AFRIKAANSE GRAFISCHE KUNST „HET LAND WAAR GOD BESTENEN ZAAIT EN 'T VOLK ZIJN RELDEN OOGST" op de rand van Europa NIEUWE BOEKEN in zakformaat Ieder jaar meer toeristen naar SNOBISME Wetenschappelijke proef met //Penguin"-boeken Altaar van Iphigeneia in Aulis Teruggevonden Expositie van werk van Bouts in Delft DE Federativna Narodna R epu- blika Yugoslavia oftewel de fede rale volksrepubliek Zuid-Slavië (wij zeggen: Joegoslavië) ligt op de rand van Europa, zelfs nog meer politiek dan geografisch. NATUURLIJK is het niet altijd even gegrond gebleken gerucht inzake de goedkoopte in het land van de „partisan" Jozef Broz, die thans maarschalk Tito heet, een belangrijke stimulans geweest voor de toeristische belangstelling, waarin Joegoslavië zich in de laatste jaren mag verheugen, maar toch is ook de rauwe, ruige romantiek van dit „land achter Gods rug" (zoals het in een Montenegrins volkslied heet en zoals Den Doolaard zijn laatste Balkanroman betitelde) een sterk- werkende magneet gebleken. Een roman tiek, die schuilt in de schoonheid van het landschap, dat niet liefelijk is als Oostenrijk of imposant als de bergmassie ven van Zwitserland, maar dat vooral in net bijna onbereikbare binnenland bijna grimmig is en desolaat. Een romantiek voorts, die te ontdekken valt in de aard van het volk, dat trots is en hartelijk, strijdlustig en gastvrij. Een romantiek ten slotte, die zich uit in de fraaie kleder drachten, waarin zovele Turkse invloeden merkbaar zijn en nog meer ten slotte in de schat van volksliederen van dit zang- iievende en danslustige volk. GEEN LAND ter wereld, waar volkszang en volksdans zo veelvuldig worden be oefend als in Joegoslavië: er is geen dorp, of het heeft zijn eigen orkest, zijn eigen dansmelodieën. Skoplje, de hoofdstad van Macedonië (zeg, als ge bereisd wilt lijken, maar gerust Makedonië!) heeft met haar honderdduizend inwoners een eigen opera, een filmstudio, vele dansgroepen en een stedelijk orkest. Alleen al in Zagreb, de hoofdstad van Kroatië (bijna driehonderd duizend inwoners) bestaan vijftien dans groepen. Wij hebben er trouwens in Neder land enige van kunnen bewonderen. Priz- ner (twintigduizend zielen!) bezit een ste delijke toneelgroep, die zich aan „De Vrek" van Molière waagt. In Ljublana, de hoofd stad van Slowenië, bezit het stedelijk mu seum een discotheek van zesentwintigdui- *end volksliederen; dat van Skoplje heeft er slechts twintigduizend, maar dat is toch nog genoeg om een Nederlands reisgezel schap met de nationale hymne „En datteme toffe jonges zijn" een pover figuur te doen slaan. Men herkent in die volksliederen vele vreemde invloeden: in Slowenië, het noor delijk deel, zijn er Oostenrijkse elementen met uitbundige jodelkreten in opgenomen, in het kustgebied van Dalmatië vindt men er Napolitaanse klanken en Venetiaanse melodieën in verwerkt, in Bosnië klinkt in het volkslied het schrille ritme van Ara bische volken, in Macedonië krijgen zij een opzwepend karakter door het obsederend gebonk van Turkse trommen. Maar deson danks hebben zij een eigen karakter be houden, een karakter, waarin een zekere "weemoed schuilt, waardoor de armoede van het land spreekt, de wildheid van de bergen zich openbaart, de onbedwingbare strijdlust, de hoop, het verlangen, de liefde zich uiten van een volk, dat hard voor zijn bestaan heeft moeten vechten. Vèchten, precies, want het is dit volk in de Joop der tijden allerminst voor de wind gegaan. Het heeft zich eeuwen lang moeien bukken onder wat vreemde Invloed héét, maar wat in feite vaak overheersing en onderdrukking betekende. Slowenië heeft reeds in de tijd van Karei de Grote gezucht onder de Frankische invloeden en daarna de Duitse bes'chex-ming ervaren. Noord-Dal- matië