Brusselse mannen zijn veel op straat Beroemd Par ij s komt ii Marie-Louise bij DE VROUW Elizabeth GEBREK AAN L0G1ESRUIMTE IN ONS LAND VRAAGT OPLOSSING Toeristen blijven niet wachten Harde werkers voor een goed leven in het Amerikaanse arbeidsproces Vertrouwde van Franse politici ONZE TUIN- EN KAMERPLANTEN Goudsbloemen van het Oosten Casals beter, maar nog in een crisis DONDERDAG 18 APRIL 1957 HAARLEMS DAGBLAD OPRECHTE IIAARLEMSCHE COURANT 13 10 regels voor hygiëne oor de'V rouw (Van onze medewerkster in België „Ik ben een Brusseleer, een zinneke", zei de loodgieter. „Niet heiegans Vlaming, niet heiegans Waal, een Brusseleer". Ik had de loodgieter in het Nederlands aan gesproken en daarop kreeg ik in Brussels-plat te horen, dat hij mij beter verstond als ik Frans sprak. Maar hij kon wel in het Vlaams antwoorden: „In 't Brussels- Vlaams alei!" Daarna begrepen wij elkaar goed. Een zinneke is een hondje van onbestemde afkomst en inderdaad zijn de Brusselse mannen wat uiterlijk en ka rakter betreft een mengsel van Vlaamse en Waalse afkomst. Dit is iets wat op Brussel het eigenaardig stempel drukt van een eiland in België. Sinds de Japanse textielfabrieken weer op volle toeren draaien, is Tokio bezig op modegebied het Parijs van het Verre Oosten te worden. Deze foto-combinatie toont drie creaties van mode-huizen in de Japanse hoofdstad. Links: een Japans model cocktail-jurk in nylon. Midden: avondjapon van zijden organdie. Exclu sief is de vorm van de lange rok. Rechts: zuiver geïnspireerd op de kimono is deze, toch wel weer westers aandoende avondjapon van zijde. Als u zelf nog geen kijkje in Brussel hebt genomen, bent u zeker van plan dat met de wereldtentoonstelling in 1958 te doen. Daarom vertel ik u vast een en ander over de mannen hier. De typische Brusselaar zoals wij het kunnen hebben over de typische Amsterdammer heeft een „zju-pak" aan, een vaak kleurige combinatie van vest, jak of trui met een afstekende kleur broek. De kleren zitten hem dik wijls of te strak of te wijd om het goed gevulde lijf. Zijn haren zijn en brosse, dus als een borstel geknipt, maar niet zo borstelig als bij de Amerikanen. Hij draagt het haar langer, met als het kan een „toupie" of rondvallende kuif boven het voorhoofd. Zo'n toupie hebben ze lang niet allemaal, want de Benelux- landen zijn gelijkelijk met goedmoedige kaalkoppen bedeeld. <XXXXX)OOOOOOOOOOOOCOOOOOOCOCOOOC>OOOOOCOOOCOOOOOOCOOC XXXXX>DOCX>OCXXXXXXX>OCC<X«X>OCOCXXXX>DCCOOC>OOOCOOCOOOa Is de Brusselaar „een heer" dan zal zijn voorkeur uitgaan naar een pak van flanel in een anthracietkleur, een blau we overjas plus bruine schoenen en hoed. Aan die combinatie moet je wel even wennen. De pakken zijn bijna al tijd van prima snit en gemaakt van dure stof, want evenals zijn vrouw stelt hij er prijs op er tip-top hit te zien. De aandacht en het geld, dat de inwoners van deze stad aan hun kleren besteden maken van Brussel een stad in goeden doen, zo op het eerste gezicht. Naar Ne derlandse en Engelse smaak wat bui tensporig gekleed, wordt de Belg door menige buitenlandse toch gauw als „een leuke vent" betiteld. Wij vrouwen hebben trouwens gele genheid genoeg de Brusselse mannen te bekijken, want zij vertonen zich op straat, in het café of op het café-terras, als dat maar even kan. En dus vrij dik wijls. Slenteren en boksen De Brusselse heer der schepping laat zijn krant niet thuisbezorgen, maar koopt hem liever aan een kiosk, waar je tussen zes en zeven uur 's avonds krantenlezende volksmassa's ziet slen teren, die met een half oog de haltes van „de" 3 of „de" 90 in de gaten hou den. Als je hier met de tram meegaat, heb je het niet over lijn 3, maar over de 3. Komt eindelijk die bewuste 3 of 90, dan veranderen al die slenteraars in boksers en proppen zij zich in de tram, waarvan de wanden soms van elastiek schijnen te zijn. Een rit kost 33 cent. De dames en de minder gewiekste mannen komen gewoonlijk op het