagens „in het stro". Onder meer:
Odysseus, vastgebonden aan een mast en
voorop, op een „bloemenrots", Penelope
aan een spinnewiel. In de hal vindt men
ook een wagen „Symfonie in x~ood en
blauw" zo recht en strak van lijn, dat
men er de zwier en charme, die de stijl
van de ontwerper Van Driel kenmerken,
tevergeefs in zal zoeken. En toch is deze
ADVERTENTIE
wagen ook een ontwerp van de heer Van
Driel. De afdeling Lisse van „Bloembollen
cultuur" zal vertegenwoordigd zijn met een
zegewagen, getrokken door vier paarden:
„De gladiool" zal zich presenteren met vier
grote, rijdende toeven in de vorm van een
gladiolentak.
Tot 10 april zal aan deze wagens nog
maar weinig aandacht worden besteed. Dan
komen de mannen en vrouwen, die de
geux-ende hyacintentrossen op het stro zul
len steken om de laatste hand aan het
bloemencorso te leggen. Een enerverende
spanning zal voorafgaan aan het moment,
dat de bloemenstoet zich zaterdag 13 april
te Sassenheim om elf uur in beweging zal
zetten.
NIEMAND MINDER dan Helmut Kaut-
ner tekent voor de regie van „De kapitein
van Köpenick", het vermakelijkste bedrog
uit het Duitsland van de eerste helft van
deze eeuw, dat zelfs keizer Wilhelm harte
lijk deed lachen toen hij er de juiste toe
dracht van vernam. Het is niet de eerste
maal, dat Kautner een humoristisch onder
werp ter verfilming koos. Het meest bekend
is zijn „Die letzte Brücke", de bevesti
ging van een reputatie, welke hij zich met
zijn in de oorlogsjaren gemaakte en sterk
Frans georiënteerde film „Romanze in
moll" verwierf. Over „Die letzte Brücke"
behoef ik hier niet in herhaling te treden.
Enige affiniteit met „De kapitein van Kö
penick" zal men er niet in ontdekken. Veel
schien heeft Kautner daar niet helemaal
goed aan gedaan. Misschien heeft hij ons
wat van het plezier in de kapitein ont
nomen door ons zo met nadruk te wijzen
op betrekkelijkheid ervan. Het ligt er maar
aan hoe je het beziet. Kautner beziet vooral
de keerzijde van de medaille. Hij geeft heel
uitvoerig rekenschap van alles wat er ge
beurde vóór dat eenvoudige mannetje, dat
het in het leven zo weinig meezat, ertoe
kwam zich in een kapiteinsuniform te ste
ken, een twaalftal soldaten te requireren
en ermee naar Köpenick te gaan, waar hij
de burgemeester ai'resteerde en gevanke
lijk naar Berlijn deed wegvoeren. En waar
om hij dat deed? Omdat hij een pas wilde
hebben, de enige mogelijkheid om buiten
eerder herkent men de man van „Romanze Duitsland werk te vinden, nu hij in de
in Moll" in de amusante kapiteinsgeschie-
denis.Vooral dan door de fijngeestige detail
lering, de zin voor nuance, de openbaar
making van kleine en ogenschijnlijk niet
ter zake doende motieven, die nochtans
het innerlijk blootleggen. Kautner blijkt
namelijk nauwelijks genegen tot sterke
effecten. Met „De kapitein van Köpenick"
is hij er niet op uit geweest een film te
maken, die de mensen doet schudden van
het lachen. Hij probeert integendeel de
gemoederen heel fijnzinnig te bespelen en
ons te bewegen tot een glimlach, die voort
duurt. Want hij maakt van de kapitein
geen kluchtige held. Hij plaatst hem in een
groteske situatie zonder uit het oog te ver
liezen dat de man zelf die situatie niet ge
wild heeft, er hoogstens de begeleidende
omstandigheden voor heeft uitgebuit. Mis-
OP 26 APRIL 1947 meldde Haai'lems Dagblad de oprichting van een nieuw Haarlems
onderwijsinstituut: de Academie voor voortgezet economisch onderwijs, welke de
toch al vele en gevarieerde opleidingsmogelijkheden in Zuid-Kennemerland met een
nieuw type veiTijkte. Na tien jaar kan men op grond van de opgedane ervaringen en
de ontvangen reacties inderdaad van een verrijking spreken, een geestelijk voordeel
zowel voor de maatschappij als voor de betrokkenen die de Academie met goed gevolg
bezochten. Degenen die in 1947 de Academie voor voortgezet economisch onderwijs
oprichtten, hebben pionierswerk verricht. En hoewel men - helaas - na de eerste
tien jaar nog niet kan zeggen, dat de Academie zich in haar eerste decennium zoveel
burgerrecht heeft kunnen verwerven, dat haar toekomst in alle opzichten veilig is,
het staat vast, dat uit een oogpunt van algemeen maatschappelijk belang de Academie
voor voortgezet economisch ondex-wijs in de vorm waarin wij haar sedert 1947
kennen, niet alleen een zeer geslaagde, maar zelfs een noodzakelijke instelling is
geworden voor allen die hun uitsluitend administratief-economische of technisch-
economische kennis willen verdiepen tot een sociaal-economisch en wijsgerig-econo-
misch inzicht.