was afhankelijk van de rijke Dogen- republiek Venetië en Kroatië wist zich ter dege met Hongarije verbonden, Servië was afhankelijk van het Byzantijnse keizerrijk. Maar dit alles was nog niets bij de Turkse stormvloed, die vijf eeuwen lang dit ge bied heeft geteisterd, een invloed, die thans nog duidelijk herkenbaar is in de kledij dei- vele Turkse bewoners, in de door slanke minarets gemarkeerde honderden mos keeën. De latere geschiedenis is bekend: de eer ste wereldoorlog maakte het in 1918 moge lijk het koninkrijk der Serven, Kroaten en Slowenen te grondvesten, waarmede voor de eerste keer in een duizendjarige ge schiedenis de Zuidslaven in één rijk wer den verenigd. En men herinnert zich na tuurlijk het tragische vervolg der geschie denis: in 1914 het revolverschot van Ga- bi'ilo Princip, dat in de eerste wereldoorlog een miljoenenvoudige echo vond, de aan slag op koning Alexander, die in 1934 met de Franse minister Barthou in Marseille werd vermoord. In 1941 werd de regering Zwetkowitsj gedwongen Duitse troepen door te laten naar Griekenland, er volgde een staatsgreep onder generaal Simowitsj, de minderjarige Peter kwam aan het be wind, prins-regent Paul week uit naar Engeland. De tweede wereldoorlog eiste van Joego slavië ontzaglijke offers. Er vielen één mil joen zevenhonderd duizend doden, dat is een tiende deel der bevolking. Tweederde van de veestapel werd op de ook ons be kende wijze weggevoerd, tachtigduizend huizen werden verwoest, nagenoeg het ge hele wagenpark der spooi-wegen verdween, bijna alle fabrieken werden verwoest of beschadigd. Bij deze geweldige oorlogs schade kwamen nog de mislukt» experi menten naar Sovjet-voorbeeld op indu strieel en agrarisch gebied en als de zeven druppels van leed en tegenspoed, die de emmer van rampspoed deden overlopen, zeven misoogsten door droogte. Het land stond aan de rand van een honger-katastrofe, toen Tito de hulp dei- Verenigde Staten verkreeg. Er heerst in dit land ook thans nog, vooral op het platte land, een niet met woorden te schilderen armoede. Een Chinees spreekwoord echter zegt, dat niet de mate van armoede belang rijk is voor de mens, maar de manier, waarop hij die draagt. En dat dragen dier armoede geschiedt hier met de gelatenheid van een volk, dat aan bittere armoede ge wend is. En dat die weemoedige berusting ook in zijn liederen uit: „Ais de fortuin lacht, is het gemakkelijk goed te zijn. In tegenspoed toont zich de heldenziel." INTUSSEN moet men zich wel afvragen, hoe de bevolking er kan bestaan van lonen, die ontstellend daag zijn en bij een levenspeil, dat schrikbarend hoog ligt. Toe gegeven, de directe levensbehoef ten, voor zover zij op de voeding betrekking hebben, zijn wellicht iets billijker dan die in Nederland. Maar de kleding is er duurder dan bij ons en nog veel slechter bovendien, zodat de afleggertjes, waarin wij op zaterdagmiddag onze tuintjes bewerken, daar een zondags gewaad betekenen. Pin alles, wat door de voortschrijding der techniek en de perfectionering der industrie hier voor i-edelijke prijs ons comfort kan verhogen, is dóór onbetaalbaar^ Voor een kop en schotel zal men er ongeveer vier gulden neer moeten tellen, voor een eenvoudige sigarenaan steker, die hier ruim twee gulden kost, vraagt men u daar negen gulden, voor een filmpje, waar- voor hier de fotohandelaar een kleine twee gulden op de kassa aanslaat, betaalt men er driemaal zoveel. In Split zagen wij een tweedehands schrijfmachine geprijsd voor bijna tweeduizend gulden! DIE ARMOEDE demonstreert zich ook in het meest kenmerkende van Joegoslavië, het nagenoeg ontbreken van auto's. In Luxemburg heeft één op de tien inwoners een auto, in Nederland verontrusten de motoren van honderdduizenden auto's