balkon te recht, al is de vechtlust van de Brus selse vrouw bij de trams ook bewonde renswaardig. Dit klinkt alsof de Brusselse man niet zo erg galant is. Dat valt wel mee. In huis is hij beslist gedienstig. Hij verrast zijn vrouw, die in vele gevallen ook buitenshuis werkt met verse koffie en er zijn heel wat mannen die helpen met de afwas, al willen zij dat niet weten. Hij houdt zelf van een uitje, maar gunt dat ook zijn vrouw. Als zijn echt genote een hoedje heeft gekocht of een tasje, vraagt hij niet direct: „Wat kost dat?" Zijn vrouw werkt immers hard mee en omdat zij beiden de kost verdie nen, kunnen zij zich ook een en ander veroorloven. F Belg werkt vlijtig en met plezier. Van zijn geld weet hij ook te leven en wij vinden dit een gezonde levensop vatting. Je ziet ze het in-goede-doen-zijn aan. Een welgedane man, met een ietwat mollige vrouw. Thuis is de Brusselaar beslist gezelliger dan achter zijn loket of in de tram en wellicht ook beleefder. Wij zouden niet durven beweren, dat hij trouwer is dan zijn buurman over de grenzen. Dat het Nederlandse echt- scheidingspeil hoger ligt dan het Belgi sche lijkt ons geen maatstaf om bepaal de conclusies te trekken. Wat papa ook doet of denkt, hij voedt zijn kinderen streng op en leert ze ge hoorzaam te zijn en geen herrie te ma ken. In onze rgen gedraagt de kleine Belg zich voortreffelijk, bijna tam. La ter krijgt hij echter des te meer vrijheid. 1. Was uw handen meermalen daags. 2. Was uzelf geregeld van top tot teen. 3. Gebruik slechts eigen, schone toi letartikelen. 4. Houdt nagels van handen en voeten niet alleen kort maar ook schoon. 5. Borstel minstens tweemaal daags uw tanden. 6. Was uw haren minstens eens in de drie weken. 7. Zorg ervoor steeds een schone zak doek bij u te hebben; gebruik deze ook als u niest of hoest. 8. Draag zorg voor schone onderkle- ding en vlekkeloze bovenkleding. 9. Gedurende de nacht bent u vol doende gekleed in pyjama of nacht hemd. 10. In de slaapkamer moet frisse lucht kunnen binnenkomen. Naar verwacht zal het Amerikaanse arbeidsleger in de komende tien jaar met ongeveer 10 miljoen toenemen. Vrouwen zullen ongeveer de helft van deze aanwas uitmaken. Wanneer deze veronderstelling ook maar by benade ring uitkomt zal er een situatie ont staan, die niet alleen van sociologen en economen, maar ook van werkgevers en regeringsautoriteiten de volle aan dacht vergt. Want welke veranderingen zal het arbeidsleger door de intrede van de vrouw ondergaan? Welke factoren liggen ten grondslag aan het gewijzigde beeld in de Amerikaanse samenleving? Wat betekent dit alles voor de toe komst? De nationale Raad voor de Arbeids voorziening, een particuliere, niet-poli- tieke studiegroep, die in de Columbia Universiteit zetelt, heeft getracht op deze en andere vragen een antwoord te vinden. De Raad heeft onlangs aan Pre sident Eisenhower een rapport van 400 (Van onze Parijse medewerkster) Op de Place de Bourbon no. 3 woont nu al sinds jaren Marie-Louise Bous- quet. Zoals u weet, bevindt zich op dat zelfde plein de Chambre des Députés, of de Kamer van Afgevaardigden. En Ma dame Bousquet is in die lange loop dei- jaren eigenlijk een onderdeel geworden van het politieke mechanisme der Franse Republiek. Al die tijd heeft ze ministers en gede puteerden langs haar huis en onder haar vensters zien wandelen. Velen zijn re gelmatig bij haar binnengeweest en om dat de heren wel eens loslippig zijn be weert Marie-Louise dat ze alle dossiers en zelfs de gerechtelijke stukken mins tens even goed beheerst als de hoogste politieke kringen in den lande. Op de nachtzittingen die bij belang rijke gebeurtenissen nogal eens gehou den worden, heeft Marie-Louise het in tussen niet begrepen. Om te beginnen zijn er afgevaardigden die geen eigen auto bezitten. Die worden dan in het holst van de nacht door een lawaaierige autobus afgehaald. Marie-Louise wordt daar iedere keer wakker van. Dan zijn De Chrysanth