Op die gx-ondslag zag en ziet de Academie
vooral als haar taak diegenen, die hun op
leiding met het eindexamen van een mid
delbare school (casu quo een hogere tech
nische school) afgesloten hebben, een zo
danige theox-etische ondergrond te geven,
dat zij met een gescherpt inzicht in en een
helder begrip van het hedendaags maat
schappelijk bestel hun dagelijks werk kun
nen verrichten.
Die gedachte was niet nieuw, maar zij
had tijd nodig om verwezenlijkt te kunnen
worden. Reeds in 1915 schreef de Holland-
sche Revue over de denkbeelden van de
toenmalige dii-ecteur van de Haai-lemse
Hogere Handelsschool, dr. A. Borgman:
„Verder moet veel gebruik gemaakt wor
den van het nog te i-egelen „voortgezet
handelsonderwijs", dat in zekere zin buiten
de school staat. Eerst ti-eden als leiders op
de directeur met de leraren, terwijl de
kosten geheel of grotendeels door de deel
nemers aan de cursussen worden betaald.
Schoolse dwang is bij dat onderwijs uit
den boze; toewijding, belangstelling en
vrijheid komen er voor in de plaats. Lang
zamerhand nemen o u d-1 eerlingen de
zaak ter hand en ziedaar, een band ge
vormd tussen de school, de leerlingen en
het leven".
Dit citaat is zinrijk, want het zijn oud
leerlingen geweest van de Hogere Handels
van acht uur 's morgens tot vijf uur 's mid- school, de^ tegenwoordige H.B.S. A, die
dags gestoord kunnen zijn.
Storingen kunnen zich voordoen: op
maandag in de Luciferstx-aat en aan de Mui-
derslotweg tussen Luciferstx-aat en
Oudaenstraat; dinsdag een gedeelte van de
aansluitingen in de Gijsbrecht van Aem-
stelstraat, Tesselschadestraat, Oudaen
straat en Muiderslotweg; woensdag een ge
deelte van de aansluitingen tussen Rijks
straatweg, Vondelweg en Vergierdeweg;
dondeixlag een gedeelte van de aansluitin
gen in de Tesselschadestraat, Leeuwenda
lerstraat en Gijsbrecht van Aemstelstraat;
vrijdag een gedeelte van de aansluitingen
aan de Jan Gijzenkade, Caninefatenstraat,
Dietsveld en Vondelweg.
De toegangsprijs tot het Frans Halsmu
seum is, zoals wij gisteren berichtten, ver
hoogd. Echter niet op een dergelijke dras
tische wijze als men uit dit bericht heeft
kunnen opmaken. De nieuwe toegangprijs
die B. en W. van Haarlem de raad voor
stellen te aanvaarden, bedraagt f 0.50 per
persoon (in plaats van het abusievelijk ge
noemde bedrag van f50).
tenslotte de fundamenten voor de Acade
mie, die een blijvend eei'bewijs voor de
vooruitstrevende blik van dr. Box-gman
vormt, hebben gelegd.
