MEESTERWERK VAN TECHNIEK
TOERISTISCHE ATTRACTIE
Krokodillen met lege magen
Hieuwt
UITGAVEN
Geheimzinnige relaties tussen mens en dier
hebben respect voor een schreeuw
Erbij
De Gotthardspoorweg door de Alpen bestaat vijfenzeventig jaar
Europese verbinding
Voor automobilisten
EEUWFEEST IN PHILADELPHIA
ZATERDAG 25 MEI 1957
PAGINA VIJF
Louis Favre
IN CHêne-BOURG, een vlak bij de Franse grens gelegen voorstadje van Genève, verheft zich het standbeeld van de
grote ingenieur Louis Favre (18261879). Hij is de bouwer van de Gotthardtunnel geweest. Nadat Louis Favre reeds als
ondernemer verschillende tunnels in Frankrijk en West-Zwitserland had gebouwd, sloot Alfred Escher als president
van de Gotthard-Gesellschaft op 7 augustus 1872 met hem een overeenkomst voor de bouw van de hoofdtunnel door
het Gotthardgebergte, waarvoor een tijd van acht jaar werd vastgesteld. Reeds spoedig stapelden zich de moeilijk
heden op: het binnenste van de berg bijvoorbeeld plaatste de hoorders voor enorme en onverwachte hindernissen.
Het gesteente bood aan de toentertijd als modern beschouwde slag-boormachines, die ons nu als primitief voor
komen, geweldige tegenstand. Ook het binnendringen van water, benevens grote, door de druk van het gebergte
veroorzaakte instortingen, maakte het werken in de beide gangen veel moeilijker dan men zich aanvankelijk had
voorgesteld. En weldra bleek mede door deze moeilijkheden de noodzakelijkheid van het verstrekken van een
groot aanvullend krediet. Louis Favre, die zich bij de tunnelbouw tot het uiterste heeft gegeven, overleed geheel
onverwacht tengevolge van een hartaanval op 19 juli 1879, zes maanden voor de doorboring van de Gotthard en de
voltooiing van zijn levenswerk. In Göschenen, vlak bij de noordelijke ingang van de tunnel, is voor deze dappere mens
een gedenksteen opgericht.
De bouw van de Gotthardtunnel heeft totaal aan honderdzeventien mensen het leven gekost. De herinnering aan
deze „offers van de arbeid" is nog niet vervaagd. Naast het station Airoio staat ter nagedachtenis en ter ere van
deze slachtoffers een monument uit graniet met een reliëf van de Tessinees Vincenzo Vela, een uit Ligoretto afkom
stige beeldhouwer, die vooral in Italië naam maakte en hiermede een van zijn beste werken heeft geschapen. Het
hoge reliëf laat op natuurgetrouwe wijze zien hoe twee tunnelarbeiders een dode kameraad op een brancard wegdra
gen. Een derde richt het zwakke schijnsel van een mijnlamp op het slachtoffer. Andere arbeiders begeleiden hun
dode makker in diepe versjagenheid. Het zien van dit kunstwerk maakt grote indruk op de reiziger.