pleegt men ook wel eens de Goudsbloem van het Oosten te noe men. Geen won der! De eerste soorten waren goudgeel van kleur en deden sterk aan onze goudsbloemen denken. Er zijn allerlei kleurscha keringen. Het is al een genot op zich zelf in een catalo gus te bladeren en er verschillende kleuren uit te zoe ken. Houdt u er dan echter reke ning mee, dat u voor tuinbeplan- ting vroegbloeien- de soorten moet hebben; u hebt niets aan soorten die eerst in no vember in volle bloei komen. Of u moet ze bin nenshuis of onder glas in bloei kwe ken. Bij een be stelling dient u dus wel degelijk op te geven, dat ze voor tuinbe- planting moeten dienen. G. Kromdijk er de onderbrekingen van de zittingen. De afgevaardigden plegen onder Marie- Louise's vensters commentaar te leve ren op de debatten, en ondanks haar in tense belangstelling voor de politiek en ondanks de grote kansen om een exclu sief nieuwtje op te doen, zou Marie- Louise de nacht liever ongestoord aan de slaap besteden. Als ze dan toch wakker is, steekt zij haar hoofd wel eens uit het raam om te informeren of het kabinet alweer gevallen is. Naast het herenhuis, waar Marie- Louise woont, staat een flatgebouw dat volgens haar een minder goede reputa tie geniet. „Het brengt", zo beweert zij stellig, „ongeluk aan al zijn bewoners, omdat het van kelder tot dak is opge bouwd met de stenen van de omverge worpen Bastille." Talrijke schilderijen De kleine donkerharige Marie-Louise Bousquet bezet een plaats van betekenis in de Parijse politieke samenleving. Zij kent iedereen in de Franse hoofdstad. Sinds 1914 houdt zij haar „salon" en om dat zich veel leden van de Académie Frangaise onder haar kennissen bevin den, besloot zij haar gasten iedere don derdag te ontvangen na de vermaarde zittingen onder de Coupole, waar die dag aan de samenstelling van het Fi'anse Woordenboek wordt gewerkt. In Marie- Louise's woning is het een mengeling van Empire-stijl en Louix XVI. Er zou den wel enige lichte stijlbezwaren kun nen worden geopperd tegen de overdaad en samenstelling van de collectie schil derijen waarmee de muren worden ge sierd; maar op die wijze heeft Marie- Louise vermoedelijk een aantal jonge kunstenaars uit de brand geholpen. Geen zeurpieten De deuren van Marie-Louise's salon gaan om zes uur open. Daaraan houden de gasten zich stipt. Wanneer een ver strooide dame per ongeluk een half uur tje eerder aan komt zetten, dan wordt zij door Marie-Louise nog even uit wan delen gestuurd. Niet iedereen vindt toe gang tot haar salons. De categorie der „vervelende zeurpieten" wordt door Ma rie angstvallig op haar politiek-litteraire bijeenkomsten geweerd. Beroemdheden op ieder gebied kun je donderdagsmid dags bij Marie-Louise ontmoeten. Toch hoeft Marie-Louise nooit een uitnodi ging te verzenden om al die grootheden bij zich te zien. Wanneer ze bij vrienden iemand ontmoet die haar sympathiek is en bovendien graag een „naam" heeft, dan nodigt ze hem of haar uit donderdag eens bij haar langs te komen. Naast haar mondaine activiteiten heeft Marie-Louise nog een zware en verant woordelijke baan. Zij vertegenwoordigt namelijk in Parijs het grootste modeblad ter wereld, de Amerikaanse Harpers Ba zaar, dat in Amerika wordt uitgegeven. De directie van dit blad wist wel wat ze deed, toen ze Marie-Louise met deze taak belastte. Geen vrouw in Parijs is zo goed in alle kringen geïntroduceerd als zij, en kan ministers, filmsterren, rechters, leden van de Académie Fran gaise en modekoningen zo maar bij hun voornamen noemen. bladzijden voorgelegd, waarin de resul taten van een tweejarig onderzoek naar de rol van de vrouw in het arbeidsleger zijn neergelegd. Dit onderzoek heeft een groot aantal feiten aan het licht gebracht. Zo is bij voorbeeld vastgesteld dat thans één derde van alle vrouwen van 14 jaar en ouder betaalde arbeid verrichten: dat betekent een totaal van 21 miljoen! Op naam van de vrouwen staat ruim een vierde van