Linnaeushof blijft deze zomer
ononderbroken geopend
Geheimzinnige Theeproever
trekt keurend door Haarlem
Haarlemse r.k. bouwvakarbeiders
40 jaar in bond verenigd
Herdenkingsbijeenkomst in de Ned.
Hervormde kerk te Bloemendaal
Haarlemse Raad voor de Jeugd
houdt eerste „wapenschouw"
SLOT DEFECT?
Twee keer werd cijfer
tien-min toegekend
HAARLEMS DAGBLAD OPRECHTE H.AARLEMSCHE COURANT
Dr. A> C. Ramselaar ziet groeiproces naar meer
klaarheid in verhouding overheid-jeugd
Congr
Sport
es contactraad
in Haarlem
H. J. Kapteyn benoemd tot
adjunct-directeur N.Z.H.
Éérst minnelijke schikking
Acht beeldhouwwerken en een midgetgolfbaan
Ongenood op de thee
WASSERIJ DUYN
Transformatorstation in
woning bij Proveniershuis
Kort nieuws
Canadese ambassadeur
brengt bezoek aan Haarlem
ZATERDAG 4 MEI 1957
Op overtuigende w*jze is vrijdagavond de Haarlemse Raad voor de Jeugd, na ander
half in het verborgene te hebben gewerkt, voor de eerste keer in de openbaarheid
getreden met een bijeenkomst, die- in de met kaarsen verlichte ridderzaal van het
Haarlemse stadhuis werd gehouden in tegenwoordigheid van de burgemeester van
Haarlem, mr. O. P. F. M. Cremers, de wethouders D. J. A. Geluk en A. J. M. Angenent,
Haarlemse raadsleden, vertegenwoordigers van de geestelijkheid, het onderwijs,
politie-autoriteiten en personen uit het bedrijfsleven en de jeugdleiding, waarbij aan
trekkelijke programma-onderdelen van muziek, koorzang en declamatie elkaar afwis
selden en dr. A. C. Ramselaar uit Apeldoorn, de voorzitter van de afdeling Jeugdwerk
van de Raad voor de Jeugd vorming, het adviescollege van de minister van Onderwijs,
Kunsten en Wetenschappen, een gloedvolle en openhartige rede hield over het onder
werp „Overheid en jeugdwerk welke rede behartenswaardige dingen bevatte over
het gehele probleem van jeugd en ouderen in een veranderende wereld. Daardoor
groeide de toespraak van dr. Ramselaar uit tot een diepgaande bespreking van om
vangrijker problemen dan de titel deed vermoeden, hetgeen geen bezwaar was,, omdat
de spreker de facetten van het door hem aangesnedene op uitstekende wijze belichtte.
De bijeenkomst werd geopend met een
eongslag, waarna het orkest van de stich
ting0 Jeugd en Muziek" onder leiding van
Nia, Hermans inzette met de mars uit de
opera Scipio van G. F. Handel. Vervolgens
7ong het koor van dezelfde stichting, bege
leid door het orkest „Een lied van de vrij
heid" tekst van Jan H. de Groot, muziek
van M Vredenburg. Hierna droeg Ditteke
Wessels met juiste nuancering van details
het gedicht „Nederland" van Ed. Hoornik
Een kort openingswoord werd gesproken
'door de voorzitter van de Haarlemse Raad
voor de Jeugd, de heer W. van Liemt Jr.„
die de verscheidene gasten begroette en er
zijn dankbaarheid over uitsprak, dat zo-
velen aan de uitnodiging gehoor hadden
gegeven. Hij ging in het kort de geschie
denis van de Raad voor de Jeugd na en
noemde de taken waarvoor de Raad zich
ziet gesteld. Naast een coördinerende taak
j« het vooral de voorlichtende en advise
rende functie, die de Raad heeft, die van
zoveel belang is voor het werk in de secties
vrije jeugdvorming, sociale jeugdzorg en
speeltuinen. Tot de vroedschap van de stad
Haarlem richtte hij zich, toen hij vroeg niet
te somber te kijken bij de vaststelling van
oe subsidies. „Voorts is er het recht van
initiatief", aldus de heer Van Liemt, „wij
hebben er steeds naar gestreefd dit zoveel
mogelijk bij de jeugdbeweging te laten,
maar deze avond is een uiting van het
initiatief van de Raad zelf." Tenslotte
roemde de spreker de goede verstandhou
ding, die er in alle geledingen van het
jeugdwerk in Haarlem bestaat en wekte hij
de aanwezigen op de gedenkdag van de
vierde mei te houden met het oog gericht
op verleden en toekomst.