Dat gebeux-de al lang voor 1947. In de
jax-en 1936 en 1937 werd reeds aan de
voorbereidingen gewerkt, in november 1938
begon het Instituut voor Economische leer
gangen zijn werk en werd tevens de nota
riële acte gepasseerd, waarbij de stichting,
welke thans de Academie beheert, werd
opgericht. De tweede wereldoorlog was er
de oorzaak van, dat het tot 1947 zou duren
voor de Academie haar eerste studenten
kon ontvangen. Er is daartoe enorm veel
werk vex-zet, inzonderheid door de in 1951
overleden heer Izaak Cransberg, wiens
grote verdiensten voor de Academie met
grote eerbied worden genoemd door de
H.H.V.'ex-s die nu nog in het bestuur van
de Academie zitting hebben: P. C. André
de la Porte, J. Clausing, L. A. Bakker en
E. B. Moolenaars en door de oud-leerlingen
die nu mede het curatorium vormen: wet
houder D. J. A. Geluk, B. G. Kernkamp en
prof. dr. P. Kuin.
Juiste beginselen
Dat de beginselen, waarvan bij de stich
ting van de Academie werd uitgegaan, juist
bleken te zijn, kan worden afgeleid uit de
omstandigheid, dat er in de praktijk van
de afgelopen tien jaren maar heel weinig
aan het leerplan en de algemene opzet van
het instituut behoefde te woi-den gewijzigd.
De grondgedachte der Academie is be
paald door de ervaring, dat het in de ach
ter ons liggende dertig jaren steeds duide
lijker is geworden, dat een middelbare op
leiding hoe goed ook - niet meer vol
doende is voor het bekleden van hogere
functies in het maatschappelijk en in het
bijzonder in het economisch leven. Echter:
niet iedereen is in staat universitaire studie
te volgen. Voor deze geroepenen tot lei
dende functies biedt de Academie de mo
gelijkheid om uit te stijgen boven louter
technische vakkennis - hoe belangrijk ook
- en tot het verwerven van een breed in
zicht in de samenhang der maatschappe
lijke en economisch verschijnselen.
Daarom vormt sociologie de samenbin
dende factor van de maatschappelijke vak
ken als economie, bedrijfseconomie, recht
en statistiek en wordt er behalve sociologie
ook economische geschiedenis en een in
leiding tot wijsbegeerte gedoceerd. Dit leer
plan voi-mt een redelijke basis voor de
vorming van critische, zelf denkende men
sen, naar het ideaal dat wijlen de heer I.
Cransbex-g reeds voor ogen stond. Het nut
tige effect van de Academie voor voort
gezet economisch onderwijs is dan ook
tweezijdig: het brengt de individuele cur
sist op een hoger geestelijk plan, dat, al zal
men er nooit van mogen verwachten, dat
het onmiddellijk - zeer zeker wel in een
niet te lang tijdsverloop - in materieel x-en-
dement wordt omgezet, en het helpt mede
aan een breed-ontwikkeld, geestelijk ruim
denkend kader, waaraan op het ogenblik
zo'n schreeuwende behoefte blijkt.
Alleen op grond van de laatste omstan
digheid had men een matex-ieel florissantere
situatie bij de Academie mogen verwachten
dan in werkelijkheid het geval is. Dit
temeer, omdat docenten van naam hun
beste krachten aan het instituut geven of
hebben gegeven. Zowel de eerste rector,
mr. J. Bierens de Haan, als de tegenwoor
dige, di\ S. Elzinga, hebben zich zeer in
gespannen om de Academie de culturele
achtex-grond te geven die zij behoeft. Beiden
zijn mannen van een grote eruditie, de
tegenwoordige rector beschikt bovendien
over een rijke onderwijs-organisatorische
en onderwijs-pedagogische ervaring en
opende bovendien meer dan eens ruime
vergezichten op het soms wel eens wat
benauwde Nedei-landse schooiert inzondex--
heid ook op dat van de handelsschool.
Daarnaast stond en staat een staf van do
centen, wie het ideële belang van de vor
ming van goed bedrijfskader meer ter harte
gaat dan de vex-goeding welke zij voor hun
lesuren ontvangen.