onze wegen, maar in Joegoslavië, dat zeventien miljoen inwoners heeft en dat ruim acht keer zo groot is als Nederland, zijn er voor een wegennet van zesenveertigduizend kilometer slechts zevenduizend auto's! Van die zesenveertigduizend kilometer wegen zijn er echter slechts vierentwintighonderd werkelijk berijdbaar. En slechts duizend klaarden dat het sterkste wapen der Jc-ego- slaven hun wegennet was?! Wie er per auto reist, ontmoet, als hij bekomen is van de schrik om het mitrail- leurvuur van venijnig basaltslag, dat zich bij een te grote snelheid tegen de buik der carrosserie slingert, middeleeuwse stoeten van zwaarbeladen bergpaardjes, begeleid door handswerklieden, die van dorp naar dorp trekken om er te timmeren en te met selen, een markant uitgedoste Turk, ge zeten op een elegant stappend ezeltje, een vrouw, die een koe hoedt en onderwijl de wol spint, precies zoals haar voorouders dat duizend jaar geleden deden, een koppel kalkoenen, dat in heilige argeloosheid de weg oversteekt en claxonsignalen even on verschillig bejegent als de hond, die sla pend midden op de weg ligt en hel niet nodig acht zijn zonnige rustplaats te ver laten. Mens en dier zijn er eenvoudig niet aan autoverkeer gewend en daarom wordt de automobilist, als hij door het binnenland trekt, met hartelijker gewuif begroet dan hier een minister. En een intensief auto verkeer zou daar ook funest zijn, omdat elke wagen een onbeschrijflijk dichte mist bank van stof achter zich aansleept als een komeet haar staart. Maar gelukkig is dat ook al weer niet zó hinderlijk, want de automobilist rijdt er urenlang door ge bieden, die onbewoond zouden lijken, als men er niet ergens in een vergeten berg land een romantisch zigeunerkamp zou ontdekken, waarvan de bewoners met hun felle ogen, gebruinde gezichten en vervaar lijke snorren op rovers lijken, zodat men er even bevend naar horloge en porte feuille tast, maar die zich als lachgrage, bescheiden arme drommels ontpoppen, als zij uw aai-zelend gestamelde „Dobro dan" goeden dag) beantwoorden. kilometer kan men werkelijk autoweg noe men. Erkend echter moet worden, dat er vooral aan de kust - tussen Rijeka en Du- brovnik - hard aan de verbetering van het wegennet wordt gewerkt. Daarbij zijn ook vrouwelijke werkkrachten ingeschakeld. In welk verband het interessant is te vermel den, dat de autopud autostrada) van Zagreb naar Beograd (het vi'oegere Bel grado) een volmaakte autoweg van vier honderd kilometer uit nationale geestdrift werd aangelegd door tweehonderdvijftig duizend jongens van veertien tot twintig jaar. Is het wondex-, dat de Duitsers ver IN HOEVERRE het politieke regime weex-klank vindt in de harten van dit arme, bescheidèn en toch zo strijdlustige volk, is moeilijk te peilen. In hoeverre het er nuttig werkt, evenzeer. De oppervlakkige in drukken van de toerist komen echter neer op de conclusie, dat het communisme niet de Joegoslaven veranderd heeft, maar dat zij dat het communisme hebben gedaan. Wat echter uw ervaringen in het gena tionaliseerde hotelbedrijf ook mogen zijn, of gij de slimowitsj, de inlandse pruimén- jenever, te pittig zult achten, of gij door de lekke banden en de gehavende schokbre- kers de wegen zult verfoeien, of gij aan stoot zult nemen aan het feit, dat in som mige kapelletjes langs de weg de Christus figuur van de kruisbeelden is verwijderd en gij daarentegen geroerd zult kijken naar de honderden in fraaie klederdrachten ge doste vrouwen en kinderen die als in een (Zie verder pagina 5) AMSTERDAM, april. U bent een beetje snob en ik ben het. We zijn het alle maal, hoewel soms niet alleen maar een beetje. Het andere onderscheid schuilt in het feit, dat deze overcompensatie van ja- louzie op verschillende