KOELKASTEN NAAIMACHINES Van dag tot dag De cirkel Spotprent 3 Gasbron aangeboord bij het zoeken naar water Modderfontein spoot hoog de lucht in Plan voor olieleiding van Rotterdam naar het Rijnland Twaalfprovinciënhuis in Rotterdam heeft weer een bestemming ^Praatótoel Zweefvlieger uit Heemstede maakte noodlanding De opleiding in Canada voor straaljagerpiloten K Wettelijke regeling van het ziekenfondswezen Uit het modecentrum van Italië SHERRY van Beaufort 1 „DE ZYLPOQRT" 1 v a. 149*- tot ƒ214.- DONDERDAG 18 APRIL 1957 'k Hoor 'een wóórd! Moor ik weet wat je zegt Dobbelmann. lek-ker-der man By het boren naar een waterbron achter een pension aan de 's-Gravenzandseweg in Hoek van Holland is men op 25 meter diepte plotseling op een gasspuiter ge stuit. Met een enorm'é kracht werd de puls uit de hoorbuis geslingerd. Het gevaarte, dat ruim vyfcndertig kilo weegt, sloeg vlak voor de voeten van de onthutste werklieden een gat van wel een halve me ter in de grond. De puls werd gevolgd door een dikke straal modder. De eerste minuten bereikte het meng sel van slik, zout, water en gas een hoogte van vijftig meter. Weldra zakte de fontein iets in, doch bleef tot een hoogte van vijf tien meter modder opspuiten. Met de mod der ontsnapte uit de bodem ook veel gas. Volgens deskundigen van de Nederlandse Aardolie-Maatschappij, die gewaarschuwd werden, had men te doen met een sterk ontvlambare gassoort. P.as 's avonds laat is men er in geslaagd de bron dicht te gooien. De eigenaar van het pension had achter zijn woning een waterpomp willen slaan om zijn pas vorige week geopende minia tuur golfbanen te kunnen besproeiien. Hij zou dan niet meer afhankelijk zijn van de stadswaterleiding, waarvan de druk 's zo mers dikwijls erg laag is. Er zijn in de omtrek reeds tal van dergelijke bronnen voor eigen gebruik aangelegd. Een firma uit Zaltbommel, die het werk uitvoerde, was met het boren reeds op 25 ADVERTENTIE De zomercollectie 1957 is gereed BOSCH - FRIGIDAIRE LIEBHERR - LINDE en andere fabrikaten. - Ingenieursbureau K,j Haarlem KOELKASTEN: Zijlstraat 56 WASMACHINES. TeL 11 828 meter diepte toen er geborrel in de boor- buis klonk. Men meende eindelijk water te hebben gevonden. Inplaats daarvan schoot de puls naar boven, gevolgd door een modderfontein. Tot ver in de omtrek werden bomen, struiken en planten met een vuilgrijze laag bedekt. De kracht waarmee de modder en het gas uit de bodem spoten, was zo groot dat de slangen van de hogedrukpompen, waar mee 25 zakken cement in de buis zijn ge pompt om de stroom te stuiten, barstten. Daarna heeft men er zand op gegooid. Het is wel zeker dat men geen oliebron heeft aangeboord. Wat er met het gas dat zich in de bodem bevindt, moet gebeuren, is nog niet bekend. De politie van Hoek van Holland heeft het terrein afgezet om brandgevaar te voorkomen. Plannen voor een pijpleiding, die de monding van de Ryn zal verbinden met het Duitse Rijnland, beginnen concrete vormen aan te nemen. De doorsnede van deze pyp- leiding zal 60 tot 75 cm bedragen en zy zal een lengte krygen van ongeveer 250 km. De Bataafse Petroleum Maatschappij te 's-Gra- venhage heeft het initiatief genomen en bestudeert thans de technische en andere problemen, die met deze aanleg verbonden zijn. Behalve maatschappijen van de Ko ninklijke Shellgroep zullen waarschijnlijk ook andere belanghebbenden in Duitsland en Nederland deelnemen in dit project. De pijpleiding zal dienen voor de toe voer van aardolie naar bestaande en thans in aanbouw of in voorbereiding zijnde raf finaderijen in het Rijnland. In een later stadium zal zij waarschijnlijk een onder deel gaan vormen van het transeuropese pijpleidingnet dat van de Middellandse Zee door Oost-Frankrijk en West-Duitsland naar de Noordzeekust zal lopen. Dit project is nog in studie. Het beginpunt van de pijpleiding zal waarschijnlijk in de omgeving van Rotter dam liggen. Het eindpunt zal worden aan gepast aan de verlangens van de verschil lende verbruikers in het Rijngebied en zal zich dus waarschijnlijk vertakken. Eén der aftakkingen zal de raffinaderij van de Deutsche Shell A.G. te Godorf bij Keulen voorzien. Deze raffinaderij zal in de loop van 1960 in bedrijf komen met een aan vankelijke capaciteit van 4 miljoen ton ruwe olie per jaar. ADVERTENTIE Alle merken dus ruime keuze ENGEL, Gr. Houtstr. 