Brusselse mannen zijn veel op straat
Beroemd Par ij s komt
ii Marie-Louise
bij
DE VROUW
Elizabeth
GEBREK AAN L0G1ESRUIMTE IN
ONS LAND VRAAGT OPLOSSING
Toeristen blijven niet wachten
Harde werkers
voor een goed
leven
in het Amerikaanse arbeidsproces
Vertrouwde van Franse politici
ONZE TUIN- EN KAMERPLANTEN
Goudsbloemen van het Oosten
Casals beter, maar nog
in een crisis
DONDERDAG 18 APRIL 1957
HAARLEMS DAGBLAD OPRECHTE IIAARLEMSCHE COURANT
13
10 regels voor hygiëne
oor
de'V
rouw
(Van onze medewerkster in België
„Ik ben een Brusseleer, een zinneke", zei de loodgieter. „Niet heiegans Vlaming,
niet heiegans Waal, een Brusseleer". Ik had de loodgieter in het Nederlands aan
gesproken en daarop kreeg ik in Brussels-plat te horen, dat hij mij beter verstond
als ik Frans sprak. Maar hij kon wel in het Vlaams antwoorden: „In 't Brussels-
Vlaams alei!" Daarna begrepen wij elkaar goed. Een zinneke is een hondje van
onbestemde afkomst en inderdaad zijn de Brusselse mannen wat uiterlijk en ka
rakter betreft een mengsel van Vlaamse en Waalse afkomst. Dit is iets wat op
Brussel het eigenaardig stempel drukt van een eiland in België.
Sinds de Japanse textielfabrieken weer
op volle toeren draaien, is Tokio bezig
op modegebied het Parijs van het Verre
Oosten te worden. Deze foto-combinatie
toont drie creaties van mode-huizen in
de Japanse hoofdstad. Links: een Japans
model cocktail-jurk in nylon. Midden:
avondjapon van zijden organdie. Exclu
sief is de vorm van de lange rok.
Rechts: zuiver geïnspireerd op de
kimono is deze, toch wel weer westers
aandoende avondjapon van zijde.
Als u zelf nog geen kijkje in Brussel
hebt genomen, bent u zeker van plan
dat met de wereldtentoonstelling in
1958 te doen. Daarom vertel ik u vast
een en ander over de mannen hier.
De typische Brusselaar zoals wij
het kunnen hebben over de typische
Amsterdammer heeft een „zju-pak"
aan, een vaak kleurige combinatie van
vest, jak of trui met een afstekende
kleur broek. De kleren zitten hem dik
wijls of te strak of te wijd om het goed
gevulde lijf. Zijn haren zijn en brosse,
dus als een borstel geknipt, maar niet
zo borstelig als bij de Amerikanen. Hij
draagt het haar langer, met als het kan
een „toupie" of rondvallende kuif boven
het voorhoofd. Zo'n toupie hebben ze
lang niet allemaal, want de Benelux-
landen zijn gelijkelijk met goedmoedige
kaalkoppen bedeeld.
<XXXXX)OOOOOOOOOOOOCOOOOOOCOCOOOC>OOOOOCOOOCOOOOOOCOOC
XXXXX>DOCX>OCXXXXXXX>OCC<X«X>OCOCXXXX>DCCOOC>OOOCOOCOOOa
Is de Brusselaar „een heer" dan zal
zijn voorkeur uitgaan naar een pak van
flanel in een anthracietkleur, een blau
we overjas plus bruine schoenen en
hoed. Aan die combinatie moet je wel
even wennen. De pakken zijn bijna al
tijd van prima snit en gemaakt van
dure stof, want evenals zijn vrouw stelt
hij er prijs op er tip-top hit te zien. De
aandacht en het geld, dat de inwoners
van deze stad aan hun kleren besteden
maken van Brussel een stad in goeden
doen, zo op het eerste gezicht. Naar Ne
derlandse en Engelse smaak wat bui
tensporig gekleed, wordt de Belg door
menige buitenlandse toch gauw als „een
leuke vent" betiteld.
