AFRIKAANSE GRAFISCHE KUNST
„HET LAND WAAR GOD BESTENEN ZAAIT
EN 'T VOLK ZIJN RELDEN OOGST"
op de rand van Europa
NIEUWE BOEKEN
in zakformaat
Ieder jaar meer toeristen naar
SNOBISME
Wetenschappelijke proef
met //Penguin"-boeken
Altaar van Iphigeneia in
Aulis Teruggevonden
Expositie van werk van
Bouts in Delft
DE Federativna Narodna R epu-
blika Yugoslavia oftewel de fede
rale volksrepubliek Zuid-Slavië (wij
zeggen: Joegoslavië) ligt op de
rand van Europa, zelfs nog meer
politiek dan geografisch.
NATUURLIJK is het niet altijd even
gegrond gebleken gerucht inzake de
goedkoopte in het land van de „partisan"
Jozef Broz, die thans maarschalk Tito heet,
een belangrijke stimulans geweest voor
de toeristische belangstelling, waarin
Joegoslavië zich in de laatste jaren mag
verheugen, maar toch is ook de rauwe,
ruige romantiek van dit „land achter Gods
rug" (zoals het in een Montenegrins
volkslied heet en zoals Den Doolaard zijn
laatste Balkanroman betitelde) een sterk-
werkende magneet gebleken. Een roman
tiek, die schuilt in de schoonheid van
het landschap, dat niet liefelijk is als
Oostenrijk of imposant als de bergmassie
ven van Zwitserland, maar dat vooral in
net bijna onbereikbare binnenland bijna
grimmig is en desolaat. Een romantiek
voorts, die te ontdekken valt in de aard
van het volk, dat trots is en hartelijk,
strijdlustig en gastvrij. Een romantiek ten
slotte, die zich uit in de fraaie kleder
drachten, waarin zovele Turkse invloeden
merkbaar zijn en nog meer ten slotte in
de schat van volksliederen van dit zang-
iievende en danslustige volk.
GEEN LAND ter wereld, waar volkszang
en volksdans zo veelvuldig worden be
oefend als in Joegoslavië: er is geen dorp,
of het heeft zijn eigen orkest, zijn eigen
dansmelodieën. Skoplje, de hoofdstad van
Macedonië (zeg, als ge bereisd wilt lijken,
maar gerust Makedonië!) heeft met haar
honderdduizend inwoners een eigen opera,
een filmstudio, vele dansgroepen en een
stedelijk orkest. Alleen al in Zagreb, de
hoofdstad van Kroatië (bijna driehonderd
duizend inwoners) bestaan vijftien dans
groepen. Wij hebben er trouwens in Neder
land enige van kunnen bewonderen. Priz-
ner (twintigduizend zielen!) bezit een ste
delijke toneelgroep, die zich aan „De Vrek"
van Molière waagt. In Ljublana, de hoofd
stad van Slowenië, bezit het stedelijk mu
seum een discotheek van zesentwintigdui-
*end volksliederen; dat van Skoplje heeft
er slechts twintigduizend, maar dat is toch
nog genoeg om een Nederlands reisgezel
schap met de nationale hymne „En datteme
toffe jonges zijn" een pover figuur te doen
slaan.
Men herkent in die volksliederen vele
vreemde invloeden: in Slowenië, het noor
delijk deel, zijn er Oostenrijkse elementen
met uitbundige jodelkreten in opgenomen,
in het kustgebied van Dalmatië vindt men
er Napolitaanse klanken en Venetiaanse
melodieën in verwerkt, in Bosnië klinkt in
het volkslied het schrille ritme van Ara
bische volken, in Macedonië krijgen zij een
opzwepend karakter door het obsederend
gebonk van Turkse trommen. Maar deson
danks hebben zij een eigen karakter be
houden, een karakter, waarin een zekere
"weemoed schuilt, waardoor de armoede
van het land spreekt, de wildheid van de
bergen zich openbaart, de onbedwingbare
strijdlust, de hoop, het verlangen, de liefde
zich uiten van een volk, dat hard voor zijn
bestaan heeft moeten vechten.