niveaus voorkomt. Ik zal deze ondex-scheidene vlakken niet nader definiëren, teneinde niet nodeloos het snobisme in u, in brieven aan mij, tot uiting te bx-engen. Het bestaat. Laat dat méér dan genoeg zijn. En het is een zusje van de meest verwerpelijke burgerlijk heid en van wat wij met een exclusief- Nederlands woord „fatsoen" noemen. Ik zei u al, dat ik ook weet wat het is, in mijzelf. Dit neemt echter niet weg, dat ik verscheidene vormen hiervan in het geheel niet kan begrijpen. Dit geldt dan voor de meer materiële uitingen van sno bisme andere vormen van materialis me hebben mijn volste begrip. Een van die uitingen is echter het snobisme over auto's. Verscheidene vrienden, aan wier oordeel ik niet kan of wil twijfelen, hebben mij uit hun ervaring in het zakenleven van dit land verteld, dat een handelsreiziger van 1957 van een firma, die zichzelf respecteert, niet meer in de trein kan rei zen, of zelfs niet in het kleinste beschik bare auto'tje van de markt. Hun auto moet, zo begrijp ik nu, zeker meer dan zesduizend gulden hebben gekost en liever nóg iets meer. Deze zakenlieden komen dan' bij hun relaties en hebben vaak hon derden meters van het bezochte adres hun vehikel moeten parkeren. Omdat ze toch het belangrijke voordeel van hun vervoer middel niet kunnen verwaarlozen, begin nen ze dan het gesprek met een klacht over een verkeerssituatie, die het niet toe laat dat hun „Motobile" of „Massigny DE LUXE" voor de deur kon worden ge parkeerd. Dit ingewreven hebbend, gaan zij dan over tot de zaken van de dag. Eén kennis vertelde mij zelfs, dat hij laatst eens bij vergissing uit het raam had staan kijken nadat zo'n zell'-geadverteer- de bezitter van een „Nevada Lieutenant" het. perceel had verlaten. Hij had de man in lijn 2 zien stappen. Begrijpt u mij wel ik verwijt al deze mensen niets, helemaal niets. Als dit voor hun werk nodig wordt geacht, dan zal het wel zo zijn. Ik beschul dig alleen het systeem, dat blijkbaar aan gemoedigd door de nog steeds voortprul- telende hoogconjunctuur dit soort snobis me in de hand werkt. Ik veroordeel de maatschappij, die deze zelfde kennis ver oordeelde nadat hij laatst tijdens een grote vergadering van zakenlieden in Assen had aangekondigd dat het niet al te lang meer moest duren, omdat hij zijn trein naar Amsterdam nog wenste te halen. Er viel toen een soort pijnlijke stilte. Men keek elkaar veelbetekenend aan. Gelukkig heeft echter ook dit syéteem zijn aardiger momenten. Een bekende is op het ogenblik tijdelijk gedwongen op een kamer te wonen, voor enkele maanden zonder vrouw en kind. Hij heeft een koste lijke kamer aan de Amstel gevonden. Zijn hospita ik heb haar ontmoet is een aardige vrouw, die kort geleden geschei den is. Zij werkt hard, maar heeft het ex tra geld voor haar verhuurde kamer niet temin nog bijzonder nodig. Na twee dagen is zij voorzichtig de kamer van haar huur der binnengekomen. Zij sprak de volgende woorden: „Ik vind het erg prettig, u in huis te hebben. Wat hebt u trouwens een prachtige auto! De buren hebben er alle maal al iets van gezegd. En oh ja, als u soms iemand van de buren ziet: ik heb ge zegd, dat u een neef van mij uit Canada bent. Dat wilt u toch ook wel zeggen, hè?" En dat is dan Amsterdam, verondersteld de enige echte grote stad in Nederland te zijn. Hoe is 't dan in Ileiligerlee, Woerden of Sexbierum, om dan nog maar van Katlijk, Waddinxveen of Heerlen te zwijgen? Of zou men het daar een neef uit Amsterdam noemen? A.S.H. Tn juni geeft de Engelse uitgeverij „Penguin" twee boeken van Agatha Chris tie uit, die niet alleen wat inhoud betreft, maar ook in uiterlijk geheel zullen ver schillen. Men meent wel, dat „Pengüin" hiermee een concessie aan een nog groter publiek