Wij vrouwen hebben trouwens gele
genheid genoeg de Brusselse mannen te
bekijken, want zij vertonen zich op
straat, in het café of op het café-terras,
als dat maar even kan. En dus vrij dik
wijls.
Slenteren en boksen
De Brusselse heer der schepping laat
zijn krant niet thuisbezorgen, maar
koopt hem liever aan een kiosk, waar
je tussen zes en zeven uur 's avonds
krantenlezende volksmassa's ziet slen
teren, die met een half oog de haltes
van „de" 3 of „de" 90 in de gaten hou
den. Als je hier met de tram meegaat,
heb je het niet over lijn 3, maar over
de 3.
Komt eindelijk die bewuste 3 of 90,
dan veranderen al die slenteraars in
boksers en proppen zij zich in de tram,
waarvan de wanden soms van elastiek
schijnen te zijn. Een rit kost 33 cent. De
dames en de minder gewiekste mannen
komen gewoonlijk op het balkon te
recht, al is de vechtlust van de Brus
selse vrouw bij de trams ook bewonde
renswaardig.
Dit klinkt alsof de Brusselse man niet
zo erg galant is. Dat valt wel mee. In
huis is hij beslist gedienstig. Hij verrast
zijn vrouw, die in vele gevallen ook
buitenshuis werkt met verse koffie en
er zijn heel wat mannen die helpen met
de afwas, al willen zij dat niet weten.
Hij houdt zelf van een uitje, maar
gunt dat ook zijn vrouw. Als zijn echt
genote een hoedje heeft gekocht of een
tasje, vraagt hij niet direct: „Wat kost
dat?" Zijn vrouw werkt immers hard
mee en omdat zij beiden de kost verdie
nen, kunnen zij zich ook een en ander
veroorloven.
F Belg werkt vlijtig en met plezier.
Van zijn geld weet hij ook te leven en
wij vinden dit een gezonde levensop
vatting.
Je ziet ze het in-goede-doen-zijn aan.
Een welgedane man, met een ietwat
mollige vrouw. Thuis is de Brusselaar
beslist gezelliger dan achter zijn loket
of in de tram en wellicht ook beleefder.
Wij zouden niet durven beweren, dat
hij trouwer is dan zijn buurman over
de grenzen. Dat het Nederlandse echt-
scheidingspeil hoger ligt dan het Belgi
sche lijkt ons geen maatstaf om bepaal
de conclusies te trekken.
Wat papa ook doet of denkt, hij voedt
zijn kinderen streng op en leert ze ge
hoorzaam te zijn en geen herrie te ma
ken. In onze rgen gedraagt de kleine
Belg zich voortreffelijk, bijna tam. La
ter krijgt hij echter des te meer vrijheid.
1. Was uw handen meermalen daags.
2. Was uzelf geregeld van top tot teen.
3. Gebruik slechts eigen, schone toi
letartikelen.
4. Houdt nagels van handen en voeten
niet alleen kort maar ook schoon.
5. Borstel minstens tweemaal daags
uw tanden.
6. Was uw haren minstens eens in de
drie weken.
7. Zorg ervoor steeds een schone zak
doek bij u te hebben; gebruik deze ook
als u niest of hoest.
8. Draag zorg voor schone onderkle-
ding en vlekkeloze bovenkleding.
9. Gedurende de nacht bent u vol
doende gekleed in pyjama of nacht
hemd.
10. In de slaapkamer moet frisse lucht
kunnen binnenkomen.
Naar verwacht zal het Amerikaanse
arbeidsleger in de komende tien jaar
met ongeveer 10 miljoen toenemen.
Vrouwen zullen ongeveer de helft van
deze aanwas uitmaken. Wanneer deze
veronderstelling ook maar by benade
ring uitkomt zal er een situatie ont
staan, die niet alleen van sociologen en
economen, maar ook van werkgevers
en regeringsautoriteiten de volle aan
dacht vergt. Want welke veranderingen
zal het arbeidsleger door de intrede van
de vrouw ondergaan? Welke factoren
liggen ten grondslag aan het gewijzigde
beeld in de Amerikaanse samenleving?