NADAT de Zwitserse Bondsspoorwegen keertunnels, die tot de grote attracties van
het vorig jaar het gouden jubileum vier- een spoorreis door de dalen ter weerszijden
den van de Simplonspoorweg, waarvan de van de Gotthard behoren en waarmede de
Simplontunnel met zjjn beide parellel lo- bouwtechnici op de meest rationele wijze
pende twintig kilometer lange gangen het het overwinnen van grote hoogteverschil-
belangrijkste en technisch interessantste Jen, zonder bijvoorbeeld gebruik te hoeven
deel vormt, herdenken zij dit jaar het vijf- maken van tandrad, mogelijk hebben ge-
enzeventigjarig bestaan van de Gotthard- maakt. Door deze keertunnels heeft men
spoorweg: de opening van deze recht- driemaal het gezicht op het kerkje van
streckse noord-zuidverbinding door de AI- Wassen, telkens van een andere hoogte,
pen, die op 1 juni 1882 plaats had, was een Met een doorsnede van een halve kilometer
gebeurtenis van vérstrekkende betekenis liggen daar bij Wassen drie baanvakken
en werd door de gehele wereld met grote van hetzelfde traject boven elkaar, waar
belangstelling gevolgd. Het was ook inder- door over een korte afstand een hoogte
daad de hoogste tijd deze voor Duitsland, verschil van tweehonderd meter overwon-
Zwitserland en Italië zo noodzakelijke ver- nen wordt. Op de onderste en bovenste
binding tot stand te brengen. Reeds in 1854 baanvak rijdt de trein in de richting van
was de Semmeringspoorweg Wenen-Triëst de Gotthard, op het middelste daarentegen,
in gebruik genomen. De tunnel door de vier kilometer lang, juist in de tegenover-
Mont Cenis (tien kilometer lang) kwam in gestelde richting, steeds geleidelijk stijgen
de jaren 1861-1862 gereed. Aan de Bren- de. De reizigers moeten nu eens naar het
nerspoorweg, die geen pastunnel nodig had, ene en daar weer naar het tegenoverge
werd hard gewerkt. Deze kwam in 1867 stelde venster om van het uitzicht op het
gereed. In Zwitserland moest daarom de dal te kunnen genieten. Men kan aan de
beslissing, waar de tunnel zou komen, bergzijde op het van de Gotthard aflopende
eindelyk worden genomen. Nadat aanvan- traject een wegwijzer zien, die de reizigers
keljjk de voorkeur gegeven was aan de eraan herinnert, dat zij zich nog steeds op
route door Graubünden, waarbij hoofd- de meest rechtstreekse weg naar Gösche-
zakelijk van de doorboring van de Lukma- nen aan de ingang van de tunnel bevinden,
nier werd gesproken, liet men tenslotte
toch de keus vallen op de Gotthard, omdat
de voordelen van dit plan zich steéds dui
delijker aftekenden.
De Gotthardspoorweg is in bouwkundig NIET ALLEEN voor de ontwikkeling van
opzicht een meesterwerk, dat geweldig liet verkeer in Zwitserland zelf was de in-
veel van het menselijk kunnen en aan gel- gebruikneming van de Gotthardspoorweg
delijke offers eiste, speciaal waar het het een gebeurtenis van grote betekenis. Ook in
boren van de vele tunnels betrof, waarbij het Europese verkeersnet was vijfenzeven-
destijds nog niet op een vervolmaakte tech- tig jaar geleden een duidelijke verbetering
niek gesteund kon worden. Nog heden ten merkbaar, doordat de landen van het West-
dage bewonderen de reizigers niet alleen europese noorden na de doorboring van de
het prachtige uitzicht uit de trein op de Alpen op een centraal punt een recht-
Urnersee, of het Reussdal of op de boven- streekse verbinding met Italië kregen,
loop van de Ticino, maar evenzeer de aan- Aan de conferentie, op 15 september 1869
leg van de spoorlijn zelf met haar zeven door de Zwitserse Bondsstaat te Bern bij-
halfcirkelvormige en zelfs spiraalvormige eengeroepen, namen behalve Zwitserland
en Italië, de Noordduitse Bond, Baden en
later ook Wiirttemberg deel. Bij die gele
genheid werden de richtlijnen voor een
staatsverdrag vastgelegd. Hoezeer daarbij
ook de politiek een rol speelde, blijkt dui
delijk uit een toespraak van Bismarck op
27 mei 1870, waarin hij het deelnemen
van Duitsland aan de bouw motiveerde.