aan het voorbereiden is, omdat zij de concurrentie met de „plaatjespockets" te groot vindt worden. Maar „Penguin" noemt het zelf een wetenschappelijke proef om-er zeker van te zijn, met een sta tistiek te kunnen aantonen, waarvoor het lezerspubliek het meest ontvankelijk is: een boek met, of een boek zonder plaatje. Men heeft hiertoe twee boeken van Agatiia Christie gekozen, omdat ieder willekeurig boek van deze schrijfster van detective verhalen veel wordt verkocht. Men weet dat „Penguin" altijd hetzelfde 'uiterlijk heeft gehad en zich nooit iets heeft aangetrokken van de strijd, die aller lei uitgeverijen van „paperbacks" in de concuiTentie voeren. „Penguin" gaat ook de omslagen van de boeken glanzend ma ken, zoals zoveel concurrenten al jaren doen. ZOWEL in de Belgische als in de Franse Kongo zijn enkele centra ont- staan van geëmancipeerde negers, die zich met behulp van westerse matcria- len toeleggen op schilderkunst en daar- mee merkwaardige, vooral decoratief bijzondere resultaten bereiken. Van deze werken heeft Rolf Italiaander op zijn reizen een verzameling meege- bracht, die in de afgelopen maand in Amsterdam is getoond in het Stedelijk Museum, thans te zien is in het Haags Gemeentemuseum en in de maand juni 5 in het Rotterdamse museum voor Land- en Volkenkunde wordt geëxposeerd. Men ziet tevens een aantal bladen gra- fische kunst van negers. Italiaander verschafte hen het materiaal en leerde hen de techniek van het etsen. Als der- de element toont de expositie olieverf- schilderijen uit Abessinië, die in uitvoe- ring, techniek en voorstelling geheel aansluiten bij het oudere cultuurbezit van dat land, maar merkwaardig wes- ters en modern aandoen. Het belang van de expositie ligt vooral in de door negers gemaakte schilderijen. Hoewel het niet mogelijk is na te gaan in hoeverre deze kunste naars in hun werk voortbouwen op autochtoon cultuurbezit en in hoeverre zij beïnvloed zijn door westerse voor- beelden en aan Europese cultuur ont leende denkbeelden, geeft de expositie een boeiend beeld van een jonge ont wikkeling in het culturele leven van uit hun oude sfeer losgeraakte negers. Bij een aantal van de werken is men wellicht geneigd in onderwerpen en uitvoering een zekere leiding te zien van Europeanen, maar deze leiding heeft alleen bestaan in elementaire aan wijzingen in technische problemen. De meest waardevolle indruk, die men van de expositie kan meenemen, is die van een ernstig streven naar nieuwe moge lijkheden. Achter dit streven ligt een waarachtige menselijkheid, die in deze kunst de westerling gemakkelijker aanspreekt dan in de oude kunst, die voortkwam uit een althans bij een oppervlakkig waarnemer zoveel moeilijker te begrijpen cultuur. Het doel van de expositie is niet het bren gen van kunstgenot, maar zoals Ita liaander zegt het wekken van begrip voor het streven van moderne negers. Wij hebben deze gegevens ontleend aan het aprilnummer van het Afrika Insti tuut' (Vervolg van pagina 4) processie trekken naar een bedehuis boven in de bergen, gij zult Joegoslavië in ieder geval bewonderen om de fantastische schoonheid van het landschap, de vrede van zijn okergele huizen, de goedhartigheid der bewonei's. Die schoonheid zult. gij vooral ontdekken in de kustgebieden, al kent men er de com- mercialisatie van de Cöle d'Azur of de overstelpende bloemenweelde van de Spaanse Costa Brava niet. Om de blanke huizen, die met hun kleine vensters, dikke, witte muren een oosters aspect hebben, hangt een prachtig licht. De Jadranska Mora, de Adriatische Zee, is blauw en hel derder dan bergkristal. Men vindt er in vriendelijke stadjes nauwe, wonderlijke straatjes, markante verzetsbeelden op dooi de oorlog gehavende pleintjes. In vele steden