Na deze toespraak speelde het orkest on
der leiding van Nico Hermans het menuet
uit de Symfonie nr. 100 van J. Haydn en
de Symfonie in Re van F. Gossec op een
wijze, die van een ernstige beheersing en
benadering van de muziek getuigde en dan
ook veel lof van de aanwezigen oogstte. Tot
besluit van het eerste gedeelte van de
avond voerden koor en orkest het koraal
uit de Cantate nr. 147 van J. S. Bach uit,
waarbij een zuivere hobo-solo van één der
hoboïsten van het orkest opviel.
Nieuwe levensvormen
Dr. Ramselaar, die hierna zijn rede uit
sprak, begon met te herinneren aan het
jeugdprobleem zoals dat er thans is en dat
pas na de eerste wereldoorlog werd her
kend, allereerst misschien als een reactie
op de veranderde tijd, maar dat zich al
lengs manifesteerde in een roep van de
jeugd om eigen leven en eigen persoon
lijkheidsontwikkeling. Het sociale jeugd
werk werd aanvankelijk gezien als een
groepsprobleem, maar later heeft men
leren inzien dat het een verschijnsel was,
dat nauw samenhing met de ontbinding
van vele oude levensvormen. Bij het zoe
ken naar nieuwe vormgeving onderscheid
de dr. Ramselaar twee gevaren: de gedach
te dat het probleem onoplosbaar zou zijn
en de te grote isolatie van het jeugdwerk.
De spreker ontkende het bestaan van een
probleem: de vraagstukken houden ver
band met de moeilijkheden van de mens en
deze zijn niet op te lossen. De isolatie van
het jeugdwerk zag dr. Ramselaar als een
gevolg van een gebrek aan dynamiek. Er is
soms te weinig begrip en daardoor te wei
nig steun, waardoor een deerniswekkend
dilettantisme ontstaat. Met dankbaarheid
herinnerde spreker aan het vele goede, dat
er na de tweede wereldoorlog was gedaan,
eerst onder de toenmalige minister van
Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen,
wijlen prof. dr. G. van der Leeuw, daarna
onder zijn opvolgers, totdat er thans een
staatssecretaris voor de jeugd is.
Groeiproces
De problemen van de jeugd wortelen in
de structuur van de Nederlandse samen
leving. Hierby noemde dr. Ramselaar het
vraagstuk van de verzuiling, dat hij aller-
ADVERTENTIE
..DE SLEUTELSPECIALIST"
LANGE VEERSTRAAT 10 - TEL. 11493
,Het negende congres van de Landelijke
--ontactraad voor de Gemeentelijke be
moeiingen met de Lichamelijke Opvoeding
en de Sport zal op 23 en 24 mei in Haarlem
jp het paviljoen „Dreefzicht" worden ge
houden. Op de eerste dag, donderdag, wordt
het congres 's morgens om half elf geopend
door de voorzitter van de Landelijke Con
tactraad, de heer E. Kupers jr., waarna de
directeur van de Amersfoortse Stichting
voor Lichamelijke Opvoeding en Sport, en
secretaris van de Landelijke Contactraad,
oe heer B. Verschuur, een inleiding zal
houden over „Sportaccommodatie in de ge
meentelijke planologie, een hernieuwd appèl
Jot het reserveren van voldoende ruimte".
P?ze inleiding wordt door discussie gevolgd,
s Middags worden excursies gemaakt en
worden de deelnemers aan het congres door
hot gemeentebestuur van Haarlem ontvan
gen. Op de tweede dag, vrijdag, worden
smorgens in series twee inleidingen ge
houden. De heer K. van Driel, hoofd van
het bureau Volksontwikkeling der gemeente
«otterdam, en functionaris van de Raad
voor de Lichamelijke Opvoeding aldaar, zal
voor de sectie bestuurs- en beheersfunctio-
Jjaiissen spreken over „De taak van over
heid en sportbeoefening ten aanzien van de
VTijetijdsbesteding van de jeugd". In de sec
tie cultuurtechnici zal in een forumbespre-
ring het onderwerp ..Speel- en sportvelden
met kunstmatig verharde bodem" behandeld
worden.
eerst als een kwestie van de geest zag. „Het
gif van de verzuiling is het geloof in eigen
voortreffeiykheid". Spreker zag deze gees
tesgesteldheid niet alleen bij de confessio
nele groepen. Om het vraagstuk op te los
sen is een groei naar een innerlijke ge
meenschap noodzakelijk, aldus dr. Ramse
laar, die een dergelijk groeiproces onder
meer zag in een veranderende situering
van de kerken, die vroeger al te zeer met
sociale en nationale structuren waren ver
bonden. „Als deze zuivering zich voortzet,
geloof ik dat er een beter verstaan zal
groeien." Spreker was van mening, dat dit
alles veel klaarheid zou brengen, óók in de
verhouding overheidjeugd, waardoor een
integratie van heel het opvoedingswerk
tot stand zou kunnen komen. Tot slot van
zün rede bracht dr. Ramselaar hulde aan
het gemeentebestuur van Haarlem, dat zijn
taak In deze zo voortreffelijk heeft gezien.