Niet overal begrip
Men zou echter kunnen stellen, dat nog
lang niet ovex-al het inzicht is doox-gedron-
gen, dat het op de man aankomt en niet
op de diploma's. Dat geldt zowel voor de
leei'lingen als voor het bedrijfsleven. Ten
aanzien van de leexdingen moet men toe
geven, dat de praktijk wel heeft bewezen,
dat de Academie niet zozeer als een onmid
dellijk aansluitend vervolg op de H.B.S.
fungeert, maar als een onderwijsinstelling,
welke vooral iets te zeggen heeft tot jonge
en ook wel oudere mensen, die de
schooltijd al enige jax-en achter de rug heb
ben. Voor de jongex-en geldt vooral, dat zij
bevrijd willen zijn van de lasten en on
zekerheden van de militaire dienstplicht-
Het bestuur van de Academie verliest
evenwel niet uit het oog, dat vele begaaf
den, die op grond van hun belangstelling
tot potentiële cursisten gerekend zouden
kunnen worden, in deze tijd reeds in aan
zienlijke mate worden belast met werk
zaamheden en functies. Er is nu eenmaal
op alle terreinen van het maatschappelijk
leven een schrikbarend tekort aan mensen
die bereid zijn verantwoordelijkheid te
dragen. De besten worden daardoor vaak
al vroeg in beslag genomen voor allerlei
organisatorisch werk of hebben betrek
kingen roelke hen veel langer in beslag
nemen dan achtenveertig uren per loeek.
Tenslotte mag m.en ook niet voorbijzien
aan het feit, dat het aangaan van een drie
jarig cursusverband, waarin twee avonden
per week college wordt gelopen en dat de
overige avonden in beslag neemt met vak
litteratuurstudie en het voorbereiden en
uitwerken van scripties, een zeer groot
offer betekent voor mensen met vaak een
jong gezin tot hxin zorg.
Vaak is het zo, dat men wanneer men
enige tijd in het bedrijfsleven werkzaam
is, tot de ontdekking komt, dat men juist
dat inzicht, dat denkvermogen mist, dat
voor een kwalitatieve taakvervulling on
ontbeerlijk is. Niet het eventueel te be
reiken hogere salax-is of de hogere trede op
de maatschappelijke ladder, maar de be
hoefte aan een verruimd inzicht vormt de
beste stimulans voor de cursisten van de
Academie.
Intussen blijven in vele gevallen de
materiële gevolgen niet uit. De rector, dr.
Elzinga, heeft een kleine enquête onder de
oud-cursisten ondernomen, waaruit blijkt,
dat van de zestig personen die het getuig
schrift na een driejarige cursus verwier
ven, er tenminste dertien waren die een
materieel succes bereikten. Er waren er
ook, die gelukkig waren omdat, zoals zy
schreven, hun werk in een ander vlak was
gekomen.
Belangstellende Kamerleden
Jammer genoeg kan men niet anders dan
constateren, dat de waarde van deze Aca
demie, die voor de gehele provincie Noord
holland en voor een deel van Zuid-Holland
van zo eminent belang is, door het be
drijfsleven wordt onderschat, terwijl an-
dei-zijds de overheid slechts zeer schoor
voetend stimulerend optreedt. Er waren
Kamex-leden, die bij de schriftelijke voor-
bex-eiding van de rijksbegroting voor 1956
blijk gaven het grote belang van de Haar
lemse Academie in te zien en op subsi
diëring aandrongen. De minister week in
zijn antwoord uit naar een nog te ver
schijnen rapport van een staatscommissie,
die zich met het economisch-administra-
tief onderwijs bezighoudt. Het aarzelen van
het rijk heeft evenwel tot gevolg, dat ook
lagex-e bestuursorganen niet royaal zijn met
hun subsidies. Gedurende enige jaren werd
een provinciale subsidie ontvangen, welke
evenwel weer werd ingetrokken toen het
bedrijfsleven niet in voldoende mate be
langstellend bleek.