Wat betekent dit alles voor de toe
komst?
De nationale Raad voor de Arbeids
voorziening, een particuliere, niet-poli-
tieke studiegroep, die in de Columbia
Universiteit zetelt, heeft getracht op
deze en andere vragen een antwoord te
vinden. De Raad heeft onlangs aan Pre
sident Eisenhower een rapport van 400
(Van onze Parijse medewerkster)
Op de Place de Bourbon no. 3 woont
nu al sinds jaren Marie-Louise Bous-
quet. Zoals u weet, bevindt zich op dat
zelfde plein de Chambre des Députés, of
de Kamer van Afgevaardigden. En Ma
dame Bousquet is in die lange loop dei-
jaren eigenlijk een onderdeel geworden
van het politieke mechanisme der Franse
Republiek.
Al die tijd heeft ze ministers en gede
puteerden langs haar huis en onder haar
vensters zien wandelen. Velen zijn re
gelmatig bij haar binnengeweest en om
dat de heren wel eens loslippig zijn be
weert Marie-Louise dat ze alle dossiers
en zelfs de gerechtelijke stukken mins
tens even goed beheerst als de hoogste
politieke kringen in den lande.
Op de nachtzittingen die bij belang
rijke gebeurtenissen nogal eens gehou
den worden, heeft Marie-Louise het in
tussen niet begrepen. Om te beginnen
zijn er afgevaardigden die geen eigen
auto bezitten. Die worden dan in het
holst van de nacht door een lawaaierige
autobus afgehaald. Marie-Louise wordt
daar iedere keer wakker van. Dan zijn
De Chrysanth
pleegt men ook
wel eens de
Goudsbloem van
het Oosten te noe
men. Geen won
der! De eerste
soorten waren
goudgeel van
kleur en deden
sterk aan onze
goudsbloemen
denken. Er zijn
allerlei kleurscha
keringen. Het is al
een genot op zich
zelf in een catalo
gus te bladeren en
er verschillende
kleuren uit te zoe
ken. Houdt u er
dan echter reke
ning mee, dat u
voor tuinbeplan-
ting vroegbloeien-
de soorten moet
hebben; u hebt
niets aan soorten
die eerst in no
vember in volle
bloei komen. Of
u moet ze bin
nenshuis of onder
glas in bloei kwe
ken. Bij een be
stelling dient u
dus wel degelijk
op te geven, dat
ze voor tuinbe-
planting moeten
dienen.
G. Kromdijk
er de onderbrekingen van de zittingen.
De afgevaardigden plegen onder Marie-
Louise's vensters commentaar te leve
ren op de debatten, en ondanks haar in
tense belangstelling voor de politiek en
ondanks de grote kansen om een exclu
sief nieuwtje op te doen, zou Marie-
Louise de nacht liever ongestoord aan de
slaap besteden. Als ze dan toch wakker
is, steekt zij haar hoofd wel eens uit het
raam om te informeren of het kabinet
alweer gevallen is.
Naast het herenhuis, waar Marie-
Louise woont, staat een flatgebouw dat
volgens haar een minder goede reputa
tie geniet. „Het brengt", zo beweert zij
stellig, „ongeluk aan al zijn bewoners,
omdat het van kelder tot dak is opge
bouwd met de stenen van de omverge
worpen Bastille."
Talrijke schilderijen
De kleine donkerharige Marie-Louise
Bousquet bezet een plaats van betekenis
in de Parijse politieke samenleving. Zij
kent iedereen in de Franse hoofdstad.
Sinds 1914 houdt zij haar „salon" en om
dat zich veel leden van de Académie
Frangaise onder haar kennissen bevin
den, besloot zij haar gasten iedere don
derdag te ontvangen na de vermaarde
zittingen onder de Coupole, waar die dag
aan de samenstelling van het Fi'anse
Woordenboek wordt gewerkt. In Marie-
Louise's woning is het een mengeling
van Empire-stijl en Louix XVI. Er zou
den wel enige lichte stijlbezwaren kun
nen worden geopperd tegen de overdaad
en samenstelling van de collectie schil
derijen waarmee de muren worden ge
sierd; maar op die wijze heeft Marie-
Louise vermoedelijk een aantal jonge
kunstenaars uit de brand geholpen.