181, Tel. 14444 Voor het veelbesproken Twaalfprovin ciënhuis in de Hoogstraat te Rotterdam, dat als verzamelwinkelgebouw is mislukt en al ruim een jaar leegstaat, is thans een nieuwe bestemming gevonden. Het zal on der de naam „Flevogebouw" worden ge ëxploiteerd als groothandelsgebouw met kantoren en showrooms. Van het aantrekkelijke plan om van het gebouw een hotel te maken is afgezien. Voor het inrichten van kantoren en show rooms bleek bij de groothandel veel be langstelling te bestaan. Binnen een maand was reeds een derde van de totale opper vlakte verhuurd. Het restaurant op de hoogste etage blijft in exploitatie. Ook de congreszaal blijft gehandhaafd. Op do -x Eten Onlangs was ik in Scheveningen op een drukbezochte bijeenkomst van allemaal kookkundige heren uit de restaurantsector waar een - naar ik vernam - alleszins be kwaam en bevoegd vakman in een rede die klonk als een bronzen klok, zich beklaagde over het feit, dat in Nederland, mijn Ne derland, de culinaire behoeften zo gering zijn. ,,'t Is altijd biefstuk, kotelet en schnitzel", zo ongeveer betoogde deze heer, „en van de fijne keuken is er niets bij; ons volk dient ten deze grondig te worden op gevoed". Nu behoor ik tot de lieden die het doel wit waren van 's heren klacht. Ik hoop dat het niet te blasé-erig klinkt als ik zeg, dat ik meer prijs stel op goed-bereide onge compliceerde voeding dan op de precieuze keuken. Ik hoop die heer in kwestie geen pijn te doen indien ik zeg dat de tournedos a la dit en de forel A la dat, met alle ge compliceerde toevoegsels, overstrooiséls en sauzen mij gestolen kunnen worden voor een wei-bereid balletje gehakt met verse groenten en goed-gebakken aardappelen, en dat ik alle bewondering heb voor het culinaire vakmanschap van de prachtige schotels die mij op die bijeenkomst, in kleurendia's op het witte doek getoond werden, maar dat ik een simpele lenden biefstuk met een pittige saus en wat daar zo al meer bij behoort, ten minste zo sma kelijk vind. Nu is dit wel een persoonlijke mening waaraan de koks zich niet behoeven te storen, maar ik heb de overtuiging dat er tal van mensen zijn die er net zo over denken als ik. Juist bij dezulken die van het fijnste voldoende hebben gehad om het perfect-bereide gewone dubbel te waar deren. Ik meen dat ik gelijk heb wanneer ik beweer dat juist onder de beste koks, de bekwaamste restaurateurs en de groot ste maitres d'hötel velen zijn die op het zelfde standpunt staan als ik en dat negen tig percent van dezen een goed-klaarge- maakt osselapje lekkerder vinden dan de dit of dat a la dit of dat in welks bereiding zij zelve meesters zijn Wanneer ik derhalve het betoog van ge noemde heer op mijn wijze zou mogen aanvullen, dan zou ik dat in deze zin wil len doen, dat m ij n bezwaar is dat de vol maakte bal gehakt, de perfecte osselap, de superieure boeuf bouilli, de best-bereide schelvis, de goede huzarensla en de goed- gebakken aardappel zó zeldzaam zijn, dat de liefhebber van deze eenvoudige culi naire zaken misschien nog minder aan zijn trekken komt dan de super-culinaire man voor zij n wensen. Dit is ook een aspect van de aangelegen heid waarop de spreker van die middag de aandacht vestigde. Ik heb alle respect voor zijn streven. Moge hij dit ook. voor het mijne hebben. Elias Woensdagmiddag tegen drie uur heeft een zweefvliegtuig, afkomstig van het vliegveld Teriet bij Arnhem en eigendom van de Koninklijke Nederlandse