en dorpen kan men met gesloten ogen gaan staan en in willekeurige richting een foto maken - en elk beeld zal toch fraai zijn! Zoals bijvoorbeeld in Jajce, waar zich de wilde Pliva stort in de bruisende Vrbas en de ruïne van het oude konings slot omgeven is door de nevel van een imposante waterval, of in Mostar, de warmste stad van Europa, waar de Turkse brug met de omliggende huizen en vesting torens het decor vormt van een fantastisch filmrijk, in Dubrovnik, de oude vesting stad, omringd door middeleeuwse wallen, die een hartvel-rukkend panorama openen op de blauwe zee, de gele huizen met het patina van vele eeuwen, of in Plitvice, waar men in de malachietgi-oene of azuur blauwe meren naar forellen kan vissen, in Serajewo waar de muezzin op de minai-et van de Begova Dzamya moskee de gelovi- Dc Belgische ballerina Dolores Laga (hier in de titelrol van „La Bouquctière de la Violette") zal op 15 april meewerken aan de voorstelling als onderdeel van de Bel gisch-Nederlandse uilwisseling door het Ballet van de Muntschouwburg ie Brussel onder leiding van Jean Jacques Etchevery. gen oproept en in de Carsya de koper slagers, zilverwerkers, zadelmakers en leer- bewerkers in werkhokken en winkeltjes van driehonderd jaar oud hun arbeid ver richten, of in Ilidza, waar men in de zwa velbaden genezing kan vinden voor reuma en waar de Bosna borx-elend te voorschijn springt in een tapijt van wonderlijke bloemen. •AL IS die liefelijkheid stellig niet overal te vinden, omdat er vele streken in het bergland ruw zijn, onbegroeid en onher bergzaam, zodat men zich wanen kan in een gebied, waar de atoombom alle leven heeft vernietigd en begrijpelijk wordt, waarom de Montenegrijn zingt van „..het land, waar God de stenen zaait en 't volk zijn helden oogst." Maar ook zelfs in die streken" zal de rauwe schoonheid u treffen. En daarom zult gij, als gij Joegoslavië verlaat, als gij bij de correcte, maar niet overdadig- vriendelijke douanier uw deviezenbiecht hebt afgelegd en tijdig het kleurige ta pijtje, de fles Maraskino of het roodkope ren kannetje, waaruit gij de Turkse kaffa, de Turkse koffie hebt geschonken („zwart als de nacht, heet als de hel en zoet als de liefde") tussen de vuile overhemden hebt weggemoffeld, zijn „Dovidenja" van harte beantwoorden. Omdat „Dovidenja" tot ziens betekent.... Han van der Horst Op de plaats waar het historische Aulis op Boeotië in noordoost Griekenland moet hebben gelegen is het altaar teruggevon den, waarop volgens de legende Agamem non, de koning van Mycene, zijn dochter Iphigeneia heeft geofferd. De legende zegt, dat Agamemnon dit offer aan de godin Ai'temis moest, brengen omdat hij een hinde van haar had gedood. Nadat Agamemnon zijn schuld had ingelost keerde de wind terug waardoor de Griekse schepen, die op de rede van Aulis klaar lagen, naar Troje konden varen, opdat een begin kon worden gemaakt met de Tro jaanse oorlog..In ons blad van 10 novem ber 1956 hebben wij uitvoerig over de op gravingen bij Aulis geschreven naar aan leiding van de plaatsbepaling van Aulis, de blootlegging van een aan de godin Ar temis gewijde tempel en de vondst van een beeld van Artemis, daterend uit de vijfde eeuw voor Christus. De opgravingen daar staan onder leiding van de Griekse archeoloog prof. Threpsiades. Aan het eind van dit jaar zal in Delft in het stedelijk museum „Het Prinsenhof" een tentoonstelling worden gehouden van het werk van Dirk Bouts, die tot de be langrijkste vijftiende-eeuwse Nederlandse schilders behoort. Het is de bedoeling op deze tentoonstelling, die op 21 december wordt geopend, een zo volledig mogelijk overzicht te geven van het werk van de meester der primitieven. JOEGOSLAVIË Langs de wegen in Joegoslavië ontmoet men prachtige figuren, zoals bijvoor beeld deze schaapherder mei de allure (en de vriendelijkheid) van een gebalkaniseerde aartsvader. In gezapig tempo malen bij Ja jee de watermolentjes korrel voor korrel de maïs, want haast is in deze contreien een onbekend begrip. In Mostar (stad der bruggen) vormen brug, vestingtorens en huizen als het ware een fantastisch filmdecor. Zicoma: Dansende negers. 