Geen zeurpieten
De deuren van Marie-Louise's salon
gaan om zes uur open. Daaraan houden
de gasten zich stipt. Wanneer een ver
strooide dame per ongeluk een half uur
tje eerder aan komt zetten, dan wordt
zij door Marie-Louise nog even uit wan
delen gestuurd. Niet iedereen vindt toe
gang tot haar salons. De categorie der
„vervelende zeurpieten" wordt door Ma
rie angstvallig op haar politiek-litteraire
bijeenkomsten geweerd. Beroemdheden
op ieder gebied kun je donderdagsmid
dags bij Marie-Louise ontmoeten. Toch
hoeft Marie-Louise nooit een uitnodi
ging te verzenden om al die grootheden
bij zich te zien. Wanneer ze bij vrienden
iemand ontmoet die haar sympathiek is
en bovendien graag een „naam" heeft,
dan nodigt ze hem of haar uit donderdag
eens bij haar langs te komen.
Naast haar mondaine activiteiten heeft
Marie-Louise nog een zware en verant
woordelijke baan. Zij vertegenwoordigt
namelijk in Parijs het grootste modeblad
ter wereld, de Amerikaanse Harpers Ba
zaar, dat in Amerika wordt uitgegeven.
De directie van dit blad wist wel wat
ze deed, toen ze Marie-Louise met deze
taak belastte. Geen vrouw in Parijs is
zo goed in alle kringen geïntroduceerd
als zij, en kan ministers, filmsterren,
rechters, leden van de Académie Fran
gaise en modekoningen zo maar bij hun
voornamen noemen.
bladzijden voorgelegd, waarin de resul
taten van een tweejarig onderzoek naar
de rol van de vrouw in het arbeidsleger
zijn neergelegd.
Dit onderzoek heeft een groot aantal
feiten aan het licht gebracht. Zo is bij
voorbeeld vastgesteld dat thans één
derde van alle vrouwen van 14 jaar en
ouder betaalde arbeid verrichten: dat
betekent een totaal van 21 miljoen!
Op naam van de vrouwen staat ruim
een vierde van het totaal aantal man/
uren arbeid in de Verenigde Staten en
vrouwen ontvangen ongeveer een vijfde
van het totaal bedrag aan lonen en
salarissen.
Zestig percent van alle werkende
vrouwen zijn getrouwd en ongeveer de
helft is ouder dan 40 jaar; op elke 10
getrouwde vrouwen verrichten er drie
betaalde arbeid. Sedert 1950 hebben
vrouwen van middelbare leeftijd en
ouder in grotere getale hun intrede in
het arbeidsleger gedaan dan een der
andere leeftijdsgroepen. Ofschoon men
de vrouw tegenwoordig in vrywel elk
denkbaar beroep kan aantreffen, werkt
meer dan een derde op kantoor of als
verkoopster.
Wanneer men nu nader op het hoe en
waarom wil ingaan dan maakt men
kennis met een interessante maatschap
pelijke ontwikkeling de verandering
Te Versailles wordt het nieuwste mode
snufje getoond: lange wimpers in ver
schillende kleuren, die de zonnebril
overbodig maken.
in de leeftijd, waarop de voor de vrouw
belangrijke gebeurtenissen in het leven
plaats grijpen. Zo komen, in verge
lijking met 1890, de vrouwen thans op
latere leeftijd van school, ze trouwen
jonger en krijgen eerder kinderen, ze
leven langer en worden pas op latere
leeftijd weduwe: meestal overleven zij
hun echtgenoot enkele jaren.
Deze veranderde omstandigheden lei
den tot de gevolgtrekking dat de heden
daagse vrouwen gedurende hun leven
niet alleen een grotere economische
zekerheid genieten, maar ook over meer
tijd voor betaalde arbeid beschikken.