Na deze toespraak zong het koor onder
leiding van Dick van den Berg enige liede
ren a capella, waaronder enkele meer
stemmige Nederlandse en Engelse volks
liedjes in bewerkingen van de dirigent, ge
volgd door een Duitse dans van F. Schu
bert. begeleid door het orkest, het geheel
onder leiding van Dick van den Berg. Beide
uitvoeringen stonden op een lovenswaardig
peil en de uitvoerenden moesten na afloop
langdurige ovaties in ontvangst nemen.
Tenslotte droeg Ditteke Wessels voor „Kin
deren van deze tijd" van A. Roland Holst.
Het eerste optreden naar buiten van de
Haarlemse Raad voor de Jeugd is een suc
ces geweest en H^rlems burgemeester, mr.
O. P. F. M. Cremers. vertolkte dan ook
veler gevoelens, toen hij aan het slot van
de bijeenkomst zijn dank voor het gebodene
uitsprak en wees op de zo noodzakelijke
verbondenheid van ouderen en jongeren,
die tijdens deze avond op velerlei manieren
zo treffend naar voren was gekomen.
De heer H. J. Kapteyn, die van 1949 af
by de N.Z.H.V.M. te Haarlem werkzaam is
als chef van de Technische Dienst, is op de
vrydagmorgen gehouden vergadering van
commissarissen met algemene stemmen be
noemd tot adjunct-directeur. Tevens zal de
heer Kapteyn zijn functie als chef van de
Technische Dienst biyven vervullen.
De heer Kapteyn werd 30 maart 1899 ge
boren en liep de h.b.s. en de m.t.s. af. In
1921 kwam hij als volontair in dienst bij
de vervoersmaatschappij. Na verschillende
opleidingen werd hij aangesteld als tech
nisch ambtenaar. Even voor het uitbreken
van de tweede wereldoorlog werd hy be
noemd tot inspecteur van het materieel. In
1944 werd hy hoofdinspecteur.
B. en W. van Haarlem antwoorden
raadslid Hennevelt
In antwoord op vragen, die het Haar
lemse raadslid, de heer H. C. Hennevelt
(comm.), op 11 april aan B. en W. heeft
gericht met betrekking tot de onteigenings
procedure, die gevolgd is ten aanzien van
het uitbreidingsplan Schalkwijk, heeft het
college geantwoord, dat steeds getracht
wordt met de betrokkenen tot een minne
lijke schikking te komen, voordat de eigen
lijke onteigeningsprocedure wordt begon
nen. Indien mogelijk wordt dit minnelijk
overleg met de eigenaren voltooid, voordat
de exploiten worden uitgebracht.
In het geval van de coöperatieve tuin-
bouwvereniging „Eigen Tuin", waarover
de heer Hennevelt vragen had gesteld,
aangezien de vordering tot onteigening
vóór 3 april bij de rechtbank aanhangig
gemaakt moest worden, aangezien anders
de onteigeningsprocedure tenniet zou wor
den gedaan.
De gevolgde gedragslijn houdt echter
niet in, dat niet alsnog met de eigenaren
in onderhandeling zal worden getreden
met het doel te trachten het te onteigenen
perceel bij minnelijke schikking te verkrij
gen. Teneinde hiervoor voldoende tijd be
schikbaar te hebben zijn de betrokkenen
pas op 3 september gedagvaard.
Overigens zyn B. en W. van mening, dat
de door hen gevolgde gedragslijn volkomen
juist is, zowel met betrekking tot de be
langen van de betrokkenen als ten aanzien*
van de rechten van de gemeente. Van ver
warring of ontstemming behoeft geen spra
ke te zyn, aangezien alle betrokkenen door
de rechtsgeleerde raadsman der gemeente
tijdig op de hoogte zyn gebracht. Het ligt
in het voornemen van B. en W. te trachten
voor de tuincomplexen van „Eigen Tuin"
en „Ons Buiten" op een definitieve plaats
gronden in gereedheid te brengen, voordat
de gronden ten oosten van de Zomervaart
ten behoeve van de woningbouw in ge
bruik moeten worden genomen. De desbe
treffende organisaties zullen volledig scha
deloos gesteld worden.