Het gemeentebestuur van Haarlem ten
slotte ziet het belang van de Academie
zeer wel in, maar kan onder de huidige
omstandigheden niet veel vex-der gaan dan
de ter beschikking stelling van de accom
modatie van H.B.S. A en een subsidie van
vijftienhonderd gulden. Velsen geeft drie
honderd gulden, Heemstede, Bloemendaal
en Zandvoort elk vijftig gulden per uit die
gemeenten afkomstige cursist en de Kamer
van Koophandel tenslotte tweehonderd-
vijftig gulden. Wanneer men dan nog be
denkt, dat de cursusgelden op een sociaal
aanvaardbaar niveau worden gehouden en
in vergelijking met andere opleidingen aan
de lage kant zijn, kan men zich wel voor
stellen, dat het indertijd door de H.H.V.'ers
bijeengebrachte garantiefonds niet onaan
getast is gebleven.
De Academie mag het in de afgelopen
tien jaar dan niet gemakkelijk hebben ge
had: de beginselen waarop zij berust zijn
nimmer ondergraven. Integendeel: in Gro
ningen, Arnhem en Enschedé, straks ook
in Rottex-dam zijn instituten gekomen die
hetzelfde doel nastreven en die dat, naar
het zich laat aanzien, in een wat gunstiger
klimaat doen dan tot nu toe in Haarlem
het geval was. De beste wens welke men
de tienjarige dan ook bij haar verjaardag
kan meegeven, is, dat ook hier het getij
moge keren en dat men in Kennemerland
spoedig toont te beseffen welk een prachtig
ontwikkelingsinstituut men in de Academie
voor voortgezet economisch onderwijs bezit.
De Haarlemse wethouder van Onderwijs,
de heer D. J. A. Geluk, schrijft ons:
„Bij het tienjarig bestaan van de Acade
mie voor voortgezet economisch onderwijs
wil ik gaarne nog eens openlijk uitspreken
van hoeveel betekenis deze opleiding voor
tal van jonge mensen in deze stad is. Het
einddiploma van een H.B.S. wordt door de
meeste jongelui, die een betrekking in het
bedrijfsleven verwerven, aangevuld met
de zogenaamde praktijddiploma's, die een
meer gespecialiseerde vakstudie voor
boekhouden en talen betekenen. Deze di
ploma's hebben directe praktische beteke
nis en worden dus meestal financieel geho
noreerd en in de eerste plaats gevraagd.
Voor enigszins leidende functies of func
ties waar een wat ruimer inzicht verlangd
wordt is een bredere ontwikkeling zeer ge
wenst. Voor hen die niet in de gelegenheid
zijn een universitaire studie te volgen, be
doelt de academie een gelegenheid te geven
zich deze bredere vorming te verschaffen.
Het einddiploma van de Academie voor
vooi'tgezet economisch ondex-wijs moge dus
wellicht niet die dix-ecte financiële resul
taten opleveren, zij geeft aan jongelui die
verder kunnen komen op leidinggevende
posten echter die opleiding die daarvoor
toch wel zeer gewenst is.
Het initiatief dat tien jaar geleden door
de H.H.V. werd genomen, tot oprichting
van deze academie, heeft ook eldei-s de
aandacht getrokken en tot gevolg gehad,
dat o.a. in Groningen en Arnhem soortge
lijke opleidingen zijn gesticht.
Het is te betreuren dat noch het rijk,
noch de provincie, tot nu toe bereid gevon
den zijn de academie financieel mogelijk
te maken, zodat deze afhankelijk is van
de subsidie van de gemeente Haarlem en
enkele andere gemeenten en van de helaas
te schaarse bijdragen van het bedrijfsleven.
De academie heeft, gezien het aantal af
gestudeerden, in deze 10 jaar haar be
staansrecht bewezen. Zij maakt op dit mo
ment financieel een moeilijke tijd dooi\ Ik
moge de wens uitspreken dat zij binnen
kort ook van de zijde van het rijk en de
provincie de noodzakelijke financiële mede
werking zal kunnen verkrijgen, opdat zij
haar nuttig werk in deze stad zal kunnen
blijven voortzetten. i
Heimat zelf nergens aan de slag kon
komen, gezien zijn strafregistei\ Want het
mannetje had zich aan enige kleine ver
grijpen schuldig gemaakt, die hem in de
gevangenis deden belanden. Eenmaal eruit
zag hij geen kans meer als achtenswaardig
burger in de maatschappij te worden op
genomen. Hij had van de gevangenis
directeur geleerd dat er niets mooiers is
dan het (Pruisisch) militairisme. Hij was
ook niet dom. Hij zag heel goed welk een
uitwerking het uniform van de garde-sol-
daten had op de brave burger. En zo rijpte
in hem het idee zich zo'n uniform aan te
schaffen en er een pas mee te bemachtigen.