Onderzoekingen op het gebied der ar
beidskrachten, die door het Ameri
kaanse Ministerie van Arbeid zijn ver
richt, werpen eveneens een nieuw licht
op tal van verschijnselen. Volgens een
officiële raming zal het merendeel van
de 5,4 miljoen werkende vrouwen, die
tegen 1965 gerekend moeten worden bij
het huidige arbeidsleger van 21 miljoen
vrouwen, behoren tot de jongere en
oudere leeftijdsgroepen.
In de leeftijdsgroep van 25-34 jaar,
waarin de meeste vrouwen het te druk
hebben met de opvoeding der kinderen
en het huishouden, zal de toeneming
slechts gering zijn. De leeftijdsgroep
van 14-24 jaar zal met 1,8 miljoen en
die van 35-44 met ongeveer een miljoen
toenemen; de grootste toeneming zal
geconstateerd worden in de leeftijds
groep van 45 jaar en ouder, namelijk
2,6 miljoen.
Dit is dus een bevestiging van de
conclusie, waartoe de Raad voor de
Arbeidsvoorziening is gekomen, dat
vrouwen, die hun gehele leven in be
trekking blijven, tot de uitzonderingen
behoren, en dat, zoals de Raad het zegt,
de belangstelling van de vrouw in de
allereerste plaats uitgaat naar man,
kinderen en huis.
ADVERTENTIE
Gratis uitgebreide brochure en alle verdere inlichtingen bij:
99
99
Zandvoortselaan 75
Heemstede - Tel. 56827
Iedere dinsdagmiddag gratis huidadviezen (na telefonische afspraak)
COSMETICA - PARFUMS - TOILETARTIKELEN in alle prijsklassen
Ruime parkeergelegenheid
ittSSSSSSSSSSSSSSSSSSSfiSSSSSSM9*********0**9*******
MOETEN ER in Nederland meer hotels
komen? Wie deze vraag ter discussie stelt
gooit de knuppel in het Horeca-hoenderhok.
Want zelfs al bestaat er over de noodzaak
van hotelnieuwbouw een zekere overeen
stemming, aan de gestelde vraag koppelt
zich terstond een tweede: Kunnen er meer
hotels in Nederland komen? Neen, zeggen
dan vele hoteleigenaren. Ja, is het antwoord
van andere hoteliers, van mensen, die bij
de bevordering van het vreemdelingenver
keer betrokken zijn, van bouwexperts. De
waarheid ligt niet eens in het midden om
de eenvoudige reden, dat beide „partijen"
gelijk hebben. Tegen- en voorstanders van
hotelnieuwbouw gebruiken dezelfde woor
den en bedoelen andere zaken. De neen-
zeggers denken aan hotels in de traditio
nele zin, aan etablissementen, die logies en
pension verstrekken in een sfeer van vér
gaande dienstverlening. De voorstanders
hebben meestal iets anders op het oog: ho
tels, waarin veel van de gebruikelijke en
tourage als overbodig en belemmerend voor
de rentabiliteit wordt achterwege gelaten.
Sommigen verwachten veel heil van mo
derne hotels met inkomsten uit nevenbe-
drijven, zoals de exploitatie van zalen,
flats, winkels, die de rentabiliteit kan ver
groten.
HET HOTELVRAAGSTUK is in deze
tijd zeer actueel. Want de Algemene Ne
derlandse Vereniging voor Vreemdelingen
verkeer en andere verwante instellingen
kunnen zoveel succes met het werven van
buitenlandse toeristen hebben als zij maar
willen. Wat baat het toeristen naar ons land
te laten komen als het niet behoorlijk on
derdak kan worden gegeven. In de afgelo
pen jaren hebben onze hotels in de grote
steden vooral zich gedwongen gezien voor
het vakantieseizoen vele duizenden aan
vragen van buitenlanders af te slaan. Ne
derland is trouwens niet het enige land,
dat in een zo ongunstige positie is komen
te verkeren.