Vèchten, precies, want het is dit volk in
de Joop der tijden allerminst voor de wind
gegaan. Het heeft zich eeuwen lang moeien
bukken onder wat vreemde Invloed héét,
maar wat in feite vaak overheersing en
onderdrukking betekende. Slowenië heeft
reeds in de tijd van Karei de Grote gezucht
onder de Frankische invloeden en daarna
de Duitse bes'chex-ming ervaren. Noord-Dal-
matië was afhankelijk van de rijke Dogen-
republiek Venetië en Kroatië wist zich ter
dege met Hongarije verbonden, Servië was
afhankelijk van het Byzantijnse keizerrijk.
Maar dit alles was nog niets bij de Turkse
stormvloed, die vijf eeuwen lang dit ge
bied heeft geteisterd, een invloed, die thans
nog duidelijk herkenbaar is in de kledij dei-
vele Turkse bewoners, in de door slanke
minarets gemarkeerde honderden mos
keeën.
De latere geschiedenis is bekend: de eer
ste wereldoorlog maakte het in 1918 moge
lijk het koninkrijk der Serven, Kroaten en
Slowenen te grondvesten, waarmede voor
de eerste keer in een duizendjarige ge
schiedenis de Zuidslaven in één rijk wer
den verenigd. En men herinnert zich na
tuurlijk het tragische vervolg der geschie
denis: in 1914 het revolverschot van Ga-
bi'ilo Princip, dat in de eerste wereldoorlog
een miljoenenvoudige echo vond, de aan
slag op koning Alexander, die in 1934 met
de Franse minister Barthou in Marseille
werd vermoord. In 1941 werd de regering
Zwetkowitsj gedwongen Duitse troepen
door te laten naar Griekenland, er volgde
een staatsgreep onder generaal Simowitsj,
de minderjarige Peter kwam aan het be
wind, prins-regent Paul week uit naar
Engeland.
De tweede wereldoorlog eiste van Joego
slavië ontzaglijke offers. Er vielen één mil
joen zevenhonderd duizend doden, dat is
een tiende deel der bevolking. Tweederde
van de veestapel werd op de ook ons be
kende wijze weggevoerd, tachtigduizend
huizen werden verwoest, nagenoeg het ge
hele wagenpark der spooi-wegen verdween,
bijna alle fabrieken werden verwoest of
beschadigd. Bij deze geweldige oorlogs
schade kwamen nog de mislukt» experi
menten naar Sovjet-voorbeeld op indu
strieel en agrarisch gebied en als de zeven
druppels van leed en tegenspoed, die de
emmer van rampspoed deden overlopen,
zeven misoogsten door droogte.
Het land stond aan de rand van een
honger-katastrofe, toen Tito de hulp dei-
Verenigde Staten verkreeg. Er heerst in dit
land ook thans nog, vooral op het platte
land, een niet met woorden te schilderen
armoede. Een Chinees spreekwoord echter
zegt, dat niet de mate van armoede belang
rijk is voor de mens, maar de manier,
waarop hij die draagt. En dat dragen dier
armoede geschiedt hier met de gelatenheid
van een volk, dat aan bittere armoede ge
wend is. En dat die weemoedige berusting
ook in zijn liederen uit: „Ais de fortuin
lacht, is het gemakkelijk goed te zijn. In
tegenspoed toont zich de heldenziel."
INTUSSEN moet men zich wel
afvragen, hoe de bevolking er kan
bestaan van lonen, die ontstellend
daag zijn en bij een levenspeil,
dat schrikbarend hoog ligt. Toe
gegeven, de directe levensbehoef
ten, voor zover zij op de voeding
betrekking hebben, zijn wellicht
iets billijker dan die in Nederland.
Maar de kleding is er duurder
dan bij ons en nog veel slechter
bovendien, zodat de afleggertjes,
waarin wij op zaterdagmiddag
onze tuintjes bewerken, daar een
zondags gewaad betekenen. Pin
alles, wat door de voortschrijding
der techniek en de perfectionering
der industrie hier voor i-edelijke
prijs ons comfort kan verhogen, is
dóór onbetaalbaar^ Voor een kop
en schotel zal men er ongeveer
vier gulden neer moeten tellen,
voor een eenvoudige sigarenaan
steker, die hier ruim twee gulden
kost, vraagt men u daar negen
gulden, voor een filmpje, waar-
voor hier de fotohandelaar een kleine twee
gulden op de kassa aanslaat, betaalt men
er driemaal zoveel. In Split zagen wij een
tweedehands schrijfmachine geprijsd voor
bijna tweeduizend gulden!