De politieke belangen schenen voor hem
reden te zijn „tussen Duitsland en Italië
Dortmund
Amsterdam
London
n Stuttgart
Hamburo
De Gotthardtrein in Wassen (kanton Uri) in Zwitserland
Dit is een reproduktie van een tekening uit 1880: de doorbraak is gelukt,
arbeiders van noord en zuid ontmoeten elkaar. Overstromingen, hitte,
ziekte en ongelukken hadden het gigantische miljoenenwerk ernstig ver
traagd. Tunnelbouwer Louis Favre uit Genève verloor er zijn fortuin
en zijn leven bij: hij stierf zeven maanden voor de laatste scheiding der
beide gangen werd doorbroken. Wat de aansluiting betreft: men bleek
slechts - op een totale lengte van vijftien kilometer - iets meer dan dertig
centimeter scheef te zijn gegaan. Geen der arbeiders wilde dè doorgang
passeren voor een foto van Favre door de opening was overhandigd. In
Hl56 hebben vijf miljoen passagiers en drie miljoen ton vracht de tocht
door de tunnel afgelegd. De verwachting voor het eerste jaar bedroeg
tweehonderdduizend passagiers en vierhonderdduizend ton vracht
Luzern naar Chiasso, telt vierenzeventig
tunnels en galerijén en vijfenzestig bruggen
en viaducten, zodat deze bijna geheel dub-
belsporige lijn als het meest imposante tech
nische werk van het Europese spoorwegnet
kan worden beschouwd. Toen de Gotthard
spoorweg in het jaar 1909 onder beheer
der Zwitserse Bondsspoorwegen kwam,
werden de vroegere staatsverdragen door
een nieuwe overeenkomst tussen Zwitser
land, Duitsland en Italië vervangen.
VOORAL het gebied boven de tunnel
heeft steeds een bijzonder grote aantrek
kingskracht op de toeristen uitgeoefend.
Zo kwam het, dat in 1909 wederom een
postkoets over de Gotthardpas is gaan rij
den, welke in 1922 door de postautodienst
Göschenen-Andermatt-Airolo vervangen is.
Sedert heeft het autoverkeer een der
mate hoge vlucht genomen, dat tegenwoor
dig de Gotthardpas, behalve in de winter,
wanneer deze niet berijdbaar is, een toeris
tische attractie van de eerste orde vormt.
Tn de maanden juli en augustus rijden er
dagelijks ongeveer drieduizend motorvoer.
tuigen over de pas, welke eens de pelgrims
en de kooplieden, vervolgens de in de Mi-
Kleine speelmuziek. De blokfluit heeft
het terrein, dat zij ongeveer twee eeuwen
verloren had, glansrijk heroverd, dankzij
de jeugdbeweging en dankzij de jongste
methoden betreffende het elementaire mu
ziekonderwijs. Het primitieve instrument
is gebleken een uitstekend hulpmiddel te
zijn om het jonge volkje op dreef te hel
pen, het gehoor te ontwikkelen en de
smaak voor musiceren te bevorderen.
Vaak.dient de blokfluit als aanloop tot het
bespelen van een ander instrument, maar
de gevallen zijn ook niet zeldzaam, dat
men aan de altblokfluit verkleefd raakt
en de niet geringe mogelijkheden op dit
mstrument zodanig leert beheersen, dat
het een volwaardig muziekgenot schenkt.
Niet te onderschatten is de rol die de blok-
fluiterij speelt in het propageren van
mooie eenvoudige muziek uit dc achttiende
eeuw en van onze oude volksliederen. De
uitgeverij „Harmonia" te Hilversum is zo
pas met een reeks „Kleine Speelmuziek"-
uitgaven begonnen dit repertoire op zeer
tpn pn ^tochten verwikkelde Eedgeno- ^vei t breïden. IHns P.
Sn„a J5 rer de,tr0Cpen van «eneraal Keuning stelde enige blokfluitboekjes sa-
2 sch'et; onoverkomelijke die getuigen van goede smaak) cul_
ïiï KS u S S S er T tureIe zin C11 pedagogische tact.