Rapport
Volgens een rapport getiteld „toerisme in
Europa" van de Organisatie van Europese
Economische Samenwerking werden er in
1955 bijna achtentwintig miljoen toeristen
in de Europese logiesbedrijven geregistreerd
van wie ongeveer een half miljoen Ameri
kanen. Nederland trok bijna anderhalf mil
joen toeristen. Het rapport spreekt te ver
wachting uit, dat het aantal buitenlandse
toeristen in Europa jaarlijks met vijftien
percent zal toenemen. Kort na 1960 zullen
er in ons werelddeel vijftig miljoen zijn,
van wie anderhalf miljoen Amerikanen.
In de Europese steden, aldus het rapport,
dienen er tweeenzeventigduizend hotelbed
den bij te komen. Buiten de grote steden
is een vermeerdering met tien percent
noodzakelijk. Nederland komt volgens des
kundige schattingen in zijn grote gemeenten
drieëntwintighonderd bedden te kort. De
recente Haagse hotelnota kwam tot de con
clusie, dat Den Haag alleen al zeker nog aan
duizend hotelbedden behoefte heeft.
Het klassieke bezwaar van de gevestigde
hoteliers tegen een uitbreiding van het
aantal hotelbedden is, dat er slechts een
klein deel van het jaar van een volledige
bezetting sprake is en buiten het topseizoen
een hotel zeer moeilijk te exploiteren is.
Ongetwijfeld maakt het seizoenkarakter
een groot deel van de hotellerie kwestbaar-
der dan andere takken van bedrijf. Maar
of voor de hotels in grote steden de on-
(ADVERTENTIE)
SAN JUAN (Puerto Rico) (U.P.) De
organisatoren van het muziekfestival van
San Juan, dat zou worden geleid door
Pablo hebben besloten dit festival te ver
anderen en te maken tot een drieweekse
hulde aan de cellist die deze week werd
getroffen door een hartaanval. De dokto
ren hebben meegedeeld, dat Casals een
„rustige nacht" heeft gehad.
gunstige cijfers gelden, waar mee zo vaak
wordt geschermd? De European Travel
Commission, aldus het rapport, verwacht
gemiddeld zeventig percent bezetting der
hotels in de steden. Jhr. W. Boreel, direc
teur der Algemene Nederlandse Vereniging
voor Vreemdelingenverkeer, gaf als zijn
mening, dat de bestaande hotellerie in het
algemeen behoorlijke winsten maakt. Ach
ter de klachten der hoteliers over de ge
ringe rentabiliteit verschuilt zich nogal eens
het streven de concurrentie beperkt te hou
den. Wat niet wegneemt, dat degenen, die
bij het vreemdelingenverkeer betrokken
zijn, er alles aan gelegen moet zijn een
zo groot mogelijke spreiding te bewerkstel
ligen.
HET BOUWEN va neen goed hotel kost
op het ogenblik dertigduizend gulden per
bed. De prijs voor logies en ontbijt zou dan
dertig gulden moeten bedragen. Op die ba
sis is vrijwel geen hotel te exploiteren ,zo
kan men van de zijde der gevestigde ho
tellerie vernemen. Maar met deze redene
ring gaat men er van uit, dat het nieuw
te bouwen hotel dezelfde service en acco-
modatie verschaft als bestaande etablisse
menten. Dit nu beschouwt de tegenpartij
als een misvatting. De toerist van onze da
gen is typisch de man van het bescheiden
budget. De hotels van voor de oorlog bie
den niet wat de gemiddelde toerist ver
langt. Of liever gezegd: zij bieden te veel.