DIE ARMOEDE demonstreert zich ook
in het meest kenmerkende van Joegoslavië,
het nagenoeg ontbreken van auto's. In
Luxemburg heeft één op de tien inwoners
een auto, in Nederland verontrusten de
motoren van honderdduizenden auto's onze
wegen, maar in Joegoslavië, dat zeventien
miljoen inwoners heeft en dat ruim acht
keer zo groot is als Nederland, zijn er voor
een wegennet van zesenveertigduizend
kilometer slechts zevenduizend auto's! Van
die zesenveertigduizend kilometer wegen
zijn er echter slechts vierentwintighonderd
werkelijk berijdbaar. En slechts duizend
klaarden dat het sterkste wapen der Jc-ego-
slaven hun wegennet was?!
Wie er per auto reist, ontmoet, als hij
bekomen is van de schrik om het mitrail-
leurvuur van venijnig basaltslag, dat zich
bij een te grote snelheid tegen de buik der
carrosserie slingert, middeleeuwse stoeten
van zwaarbeladen bergpaardjes, begeleid
door handswerklieden, die van dorp naar
dorp trekken om er te timmeren en te met
selen, een markant uitgedoste Turk, ge
zeten op een elegant stappend ezeltje, een
vrouw, die een koe hoedt en onderwijl de
wol spint, precies zoals haar voorouders
dat duizend jaar geleden deden, een koppel
kalkoenen, dat in heilige argeloosheid de
weg oversteekt en claxonsignalen even on
verschillig bejegent als de hond, die sla
pend midden op de weg ligt en hel niet
nodig acht zijn zonnige rustplaats te ver
laten. Mens en dier zijn er eenvoudig niet
aan autoverkeer gewend en daarom wordt
de automobilist, als hij door het binnenland
trekt, met hartelijker gewuif begroet dan
hier een minister. En een intensief auto
verkeer zou daar ook funest zijn, omdat
elke wagen een onbeschrijflijk dichte mist
bank van stof achter zich aansleept als
een komeet haar staart. Maar gelukkig is
dat ook al weer niet zó hinderlijk, want de
automobilist rijdt er urenlang door ge
bieden, die onbewoond zouden lijken, als
men er niet ergens in een vergeten berg
land een romantisch zigeunerkamp zou
ontdekken, waarvan de bewoners met hun
felle ogen, gebruinde gezichten en vervaar
lijke snorren op rovers lijken, zodat men
er even bevend naar horloge en porte
feuille tast, maar die zich als lachgrage,
bescheiden arme drommels ontpoppen, als
zij uw aai-zelend gestamelde „Dobro dan"
goeden dag) beantwoorden.
kilometer kan men werkelijk autoweg noe
men. Erkend echter moet worden, dat er
vooral aan de kust - tussen Rijeka en Du-
brovnik - hard aan de verbetering van het
wegennet wordt gewerkt. Daarbij zijn ook
vrouwelijke werkkrachten ingeschakeld. In
welk verband het interessant is te vermel
den, dat de autopud autostrada) van
Zagreb naar Beograd (het vi'oegere Bel
grado) een volmaakte autoweg van vier
honderd kilometer uit nationale geestdrift
werd aangelegd door tweehonderdvijftig
duizend jongens van veertien tot twintig
jaar. Is het wondex-, dat de Duitsers ver
IN HOEVERRE het politieke regime
weex-klank vindt in de harten van dit arme,
bescheidèn en toch zo strijdlustige volk, is
moeilijk te peilen. In hoeverre het er nuttig
werkt, evenzeer. De oppervlakkige in
drukken van de toerist komen echter neer
op de conclusie, dat het communisme niet
de Joegoslaven veranderd heeft, maar dat
zij dat het communisme hebben gedaan.
Wat echter uw ervaringen in het gena
tionaliseerde hotelbedrijf ook mogen zijn,
of gij de slimowitsj, de inlandse pruimén-
jenever, te pittig zult achten, of gij door de
lekke banden en de gehavende schokbre-
kers de wegen zult verfoeien, of gij aan
stoot zult nemen aan het feit, dat in som
mige kapelletjes langs de weg de Christus
figuur van de kruisbeelden is verwijderd
en gij daarentegen geroerd zult kijken naar
de honderden in fraaie klederdrachten ge
doste vrouwen en kinderen die als in een
(Zie verder pagina 5)
AMSTERDAM, april. U bent een
beetje snob en ik ben het. We zijn het alle
maal, hoewel soms niet alleen maar een
beetje. Het andere onderscheid schuilt in
het feit, dat deze overcompensatie van ja-
louzie op verschillende niveaus voorkomt.