het totaal aantal man/ uren arbeid in de Verenigde Staten en vrouwen ontvangen ongeveer een vijfde van het totaal bedrag aan lonen en salarissen. Zestig percent van alle werkende vrouwen zijn getrouwd en ongeveer de helft is ouder dan 40 jaar; op elke 10 getrouwde vrouwen verrichten er drie betaalde arbeid. Sedert 1950 hebben vrouwen van middelbare leeftijd en ouder in grotere getale hun intrede in het arbeidsleger gedaan dan een der andere leeftijdsgroepen. Ofschoon men de vrouw tegenwoordig in vrywel elk denkbaar beroep kan aantreffen, werkt meer dan een derde op kantoor of als verkoopster. Wanneer men nu nader op het hoe en waarom wil ingaan dan maakt men kennis met een interessante maatschap pelijke ontwikkeling de verandering Te Versailles wordt het nieuwste mode snufje getoond: lange wimpers in ver schillende kleuren, die de zonnebril overbodig maken. in de leeftijd, waarop de voor de vrouw belangrijke gebeurtenissen in het leven plaats grijpen. Zo komen, in verge lijking met 1890, de vrouwen thans op latere leeftijd van school, ze trouwen jonger en krijgen eerder kinderen, ze leven langer en worden pas op latere leeftijd weduwe: meestal overleven zij hun echtgenoot enkele jaren. Deze veranderde omstandigheden lei den tot de gevolgtrekking dat de heden daagse vrouwen gedurende hun leven niet alleen een grotere economische zekerheid genieten, maar ook over meer tijd voor betaalde arbeid beschikken. Onderzoekingen op het gebied der ar beidskrachten, die door het Ameri kaanse Ministerie van Arbeid zijn ver richt, werpen eveneens een nieuw licht op tal van verschijnselen. Volgens een officiële raming zal het merendeel van de 5,4 miljoen werkende vrouwen, die tegen 1965 gerekend moeten worden bij het huidige arbeidsleger van 21 miljoen vrouwen, behoren tot de jongere en oudere leeftijdsgroepen. In de leeftijdsgroep van 25-34 jaar, waarin de meeste vrouwen het te druk hebben met de opvoeding der kinderen en het huishouden, zal de toeneming slechts gering zijn. De leeftijdsgroep van 14-24 jaar zal met 1,8 miljoen en die van 35-44 met ongeveer een miljoen toenemen; de grootste toeneming zal geconstateerd worden in de leeftijds groep van 45 jaar en ouder, namelijk 2,6 miljoen. Dit is dus een bevestiging van de conclusie, waartoe de Raad voor de Arbeidsvoorziening is gekomen, dat vrouwen, die hun gehele leven in be trekking blijven, tot de uitzonderingen behoren, en dat, zoals de Raad het zegt, de belangstelling van de vrouw in de allereerste plaats uitgaat naar man, kinderen en huis. ADVERTENTIE Gratis uitgebreide brochure en alle verdere inlichtingen bij: 99 99 Zandvoortselaan 75 Heemstede - Tel. 56827 Iedere dinsdagmiddag gratis huidadviezen (na telefonische afspraak) COSMETICA - PARFUMS - TOILETARTIKELEN in alle prijsklassen Ruime parkeergelegenheid ittSSSSSSSSSSSSSSSSSSSfiSSSSSSM9*********0**9******* MOETEN ER in Nederland meer hotels komen? Wie deze vraag ter discussie stelt gooit de knuppel in het Horeca-hoenderhok. Want zelfs al bestaat er over de noodzaak van hotelnieuwbouw een zekere overeen stemming, aan de gestelde vraag koppelt zich terstond een tweede: Kunnen er meer hotels in Nederland komen? Neen, zeggen dan vele hoteleigenaren. Ja, is het antwoord van andere hoteliers, van mensen, die bij de bevordering van het vreemdelingenver keer betrokken zijn, van bouwexperts. De waarheid ligt niet eens in het midden om de eenvoudige reden, dat beide „partijen" gelijk hebben. Tegen- en voorstanders van hotelnieuwbouw gebruiken dezelfde woor den en bedoelen andere zaken. De neen- zeggers denken aan hotels in de traditio nele zin, aan etablissementen, die logies en pension verstrekken in een sfeer van vér gaande dienstverlening. De voorstanders hebben meestal iets anders op het oog: ho tels, waarin veel van de gebruikelijke en tourage als overbodig en belemmerend voor de rentabiliteit wordt achterwege gelaten. Sommigen verwachten veel heil