ALS DE DEUR OPENGAAT, kijkt een verwonderde huisvrouw naar twee voor
haar volslagen onbekende heren. Dit is op zich zelf niet zo ongewoon. Haar ver
wondering stijgt echter tot regelrechte verbazing, als zij één der heren hoort zeggen:
„Mevrouw wij komen een kopje thee by u drinken" op een toon, alsof het tot de
algemeen geldende conventies behoort, dat vreemde mannen zich zelf uitnodigen
's middags bij huisvrouwen kopjes thee te gaan drinken. Niet verwonderlijk is het
dan ook dat op deze onverwachte opmerking de deur enigszins wordt dichtgedaan,
alsof het ongewenste bedelaars of verkoopmannen betreft. Als haar echter wordt
duidelijk gemaakt dat het er niet om te doen is iets te verkopen, dan gaat de ver
bazing over in een lichte aarzeling. „Waar gaat het van uit?" wordt er dan gevraagd
als gold het een collecte. Op dit ogenblik geeft één der heren opening van zaken:
„Ik ben de theeproever van de Stichting Theebureau Nederland en ik nodig mij
zelf bij u op de thee om vast te stellen of u goed kunt theezetten". Nadat verder
nog duidelijk gemaakt is, dat de huisvrouw door het aanbieden van een kopje thee
een fraaie prijs kan winnen, verdwijnt tenslotte in de meeste gevallen ook de
aarzeling en wordt de deur geheel geopend om het bezoek binnen te laten.
Dit is zo in het algemeen de entrée van
de Theeproever, die het gehele land af
reist om de methode van theezetten te
bestuderen en waar mogelijk te verbeteren.
De stichting is in het leven geroepen door
de theeproducerende landen Indonesië, In
dia en Ceylon en heeft ten doel het thee-
verbruik te stimuleren. Dat dit in Neder
land wel nodig is, blijkt uit het feit, dat
ondanks een gelijkgebleven percentage
theedrinkers (98 percent van de bevolking)
het verbruik van thee per hoofd van de
bevolking met ruim veertig percent is
teruggelopen. De oorzaak hiervan moet
worden gezocht in de omstandigheid, dat
het in de oorlog ge
woonte was om het
aantal schepjes thee
per kop, tengevolge
van de rantsoenering,
drastisch te vermin
deren en men er na
de oorlog niet meer
toe is overgegaan de
oude vooroorlogse
hoeveelheden te gaan
gebruiken. De thee
proever beveelt een
hoeveelheid van an
derhalf gram thee
per kop aan en pro
pageert by zijn rond
gang door het land
deze dosering.
Bij het zetten van
wat eens Nederlands
nationale drank was,
moet men echter op
nog veel meer dingen letten en dat het
lang niet eenvoudig is aan alle wensen
van de theeproducerende landen te vol
doen bleek ons bij een rondgang, die wij
met de mysterieuze theeproever door Haar
lem maakten.
Een acht
De tocht ging eerst naar Haarlem-Zuid,
waar aangebeld werd op de Middenlaan
35, een fraai gelegen modern huis. De
vrouw des huizes was niet thuis, maar de
De Linnaeushof is een belangryke at
tractie rUker geworden: een midgetgolf
baan, die, aan de zuidkant van het terrein
achter het theehuis gelegen, niet zal na
laten de liefhebbers van deze sport en
dat wordt iedereen die er mee kennis maakt
in verrukking te brengen. De baan be
staat uit achttien „holes" met een afwisse
lend parcours en ligt even rustig als schil
derachtig.
De bloemenpracht van de Linnaeushof
zelf is ook in deze nadagen van de bol-
lentijd nog alleszins de moeite waard.
De tulpen staan op hun hoogtepunt en de
sierheesters beginnen reeds te bloeien. In
het heuvelachtige gedeelte van de hof is,
min of meer bij toeval, een juweeltje van
een tulpenpalet ontstaan, dat zeker menig
hart zal bekoren. En hoewel de vaste plan
ten, de rhododendrons, de azalea's en de
botanische rozen pas in juli in volle bloei
zullen staan, heeft de directie van de Lin
naeushof besloten het bloemenpark in juni
niet te sluiten, maar geopend te houden,
uiteraard tegen de verminderde zomerprij-
zen. Want ook in juni zal er reeds vol
doende te genieten vallen en er blijkt een
verheugende belangstelling van vaste be
zoekers, die de Linnaeushof juist om zijn
rustige sfeer als een vaste trekpleister heb
ben verkozen.
Men ziet de toekomst, mede gesteund door
de vyftigduizend bezoekers van dit voor
jaar, dan ook met vertrouwen tegemoet.