Zweef vliegtuigclub, even buiten de bebouwde kom van Oidenzaal een noodlanding ge maakt in een afgerasterde weide. De be stuurder, de 23-jarige D. Cornelisse uit Heemstede, was pas in het bezit van zijn vliegbrevet en maakte zijn eerste grote vlucht. Toen hij boven Oidenzaal kwam wilde hij landen en trachtte daarvoor een geschikt landingsterrein te vinden. Hierbij gleed het toestel af met het gevolg dat hij hij een geforceerde landing in de weide neerkwam. Bij de landing gleed het toestel door, de cabine schoof onder de afrastering van het weiland, waardoor het draad de bestuurder in het gelaat raakte en het neus been gedeeltelijk doorsneed. De heer Cor nelisse is ter verpleging in het ziekenhuis te Oidenzaal opgenomen. Van het vliegtuig werden de rechtervleugel en de onderzijde van de cabine beschadigd. De dit jaar aflopende regeling, waarbij Nederlandse, Noorse en Deense straalja gervliegers en -waarnemers in Canada een opleiding ontvangen, is vervangen door een nieuwe regeling die de komende drie jaren, gerekend van 1 juli af, zal gelden. Tot nu toe werden de buitenlandse vliegers in Canada in een speciale cursus opgeleid, maar voortaan zullen zij bij de normale opleiding van het vliegend personeel der Canadese luchtmacht geplaatst worden. Tot slot van een uiteraard zeer op pervlakkige beschouwingenreeks in deze rubriek over het onderwerp „atoomoorlog", naar aanleiding van grote beroering in de openbare mening over de voorgenomen opslag van atoombommenmateriaal in de Westeuropese landen, komen wij tot de formulering van een vraagstuk dat de kern van de kernsplitsingsdiscussie lijkt te zijn: waar li^t de sleutel tot beheersing van de atoomkracht? In de. - formulering heeft het geen zin, onderscheid tussen atoomwapenen en atoomenergie voor vredesgebruik te ma ken, aangezien de apparatuur tot vrijma king van atoomenergie voor beide doelein den kan dienen. Het gebruik van atoom energie als aan drijfmiddel voor de industriële produktie houdt in, dat de mo gelijkheid tot vervaardiging van atomische vernietigingsmiddelen aanwezig blijft. De maatschappij der toekomst zal gebruik maken van een kracht, die ieder moment kan worden gebruikt om oorlogsdoeleinden te dienen. Daarmee zal men rekening moeten hou den, wanneer men denkt over de mogelijk heid tot een internationale beheersing te komen. Terwijl ook bij de totstandkoming van een internationale afspraak daarom trent de mogelijkheid van misbruik dus potentieel aanwezig blijft, kan de hoop tot voorkoming van dit misbruik slechts gericht zijn op de ontwikkeling van het verantwoordelijkheidsgevoel. Het verant woordelijkheidsgevoel bij de regeerders, doch bij hen niet alleen. Want in een vorige beschouwing is dat eds nadrukke lijk betoogd die last wordt te zwaar voor hun schouders. De last zal steeds meer moeten worden verdeeld. De parlementa riërs, de geleerden, de technici, de arbei ders en via hun vertegenwoordigende groeperingen alle belanghebbenden zullen groepsgewijs en in vereniging het besluit moeten nemen, medewerking te weigeren aan de voorbereiding van de atoomoor logsdoeleinden. Enkele tientallen Duitse atoomgeleerden hebben het voorbeeld van zulk een stand vastige, gewetensvolle houding gegeven. Zij zijn thans in zware discussie met hun regering, die niet kan volhouden dat de wetenschap op basis van „Befehl ist Be- fehl" de plicht heeft tot blinde mede werking. Met andere woorden: dat de ver antwoordelijkheid tenvolle en uitsluitend op de politici rust. Dit misverstand zal ook in andere lan den goede democratische landen! tot volledige opheldering moeten worden uitgevochten. De Nederlandse minister van Oorlog heeft de mening van zijn parlement niet gevraagd, toen hij verzekerde dat „Nederland" geen bezwaar heeft tegen de positie van atoombombasis. Het komt ons voor dat hij verzuimd heeft „Nederland" deze vraag te stellen. Ook