Ik zal deze ondex-scheidene vlakken niet
nader definiëren, teneinde niet nodeloos
het snobisme in u, in brieven aan mij, tot
uiting te bx-engen. Het bestaat. Laat dat
méér dan genoeg zijn. En het is een zusje
van de meest verwerpelijke burgerlijk
heid en van wat wij met een exclusief-
Nederlands woord „fatsoen" noemen.
Ik zei u al, dat ik ook weet wat het is,
in mijzelf. Dit neemt echter niet weg, dat
ik verscheidene vormen hiervan in het
geheel niet kan begrijpen. Dit geldt dan
voor de meer materiële uitingen van sno
bisme andere vormen van materialis
me hebben mijn volste begrip. Een van die
uitingen is echter het snobisme over auto's.
Verscheidene vrienden, aan wier oordeel
ik niet kan of wil twijfelen, hebben mij
uit hun ervaring in het zakenleven van
dit land verteld, dat een handelsreiziger
van 1957 van een firma, die zichzelf
respecteert, niet meer in de trein kan rei
zen, of zelfs niet in het kleinste beschik
bare auto'tje van de markt. Hun auto
moet, zo begrijp ik nu, zeker meer dan
zesduizend gulden hebben gekost en liever
nóg iets meer. Deze zakenlieden komen
dan' bij hun relaties en hebben vaak hon
derden meters van het bezochte adres hun
vehikel moeten parkeren. Omdat ze toch
het belangrijke voordeel van hun vervoer
middel niet kunnen verwaarlozen, begin
nen ze dan het gesprek met een klacht
over een verkeerssituatie, die het niet toe
laat dat hun „Motobile" of „Massigny
DE LUXE" voor de deur kon worden ge
parkeerd. Dit ingewreven hebbend, gaan
zij dan over tot de zaken van de dag.
Eén kennis vertelde mij zelfs, dat hij
laatst eens bij vergissing uit het raam had
staan kijken nadat zo'n zell'-geadverteer-
de bezitter van een „Nevada Lieutenant"
het. perceel had verlaten. Hij had de man
in lijn 2 zien stappen. Begrijpt u mij wel
ik verwijt al deze mensen niets, helemaal
niets. Als dit voor hun werk nodig wordt
geacht, dan zal het wel zo zijn. Ik beschul
dig alleen het systeem, dat blijkbaar aan
gemoedigd door de nog steeds voortprul-
telende hoogconjunctuur dit soort snobis
me in de hand werkt. Ik veroordeel de
maatschappij, die deze zelfde kennis ver
oordeelde nadat hij laatst tijdens een grote
vergadering van zakenlieden in Assen had
aangekondigd dat het niet al te lang
meer moest duren, omdat hij zijn trein
naar Amsterdam nog wenste te halen. Er
viel toen een soort pijnlijke stilte. Men
keek elkaar veelbetekenend aan.
Gelukkig heeft echter ook dit syéteem
zijn aardiger momenten. Een bekende is
op het ogenblik tijdelijk gedwongen op een
kamer te wonen, voor enkele maanden
zonder vrouw en kind. Hij heeft een koste
lijke kamer aan de Amstel gevonden. Zijn
hospita ik heb haar ontmoet is een
aardige vrouw, die kort geleden geschei
den is. Zij werkt hard, maar heeft het ex
tra geld voor haar verhuurde kamer niet
temin nog bijzonder nodig. Na twee dagen
is zij voorzichtig de kamer van haar huur
der binnengekomen. Zij sprak de volgende
woorden: „Ik vind het erg prettig, u in
huis te hebben. Wat hebt u trouwens een
prachtige auto! De buren hebben er alle
maal al iets van gezegd. En oh ja, als u
soms iemand van de buren ziet: ik heb ge
zegd, dat u een neef van mij uit Canada
bent. Dat wilt u toch ook wel zeggen, hè?"
En dat is dan Amsterdam, verondersteld
de enige echte grote stad in Nederland te
zijn. Hoe is 't dan in Ileiligerlee, Woerden
of Sexbierum, om dan nog maar van Katlijk,
Waddinxveen of Heerlen te zwijgen? Of
zou men het daar een neef uit Amsterdam
noemen? A.S.H.