Echtparen met kinderen zullen hun kinde
ren binnenkort op een voor hen ingerichte
speelplaats kunnen achterlaten. Verder zal
de bouwput voor het niet voltooide restau
rant worden herschapen in een bassin met
subtropische planten. Een van de natuur-
lyke attracties van de Linnaeushof, welke
steeds weer boeit en bekoort door fraaie
schakeringen van bloem- en bospartijen,
vormt wel het vogelengezang.
Het park is nu hier en daar wat geac
centueerd door een achttal beelden, waar
van de by dragen van Johan Polet, een
landarbeider en een mijnwerker, zeer ka
rakteristiek zijn. Ook de beelden van Chris-
tiaan Weddepool, Nico Onkenhout en Ba
rend Jordens, die een mooie combinatie
maakte van een vrouw en een paard, zijn
zeer de moeite waard. De beelden zijn
gedeeltelijk uit chamotte, gedeeltelijk uit
edel materiaal vervaardigd.
Ten aanc.ien van de op 23 mei in Haar
lem en Bennebroek te houden Linnaeusher-
denking kan worden meegedeeld, dat ook
de eerste secretaris van de Zweedse ambas
sade, de heer Olav Kayser, tot het comité
van academici, onder wier auspiciën de
herdenking wordt gehouden, is toegetre
den.
De in de ridderzaal van het Haarlemse
Stadhuis te houden academische zitting zal
door prof. dr. H. J. Lam worden geopend,
waarna de Linnaeuskenner prof. dr. H.
Engel, van het Zoölogisch museum te Am
sterdam, de herdenkingsrede zal uitspre
ken. Prof. dr. G. A. Lindeboom zal aan de
betekenis van Linnaeus voor de genees
kunde een rede wijden.
Om half vier begeeft het gezelschap zich
naar de Hartekamp, waar een korte wan
deling zal worden gemaakt over^het ter
rein waar Linnaeus van 1735 tot 1738 heeft
gewerkt. Vervolgens wordt naar de Lin
naeushof overgestoken, waar omstreeks
kwart voor vijf een krans zal worden ge
legd bij het borstbeeld van de grote na
tuurvorser. Een byzonderheid is, dat in de
krans takken zyn verwerkt van de laurier
boom welke door Linnaeus bij Uppsala in
Zweden werd geplant.
Een der thans in de Linnaeushof geplaatste beelden: „Landarbeider" door Johan Polet
Zondag viert de afdeling Haarlem van
de Nederlandse rooms katholieke bouw
vakarbeidersbond „St. Joseph" haar veer
tigjarig jubileum met een plechtige Hoog
mis, die in de dekenale St. Josephkerk aan
de Jansstraat in Haarlem zal worden op
gedragen. Na de mis heeft de huldiging
van een aantal leden plaats, die vyfen-
twintig en veertig jaar lid zijn van de af
deling en zal een receptie worden gehou
den in gebouw „St. Bavo".
En hiermee zyn de feestelijkheden nog
lang niet ten einde, want zaterdag 11 mei
zullen de kinderen van de leden volop in
de gelegenheid zijn zich te vermaken; in
het gebouw St. Bavo zal die dag een kin
dermatinee worden gegeven, 's Avonds is
het feest voor de ouderen. Dan zal de ca
baret-revue „De lach in top" onder leiding
en regie van Rens ven Dorth op de plan
ken worden gebracht.
Voor de oprichting van de afdeling Haar
lem van „St. Joseph" waren de bouwvak
arbeiders verenigd in de bond van kalk
en zandsteenbewerkers en allerlei plaatse
lijke bonden. Plaatselijk werden met de
patroons besprekingen gevoerd over lonen,
wat nu uiteraard niet meer voor
komt Om tot een hechtere eenheid te ko
men werden plaatselijke afdelingen opge
richt. die gezamenlijk de landelijke ver
eniging vormen. Veel sociale verbeteringen
heeft „St. Joseph" in de loop der jaren
voor haar leden weten te bewerkstelligen
en daartoe heeft de afdeling Haarlem ze
ker in niet geringe mate bijgedragen. Mo
menteel bestaat de Haarlemse afdeling uit
zevenhonderd leden en het laat zich aan
zien, dat dit aantal in de komende jaren
zeker zal groeien. Tijdens de bezettings
jaren heeft het bestuur in het geheim
zyn activiteit voortgezet en men mag ze
ker in dit geval van een actief bestuur
spreken als men bedenkt, dat het bestuur
onmiddellijk openlijk bijeenkwam toen de
geallieerde vliegtuigen overvlogen om de
voedsel pa ketten af te werpen.