4 EEN ROMAN van John O'Hara kan men maar moeilijk ongelezen laten, al kan niet gezegd wor den dat het omvangrijk oeuvre van deze schrij ver louter uit litteraire meesterwerken bestaat. Het is echter een feit dat hij er telkens weer m slaagt de lezer een of ander boeiend relaas voor te zetten. De hoeveelheid materiaal, die hij gewoonlijk in een roman aansleept, is meestal wel erg groot. Het gevolg hiervan is dikwijls, dat de lezer al lang de draad van het verhaal is kwijt geraakt voordat dit goed en wel op gang gekomen is. Aan dit euvel gaat het overigens uitstekende A rage to live wel in bij zondere mate mank. En het thema van 10 Frede rick North levert het gevaar op van een her haling van dit ongemak. Het gaat in dit boek over de levensgeschiedenis van een welgestelde Amerikaan, huisvader en minnaar, een man met zeer wijdvertakte relaties in allerlei kringen en behept 'met een aantal sociale ambities, die hij met een ontstellend gebrek aan scrupules pro beert te verwezenlijken. Ditmaal is O'Hara er echter in geslaagd het materiaal nauwkeuriger te selecteren. Personen, omstandigheden en ge beurtenissen die van werkelijk gelang zijn. wer den vakkundig geaccentueerd, terwijl alles wat slechts als stoffering dienst doet in juist pers pectief op de achtergrond gehouden werd. Hier door werd deze roman tot een samenhangend, imposant geheel. Het dagelijks leven in een Amerikaans provinciestadje en de sociale en an dere aspecten van zo'n tamelijk geïsoleeid maat schappijtje werd op royale wijze uitgebeeld. Een in velerlei opzichten gelijksoortige hoofd figuur presenteert Louis Bromfield in The green bay tree. Lily Shane, de echtgenote van een in dustrieel in een stad in het midden-westen, ziet zich na diens dood voor het probleem gesteld hoe eenmaal verworven „standing" op hetzelfde niveau te handhaven Zij wordt bij de moeizame pogingen om dit probleem op te lassen gehin derd door het feit. dat zij als knappe vrouw een mondaine en dus slechte faam geniet. Haar beioe dochters gaan na veel vijven en zessen elk haar eigen weg, zonder zich verder veel in te laten met de strijd die haar moeder met buitengewoon veel hardnekkigheid door blijft voeren. Brom field is een uitmuntend beschrijver van vrou wenfiguren en ook in dit boek is hij behoorlijk op dreef. Erskine Caldwell, evenals beide bovengenoem de auteurs een graag geziene leverancier van romans in zakformaat, stelt een beetje teleur met Gretta, waarin hij een jonge vrouw beurte lings geluk en ontgoocheling in diverse liefdes affaires laat ondervinden. Stukken beter is zijn Journeyman, het verhaal van een zonderlinge rondreizende prediker ten plattelande. die in- plaats van de eenvoudige lieden geestelijk soe laas te brengen een jacht op hun geld en vrou wen opent. Zoals van Caldwell te verwachten, speelt dit groteske verhaal in het zuiden. Wan neer men zich voelt aangetrokken tot de lieden, die deze streken bewonen of er vandaan komen, schaffe men zich eens aan A new southern har vest, een bundel door Robert Penn Warren en Albert Erskine met veel smaak verzamelde kor te verhalen van William Faulkner, William March, Shirley Ann Grau, Carson Mac Cullers, Truman Capote en andere bekende en minder bekende „zuiderlingen*'. A. M. Uit de „Daily Times'

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1957 | | pagina 18