Tn juni geeft de Engelse uitgeverij
„Penguin" twee boeken van Agatha Chris
tie uit, die niet alleen wat inhoud betreft,
maar ook in uiterlijk geheel zullen ver
schillen. Men meent wel, dat „Pengüin"
hiermee een concessie aan een nog groter
publiek aan het voorbereiden is, omdat zij
de concurrentie met de „plaatjespockets"
te groot vindt worden. Maar „Penguin"
noemt het zelf een wetenschappelijke
proef om-er zeker van te zijn, met een sta
tistiek te kunnen aantonen, waarvoor het
lezerspubliek het meest ontvankelijk is:
een boek met, of een boek zonder plaatje.
Men heeft hiertoe twee boeken van Agatiia
Christie gekozen, omdat ieder willekeurig
boek van deze schrijfster van detective
verhalen veel wordt verkocht.
Men weet dat „Penguin" altijd hetzelfde
'uiterlijk heeft gehad en zich nooit iets
heeft aangetrokken van de strijd, die aller
lei uitgeverijen van „paperbacks" in de
concuiTentie voeren. „Penguin" gaat ook
de omslagen van de boeken glanzend ma
ken, zoals zoveel concurrenten al jaren
doen.
ZOWEL in de Belgische als in de
Franse Kongo zijn enkele centra ont-
staan van geëmancipeerde negers, die
zich met behulp van westerse matcria-
len toeleggen op schilderkunst en daar-
mee merkwaardige, vooral decoratief
bijzondere resultaten bereiken. Van
deze werken heeft Rolf Italiaander op
zijn reizen een verzameling meege-
bracht, die in de afgelopen maand in
Amsterdam is getoond in het Stedelijk
Museum, thans te zien is in het Haags
Gemeentemuseum en in de maand juni
5 in het Rotterdamse museum voor Land-
en Volkenkunde wordt geëxposeerd.
Men ziet tevens een aantal bladen gra-
fische kunst van negers. Italiaander
verschafte hen het materiaal en leerde
hen de techniek van het etsen. Als der-
de element toont de expositie olieverf-
schilderijen uit Abessinië, die in uitvoe-
ring, techniek en voorstelling geheel
aansluiten bij het oudere cultuurbezit
van dat land, maar merkwaardig wes-
ters en modern aandoen.
Het belang van de expositie ligt
vooral in de door negers gemaakte
schilderijen. Hoewel het niet mogelijk
is na te gaan in hoeverre deze kunste
naars in hun werk voortbouwen op
autochtoon cultuurbezit en in hoeverre
zij beïnvloed zijn door westerse voor-
beelden en aan Europese cultuur ont
leende denkbeelden, geeft de expositie
een boeiend beeld van een jonge ont
wikkeling in het culturele leven van
uit hun oude sfeer losgeraakte negers.
Bij een aantal van de werken is men
wellicht geneigd in onderwerpen en
uitvoering een zekere leiding te zien
van Europeanen, maar deze leiding
heeft alleen bestaan in elementaire aan
wijzingen in technische problemen. De
meest waardevolle indruk, die men van
de expositie kan meenemen, is die van
een ernstig streven naar nieuwe moge
lijkheden. Achter dit streven ligt een
waarachtige menselijkheid, die in deze
kunst de westerling gemakkelijker
aanspreekt dan in de oude kunst, die
voortkwam uit een althans bij een
oppervlakkig waarnemer zoveel
moeilijker te begrijpen cultuur. Het
doel van de expositie is niet het bren
gen van kunstgenot, maar zoals Ita
liaander zegt het wekken van begrip
voor het streven van moderne negers.
Wij hebben deze gegevens ontleend aan
het aprilnummer van het Afrika Insti
tuut'
(Vervolg van pagina 4)
processie trekken naar een bedehuis boven
in de bergen, gij zult Joegoslavië in ieder
geval bewonderen om de fantastische
schoonheid van het landschap, de vrede
van zijn okergele huizen, de goedhartigheid
der bewonei's.