De bond streeft uiteraard naar sociale
verbeteringen voor de arbeiders, zoals
verantwoorde lonen en betere arbeidsom
standigheden. De bond stelt zich voorts
ten doel het geestelijk welzijn van de leden
te bevorderen en hen op cultureel hoger
niveau te brengen. De afdeling beschikt
over een jeugd bestuur met een jeugd
leider aan het hoofd. Honderdvijftig jon
geren maken deel uit van deze jeugdaf
deling. Op geregelde tyden komen zij bij
een ter bespreking van de sociale ontwik
keling. Een vertegenwoordiger van het
bestuur van de Haarlemse afdeling heeft
zitting in het leerlingenstelsel en maakt
deel uit van de examencommissie.
Vooral de laatste jaren worden verga
deringen met de patroons belegd, teneinde
over de verhoudingen in het bouwbedrijf
de arbeidsomstandigheden, regen- en
vorstverlet van gedachten te wisselen.
Het bestuur, dat uit negen leden bestaat
waarvan het dagelijks bestuur gevormd
wordt door de heren C. v*an Straaten,
voorzitter; J. Dams, secretaris en G. van
Rossum, penningmeester zal zondag van
drie tot vyf uur in gebouw „St. Bavo" re
cipiëren.
dochter, mejuffrouw H. Christiaanse ver
klaarde zich desgevraagd bereid zich aan
een theezetproef te onderwerpen.
Terwijl de theeproever en zyn begeleider
zich in gemakkelijke fauteuils nestelden
ging mejuffrouw Christiaanse in de keuken
aan het werk en slaagde erin na verbluf
fend korte tijd met twee kopjes geurende
thee terug te keren. Voorzichtig proevend
werd de kwaliteit aan een onderzoek
onderworpen en dat dit niet ongunstig uit
viel bleek, toen de theeproever de min of
meer onvrijwillige gastvrouw een zilveren
suikerschepje overhandigde. Hij kende
haar het cijfer acht toe en dat het geen
tien geworden is, lag slechts aan de om
standigheid, dat er iets te weinig thee per
kop was gebruikt.
Theevisite
Een nog hoger cijfer kon worden toe
gekend aan mevrouw A. van Turnhout-
van Roon, Neptunusstraat 31, helemaal aan
het andere einde van de stad in Haarlem-
Noord.
Toen zij de deur opendeed en van het
zelf-uitgenodigde bezoek hoorde, zei ze
met iets van schrik in haar stem „Maar
ik heb al theevisite". De proever was ech
ter niet uit het veld te slaan: „Nu dat treft,
dan kunnen wij gezellig een kopje mee
drinken".
De visite keek helemaal niet verbaasd
bij het binnentreden van het kleine gezel
schap en weldra was het gesprek op het
onderwerp van die middag: thee gebracht.
De gasten van mevrouw Van Turnhout
zetten allen de drank op een andere wijze
en zy meenden stuk voor stuk, dat hun
methode de beste was. De gastvrouw zelf
toonde zich onverstoorbaar: met gratie ser
veerde zij haar thee, die heerlijk smaakte.
De proever was echter niet zo gauw te
vreden. „Hoeveel schepjes thee hebt u ge
bruikt, hoeveel water hebt u er op gedaan,
hoe lang heeft de thee getrokken?", waren
enige vragen, die hij de gastvrouw stelde.
In de krant had zij gelezen, dat thee met
suiker en een wolkje melk moest worden
opgediend, maar de theeproever had het
liever „puur" gehad om de smaak beter te
kunnen laten doordringen. Aan deze om
standigheid was het te wijten, dat geen
tien kon worden toegekend, maar slechts
eey tien-min, welk cijfer mevrouw Van
Turnhout echter een porseleinen thee
servies opleverde.
„Nu mag u nog eens op de thee komen"
riep zij enthousiast uit, toen zij haar (on
genode) gasten uitliet.
Zeepsop
Het laatste adres bracht de theeproever
naar Haarlem-Oost, waar in de Graaf
schapsstraat 74 een theevisite aan me
vrouw D. de Groot-Veldhuizen werd ge
bracht. Zij had juist thee opstaan, omdat
zij haar man, zwager en zoons van het
werk verwachtte. Gul werd een stoel aan
geboden en bereidwillig legde mevrouw
De Groot uit, hoe zij gewoonlijk thee zette.
Ook hier was het gesprek weldra in volle
ADVERTENTIE
\MSr»KI> AAK 1 20 Tci-110))
gang: er werd gesproken van „prutthee"
zoals die door sommige mensen gezet
wordt, van slappe, bleke, sterke en zwarte
thee en onder de bedrijven door was het
in de keuken zover, dat de drank gereed
gekomen was. Mevrouw De Groot droeg
de koppen breed lachend binnen en vroeg,
of de heren suiker en melk wilden.