helmïSÏÏ VOrT-V Voor de beginnertjes is er een schrift
f VlUg.m0geK nfar '-oor sopraanfluit, dat onder de titel „Dit
mpn h2in, T JaarletUde kan ik fluiten" een aantal lcuke Neder-
men dat het hoogste deel van de pasweg, ]andse voIksliedjes bevat. wie dcze in de
k\U n,w tweeduizend meter hoogte vi heefl kan t het tweede
1S- DaarT hebb,en bandje: „Als de boeren dansen en zingen
de Zwitserse Bondsspoorwegen het auto-
verv
van
ter hand nemen en plezier beleven aan een
Munchen
Gonova
Nico
Milano
Venezla
Fironzo
Roma
het boren van de tunnel op meer dan elf
honderd meter boven de zeespiegel begon
nen. Reeds in 1874 werd Lugano op het
een verbinding tot stand te brengen die Italiaanse spoorwegnet aangesloten. Toen
alleen van het neutrale Zwitserland afhan- de oorspronkelijke kostenberekening na de
kelijk was en niet in het bezit van een der eerste jaren arbeid veel te laag bleek ver
grote Europese machten". Nadat de Duits- hoogden de drie betrokken landen hun sub-
Franse oorlog weliswaar de voorbereidin- sidies aanzienlijk. Voor het tevens geredu-
gen onderbroken had, daarentegen in Zwit- ceerde bouwprogramma werd een benodigd
seriand intensief aan de oplossing van de kapitaal van bijna tweehonderddertig mil-
financiële en technische moeilijkheden ver- joen Zwitserse francs vastgesteld,
der gewerkt was, konden op 1 november Op zondag 29 februari 1880 kwam het
1871 de statuten van de Gotthardspoor- bericht, dat de van beide kanten van de
wegmaatschappij gepubliceerd worden. In Gotthard uit geboorde gangen elkaar be-
1872 werd aan de bouw van de baanvakken reikt hadden. Enkele dagen later konden de
ter weerszijden van de Gotthard en aan officiële gasten door de met ongelooflijke
tUnne' }ngtteld' reeks Hollandse boerendansen en liedjes,
n' ZCei; veel r* rU' Ecn derde boekje (..Uit een ver verleden")
oen rlip vno f' 'a" I" 6 f-Iin biedt aardige tweestemmige zettingen van
i dfJaatSnte tljd ln. de 0r" dansen en melodieën van oude meesters als
a* autotransport zijn aan- Sweelinek. Purcell. Dandrieu en anderen,
gebracht, kon de frequentie enorm worden i<Toen Mozart jon was„ h t een bun_
A\rSn{;Mnrlr?1ripdmUnt^hVC;ÖSChen?n/n delt-ie" dat "tweestemmige stukjes bevat van
rn S? automobilisten in tijden componisten. die leefden toen Mozart een
van druk verkeer telkens de „eerstvolgen- t u„»
moeite gebouwde tunnel rijden. Op 23 mei
1882 volgde de feestelijke inwijding van de
Gotthardspoorweg in aanwezigheid van de
legaties der drie landen en op 1 juni van van druk verkeer telkens de eerstvolgen- k was. Gok het menue'je dat het
hetzelfde jaar werd deze voor het door- de vertrektijd" van een autotrein be- ,„onric,.-i-,r,a
gaande verkeer geopend. De feestelijkheden staande uit in elkaar overlopende platte neerde is er in en tweestemmige zetting
hadden in Luzern (het officiële beginpunt wagons - op reeds van verre zichtbare ?ee™*om"n
der spoorlijn) en in Milaan plaatsen. Reeds borden aangegeven. Het vorig jaar zijn ook voor twee oartiien - is weer een
spoedig na de opening traden de gewei- met minder den honderdduizend motor- 0. moejjiiker Hier ziin het Scarlatti
dige voordelen van de doorboring der voertuigen ongeacht de motorrijwielen en die to ge-
Alpen voor het internationale verkeer dui- vrachtauto s, door de Gotthardtunnel ver- distingeerde huismuziek aanleiding eeven
delijk aan het licht. De rijtijd werd aan- voerd. En tegenwoordig behoeven de inrit-
merkelijk bekort en de reis comfortabeler tenden van een personenauto deze nier dg moo-eliikheid om werk van oud Neder
gemaakt, het goederenverkeer vereenvou- meer te verlaten wanneer hun wagen met ]andset!,meesters met sopraanfluit en'piano
digd en bespoedigd. Het hele, tweehonderd- ^"^nsP®clElle treinen door de tunneI begeleiding te laten klinken. Nog een
zesentwintig kilometer lange traject van wordt vervoerd.