De affaire in Köpenick verliep vlot. Al
leenin Köpenick werden geen passen
uitgereikt. Alles was tevergeefs. Maar de
operette-achtige arrestatie van de burge
meester maakte het mannetje op slag tot
de held van de dag. Hij gaf zichzelf bij de
politie aan op voorwaarde.... dat hij een
pas zou krijgen. Men stopte hem weer
achter de tralies. Tot keizer Wilhelm de
hand over zijn hart streek en de „kapitein"
gi-atie verleende.
DE KOMEDIE in Köpenick treft men
heel achteraan in de film. Ik vraag mij af
of dat wel juist is geweest, want Kautner
slaagt er niet in naar dat hoogtepunt toe
te werken. Hij schildert ons het levenslot
van de verschoppeling zeer uitvoerig, maar
hoe geestig vaak en vol sfeer, de man wordt
pas belangrijk op het ogenblik dat hij zijn
uniform aantrekt. Daarop zitten we eigen
lijk te wachten. Welbewust gaat Kautner
zo op de voorgeschiedenis in. Zijn poging
de kapitein binnen te halen in de sfeer van
de lichte tragiek mislukt evenwel. Geen
ernstige mislukking, geen fiasco, want
daarvoor vinden we hem van meetaf aan
te sympathiek. Maar hij is nu eenmaal het
symbool geworden van een andere waar
heid dan de tragische, die hij in werkelijk
heid best geweest kan zijn. Hij represen
teert het komische, de belachelijkmaking
van het uiterlijk effect. En omdat Kautner
het niet helemaal heeft aangedurfd zijn
film naar die teneur te trekken, schiet hi;
zijn doel soms voorbij en worden er accen
ten gelegd, waar ze niet hoi-en. Dan is d&
film de geschiedenis van het costuum,
waarin de kapitein was gestoken. Ze is nie?
een chax-ge op dat costuum. Door zic.'x
minder op de charge dan op de dramatise
ring van het lot van de kapitein te concen
treren laat Kautner kansen schieten. Ge
lukkig dat hij het metier genoeg verstaat
om ons in elk geval aangenaam bezig te
houden. Hij speelt het klaar ons telkens
met geestige details te verrassen. Het slot
van de film vooral is het best. Daar wordt
ons dan ook een rekonstruktie voorgezet
van de historische anekdote, die precies zo
is als we verlangden. Zo écht, dat we nau
welijks beseffen hoe knap dat in elkaar is
gezet. En in die begoocheling is tevens de
waardering uitgedrukt, welke men kan
voelen voor Heinz Rühmann, beslist een
van zijn beste prestaties leverend als de
legendarische Hauptmann Wilhelm Voigd.
P. W. Franse
ADVERTENTIE
DE EERSTE COOP. ASSOCIATIE
VOOR UITVAARTVERZORGING u*
ZIJLWEG 63 - TELEFOON 15141 (2 LIJNEN)
Verzorging van begrafenissen,
crematies en transporten.
Werkt uitsluitend in het belang van
haar opdrachtgevers.
Rouwkamers, Aula en Koffiekamers
(Verkort weergegeven)
Sera. Naar aanleiding van een artikel in
uw blad: „Veertig jaren ai'beid "van pi-of.
E. van Slogteren als „bollendokter" In
de laboratoria worden diex-en gebruikt
(misbruikt) om sei'a tegen bollenziekten te
verkrijgen. Het is het publiek meestal niet
bekend, dat van de slachtoffers van de
vivisectie; een aantal dat bij de 20 mil
joen dieren per jaar loopt, .90 percent lou
ter voor commerciële doeleinden wordt ge
bruikt. Het geeft mij daarom een wrange
smaak in de mond, wanneer ik mij reali
seer, dat maar al te dikwijls tulpen en nar
cissen, enz., woi-den gekweekt ten koste
van onnoemelijk leed van deze kleine
schepselen Gods.
T. CRAVMANS.