Die schoonheid zult. gij vooral ontdekken
in de kustgebieden, al kent men er de com-
mercialisatie van de Cöle d'Azur of de
overstelpende bloemenweelde van de
Spaanse Costa Brava niet. Om de blanke
huizen, die met hun kleine vensters, dikke,
witte muren een oosters aspect hebben,
hangt een prachtig licht. De Jadranska
Mora, de Adriatische Zee, is blauw en hel
derder dan bergkristal. Men vindt er in
vriendelijke stadjes nauwe, wonderlijke
straatjes, markante verzetsbeelden op dooi
de oorlog gehavende pleintjes. In vele
steden en dorpen kan men met gesloten
ogen gaan staan en in willekeurige richting
een foto maken - en elk beeld zal toch
fraai zijn! Zoals bijvoorbeeld in Jajce, waar
zich de wilde Pliva stort in de bruisende
Vrbas en de ruïne van het oude konings
slot omgeven is door de nevel van een
imposante waterval, of in Mostar, de
warmste stad van Europa, waar de Turkse
brug met de omliggende huizen en vesting
torens het decor vormt van een fantastisch
filmrijk, in Dubrovnik, de oude vesting
stad, omringd door middeleeuwse wallen,
die een hartvel-rukkend panorama openen
op de blauwe zee, de gele huizen met het
patina van vele eeuwen, of in Plitvice,
waar men in de malachietgi-oene of azuur
blauwe meren naar forellen kan vissen, in
Serajewo waar de muezzin op de minai-et
van de Begova Dzamya moskee de gelovi-
Dc Belgische ballerina Dolores Laga (hier
in de titelrol van „La Bouquctière de la
Violette") zal op 15 april meewerken aan
de voorstelling als onderdeel van de Bel
gisch-Nederlandse uilwisseling door het
Ballet van de Muntschouwburg ie Brussel
onder leiding van Jean Jacques Etchevery.
gen oproept en in de Carsya de koper
slagers, zilverwerkers, zadelmakers en leer-
bewerkers in werkhokken en winkeltjes
van driehonderd jaar oud hun arbeid ver
richten, of in Ilidza, waar men in de zwa
velbaden genezing kan vinden voor reuma
en waar de Bosna borx-elend te voorschijn
springt in een tapijt van wonderlijke
bloemen.
•AL IS die liefelijkheid stellig niet overal
te vinden, omdat er vele streken in het
bergland ruw zijn, onbegroeid en onher
bergzaam, zodat men zich wanen kan in
een gebied, waar de atoombom alle leven
heeft vernietigd en begrijpelijk wordt,
waarom de Montenegrijn zingt van „..het
land, waar God de stenen zaait en 't volk
zijn helden oogst."
Maar ook zelfs in die streken" zal de
rauwe schoonheid u treffen. En daarom
zult gij, als gij Joegoslavië verlaat, als gij
bij de correcte, maar niet overdadig-
vriendelijke douanier uw deviezenbiecht
hebt afgelegd en tijdig het kleurige ta
pijtje, de fles Maraskino of het roodkope
ren kannetje, waaruit gij de Turkse kaffa,
de Turkse koffie hebt geschonken („zwart
als de nacht, heet als de hel en zoet als
de liefde") tussen de vuile overhemden
hebt weggemoffeld, zijn „Dovidenja" van
harte beantwoorden. Omdat „Dovidenja"
tot ziens betekent....
Han van der Horst
Op de plaats waar het historische Aulis
op Boeotië in noordoost Griekenland moet
hebben gelegen is het altaar teruggevon
den, waarop volgens de legende Agamem
non, de koning van Mycene, zijn dochter
Iphigeneia heeft geofferd.
De legende zegt, dat Agamemnon dit
offer aan de godin Ai'temis moest, brengen
omdat hij een hinde van haar had gedood.
Nadat Agamemnon zijn schuld had ingelost
keerde de wind terug waardoor de Griekse
schepen, die op de rede van Aulis klaar
lagen, naar Troje konden varen, opdat een
begin kon worden gemaakt met de Tro
jaanse oorlog..In ons blad van 10 novem
ber 1956 hebben wij uitvoerig over de op
gravingen bij Aulis geschreven naar aan
leiding van de plaatsbepaling van Aulis,
de blootlegging van een aan de godin Ar
temis gewijde tempel en de vondst van
een beeld van Artemis, daterend uit de
vijfde eeuw voor Christus. De opgravingen
daar staan onder leiding van de Griekse
archeoloog prof. Threpsiades.
Aan het eind van dit jaar zal in Delft
in het stedelijk museum „Het Prinsenhof"
een tentoonstelling worden gehouden van
het werk van Dirk Bouts, die tot de be
langrijkste vijftiende-eeuwse Nederlandse
schilders behoort. Het is de bedoeling op
deze tentoonstelling, die op 21 december
wordt geopend, een zo volledig mogelijk
overzicht te geven van het werk van de
meester der primitieven.