IN HET ZUIDEN van Afrika woont tussen de Oranje Rivier
en het Ngami Meer, dus in een gebied dat Basutoland en een
deel van de Transvaal omvat, het negervolk der Be-Tshuana.
Het is verdeeld in een aantal stammen. Elk dezer groepen gaat
er van uit, dat hij afstamt van een dier. De stamvader werd de
siboko genoemd. Vooral de olifant, de krokodil, de baviaan, de
vissen en de leeuw trof men onder de siboko's aan. Ook andere
dieren golden als „oervaders". In de regel geniet het stamdier
een bijzondere verering en is het streng verboden zo'n dier te
doden. Een van die Be-Tshuanagroepen noemde zich Ba-Kuëna,
hetgeen betekent „Mensen van de Krokodil".
IN HET BEGIN van deze eeuw behoorde tot de stam der Ba-
Kuëna een man die als jager en krijger zeer bekend was
geworden. Er werd verteld, dat hij over geheimzinnige krachten
beschikte, die hij verkreeg door direct contact met de siboko
van de stam en hem in staat stelden om een vijand of wild dier
de baas te blijven. Hij genoot veel aanzien in zijn kring. Met
enige verbazing vernamen zijn stamgenoten op zekere dag, dat
bij zich had laten bekeren tot het christendom en bij zijn doop
de naam Harry had gekregen. Harry besloot om na zijn over
gang tot de godsdienst der blanken een ander leven te gaan
leiden. Hij schonk zijn oorlogswapenen weg aan enige vrienden
en verwanten. Hij wilde, zei hij, zich voortaan uitsluitend aan
de jacht wijden. Zijn stamgenoten begrepen dit besluit niet,
want Harry was altijd een vechtsbaas geweest, een der eersten
om op oorlogspad te gaan en een der laatsten om huiswaarts te
keren. Toen zij Harry vroegen, waarom hij dat besloten had, gaf
hij een verklaring. In de nacht na zijn doop, zei hij, was de
siboko der Ba-Kuëna tot hem gekomen en had hem gezegd, dat
hij door zijn bekering tot het christendom strijder was gebleven,
doch niet langer een krijger met de wapenen. De siboko had hem
voorts, aldus Harry, enige toverwoorden medegedeeld, die hem
in staat zouden stellen om alle krokodillen tot weerloosheid en
gehoorzaamheid te dwingen. De dorpsgenoten luisterden aan
dachtig naar dit verhaal en gingen zwijgend heen.
ENKELE WEKEN nadat Harry dit had gezegd trok hij met
een twaalftal stamgenoten de wildernis in om op jacht te gaan.
De mannen plaagden hem een beetje met zijn „krokodillen-
macht". Zij tartten hem zelfs om te bewijzen, dat hij die macht
werkelijk bezat, want zij geloofden niet, dat Harry waarlijk een
krokodillenhoofdman was geworden. En wist hij wel, vroegen zij
hem, dat het opperhoofd der Ba-Kuëna ongerust was over
Harry's bekering en hem begon te beschouwen als een gevaarlijk
mededinger? Harry antwoordde zijn tochtgenoten met een daad.
Hij leidde de mannen naar een riviertje, waarin veel krokodillen
leefden. Toen zij nabij de oever kwamen zagen de jagers, dat
enkele geschubde monsters zich lagen te zonnen aan de kant.
De mannen hielden zich op een veilige afstand, want zij wisten
maar al te goed, dat de ogenschijnlijk luie en trage krokodil
op het meest onverwachte ogenblik een grote mate van snelheid
kan bereiken. Harry was echter niet bang. Hoewel hij, als ervaren
jager, wist, hoe gevaarlijk krokodillen kunnen zijn, naderde hij
met vaste tred de oever. De krokodillen kregen hem in het oog.