minister Staf neemt op deze wijze een grotere verant woordelijkheid dan hij dragen kan. Dit alles is geen kwestie van pro of anti, van agitatie voor of tegen een regering of een persoonlijkheid. Het is slechts een nieuw en onopgelost vraagstuk, waarvoor de democratie zich gesteld ziet. Een vraag stuk zoals vele andere, die in het verleden met bittere strijd doch in oprechte demo cratische zin zijn uitgevochten. Er moge in dit verband gewezen worden op het feit, dat de Noorse regering ver klaard heeft, de mening van het parlement te moeten weten vooraleer zij een ant woord zou kunnen geven op de vraag, waarop minister Staf zo geredelijk bevesti gend heeft geantwoord. Van onderop kristalliserend in poli tieke partijen en pérs, vakverbonden en andere meningvormende organen moet thans onvermijdelijk de' prangende vraag rijzen, met welks beantwoording niet al leen het ganse schema van de politieke in tenties doch ook de individuele overtuiging van miljoenen gemoeid is: Is het verantwoord, mede te werken aan de massale vernietiging van enorme men sengetallen en de daarmee gepaard gaan de kans op ontwrichting der wereld, ook al gebeurt zulks als vergelding op of als voorbehoeding tegen een aanval? Slechts de beantwoording van deze vraag naar eer, geweten en logica door de meerderheid der mensen kan de vicieuze cirkel doorbreken, volgens welke baan de atoombom boven de hoofden der mensheid cirkelt. Er is een bijna komisch aandoende tegenstelling tus sen de cynische, zakelijke wijze waarop de mens pleegt te beschikken over leven en dood van alles wat hem om ringt, en de manier waarop hij zichzelf behoedt voor ook zelfs maar de geringste ge dachte aan het einde van zijn leven. Wanneer het mogelijk ware, als objectief buitenaards toe schouwer de mens in zijn doen en laten te bespieden, zou dat volkomen negeren van een toch zo reële en over al zichtbare aanwezige ster- venskans buitengewoon grap pig aandoen. Het zou een beeld zijn van bijna sublieme humor, zoals de uitbeelding van het navrante tegen- beter-weten-in altijd stof voor sublieme humor heeft geleverd. Er is een klassiek Frans prentje, getekend door een man die geleerd had te spot- ten met. de ijdelheid van een vergankelijk bestaan, dat een toeristenechtpaar weergeeft in Parijs, op het uitzonder lijke moment waarop de twee welgedane echtelieden een drachtig van de hoogste Eif- feltorenverdieping vallen. En onderweg zegt de man tot de vrouw: „We moesten volgend jaar maar eens niét naar Parijs gaan". Ofschoon de dramatiek van het te pletter stortende echt paar door het verbazingwek kend gebrek aan werkelijk heidszin van de manlijke helft volkomen wordt geneu traliseerd, weerspiegelt zij in haar vluchtigheid toch met de scherpte ener graveernaald de mentaliteit van het mens dom, dat eendrachtig en on vermijdelijk van zijn wieg in het graf valt en onderweg op de waanzinnigste wijze in taal en geschrift, in daden en misdaden verkondigt dat er van een einde aan het vallen geen sprake is. Maar om het vallen, dat desondanks achteraan in de gedachten toch steeds als fa taliteit aanwezig blijft, te veraangenamen ontkennen wij onze weg door de schep ping met grappige koppig heid. Zo is het leven, zeggen wij en we organiseren de fata morgana tot een weldoor dacht en maatschappelijk sluitend bestel, waarin de dood van alles wat ons om ringt onszelf het genoeglijke idee geeft dat onze val nog steeds niet geëindigd is. Dat vallen is trouwens een plezierige zaak. Men zweeft tussen uitgangspunt en be stemming zonder aan een van beide gebonden te zijn, men neemt links en rechts met snelle greep de dingen mee die de tijd en de zorgen kun nen doden. Men leeft en weet te leven, en men besteedt zijn grootste inspanning aan het vergeten van de werkelijk heid, die telkens wil komen vertellen dat er ook aan dat vallen een einde komen moet. Men doet enorm veel on