van mo derne hotels met inkomsten uit nevenbe- drijven, zoals de exploitatie van zalen, flats, winkels, die de rentabiliteit kan ver groten. HET HOTELVRAAGSTUK is in deze tijd zeer actueel. Want de Algemene Ne derlandse Vereniging voor Vreemdelingen verkeer en andere verwante instellingen kunnen zoveel succes met het werven van buitenlandse toeristen hebben als zij maar willen. Wat baat het toeristen naar ons land te laten komen als het niet behoorlijk on derdak kan worden gegeven. In de afgelo pen jaren hebben onze hotels in de grote steden vooral zich gedwongen gezien voor het vakantieseizoen vele duizenden aan vragen van buitenlanders af te slaan. Ne derland is trouwens niet het enige land, dat in een zo ongunstige positie is komen te verkeren. Rapport Volgens een rapport getiteld „toerisme in Europa" van de Organisatie van Europese Economische Samenwerking werden er in 1955 bijna achtentwintig miljoen toeristen in de Europese logiesbedrijven geregistreerd van wie ongeveer een half miljoen Ameri kanen. Nederland trok bijna anderhalf mil joen toeristen. Het rapport spreekt te ver wachting uit, dat het aantal buitenlandse toeristen in Europa jaarlijks met vijftien percent zal toenemen. Kort na 1960 zullen er in ons werelddeel vijftig miljoen zijn, van wie anderhalf miljoen Amerikanen. In de Europese steden, aldus het rapport, dienen er tweeenzeventigduizend hotelbed den bij te komen. Buiten de grote steden is een vermeerdering met tien percent noodzakelijk. Nederland komt volgens des kundige schattingen in zijn grote gemeenten drieëntwintighonderd bedden te kort. De recente Haagse hotelnota kwam tot de con clusie, dat Den Haag alleen al zeker nog aan duizend hotelbedden behoefte heeft. Het klassieke bezwaar van de gevestigde hoteliers tegen een uitbreiding van het aantal hotelbedden is, dat er slechts een klein deel van het jaar van een volledige bezetting sprake is en buiten het topseizoen een hotel zeer moeilijk te exploiteren is. Ongetwijfeld maakt het seizoenkarakter een groot deel van de hotellerie kwestbaar- der dan andere takken van bedrijf. Maar of voor de hotels in grote steden de on- (ADVERTENTIE) SAN JUAN (Puerto Rico) (U.P.) De organisatoren van het muziekfestival van San Juan, dat zou worden geleid door Pablo hebben besloten dit festival te ver anderen en te maken tot een drieweekse hulde aan de cellist die deze week werd getroffen door een hartaanval. De dokto ren hebben meegedeeld, dat Casals een „rustige nacht" heeft gehad. gunstige cijfers gelden, waar mee zo vaak wordt geschermd? De European Travel Commission, aldus het rapport, verwacht gemiddeld zeventig percent bezetting der hotels in de steden. Jhr. W. Boreel, direc teur der Algemene Nederlandse Vereniging voor Vreemdelingenverkeer, gaf als zijn mening, dat de bestaande hotellerie in het algemeen behoorlijke winsten maakt. Ach ter de klachten der hoteliers over de ge ringe rentabiliteit verschuilt zich nogal eens het streven de concurrentie beperkt te hou den. Wat niet wegneemt, dat degenen, die bij het vreemdelingenverkeer betrokken zijn, er alles aan gelegen moet zijn een zo groot mogelijke spreiding te bewerkstel ligen. HET BOUWEN va neen goed hotel kost op het ogenblik dertigduizend gulden per bed. De prijs voor logies en ontbijt zou dan dertig gulden moeten bedragen. Op die ba sis is vrijwel geen hotel te exploiteren ,zo kan men van de zijde der gevestigde ho tellerie vernemen. Maar met deze redene ring gaat men er van uit, dat het nieuw te bouwen hotel dezelfde service en acco- modatie verschaft als bestaande etablisse menten. Dit nu beschouwt de tegenpartij als een misvatting. De toerist van onze da gen is typisch de man van het bescheiden budget. De hotels van voor de oorlog bie den niet wat de gemiddelde toerist ver langt. Of liever gezegd: zij bieden te veel. Vaak geeft de vakantieganger in deze tijd de voorkeur aan de nieuwe vormen van verblijf: bungalows, kamphuizen, caravans, motels. Als hij echter een hotel uitver kiest, wenst hij geen geld neer te tellen voor bijkomende zaken, waaraan hij geen be hoefte heeft: geperfectionneerde service en luxe. Het hedendaagse toerisme is bij uit stek mobiel. Men kan van mening verschil len over de vraag of dit element van vluch tigheid een zinvolle vakantiebesteding ten goede komt, het feit bestaat. De mensen die voor enige tijd een week, twee weken neerstrijken in een hotel om daar als goedverzorgde pensiongasten te verblijven, worden steeds zeldzamer. Niet alleen wordt de verblijfsduur van de meeste toeristen in de hotels korter, zij verlangen ook een minimum aan gebondenheid. Bepalingen als het verplichte demi-pension ervaart hij als hinderlijk. Vergeleken met vroeger neemt het hotel in het geheel der vakantie besteding een veel minder overheersende plaats in. De tijd lijkt rijp voor bedrijven, die hun gasten gerieflijk, maar eenvoudig onderdak met ontbijt verschaffen tegen een redelijke prijs en hem verder geheel vrij laten. Slaaphotels ANDERHALF JAAR geleden heeft het bouwcentrum op verzoek van het ministe rie van Economische Zaken zich bezig ge houden met de vraag of de bouw van goed kope toeristenhotels in ons land mogelijk is. De conclusie van het rapport luidt, dat nieuwe „slaaphotels" ten plattelande niet, in de grote steden wel te verwezenlijken zijn. In het tweede geval kan worden ge rekend op een behoorlijke gemiddelde be zetting van zeventig tot vijfenzeventig per cent. Volgens de cijfers in november 1955, zou een dergelijk hotel als prijs voor logies en ontbijt vijf en een kwart gulden moe ten vragen en bij een jaarbezetting van zestig percent ruim zes en een halve gulden bedragen, die gezien de prijsstijgingen van de laatste tijd wel enigszins moeten wor den verhoogd. Ook dan zijn zij, vergeleken met de prijzen der bestaande hotellerie, aanvaardbaar. Op een rondetafelconfex-en- tie over hotelbouw werd onlangs gesteld, dat een slaaphotel tienduizend gulden per bed zou moeten kosten. Voor logies en ont bijt zou ongeveer tien gulden dienen te worden berekend. Eén ding is zeker: hoe langer nieuwbouw op zich laat wachten, hoe hoger de kosten en hoe moeilijker te verwerkelijken de eis van méér hotelbed den in de grote steden. Wil de hotellerie niet nog meer achterkomen bij de moderne logiesverstrekkende bedrijven dan moeten er eenvoudige slaaphotels komen. Voor deze belangrijke bijdrage tot de bevorde ring van het toerisme zal men, bij een tekort aan middelen een beroep mogen doen op andere bedrijven, die van het vreemdelingenverkeer profiteren. Op ver voersondernemingen en op de overheid. Er bestaat een hotelkredietbeschikking, die echter volgens vele hotelexperts te kort schiet. Er bestaan echter andere mogelijk heden van overheidssteun. Jhr. Boreel zei: „Een goed geleid hotel geeft voor een gemeente en haar inwoners meer verdiensten. De gemeente kan en mag belang nemen in zo'n object. Misschien is dat rechtstreeks financieel niet mogelijk, maar waarom zou het gemeentebestuur ge schikte grond niet voor een gulden of he lemaal gratis ter beschikking van hotelbou. wers kunnen stellen?" „De gevestigde hotellerie", aldus de jhr. Boreel „zal misschien van oneerlijke be voordeling spreken, maar men mag nooit uit het oog verliezen, dat die vooroorlogse hotels op veel lager kapitaalslasten zitten". Verder vraagt jhr. Boreel zich af, of de gemeentebesturen het uitbreiden van de logiesruimte in hun gebied niet kunnen be vorderen door tegemoetkomingen in de prijs van gas, elektriciteit, water en dergelijke. Het zou niet de eerste keer zijn, dat be paalde takken van bedrijf in het algemeen belang worden gesteund. Hoe dan ook, als Nederland de internationale concurrentie slag om de toerist niet wil verliezen, dan zal er wat moeten gebeuren. De vakantie ganger blijft niet op ons wachten.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1957 | | pagina 7