Enige van de monsterreptielen bewogen even met hun staarten
en koppen. Harry kwam steeds dichterbij. De monsters - Harry's
jachtgezellen zagen het waren klaar om tot de aanval over te
gaan. Toen gebeurde het. Harry begon te schreeuwen. Enige
keren snel achtereen herhaalde hij drie woorden en tot hun
verbazing en ontsteltenis zagen de mannen, dat de krokodillen
I-Iarry niet aanvielen. Integendeel, zij trokken zich terug in het
water en verdwenen onder de oppervlakte. Langzaam keerde
Harry toen naar de andere jagers terug. Hij zag er vermoeid uit.
Na een kwartiertje leek hij tot de werkelijkheid terug te keren.
De anderen keken schuw naar hem. Weet dan, zei Harry, dat de
siboko der Ba-Kuëna mij die spreuk leerde. Toen de mannen
werden opgesloten en niet gevoed. Na een week werd Harry
gesommeerd om zijn verhaal inzake de nachtelijke mededeling
van de siboko der Ba-Kuëna waar te maken. Harry verklaarde
zich bereid en ging naar de plaats .van het oordeel. Bij zijn
komst waren daar een paar honderd mannen, vrouwen en kin
deren verzameld. Binnen een omheining lagen de hongerige
krokodillen. Harry groette de hoofdlieden en de tovenaars. Toen
klom hij over de omheining. De mensen zagen vol spanning en
afgrijzen hoe de „Krokodillenhoofdman" schrijling op de om
heining ging zitten en vervolgens met een fikse sprong in de
„arena" belandde. De krokodillen zagen het eveneens. Loerend
volgden zij iedere stap en ieder gebaar van de vermetele man.
Harry schreed langzaam op de grootste toe. Achter hem schoot
plotseling een ander monster in zijn richting. Bliksemsnel
draaide Harry zich om en schreeuwde de krokodil de drie raad
selachtige woorden toe, terwijl hij gelijktijdig een afwerend
handgebaar maakte. Het dier bleef als versteend liggen. Nog
drie keer herhaalde Harry de woorden, die de siboko hem had
toevertrouwd. Geen der krokodillen maakte ook maar aanstalten
om hem aan te vallen. Toen ging hij naar het grootste der dieren
en ging op diens rug zitten. Het dier bewoog zich zelfs niet. De
overige krokodillen schuifelden naderbij. Daar zat de „Krokodil
lenhoofdman" als een zegevierend vorst temidden van zijn
hem vroegen hoe de spreuk luidde en wat hij betekende sprak
Harry drie voor hen volmaakt onbegrijpelijke woorden, die be
tekenden: „Gehoorzaamt Kuëna's Zoon".
HET VERHAAL VAN Harry's optreden tegen de krokodillen
ging als wildvuur door het land. Sommige opperhoofden der
Be-Tshuana-stammen vreesden concurrentie en in stilte be
schuldigden zij Harry van tovenarij. Een aantal stamtovenaars,
eveneens bevreesd voor mededinging, steunden die beschuldiging
openlijk. Toen Harry hoorde, waarvan men hem verdacht, zei
hij: „Goed, als men denkt, dat ik een tovenaar ben, zal ik tonen,
dat ik toveren kan. Ik zal nogmaals bewijzen, dat alle krokodil
len mij moeten gehoorzamen. Ik ben klaar voor iedere proef,
want ik weet dat siboko der Ba-Kuëna steeds de waarheid
spreekt en mij nooit in de steek zal latenEnkele leden van
de stam der Ba-Kuëna kwamen met een aantal mannen uit
bevriende groepen samen. Zij confereerden lang over de proef,
die zij Harry zouden laten afnemen. Men besloot om een half
dozijn krokodillen te vangen, de dieren een week te laten vasten
en Harry dan te brengen binnen een afgesloten ruimte, waarin
de hongerige monsters zich zouden bevinden. Met vereende
krachten ying men een zestal flinke krokodillen. De dieren
bloeddorstige onderdanen. Na enige minuten sprong hij op, liep
terug naar de omheining, klom er over heen en bracht de hoofd
lieden en de tovenaars een eerbiedige groet. Er ging een ge
mompel van ontzag en verbazing op.