derweg. Men trekt vooral vrome gezichten tegen zichzelf in spiegels of tegen anderen in het dagelijks ver keer. Men veint begaan te zijn met het lot der mensheid, die een massale dood riskeert, doch men vreest in die mas sale dood alleen het eigen einde, dat erin besloten zal liggen. Men vertelt elkander vro lijk gekleurde verhalen over het leven na de dood, gekruid met wrange spot over dingen die men niet gelooft doch nochtans verkondigt Doch tegen degenen, die in een vlaag van werkelijkheidszin een regelrecht en sober ge sprek over de werkelijke werkelijkheid van de echte dood beginnen wil, vaart men uit met de misprijzende ken schetsing, die past op pro feten der somberheid: Pessimist. En toch nodigt deze week, oplopend naar de explosieve openbaring van de Pasen, tot zulk een gesprek. Deze week. bij tijden overgoten mei: levenskrachtig zonlicht en gevangen in de stolp van een veelbelovende voor jaarshemel. wordt goede week genoemd om onna speurlijke redenen om re denen althans, die niet te vinden zijn in het feit dat al lerwegen een nauwbedwongen ernst van passieviering en lijkwaden hangt. Het goede van deze week zal ongetwij feld voor vele mensen ondui delijk lijken, vermits zij het goede pas op de Paasdagen hopen te genieten. Toch is dit de week, die noopt tot een gesprek over de dood. Is niet alles, wat in onze wereld bloeide en jong was, deze winter gestorven? Zijn niet buigzame en groene tak ken vol fluwelen bladeren tot knappende beenderen gewor den en de levende dingen tot dode, starre gestalten? De goede week ontleent haar naam ongetwijfeld aan de goede gedachte, dat het leven niet een val van de wieg naar het graf kan zijn, wanneer ook de dood een einde blijkt te hebben. Want in deze week wordt het einde van de dood gevierd, nu de dorre doden tot nieuw leven komen in groen en vele kleu ren, nu de donkere vrijdag van het einde gevolgd wordt door de lichte paasdag van het begin. Men behoeft elkander geen vrolijk gekleurde verhalen te vertellen over het leven na de dood, wanneer dat leven telkens weer blijkt weg te kruipen onder de witte doodswade uit en zichzelf op richt uit de stof, met nieuwe stof omkleed. Er is een realiteit, die niet verdonkeremaand behoeft te worden achter de sluiers van het tegen-beter-weten-in. Dat is de waarheid, die zich in iedere goede week en iedere Pasen onopgesmukt aandient als een signaal van verre: Ik ben het Leven, dat niet te vangen is in uw houten kis ten en uw mausolea, dat niet gebonden is aan uw veilig verkeer en uw medicijnen, dat niet in leven blijft door uw pillen en uw kunstmest. Doch dat in en door zichzelf leeft en blijft leven en altijd bereid is gestalten te schen ken aan uw gedachten, met u te wandelen langs de wegen van uw verlangens en slechts erkenning vraagt van zijn be staan om altijd en eeuwig in u te blijven leven. De gedachte aan de dood in de werkelijkheidszin van een bewust levend mens is de ge dachte aan het leven. Zoals de goede week onafscheide lijk gekoppeld is aan het feest van de opstanding, zo is de dood de metgezel van het le ven en het leven de gestalte van de dood. Twee in één, niet zonder elkander bestaan de en niet apart te ontkennen. Negeren kan men de dood niet, zonder de werkelijke zin van het leven te ontkennen. Leven zonder te denken aan het einde van de val betekent leven zonder echt te leven in de overtuiging van een niet te deren bestaansrecht, dat tot beginsel en basis van alle menselijk en bovennatuurlijk recht gemaakt is. Omdat de mens leeft en de dood kent, kent hij zijn recht op de opstandding, zodra hij zijn ballast van nut teloze verzinsels heeft losge laten en verworpen. Een op rechte, nuchtere en conse quente erkenning van de stel ling dat de dood in zijn eigen wezen het leven tot nieuwe gedaante brengt, zoals de slaap van de seringenboom de juwelen der bloemen in nieuwe trossen zet, geeft de