Dit was het eerste bezoek in Haarlem,
waar deze vraag werd gesteld en de thee
proever toonde zich hierdoor zeer inge
nomen: „Dat is een punt in uw voordeel,
mevrouw", vond hij. Zyn waardering
groeide, naarmate hij met het drinken van
de thee vorderde. „Heel goed, heel goed"
hoorden wy de mysterieuze man mompe
len. Plotseling schoot hy overeind en keek
de gastvrouw strak aan. „Hebt u misschien
de theepot met zeepsop omgewassen?"
vroeg hy streng. Enigszins geschrokken
moest mevrouw De Groot toegeven, dat zij
zo nu en dan de theepot inderdaad met een
wasmiddel omspoelde. „Nooitdoen, me
vrouw, altijd met water. Wordt de aan
slag te sterk, dan mag u deze verwijderen
met behulp van een lapje met zout."
Maar verder toonde de deskundige zich
zeer tevreden. De theepot was eerst met
heet water omgespoeld en de thee had de
vereiste vijf minuten getrokken. „Een tien-
min" klonk het kordaat en daarmee had
ook mevrouw De Groot een theeservies ge
wonnen. Maar op de vraag of de heren nog
een tweede kopje wilden gebruiken, luidde
het antwoord ontkennend. „Wij hebben
vanmiddag al genoeg thee gedronken" was
het commentaar, waarna het gezelschap
sch.ielijk verdween.
Zo heeft de theeproever Haarlem een
bezoek gebracht, een spoor van geschenken
achterlatend voor de gelukkigen, die hem
op de thee ontvingen.
Toen wij echter later op de dag op weg
naar huis een bekende Haarlemse inspan
ning passeerden, zagen wij daar de thee-
proever zitten, peinzend over thee, maar
met een kopje koffie voor zich
B. en W. van Haarlem stellen voor de
voormalige conciërgewoning van het Pro
veniershuis aan de Doelstraat 50 in te
richten als transformatorstation, teneinde
aan het toenemende elektriciteitsverbruik
in de omgeving van de Grote Houtstraat
en de Gierstraat tegemoet te kunnen ko
men. Tevens ligt het in de bedoeling over
te gaan tot een restauratie van de gevel
van bedoelde conciërgewoning.
Het zal niet nodig zyn het gehele per
ceel in te richten als transformatorstation;
één kamer en de gehele zolderverdieping
zullen voor andere doeleinden vrijkomen.
Ten aanzien van de bestemming van deze
ruimten hebben B. en W. gedacht aan het
jeugdwerk, dat in het algemeen door ge
brek aan ruimte zo ernstig in zijn ont
plooiing belemmerd wordt.
De inrichting van een nieuw transfor
matorstation was nodig geworden, omdat
de kabels van het bestaande transfor
matorstation aan de Botermarkt overbe
last waren.
Voor de inrichting van het nieuwe sta
tion is een bedrag van f 54.000 vereist,
waarbij nog komt een bedrag van f 23.000
voor het leggen van de benodigde kabels.
Deze kosten kunnen uit het bij de begro
ting uitgetrokken bedrag worden be
streden.
De restauratie van de gevel zal een be
drag van f 13.555 vergen en hiervoor heeft
het college van B. en W. de raad een kre
diet gevraagd.
Jehvoah's Getuigen. Zondagsmiddag 5
mei zal de heer G. Piet, kringopziener van
de getuigen van Jehovah in de provincie
Noordholland in de feestzaal Noord te
Haarlem een rede houden over het onder
werp „Hebben wij onze toekomst in eigen
hand?". Deze openbare toespraak zal even
eens worden gehouden zondagmiddag 19 mei
in „Ons Gebouw". Kamerlingh Onnesstraat
no. 83 en zondag 26 mei in de Wolstraat 7.
Botsautootje in brand. Vrijdagmiddag
is 'n botsautootje van een kermisexploitant
aan de Parklaan in brand gevlogen doordat
de benzineleiding brak. Het personeel van
de kermisexploitant wist de brand met een
schuimblusser te bedwingen. Niemand werd
gewond.