NA DEZE TWEEDE proeve van heerschappij over de kroko
dillen maakte Harry bekend, dat hij zich wilde terugtrekken uit
zijn dorp en in de wildernis zou gaan leven. De hoofdman, nog
steeds bevreesd voor concurrentie, deed geen poging om hem te
weerhouden. Zes maanden later vond Harry de dood in de klau
wen en de muil van een leeuw. De siboko der Ba-Kuëna (zeiden
de Be-Tshuana) had geen macht over de leeuwen en daarom
moest Harry sterven ondanks zijn magische kracht. Wij hebben
iemand, die in zijn jonge jaren veel gejaagd en gezworven had
in het land der Be-Tshuana, naar een verklaring van Henry's
raadselachtige macht over krokodillen gevraagd. Die verklaring
is niet te geven, antwoordde hij. Er zijn wel meer van die won
derbaarlijke dingen in Afrika's wildernissen gebeurd. De blanke
staat voor raadsels. De donkere Afrikanen beroepen zich op
tovenarij, geesten, bovennatuurlijke machten. Wie zal zeggen
wat het is? Maar het staat vast, dat er dergelijke dingen
gebeuren.
Uit: Cartoon Treasury
(Bantam Books, N.York)
stapje verder doet het album, dat het
variatiewerk „Est-ce Mars" van Sweelinek.
Naast deze voortreffelijke bewerkingen
van Hans P. Keuning is er tenslotte ook
nog een bandje originele muziek voor
blokfluit en viool, namelijk „Suite no 2"
van Henk Badings, een stuk, dat bij alle
pedagogische opzet (vooral wat de behan
deling van de vioolpartij betreft) een ge
zond moderne muziekgeest ademt, die om
haar melodieuze kwaliteiten de drempel
vrees voor eigentijdse kunst allicht zal
wegnemen. Zo kunnen de blokfluitisten
ook ontvankelijk gemaakt worden voor de
muziek van heden.
„De dood overwonnen" van de Duitse
schrijver Herbert L. Schrader is een voor
treffelijk geslaagde poging, om in kort be
stek en in voor iedereen begrijpelijke, ge
romantiseerde trant een serie cultuur
historische portretten te geven van de
zeven „geeselen der mensheid": pest, cho
lera, pokken, syphilis, malaria, tuberculose
en lepra, hun beslissende invloed op de
loop der wereldhistorie en hun uiteindelijke
nederlaag tegen het vernuft en het geduld
van de medische wetenschap. Geboeid leeft
men mee met de moedige strijd der vorsers,
die deze verschrikkelijke ziekten hun ge
heimen trachtten te ontrukken en met de
jammerlijke mislukkingen die daarbij
eeuwenlang hun deel zijn. Vele duistere
relaties tussen de ziekten en het levenspa
troon der volken worden als terloops op
gehelderd en onbegrijpelijke gebeurtenis
sen uit de geschiedenis krijgen eensklaps
reliëf en betekenis, wanneer de schrijver
ze beziet in het licht der grote epidemieën.
Fascinerende lectuur, die een voorbeeld
genoemd mag worden van goede, populair-
wetenschappelijke voorlichting.
Onlangs heeft de „Academy of Music" ter gelegenheid van
haar honderdjarig bestaan een galavoorstelling met een concert
van het Philadelphia Orchestra onder leiding van Eugene Or-
mandy gegeven. Aan het verdere programma werd door Marian
Anderson, Arthur Rubinstein, Isaac Stern, Hilde Giiden, Danny
Kaye en Dinah Shore deelgenomen. De academie, die oorspron
kelijk werd opgericht voor het vertonen van opera's, gaf de
Amerikaanse première van „Aïda" van Verdi in 1873 en van
Wagners „Lohengrin" in 1874. In 1877 werd een bijzonder expe
riment uitgevoerd: met behulp van versterkers werd een con
cert via de telefoon uit New York gerelayeerd.