Vaak geeft de vakantieganger in deze tijd
de voorkeur aan de nieuwe vormen van
verblijf: bungalows, kamphuizen, caravans,
motels. Als hij echter een hotel uitver
kiest, wenst hij geen geld neer te tellen voor
bijkomende zaken, waaraan hij geen be
hoefte heeft: geperfectionneerde service en
luxe. Het hedendaagse toerisme is bij uit
stek mobiel. Men kan van mening verschil
len over de vraag of dit element van vluch
tigheid een zinvolle vakantiebesteding ten
goede komt, het feit bestaat. De mensen
die voor enige tijd een week, twee weken
neerstrijken in een hotel om daar als
goedverzorgde pensiongasten te verblijven,
worden steeds zeldzamer. Niet alleen wordt
de verblijfsduur van de meeste toeristen
in de hotels korter, zij verlangen ook een
minimum aan gebondenheid. Bepalingen
als het verplichte demi-pension ervaart hij
als hinderlijk. Vergeleken met vroeger
neemt het hotel in het geheel der vakantie
besteding een veel minder overheersende
plaats in. De tijd lijkt rijp voor bedrijven,
die hun gasten gerieflijk, maar eenvoudig
onderdak met ontbijt verschaffen tegen
een redelijke prijs en hem verder geheel
vrij laten.
Slaaphotels
ANDERHALF JAAR geleden heeft het
bouwcentrum op verzoek van het ministe
rie van Economische Zaken zich bezig ge
houden met de vraag of de bouw van goed
kope toeristenhotels in ons land mogelijk
is. De conclusie van het rapport luidt, dat
nieuwe „slaaphotels" ten plattelande niet,
in de grote steden wel te verwezenlijken
zijn. In het tweede geval kan worden ge
rekend op een behoorlijke gemiddelde be
zetting van zeventig tot vijfenzeventig per
cent. Volgens de cijfers in november 1955,
zou een dergelijk hotel als prijs voor logies
en ontbijt vijf en een kwart gulden moe
ten vragen en bij een jaarbezetting van
zestig percent ruim zes en een halve gulden
bedragen, die gezien de prijsstijgingen van
de laatste tijd wel enigszins moeten wor
den verhoogd. Ook dan zijn zij, vergeleken
met de prijzen der bestaande hotellerie,
aanvaardbaar. Op een rondetafelconfex-en-
tie over hotelbouw werd onlangs gesteld,
dat een slaaphotel tienduizend gulden per
bed zou moeten kosten. Voor logies en ont
bijt zou ongeveer tien gulden dienen te
worden berekend. Eén ding is zeker: hoe
langer nieuwbouw op zich laat wachten,
hoe hoger de kosten en hoe moeilijker te
verwerkelijken de eis van méér hotelbed
den in de grote steden. Wil de hotellerie
niet nog meer achterkomen bij de moderne
logiesverstrekkende bedrijven dan moeten
er eenvoudige slaaphotels komen. Voor
deze belangrijke bijdrage tot de bevorde
ring van het toerisme zal men, bij een
tekort aan middelen een beroep mogen
doen op andere bedrijven, die van het
vreemdelingenverkeer profiteren. Op ver
voersondernemingen en op de overheid. Er
bestaat een hotelkredietbeschikking, die
echter volgens vele hotelexperts te kort
schiet. Er bestaan echter andere mogelijk
heden van overheidssteun.
Jhr. Boreel zei: „Een goed geleid hotel
geeft voor een gemeente en haar inwoners
meer verdiensten. De gemeente kan en mag
belang nemen in zo'n object. Misschien is
dat rechtstreeks financieel niet mogelijk,
maar waarom zou het gemeentebestuur ge
schikte grond niet voor een gulden of he
lemaal gratis ter beschikking van hotelbou.
wers kunnen stellen?"
„De gevestigde hotellerie", aldus de jhr.
Boreel „zal misschien van oneerlijke be
voordeling spreken, maar men mag nooit
uit het oog verliezen, dat die vooroorlogse
hotels op veel lager kapitaalslasten zitten".
Verder vraagt jhr. Boreel zich af, of de
gemeentebesturen het uitbreiden van de
logiesruimte in hun gebied niet kunnen be
vorderen door tegemoetkomingen in de prijs
van gas, elektriciteit, water en dergelijke.
Het zou niet de eerste keer zijn, dat be
paalde takken van bedrijf in het algemeen
belang worden gesteund. Hoe dan ook, als
Nederland de internationale concurrentie
slag om de toerist niet wil verliezen, dan
zal er wat moeten gebeuren. De vakantie
ganger blijft niet op ons wachten.