JOEGOSLAVIË
Langs de wegen in Joegoslavië ontmoet
men prachtige figuren, zoals bijvoor
beeld deze schaapherder mei de allure
(en de vriendelijkheid) van een
gebalkaniseerde aartsvader.
In gezapig tempo malen bij Ja jee de
watermolentjes korrel voor korrel de
maïs, want haast is in deze contreien
een onbekend begrip.
In Mostar (stad der bruggen) vormen
brug, vestingtorens en huizen als het
ware een fantastisch filmdecor.
Zicoma: Dansende negers.
4
EEN ROMAN van John O'Hara kan men maar
moeilijk ongelezen laten, al kan niet gezegd wor
den dat het omvangrijk oeuvre van deze schrij
ver louter uit litteraire meesterwerken bestaat.
Het is echter een feit dat hij er telkens weer m
slaagt de lezer een of ander boeiend relaas
voor te zetten. De hoeveelheid materiaal,
die hij gewoonlijk in een roman aansleept, is
meestal wel erg groot. Het gevolg hiervan is
dikwijls, dat de lezer al lang de draad van het
verhaal is kwijt geraakt voordat dit goed en wel
op gang gekomen is. Aan dit euvel gaat het
overigens uitstekende A rage to live wel in bij
zondere mate mank. En het thema van 10 Frede
rick North levert het gevaar op van een her
haling van dit ongemak. Het gaat in dit boek
over de levensgeschiedenis van een welgestelde
Amerikaan, huisvader en minnaar, een man met
zeer wijdvertakte relaties in allerlei kringen en
behept 'met een aantal sociale ambities, die hij
met een ontstellend gebrek aan scrupules pro
beert te verwezenlijken. Ditmaal is O'Hara er
echter in geslaagd het materiaal nauwkeuriger
te selecteren. Personen, omstandigheden en ge
beurtenissen die van werkelijk gelang zijn. wer
den vakkundig geaccentueerd, terwijl alles wat
slechts als stoffering dienst doet in juist pers
pectief op de achtergrond gehouden werd. Hier
door werd deze roman tot een samenhangend,
imposant geheel. Het dagelijks leven in een
Amerikaans provinciestadje en de sociale en an
dere aspecten van zo'n tamelijk geïsoleeid maat
schappijtje werd op royale wijze uitgebeeld.
Een in velerlei opzichten gelijksoortige hoofd
figuur presenteert Louis Bromfield in The green
bay tree. Lily Shane, de echtgenote van een in
dustrieel in een stad in het midden-westen, ziet
zich na diens dood voor het probleem gesteld
hoe eenmaal verworven „standing" op hetzelfde
niveau te handhaven Zij wordt bij de moeizame
pogingen om dit probleem op te lassen gehin
derd door het feit. dat zij als knappe vrouw een
mondaine en dus slechte faam geniet. Haar beioe
dochters gaan na veel vijven en zessen elk haar
eigen weg, zonder zich verder veel in te laten
met de strijd die haar moeder met buitengewoon
veel hardnekkigheid door blijft voeren. Brom
field is een uitmuntend beschrijver van vrou
wenfiguren en ook in dit boek is hij behoorlijk
op dreef.
Erskine Caldwell, evenals beide bovengenoem
de auteurs een graag geziene leverancier van
romans in zakformaat, stelt een beetje teleur
met Gretta, waarin hij een jonge vrouw beurte
lings geluk en ontgoocheling in diverse liefdes
affaires laat ondervinden. Stukken beter is zijn
Journeyman, het verhaal van een zonderlinge
rondreizende prediker ten plattelande. die in-
plaats van de eenvoudige lieden geestelijk soe
laas te brengen een jacht op hun geld en vrou
wen opent. Zoals van Caldwell te verwachten,
speelt dit groteske verhaal in het zuiden. Wan
neer men zich voelt aangetrokken tot de lieden,
die deze streken bewonen of er vandaan komen,
schaffe men zich eens aan A new southern har
vest, een bundel door Robert Penn Warren en
Albert Erskine met veel smaak verzamelde kor
te verhalen van William Faulkner, William
March, Shirley Ann Grau, Carson Mac Cullers,
Truman Capote en andere bekende en minder
bekende „zuiderlingen*'. A. M.
Uit de „Daily Times'