mens in welke groep hij ook met Pasen zal verwijlen de vreugde van het feest. En het zijn de misverstan den en vergissingen hierover, die met elkander de sublieme humor leveren voor een gro teske spotprent van het leven, zoals het in komische ontken ning van zijn geopenbaarde feitelijkheid misleefd wordt. J. L. (ADVERTENTIE) Rapport van A.R. adviescollege Het college van advies der Anti-Revo lutionaire Partij heeft een rapport uitge bracht over de wettelijke regeling van het ziekenfondswezen. Het rapport is samen gesteld door mr. H. Bos Kzn, dr. A. C. Drogendijk, prof. mr. W. F. de Gaay Fort man, J. P. Koegeler, prof. dr. G. A. Lin deboom, A. van Rijn, mr. J. Roos en A. Stapelkamp. Het ziekenfonds wordt gedefinieerd als een sociaal georganiseerde instelling ten einde individuele geneeskundige verzor ging te waarborgen, met een collectieve verzekering als middel om dit geheel te financieren. De individuele gezondheidszorg moet volgens het rapport allereerst als een per soonlijke plicht worden beschouwd. Het behoort evenwel tot de taak van de over heid zodanige voorzieningen te treffen, dat deze plicht tot verzorging der gezondheid voor geen enkele groep van de bevolking geheel of gedeeltelijk onuitvoerbaar wordt. Men acht het dan ook alleszins te ver dedigen, dat de overheid deze materie in een wet regelt. Het rapport geeft vervolgens een opsom ming van de voor- en nadelen zowel van een vrijwillige als van een verplichte zie kenfondsverzekering. De voorkeur gaat uit naar een vrijwillige ziekenfondsver zekering, doch in de gegeven omstandig heden kunnen de opstellers van het rap port de verplichte verzekering tot een ze kere weistandsgrens aanvaardbaar achten. Aan een weistandsgrens naar boven zou toch in ieder geval moeten worden vast gehouden, omdat een ongelimiteerde ver zekering het ziekenfonds in een van zijn grondslagen zou aantasten. De' sanering van de vrijwillige verzeke ring wordt in een aanvullende nota be pleit. De overheid zou daartoe een bijdrage moeten geven in de kosten van deze ver zekering. Opgemerkt wordt, dat het zeer zeker billijk is, dat de overheid, evenals andere werkgevers, haar bijdrage levert in de ziekenfondspremie. Het is echter de vraag of dit beter langs de weg van de vrijwil lige of verplichte ziekenfondsverzekering kan worden geeffectueerd, dan wel via een afzonderlijk ziekenfonds voor ambte naren. Voor de ambtenaren, die boven de weistandsgrens komen, zou echter een dergelijke ziektekostenverzekering toe te juichen zijn, aldus het rapport. Het zou, aldus het rapport, alleszins aanbeveling verdienen het karakter van de Ziekenfondsraad zodanig te wijzigen, dat de raad een zuiver maatschappelijk orgaan wordt ten dienste van het zieken fondswezen. Daarnaast, maar scherp er van gescheiden, zou dan het staatstoezicht op het ziekenfondswezen kunnen fun geren. Deze figuur zou, volgens het rap port, meer in overeenstemming zijn met het karakter van het ziekenfondswezen, dat toch in wezen privaatrechtelijk en niet publiekrechtelijk is. Ten aanzien van de samenstelling wordt opgemerkt, dat het gewenst wordt geacht de Ziekenfondsraad samen te stellen uit vijf leden, twee af komstig uit medische kringen, twee uit de sector der sociale verzekering en een voor zitter, die geacht kan worden in algemene zin op sociaal terrein deskundig te zijn en vertrouwen te genieten. ADVERTENTIE V Telefoon 10717 Kinderhuisvest 47-51 introduceren wij de slanke afkledende lijn en fraaie dessins, welke u terug vindt in de „EVERFORM" HERENCOSTUUMS Een colbert dat u prettig zit in 1 rij model Prachtige zuiver wollen kamgaren HERENCOSTUUMS /09_ reeds vanaf VERTROUWENSNAAM KLEDINGMAGAZIJN. 5.50 per fles. ADVERTENTIE Kun je me verstorn? !k zeg: Die IbtS Hoffzwcre is voor-deliger en lek-ker-der dan ooit In cellofaan verpakt

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1957 | | pagina 5