In de stemmingsvol verlichte en stylvol
versierde Hervormde kerk aan het Kerk
plein te Bloemendaal werd vrijdagavond
een sobere, doch zeer indrukwekkende
herdenkingsbijeenkomst gehouden, uit
gaande van de Vereniging van Oud-Illegale
Werkers te BloemendaaL
De voorzitter, de heer W. C. Bier sprak
een kort openingswoord, waarin hij de ker-
keraad en allen, die aan deze avond hun
medewerking verleenden dank bracht. Hij
eindigde zijn speech met de laatste woor
den, die één van de strijders, die deel had
uitgemaakt van de stoottroepen, in zijn cel
neerschreef: „Niet om de oorlog, maar om
de vrede hebben wij gedaan wat wij
deden". De heer Bier was van mening, dat
deze strijd om de vrede ook thans nog
steeds moet worden voortgezet Het dub-
belmannenkwartet „Harmonie" onder lei
ding van Henk J. Arisz bracht daarna
„Beati Mortui" van F. Mendelssohn-Bar-
tholdy, „Popule meus" van C. P. da Pa-
lestrina en „Gedenk aan mij, O machtig
God" van J. Vintel ten gehore.
De declamatrice, mevrouw Annie Schui-
tema droeg op ontroerende en overtuigen
de wijze enige gedichten van Willem
Brandt voor, welke alle betrekking hadden
op de bittere ervaringen van de Nederlan
ders in de Jappenkampen in het voormalig
N. O.-Indië. Vervolgens droeg zij „Herin
nering" van onze Joodse landgenote Louise
Moore, „Twee miljoen kinderen" van M.
Mok (een felle aanklacht over de kinder
moorden) en „De trein" van Bert Voeten
voor. Deze drie gedichten hebben de Duit
se concentratiekampen tot onderwerp. Zij
eindigde haar declamatie met „Die dag in
mei" van C. J. Kelk.
Na het gemeenschappelyk zingen van
„Gelukkig is het land" met orgelspel van
Johan Timmerman, hield de heer Sjef de
Groot, voormalig commandant van de
Stoottroepen in Brabant, een byzonder
kernachtige toespraak naar aanleiding van
de woorden, die vijftien jaar geleden door
een verzetsstrijder werden neergeschreven:
„Als ik leven mag tot de bevrijding, en jui
chen op het overwinningsfeest, God doe mij
dit dan weten. Wat voorbyging aan nood
en leed, is niet voor niets geweest." Spre
ker was overtuigd dat het goed was aan
de vooravond van de stille omgang en op
gang in dit vredige huis even stil te staan
bij deze woorden, waaruit de waarachtige
grootheid van die Nederlanders spreekt,
die stierven omdat zij méns wilden zijn.
„Wanneer wy op deze plaats de gevallen
Nederlanders herdenken", aldus spreker,
„dan zijn wy hen dankbare eerbied ver
schuldigd voor wat zy voor ons deden". En
daarom is het nodig, dat iedereen in deze
dagen van bezinning geconfronteerd wordt
met zichzelf. Wij moeten onszelf afvragen
of wy in die afgelopen vijftien jaar deden
wat er van ons gevraagd werd en of wij
zoveel leed waard zijn geweest. Deze vra
gen zullen zich in deze dagen aan ons op
dringen. Wij gedenken thans weer degenen
die vielen in geheel de wereld, zy die hun
hoogste goed gaven: hun leven. WU doen
dat nü en wij zullen dat morgen doen by
de stille omgang. Ook in deze tyd worden
er nog moorden gepleegd en bestaan er
helaas nog concentratiekampen. De vrede,
indertijd bevochten met zoveel bloed, is
ook nu nog verre; er wordt nog gestreden
en geleden onder onderdukking. Immer is
daar nog de strijd voor de menselijke vrij
heden. De grote waarden van het menselijk
bestaan, die zy bevochten, dèt zal morgen
onze herdenking moeten zijn.
Het dubbelmannenkwartet bracht daar
na „Eram quasi Agnus" van Da Palestrina,
„Boven de sterren" van F. Abt en „Domine,
salvum fac" van A. Giessen ten gehore, ge
volgd door het eerste couplet van het Wil
helmus. Het zesde couplet werd daarna
door alle aanwezigen gezongen.
Donderdag 9 mei zal de Canadese am
bassadeur in Nederland, de heer Thomas
Stone, in gezelschap van zUn echtgenote en
de Amerikaanse dichter Archibald Mac-
Leish en echtgenote, een bezoek aan Haar
lem brengen.
Des middags om half één wordt het ge
zelschap op het Haarlemse stadhuis door
Burgemeester en Wethouders van Haarlem
ontvangen. Vervolgens zal de gasten op
het stadhuis een lunch worden aangebo
den.
Om half drie wordt vertrokken voor een
rondrit door de stad in gezelschap van het
college van B. en W., waarbij onder meer
een bezoek gebracht zal worden aan de
stadskweektuin aan de Kleverlaan.
Tegen halfvyf wordt het Frans Hals
museum bezocht, waar een groot aantal
vooraanstaande Haarlemmers aan de Ca
nadese ambassadeur zal worden voorge
steld.